You are on page 1of 2

Auteurs: D.J. de Jong & C.J.

de Lange isbn: 9789001889593


economischebasisprincipes.noordhoff.nl © 2018 Noordhoff Uitgevers bv

Casus 10.4 Geldontwaarding -


Uitwerkingen
Verwijzing: 10.5
Trefwoord: geldontwaarding, inflatie

Vragen

1 Bereken de geldontwaarding op jaarbasis in mei als percentage in twee


decimalen nauwkeurig.
Het gewicht in de CPI van groenten en aardappelen is 0,01081, dat van
energie voor huishoudelijk gebruik 0,03581 en dat van autobrandstoffen
0,03652.

2 Verklaar door middel van een berekening dat de kerninflatie in mei in


Nederland inderdaad ongeveer 0,5% was.

3 Tot welke soort inflatie behoort de prijsstijging van autobrandstoffen?

4 Waardoor zijn de prijzen van verse groenten en aardappelen erg


beweeglijk?

5 Licht toe dat een gematigde loonontwikkeling alleen niet voldoende hoeft te
zijn om de inflatie te verminderen.

6 Geef twee redenen waarom hoge inflatie de economische groei op lange


termijn in gevaar brengt.

Uitwerkingen

1 Verandering koopkracht geld: 100% − 100/101,2 * 100% = −1,19%. De


geldontwaarding bedraagt dus 1,19%.

2 De bijdrage van de drie beweeglijke artikelgroepen aan de totale inflatie is


0,01081 * 7% + 0,03581 * 9,7% + 0,03652 * 6,5% = 0,66%. 1,2% −
0,66% = 0,54%. De bewering klopt dus.

3 Geïmporteerde kosteninflatie aangezien de prijs van autobrandstoffen


wordt bepaald door de wereldmarktprijs van olie en door de wisselkoers
van de dollar.

4 Verse groenten en aardappelen worden gekenmerkt door een


prijsinelastisch aanbod en een prijsinelastische vraag. De omvang van het
aanbod wordt sterk beïnvloed door weersomstandigheden. Bij een goede

Algemene economische basisprincipes Casus 10.4 | 1


Auteurs: D.J. de Jong & C.J. de Lange isbn: 9789001889593
economischebasisprincipes.noordhoff.nl © 2018 Noordhoff Uitgevers bv

oogst is het aanbod groot en dalen de prijzen sterk. Bij een slechte oogst is
het aanbod klein en stijgen de prijzen sterk.

5 Een lage inflatie is mogelijk door als de loonkosten per eenheid product
hooguit licht stijgen. De verandering van de loonkosten per eenheid
product wordt bepaald door de verandering van de lonen en de
verandering van de arbeidsproductiviteit.

6 Omdat hoge inflatie onzekerheid met zich mee brengt over toekomstige
prijzen en kosten zullen de investeringen dalen. Daardoor is de toename
van de productiecapaciteit en dus de economische groei op lange termijn,
kleiner dan bij lage inflatie.

Algemene economische basisprincipes Casus 10.4 | 2

You might also like