Professional Documents
Culture Documents
Rol marketingcommunicatie: opbouwen sterk merk en deze behouden. Deze communicatie brengt
het merk naar de klant over en trekt de interesses aan.
Merk= wordt gekozen vanwege een betekenis, word in het hoofd van de consument gezet, symbool
waarmee je u identificeert, u producten te onderscheiden van de concurrent.
Bij een merk bestaat er een merknaam (gedeelte dat kan worden uitgesproken) en
merkbeeld (gedeelte dat niet kan worden uitgesproken) deze moet gelinkt worden met jou
producten
Hoe ontwikkel je een sterk merk? (Door in de hoofd van het doelpubliek te kruipen)
Household names
- Merknamen die na verloop van tijd onderdeel worden van spreektaal bijvoorbeeld: Het
merk bic, wordt ook soms ook vervangt voor het woord balpen, mensen gaan meestal
vragen mag ik een bic hebben i.p.v. een balpen.
- Meest succesvolle merknamen
Inzicht krijgen in: waarom kopen consumenten merk en waarom blijven ze het kopen?
- Wat zijn de meest aansprekende voordelen van het merk?
- Welke emoties roept het merk tijdens of na de aankoop op?
- Welk woord beschrijft het merk het best?
Wat vinden consumenten belangrijk bij aankoop van dit product
Het merk die constant promoties doet, op den duur gaan een aantal mensen zich niet meer
precipiteren om het te gaan kopen omdat er geen emergency niet meer is. Op lange termijn
als je te veel promoties doet gaat niet meer goed zijn voor uw merkimago.
2. Merknaam uitgebreid promoten via reclame. (Op elk communicatie moet dat merkbeeld er
staan, zelfs als uw merknaam al jarenlang bestaat)
Herhaling is essentieel!
3. Merknaam associëren met meest opvallende eigenschap (voordeel dat uw product of dienst
aanbiedt. Bijvoorbeeld:
Merkcategorieen:
1. Fabrikantenmerken (Bv. Lays, coca cola,) -> ontwikkeld door producent, volledige
ondersteuning via geïntegreerde marketing
2. Generieke merken => Denken aan farmaceutische industrie, Deze producten worden
geproduceerd door minder prominente bedrijven (Bv. Namaak van Nutella, Bic, …). Ze
worden tegen een zo laag mogelijke prijs verkocht.
3. Huismerken (Bv. Delhaize, Carrefour, Decathlon, ...) = private label:
- Private labels, winkelmerken, dealermerken
- Ontwikkeld door groothandel of detailhandel
- Geen koppeling tussen fabrikant en merk
- Oorspronkelijk enkel concurrentie op prijs
- Aandeel stijgt in economisch slechtere tijden
- Groot marktaandeel
Onderzoeksbureau ConsumerHouse liet op vraag van Aldi 53 van haar populairste producten blind
proeven door > 1.000 Vlamingen en Walen.
Voor alle producten huismerk vergeleken met A-merk (o.a. ketchup, sportdrank, chips, appelsiensap
en confituur). Testpersonen kregen de vraag welke smaak ze het lekkerst vonden.
Zo goed als alle huisproducten komen even goed, of zelfs beter, uit de test.
Blind geproefd is er amper een smaak- of geurverschil merkbaar.
- Niet-blind proeven:
Vervolgens liet onderzoeksbureau de testpersonen enkele producten proeven terwijl ze die konden
zien. Toen bleek dat de A-merken plots beter scoorden. Bv. bruiswater van Bru haalde in 1 e test
5,71/10, en toen ze wel konden zien 7,33. Tegelijk werd zonder blinddoek ook de goedkopere
variant van Aldi minder lekker.
Waarom stijgen het aankoop van huismerken en enerzijds dalen in tijden van corona?
Sommige mensen gingen voor de coronacrisis naar restaurant, bij de kapper. Het feit dat er
lockdown was, mensen konden niet meer op restaurant. Al die aspecten maakte dat de mensen
duurdere producten gingen aankopen voor thuis.
Hoe win je als fabrikantenmerk die ‘Battle of the brands’(=strijd tussen merken)?
Om succesvol te zijn, moet een merk aan een aantal voorwaarden voldoen
- Differentiatie – unieke voordelen en verschillen met concurrentie
- Positioneren op kwaliteit en toegevoegde waarde (incl service) en niet alleen maar op prijs
focussen, want kwaliteit is ook zeer belangrijk.
- Voortdurend vernieuwen om concurrentie voor te blijven
- 100% inzet vanuit bedrijf => interne marketing niet onderschatten!
- Langdurige (!) en consistente communicatie-ondersteuning
2.4 Marktstrategieën
Hoe actief gaan mensen op zoek naar product? Is er een actieve nood of niet?
Pull strategie= de fabrikant probeert een merkvoorkeur bij de consument te creëren
- De aanbieder richt zijn marketing strategie dus rechtstreeks op de consument waardoor een
vraag wordt gecreëerd bij de consument (actieve nood).
- Door deze marketing strategie gaat de consument zelf om het product gaan vragen bij
winkeliers en retailers OF gaat de consument zelf online op zoek naar het product.
- Fabrikant dient ervoor te zorgen dat hij snel en efficiënt gevonden wordt en dat zijn aanbod
het beste is want consument zoekt ook naar concurrenten.
Push strategie= producten en diensten worden direct aangeboden bij de klanten, het moet duidelijk
in de winkel liggen en zo zien de klanten het meteen en word er interesse opgewekt.
- Deze zijn daarom niet actief op zoek naar jouw product of hebben geen nood hieraan maar
zijn wel bereid om tot aanschaf over te gaan. Ze worden specifiek benaderd met een aanbod
- Consument niet specifiek op zoek naar jou (latente nood) dus wakker maken via bv. display
in de supermarkt (aantrekkelijke producten/hapjes) en (digitale) mediacampagne ((online)
advertenties, social media, …)
Merkstrategieën voor producten binnen 1 bestaand merk (ik ben aanwezig in een
bestaand categorie of in een nieuwe merkcategorie)
3 mogelijke strategieën
Lijnextensie = Het gaat hier over een bestaand merk en bestaande categorie. Je versterk het
product door nieuwe smaak, verpakking, vorm.
Voordelen:
- Synergiën reclame, nieuwe producten profiteren mee van goed imago, communicatie-
investeringen
Nadelen:
Merkextensie = Het gaat hier over een bestaand merk en een nieuwe categorie. Bv.
Kellogg's gaat niet alleen cornflakes verkopen maar ook graanrepen.
Er moet een link zijn tussen de nieuwe productcategorie en de waarden van het merk
Voordelen:
- Kans op mislukken beperken door imago en reputatie van een succesvol bestaand merk te
benutten,
- besparen op kosten van het introduceren van een nieuw merk
Nadelen :
- als merkimago niet geschikt is, kan dat leiden tot 1 grote flop (zie vb BIC die uitpakte met
BIC-parfums = geen succes, compleet uit de context!)
risico dat merk verwatert.
Corporate branding = Bestaand merk en alle categorieën. De naam van het bedrijf wordt
voor alle producten gebruikt Bv. Philips, Macdonalds, Samsung
- Naam van het bedrijf wordt voor / bij alle producten gebruikt
- Vooral gebruikt door dienstverleners waarbij reputatie
en betrouwbaarheid belangrijk zijn
- Lijkt op andere uitbreidingsstrategieën, dus dezelfde voor- en nadelen
- Extra nadeel: vrij inflexibel – specifieke niches soms
moeilijk te benaderen
Corporate branding verwijst naar het promoten van de merknaam van een bedrijfsentiteit, in
tegenstelling tot specifieke producten of diensten.
2.4.2. Merkstrategieën voor nieuwe merken
Voordelen:
Nadelen:
- afzonderlijke merken kunnen niet mee profiteren van imago bestaande merken
Lokale merken - Lokale merken in internationale context (wordt alleen lokaal gebruikt)
Dual branding
= Tweemerknamenstrategie
3 mogelijke strategieën
1. Endorsement branding = 2 merken waarvan 1 als kwaliteitslabel wordt gebruikt
3.CO-branding = 2 merken werken samen aan 1 product of dienst op vlak van een
productontwikkeling
1 van beide is vaak minder dominant aanwezig in het eindproduct en de communicatie gaat
vaak uit van het ‘hoofdmerk’.
Vb McDo en Oreos ijsjes: ingrediënt branding. Comm gaat uit van Mc Do en Oreo is een
ingrediënt.
- Co-branding: Zijn beide merken echt evenwaardig aanwezig en werd er duidelijk samen aan
productontwikkeling/communicatie gedaan dan is het het andere.
o Bv. Unilever ging in 2.000 van 1.600 naar 400 merken op basis van 2 criteria:
aantrekkingskracht voor consument (brand appeal) en groeivooruitzichten merk
o Sterk presterend
- Flankeermerk bv. 1) Head & Shoulders omdat het gericht is voor mensen die een probleem
hebben en die een oplossing zoeken. Ze zijn gericht naar een zeer specifiek publiek
o +/- zelfde eigenschappen als dominant merk maar naar kleiner segment gericht
(niche)
- Prestigemerk 3) Lexus
Vb: een klant kiest voor een product met een merk, ook al is dit duurder dan een product met
dezelfde kenmerken. Het merk maakt het verschil.
- Bewust zijn van bestaan maar ook weten waar merk voor staat en wat kenmerken en
eigenschappen zijn
Hoe prominenter een merk, hoe groter de kans dat de consument het gaat kopen (merk blijft
hangen)
2. Merkpersoonlijkheid = menselijke
persoonlijkheidskenmerken die van toepassing zijn
op en relevant zijn voor merken. Kan gemeten
worden via:
- BPS of Brand Personality Scale (J. Aaker) die 5
dimensies meet: oprechtheid, opwinding,
competentie, gedistingeerd, stoerheid
- de Big Five: verantwoordelijkheid, activiteit,
agressiviteit, eenvoud, emotionaliteit
Means-and-chain : doel-middelenketen :
Bv. Dorito chips van maïs gemaakt en hebben bepaalde smaak. Ze zijn lekker en gasten komen vaak
op bezoek. Gevoel van goede gastvrouw en dat leidt tot meer zelfvertrouwen.
2 soorten activiteiten:
- 1. Activiteiten die merk opbouwen (positieve activiteiten)
o Hoge reclame-uitgaven
o Verbeteren bedrijfsimago
o Direct mail die lijkt op junk mail (te frequent, stompzinnig, brutaal)
Breed:
Febreze > gebruiken in verschillende situaties => vieze geuren verwijderen uit tapijten,
schoenen, je gordijnen, je auto = breed merkbewustzijn (vieze geurtjes van welke aard dan
ook => verwijderen met febreze)