You are on page 1of 5

SE 1 HAVO

2021
Tijdvak 1
september
120 minuten

De SE-stof beslaat module 4, 5, 6

Dit SE bestaat uit 19 vragen.


Voor dit SE zijn maximaal 35 punten te behalen.
Na elke vraag staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald
kunnen worden.

Als bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening gevraagd wordt, worden aan
het antwoord meestal geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of
berekening ontbreekt.

Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd.
Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee
redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

1
Z.O.Z.
Opgave 1 (4 punten)
Gegeven zijn de volgende gegevens van een land.

Productgroep Wegingsfactor Partieel indexcijfer Partieel indexcijfer Partieel indexcijfer


in % 1-1- 2015 1-1- 2016 1-1- 2015
Voeding 30% 100 105 107
Wonen 45% 100 104 108
Recreatie 10% 100 97 100
Overig 15% 100 107 111
Totaal 100% 100

1. Bereken het CPI op 1-1-2016. Rond je antwoord af op 1 decimaal. 2p


2. Bereken de inflatie in 2016. 2p

Opgave 2 (12 punten)


In een land is iedere inwoner verplicht verzekerd voor de kosten van basiszorg en is
er een wettelijk minimum van het eigen risico. Inwoners mogen zelf hun verzekeraar
kiezen. Er zijn twee zorgverzekeraars op deze markt actief: Anderzorg en Beterzorg.
Nina (28 jaar) kiest ervoor om zich te verzekeren bij Anderzorg. Ze wil graag weten
wat haar totale kosten zijn voor het komend jaar. Ze vindt onderstaande tabel (bron
1) die de premies laat zien van Anderzorg.

Bron 1
Leeftijd in Basispremie 2020 Basispremie 2020
jaren € 200 eigen risico € 700 eigen risico
Per maand Per maand
0-18 € 102,58 € 87,58
19- 26 € 104,16 € 89,16
27- 35 € 104,50 € 83,87
36-50 € 104,75 € 89,75
51- 65 € 105,75 € 89,08
66 + € 105,85 € 84,60
Poliskosten: €5,- per jaar , assurantiebelasting: 21%

Nina verwacht dat ze komend jaar in totaal aan zorgkosten zal hebben een bedrag
van €350,-. Ze weet niet of ze wil kiezen voor een laag eigen risico van €200 euro of
een hoog eigen risico van €700,-. Ze wil uiteraard zo min mogelijk kosten hebben.

3. Wat moet Nina kiezen, een eigen risico van €200,- of van €700,-? Leg je
antwoord uit met behulp van een berekening. 2p

De verzekeraar Anderzorg is blij met het instellen van een verplicht eigen risico.
Vroeger mochten mensen kiezen of ze een eigen risico wilde, nu moet iedereen
minimaal een eigen risico van €200,- betalen. Dit zorgt ervoor dat moreel wangedrag
en averechtse selectie wordt tegengegaan en de kosten van de verzekeraar flink
gedaald zijn.

2
Z.O.Z.
4. Leg uit hoe het instellen van een verplicht eigen risico het moreel wangedrag
verminderd wordt. 2p
Anderzorg en Beterzorg denken er allebei over om het vrijwillig eigen risico te
verlagen. Een econoom zegt vervolgens: “Door het volgen van de dominante
strategie zullen beide verzekeraars in een gevangenendilemma terecht komen, dit is
te zien in bron 2”.

5. Maak van de onderstaande tekst een economisch juiste redenering. 2p


De wettelijke verplichting om verzekerd te zijn voor kosten van de basiszorg is een
vorm van …(1)…. Verzekerden die veel claimen hebben een …(2)… van een
verlaging van het eigen risico.
Kies uit: bij
(1) collectieve dwang / zelfbinding bij
(2) voordeel / nadeel

Bron 2

6. Geef de dominante strategie van Beterzorg. Gebruik de getallen in de tabel.


2p
7. Beredeneer of beide verzekeraars inderdaad in deze situatie in een
gevangenendilemma terecht komen. 2p
Ga als volgt te werk:
 Leg uit hoe de dominante strategie van elk van de verzekeraars tot stand
komt.
 Beredeneer vervolgens of er sprake is van een gevangenendilemma.

8. Noem twee oplossingen voor het gevangenendilemma. 2p

Opgave 2 (5 punten)
Silvana heeft een sportwinkel op Aruba. Ze denkt erover na om uit te breiden door in
haar sportwinkel klanten ook de mogelijkheid te geven om te komen sporten.
Hiervoor wil ze een aantal sportapparaten aanschaffen, ze rekent uit dat de
investering €50.000,- kost. De kans dat de investering succesvol is, schat zij in op
0,6. De opbrengst schat zij in dat geval in op € 110.000. Als de investering niet
succesvol is, is de opbrengst toch nog altijd € 10.000,-.
9. Bereken het risico van de investering van Silvana. 1p
10. Bereken het verwachte rendement van deze investering. 2p
3
Z.O.Z.
Silvana heeft helaas dit geld niet, dus ze besluit om aandelen uit te geven en om
obligaties uit te zetten zodat ze deze investering kan doen. Ricky is wel
geinteresseerd in het kopen van effecten.

11. Geef een voordeel en een nadeel van het kopen van aandelen ten opzichte
van het kopen van obligaties voor Ricky. 2p

Opgave 3 (7 punten)
In Nederland wordt de AOW gefinancierd volgens het omslagstelsel. Voor 2016 en
2040 gaan we uit van de gegevens in de volgende tabel.

2016 2040
Aantal 20-64-jarigen (in miljoenen) 11 11
Aantal 65-plussers (in miljoenen) 2,64 5,28
Aantal 67-plussers (in miljoenen) 2,2 4,4
Index prijspeil 100 200
Index loonpeil 100 250
Percentage belastingplichtigen (onder 20-64-jarigen) 80% 80%
Totale AOW-uitgaven € 26,4 miljard …A…
Gemiddelde hoogte van een AOW-uitkering € 10.000 per
persoon per jaar
Gemiddeld bruto-inkomen belastingplichtigen € 30.000 per
persoon per jaar
AOW-premie 10%

De AOW-premie wordt geheven over het gehele bruto-inkomen van


belastingplichtigen. De AOW-uitkeringen zijn waardevast. Stel dat mensen zowel in
2016 als in 2040 bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar AOW-gerechtigd zijn.

12. Bereken de gemiddelde AOW-premie per belastingplichtigen in 2040. 2p


13. Bereken de koopkracht verandering van belastingplichtigen tussen 2016 en
2040. 2p

De AOW wordt gefinancierd via het omslagstelsel. Vergrijzing zorgt ervoor dat de
AOW onbetaalbaar wordt in de toekomst. Bij een kapitaaldekkingsstelsel zou de
vergrijzing geen probleem opleveren.
14. Leg uit wat het omslagstelsel is. 1p
15. Noem twee manieren om de AOW via het omslagstelsel toch betaalbaar te
houden. 2p

Opgave 4 (4 punten)
In bron 4 zie je de overheidsinkomsten en -uitgaven van Nederland in 2019. Verder
is bekend dat de staatsschuld in 2018 €350,- miljard en het BBP in 2019 €810 miljard
was.

4
Z.O.Z.
Bron 4 Inkomsten en uitgaven in 2019 in Nederland
Inkomsten
Directe belastingen €50 mld

Indirecte belastingen €180 mld

Overige opbrengsten €20 mld

Totaal €250 mld

Uitgaven
Sociale zekerheid €80 mld

Zorg €70 mld


Onderwijs en cultuur €35 mld

Veiligheid €13 mld


Aflossing staatsschuld € 6 mld

Rente staatsschuld €2 mld

Overige uitgaven €54,2 mld


Totaal €260,2 mld

16. Bereken het financieringssaldo in 2019. Geef ook aan of er sprake is van een
overschot of een tekort. 2p
17. Bereken de staatsschuldquote voor 2019. 2p

Opgave 5 (3 punten)
Celine is eigenaar van Safe and Sure, een verzekeringsmaatschappij die auto’s
verzekerd tegen diefstal. De kans op diefstal en dus op schade was het afgelopen
jaar 1/50. Als een auto gestolen wordt betaalt Safe and Sure een schadevergoeding
van €15.000,-. Dit bedrag staat vast. Verder heeft Safe and Sure nog meer kosten
namelijk €20,- variabele kosten en €500.000,- constante kosten. Er zijn in totaal
10.000 verzekerden.
Celine heeft het afgelopen jaar een premie per verzekerde gevraagd van €355,-.

18. Bereken het risico per verzekerde. 1p


19. Bereken de winst of het verlies van Celine voor het afgelopen jaar. 2p

Einde toets

5
Z.O.Z.

You might also like