You are on page 1of 6

Hoi Mark,

Ik heb de volgende aantekeningen gemaakt van het hoorcollege dd 7/10/14.

Je moet maar even kijken wat bruikbaar is voor jou.

Groeten,

Inge

Nadat ik de PowerPoint presentatie had bekeken had ik een vraag:

Wat wordt bedoeld met de strategische kloof?

Het antwoord is: het verschil tussen het gewenst resultaat en het werkelijk resultaat.

Er is uitleg gegeven over het AIDA model en dat is behandeld.

Dit model wordt niet in het boek behandeld maar is wel belangrijk. Ik plak hier een pagina van Wikipedia

AIDA-Model
AIDA is een stapsgewijs model, waarbij de afzonderlijke stappen in volgorde moeten worden
doorlopen. Het is in het oorspronkelijke model niet mogelijk om zonder attentie een uiteindelijke
voorkeur of actie te bewerkstelligen. Het model schrijft echter niet voor of de stappen in één of
meerdere reclame-uitingen moeten worden doorlopen. Het AIDA-model is daarmee geschikt
voor zowel individuele uitingen, als reclamecampagnes

A (Attention) Naamsbekendheid

Ten eerste moet de attentie of aandacht (Engels: Attention) van de potentiële klant worden
getrokken. Soms wordt de eerste stap ook als bekendheid (Engels: awareness) benoemd. Het
doel van de communicatie is de aandacht van de consument te krijgen. Dit kan bewerkstelligd
worden door een qua typografie of kleur opvallende reclame-uiting.

I (Interest) Interesse - imago

Belangstelling of verandering (Engels: Interest) is de tweede stap in het model. Het doel is om
de consument te wijzen op de positieve aspecten van het product of merk. De consument moet
geïnteresseerd raken. Een mogelijkheid hiertoe is het doen van een belofte (kwaliteitsgarantie) of
een aantrekkelijk aanbod.

D (Desire) wensen - koopgedrag

Drang, verlangen of voorkeur is de derde stap (Engels: Desire). In deze stap wordt de interesse
omgezet in een verlangen of voorkeur voor het product. Vaak zal de reclame-uiting erop gericht
zijn de consument ervan te overtuigen dat het product of merk waardevol is.

A (Action) Verkoop

Actie (Engels: Action) is de laatste fase van het AIDA-model. Het doel van deze fase is de
consument te bewegen het product te kopen. De consument moet de gelegenheid hebben om
actie te ondernemen om het product te bemachtigen. Een mogelijke invulling van een reclame-
uiting in deze fase is door de consument te informeren waar het product te verkrijgen is.

Soms wordt dit nog aangevuld met (dit was een aanwijzing van Annette)

R (Reasale) herhaling - loyaliteit

Nieuwe inzichten
Het AIDA-model is in de loop der tijd uitgebreid en veranderd. Een recente uitbreiding betreft de
S van satisfaction, ofwel tevredenheid. De veronderstelling hierbij is dat om tot een
vervolgaankoop over te gaan, de consument ook tevreden moet zijn met zijn voorafgaande
aankoop. Er wordt dan gesproken van het AIDAS-model.

Ook wordt tegenwoordig wel de C van conviction of overtuiging ingevoegd. Na het creëren van
interesse moet een reclame-uiting dan in overtuiging resulteren. Dit wordt het AICDA- of zelfs
het AICDAS-model genoemd.

Een ander nieuw inzicht omtrent het AIDA-model betreft de volgorde. Voor sommige producten
en productuitingen kan de volgorde van de verschillende stappen anders zijn dan het A-I-D-A
patroon. Zo kan een verlangen (desire) bij sommige producten voorafgaan aan de interesse- of de
attentiefase. Ook kan in gevallen van cognitieve dissonantie de A van action de eerste stap in het
AIDA-proces zijn. Het feit dat iemand een product reeds gekocht heeft, kan er dan voor zorgen
dat hij meer interesse in de reclame-uitingen heeft en met behulp hiervan (achteraf) zijn interesse
en verlangen rechtvaardigt.

Daarna hebben we aandacht besteed aan de SWOT analyse.

Hier werd aangegeven dat zij graag ziet dat je bij alle vlakken 5 punten kunt benoemen en als dat
lukt uit kunt zetten in een confrontatie matrix. Dit hebben we niet gedaan.

Zie de pagina uit Wikipedia


Sterkte-zwakteanalyse
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

De sterkte-zwakteanalyse is een bedrijfskundig model dat intern de sterktes en zwaktes en in de


omgeving de kansen en bedreigingen analyseert; op basis hiervan wordt vervolgens de strategie
bepaald. De Engelse term SWOT-analysis wordt ook vaak in het Nederlands gebruikt en bevat
de vier elementen: Strengths, Weaknesses, Opportunity’s & Threats. Ook de Engelse term dekt
echter niet de gehele lading, aangezien het doel een strategie voor de toekomst is en niet alleen
een analyse van de huidige stand van zaken. SWOT wordt ook wel uitgebreid tot SWOTI,
waarbij de I staat voor Issues (Kwesties): de kwesties vormen een belangrijk onderdeel van het
model, aangezien ze de verbinding zijn tussen de interne en externe analyse.[1]

De sterkte-zwakteanalyse kan ook als middel dienen om beslissingen te nemen en om de positie,


de koers en de strategie van een bedrijf tegen het licht te houden. Verder wordt de analyse
gebruikt voor planning, marketing, beoordeling van de concurrentie, organisatieontwikkeling,
productontwikkeling, onderzoek en teambuilding.[2]

Door individuen wordt de sterkte-zwakteanalyse gebruikt als hulpmiddel om een beter beeld van
zichzelf te krijgen, bijvoorbeeld ter voorbereiding op een sollicitatiegesprek[3] of voor het
opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP).[4] Ook kan de analyse deel uitmaken van
een ondernemingsplan.[5]
Als volgend punt zijn “de 5 P’s” behandeld t.b.v. de marketing mix.

De aanwijzing hierbij was dat als je diverse doelgroepen hebt , het handig is deze allemaal apart
te benoemen. Zie uitleg uit WIKIPEDIA

Marketingmix

De 4P's die de oorspronkelijke marketingmix vormen

De marketingmix, soms marketinginstrumentenmix genoemd, is de combinatie van


instrumenten die een organisatie kan gebruiken voor het invullen van haar marketingstrategie.
Het gebruik van elk van deze instrumenten en hun onderlinge wisselwerking is onder andere
afhankelijk van de doelstellingen, de markt, de doelgroep en de concurrentie. Oorspronkelijk
onderscheidde men vier marketinginstrumenten, later is dit aantal uitgebreid om aan vermeende
tekortkomingen tegemoet te komen of om nadruk te leggen op nieuwe inzichten.

Het optimaliseren van de marketingmix wordt vaak gezien als voornaamste verantwoordelijkheid
van de marketingfunctie in een organisatie. Door de juiste combinatie van de vier (of meer) P's te
vinden kunnen marketeers de effectiviteit en bedrijfsresultaten verbeteren. Kleine veranderingen
in de marketingmix worden doorgaans als tactische activiteiten betiteld. Grote veranderingen in
een of meer van de P's kan vaak als strategische activiteit beschouwd worden.

Een andere BELANGRIJKE aanwijzing was dat een eis voor het tentamen is dat je naar
aanleiding van een gegeven casus, een aantal KPI’s moet kunnen benoemen en SMART maken.

Ook hier weer een pagina van Wikipedia voor uitleg.

Omschrijving
De letters van SMART staan voor:[4]
 Specifiek - Is de doelstelling eenduidig?
 Meetbaar - Onder welke (meetbare/observeerbare) voorwaarden of vorm is het doel
bereikt?
 Acceptabel - Is deze acceptabel voor de doelgroep en/of het management?
 Realistisch - Is het doel haalbaar?
 Tijdgebonden - Wanneer (in de tijd) moet het doel bereikt zijn?

In plaats van Acceptabel (of het synoniem Aanvaardbaar) worden ook vaak Ambitieus
(Bewerkstelligt het doel wel een echte verandering?), Actiegericht (Moet er echt iets voor
worden gedaan?) of Aanwijsbaar gebruikt (Wie wijs je aan die het doel nastreeft?). Ook wordt
soms het Engelse Achievable gebruikt, maar dit verwijst eerder naar het aspect haalbaarheid
(realistisch).

De criteria in SMART zijn zelf ook doelstellingen voor het programma van eisen voor een
project of een opdracht. Het zijn wat populaire verwoordingen van de criteria die Roozenburg en
Eekels aan te stellen eisen stellen: "valide, volledig, operationeel, niet-redundant, minimaal en
toetsbaar".[1]

Toepassing
Het principe wordt veel gebruikt bij projectmanagement in zowel de private als de publieke
sector. Wanneer managers praten over 'SMART maken' of 'SMART formuleren' bedoelen ze dat
de doelen specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden moeten worden
geformuleerd.

Varianten
Er worden regelmatig letters toegevoegd aan de vijf van SMART. Zo bijvoorbeeld de R van
Relevant: (Is de doelstelling waardevol voor de organisatie of de betrokkenen?), hoewel dat
verband houdt met de Aanvaardbaarheid.

Er bestaat een stroming in de coachingswereld die een E toevoegt op het einde voor Ecologisch.
Men bedoelt daarmee dat het vooropgestelde doel moet aansluiten bij de (werk)ervaring,
leefwereld en capaciteiten van het subject (Past de doelstelling in de leefwereld van de
betrokkenen?). Met toevoeging van zowel de E als de R ontstaat het acroniem SMARTER.

Eveneens bestaat er een stroming die de letter I toevoegt, voor Inspirerend. De doelen moeten
voor alle partijen genoeg inspiratie geven om ermee aan de slag te gaan: Is de doelstelling wel
motiverend genoeg?

Kritiek
Kritiek op het SMART-principe richt zich op twee punten:
1. Het normatieve karakter. Is het wel zo dat doelen altijd realiseerbaar, acceptabel etc.
moeten zijn? Het werken aan doelen die nooit behaald zullen worden is niet per definitie
zinloos.
2. De onmogelijkheid sommige doelen SMART te formuleren. Veel concepten
(bijvoorbeeld veiligheid, geluk, leefbaarheid) zijn moeilijk of niet meetbaar. De eis om
doelen SMART te formuleren, kan in die gevallen leiden tot fixatie op wél meetbare
gegevens waarbij het eigenlijke doel uit het oog wordt verloren.

Hier wordt wel tegen ingebracht dat de critici doelstellingen verwarren met een doel (in de
betekenis van streven). Streven kan vaag of visionair zijn, maar doelstellingen zijn concreter en
bestemd om mensen aan het werk te zetten. Bijvoorbeeld: "Ik zou graag hebben dat je (S) dit
gedrag van je lichtjes aanpast (R) zodat jij minder werk hebt (I/E) tegen volgende week vrijdag
(T). Gaat dat lukken voor je? (A) Ik stel voor dat we dit opvolgen via 'deze tool' (M)".

Voorstanders stellen dat managers met SMART objectiever kunnen beoordelen. Geleverd werk
kan aan de hand van resultaten in een afgeperkte tijd beoordeeld worden en mensen kunnen
daarop worden afgerekend. Met doelstellingen die SMART zijn, kan relatief objectief of
objectiveerbaar een oordeel vastgesteld worden door hun prestatie te meten, en kunnen mensen
worden beloond of in gebreke gesteld. Als een doelstelling niet SMART is, aldus de
voorstanders, is objectief managen op prestatie lastig. Er zal dan vertrouwd moeten worden op
aanwezigheid en motivatie van de uitvoerder dan wel op het subjectieve gevoel van de
beoordelaar.

Tijdens het college is een voorbeeld gegeven van hoe je MERKWAARDE als KPI SMART kunt
maken.

X? % van de doelgroep is bekend met de het merk binnen een bepaalde periode

X? % van de doelgroep beoordeeld het merk binnen de top

Het laatst behandelde onderdeel is de marketingplanning. Daarbij werd veel aandacht gegeven
aan Phillip Kotler, maar verder staat alles in de presentatie.

You might also like