Professional Documents
Culture Documents
Redactieteam
Angenetha Balm-Kok
Jan Willem Boezeman
© 2021 Stichting Illustre Dordracum
Ad Bosch www.augustijnenhof.nl
Jaap Dambruin
Marianne van Kleef Dordrecht Monumenteel | Dordts Geboren is een cultuurhistorisch
Rosa Paasse magazine voor een ieder die geïnteresseerd is in de geschiedenis van
de oudste stad van Holland. Het is een uitgave van Documentatie- en
Kenniscentrum Augustijnenhof en een initiatief van Stichting Illustre
Dordracum. Het digitale magazine is gratis en verschijnt vier keer per
jaar in januari, april, juli en oktober.
Vrienden worden?
Documentatie- en Kenniscentrum Augustijnenhof ontvangt geen
subsidie, waardoor het voor haar activiteiten afhankelijk is van haar
vrijwilligers, sponsoren en vooral de ‘Vrienden van het Augustijnenhof.’
Wilt u ons steunen en ook Vriend(in) worden? Ga dan naar:
www.augustijnenhof.nl/vrienden
De familie Vreeken is in
Dordrecht overbekend, al
was het maar van het
familiebedrijf Vreeken’s
Zaden dat is opgericht in
1926, en dat al vanaf 1927 een
tuinwinkel heeft op de
Voorstraat. Bij het 90-jarig
bestaan van Vreeken’s Zaden
verscheen in 2016 een
jubileumboek, geschreven
door Marjolijn de Winter,
Krim Koops en huidig
eigenaar Ton Vreeken.
Toenmalig burgemeester
Arno Brok kreeg op 17
november 2016 het eerste De tien kinderen van de familie Vreeken, gefotografeerd in 1933. Uiterst rechts zit
Willem Vreeken. Derde van rechts is Anthonie (‘Ton’), die sneuvelde in 1940.
exemplaar. Foto RAD (nr. 309_22671)
Het boek heeft op een speelse en eerlijke manier de Tijdens de oorlog zaten in het bedrijfspand aan de Voor-
bedrijfsgeschiedenis weer, met foto’s en interviews. Tijdens straat allerlei mensen ondergedoken: verzetsmannen, maar
de oorlog, blijkt uit het boek, deden verschillende broers ook “jonge mannen, familie en vrienden”. Er was een ruimte
Vreeken verzetswerk, voornamelijk Kees, Daan en Luuc, de waar je kon komen door een luik in het plafond, vertelt het
jongste. Ze hielpen joden, verspreidden illegale kranten. In jubileumboek, maar ook via het dak − door pannen weg te
dit artikel wordt ontvouwd waar de familie Vreeken zich halen. Kees Vreeken, zoon van Willem en wonend in
zoal mee bezighield. Wageningen, vult desgevraagd in een email aan dat in een
kamer elders in het bedrijfspand twee joodse meisjes
Familie Vreeken deed meer ondergedoken hebben gezeten.
dan zaden verkopen “Ze werden vooral verzorgd en bezig gehouden door de
Eerst dit ter toelichting: Vreeken’s Zaden begon met dochters Bep en Co. Op een keer gingen ze in alle
Cornelis Nicolaas (‘Kees’) Vreeken (Haarlemmermeer, 21 voorzichtigheid op bezoek bij hun moeder, die elders in de
november 1879), die voordien werkzaam was bij de stad ondergedoken zat. De meisjes zijn toen gearresteerd,
Zwijndrechtse firma Van Namen Zaden. Kees Vreeken heb ik vernomen van mijn oudste zus Dicky.”
trouwde op 24 juli 1907 in Zwijndrecht met Jacoba van
Namen (Zwijndrecht, 8 oktober 1880). Het echtpaar Luuc Vreeken hield zich “bezig met het drukken en versprei-
vestigde zich op 20 september 1923 in Dordrecht, eerst nog den van de illegale krant Trouw vanaf het Grotekerksplein”,
aan de Visstraat 4 boven, vanaf 7 november 1927 op de meldt het boek. Kees Vreeken legt uit hoe Luuc betrokken
Voorstraat, op nummer 394 (nu: 446-448). raakte bij deze verzetskrant:
Tien kinderen kreeg het echtpaar, acht van hen al in “Een van de oprichters van Trouw was een neef van Luuc,
Zwijndrecht. Het zijn: Dina Johanna (14 april 1908), Anthonie Wim Speelman, een juridisch student. Speelman was de
(‘Ton’, 15 januari 1910), Willem (22 juli 1912), Huibert (23 landelijk coördinator van de verzetskrant. Hij reisde − vaak
februari 1914), Jacobus (1 september 1915), Cornelis Nicolaas incognito − door het hele land. Hij is uiteindelijk gefusilleerd,
(‘Kees’, 7 maart 1917), Daniël Jan (‘Daan’, 14 oktober 1918), nadat hij gevangen was genomen, ontsnapt en opnieuw
Elisabeth Jacoba (‘Bep’, 14 juni 1920), Jacoba Johanna (‘Co’, gearresteerd.”
Dordrecht 28 maart 1925) en Antonie Lucas (‘Luuc’, 19 juli Daarnaast boden Kees, Daan en ook Luuc, overigens samen
1927). Jurist Anthonie, de oudste zoon, is in de meidagen van met leden van de Dordtse familie Dicke, tijdelijk onderdak
1940 gesneuveld bij de Grebbelinie, als reserve-luitenant. aan onderduikers, verstopten ze wapens en plaatsten ze
Dit verlies had grote impact op het gezin. joodse kinderen bij gezinnen.
Kort daarna vond na verraad op 3 januari 1944 op de Singel Nee, helaas, Kees Vreeken kan evenmin namen noemen van
een inval plaats, zowel Van Asperen als het gezin Bloem- de betrokken joodse kinderen, noch van de pleeggezinnen.
koper werd op transport gesteld. Van Asperen kwam via “Even met de natte vinger: aannemelijk is dat mijn vader
kamp Vught terecht in kamp Oranienburg boven Berlijn. alleen het adres kreeg en wellicht een codewoord moest
Vreeken achterhaalde dat Van Asperen in februari 1945 onthouden. Ik veronderstel dat hij de adressen bewust uit
naar Buchenwald werd gestuurd, nadat Oranienburg bij de zijn geheugen heeft gewist, uit veiligheid.”
naderende komst van de Russen werd ontruimd. Hij werd
maanden later bevrijd door de Amerikanen, maar was zo Geboren als hij is in 1942 weet Kees Vreeken niets van de
ziek dat hij moest worden opgenomen in een ziekenhuis, oorlog, dan behalve uit verhalen.
waar hij op 6 juni 1945 overleed. De familie Bloemkoper was “En zoals zo vaak gebeurde, heb ik mijn vader ook nauwelijks
toen al vernietigd in Auschwitz: moeder Henriëtte en de ‘ondervraagd’ over zijn activiteiten.”
kinderen tegelijk op 8 april 1944, vader Barend op 30 april Hij hoopte dat zijn twee oudste zussen meer zouden kunnen
1944. vertellen, maar dat was niet het geval.
Sperrtijd Het gezin van Willem Vreeken betrok per elf oktober 1946
Dankzij Lucas Vreeken zijn in ieder geval twee onderduikers een andere woning, vlakbij, aan de Krispijnseweg 199 (nu:
geïdentificeerd, de kinderen Bloemkoper. Maar wie waren 249). Daar werden nog eens zes kinderen geboren. Het huis
de anderen? Vermoedelijk blijft dit voor altijd onhelder. was aanzienlijk groter, het telde zeven slaapkamers.
De andere geraadpleegde Vreeken, Kees Vreeken uit Willem Vreeken overleed in Dordrecht op 5 februari 1996,
Wageningen, bevestigt dat de verschillende leden van de 83 jaar oud, zijn vrouw Greta op 14 november 1999, 87 jaar
familie Vreeken joden hebben bijgestaan. Zijn vader oud.
bijvoorbeeld, de Willem van 1912.
Het doel van de werkgroep is om de ongeveer 200 Dordtse slachtoffers van de Holocaust, allen voormalige bewoners
van deze stad, te gedenken door middel van de steentjes bij de huizen waar zij hebben gewoond, tijdelijk verbleven of
waren ondergedoken. De namen van deze mensen mogen niet in de vergetelheid raken. Een mens is niet slechts dood
door overlijden, maar temeer als zijn of haar naam niet meer bestaat. Daarom is het zo belangrijk de namen van onze
joodse medeburgers in herinnering te brengen én te houden.
Het maken en aanbrengen van een Stolperstein kost € 150,-. Alle bijdragen, groot en klein, zijn van harte welkom. De
Dordtse gemeenschap kan zo laten zien dat haar voormalige medeburgers niet worden vergeten.
Notitie:
(1) Artikel ontleend aan de site www.stolpersteine-dordrecht.nl
(2) Zie http://www.stolpersteine-dordrecht.nl/verhaal198/index.html
Een steegje?
Terwijl ik de van haar trappen ontdane ‘Dordtse gevel’
bestudeerde, viel mij een met een hek afgesloten steegje
op, links van het pand. Precies op dat moment kwam er een
jongedame met een hond uit. Zorgvuldig sloot ze het hek
weer af en door een tegen de zijgevel bevestigde
brievenbus ontdekte ik dat zich in het steegje een woonhuis
moest bevinden. Ik meende het centrum goed te kennen,
maar in mijn beleving was dit een aaneengesloten blok
huizen. Niet dus… ik schatte het steegje niet veel breder
dan een keukenkastje, dus voor de jongedame was het te
hopen dat ze geen piano of vleugel bespeelde, want die zou
onmogelijk in dat huis te krijgen zijn.
Dordtse gevel
De flink versleutelde gevel van de lunchroom maakte mij als
historisch huizenonderzoeker nieuwsgierig. Aan de zijmuur
was te zien dat er ooit een andere gevel voor het pand was
geplaatst, een zogenaamde Dordtse gevel. Vereniging Oud-
Dordrecht heeft in 2016 een jaarboek uitgegeven waarin
alle “Dordtse gevels” de revue passeren, zo ook die van dit
pand. Hierin stond dat het, voordat het haar trapgevel
kwijtraakte, voorzien moet zijn geweest van een ornament
met het jaartal 1771. Vermoedelijk is dat tegelijk met de
trapgevel verdwenen want ik kon het niet meer ontdekken.
Smalste straatje van Dordrecht? We gaan een flink eind terug in de tijd, naar 1713. Op 2
Een oproep op Facebook in de groep ‘t Dordrecht van toen – november van dat jaar koopt meesterbakker Simon
Geschiedenis van een eiland (ruim 15.000 leden) heeft bij dit Baasjouw van Adriaan Bouff, apotheker:
soort vragen meestal wel succes. En warempel, een tip een geheel huijs en erve, staande en gelegen op het eijnde
leidde naar een artikel van Jaap Bouman in zijn rubriek vande Vriesestraat, ontrent d'Vriesepoort tusschen den
Dordt Eigen-Aardig van 8 oktober 2013. Hij schrijft dat de huijse van(de) wed.e van Pieter Coikens aen(de) een, ende 't
Broodgang in de Vriesestraat met een breedte van niet huijs van(de) wed.e Jan Beijs ter andere zijde met nog een
meer dan 65 centimeter het smalste straatje van Dordrecht huijske daar agter en annex, uijtkomen(de) op de Stadts
is. Het is wel duidelijk dat Jaap het over dit steegje heeft. Veste.⁽¹⁾
Het heeft dus een naam.
De familie Kriens En 70 jaar later, op 25
reageerde op Facebook Dordrecht heeft er naast een november 1783, verkoopt
met het bericht dat het Simon Baasjouw -
pand aan de Vriesestraat broodjeszaak op een eveneens broodbakker
vijftig jaar in bezit van en blijkbaar vernoemd
hun familie is geweest, historische locatie weer een naar zijn grootvader -
ze hadden er een
groentezaak die menig toepasselijke straatnaam bij aan Arij Stuurman:
1. Een Pakhuisje staande
Dordtenaar zich wel zal op de plaats naast de
herinneren. Ruud Kriens wist te melden dat hij het stalen nieuw gebouwde broodbakkerij aan den Koper, in sekere
hek dat het steegje afsluit zelf heeft gemaakt en dat het 70 gang in de Vriesestraat binnen dese Stad, welke gang sijn
cm. breed is. Ze konden er met de steekwagen ingang heeft naast het woonhuis van voorn. Simon
groentekisten van 60 cm. precies doorheen krijgen. Baasjouw, en dat op alzulke Conditien en bepalingen als bij
Hiermee is de Broodgang inderdaad smaller dan de nu de Acte op gisteren den 24 Novb. 1783 tusschen hem
onttroonde Keizerhofstraat, die 74 cm. breed is. Kriens wist Stuurman & Baasjouw voor den Notaris Leendert van der
ook te melden er in het steegje vroeger drie pandjes met Horst en getuigen verleeden, is bedongen en bepaalt.
bovenwoningen waren. Zijn familie kocht het pand in 1952 2. Een huisje staande tusschen de huisen van Adolph
van bakkerij Van Asperen, een bedrijf dat het heel lang in Bremkes op de plaats van zekere gang in de Vriesestraat
bezit moet hebben gehad. Op zolder troffen ze ongeveer binnen dese Stad, welke gang zijn ingang heeft naast het
dertig bedsteden aan die door de bakkers tussen het huis van Simon Baasjouw en dat op alzulke Conditien en
broodbakken door werden gebruikt. Bakker Van Asperen?
De Broodgang?...
De broodgang
Het standaardwerk voor straatnamen in Dordrecht is het
boek 'Van Aardappelmarkt tot Zwijndrechts Veerhoofd' van
Mieke van Baarsel, die hiervoor talloze archiefbronnen
heeft onderzocht. De Broodgang tussen de Stoofstraat en
de Vest wordt daar inderdaad in genoemd, door haar
gevonden in het Dordtse adresboek 1854 maar geeft aan
geen verklaring voor de naam te hebben. Welnu, dat raadsel
is hiermee opgelost want er werd brood gebakken!
Notities:
(1) RAD 9.1645.57vs
(2) RAD 9.1673.148, 148vs
Op zondagmorgen de zevende van die maand om 5 uur ’s kruidenier Dirk Zeeman en mandenmaker Anthony van Trigt,
ochtends beviel zij onverwachts van een prematuur, een beide de inwoners van Dordrecht.
zesmaands kindje, dat een uur later overleed. De volgende
dag, om half drie 's middags, overleed ook kraamvrouw Ik stel me zo voor dat na acht februari het weer nog enkele
Marion. Kennelijk was een en ander voor schipper Houba weken eentonig koud en grijs is geweest. De schipper moet
reden om het gebeurde met getuigen op 23 februari 1717 te nog minstens twee weken eenzaam kleumend in zijn
laten beschrijven bij notaris Petrus van Son.⁽¹⁾ schuitje hebben doorgebracht. Schipper Houba zal hebben
beseft dat er bij zijn thuiskomst in Nijmegen het een en
Die getuigen waren vroedvrouw Catharina van Velsen, de ander viel uit te leggen aan de magistraten en aan de familie
vrouw van Adolph Santman; Jenneken Jacqué, de van zijn overleden vrouw. Vergeet niet dat men destijds
achtenzestig jaar oude weduwe van Arnold Pirosse, weinig mogelijkheden om nabestaanden snel op de hoogte
koopvrouw op de Maas en Catharina van Dorsten, een te stellen. Het laten beschrijven van het gebeurde op zeven
veertigjarige ongehuwde bewoonster van een pand aan de en acht februari zal nodig zijn geweest om het verhaal aan
Wolwevershaven. Bij de notarisakte tekenden als getuigen de familie van zijn vrouw te vertellen.
Notities:
(1) RAD 20.469.27-28
Personeel in de tuin van het Krankzinnigengesticht op de Lindengracht. Op de voorgrond een vogelkooi. Bij originele foto: Tuin voor de Heeren
der 1e en 2e klasse, 1882 (RAD 552_324373)
Frans Greenwood ging in ondertrouw op 30 mei 1706, Frans Greenwood werd geboren in een koopmansgezin in
huwelijk op 14 juni 1706 in de Gasthuyskerck te Delft met Rotterdam. Over de jeugd en opleiding van Frans
Maria van den Holaert (Delft 23 december 1683 - begraven Greenwood is niets met zekerheid bekend. Hij bezocht een
te Rotterdam 14 december 1711). Zij was een dochter van of meer ons onbekende scholen, deels met zijn levenslange
Cornelis Willemsz van den Holaert, (overleden Delft 15 vriend mr. Cornelis Boon (Rotterdam 18 juni 1680-1750),
februari 1720), eigenaar van pottenbakkerij ‘De Twee baljuw van Heenvliet die de titel ‘Heer van Engelant’ (een
Wildemannen’ in Delft en van Quirina of Krijntje van Kuyck polder bij Heenvliet op het eiland Putten) zou erven. Met
of Cuijck (Delft 18 oktober 1657 - begraven Nieuwe Kerk hem deelde Frans zijn belangstelling voor poëzie. Beide
Delft 13 oktober 1716). Uit het huwelijk van Frans en Maria mannen verwierven met de publicatie van hun poëzie enige
werden twee kinderen geboren: Anna (gedoopt Rotterdam bekendheid. Boon volgde een universitaire opleiding, maar
8 maart 1707-begraven in de Nieuwkerk te Dordrecht 16 mei uit de sociale contacten die Frans onderhield, uit zijn arbeid,
1794) en Cornelis, ook wel Kornelis (gedoopt Rotterdam 4 brieven en gedichten kunnen we afleiden dat ook Frans een
september 1708 - Suriname 3 april 1736). goede opvoeding en opleiding moet hebben genoten. In 1702
trad hij toe tot de schutterij van Rotterdam waar hij de rang
Frans Greenwood was koopman en belastingambtenaar. van vaandrig bereikte. Hij bleef tot aan zijn huwelijk aan de
Daarnaast was hij schilder, dichter, maar vooral glasgraveur. schutterij verbonden.
Hij had belangstelling voor literatuur, muziek en Frans Greenwood en Maria van den Holaert traden in 1706 in
schilderkunst. Greenwood bezat een aanzienlijke het huwelijk. De kosten bedroegen 15 gulden, hetgeen wijst
bibliotheek zoals blijkt uit het werk van vriend en dichter op een zekere welstand. Een half jaar later, op 9 januari 1707,
Jacob Zeeus (1686-1718). Greenwood ontwikkelde een lieten zij hun testament op de langstlevende opmaken bij de
nieuwe techniek voor het graveren van glas, de Rotterdamse notaris Gerard Blockerus. Het echtpaar ging
‘stippeltechniek’. Die maakte hem internationaal bekend. De wonen aan de Nieuwe Haven even ten Noordwesten van het
met de diamantstift op het glas aangebrachte stippen van Haringvliet in het oude havengebied van Rotterdam. Hier
verschillende grootte en diepte maakte voorstellingen werden hun twee kinderen Anna en Cornelis geboren.
mogelijk met veel meer contrast, nuances, levendigheid en Binnen enkele jaren overleed Maria en Frans bleef met twee
dieptewerking dan de bekende lineaire graveertechniek. De kleine kinderen achter. Doordat hij dicht bij zijn ouderlijk
door Greenwood gegraveerde glazen zijn over de hele huis woonde, konden zijn zusters en het huispersoneel
wereld verspreid geraakt en worden zeer gewaardeerd. mede voor de kinderen zorgen. Frans zou niet hertrouwen.
Van november 1717 tot maart 1719 was hij regent van het
Lakenkopersgilde in Rotterdam. Het jaar 1720 was
commercieel gezien een ramp. De oorzaak lag vooral in de
financiële crisis op de geldmarkt in Europa. Die crisis was
een gevolg van een vertrouwenscrisis in het systeem van de
Schotse econoom John Law (1671-1729) die bankbiljetten
wilde invoeren. Frans zag de toekomst somber in. Dit zal de
reden zijn geweest van het staken van al zijn commerciële
activiteiten. Hij vond een betrekking als ‘commies ter
recherche’, een soort belastingambtenaar, bij de
Admiraliteit van de Maas in Rotterdam. Die betrekking
bracht weinig op, tenminste indien de betrokken ambtenaar
onkreukbaar was.
Begin 1726 vestigde Frans zich met Anna (18) en Cornelis (17)
in Dordrecht waar hij tot zijn overlijden in 1763 zou wonen,
In augustus 1704 kwam hij bij zijn vader in de zaak: ‘Francis verzorgd door zijn dochter Anna die evenals zoon Cornelis
Greenwood en Zoon.’ Waarschijnlijk im- en exporteerden zij ongehuwd bleef. Frans Greenwood zette in Dordrecht zijn
allerhande goederen (onder meer zijde) en traden zij op als werk als belastingambtenaar voort, maar de meeste
verzekeringsagent. Vanaf 1707 werkte Frans jongere broer inkomsten ontving Frans na 1731 uit de opbrengst van de
Charles (doop op 10 november 1688-1711) eveneens in het plantage in Suriname. Aanvankelijk woonde het gezin in de
familiebedrijf. Schrijversstraat, maar vanaf 1745 aan het meer aanzienlijke
Steegoversloot.
Vader Francis Greenwood erfde van zijn broer Charles
senior suikerrietplantage ‘Blakkreek’ of ‘Black Creek’ in Stond in zijn Rotterdamse periode de poëzie centraal, na
Suriname. De plantage lag in het noordoosten van Suriname 1726, in zijn Dordtse periode was dat de glasgraveerkunst. In
aan de benedenloop van de rivier de Commewijne. Het was Dordrecht had hij contact met meerdere vooraanstaande
een aanzienlijke en goed renderende onderneming waar kunstenaars. Onder hen bevonden zich zijn leerling,
ongeveer tweehonderd slaven werkten. De plantage zou na glasgraveur Gillis Hendricus Hoolaart (geboren circa 1716,
het overlijden van Francis in 1731, worden geërfd door zijn waarschijnlijk verwant aan zijn vrouw), schilder Adriaan van
zoon Frans. Uit de nalatenschap van zijn broer verwierf der Burg (1693-1733), die Frans schilderles gaf en schilder en
Francis Greenwood eveneens een deel van het buiten kunsthandelaar Aert Schouman (1710-1792), eveneens een
‘Vinckenburg’ even ten zuiden van Wassenaar. Hij wist dit leerling van Van der Burg. Frans schijnt vooral
buiten uiteindelijk geheel te verwerven en woonde er van miniatuurportretten te hebben geschilderd, maar daarvan is
1713 tot aan zijn overlijden in 1731. er geen enkele herkenbare bewaard gebleven. In Dordrecht
Francis noch Frans bezochten ooit zelf hun plantage. De trad Frans toe tot de schilderbroederschap van Sint Lucas,
jongere broer van Frans, Charles Greenwood junior (1688- de voorloper van Pictura.
1711), vertrok naar Suriname om er directeur van deze
plantage te worden. In verband met zijn vertrek trok hij zich Van Schouman kocht Frans een aantal schilderijen en
terug uit de familieonderneming in Rotterdam. Daartoe prenten van verschillende meesters. Greenwood
tekenden François en zijn zoons Frans en Charles een onderwees Schouman in de nieuwe en moeilijke
contract dat onder meer stipuleerde dat Charles leiding zou glasgraveertechniek. De stippelgravure is een vrijwel alleen
gaan geven aan de plantage. Het schip waarmee Charles in de Noordelijke Nederlanden gebruikte techniek, met
naar Suriname reisde, leed echter schipbreuk en Charles, name in Dordrecht en Den Haag. Deze techniek wordt
zijn vrouw Marie Hosteijn (geboren 1685) en hun twee nog beschouwd als een belangrijke Nederlandse bijdrage aan de
zeer jonge kinderen Francis (geboren 1709) en Charles glaskunst. In de achttiende eeuw bereikte deze techniek
(geboren 1710) kwamen daarbij om het leven (1711). een hoog niveau in de handen van Frans Greenwood, David
Wolff (1732-1798) en Aert Schouman (1710-1792).
Frans Greenwood was een graag geziene gast op diners en
feesten van gilden, waterschappen, schutterijen enz. Naast schilderijen verzamelde Frans Greenwood ook
vanwege de bijzonder fraaie broederschapsglazen die hij curiositeiten. Het bekendste curiosum uit zijn collectie was
ongetwijfeld het beulszwaard waarmee Johan van De plantage in Suriname bleef een goede bron van
Oldenbarnevelt op 13 mei 1619 zou zijn onthoofd. inkomsten, maar enige tijd na het overlijden van zijn vader
Greenwood schreef er een gedicht over. Dit zwaard is thans verkocht Frans de plantage in 1738 voor 27.000 gulden. Zijn
in het bezit van het Rijksmuseum in Amsterdam. Frans zoon functie bij de belastingen heeft hij formeel tot maart 1757
Cornelis nam les bij kunstschilder Adriaan van der Burg en behouden, hoewel hij toen wellicht niet meer actief was. Op
trachtte met tekenen en schilderen de kost te verdienen. zaterdag 29 oktober 1763 werd Frans Greenwood in de
Echter, toen een neef hem uitnodigde bedrijfsleider te Grote Kerk te Dordrecht begraven. Voor de stoet waren
worden op een van diens Surinaamse plantages, maakte drie extra koetsen besteld. De doodsklok werd ’s morgens
Cornelis op 13 juli 1735 samen met zijn zuster Anna zijn een half uur en ’s middags een uur lang geluid.
testament op en vertrok naar Suriname. Kort na aankomst
daar werd hij getroffen door ‘hete koorts’ (malaria) en
overleed op 3 april 1736. Waarschijnlijk werd hij begraven in
de ‘Oude Oranjetuin’ in Paramaribo, waar sedert 1685
Europeanen werden begraven.
4. Buenos Aires, Argentinië Zelfs worden de winkels, waaronder zeer aanzienlijke, eerst
Op 14 december 1824 ‘ging ik ’s morgens met een boot naar ’s avonds geopend en geheel verlicht. Na een wandeling
de wal. Daar gekomen zijnde, liet ik mij naar een logement gedaan te hebben, gebruikt iedereen het bad in de rivier. Ik
brengen om te dineren en de nacht door te brengen. Men zag op deze avond ongeveer drie à vierhonderd mensen
bracht mij in een logement op de Plaza del Mayo bij de heer baden, de meesten vrouwen. Allen kleedden zich aan het
Faienos, waar ik een kamer nam en aan de publieke tafel strand geheel uit en liepen spelend de rivier in. De vrouwen
zeer goed dineerde. Aan tafel vond ik een gezelschap van hielden enkel een rokje aan dat van de heup tot aan de knie
ongeveer achttien personen van verschillende naties, waar afhangt. Omtrent elf uur kon men de hele stoet in de stad
de Engelse taal het meest werd gehoord.’ Het plein is ontmoeten, waar men de winkels in en uit drentelde.’
genoemd naar de Mei-revolutie van 1810. Een wonderlijke ervaring voor Jacob die hij niet kende van
De stad ‘is zeer ruim en geregeld gebouwd met zeer grote zijn eigen stad aan de rivier, net als het doorgeven van een
pleinen waaronder de Plaza de Victoria met een zuil pijp waaruit men een paar teugen van een gekruide, zoete
opgericht ter ere van de republiek en vrijheid’. De beide thee nam die maté wordt genoemd, de nationale drank van
pleinen zijn nu samengevoegd tot een grote. De avond Argentinië.
maakte op onze Dordtenaar de grootste indruk: ‘De 23e ging ik ’s avonds andermaal aan wal. Halverwege
‘De Almeida, aan de oever van de rivier, wordt alleen ’s werden wij door een pampero overvallen, vergezeld van
avonds na zonsondergang bezocht zodat men overdag zware donders en regen. De [polaire] wind bracht zoveel
volstrekt geen mensen op straat ziet. zand van het land mee, dat wij de stad uit het zicht verloren.
De wind nog heviger wordende, waren wij genoodzaakt
verscheidene goederen overboord te werpen. Eindelijk
werd het na drie kwartiers uurs weer rustig en wij bereikten,
na drie uren op het water geweest te zijn, de wal.’ Deze keer
ging het Jacob om de handel in ogenschouw te nemen, ‘die
hier zeer levendig is’. Tenslotte was dit het doel van de reis.
‘De artikelen die meest ingevoerd worden, hangen af van de
smaak en beloften van de inwoners, welke de ondernemen-
de koopman spoedig ontdekt en daarmede zijn voordeel
doet. De uitvoer bestaat uit buffel-, koeien- en paarden-
huiden, vellen van verschillende wilde dieren, wol, paarden-
haar, ossenvlees, talk, goud en zilver.’
Vervolgens laat Jacob een berekening los op het aantal
inwoners in het gebied: 750.000 zielen.
Op het Plaza del Mayo (schilderij, maker onbekend)
‘Op deze stad wordt zeer sterk gehandeld en vooral door de Hoe was de politieke situatie op dat moment? Nadat
Noord-Amerikanen. De gouverneur van Valparaiso Napoleon Spanje had veroverd, benoemde hij zijn broer
verzekerde de commandanten van beide schepen, dat de Jozef Bonaparte tot koning, en dat werd die dus ook van de
Nederlandse koopvaardijschepen dezelfde voorrechten Spaanse koloniën. Een van de mannen die deel uitmaakten
zouden genieten als de schepen van andere natiën.’ Dat van de entourage van Napoleon was Simon Bolivar. In 1807
beloofde hij in een schrijven aan onze regering, dat hij aan was die uit Spanje naar zijn geboorteland Venezuela
de commandanten meegaf. Opmerkelijk is nog de teruggekeerd en had zich aangesloten bij de opstand tegen
opmerking van Jacob dat hij ook kleine schepen zag die de de Spanjaarden. In 1813 riep hij de republiek uit. Colombia,
tocht rond Kaap Hoorn hadden gemaakt, waarvan één van Panama, Ecuador en Bolivia (naar hem vernoemd) volgden.
slechts twintig ton. In de twintiger jaren zette Bolivar zijn zinnen op het
Jacob, als goed opgevoede Dordtenaar, maakt er geen verjagen van de Spanjaarden uit Peru. Daar werd hij in 1824
woord aan vuil, maar Pieter Troost van de Reigersbergen president en had zowel de politieke als de militaire leiding.
beschrijft dat er iedere avond ‘open schuitjes in de baai bij Maar één bolwerk was nog in Spaanse handen: het fort van
goed weder roeien, waarin even dartele als geriefelijke Callao. ‘Het beleg van Callao had reeds omtrent zes
meisjes en vrouwen, die volstrekt geen gevoel van maanden geduurd zonder dat de insurgenten [opstande-
schaamte of schande vertoonden’. De bemanning lingen] nog vorderingen van belang maakten. De vesting
vermaakte zich er kostelijk mee, blijkbaar hadden zij weinig werd verdedigd door generaal Rodsil, die zich met
moeite met het ‘zedeloze’ gedrag. De mare van de willige tweeduizend man daar had opgesloten en zich uitmuntend
vrouwen in de tropen was voor veel jonge mannen een verdedigde (het kan nog zes à zeven maanden verdedigd
goede reden om scheep te gaan om dat met eigen ogen te worden voor er tekorten komen). Gedurende ons verblijf in
aanschouwen. de baai waren er dagelijks gevechten, welke dikwijls vrij
Na drie weken in de baai van Valparaiso te hebben gelegen, hevig waren. Wij konden het vuur duidelijk onderscheiden en
werd op 21 maart het anker gelicht en zeilden de schepen de verschillende kleuren van de vlaggen zien. Op een van de
‘met een frisse koelte’ naar zee. De Steenbokskeerkring slagvelden lagen ongeveer tweehonderd lijken, zodat men
werd in de avond van de 25e gepasseerd. ‘Op de 26e voelden verscheidene geraamten nog in hun kleren vindt liggen.’
wij ’s morgens rond acht uur een zware schok in het schip, De leiding van de Pollux en
welke werd gevolgd door een hevige trilling, welke vier à vijf Reigersbergen hadden wel
minuten duurde, de oorzaak hiervan is waarschijnlijk een door, dat de Spaanse
aardbeving geweest. Op de Maria Reigersbergen was overheersing ook hier
hetzelfde gevoeld geworden.’ De verdere reis verliep zonder voorbij was. En dus was de
wederwaardigheden. tijd gekomen om met de
invloedrijke Simon Bolivar
7. Lima, Peru over handel te praten.
Lima zelf ligt 10 km in het binnenland en haar haven is Vandaar dat volgens Pieter
Callao, tevens een vesting. ‘Doch sedert deze vesting door Troost, ‘drie van onze
generaal [Simon] Bolivar belegerd en door de Chileense officieren zich naar het
admiraal Blanco geblokkeerd was, is deze baai verplaatst hoofdkwartier begaven om
[sic].’ Vandaar dat de beide schepen de iets zuidelijker hun opwachting te maken en
gelegen baai van Corillo als ankerplaats opzochten. werden met de meeste Simon Bolivar (afb.: internet)
Het eiland met het gevaarlijk uitstekende rif. In het midden meren de twee sloepen aan en komen eilandbewoners aangelopen (afb.: Q.R.M. Ver
Huell, steendruk door Desguerrois & Co, 1829)
Zicht op het eiland vanaf de Pollux (afb.: Q.R.M. Ver Huell, steendruk door Desguerrois & Co, 1829)
zoals ’s morgens en onder zoals ’s middags) aangegeven, veel aandacht aan. De naam Nederlandsch Eiland is al lang
evenals de routes die de sloepen zowel heen als terug verleden tijd. De wereld kent het eiland nu als Nui, deel van
voeren. de archipel Tuvalu⁽¹⁾ . Toch houdt de Nederlandse
bemoeienis met Tuvalu stand, want in 2011 was Foppe de
Hoe groot de wereld in 1825 was, blijkt uit het feit dat de Haan onbezoldigd trainer van het nationale voetbalelftal.
kranten in Nederland pas acht maanden later melding
maakten van de ontdekking van dit eiland. De volgende dag, 15 juni 1825, gingen de schepen onder zeil,
Deze ontdekking was zeker een van de hoogtepunten van de wendden de boeg naar het westen en voeren verder over de
reis voor Jacob en hij besteedde er in zijn aantekeningen Stille Oceaan.
Wordt vervolgd!
Dordrecht Monumenteel|Dordts Geboren #79, juli 2021
Correctie: op p. 42 in het eerste deel van dit verslag in Dordrecht Monumenteel | Dordts Geboren nr. 77 staat
bij de afbeelding 'Aantekeningen' een foutief onderschrift. Dit had namelijk betrekking op de afbeelding van de
titelpagina van het verslag, welke als opening van het artikel op p. 40 is gebruikt.
Notitie:
(1) Jean M.A. van Wageningen, ‘“Tuvalu verdwijnt!”’ in: Tijdschrift Oud-
Dordrecht, 2007 nr. 1
Notitie:
(1) RAD 10.33.50
(2) RAD 9.1650.188
Deze stations zijn totaal vergeten. Waar lagen ze precies? De locatie van station Dubbeldam is aan de zuidelijke kant
Victor Lansink, specialist beeldmateriaal van het Utrechts van de spoorlijn, aan de Crayensteynstraat, bij de
Archief, wist de locaties te melden. Station Dubbeldam lag spoorwegovergang naar de Reeweg Oost. Let op: het
bij de spoorwegovergang aan de Reeweg Oost en station ’t noorden bevindt zich onderaan de tekening.
Visschertje bij de niet meer bestaande overweg op de
Noordendijk. Op onderstaande tekeningen zijn de situaties
te zien van de wachtposten 80 (Dubbeldam) en 79 (’t
Visschertje).
Situatie van het station Dubbeldam met wachtpost nr. 80 in 1885 Halte 80 Dubbeldam in 1935 (foto: Regionaal Archief Dordrecht)
(afbeelding: Het Utrechts Archief)
Halte Willemsdorp
Over een derde station, Halte Willemsdorp, schrijft Cees
Esseboom in tijdschrift Oud-Dordrecht van 2003 (nr. 3) een
interessant artikel. Het Utrechts Archief bericht hier nu
over dat dit een station was en geen wachtpost.
Tegenwoordig noemt de NS zo’n station een stopplaats.
Volgens de NS-Klapper Willemsdorp I is dit station voor
personenvervoer in gebruik geweest van 1872 tot 1934. Het
is in gebruik genomen op 1 juli 1872. Op 1 januari 1883 wordt
er een telegraafkantoor voor particuliere telegrammen aan
toegevoegd. Op 15 mei 1934 wordt het station opgeheven.
Het bevond zich op het zuidelijke puntje van de huidige
Beerpolderweg, zie hiernaast de luchtfoto uit 1936.
Koningin Wilhelmina heeft het in 1934 voor reizigers
opgeheven station Willemsdorp nog even benut. Op 12
december 1936, tijdens haar reis naar Dordrecht, stopte zij
daar voor de opening van de verkeersbrug over de Moerdijk.
Eigenlijk verdient het plaatjesboek als dat gebeurt in de vorm van een
zonder plaatjes (want die moet de lezer gedeeltelijk door gemeenschapsgeld
zelf sparen) dat een paar dagen geleden gesponsord niemendalletje waarin
in mijn brievenbus rolde geen enkele nogal wat onzin over de geschiedenis
aandacht, ware het niet dat de van de stad staat. Platitudes en
gemeente Dordrecht er veertigduizend bombastische pocherij rijgen zich
euro in heeft gestoken, in het kader van aaneen, waardoor de indruk wordt
de viering van '800 jaar' Dordrecht. Er is gewekt dat Dordrecht zich nogal als
niets mis met aandacht vragen voor de een opscheppertje manifesteert.
rijke geschiedenis van Dordt, maar wel
Bestel de canon
Notitie:
(1) Ontleend aan de Histoblog van Kees Klok 12-1-2021
https://keesklokhistoblog.blogspot.com/
´s Middags zag ze Marrij in het logement zitten op de De “slaapvrouw” Anne den Diender, waarschijnlijk de vrouw
schoot van een schipper uit Gouda. Naar de van de logementhouder, verklaarde later dat Marrij
logementhouder wist te vertellen was dat een getrouwd probeerde “van haar huyse een hoer-huijs te maken.”
man. Ze zoenden elkaar. Het paar wandelde om vijf uur die
middag de Riedijkspoort uit naar het schip van de schipper. Marrij veranderde haar stijl van leven niet. Een volgende dag
zat Marrij weer bij een andere man op schoot, dronk samen
Lijsbet, een ander dienstmeisje van het logement, kreeg van met de nieuwe klant jenever en zong liedjes. Dat kon zo niet
de logementhouder om half tien ´s avonds opdracht om te doorgaan, want het was verboden een bordeel te houden
gaan zien waar Marrij zo lang bleef. Marrij moest immers binnen de stadsmuren. Wanneer dat zou worden ontdekt
werken in het logement. Lijsbet liep naar het schip en keek dan zou Daniel Koene zijn logement moeten sluiten. De
door de patrijspoortjes. Ze zag dat Marrij en de schipper in logementeigenaar wilde een klacht indienen bij het Gerecht
elkaars armen te kooi lagen in het vooronder. Lijsbet klopte van Dordrecht, en had daarbij ter onderbouwing de
aan, en sommeerde Marrij dat ze moest komen werken. beëdigde verklaring van Cataryn nodig.⁽¹⁾
Notities:
(1) RAD 20.468 akte 1, fol. 1-3
www.historischeverhalen.nl
Dordrecht, 19 november 1813 kleine Petronella was nog maar twee maanden oud en
Cornelis’ huisje schuin onder de poort was klein en tochtig
Voorzichtig zette Cornelis Lawende de zware kist op de en iets beters zat er met zijn karige roeiersloon niet in.
grond en blies in zijn koude handen. Gelukkig was het niet Gelukkig groeide zijn dochtertje als kool en dat gold ook
ver meer naar de Riedijk, want de randen van de kist sneden voor de driejarige Jacob, die al een hele knul werd.
diep in zijn bevroren vingers. Hij had geluk gehad, toen hij Waarschijnlijk zou zijn vader niet erg blij zijn met de
daarstraks langs de deftige huizen in de Schoolstraat liep, mattenklopper. Clara kennende, zou ze hem er vast en zeker
werd er net een krat met overtollig huisraad op de stoep mee aan het werk zetten, iets waar Jacob senior een
gezet: een mattenklopper, een ijzeren kookpan en een paar broertje dood aan had, maar wat wel nodig was, want Clara
dekens. Zomaar voor het oprapen. Hij had geen moment had de bevalling maar net overleefd. Gelukkig ging het de
getwijfeld en het krat meegenomen. Het kwam uit het huis laatste weken al beter.
van een van de Franse hoge ambtenaren die waarschijnlijk Zodra Cornelis met zijn rug de deur van zijn huis
nog snel met zijn gezin het eiland probeerde te verlaten. Op openduwde en zich omdraaide, zag hij Clara en zijn vader
de vlucht voor de vijand, want vanuit alle kanten waren er met norse gezichten aan tafel zitten. Zo te zien hadden ze
Engelse en Pruisische bevrijdingstroepen onderweg. In het weer eens ruzie en zaten ze op hem te wachten om het liefst
roeiershonk van de Nationale Garde had Cornelis beiden als eersten hun verhaal uit de doeken te kunnen
opgevangen dat zelfs in de Municipale Raad onlangs was doen, terwijl die verhalen tot zijn grote frustratie nooit
stilgestaan bij het bericht dat de onoverwinnelijk geachte elkaars spiegelbeeld waren. Hij hield van de directheid en
Napoleon de veldslag bij Leipzig had verloren, iets wat daadkracht van Clara, maar zijn vader vond haar maar een
voorheen in dit Fransgezinde gezelschap ondenkbaar was. kenau en kon het moeilijk verkroppen als Cornelis partij
Sinds gisteren was daar het nieuws bijgekomen dat ook de trok voor zijn vrouw. Maar hoezeer hij ook op zijn vader
gehate Franse prefect De Strassart vanuit Den Haag naar gesteld was, meestal had Clara gewoon gelijk.
Gorcum was gevlucht. Nee, het zag er niet best uit voor de ‘Wat is hier aan de hand?’
Fransen, dus Cornelis begreep wel dat de Franse burgerij ‘Je vader wil niet meedoen aan de inzameling voor de
zich allerijl uit de voeten maakte. Gelukkig konden ze niet Franse retributie, maar de wijkmeester heeft ons gemaand
alles meenemen. Hij pakte het krat weer op en dacht aan het dat iedereen een bijdrage moet leveren. Volgens hem dreigt
blije gezicht van Clara als ze straks de spullen van hem zou de Franse commandant met plundering en zelfs met een
aanpakken. Een extra kookpot kwam in zijn huishouden beschieting. Over drie dagen wordt alles opgehaald. We
altijd van pas en ook de dekens waren meer dan welkom. De moeten een pond meel en een kruik jenever inleveren. Het
toe overstemd door het gesuis van de raketten die over hun Korte tijd later liep Cornelis Lawende achter Beelaerts aan,
hoofden heen naar Dordt vlogen. Toch bleef Hartman de gelagkamer van de herberg op de Veerdam in. Vanuit het
stoïcijns doortrommelen, terwijl de knetterende raam kon hij de Riedijkse poort net onderscheiden.
luchtsporen fel afstaken tegen de nachtzwarte hemel die in Kennelijk was ook daar een raket neergekomen, want hij zag
de verte langzaam lichter werd. De winter was vroeg dit in het ochtendgloren naast de molen een smalle rookkolom
jaar, maar de inwoners van Dordt hadden andere dingen aan opstijgen. Zijn gedachten flitsen naar Clara en de kinderen.
hun hoofd. Voor Cornelis voelde het alsof de tijd wraak nam Hopelijk konden de brandwachten het vuur op tijd doven.
door de inwoners van de stad moedwillig een tijdlang Een stem onderbrak zijn gedachten.
tussen hoop en vrees heen en weer te slingeren. De ene dag ‘Commandant Beelaerts, wat kan ik voor u doen?’ De stem
leek het alsof het land zich na achttien jaar voorgoed kon behoorde toe aan een klein schriel mannetje dat zijn geringe
ontdoen van het Franse juk, de dag erop leken de Fransen lengte compenseerde met een onaangenaam schelle en
geenszins van plan om zich zomaar gewonnen te geven. luide stem. Hij werd op zijn hielen gevolgd door directeur
Verbijsterd volgden de Beelaerts een van de Franse Clerget in zijn gehate groene douane-uniform.
raketten in zijn vurige baan naar de overzijde. Toen het ‘Monsieur Gipreau.’ In vloeiend Frans werkte Beelaerts de
projectiel vlak achter het Groothoofd neerkwam, kon hij inleidende formaliteiten af om zich vervolgens te beklagen
zich niet meer inhouden. Woedend sprong hij op: ‘Lafaards! over de raketbeschieting en de schending van de regels van
Zulke zware munitie afvuren zonder onderhandelingen, dat ordentelijke oorlogsvoering. Het was ook voor Cornelis
is een flagrante schending van het oorlogsrecht!’ overduidelijk dat de Franse ambtenaren daar heel anders
Plots hoorde Cornelis een hard gesis. Hij schreeuwde en dook over dachten. Met veel bombarie stelde Gipreau vast dat de
in een reflex opzij. Ook Beelaerts kon nog net op tijd stad zich oproerig gedroeg. Er waren Hollandse vlaggen
wegduiken voor de te vroeg gedoofde raket, die gelukkig vlak gesignaleerd en pamfletten met opruiende teksten.
voor de hoogaars met een spoor van bellen in de diepte Daarmee was de raketaanval gerechtvaardigd en zou
verdween. De commandant viel pardoes tegen bakker Van worden voortgezet als de Franse eisen niet werden
Guijlik aan, die de afgelopen nacht de wacht had gehouden bij
de Riedijkse poort. Toen in alle vroegte een groepje Fransen
voor zijn neus was opgedoken, had hij meteen alarm willen
slaan, maar voor hij het wist losten de Fransen twee schoten in
de lucht. Kennelijk was dat een signaal voor hun kornuiten op
de Papendrechtse oever, want korte tijd later zocht de eerste
raket zoevend zijn weg naar de overkant. Terwijl de leden van
het inderhaast opgetrommelde tussenbestuur bakkeleiden
over wat er moest gebeuren, was volgens Van Guijlik een van
de raketten tussen de barakken achter de Lijnbaan geland.
Onder de buurtbewoners was paniek uitgebroken. Jan
Schouten had terstond een schuit ter beschikking gesteld om
met de Fransen te gaan onderhandelen en Cornelis was als een
haas naar het roeiershonk gesneld om zijn diensten aan te
bieden. Beelaerts had het Franse raketvuur het liefst met
gelijke munt terugbetaald, maar de munitie op het eiland was
schaars, zodat er niets anders op zat om de Franse onverlaten
pratend tot een staakt-het-vuren te bewegen. Helaas.
Als Nederland na het vertrek van Koning Lodewijk in november de Pruisische troepen bij Krimpen
1810 weer bij Frankrijk wordt ingelijfd, zitten Dordrecht rechtsomkeert maken, slaat de vlam opnieuw in de pan
en omgeving in een negatieve spiraal. Meer en meer en komt Dordrecht voor de tweede maal onder vuur te
wordt de Franse aanwezigheid als een bezetting liggen. Pas als de laatste kanonneerboot met de moed
beleefd en als Napoleon in oktober 1813 in de slag bij der wanhoop een laatste salvo geeft, keren de kansen
Leipzig definitief wordt verslagen en naar Elba wordt voor Dordrecht. De licht beschonken Lawende besluit
verbannen, zwelt de anti-Franse stemming snel aan. om de geschiedenis van zijn stad een zetje in de goede
Diverse bestuurders werken in stilte aan een richting te geven, maar dat lukt hem alleen dankzij zijn
machtsovername door Willem van Oranje die op dat daadkrachtige vrouw Clara, die hem te hulp schiet bij
moment nog in Engeland zit, maar vanaf half november het beklimmen van de Riedijkspoort. Samen hijsen ze
worden in de regio her en der Oranjevlaggen gehesen de vlag met de Dordtse stedenmaagd die de Fransen
en breken op diverse plekken opstootjes uit tegen de de stuipen op het lijf zal jagen, maar helaas zal haar rol
Franse bezetter. Het wordt de Franse ambtenaren in in dit geheel de geschiedenisboeken nooit bereiken. De
Dordt te heet onder de voeten en ze beginnen met hun Fransen trekken zich terug in Gorcum en doen nog een
gezinnen de stad te verlaten. Eind november ontbrandt tegenaanval, maar een laatste poging van de Fransen
de strijd om de macht echt en wordt de stad tot om de stad in te nemen wordt op 30 november
tweemaal toe met mortieren beschoten. voorkomen. Waar Dordrecht aan ontsnapt is, blijkt pas
achteraf uit de gebeurtenissen in Woerden, waar op
We stappen dit keer in de schuit van Cornelis Lawende. diezelfde 24 november de Fransen uit wraak de stad
Hij is roeier bij de Nationale Garde en wordt in deze plunderen en een gruwelijke slachtpartij aanrichten
beslissende week in 1813 heen en weer geslingerd onder de burgerij. De historische gebeurtenissen in de
tussen hoop op een vrije toekomst voor zijn jonge gezin winter van 1813 luiden het einde van de Franse tijd in en
en zijn vrees voor de raketten die de Fransen op de stad gaan vooraf aan de geboorte van Nederland als
afvuren. Een vergelding voor hun weigering om voor de koninkrijk onder Willem I van Oranje. Maar de
Franse bezetter een grote hoeveelheid geld, voedsel en economische malaise is nog lang niet voorbij. Pas in mei
jenever in te zamelen. Als in november het gerucht gaat 1814 verlaten de laatste Fransen het land en in 1815
dat de geallieerden komen, trekken de Franse soldaten wordt het Koninkrijk der Nederlanden erkend door de
zich terug in het strategisch gelegen Gorcum en Europese mogendheden.
wachten daar hun kansen op herovering van Dordt af.
Die kans komt, maar verdwijnt ook weer als Voor meer informatie over de beschietingen op
overmoedige Dordtenaren een kruitschip Dordrecht in 1813 is het boekje Bombardement van
overmeesteren dat onderweg is naar Gorcum. Het doet Dordrecht in het Jaar 1813 van de Leendert van der Es
de Fransen besluiten dat zwaarder geschut nodig is en van de Gemeentelijke Archiefdienst uit 1985 een
op 22 november wordt Dordrecht voor het eerst vanuit aanrader, evenals het venster De Franse Tijd uit de
Papendrecht beschoten. Het tijdelijke stadsbestuur Canon van Dordrecht. Ook onderstaande websites
beseft dat verzet zal uitlopen op een bloedbad en geven een aardig beeld van die tijd:
stemt onder dwang alsnog in met de absurd hoge eisen. https://www.dagvantoen.nl/dordrecht-weer-vrij-na-
Daarna volgen de ontwikkelingen elkaar in hoog tempo jarenlangse-franse-overheersing/
op. De geruchtenmachine vervormt geruchten tot http://www.vergetenverhalen.nl/2015/09/16/de-oude-
waarheden en andersom, zodat uiteindelijk niemand tijden-komen-wederom/
meer weet hoe de stad er echt voor staat. Als op 24
De Canon van de Zwijndrechtse Waard wordt mede mogelijk gemaakt door de Stichting Maatschappelijke
Betrokkenheid Zwijndrechtse Waard (Stichting MBZ). Stichting MBZ ondersteunt verenigingen en stichtingen die
sociale en culturele activiteiten organiseren, met name voor jongeren, in de Zwijndrechtse Waard. Maar ook voor
jongerenprojecten elders, als de organisatoren van het desbetreffende project maar in de Zwijndrechtse Waard
wonen. Dit is mogelijk door donaties en giften van bedrijven die een groot hart hebben voor de sociale en culturele
samenleving. Meer informatie over de Stichting MBZ vindt u op
www.stichtingmbz.nl
Gisterenavond omstreeks 8 uur trok een troep van een langen tijd van het voorvallende onkundig, totdat zij
honderdtal brooddronken personen, meerendeels losse eindelijk door eenige bewoners van de Nieuwehaven
sjouwers, zingende langs de Voorstraat alhier naar den gewaarschuwd werd. Onbegrijpelijk komt het ons voor
Riedijk, waar eenige herbergen werden bezocht, van dat ingezetenen, die aan het telefoonnet zijn
waar zij zich kort daarop, gevolgd door eene menigte aangesloten en het opstootje reeds in zijn aanvang
kwajongens, verwijderden. zagen, haar niet terstond daarvan in kennis hebben
Weer zingende en joelende trok de massa langs de gesteld; misschien ware dan veel voorkomen.
Voorstraat de Nieuwbrug op, waar bijna huis aan huis Terstond na de kennisgeving begaf zich de commissaris
ruiten werden ingeslagen of geworpen. Zoo ging het van politie met een zijner inspecteurs en den eenigen
voort de Gravenstraat door, de Aardappelmarkt over aan het bureau aanwezigen agent te midden der woeste
naar de Nieuwehaven, langs de Groote kerk, de massa en wist deze ambtenaar door zijn kalm en
Leuvenbrug over en de Voorstraat op, in alle buurten de waardig gedrag zooveel invloed uit te oefenen, dat geen
glasruiten, waaronder verscheidene kostbare verdere vernielingen voorvielen. Eenige burgers die den
spiegelruiten, vernielende. commissaris afraadden zich met zoo weinig hulp te
Zelfs werd gezien, dat een uit de woeste menigte voor midden der massa te begeven, stelden zich ter zijner
dat doel een hamer bezigde, terwijl anderen doeken om beschikking, toen zij inzagen dat hij dien raad niet kon
de vuisten hadden gewonden, ten einde zich niet te opvolgen.
verwonden. Gelukkig voor de geregtelijke instructie Wel trok de troep zingende door de Spuistraat en de
heeft dat echter niet geholpen, althans aan buitenwijken, waar de menigte zich verspreidde. Voor
verschillende ruiten werden sporen van bloed gevonden. zoover te zien telden we heden nacht ver over de 100
Eenige knapen maakten zich verdienstelijk door de groote en kleine ruiten, die onder de hand der
bewoners van sommige straten, waarlangs de bende woestelingen waren gevallen.
trok, te waarschuwen, zoodat menigeen zijne woning nog Ten einde verdere onlusten te voorkomen, zijn terstond
kon beschermen. ernstige maatregelen voor heden genomen terwijl de
Daar in de stille buurten geen agenten aanwezig waren burgemeester bij publicatie alle zamenscholingen heeft
(een gevolg van het gering aantal dezer) bleef de politie verboden.
Er was nog geen mobiele eenheid (ME). Een handjevol De schade was behoorlijk, de glaszetters moeten dagen
politiemensen begaf zich in ‘de woeste massa’ en wist te werk hebben gehad. De burgemeester stelde hierna een
bereiken dat de groep zich uiteindelijk verspreidde, waarna samenscholingsverbod in.
de rust terug kwam.
In Willems jeugd werd Develstein de plek waar de literaire, ene Maria Hellinx. Of speelde zijn vermeende biseksualiteit
kunstzinnige en politieke vrienden van zijn vader een rol? ⁽¹⁾
langskwamen, waaronder Jacob Cats, Johan van Beverwijck, Hoe dan ook, in 1652 liet Willems vader Cornelis een nieuw
Aelbert Cuyp en dichteres Margaretha van Godewijck. Maar testament opmaken, waarin hij Willem onterfde. Mogelijk
ook Jacob de Witt, de vader van Johan en Cornelis, was heeft hij zijn testament aangepast opdat het familiebezit
bevriend met zijn vader en kwam er geregeld op visite. niet in handen van de ‘onechte’ tak zou komen. Kasteel
Willem zat samen met de één jaar oudere Cornelis de Witt Develstein vererfde op Willems jongere broer Johan. Maar
op de Latijnse school en was met hem bevriend. hoewel Willem niet de eigenaar was, zou hij van Develstein
toch zijn buitenverblijf maken en verbleef hij er tot zijn dood
Willem van Beveren werd, naast schepen van Dordrecht, zeer regelmatig. Zijn dood zelf is echter nog steeds een
gedeputeerde van de Staten van Holland, baljuw en mysterie.
dijkgraaf van Strijen en Wieldrecht, rentmeester-generaal
van Zuid-Holland en gecommitteerde van de Admiraliteit
van Zeeland. Geen redenen voor een vader om zijn zoon te
onterven, zou je zeggen. Maar dat gebeurde toch.
Ruzie in de familie
Willem had geen warme band met zijn familie. In 1655
schrijft hij zijn vader dat hij bij zijn broeders en zusters
vandaan wil verhuizen, omdat er ‘botsingen’ zijn ontstaan.
Ook schrijft hij over 'onlusten' over de erfenis van zijn
gesneuvelde broer Carel, die in 1653 bij de zeeslag van
Nieuwpoort tegen de Engelsen was omgekomen. Kort
hierop verhuisde hij naar zijn nieuwgebouwde huis Bever-
Schaep aan het Maartensgat. Zijn de familieperikelen te
wijten aan Willems ontrouw aan zijn kersverse vrouw
Cornelia Schaep, met wie hij in 1646 trouwde? Hij werd
tijdens haar zwangerschap in 1647 vader van een zoon bij Het voor Willem van Beveren gebouwde Huis Bever-Schaep
Wachten op de rede van Texel met zowel Engeland als Frankrijk in oorlog was? Een tocht
In het rampjaar 1672 dreigde van drie zijden oorlog en was over de Noordzee met één schip of misschien een klein
Holland wanhopig in overleg met Spanje om het land als konvooi was gevaarlijk. Dat bleek ook wel uit het feit dat de
bondgenoot aan zijn zijde te krijgen. Maar Spanje was hertog van York met een Engels-Franse vloot doende was
verbolgen over het feit dat er geen Hollandse ambassadeur om de Republiek in hun thuishavens te blokkeren en de
aan het hof was. Johan de Witt besloot dat Willem van Noordzee vrij van Nederlandse schepen te houden. Dat ligt
Beveren als Gezant der Algemene Staten moest afreizen dan ook meer voor de hand als reden voor het niet uitvaren
naar Spanje. In januari 1672 lag Willem dan ook op de rede van Willem van Beveren.
van Texel klaar om uit te varen, maar dit zou door ijsgang
worden belet. In mei lag Willems schip daar nog steeds. De Slag bij Solebay
Maar toen, op 31 mei, arriveerde in Dordrecht het bericht
dat Willem plotseling was overleden. Hij was pas 47 jaar
oud. De Dordtse geschiedschrijver Matthijs Balen schreef
hierover:
Gemachtigd als Enyoyé van de Staten Generaal der
Vereenigde Nederlanden, aan de Kroone van Spangien,
hebbende 't Caracter vanhaar Hoog-Mogende, en leggende
Zeyl-reed in Teffel, om aan die Kroone gevoerd te werden,
fterff aldaar opten 31. van Bloey-maand 1672.
Willem van Beveren werd op 2 juni in Dordrecht begraven.
Notities:
(1) Zie het artikel ‘Escapades op de Engelenburgerkade’. Van der Kaa,
tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr. 45, oktober 2012
In de gemeentelijke
prentenverzameling van
Dordrecht bevinden zich vijf
tekeningen in pen, penseel en
potlood gestempeld met ‘R.G.
Pel Rijtuig-fabrikant
Dordrecht’. Het zijn fraaie
ontwerpen van rouwrijtuigen
uit de periode 1860-1870, die
getuigen van de kwaliteiten
van de fabrikant.
Helvoirt Pel
De naam van de schoonvader woog het zwaarst in het
huwelijk van Arnolda en Frans, want toen zij op hun beurt in
1873 een zoontje kregen, vernoemden ze dat niet naar zijn
vader, maar naar haar vader, Richardus Gerardus (Richard).
Daarbij vroegen ze officieel aan dat Richard de dubbele
achternaam ‘Helvoirt Pel’ kreeg – bekrachtigd op 19 maart
Schuin tegenover het spoor verrijzen in het derde kwart van naar eigen keus en smaak inrichten. Aan de achterzijde
de 19e eeuw verschillende villa’s van ongekende werd deze in 1907 uitgebreid met een driekantige erker.
schoonheid, zoals William’s Place, villa Simpang, Hotel
Ponsen, Huize Sint Anna en Villa Ivy Home. De weg waaraan Albers Creameries werd in 1841 als plantenboter- en
deze villa’s worden gebouwd, loopt parallel met de eerste margarinefabriek opgericht. In Dordrecht bevond zich de
en tweede Singel en wordt daarom de Parallelweg hoofdvestiging, daarnaast had men fabrieken in Gemert,
genoemd. Nog tot aan het einde van de 19e eeuw is dit een Den Bosch en België. De fabrikant verkocht de villa op 3
landelijke weg omzoomd door een forse rij bomen. Door februari 1916 aan Pieter Johannes de Kanter. De koopsom
diverse notabelen worden in die periode weilanden bedroeg opnieuw f 36.000.
aangekocht om daar villa’s te bouwen. Daaronder bevindt
zich de kassier Herman Theodoor Hoijer. Pieter Johannes de Kanter (eigenaar
1916-1922)
Herman Theodoor Hoijer (eigenaar De volgende eigenaar was de in 1868 in Gouda geboren
1881-1904) Pieter Johannes de Kanter, zoon van een arts. Hij huwde
Hoijer gaf in 1881 aan de civiel ingenieur P. Evekink opdracht Henrietta Jacoba Johanna Collot d’Escury, dochter van een
tot het ontwerpen van een villa aan de Parallelweg, die toen advocaat.
nog geen Burgemeester de Raadtsingel heette. Hoijer was De Kanter was politiek geëngageerd, actief liberaal,
naast bankier ook gemeenteraadslid. Hij gaf de woning de wethouder van onderwijs, directeur van de
naam Ivy Home. Hoe hij tot deze keuze kwam, is niet bekend. Levensverzekering-Maatschappij Holland en tussen 1909
Nadat zijn vrouw Jacoba Theodora Löhnis in 1884 overleed, en 1922 lid van de Tweede Kamer. Hij speelde een
hertrouwde hij met Martina Geertruida Sara van der Feen, belangrijke rol bij de discussies over de
een letterkundige uit Middelburg die onder het pseudoniem grondwetsherziening van 1917. De naam Ivy Home raakte in
M. van Walcheren romans en novellen schreef. ongebruik en hij noemde de woning Villa Sonnevanck.
In 1891 tekende de architect J.N. Reus voor de eerste
verbouwing. Wellicht was dat het moment waarop tevens Op verzoek van P.J. de Kanter vond in juli 1922 een veiling
een kunstschilder werd uitgenodigd om het pand te plaats. Notaris mr. A. Sigmond beschreef het pand daarbij
verfraaien. We komen later op deze decorateur terug. als volgt:
William Gardiner Anthony Charles Villa genaamd Sonnevanck met erf en tuin aan de Burg. De
Albers (eigenaar 1904-1916) Raadtsingel no. 33 te Dordrecht, kadaster sectie D 3025,
De boterfabrikant Albers kocht de villa Ivij Home in 1904 huis en tuin groot 15 aren 70 ca. Het perceel bevat beneden:
van Hoijer over. De koopsom bedroeg f 36.000 en er was kelder, vestibule, hall, 4 kamers, waarvan twee
sprake van een recht van overpad naar de Singel. Albers gelambriseerd, keuken, achtergang, waarin vaste wastafel
werd geboren in Grave (N.Br.) en was in Helmond gehuwd en 2 w.c., grote tuin, waarin bergplaats voor rijwielen en
met de aldaar wonende Maria van Thiel. Ook hij liet de villa brandstoffen, 1e verdieping: portaal, 4 kamers, badkamer,
w.c. 2e verdieping: 5 kamers, 2 zolders met daarboven Eureka, een naam die de villa nog steeds draagt. Door ziekte
vliering. Het perceel heeft een achteruitgang met recht van van zuster Lemkes was men genoodzaakt om de
uitgang naar de Singel. Voorzien van gas, waterleiding en activiteiten over te dragen aan mevrouw Carbaat-
aanleg voor electrisch licht. Vermeulen, een dame met de nodige ervaring die deskundig
en tactvol met de mensen om kon gaan.
Gebroeders Van de Merwe (eigenaren In 1958 bedroeg het aantal inwoners van rusthuis Eureka 31
1922-1927) bejaarden, vier interne hulpen en de familie van de
De villa werd voor f 30.000 gekocht door de gebroeders directrice. In totaal ging het om 38 volwassenen en twee
Cornelis Pieter, Jan en Pieter van de Merwe, aannemers, die kinderen. Bij controle van de gezondheidsdienst bleek dat
het pand aan de restaurateur A.J. van Heck verhuurden. In de badkamer van het rusthuis een onverzorgde indruk
april 1927 verkochten de gebroeders de villa voor f 27.000 maakte, terwijl ook andere essentiële zaken, zoals de
aan de industrieel Pieter Leendert van de Polder. verlichting, ontoereikend werden bevonden. Een
verbouwing was het gevolg. Het treffen van voorzieningen
Pieter Leendert van de Polder (eigenaar in het rusthuis gaf aanzienlijke moeilijkheden, omdat de
1927-1945) weduwe van de inmiddels overleden Adrianus van ’t Hoff de
Pieter Leendert van de Polder werd in 1870 in Zierikzee villa zonder overleg met de huurder aan N.V. Gebr. Broere te
geboren en was directeur van de gasmeterfabriek. In 1924 Dordrecht verkocht.
werd hij voor zijn verdiensten voorgedragen voor een
Koninklijke onderscheiding en benoemd tot ridder in de N.V. Gebr. Broere (eigenaar 1961-1970)
Orde van Oranje-Nassau. Gebr. Broere werd in november 1923 opgericht door de
Na het overlijden van zijn vrouw ruilde Van de Polder de villa gebroeders Jacobus en Bastiaan Broere en heeft zich in de
in 1945 met de koopman Adrianus van ’t Hoff voor een loop der jaren ontwikkeld tot logistiek dienstverlener voor
herenhuis aan de Vest. Op deze locatie woonde hij in het de chemische industrie. De aan de ’s-Gravendeelsedijk
begin van zijn huwelijk met zijn gezin en hij bewaarde er gevestigde vennootschap had diverse Dordtse panden in
goede herinneringen aan. Aan de villa werd een haar beleggingsportefeuille. Het pand is begin 1961 buiten
verkoopwaarde van f 33.000 toegekend, aan het huis op de de exploitante van het rusthuis mevrouw Carbaat om
Vest f 12.000, zodat Van ’t Hoff bij deze woningruil nog f verkocht aan Broere. Zij was hier zeer ontstemd over,
12.000 diende te betalen. omdat zij het pand liever zelf in eigendom had verworven.
Niet inbegrepen hierbij waren het bad, de geiser, de Een overleg met haar zag de directeur van Broere niet
jaloezieën en de marmeren wastafels, die de verkoper zelf zitten, omdat het pand was aangekocht om er een kantoor
wilde houden. Ongetwijfeld ging het om een losse badkuip voor eigen gebruik in te vestigen en om het terrein te
‘op pootjes’, die kon worden meeverhuisd naar de Vest. benutten voor de vestiging van een tankstation. Derhalve
zouden er ook geen voorzieningen worden getroffen en kon
Adrianus van ’t Hoff (eigenaar 1945- mevrouw Carbaat de huuropzegging op korte termijn
1961) verwachten. Het bleek echter dat Broere de huur de eerste
Het waren de dames Lemkes en Soeters, twee drie jaar niet zomaar kon opzeggen en, omdat de villa
gediplomeerde verpleegsters, die in 1939 op de volgens de brandweer niet aan de veiligheidsnormen als
nabijgelegen Singel 320 een rusthuis begonnen voor tien verzorgings- of verpleegtehuis voldeed, dienden er
bejaarde pensiongasten. Omdat er telkens meer noodzakelijke voorzieningen te worden aangebracht, zoals
aanmeldingen binnenkwamen dan er plaatsen beschikbaar een brandtrap aan de achtergevel. Dat gebeurde uiteindelijk
waren, namen ze in april 1945 hun intrek in de villa, die ze tegelijk met de plaatsing van een grote dakkapel aan de
huurden van Adrianus van ’t Hoff. Zij noemden het rusthuis westzijde van het pand.
Een gezondheidscentrum
We maken een sprong naar het begin van de 21e eeuw. Al
jaren zijn huisartsen in de Dordtse binnenstad op zoek naar
een ruimte voor een gezamenlijke praktijk, waartoe het
artsenechtpaar Ten Sijthof het voortouw neemt. Die ruimte
vinden ze uiteindelijk in de villa. Wat begon als een
voornemen van vier huisartsenpraktijken om samen een
HOED (huisartsen onder één dak) te vormen, is onder de In de jaren twintig van de vorige eeuw heet het pand Villa Sonnevanck
regie van het Parkhuis uitgegroeid tot plan voor een veel (RAD 555_19067)
uitgebreider centrum. Huisartsen, apotheek, tandarts,
fysiotherapeuten en verloskundigen uit de binnenstad zijn
nu onder één dak ondergebracht. Het gezondheidscentrum
werd in 2008 officieel geopend door burgemeester Ronald
Bandell.
Het gebouw heeft hiertoe een enorme renovatie ondergaan.
De Dordtse architect Albert Venema heeft op vaardige
wijze de renovatie gerealiseerd en een nieuwe vleugel
ontworpen. In de wachtruimte van de apotheek, op de
begane grond, bevindt zich een schoorsteenstuk en op de
eerste verdieping een plafondschildering die is gedateerd
op het vierde kwartaal van de 19e eeuw. Het is niet
ondenkbaar dat Herman Theodoor Hoijer, de stichter van de
villa, de opdracht tot realisatie van dit plafond en het
schoorsteenstuk verstrekte aan de decoratieschilder
Willem Adrianus Fabri (1853-1925), een Rotterdamse Deze luchtfoto uit 1923 geeft een fraai beeld van de achterliggende
decoratieschilder van interieurs. In 1898 bracht Fabri samen siertuinen, waarvan sommige met prieel. Rechts zien we hotel Ponsen,
het koetshuis van Van Twist en William’s Place. Aan de linkerzijde villa
met Simon Spaapen wandschilderingen aan in de Eureka, toen nog Sonnevanck geheten, met daarnaast villa Raadthuis.
schouwburg Kunstmin, dus hij was geen onbekende in (RAD 552_320781)
Dordrecht. Midden 2007 kreeg restaurateur Jos Deuss
opdracht om restauratiewerkzaamheden aan het pand uit
te voeren.
Den Helder heeft 462 straatnamen en Dordrecht 1057. Er zit vernoemd zijn, heeft Dordrecht een Lorentzstraat en Den
behoorlijk wat overlap in de straatnamen van deze twee Helder een H.A. Lorentzstraat; die tellen dus niet mee als
steden. Zo hebben ze allebei een Abel Tasmanstraat, een dubbel. En zo tellen ook de Biesboschstraat (Dordrecht) en
Buys Ballotstraat, een Cronjéstraat, een Dommelstraat en de Biesbosstraat (Den Helder), de Borneostraat
een Zanddijk. In totaal hebben ze zo’n 87 straatnamen (Dordrecht) en de Borneolaan (Den Helder) en de
gemeen; dat is voor Den Helder dus 18,8 procent van alle Brouwersdijk (Dordrecht) en de Brouwerstraat (Den Helder)
straatnamen. niet mee. Ondanks dat bezitten de twee plaatsen dus toch
Hoe komen Den Helder en Dordrecht aan zo veel dubbele nog behoorlijk wat straatnamen die precies hetzelfde zijn.
straatnamen? Het helpt enorm dat ze allebei een Tussen de straatnamen die Den Helder en Dordrecht allebei
bloemenbuurt hebben (met onder andere een Anjelierstraat hebben, zitten er een paar die haast uniek zijn. Dat maakt
en een Rozenstraat), een Indische buurt (met bijvoorbeeld het extra bijzonder. De Brikstraat en de Kofstraat liggen
een Javastraat en een Lombokstraat), een buurt met bomen zowel in Den Helder als in Dordrecht, maar ze komen
en heesters (met een Kamperfoeliestraat en daarnaast allebei nog maar in drie andere (verschillende)
Lijsterbesstraat), een rivierenbuurt (met een Maasstraat en plaatsen in Nederland voor. Den Helder en Dordrecht
Merwedestraat), een schepenbuurt (met een Klipperstraat hebben ook allebei de combinatie van een Visstraat en een
en Kotterstraat) en een vogelbuurt (met een Kievitstraat en Vismarkt, en die combinatie komt daarnaast alleen nog in
Reigerstraat). Den Bosch voor.
Maar ook een buurt met ontdekkingsreizigers (Abel Deze informatie is ont-
Tasmanstraat en Jacob van Heemskerckstraat), een buurt leend aan de website
www.overstraatnamen.nl
met wetenschappers (Buys Ballotstraat en Huygensstraat), van René Dings, expert op
een buurt met Zuid-Afrikanen (Cronjéstraat en De la het gebied van staatnamen
Reystraat) en dan ook nog wat algemeen populaire namen, in Nederland en auteur
van het boek ‘Over
zoals de Nieuwstraat, Schoolstraat, Sportlaan en straatnamen met name’.
Molenstraat. Met deze thema's hebben we al een groot deel
van de dubbele namen gehad.
Hierbij is het bijzonder dat beide steden voor deze straten
precies dezelfde achtervoegsels hebben gekozen. Maar dat
gaat ook wel eens fout. In de buurt waar wetenschappers
In de serie Dordtse
hofjes ditmaal op
verzoek aandacht
voor de Herman
Josinahof, een hofje
dat gelegen is tussen
het Kasperspad en
de Van Hoogstraten-
singel.
Herman Josinahof
De naam Herman Josinahof treffen we aan in een schrijven
aan het college van B & W. Tijdens de vergadering van 2
januari 1893 van het college werd een brief van de
rentmeester P.C. Jorissen behandeld. Mede namens andere
bewoners van de Singel verzocht hij de gemeente om een
sloot te dempen die aan hun percelen grensde, aan het
gedeelte van de Singel gelegen tussen de Vrieseweg en de
St. Jorisweg:
De ondergetekenden, allen belendende eigenaren van een
sloot of waterloop, dienende thans tot scheiding van hun
eigendommen lopende vanaf het Kasperspad en
uitkomende aan de Singel tussen de percelen 73 en 75,
hebben de eer het navolgende verzoek tot Uw college te
richten.
Dat aangezien genoemde sloot hoofdzakelijk tot afvoer
van onreinheden wordt gebezigd en mitsdien het water
langs de Singel onzuiver maakt. Dat de uitdampingen dezer
sloot zeer zeker de gezondheid niet zullen bevorderen. Dat
zij daarom aan uw College verzoeken om genoemde sloot Achterzijde van de poort
voor rekening der gemeente te dempen.
Oorlog
De Tweede Wereldoorlog liet zijn sporen in de hof na. Op 24
oktober 1944 werd Dordrecht rond het middaguur
slachtoffer van een zeer zwaar bombardement. Terwijl het
eerste gegil van de sirenes klonk, openden tientallen Duitse
kanonnen een razend afweervuur en bijna gelijktijdig doken
vijf squadrons snelle Typhoons van de RAF boven de stad
op. Doelwit was Park Merwestein. Bommen van 450 kilo
met vertraagde werking vielen van geringe hoogte en direct
daarna volgden projectielen van 250 kilo van hoog uit de
lucht.
Uit de getroffen stad rezen rook en stofwolken op en onder
de puinhopen lagen vele mensen, onder wie onschuldige
kinderen van de Buitenschool aan de Vrieseweg. Daaronder
bevond zich ook een bewoonster van de Herman Josinahof,
Jenneke Loovens–van Meeteren. Zij werd met letsel
opgenomen in het Gast- of Ziekenhuis. Haar man Johannes
Bastiaan Loovens overleed op 4 december 1944.
Arie Fransz. Brand Nagenoeg zijn hele leven woonde deze scheepmaker met
zijn gezin aan de Herman Josinahof. Zijn vrouw Jenneke
herstelde na het bombardement.
Watersnood
“Benauwde ogenblikken voor bewoners van de Hofjes”, kopt
dagblad De Dordtenaar in februari 1953, nadat grote delen
van Dordrecht blank zijn komen te staan. Via de Vrieseweg
bereikt het water ook de achterliggende straten en wegen.
Ook in de Herman Josinahof komt het water dermate
hoogte te staan dat men slechts met lieslaarzen de
woningen kan bereiken. De bewoners moesten de wijk
nemen naar de hoger gelegen zolder.
Meer en meer trokken bewoners weg uit de hof om hun heil
te zoeken in meer comfortabele woningen in de
buitenwijken, waar bijvoorbeeld een douchegelegenheid
aanwezig was. Tijdens een gemeenteraadsvergadering in
1960 besprak men het voorstel van het college om de
Herman Josinahof 11 onbewoonbaar te verklaren. Nadat
reparatie was toegezegd, was dat gevaar geweken. Toch
vond er nog maar mondjesmaat onderhoud aan de woningen
plaats.
Notities:
(1) RAD 209-119 no. 142
(2) RAD 209-66 no. 142
(3) RAD 209-67 no. 214_221
(4) RAD 6-1655 bijlage 5, 6, 7, 8
Anna van der Net, een meerderjarige En een vergoeding voor de defloratie
ongehuwde zwangere inwoner van (ontmaagding)? Van een defloratie
Zwijndrecht beviel in januari 1773. was geen sprake geweest! Anna
Zij beweerde dat Arij de Bondt, was geen maagd meer.
eveneens inwoner van
Zwijndrecht, de vader van haar Maar goed, hij wilde geen
welgeschapen zoon was. Arij scherpslijper zijn, het leven is
werd aangeklaagde in een civiel voor een handelaar een
proces voor de hoge vierschaar kwestie van geven en nemen.
van Zuid-Holland met als eis op te Dus bood hij via zijn procureur
draaien voor “de kosten van Bax aan om het geheel af te kopen
defloratie (ontmaagding) en verlies voor vijfentwintig gulden “voor de
van eerbaarheid, kraamkosten (bevalling), zogenaamde defloratie en kraamkosten”,
en alimentatie (opvoeding) van de welgeschapen plus tien stuivers alimentatie per week voor het kind
zoon tot diens vierentwintigste jaar.” Anna beweerde dat “.. tot zijn achttiende jaar. Per slot kon dat kind er toch niets
ze is verleijd.” Arij had meermalen beloofd met haar te aan doen dat het in een deze situatie terecht was gekomen.
zullen trouwen, maar deed het niet. Ze had met niemand
anders seksueel contact gehad. Ze eiste dat Arij met haar Anna liet weten dat het “een onbeschaamde uijtvlugt” van
zou trouwen dan wel bovenstaande kosten zou betalen. Zij hem was. Hij zou dus “een gepremediteerde hoerejager”
was niet in de omstandigheden om zelfstandig voor het zijn geweest? Ze was woest. Hoe durfde hij er een handeltje
kind te zorgen. van te maken? Het aanbod van een vergoeding van
vijfentwintig gulden was belachelijk weinig. En voor de
“Ze moest dus binnenkort tot de reeds zeer beswaarde opvoeding van het kind zouden geen tien, maar twintig
armenkas van Swindregt toevlugt … neemen …” stuivers per week nodig zijn.
Maar Arij verweerde zich. Hij had wel seks met Anna gehad, Verdedigde Anna de belangen van haar kind of was ze een
maar het kind kon onmogelijk van hem zijn, de data klopten zakenvrouw die hoopte op een voordelig handeltje?
niet. Hij had Anna destijds goed voor de genoten seks Het geheel deed heel zakelijk aan. Op 12 juli 1773
betaald en van een trouwbelofte was nooit sprake geweest. procedeerden ze nog. Hoe het is afgelopen heb ik (nog) niet
kunnen vinden.
“… ofschoon (hij) niet kan of wil ontkennen, dat hij te
enigertijt wel eens bij (haar), als bij ene hoere gekomen, en
haar als zodanig gebruikt en betaalt heeft, …”
Notitie:
(1) RAD 551_35806
Foto 1906. In de hoek links de toegangsdeur naar het grote huis achter de kerk. (RAD 551_70474)
Notitie:
(1) Dordrecht Monumenteel | Dordts Geboren nr. 77, p. 49
(2) RAD 552_230633
Sloop en herbouw
Eigenaar Simon Bouman verzoekt in 1894 de
gemeente om het pand aan de Korte Geldersekade af
te breken, om daar weer twee gebouwen terug te
plaatsen ten dienste van drie woningen en een
pakhuis. Het rechtergedeelte van het
oorspronkelijke pand wordt in gebruik genomen als
pakhuis met bovenwoning en het linker wordt geheel
woonhuis. De bijzondere deur, die toegang tot de
wijnkelders van het oude pand gaf, wordt
uitgebroken en veilig gesteld. Het is de kunstschilder
Bas Veth die de deur meeneemt en aan de
Vereeniging Oud-Dordrecht schenkt. Via museum
Van Gijn is het object uiteindelijk op een
hedendaagse locatie voor een ieder te zien.
Korte Geldersekade 4 t/m 6
Luik. Net zoiets als zijn broer Dirk twaalf jaar daarvoor bij
Dordtse familie van Dirk IV gezocht Dordrecht. Maar in tegenstelling tot Dirk had Floris
Om Dirk een keertje met een familiereünie te verrassen voordien gelukkig nog wel wat kinderen op de wereld gezet.
riepen we in ons tijdschrift lezers op die eveneens Dat is voor Dirk wel fijn, want daar heeft hij nu toch maar
stamlijnen naar graaf Dirk IV hebben. mooi vier verwanten aan te danken die op de Varkenmarkt
En warempel, bij de redactie heeft zich een echtpaar een toast op zijn verjaardag kunnen uitbrengen. Althans,
gemeld waarvan zowel de vrouw als de man van Dirks broer voor zover je ruim dertig generaties later nog van
Floris I afstammen. verwanten kunt spreken. Maar goed, het idee is toch wel
leuk?
Omdat knokken nu eenmaal gebruikelijk was in deze
grafelijke familie, sneuvelde ook Floris bij een matpartij in Hier volgen de stamlijnen van Graaf Floris I naar het
1061 met het leger van de bisschoppen van Utrecht, Metz en echtpaar Sico Enzler en Jolanda Enzler-Zwijgers.
Bent u een Dordtenaar en heeft u ook stamlijnen naar de vader van Dirk en Floris?
Laat het ons weten en mail naar:
redactie@dordrechtmonumenteel.nl
Voordat het pakhuis ‘Het Bolwerk’ aan In 1983 kon de gemeente Dordrecht De historie van dit pand gaat terug tot
het einde van de 19e eeuw tot twee de kosten van het onderhoud van de het midden van de 17e- eeuw. In 1810
woonhuizen werd verbouwd, stond er Veerdienst III niet langer voor haar schenken Arij Kuijl en zijn vrouw hun
een statig dubbel graanpakhuis . Daar- rekening nemen en dreigde het zoon Huibert dit hoekpand bij de
onder bevond zich een deur die toe- markante schip te worden afgestoten. Sluisbrug, waarna deze een verbou-
gang gaf tot de kelder, waarin de wijn- Het was op weg naar zijn honderdjarig wing start om zijn bruid een riant
voorraad van de Dordtse thesaurier bestaan, maar zou waarschijnlijk zijn onderkomen te kunnen bieden. Het
lag opgeslagen. In het eerste kwart gesloopt. Dankzij de talloze gaat hier over de voorganger van het
van de 18e eeuw werd als toegang een vrijwilligers van stichting Veerdienst- huis Sluisweg nr. 1, dat nog steeds de
rijk versierde entree met kransen en III bevaart het nu bijna 125 jaar oude oorspronkelijke monumentale
strikken aangebracht. Tegenwoordig schip nog altijd de wateren in en rond uitstraling heeft. In 1848 wordt het
is deze deur te bewonderen in gebouw Dordrecht. huis de woning van Hugo van Gijn. Zijn
De Waag, bij de ingang van de bewaard Op verzoek van het bestuur van zoon zal het in 1871 ingrijpend verbou-
gebleven middeleeuwse kelder van Stichting Veerdienst-III werden wen, waarna het zich zal tonen zoals
het huis Scharlaken. Het huis Korte geschiedenis en activiteiten van het we het nu nog steeds kennen. Dertig
Geldersekade 4 heeft een stevig schip grondig onderzocht. Het jaar later wordt een naastgelegen
bouwhistorisch fundament dat resultaat hiervan leest u in dit boek. pand genaamd ‘de houten Wambuis’
teruggaat tot diep in de 17e eeuw, op En de Veerdienst III? Die is inmiddels aangekocht en bij het herenhuis
het toen zogeheten Papenbolwerk. ondergebracht bij Vereniging De getrokken. Het woonhuis wordt in de
De eigenarengeschiedenis vanaf het Binnenvaart, waarmee zijn toekomst 21e eeuw verder getransformeerd tot
eerste moment tot op heden. gewaarborgd is. een hedendaagse woonlocatie.
Wanneer er rond 1874 plannen Uitgave van een in 2011 verricht Nog steeds beschikbaar. Deze
gemaakt worden om langs de Singel onderzoek naar dit huis. Al in de bijzondere uitgave bevat een selectie
huizen te bouwen voor met name eerste helft van de 18e-eeuw werd Jan van eerder in 2019 in de internet
artsen, die een praktijk aan huis willen Sijmonszoon Schouten van diverse magazines Dordrecht Monumenteel
voeren, komt er een ontwerp van de kanten benaderd om grote schepen te en Dordts Geboren van het Augustij-
tekentafel, zoals we dat nu nog op bouwen. In 1746 richt hij een verzoek nenhof verschenen artikelen. U kunt
twee plekken langs de Singel aan het stadsbestuur om zijn loods het gratis afhalen op Hof 15 (uiteraard
aantreffen: Nicolaas Maessingel 224 tegenover de zogenaamde Gebrande alleen indien we open zijn).
t/m 236 en de Albert Cuypsingel 276 Buurt hiertoe te mogen vergroten. De
t/m 288. Dit boek legt de focus op Gebrande Buurt is de omgeving van de
nummer 224. Doctoren komen er niet. Prinsenstraat, Achterhakkers,
Daarvoor waren de plannen wellicht te Twintighuizen en Sluisweg. In de
opportunistisch. Toch wordt de zestiende eeuw viel deze buurt ten
woongeschiedenis allerminst saai, prooi der vlammen bij een grote
REMINDER
want waar het wonen in de binnen- stadsbrand, vandaar de bijnaam. Dit
De enige echte canon van onze stad
stad van Dordrecht een lange historie boek beschrijft de geschiedenis van
kent, hier brengt de geschiedenis ons dit aan de Kalkhaven grenzend gebied €7,95 . Augustijnenhof, VVV, Vos & vd
vier eeuwen terug en voert ons langs en met name het nog steeds bestaand Leer (centrum en Stadspolders), De
blekerijen, een rijtje aansprekende imposante herenhuis aan de Hoogt, Nieuwe Bengel, Dekker, Bruna
namen, intrigerende beroepen en een dat door de familie Schouten werd Sterrenburg, Hyperion Zwijndrecht en
spraakmakende uitvoering daarvan. gebouwd. via Boekwinkeltjes.nl op internet.
Dordtsebestsellers.nl