Professional Documents
Culture Documents
Marketingcommunicatie
- Het verhaal wat je vertelt
- “Reclame”
- Hoe ga je het verkopen
Stap 1: Context
- 14 stappen naar een plan
- Welke organisatie
- Doel van het plan
- Soort inleiding
Stap 2: Marketinganalyse
- Basis voor goede marketingdoelstelling en – strategie
- Beoordeling van alle factoren n die invloed hebben op de vraag of het aanbod
- Interne analyse: in je eigen bedrijf
o Marktpositieanalyse
o Eigenmarketingbeleid
o Financiële analyse
o Overige bedrijfsfuncties
o Lijdt naar sterktes en zwaktes
▪ Wat zijn je sterktes
▪ Wat doe je beter dan andren
▪ Wat zijn je unieke (en relevante) treoven en mogelijkheiden
▪ Wat zien anderen als je sterktes
Doelgroep
- Bepaal welke groepen tot de potentiele makretingdoelgroep van jouw concept behoren
- Welke groepen mensen spelen een rol in het koopproces?
- Welke rol vervullen zij?
Stap 5: Merkidentiteit & Positionering
Een merk bestaat voornamelijk in je hoofd.
Merkidentiteit
Net als mensen hebben bedrijven een persoonlijkheid. Het is het gezicht en de stem van een
organisatie.
- Leidraat voor handelen rondom het merk
- Hoe wil je dat je de consument je merk ziet? Welke associaties heeft iemand bij je merk?
Identiteit vs Imago
- Identiteit: wie ben je, wie wil je zijn
- Imago: Hoe zien anderen jouw
- Branding is het proces waarmee je probeert deze twee begrippen zo dicht mogelijk bij elkaar
te brengen
Herkenningstekens:
- Logo’s
- Kleuren
- Typografie
- Vorm
- Symbolen
- Geluid
- Mensen
Positioneren
Het creëren van een positie van het merk in het brein van de doelgroen ten opzichte van andere
merken
Vaak op basis van:
1. Sterktes van de organisatie
2. Een variabele marketingmix (4 P’s)
3. Afzetten tegen concurrentie
4. Doelgroep centraal stellen
College 2: MarCom doelgroepen (20/09)
Marketingdoelgroep bestaat uit potentiele kopers/gebruikers. Waar je het product voor maakt
De MarComdoelgroep is iedereen de betrokken is bij het kopen van een product.
Drie invalshoeken:
Algemeen niveau:
Algemene persoons- en huishoudengebonden kenmerken, min of meer permanent en
stabiel. Waar woont iemand? Wat vinden ze belangrijk?
- Geografische kenmerken
o Woonplaats, provincie, regio, gemeente, postcodegebied
- Socio-economische kenmerken
o Geslacht, leeftijd, samenlevingsvorm, grootte en samenstelling van het huishouden
- Psychografische Kenmerken
o Attitudes, interesses en opinies. Politieke overtuiging, aankooporiëntatie, houding tov
geld, milieubesef
- Productbezit van “stategische goederen”
o Productbezit heeft te maken met goederen die een indicator zijn van welvaart van
een huishouden.
Domeinspecifiek niveau:
In hoeverre maakt de doelgroep gebruik van je categorie. Hoe staat de doelgroep tegenover
de productcategorie. Hoe betrokken zijn ze
- Betrokkenheid bij productcategorie
- Gewenste producteigenschap
- Productbezit in gebruik
- Aard van productgebruik
- Koop- en winkelgedrag
Merkspecifiek Niveau:
De kenmerken in het verband met het gebruik van merken in de productgroep en jouw merk in het
bijzonder (merkgebonden)
- Merkbekendheid
o Dit geeft de mate aan waarin de groep bekend is met een of meer merken.
Merkbekendheid kan actief (spontaan) of passief (geholpen) zijn.
- Merkkennis en -houding
o Bij merkkennis weet je wat het merk is, en vooral waar het voor staat. Welke
associaties kent of herkent iemand? Merkhouding is affectief, emotioneel of
psychografisch; wat is het gevoel bij een merk?
- Koopintenties (Merkniveau)
o Koopintentie op merkspecifiek niveau suggereren dat er koopplannen zijn die verder
gaan dan de intentie om een aanschaf in de productcategorie te gaan doen
- Merkentrouw
o Zijn het merktrouwe gebruikers? Merkwisselaars? Gebruikers die trouw zijn aan een
ander merk of ex-gebruikers?
Een persona (of ijkpersoon) is een zeer gedetailleerde omschrijving van een gebruiker van jouw
product of dienst
Met behulp van persona’s creeer je ‘echte’ mensen in plaats van algemene doelgroepen die
in de praktijk lastig te targeten zijn. Een ‘ideale’ klant!
Het is een probleem van de doelgroep, niet van het bedrijf. Het gaat altijd over de merkbelofte.
3 Soorten problemen
- Relevantie
- Onderscheidend vermogen
- Geloofwaardigheid
Een bepaalde overtuiging of gewoonte, waarachter een onvervulde behoefte schuilt en waarmee een
merk zich verbindt om voor meer mensen aantrekkelijker te zijn.
De MarCom-barriere kun je zien als een gesloten loket in het hoofd van de doelgroep
Om dit loket weer open te krijgen maken we gebruik van consumer insights
Consumer insights zijn haakjes die moeten inspireren om een creatief concept of uiting te
ontwikkelen. Doel: Het gelsoten loket in het hoofd van de doelgroep weer open krijgen.
Een CI helpt je om een bestaand frame te veranderen en daarmee een nieuw frame te creëren. Zo
h/elpen CI’s om de perceptie die geleid heeft tot een bepaalde MarCom barrière te reframen
College 3: Doelstellingen en Strategie (27-09)
Stap 10: Marketingdoelstellingen
4. Online Merkaanwezigheid
5. Koopproces
6. Merkbeleving
7. Koopintentie
8. Aankoop
9. Gebruikservaring
10. Merkaanbevelingen en – conversaties
11. Bestrijden van negatieve merkassociaties
Deze 8 criteria helpt om te beoordelen of een concept goed is of niet, zodat je niet op je
onderbuikgevoel afgaat
Je wil dat het centraal creatief concept goed scoort op alle criteria, maar dat is echt niet altijd
haalbaar
College 5: MarCom Middelen
Stap 13: Marketingcommunicatiemiddelen
Het marketingsmiddelen effectiviteits model (MEM) in boek is een overzicht van waar middelen
effectief zijn.