Winst is levensbelangrijk voor de bedrijven maar dat is een afgeleide van goed management.

(innovatief zijn etc.  wanneer je de beste bent in een bepaald product ga je waarschijnlijk wel winst
hebben.

Value proposition: voor wie en voor wat zet je iets op de markt, welke behoefte bij welke doelgroep?
bepaald probleem  iets maken om een bepaald probleem op te lossen Bv. Autisten in een rij 
computerprogramma maken om kinderen aan te leren.

Value creation:

- Hoe ga je het doen?

- beter dan concurrenten

- Lagere prijs

- kwalitatiever

- altijd “beter dan” (concurrentie)

Value capture:

- Winst  aandeelhouders maar ook voor value proposition  innoveren herinversteren in

bedrijf om te groeien.
- Leereffecten, (Bv.bepaalde “uitvindingen” in machines die je bedrijf waardevol maken)
- Netwerk creëren
- Studie van klantentevredenheid  hoe krijg ik de grootste klantteveredenheid?

Meer winst is niet altijd beter  een gezond bedrijf is belangrijk voor de toekomst en reputatie
concurrentiepositie

Manager: stuurt iemand aan om doelen te realiseren

 Stijging arbeidsspecialisatie zorgt voor meer arbeidcoördinatie

 Niet 1 beste opstelling  aanpassen aan concurrenten
 verschillende situaties  verschillende soorten managers

Vb; proffen

Uitvoerend personeel: proffen die gewoon lesgeven en zijn gespecialiseerd

Lagere managers: proffen die mensen aansturen

Middenmanager/topmanager: decanen, rector

Voorbeelden efficiënt en effectiviteit

Efficiëntkorte termijn (wat op een bepaalde tijd)  de kost: Het verbruik van de verlichting

Effectief  lange termijn  voldoende ligt optimaal voor productie

 welke lamp is het efficiënst hiervoor

Inzetten in efficiëntie is niet altijd beter. Bv: Meer maken met minder mensen  hogere werkdruk 
meer ziektes etc.
Henry zegt dat connecten het belangrijkste is voor managers

Boegbeeld = “voorbeeld”

Weten wat je sterktepunten zijn als manager is belangrijk. Kan ook verdeeld worden  Hans Bourlon
en Gert verhulst

Conceptueel denken = abstract denken

Mensen worden gepromoveerd naar een hogere functies maar met andere vaardigheden  we
moeten kijken of de persoon deze nieuwe vaardigheden kan en op basis daarvan promoveren

Organisatie: je kan er lid van worden Bv. Hells Angels. Manager bestudeert eerst de efficiëntie van de
arbeiders en zegt dan wat ze moemten doen

 taylor was tegen uitbuiting  personeel is onderdeel van bedrijf  moet gezond zijn
 Fayol

Mens is niet zo rationeel als dat we denken.

Kwantitatief management proces: gegevens analyseren binnen een organisatie: Vb. simulaties van
een operatie  geeft de resultaten weer of de operatie geslaagd zou zijn. Of de slang in de colruyt