You are on page 1of 66

Dordrecht Monumenteel Dordr

Dordts Geboren Dordts Geboren


Cultuurhistorisch magazine

Augustijnenhof, april 2021 nr. 78


Colofon Inhoudsopgave
Dordrecht Monumenteel Voorwoord.................................................................................................................................... 3
Dordts Geboren Onderduikhulp, jodenbegunstiging, Dordtenaren die erover zwegen .............. 4
De Broodgang ..............................................................................................................................7
Een grijs verhaal........................................................................................................................ 11
Documentatie- en Kenniscentrum
Historisch Informatiepunt Ruzie in het Krankzinnigengesticht .................................................................................12
Frans Greenwood (1680 – 1763)(1) ....................................................................................15
Reis om Kaap Hoorn naar de Oost Indien (2)............................................................... 18
Jeugdzorg in de 18 eeuw ...................................................................................................... 24
Drie voormalige stations in Dordrecht herontdekt................................................ 26
In het ootje genomen ............................................................................................................ 28
Stichting Illustre Dordracum Een ‘hoer-huijs’ op de Riedijk............................................................................................. 30
www.augustijnenhof.nl
Vlaggen tussen hoop en vrees............................................................................................31
Een nieuwe canon op de rit... ............................................................................................. 38
Lekker rellen in de 19e eeuw.............................................................................................. 39
Bezoekadres De mysterieuze dood van Willem van Beveren......................................................... 40
Hof 15 Rijtuigmaker Rijk Pel aan het Stek in Dordrecht...................................................... 43
3311 XG Dordrecht Villa Eureka ............................................................................................................................... 45
Dordtse straatnamen in Den Helder. Of andersom? .............................................. 48
Email De Herman Josinahof ........................................................................................................... 49
info@augustijnenhof.nl Betaald … of (toch) echte liefde?....................................................................................53
Een huis uit 1595 met een kattenluik? ........................................................................... 54
Telefoon Nogmaals de Salomonstempel in de Hofstraat ....................................................... 56
(078) 647 48 88 Een deur naar het verleden ................................................................................................ 58
Oom Dirk (2) .............................................................................................................................. 60
Openingstijden Nieuwe boeken van het Augustijnenhof ...................................................................... 62
Dinsdag t/m vrijdag Onze sponsoren ...................................................................................................................... 64
11:00 - 16:00 uur
Eerste zaterdag
v/d maand
11:00 - 16:00 uur

Ivm Covid-19 zijn wij tot


nader order gesloten

Redactieteam
Angenetha Balm-Kok
Jan Willem Boezeman
© 2021 Stichting Illustre Dordracum
Ad Bosch www.augustijnenhof.nl
Jaap Dambruin
Marianne van Kleef Dordrecht Monumenteel | Dordts Geboren is een cultuurhistorisch
Rosa Paasse magazine voor een ieder die geïnteresseerd is in de geschiedenis van
de oudste stad van Holland. Het is een uitgave van Documentatie- en
Kenniscentrum Augustijnenhof en een initiatief van Stichting Illustre
Dordracum. Het digitale magazine is gratis en verschijnt vier keer per
jaar in januari, april, juli en oktober.

Vrienden worden?
Documentatie- en Kenniscentrum Augustijnenhof ontvangt geen
subsidie, waardoor het voor haar activiteiten afhankelijk is van haar
vrijwilligers, sponsoren en vooral de ‘Vrienden van het Augustijnenhof.’
Wilt u ons steunen en ook Vriend(in) worden? Ga dan naar:
www.augustijnenhof.nl/vrienden

2 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


Dordrecht Monumenteel Dordr

Dordts Geboren Dordts Geboren


Cultuurhistorisch magazine
Voorwoord
Als we zo rond juli allemaal ons coronaprikje Het schip is vertrokken
hebben gehad, dan raden we onze lezers aan om vanuit de tuin van een
massaal naar Dordrecht te komen, want in het negentiende-eeuwse
tweede halfjaar wordt het hier één groot historisch krankzinnigeninrichting
feest. en aldaar dwars door het
Allereerst zijn er dan allerlei activiteiten en monumentale tuinhek
buurtfeesten gaande rondom het feit dat de stad geramd. Maar dat mag
vorig jaar (iets meer dan) 800 jaar bestond. Daar is de pret niet drukken
door de gemeente een miljoen voor uitgetrokken want vroeger bestond er
en dat geld moet op. Hiernaast viert Dordrecht het immers geen wet die
feit dat Sint Elisabeth de stad precies 600 jaar monumentale
geleden een schitterende Biesbosch cadeau heeft tuinhekken in bescher-
gedaan. ming nam tegen over
straten en door steegjes
Museum Hof van Nederland wordt omgevormd tot varende hektjalken.
een experience die haar 30.000 bezoekers per jaar Dat het schip onderweg
gaat opleveren, zo heeft de museumdirectie ons aan stukjes uit elkaar valt zal geen weldenkend
beloofd. U kunt deze ervaring daarna in alle rust in mens begrijpen maar ja, kapitein Edward Thomson
het najaarszonnetje op het horecaterras van het siddert van ‘verlangen om te vernietigen’ (zijn eigen
Dordtse Hof verwerken met een drankje en woorden). Hij zal wel niet helemaal voor niets dit
versnapering . Zo bent u dan volledig voorbereid op vertrekpunt hebben gekozen.
de door steegjes slingerende wandeling naar het Kortom, aan surrealistische denkbeelden geen
Dordrechts Museum, waar dan de grote Aelbert gebrek bij de marketeers van Hollands oudste stad.
Cuyp tentoonstelling bezoekers uit binnen- en Komt allen!
buitenland trekt.
Dagtoeristen uit Oudewater wordt aangeraden om Met dit tijdschrift houden we het een tikkeltje
via de Hofstraat naar het museum te wandelen, minder spannend. We gaan u vertellen waar de
zodat ze de sokkel van het standbeeld van Willem Broodgang in Dordrecht is en nemen u mee naar de
van Oranje (en zijn hondje) kunnen bewonderen, hoeren op de Riedijk. Vervolgens gaan we lekker
waarin dan de per ongeluk vergeten plaatsnaam rellen met een groep stomdronken Dordtenaren.
van hun stad in prachtige letters staat gebeiteld. En natuurlijk brengen we ook nog een bezoekje aan
het krankzinnigengesticht waar we het hierboven al
Tijdens de wandeling door de Kloostertuin is het over hadden. Daar is een knallende ruzie gaande
overigens wel oppassen voor een verdwaald en in tussen de huismeester en de aan deze inrichting
brand staand houten zeilschip van 15,5 x 4 meter, verbonden arts. Nee, niet over een ontsnapte
dat probeert om door de smalle steegjes over de kapitein die denkt met een brandend schip over
straatkeien naar het Hof van Nederland te varen. kinderkopjes te kunnen varen…

Namens het redactieteam van


Dordrecht Monumenteel | Dordts Geboren
wensen wij u veel leesplezier!

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 3


Onderduikhulp, jodenbegunstiging,
Dordtenaren die erover zwegen
Stichting Stolpersteine Dordrecht⁽¹⁾

De familie Vreeken is in
Dordrecht overbekend, al
was het maar van het
familiebedrijf Vreeken’s
Zaden dat is opgericht in
1926, en dat al vanaf 1927 een
tuinwinkel heeft op de
Voorstraat. Bij het 90-jarig
bestaan van Vreeken’s Zaden
verscheen in 2016 een
jubileumboek, geschreven
door Marjolijn de Winter,
Krim Koops en huidig
eigenaar Ton Vreeken.
Toenmalig burgemeester
Arno Brok kreeg op 17
november 2016 het eerste De tien kinderen van de familie Vreeken, gefotografeerd in 1933. Uiterst rechts zit
Willem Vreeken. Derde van rechts is Anthonie (‘Ton’), die sneuvelde in 1940.
exemplaar. Foto RAD (nr. 309_22671)

Het boek heeft op een speelse en eerlijke manier de Tijdens de oorlog zaten in het bedrijfspand aan de Voor-
bedrijfsgeschiedenis weer, met foto’s en interviews. Tijdens straat allerlei mensen ondergedoken: verzetsmannen, maar
de oorlog, blijkt uit het boek, deden verschillende broers ook “jonge mannen, familie en vrienden”. Er was een ruimte
Vreeken verzetswerk, voornamelijk Kees, Daan en Luuc, de waar je kon komen door een luik in het plafond, vertelt het
jongste. Ze hielpen joden, verspreidden illegale kranten. In jubileumboek, maar ook via het dak − door pannen weg te
dit artikel wordt ontvouwd waar de familie Vreeken zich halen. Kees Vreeken, zoon van Willem en wonend in
zoal mee bezighield. Wageningen, vult desgevraagd in een email aan dat in een
kamer elders in het bedrijfspand twee joodse meisjes
Familie Vreeken deed meer ondergedoken hebben gezeten.
dan zaden verkopen “Ze werden vooral verzorgd en bezig gehouden door de
Eerst dit ter toelichting: Vreeken’s Zaden begon met dochters Bep en Co. Op een keer gingen ze in alle
Cornelis Nicolaas (‘Kees’) Vreeken (Haarlemmermeer, 21 voorzichtigheid op bezoek bij hun moeder, die elders in de
november 1879), die voordien werkzaam was bij de stad ondergedoken zat. De meisjes zijn toen gearresteerd,
Zwijndrechtse firma Van Namen Zaden. Kees Vreeken heb ik vernomen van mijn oudste zus Dicky.”
trouwde op 24 juli 1907 in Zwijndrecht met Jacoba van
Namen (Zwijndrecht, 8 oktober 1880). Het echtpaar Luuc Vreeken hield zich “bezig met het drukken en versprei-
vestigde zich op 20 september 1923 in Dordrecht, eerst nog den van de illegale krant Trouw vanaf het Grotekerksplein”,
aan de Visstraat 4 boven, vanaf 7 november 1927 op de meldt het boek. Kees Vreeken legt uit hoe Luuc betrokken
Voorstraat, op nummer 394 (nu: 446-448). raakte bij deze verzetskrant:
Tien kinderen kreeg het echtpaar, acht van hen al in “Een van de oprichters van Trouw was een neef van Luuc,
Zwijndrecht. Het zijn: Dina Johanna (14 april 1908), Anthonie Wim Speelman, een juridisch student. Speelman was de
(‘Ton’, 15 januari 1910), Willem (22 juli 1912), Huibert (23 landelijk coördinator van de verzetskrant. Hij reisde − vaak
februari 1914), Jacobus (1 september 1915), Cornelis Nicolaas incognito − door het hele land. Hij is uiteindelijk gefusilleerd,
(‘Kees’, 7 maart 1917), Daniël Jan (‘Daan’, 14 oktober 1918), nadat hij gevangen was genomen, ontsnapt en opnieuw
Elisabeth Jacoba (‘Bep’, 14 juni 1920), Jacoba Johanna (‘Co’, gearresteerd.”
Dordrecht 28 maart 1925) en Antonie Lucas (‘Luuc’, 19 juli Daarnaast boden Kees, Daan en ook Luuc, overigens samen
1927). Jurist Anthonie, de oudste zoon, is in de meidagen van met leden van de Dordtse familie Dicke, tijdelijk onderdak
1940 gesneuveld bij de Grebbelinie, als reserve-luitenant. aan onderduikers, verstopten ze wapens en plaatsten ze
Dit verlies had grote impact op het gezin. joodse kinderen bij gezinnen.

4 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


“Mijn vader”, zegt hij, “heeft achter op zijn fiets, ’s avonds na
Levensbericht sperrtijd, joodse kinderen naar opvangadressen gebracht.”
Wie waren die kinderen, en wie waren de hulpvaardige
[Terzijde: Willems broer, de Cornelis Nicolaas van 1917, is zo
pleeggezinnen?
eens “in sperrtijd buiten” aangetroffen, staat op zijn
Eigenaar Ton Vreeken (1958) kan het anno 2020 niet
vrijgegeven arrestantenkaart uit het Rotterdamse
vertellen. “Ik ben bang dat de namen van die gezinnen niet
Gemeentearchief. Hij werd gearresteerd, op 7 mei 1943 naar
zijn blijven hangen”, laat hij weten. Hij adviseert de
Rotterdam overgebracht en daar ingesloten, om op 12 mei
echtgenote van Luuc, Magda Vreeken-Timmermans, te te worden doorvervoerd naar kamp Vught.]
raadplegen. Zij is 92, bijna blind en nog de enige over-
levende van de vorige generatie Vreeken. Willem Vreeken
Een zoon van Magda, mr. Ieke Vreeken, advocaat te woonde in de oorlog
met zijn gezin
Zutphen, moet ons, de redactie van deze Stolpersteinesite, in het hoekpand aan
desgevraagd teleurstellen − althans in eerste instantie. de Patersweg, op
nummer 17 (nu 5).
“Mijn moeder kan zich de namen van de joodse onderduik- Foto Redactie
kinderen niet meer herinneren. Zij had de verhalen erover Website Stolpersteine
uiteraard wel gehoord, maar weet het fijne er niet van. En Dordrecht
mijn vader Lucas is in 2009 overleden, dus ik kan het hem
niet meer navragen. Hij heeft er destijds wel wat over
verteld, maar niet in detail.”
Ieke Vreeken weet echter dat zijn vader een levensbericht
en familiedocumentatie heeft achtergelaten, mogelijk vindt
hij daarin nog wat informatie, oppert hij. Inderdaad, enkele
dagen later stuurt hij een veelzeggend verslag van een
onderzoek dat Lucas Vreeken kennelijk zelf al eens had
gedaan.
Daaruit blijkt dit: in het zogeheten Pension Van Asperen aan
de Singel 144 in Dordrecht zat het joodse gezin Bloemkoper Het gezin van Willem Vreeken en Greta Meeldijk
ondergedoken(2). Het bestond uit vader Barend (Den Haag, (Dordrecht, 3 november 1912) woonde in de oorlogsjaren aan
2 juli 1908), moeder Henriëtte Johanna van den Bergh de rand van de wijk Krispijn, in een hoekpand aan de
(Dordrecht, 12 december 1909) en de kinderen Marius Jo Patersweg 17 zwart (nu: 5). “Wij keken uit op boerenland. We
(Den Haag, 7 september 1938) en Margaretha Meta waren klein behuisd.” De vijf kinderen en de ouders sliepen
(‘Greetje’, Den Haag, 30 november 1939). Doordat er gevaar in slechts twee slaapkamers. Korte tijd heeft het gezin ook
dreigde, zo schrijft Lucas Vreeken, werden de kinderen nog een joods jongetje in huis gehad. Kees: “Mijn ouders
tijdelijk ondergebracht bij de familie Vreeken, aan de hadden aangegeven liever een joodse baby te willen, maar
Voorstraat 394. Na enige maanden zijn de kinderen weer dat is er niet van gekomen, ook omdat wij een nogal
teruggegaan; volgens Van Asperen was het gevaar geweken. babbelzieke buurvrouw hadden.”

Kort daarna vond na verraad op 3 januari 1944 op de Singel Nee, helaas, Kees Vreeken kan evenmin namen noemen van
een inval plaats, zowel Van Asperen als het gezin Bloem- de betrokken joodse kinderen, noch van de pleeggezinnen.
koper werd op transport gesteld. Van Asperen kwam via “Even met de natte vinger: aannemelijk is dat mijn vader
kamp Vught terecht in kamp Oranienburg boven Berlijn. alleen het adres kreeg en wellicht een codewoord moest
Vreeken achterhaalde dat Van Asperen in februari 1945 onthouden. Ik veronderstel dat hij de adressen bewust uit
naar Buchenwald werd gestuurd, nadat Oranienburg bij de zijn geheugen heeft gewist, uit veiligheid.”
naderende komst van de Russen werd ontruimd. Hij werd
maanden later bevrijd door de Amerikanen, maar was zo Geboren als hij is in 1942 weet Kees Vreeken niets van de
ziek dat hij moest worden opgenomen in een ziekenhuis, oorlog, dan behalve uit verhalen.
waar hij op 6 juni 1945 overleed. De familie Bloemkoper was “En zoals zo vaak gebeurde, heb ik mijn vader ook nauwelijks
toen al vernietigd in Auschwitz: moeder Henriëtte en de ‘ondervraagd’ over zijn activiteiten.”
kinderen tegelijk op 8 april 1944, vader Barend op 30 april Hij hoopte dat zijn twee oudste zussen meer zouden kunnen
1944. vertellen, maar dat was niet het geval.

Sperrtijd Het gezin van Willem Vreeken betrok per elf oktober 1946
Dankzij Lucas Vreeken zijn in ieder geval twee onderduikers een andere woning, vlakbij, aan de Krispijnseweg 199 (nu:
geïdentificeerd, de kinderen Bloemkoper. Maar wie waren 249). Daar werden nog eens zes kinderen geboren. Het huis
de anderen? Vermoedelijk blijft dit voor altijd onhelder. was aanzienlijk groter, het telde zeven slaapkamers.
De andere geraadpleegde Vreeken, Kees Vreeken uit Willem Vreeken overleed in Dordrecht op 5 februari 1996,
Wageningen, bevestigt dat de verschillende leden van de 83 jaar oud, zijn vrouw Greta op 14 november 1999, 87 jaar
familie Vreeken joden hebben bijgestaan. Zijn vader oud.
bijvoorbeeld, de Willem van 1912.

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 5


Bij het 90-jarig bestaan van Vreeken’s
Zaden verscheen in 2016 een
jubileumboek, geschreven door
Marjolijn de Winter, Krim Koops en
huidig eigenaar Ton Vreeken.
Toenmalig burgemeester Arno Brok
kreeg het eerste exemplaar.

Wilt u bijdragen aan de realisatie van het project Stolpersteine Dordrecht?

Het doel van de werkgroep is om de ongeveer 200 Dordtse slachtoffers van de Holocaust, allen voormalige bewoners
van deze stad, te gedenken door middel van de steentjes bij de huizen waar zij hebben gewoond, tijdelijk verbleven of
waren ondergedoken. De namen van deze mensen mogen niet in de vergetelheid raken. Een mens is niet slechts dood
door overlijden, maar temeer als zijn of haar naam niet meer bestaat. Daarom is het zo belangrijk de namen van onze
joodse medeburgers in herinnering te brengen én te houden.

U kunt uw steentje bijdragen door een bedrag over te maken op bankrekeningnummer


NL14 RABO 0127 1324 65 t.n.v. stichting Werkgroep Stolpersteine.

Het maken en aanbrengen van een Stolperstein kost € 150,-. Alle bijdragen, groot en klein, zijn van harte welkom. De
Dordtse gemeenschap kan zo laten zien dat haar voormalige medeburgers niet worden vergeten.

Stichting werkgroep Stolpersteine Dordrecht is geregistreerd met ANBI status.

Bestuur A. Boogerman Voorzitter


mw drs H. Hartog Secretaris
drs C. Weltevrede Penningmeester
G. van Engelen
M. Heijkoop

Stichting werkgroep Stolpersteine Dordrecht


E-mail: info@stolpersteine-dordrecht.nl

Notitie:
(1) Artikel ontleend aan de site www.stolpersteine-dordrecht.nl
(2) Zie http://www.stolpersteine-dordrecht.nl/verhaal198/index.html

6 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


De Broodgang
Jan Willem Boezeman

De kans dat u de Broodgang weet te


vinden is bijzonder klein. Het was in
december 2020 dat ik thuis geen
boterhammen had gesmeerd voor mijn
lunch op ons Historisch Informatiepunt
Augustijnenhof. Vanwege een corona-
lockdown waren de winkels gesloten,
dus een calorierijke Hemaworst zat er
niet in. Tja, wat doe je dan?
In de Vriesestraat ontdekte ik
lunchroom ‘Flora’ die weliswaar niet
toegankelijk was, maar de vriendelijke
eigenaresse was graag bereid om aan
de deur een bestelling voor een gezond
broodje zalm op te nemen. Buiten
wachten uiteraard, en dat was het
dubbel en dwars waard, want ik kreeg
de gelegenheid om de gevelwand eens
rustig te bekijken.

Een steegje?
Terwijl ik de van haar trappen ontdane ‘Dordtse gevel’
bestudeerde, viel mij een met een hek afgesloten steegje
op, links van het pand. Precies op dat moment kwam er een
jongedame met een hond uit. Zorgvuldig sloot ze het hek
weer af en door een tegen de zijgevel bevestigde
brievenbus ontdekte ik dat zich in het steegje een woonhuis
moest bevinden. Ik meende het centrum goed te kennen,
maar in mijn beleving was dit een aaneengesloten blok
huizen. Niet dus… ik schatte het steegje niet veel breder
dan een keukenkastje, dus voor de jongedame was het te
hopen dat ze geen piano of vleugel bespeelde, want die zou
onmogelijk in dat huis te krijgen zijn.

Dordtse gevel
De flink versleutelde gevel van de lunchroom maakte mij als
historisch huizenonderzoeker nieuwsgierig. Aan de zijmuur
was te zien dat er ooit een andere gevel voor het pand was
geplaatst, een zogenaamde Dordtse gevel. Vereniging Oud-
Dordrecht heeft in 2016 een jaarboek uitgegeven waarin
alle “Dordtse gevels” de revue passeren, zo ook die van dit
pand. Hierin stond dat het, voordat het haar trapgevel
kwijtraakte, voorzien moet zijn geweest van een ornament
met het jaartal 1771. Vermoedelijk is dat tegelijk met de
trapgevel verdwenen want ik kon het niet meer ontdekken.

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 7


Men had dus in 1771 de oude voorgevel eraf gepeld en er een sloppen en stegen zijn ontstaan als brede ozendroppen.
nieuwe voorgezet, een handelwijze die destijds heel Het broodje zalm was inmiddels verorberd dus tijd om in het
gebruikelijk was, want het volledig herbouwen van een huis Augustijnenhof eens in het kadaster te duiken.
was een kostbare zaak.
Het metselaarsgilde gebruikte de Dordtse gevel vanaf de Kadastrale kaart
16e eeuw voor hun leerlingen als metselaarsproef. In de 18e We halen allereerst het zogenaamde minuutplan van het
eeuw werd de Dordtse gevel ouderwets bevonden en vanaf kadaster erbij, de kaart die de situatie in 1832 weergeeft. Op
1725 werd het bouwen daarvan aan de hoofdstraten het minuutplan blijkt dat het steegje al in 1832 bestond, het
verboden. Het stadsbestuur heeft deze bouwstijl daarmee is dan eigendom van de gemeente en openbaar
verbannen naar de minder ‘aanzienlijke’ zijstraten van de toegankelijk. Het steegje gaf vanaf de Vriesestraat toegang
stad. Na het opheffen van de gilden in de Franse Tijd tot een aantal achtererven, waar ook kleine gebouwtjes
stopten de metselaarsproeven en werden er geen Dordtse staan. Het eindigt bij een gemeentelijke watering of sprant,
gevels meer gebouwd, waarmee dit een van de jongste een open riool dat in verbinding zal hebben gestaan met de
exemplaren is. nabij gelegen Lindengracht. Sectie H797 was vermoedelijk
het huis van de jongedame met het hondje. Het was toen de
Ozendrop, steegje of straatje? broodbakkerij van bakker Van Asperen, die ook de panden
Terug naar het steegje. Was hier nu sprake van een uit de aan weerszijden van het steegje in bezit had.
hand gelopen ozendrop? Een gang? Een steegje of zelfs een
straatje? Of was het slechts een toegang naar een De secties H800 en 802 waren pakhuisjes, eveneens van
binnenplaats of tuin, dus een soort achterom? Maar er staat bakker Van Asperen. Het gebouwtje achterin, bij de sloot
een woonhuis, waaruit de jongedame met de hond kwam en met nummer 803, was een stal van postmeester Nicolaas
dat duidt op gezamenlijk, wellicht openbaar, gebruik van het de Heus, die op de Vriesestraat in het huis H804 naast Van
steegje. Voor openbaar gebruik? Dan had er geen hek Asperen woonde. Zijn paard of paarden hadden dus maar
voorgezeten. Of is er sprake van een recht van overpad? Bij één mogelijkheid om in de Vriesestraat te komen en dat was
welk huis hoort het steegje dan? via het steegje. Dat zullen dan wel geen forse Zeeuwse
Een zogenaamde ozendrop behoort tot de mogelijkheden, paarden zijn geweest.
maar eigenlijk is het daar te breed voor. Een ozendrop is een Het steegje werd dus zowel gebruikt door postmeester De
smalle ruimte tussen twee huizen, die naast een functie ten Heus als bakker Van Asperen en waarschijnlijk ook door
bate van de afwatering kon voorkomen dat bij brand het eigenaren van panden aan de Stoofstraat, die zo een
vuur naar het buurpand oversloeg. Veel achterommen, achterom hadden.

8 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


De tegenwoordige situatie
Het steegje blijkt tegenwoordig een eigen kadastraal
nummer te hebben: sectie H4328, groot 25 m2. Dat nummer
kreeg het vrij recent, in 1998. Het is nu in bezit van een
vastgoedondernemer. Aan de achterzijde is de situatie
wezenlijk anders dan in 1832. In plaats van de gemeentelijke
watering of sprant vinden we daar nu de bedieningsstraat
achter winkelcentrum en parkeergarage Drievriendenhof,
die men Kromme Elleboog heeft genoemd. Het steegje
loopt daardoor niet meer dood, via de rode deur in de
schutting is nu die straat te bereiken. Misschien is dat wel
de reden dat het door de gemeente verkocht is, dat geeft de
mogelijkheid om het af te sluiten en voor openbaar gebruik
is het niet van belang.. Kromme Elleboog met achter de rode deur de toegang tot het steegje

Smalste straatje van Dordrecht? We gaan een flink eind terug in de tijd, naar 1713. Op 2
Een oproep op Facebook in de groep ‘t Dordrecht van toen – november van dat jaar koopt meesterbakker Simon
Geschiedenis van een eiland (ruim 15.000 leden) heeft bij dit Baasjouw van Adriaan Bouff, apotheker:
soort vragen meestal wel succes. En warempel, een tip een geheel huijs en erve, staande en gelegen op het eijnde
leidde naar een artikel van Jaap Bouman in zijn rubriek vande Vriesestraat, ontrent d'Vriesepoort tusschen den
Dordt Eigen-Aardig van 8 oktober 2013. Hij schrijft dat de huijse van(de) wed.e van Pieter Coikens aen(de) een, ende 't
Broodgang in de Vriesestraat met een breedte van niet huijs van(de) wed.e Jan Beijs ter andere zijde met nog een
meer dan 65 centimeter het smalste straatje van Dordrecht huijske daar agter en annex, uijtkomen(de) op de Stadts
is. Het is wel duidelijk dat Jaap het over dit steegje heeft. Veste.⁽¹⁾
Het heeft dus een naam.
De familie Kriens En 70 jaar later, op 25
reageerde op Facebook Dordrecht heeft er naast een november 1783, verkoopt
met het bericht dat het Simon Baasjouw -
pand aan de Vriesestraat broodjeszaak op een eveneens broodbakker
vijftig jaar in bezit van en blijkbaar vernoemd
hun familie is geweest, historische locatie weer een naar zijn grootvader -
ze hadden er een
groentezaak die menig toepasselijke straatnaam bij aan Arij Stuurman:
1. Een Pakhuisje staande
Dordtenaar zich wel zal op de plaats naast de
herinneren. Ruud Kriens wist te melden dat hij het stalen nieuw gebouwde broodbakkerij aan den Koper, in sekere
hek dat het steegje afsluit zelf heeft gemaakt en dat het 70 gang in de Vriesestraat binnen dese Stad, welke gang sijn
cm. breed is. Ze konden er met de steekwagen ingang heeft naast het woonhuis van voorn. Simon
groentekisten van 60 cm. precies doorheen krijgen. Baasjouw, en dat op alzulke Conditien en bepalingen als bij
Hiermee is de Broodgang inderdaad smaller dan de nu de Acte op gisteren den 24 Novb. 1783 tusschen hem
onttroonde Keizerhofstraat, die 74 cm. breed is. Kriens wist Stuurman & Baasjouw voor den Notaris Leendert van der
ook te melden er in het steegje vroeger drie pandjes met Horst en getuigen verleeden, is bedongen en bepaalt.
bovenwoningen waren. Zijn familie kocht het pand in 1952 2. Een huisje staande tusschen de huisen van Adolph
van bakkerij Van Asperen, een bedrijf dat het heel lang in Bremkes op de plaats van zekere gang in de Vriesestraat
bezit moet hebben gehad. Op zolder troffen ze ongeveer binnen dese Stad, welke gang zijn ingang heeft naast het
dertig bedsteden aan die door de bakkers tussen het huis van Simon Baasjouw en dat op alzulke Conditien en
broodbakken door werden gebruikt. Bakker Van Asperen?
De Broodgang?...

De broodgang
Het standaardwerk voor straatnamen in Dordrecht is het
boek 'Van Aardappelmarkt tot Zwijndrechts Veerhoofd' van
Mieke van Baarsel, die hiervoor talloze archiefbronnen
heeft onderzocht. De Broodgang tussen de Stoofstraat en
de Vest wordt daar inderdaad in genoemd, door haar
gevonden in het Dordtse adresboek 1854 maar geeft aan
geen verklaring voor de naam te hebben. Welnu, dat raadsel
is hiermee opgelost want er werd brood gebakken!

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 9


bepalingen als bij de Acte op gisteren den 24 Novb. 1783 Dit huis kan worden herleid naar het pand waarin bakker
tusschen hem Stuurman & Baasjouw voor den Notaris Van Asperen en waarin sinds 1952 groentehandel Kriens
Leendert van der Horst en getuigen verleeden, is bedongen gevestigd werd.
en bepaalt⁽²⁾. Hieruit blijkt dat er van 1713 tot 1952 een bakkersbedrijf in
Het gaat hier om een pakhuisje en een huisje in de dit pand gevestigd is geweest - op een haar na 240 jaar -
Broodgang, achter de bakkerij van Simon Baasjouw. De waarmee het niet zo vreemd is dat het steegje de
koopsom voor de twee pandjes samen is honderd gulden. Er Broodgang werd genoemd.
is sprake van een nieuw gebouwde bakkerij, die wellicht in Afgezien van de paarden die ook door het steegje
relatie kan worden gebracht met het aanbrengen van de wandelden moet het er heerlijk hebben geroken.
(Dordtse) voorgevel in 1771. We weten in ieder geval wie de Indien u geïnteresseerd bent in de geschiedenis van
Dordtse gevel heeft laten zetten, dat was bakker Simon bakkersbedrijf Van Asperen, een hofleverancier, lees dan
Baasjouw. het artikel over dit bedrijf dat onze werkgroep
Bedrijfsgeschiedenis in tijdschrift Dordrecht Monumenteel
Vervolgens zien we dat dezelfde Simon Baasjouw op 12 mei nr. 56 (2015) heeft gepubliceerd. Het is hier te downloaden.
1785 zijn huis voor 4.000 gulden verkoopt aan broodbakker Het wachten op mijn broodje zalm leverde méér
Arij van Asperen: geschiedenis op dan ik kon vermoeden en Dordrecht heeft
Een geheel huis en Erve staande ende gelegen in de er naast een broodjeszaak op een historische locatie weer
Vriesestraat binnen dese Stad, met 't huis in de gang, zo als een toepasselijke straatnaam bij.
den verkoper 't zelve heeft bezeten belent 't huis van
Adolph Bremkes aan de eene, en de gang aan de andere
zijde.

Notities:
(1) RAD 9.1645.57vs
(2) RAD 9.1673.148, 148vs

10 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


Een grijs verhaal
Harry Aardoom

Het gebeurde in Dordrecht in februari Nijmegen lag in de Wolwevershaven


1717. Het was winter en het vroor. De ingevroren. Hij woonde samen met
rivier lag dicht. De schuit van zijn vrouw Marion Nawaij op zijn schip.
maasschipper Mattieu Houba uit

Op zondagmorgen de zevende van die maand om 5 uur ’s kruidenier Dirk Zeeman en mandenmaker Anthony van Trigt,
ochtends beviel zij onverwachts van een prematuur, een beide de inwoners van Dordrecht.
zesmaands kindje, dat een uur later overleed. De volgende
dag, om half drie 's middags, overleed ook kraamvrouw Ik stel me zo voor dat na acht februari het weer nog enkele
Marion. Kennelijk was een en ander voor schipper Houba weken eentonig koud en grijs is geweest. De schipper moet
reden om het gebeurde met getuigen op 23 februari 1717 te nog minstens twee weken eenzaam kleumend in zijn
laten beschrijven bij notaris Petrus van Son.⁽¹⁾ schuitje hebben doorgebracht. Schipper Houba zal hebben
beseft dat er bij zijn thuiskomst in Nijmegen het een en
Die getuigen waren vroedvrouw Catharina van Velsen, de ander viel uit te leggen aan de magistraten en aan de familie
vrouw van Adolph Santman; Jenneken Jacqué, de van zijn overleden vrouw. Vergeet niet dat men destijds
achtenzestig jaar oude weduwe van Arnold Pirosse, weinig mogelijkheden om nabestaanden snel op de hoogte
koopvrouw op de Maas en Catharina van Dorsten, een te stellen. Het laten beschrijven van het gebeurde op zeven
veertigjarige ongehuwde bewoonster van een pand aan de en acht februari zal nodig zijn geweest om het verhaal aan
Wolwevershaven. Bij de notarisakte tekenden als getuigen de familie van zijn vrouw te vertellen.

Notities:
(1) RAD 20.469.27-28

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 11


Ruzie in het Krankzinnigengesticht
Jan de Geus

De in 1861 te Amsterdam geboren arts Uit de jaarverslagen van het gesticht


Marcelis Bernardus Romenij gaat in blijkt dat hij is aangesteld met de
1895 aan de slag als geneesheer- verwachting dat er veranderingen
directeur in het Geneeskundig Gesticht worden doorgevoerd in de organisatie
voor Krankzinnigen aan de Vest, het en in de behandeling van de patiënten.
gebouw waar nu het Dordrechts Wat was er aan de hand?
Museum in is gevestigd.

Personeel in de tuin van het Krankzinnigengesticht op de Lindengracht. Op de voorgrond een vogelkooi. Bij originele foto: Tuin voor de Heeren
der 1e en 2e klasse, 1882 (RAD 552_324373)

een voortdurende bron van ergernis voor de geneesheren.


Onrust aan de openbare weg Hij opent de post gericht aan de geneesheer, verstrekt
De verwachte veranderingen worden ingegeven door patiënten tegen de wil van de geneesheer extra voeding of
gewijzigde wetgeving. Vooral de ligging naast een onthoudt ze dit juist, negeert aanwijzingen over de
petroleumpakhuis, een danszaal en herberg en aan de verpleging en laat zonder toestemming bezoek toe. De
openbare weg, is voortdurend onderwerp van kritiek. Het regenten houden hem bij voortduring de hand boven het
getier van de verpleegden is voor voorbijgangers en hoofd.
omwonenden dikwijls goed hoorbaar, terwijl zich soms De tegenstellingen escaleren en in 1895 komt het tot een
ergerlijke taferelen afspelen wanneer krankzinnigen uitbarsting. De twee geneesheren van dienst nemen ontslag
bijvoorbeeld hun hoofd door een celraam steken en een en er wordt een nieuwe geneesheer aangesteld: Marcelis
woordenwisseling aangaan met tegen de muur Bernardus Romenij. Hem wordt de titel van geneesheer-
opgeklommen straatjeugd. Geneesheer en inspecteurs zien directeur in het vooruitzicht gesteld maar opnieuw blijkt al
geen heil meer in verbouwingen en dringen aan op sluiting. na korte tijd samenwerking met de regenten onmogelijk.
Het stadsbestuur wil - daarin gesteund door de regenten -
het gesticht voor Dordrecht behouden. In de Dordrechtsche Courant van 29 december 1897 lezen
we:
Verschil van inzicht
De tegenstellingen tussen de geneesheer enerzijds en de
regenten, rentmeester, binnenvader en -moeder anderzijds
verscherpen zich door het eigenmachtig optreden van
laatstgenoemden. Vooral het gedrag van de binnenvader
Pieter Nabal, een voormalig onderinspecteur van politie, is

12 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


Naar wij vernemen heeft zich gisteravond in het regenten op de alleronbeschoftste wijze te
Geneeskundig gesticht voor Krankzinnigen alhier een beleedigen”, waarop de geneesheer naar de bel
hevig tooneel afgespeeld. ’t Geval moet zich gaande, moet hebben geantwoord: ”We zullen dit
volgenderwijs hebben toegedragen: De 1e gesprek niet onder vier ogen, maar onder zes ogen
geneesheer van het gesticht, dr. M.B. Romenij, had voortzetten.” ”Neen,” zou toen de regent gezegd
zich bij het college van regenten beklaagd over den hebben, den heer Romenij belettende te schellen,
president-regent (W. Kolkman), omdat deze aan de “Niet onder zes, maar onder vier ogen zullen we de
hoofdverpleegster, in tegenwoordigheid van het zaak afhandelen”.
geheele verpegend personeel woorden zou hebben Hierop volgde tussen de beide heeren een hevige
toegevoegd, die zijns inziens beledigend waren, schermutseling, waarbij de geneesheer twee vrij
tengevolge waarvan de geneesheer, als hoofd van ernstige wonden aan ‘t oog opliep. De regent beweert
den huishoudelijken dienst, den huismeester een dat hij, toen hij den heer Romenij belette te schellen,
tegenbevel gaf, waaraan deze weigerde te door dezen van zich afgestooten werd, waarop hij de
gehoorzamen. De geneesheer scheen zijn klacht in slagen heeft toegebracht. De geneesheer
dier voege te hebben gedaan, dat het jammer was daarentegen beweert, dat hij de aangevallene is. Wel
dat genoemde president-regent was benoemd. moet hij, toen hij werd aangevallen, den stok van den
Hierover was de bedoelde regent blijkbaar ontstemd, regent doorgebroken en met het eind van een
althans gisteravond liet hij den geneesheer even gedeelte teruggeslagen hebben. Hoe dit zij, het was
roepen. een ernstig gevecht dat gisteravond in de
Toen de geneesheer aankwam, liep de regent in de geneesheerkamer is geleverd, zoo zelfs dat de
corridor heen en weer en toen de geneesheer hem geneesheer “moord”, riep. Nog in de gang werd het
met een wijzend gebaar uitnodigde om zijn kamer in voortgezet, waarna een paar bedienden, die
het gesticht binnen te gaan, trad hij met zijn stok in toeschoten, tenslotte een einde aan de
de hand binnen. Onmiddellijk daarop moet de regent schermutselingen maakten. De zaak is door den
gezegd hebben: “Je hebt de brutaliteit gehad mij bij geneesheer in handen van justitie gesteld”.

Spotprent uit Het Geïllustreerd Politienieuws, 6 januari 1898

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 13


De inspectie geeft het gemeentebestuur na dit incident in
ernstige overweging het gesticht te sluiten en het
gemeentebestuur kan niet veel anders doen dan dit advies
opvolgen. Zelfs na het besluit tot sluiting en opheffing van
het gesticht rijzen er steeds weer moeilijkheden tussen de
regenten en binnenvader enerzijds en de geneesheer
anderzijds en slechts met veel moeite kan Romenij er van
weerhouden worden om zijn ontslag in te dienen.

In een later stadium blijkt dat Romenij de gemeenteraad


een brief had toegezonden met een heel andere reden voor
zijn uiteindelijk toch ingediende ontslagaanvraag. Die brief
werd echter geheim gehouden, de reden lag blijkbaar te
gevoelig. Uit de inhoud komt naar voren dat de geneesheer
een onderzoek had ingesteld met als uitkomst dat er
stelselmatig te weinig vlees en spek was ingekocht ten
nadele van zowel de patiënten als het personeel en dat hij
bewust buiten de huishoudelijke dienst van het gesticht
werd gehouden. Hij schrijft de gemeenteraad dat er ‘een
gevoel van walging tegenover de ingeroeste organisatie in
mij opkwam dat mij noopte mijn onmiddellijk ontslag aan te
vragen, en ik slechts blijven kon indien een geheele
reorganisatie tot stand kwam’. Hij wikkelt de herplaatsing
van de patiënten naar een andere locatie af en vertrekt.

Sluiting van het gesticht


Op 6 juli 1898 is de liquidatie van het gesticht voltooid. Alle
patiënten zijn of hersteld en ontslagen of overgebracht
naar inrichtingen buiten de stad. In de vrijgekomen
gebouwen vestigt zich na verloop van tijd het Dordrechts
Museum en in verband hiermee wordt de Lindengracht in Marcelis Bernardus Romenij (1861-1938). Foto 1926 als geneesheer
in Rotterdam. (collectie Elsevier, Nationaal Archief)
1907 omgedoopt in Museumstraat. Geneesheer Romenij
verlaat Dordrecht vrijwel direct en gaat aan de slag als
geneesheer in Rotterdam.

Mens durf te leven De ouders van Marcelis zijn de gelijknamige vader en


Na zijn vertrek uit Dordrecht op 12 januari 1899 moeder Johanna ter Haar. Van de uit deze relatie
hertrouwt Romenij in Driebergen met Maria Christina geboren kinderen gaat een tak verder met de
Pisuisse, geboren in Rotterdam 18 mei 1870, achternaam “ter Haar Romeny”. Ole ter Haar Romeny,
overleden in Hilversum op 10 mei 1945. Uit dit de in 2000 geboren voetballer van NEC, nu verhuurd
huwelijk worden drie dochters geboren. Maria is de aan Willem II, is een rechtstreekse afstammeling van
zus van de legendarische Jean Louis Puisuisse (1880- deze familie en de jongste speler ooit uit de Jupiler
1927), die samen met Max Blokzijl het eerste League die rood kreeg bij zijn debuut.
Nederlandse kleinkunst gezelschap (cabaret) heeft
opgezet. Zijn bekendste nummer “Mens durf te leven” De laatste geneesheer van het Dordtse
heeft hem niet geholpen. Hij werd vermoord op 26 Krankzinnigengesticht Marcelis Bernardus Romenij
november 1927 in Amsterdam. overlijdt op 16 mei 1938 in Hilversum. Of hij ooit nog
eens het museum in ‘zijn’ gesticht heeft bezocht? Dat
is onbekend, maar de kans is niet groot…

14 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


Frans Greenwood (1680 – 1763)⁽¹⁾
Frans Greenwood (François in
sommige officiële documenten) werd
op 17 april 1680 geboren in Rotterdam
en daar op 21 april 1680 in de Engels-
presbyteriaanse kerk gedoopt. De
literatuur geeft tenminste vier data en
jaren van overlijden of begraven, maar
vastgesteld kan worden dat hij werd
begraven in de Dordtse Grote Kerk op
29 oktober 1763. Hij was een van de
acht kinderen geboren uit het op 7
januari 1671 te Rotterdam gesloten
huwelijk tussen Francis Greenwood,
‘engels coopman’ (New Leeds, West
Yorkshire, Engeland 5 oktober 1634 -
Wassenaar 5 mei 1731) en Anna Glover
(gedoopt Rotterdam 26 november
Miniatuurportret van Frans Greenwoord door Aert Schouman uit 1740
1648 - Rotterdam 20 februari 1712).
(Rijksmuseum Amsterdam)

Frans Greenwood ging in ondertrouw op 30 mei 1706, Frans Greenwood werd geboren in een koopmansgezin in
huwelijk op 14 juni 1706 in de Gasthuyskerck te Delft met Rotterdam. Over de jeugd en opleiding van Frans
Maria van den Holaert (Delft 23 december 1683 - begraven Greenwood is niets met zekerheid bekend. Hij bezocht een
te Rotterdam 14 december 1711). Zij was een dochter van of meer ons onbekende scholen, deels met zijn levenslange
Cornelis Willemsz van den Holaert, (overleden Delft 15 vriend mr. Cornelis Boon (Rotterdam 18 juni 1680-1750),
februari 1720), eigenaar van pottenbakkerij ‘De Twee baljuw van Heenvliet die de titel ‘Heer van Engelant’ (een
Wildemannen’ in Delft en van Quirina of Krijntje van Kuyck polder bij Heenvliet op het eiland Putten) zou erven. Met
of Cuijck (Delft 18 oktober 1657 - begraven Nieuwe Kerk hem deelde Frans zijn belangstelling voor poëzie. Beide
Delft 13 oktober 1716). Uit het huwelijk van Frans en Maria mannen verwierven met de publicatie van hun poëzie enige
werden twee kinderen geboren: Anna (gedoopt Rotterdam bekendheid. Boon volgde een universitaire opleiding, maar
8 maart 1707-begraven in de Nieuwkerk te Dordrecht 16 mei uit de sociale contacten die Frans onderhield, uit zijn arbeid,
1794) en Cornelis, ook wel Kornelis (gedoopt Rotterdam 4 brieven en gedichten kunnen we afleiden dat ook Frans een
september 1708 - Suriname 3 april 1736). goede opvoeding en opleiding moet hebben genoten. In 1702
trad hij toe tot de schutterij van Rotterdam waar hij de rang
Frans Greenwood was koopman en belastingambtenaar. van vaandrig bereikte. Hij bleef tot aan zijn huwelijk aan de
Daarnaast was hij schilder, dichter, maar vooral glasgraveur. schutterij verbonden.
Hij had belangstelling voor literatuur, muziek en Frans Greenwood en Maria van den Holaert traden in 1706 in
schilderkunst. Greenwood bezat een aanzienlijke het huwelijk. De kosten bedroegen 15 gulden, hetgeen wijst
bibliotheek zoals blijkt uit het werk van vriend en dichter op een zekere welstand. Een half jaar later, op 9 januari 1707,
Jacob Zeeus (1686-1718). Greenwood ontwikkelde een lieten zij hun testament op de langstlevende opmaken bij de
nieuwe techniek voor het graveren van glas, de Rotterdamse notaris Gerard Blockerus. Het echtpaar ging
‘stippeltechniek’. Die maakte hem internationaal bekend. De wonen aan de Nieuwe Haven even ten Noordwesten van het
met de diamantstift op het glas aangebrachte stippen van Haringvliet in het oude havengebied van Rotterdam. Hier
verschillende grootte en diepte maakte voorstellingen werden hun twee kinderen Anna en Cornelis geboren.
mogelijk met veel meer contrast, nuances, levendigheid en Binnen enkele jaren overleed Maria en Frans bleef met twee
dieptewerking dan de bekende lineaire graveertechniek. De kleine kinderen achter. Doordat hij dicht bij zijn ouderlijk
door Greenwood gegraveerde glazen zijn over de hele huis woonde, konden zijn zusters en het huispersoneel
wereld verspreid geraakt en worden zeer gewaardeerd. mede voor de kinderen zorgen. Frans zou niet hertrouwen.

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 15


Beker, 1730 Frans
Greenwood. Museum voor hen vervaardigde, maar deels ook omdat hij volgens
Boijmans van Beuningen getuigen aangenaam gezelschap was. Hij onderhield ook in
de wereld van de poëzie meerdere vriendschappen
waaronder een met de bekende achttiende-eeuwse dichter
Hubert Korneliszoon Poot (1689-1733). Hij publiceerde
verscheidene gelegenheidsgedichten, met name bij
bruiloften.

Van november 1717 tot maart 1719 was hij regent van het
Lakenkopersgilde in Rotterdam. Het jaar 1720 was
commercieel gezien een ramp. De oorzaak lag vooral in de
financiële crisis op de geldmarkt in Europa. Die crisis was
een gevolg van een vertrouwenscrisis in het systeem van de
Schotse econoom John Law (1671-1729) die bankbiljetten
wilde invoeren. Frans zag de toekomst somber in. Dit zal de
reden zijn geweest van het staken van al zijn commerciële
activiteiten. Hij vond een betrekking als ‘commies ter
recherche’, een soort belastingambtenaar, bij de
Admiraliteit van de Maas in Rotterdam. Die betrekking
bracht weinig op, tenminste indien de betrokken ambtenaar
onkreukbaar was.
Begin 1726 vestigde Frans zich met Anna (18) en Cornelis (17)
in Dordrecht waar hij tot zijn overlijden in 1763 zou wonen,
In augustus 1704 kwam hij bij zijn vader in de zaak: ‘Francis verzorgd door zijn dochter Anna die evenals zoon Cornelis
Greenwood en Zoon.’ Waarschijnlijk im- en exporteerden zij ongehuwd bleef. Frans Greenwood zette in Dordrecht zijn
allerhande goederen (onder meer zijde) en traden zij op als werk als belastingambtenaar voort, maar de meeste
verzekeringsagent. Vanaf 1707 werkte Frans jongere broer inkomsten ontving Frans na 1731 uit de opbrengst van de
Charles (doop op 10 november 1688-1711) eveneens in het plantage in Suriname. Aanvankelijk woonde het gezin in de
familiebedrijf. Schrijversstraat, maar vanaf 1745 aan het meer aanzienlijke
Steegoversloot.
Vader Francis Greenwood erfde van zijn broer Charles
senior suikerrietplantage ‘Blakkreek’ of ‘Black Creek’ in Stond in zijn Rotterdamse periode de poëzie centraal, na
Suriname. De plantage lag in het noordoosten van Suriname 1726, in zijn Dordtse periode was dat de glasgraveerkunst. In
aan de benedenloop van de rivier de Commewijne. Het was Dordrecht had hij contact met meerdere vooraanstaande
een aanzienlijke en goed renderende onderneming waar kunstenaars. Onder hen bevonden zich zijn leerling,
ongeveer tweehonderd slaven werkten. De plantage zou na glasgraveur Gillis Hendricus Hoolaart (geboren circa 1716,
het overlijden van Francis in 1731, worden geërfd door zijn waarschijnlijk verwant aan zijn vrouw), schilder Adriaan van
zoon Frans. Uit de nalatenschap van zijn broer verwierf der Burg (1693-1733), die Frans schilderles gaf en schilder en
Francis Greenwood eveneens een deel van het buiten kunsthandelaar Aert Schouman (1710-1792), eveneens een
‘Vinckenburg’ even ten zuiden van Wassenaar. Hij wist dit leerling van Van der Burg. Frans schijnt vooral
buiten uiteindelijk geheel te verwerven en woonde er van miniatuurportretten te hebben geschilderd, maar daarvan is
1713 tot aan zijn overlijden in 1731. er geen enkele herkenbare bewaard gebleven. In Dordrecht
Francis noch Frans bezochten ooit zelf hun plantage. De trad Frans toe tot de schilderbroederschap van Sint Lucas,
jongere broer van Frans, Charles Greenwood junior (1688- de voorloper van Pictura.
1711), vertrok naar Suriname om er directeur van deze
plantage te worden. In verband met zijn vertrek trok hij zich Van Schouman kocht Frans een aantal schilderijen en
terug uit de familieonderneming in Rotterdam. Daartoe prenten van verschillende meesters. Greenwood
tekenden François en zijn zoons Frans en Charles een onderwees Schouman in de nieuwe en moeilijke
contract dat onder meer stipuleerde dat Charles leiding zou glasgraveertechniek. De stippelgravure is een vrijwel alleen
gaan geven aan de plantage. Het schip waarmee Charles in de Noordelijke Nederlanden gebruikte techniek, met
naar Suriname reisde, leed echter schipbreuk en Charles, name in Dordrecht en Den Haag. Deze techniek wordt
zijn vrouw Marie Hosteijn (geboren 1685) en hun twee nog beschouwd als een belangrijke Nederlandse bijdrage aan de
zeer jonge kinderen Francis (geboren 1709) en Charles glaskunst. In de achttiende eeuw bereikte deze techniek
(geboren 1710) kwamen daarbij om het leven (1711). een hoog niveau in de handen van Frans Greenwood, David
Wolff (1732-1798) en Aert Schouman (1710-1792).
Frans Greenwood was een graag geziene gast op diners en
feesten van gilden, waterschappen, schutterijen enz. Naast schilderijen verzamelde Frans Greenwood ook
vanwege de bijzonder fraaie broederschapsglazen die hij curiositeiten. Het bekendste curiosum uit zijn collectie was

16 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


Suikerrietplantage ‘Blakkreek’ of
‘Black Creek’ in Suriname

ongetwijfeld het beulszwaard waarmee Johan van De plantage in Suriname bleef een goede bron van
Oldenbarnevelt op 13 mei 1619 zou zijn onthoofd. inkomsten, maar enige tijd na het overlijden van zijn vader
Greenwood schreef er een gedicht over. Dit zwaard is thans verkocht Frans de plantage in 1738 voor 27.000 gulden. Zijn
in het bezit van het Rijksmuseum in Amsterdam. Frans zoon functie bij de belastingen heeft hij formeel tot maart 1757
Cornelis nam les bij kunstschilder Adriaan van der Burg en behouden, hoewel hij toen wellicht niet meer actief was. Op
trachtte met tekenen en schilderen de kost te verdienen. zaterdag 29 oktober 1763 werd Frans Greenwood in de
Echter, toen een neef hem uitnodigde bedrijfsleider te Grote Kerk te Dordrecht begraven. Voor de stoet waren
worden op een van diens Surinaamse plantages, maakte drie extra koetsen besteld. De doodsklok werd ’s morgens
Cornelis op 13 juli 1735 samen met zijn zuster Anna zijn een half uur en ’s middags een uur lang geluid.
testament op en vertrok naar Suriname. Kort na aankomst
daar werd hij getroffen door ‘hete koorts’ (malaria) en
overleed op 3 april 1736. Waarschijnlijk werd hij begraven in
de ‘Oude Oranjetuin’ in Paramaribo, waar sedert 1685
Europeanen werden begraven.

Bronnen en literatuur: Enkele publicaties:


Stadsarchief Rotterdam. Inv. 746, Documentatie Frans Greenwood Gedichten (Rotterdam 1719)
RKD-artists nr. 203467 Boere Pinxtervreugd (Rotterdam 1733)
NNBW, deel 3, p. 495 Vervolg van F. Greenwoods gedichten en boere Pinxtervreugt (Dordrecht
Van der Aa, deel 7, p. 390 1760)
http://www.surinameplantages.com/archief/b/blakkreek
Van Eijnden en Van der Willigen, Geschiedenis der vaderlandsche Notitie:
schilderkunst, deel 2, p. 66
F.G.A.M. Smit, Frans Greenwood 1680-1763, Dutch poet and glass engraver (1) Artikel van Roel Leentvaar in het Biografisch Woordenboek Dordrecht
(Peterborough 1988)

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 17


Reis om Kaap Hoorn naar de Oost Indien (2)
Jean M.A. van Wageningen

Jacob van Wageningen Dzn. is


aan boord van het oorlogsschip
de korvet Pollux in Argentinië
gearriveerd. De Pollux samen
met het fregat Maria Reigers-
bergen is uitgezonden op
wereldreis om handels-
contacten aan te knopen in
Zuid-Amerika. Onderwijl
ontdekken ze een onbekend
eiland in de Stille Zuidzee en
verbaast Jacob zich over de
‘rare’ gewoontes van eiland-
bewoners. Welke Dordtenaar
maakt zoiets nog mee? Pollux en Maria Reigersbergen westelijk van Kaap Hoorn (afb.: Nicolas
Cammillieri, Scheepvaartmuseum inv.nr. A.0037(1)

4. Buenos Aires, Argentinië Zelfs worden de winkels, waaronder zeer aanzienlijke, eerst
Op 14 december 1824 ‘ging ik ’s morgens met een boot naar ’s avonds geopend en geheel verlicht. Na een wandeling
de wal. Daar gekomen zijnde, liet ik mij naar een logement gedaan te hebben, gebruikt iedereen het bad in de rivier. Ik
brengen om te dineren en de nacht door te brengen. Men zag op deze avond ongeveer drie à vierhonderd mensen
bracht mij in een logement op de Plaza del Mayo bij de heer baden, de meesten vrouwen. Allen kleedden zich aan het
Faienos, waar ik een kamer nam en aan de publieke tafel strand geheel uit en liepen spelend de rivier in. De vrouwen
zeer goed dineerde. Aan tafel vond ik een gezelschap van hielden enkel een rokje aan dat van de heup tot aan de knie
ongeveer achttien personen van verschillende naties, waar afhangt. Omtrent elf uur kon men de hele stoet in de stad
de Engelse taal het meest werd gehoord.’ Het plein is ontmoeten, waar men de winkels in en uit drentelde.’
genoemd naar de Mei-revolutie van 1810. Een wonderlijke ervaring voor Jacob die hij niet kende van
De stad ‘is zeer ruim en geregeld gebouwd met zeer grote zijn eigen stad aan de rivier, net als het doorgeven van een
pleinen waaronder de Plaza de Victoria met een zuil pijp waaruit men een paar teugen van een gekruide, zoete
opgericht ter ere van de republiek en vrijheid’. De beide thee nam die maté wordt genoemd, de nationale drank van
pleinen zijn nu samengevoegd tot een grote. De avond Argentinië.
maakte op onze Dordtenaar de grootste indruk: ‘De 23e ging ik ’s avonds andermaal aan wal. Halverwege
‘De Almeida, aan de oever van de rivier, wordt alleen ’s werden wij door een pampero overvallen, vergezeld van
avonds na zonsondergang bezocht zodat men overdag zware donders en regen. De [polaire] wind bracht zoveel
volstrekt geen mensen op straat ziet. zand van het land mee, dat wij de stad uit het zicht verloren.
De wind nog heviger wordende, waren wij genoodzaakt
verscheidene goederen overboord te werpen. Eindelijk
werd het na drie kwartiers uurs weer rustig en wij bereikten,
na drie uren op het water geweest te zijn, de wal.’ Deze keer
ging het Jacob om de handel in ogenschouw te nemen, ‘die
hier zeer levendig is’. Tenslotte was dit het doel van de reis.
‘De artikelen die meest ingevoerd worden, hangen af van de
smaak en beloften van de inwoners, welke de ondernemen-
de koopman spoedig ontdekt en daarmede zijn voordeel
doet. De uitvoer bestaat uit buffel-, koeien- en paarden-
huiden, vellen van verschillende wilde dieren, wol, paarden-
haar, ossenvlees, talk, goud en zilver.’
Vervolgens laat Jacob een berekening los op het aantal
inwoners in het gebied: 750.000 zielen.
Op het Plaza del Mayo (schilderij, maker onbekend)

18 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


‘Dus als de staatkundige zaken in deze landen eenmaal De grootste helling van het schip werd op de slinger-
geregeld zijnde, zou men met recht kunnen stellen, dat de kwadrant bevonden 39⁰ 30 te zijn geweest.
handel op deze stad tot een verbazende hoogte zou kunnen Op 13 februari werd Kaap Hoorn gerond. Eerdergenoemde
stijgen.’ Jacob verwonderde zich erover dat Antwerpen, de Willem Schouten gaf deze kaap de naam van zijn geboorte-
grootste huidenmarkt van Europa, dit gebied nog niet had plaats. ‘De 14e verloren wij ’s nachts de Maria Reigers-
ontdekt. Ook Nederlandse producten, waaronder de bergen uit het zicht en omdat we haar de volgende dag niet
klassiekers als jenever, boter en stoffen, ‘kunnen met veel zagen, werd koers gezet naar het eiland Juan Fernandez, dat
voordeel herwaarts gezonden worden’. Jacob pleit voor het als rendez-vous in geval van scheiding diende.’ Dat lag niet
stichten van een Nederlands handelshuis en een Neder- naast de deur, maar 2500 km verderop in de Stille Oceaan!
lands consulaat ‘om de handelsbetrekkingen zodanig aan te Juan Fernandez is nu de naam van deze hele, maar kleine
knopen, als ten meeste voordeel van de Nederlander zou archipel.
kunnen strekken’. Het buureiland, 180 km westelijk, heeft een verhaal en dát
Hij maakte nog een tochtje te paard naar de binnenlanden, kende Jacob ook. ‘Op dit eiland heeft men een mens
‘onbebouwd en woest’, en beleefde daar een stierengevecht. gevonden welke zich hier vijf jaren had opgehouden,
De 26e was Jacob weer aan boord en twee dagen later Alexander Selkirk, een Schotse stuurman op een Engels
lichtte de Pollux het anker om het na twee dagen weer in schip. Hij kreeg onenigheid [over de zeewaardigheid van het
Monte Video te laten vallen. schip] met de kapitein en werd [op eigen verzoek] aan wal
Op 7 januari 1825 ’s morgens om 4 uur zeilden de Pollux en gezet met zijn plunje en enkele benodigdheden. Na vijf jaar
de Reigersbergen de rivier af naar zee. [1709] werd hij ontdekt en opgehaald door kapitein Roger,
die hem naar zijn vaderland
5. Kaap Hoorn terugbracht. Het is deze
geschiedenis die als
inspiratiebron diende voor
de algemeen bekende
roman Robinson Crusoe.’
De Pollux had het eiland
Fernandez gevonden, maar
de Maria Reigersbergen liet
zich, ook nadat ze twee
dagen voor het eiland
hadden gekruist, niet zien.
Zuidelijk Zuid-Amerika (afb.: P.R. Bos, Schoolatlas der geheele aarde Dus besloot kapitein Eeg om
1910)
naar de plaats van
Alexander Selkirk
Op weg naar de kaap zagen ze slechts één schip, een Frans- bestemming te varen.
man, dat veel langzamer voer en na een korte tijd alweer uit
het zicht was. Wat in zicht kwam, waren pinguïns, fregat-
vogels en albatrossen. De laatste kon men ‘met gewone 6. Valparaiso, Chili
hagel niet schieten. Een van deze vogels werd met een ‘De 28e februari kwamen wij in de baai van Valparaiso ten
musketkogel getroffen, doch er kon geen chaloup vallen anker en vonden daar de Reigersbergen, welke de vorige dag
omdat het schip te veel vaart liep’. was aangekomen, liggen. De baai is een zeer goede anker-
Op 20 januari bevonden ze zich tussen de Falklandeilanden plaats maar bij sterke noordenwinden zeer gevaarlijk. Twee
en het vaste land. Op de 26e kwam land in zicht dat in 1616 jaar geleden werden zo 23 schepen op het strand gezet. De
was ontdekt door Jacob le Maire en Willem Schouten, en de stad heeft van binnen een ellendig uitzicht; verschillende
naam Statenland had gekregen. De Nederlandse kapitein huizen half af of liggen in puin, want een tijdje geleden is er
Hendrik Brouwer kon echter in 1643 melden dat Statenland een aardbeving geweest die tweehonderd huizen heeft
een eiland was. Ten zuiden van het eiland gekomen, kregen vernield en vierhonderd mensen onder het puin heeft
ze met hevige storm uit het noordwesten te maken die begraven. Alle kerken en torens zijn ingestort. Gedurende ons
gepaard ging met zware hagel- en regenbuien en geweldig verblijf werden er enige kleine schokken gevoeld.’
hoge zeeën. ‘Het land is zeer bergachtig, steil en dor. De weg naar de
Op 3 februari draaide de wind en passeerden ze de hoofdstad St. Jago is slecht gebaand, uit de rotsen
meridiaan van Kaap Hoorn. Door noordwestelijke winden gehouwen en moeilijk te berijden. Echter voor de Chileense
vorderden de schepen amper. ‘Doch den 10e februari kregen paarden geen hindernis en kunnen met dezelfde snelheid
wij ’s middags zulk een hevige storm, dat de commandant en over puntige rotsen en kuilen springen alsof zij over vlakke
de officieren verklaarden nooit iets dergelijks meegemaakt grond lopen.’
te hebben. (Deze storm was om drie uur op zijn hevigst toen Dezelfde firma die in 1824 de korvet Lynx had bevoorraad,
er een orkaan woei.) De orkaan duurde ongeveer twee uren, deed dat nu weer. De afrekening bedroeg $ 4.348,60 zijnde
toen de wind een weinig begon te bedaren en de volgende ƒ 11.611,18. Maar daarvoor kreeg de équipage dagelijks vers
morgen ons gunstig werd. vlees en soepgroenten.

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 19


De baai van Valparaiso, de haven van de hoofdstad Santiago, in 1830 (afb.: Jean Louis Tirpenne, lithografie)

‘Op deze stad wordt zeer sterk gehandeld en vooral door de Hoe was de politieke situatie op dat moment? Nadat
Noord-Amerikanen. De gouverneur van Valparaiso Napoleon Spanje had veroverd, benoemde hij zijn broer
verzekerde de commandanten van beide schepen, dat de Jozef Bonaparte tot koning, en dat werd die dus ook van de
Nederlandse koopvaardijschepen dezelfde voorrechten Spaanse koloniën. Een van de mannen die deel uitmaakten
zouden genieten als de schepen van andere natiën.’ Dat van de entourage van Napoleon was Simon Bolivar. In 1807
beloofde hij in een schrijven aan onze regering, dat hij aan was die uit Spanje naar zijn geboorteland Venezuela
de commandanten meegaf. Opmerkelijk is nog de teruggekeerd en had zich aangesloten bij de opstand tegen
opmerking van Jacob dat hij ook kleine schepen zag die de de Spanjaarden. In 1813 riep hij de republiek uit. Colombia,
tocht rond Kaap Hoorn hadden gemaakt, waarvan één van Panama, Ecuador en Bolivia (naar hem vernoemd) volgden.
slechts twintig ton. In de twintiger jaren zette Bolivar zijn zinnen op het
Jacob, als goed opgevoede Dordtenaar, maakt er geen verjagen van de Spanjaarden uit Peru. Daar werd hij in 1824
woord aan vuil, maar Pieter Troost van de Reigersbergen president en had zowel de politieke als de militaire leiding.
beschrijft dat er iedere avond ‘open schuitjes in de baai bij Maar één bolwerk was nog in Spaanse handen: het fort van
goed weder roeien, waarin even dartele als geriefelijke Callao. ‘Het beleg van Callao had reeds omtrent zes
meisjes en vrouwen, die volstrekt geen gevoel van maanden geduurd zonder dat de insurgenten [opstande-
schaamte of schande vertoonden’. De bemanning lingen] nog vorderingen van belang maakten. De vesting
vermaakte zich er kostelijk mee, blijkbaar hadden zij weinig werd verdedigd door generaal Rodsil, die zich met
moeite met het ‘zedeloze’ gedrag. De mare van de willige tweeduizend man daar had opgesloten en zich uitmuntend
vrouwen in de tropen was voor veel jonge mannen een verdedigde (het kan nog zes à zeven maanden verdedigd
goede reden om scheep te gaan om dat met eigen ogen te worden voor er tekorten komen). Gedurende ons verblijf in
aanschouwen. de baai waren er dagelijks gevechten, welke dikwijls vrij
Na drie weken in de baai van Valparaiso te hebben gelegen, hevig waren. Wij konden het vuur duidelijk onderscheiden en
werd op 21 maart het anker gelicht en zeilden de schepen de verschillende kleuren van de vlaggen zien. Op een van de
‘met een frisse koelte’ naar zee. De Steenbokskeerkring slagvelden lagen ongeveer tweehonderd lijken, zodat men
werd in de avond van de 25e gepasseerd. ‘Op de 26e voelden verscheidene geraamten nog in hun kleren vindt liggen.’
wij ’s morgens rond acht uur een zware schok in het schip, De leiding van de Pollux en
welke werd gevolgd door een hevige trilling, welke vier à vijf Reigersbergen hadden wel
minuten duurde, de oorzaak hiervan is waarschijnlijk een door, dat de Spaanse
aardbeving geweest. Op de Maria Reigersbergen was overheersing ook hier
hetzelfde gevoeld geworden.’ De verdere reis verliep zonder voorbij was. En dus was de
wederwaardigheden. tijd gekomen om met de
invloedrijke Simon Bolivar
7. Lima, Peru over handel te praten.
Lima zelf ligt 10 km in het binnenland en haar haven is Vandaar dat volgens Pieter
Callao, tevens een vesting. ‘Doch sedert deze vesting door Troost, ‘drie van onze
generaal [Simon] Bolivar belegerd en door de Chileense officieren zich naar het
admiraal Blanco geblokkeerd was, is deze baai verplaatst hoofdkwartier begaven om
[sic].’ Vandaar dat de beide schepen de iets zuidelijker hun opwachting te maken en
gelegen baai van Corillo als ankerplaats opzochten. werden met de meeste Simon Bolivar (afb.: internet)

20 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


hartelijkheid door die beroemde man ontvangen. Zij boegspriet door ons kruistuig heen kwam.’ Goede kans dat
genoten de eer een vrij lang gesprek over verschillende deze bijna botsing op de Reigersbergen niet is gemerkt;
meer of min belangrijke onderwerpen met die dappere Pieter Troost maakt er in ieder geval geen melding van. Dit
bevrijder te hebben en roemden zijn gewone vriendelijk- soort ongelukken kwamen overal op zee regelmatig voor,
heid.’ In goede koopmansgeest werden aan hem meegeno- want men voerde geen verlichting. Pas in 1897 werden
men stalen koopwaar getoond. boordlichten internationaal verplicht gesteld. Beide
Over de paarden was Jacob niet te spreken toen hij op zo’n schepen gingen in de Anna Maria baai voor anker. Het
dier naar Lima reed. ‘Zo goed de paarden te Valparaiso zijn, verhaal wordt eentonig: kokosnoten werden geruild voor
zo ellendig hier en niet waard gevild te worden. Voor zulk stukjes ijzer, drie varkens voor een kleine bijl en ‘de vrouwen
een ellendig beest geeft men zes matten per vierentwintig wisten al spoedig met onze matrozen overeen te komen’. De
uur.’ In Lima maakte het franciscaner klooster, het grootste eilanders kwamen meestal zwemmend naar het schip ‘waar
in de stad, diepe indruk en dan vooral de kerk ‘waarin het zij zeer bedreven in zijn en met een grote snelheid vorderen;
grote altaar bijna geheel van massief zilver is. Het is naar tegen de avond verliet ons het gehele gezelschap en zwom
mijn schatting vijftig voeten hoog en evenzo breed. De van boord.’ Hoewel de Novahever gezond en sterk is, zijn ze
pongo wordt hier algemeen gedragen. De vrouwen dragen ‘echter niet vrij van Venerische ziekte’.
een zeer nauwe geplooide rok die slechts zeer kleine Op het eiland waren tweeënhalf keer zoveel mannen als
voetstappen toelaat. Een andere rok wordt over het hoofd vrouwen, polyandrie (veelmannerij) was er de norm.
geslagen en bedekt het gezicht zodanig, dat slechts één oog Voor de hele equipage was vers water een van de
vrijgelaten wordt. Deze sluier wordt met een hand belangrijkste zaken. ‘Bij het binnenkomen van de baai
vastgehouden, terwijl de andere hand de elleboog hadden wij meer dan vijftig watervallen geteld, die van de
ondersteunt.’ Sprekend over de handel met een Noord- hemelhoge rotsen neerstorten en beekjes vormden.’ Bij een
Amerikaan ‘gaf hij mij deze korte beschrijving: Noord- hiervan had men een tent opgericht, bewaakt door zes à
Amerika voedt Peru en Engeland kleedt de inwoners, en acht gewapende mannen, want de inlanders hadden een
deze twee natiën voeren daartegen niets dan goud en zilver ander idee van mijn en dijn dan onze reizigers. Tijdens een
uit.’ hevig noodweer werden de rieten hutten meegesleurd door
‘Op 10 april zeilden wij ’s avonds met een flauwe zuidoosten de stroom en kwam een eilander om het leven. ‘In verschei-
wind naar zee. Enige mijlen van het land verwijderd zijnde, dene hutten vonden wij een mensenhoofd hangen, dat
kregen we de zuidoost passaat en hielden die.’ Op de 11e en gewoonlijk aan het haar onder het dak hing.
de 24e zagen ze een schip, voor de rest alleen zeevogels en
vissen. Dan is er eindelijk op 13 mei land in zicht: St. De mannen zijn over
Dominica. Daarna volgden nog een aantal eilanden waar ze het algemeen groot,
langs voeren, totdat ze hun bestemming hadden gevonden. welgemaakt en
sterk, de vrouwen
8. Novaheva, Marquizen eilanden integendeel klein en
‘Op 14 mei ’s avonds ontdekten we eindelijk het eiland lelijk. De mannen
Novaheva [nu Nuka Hiva, Marquesas Eilanden, Frans gaan geheel naakt of
Polynesië]. Door de nevelen was er weinig van de bergen hebben een lap om
zichtbaar en was het land pas op geringe afstand te zien. We het middel geslagen,
draaiden tussen de eilanden bij en liepen groot gevaar om allen hebben een
door de Maria Reigersbergen aangezeild te worden: om bandje om de
twaalf uur een wending doende, wendde de Maria tegen ons voorhuid stijf
in wat door de duisternis niet werd ontdekt, totdat de Maria gebonden, waarmee
reeds zeer dicht bij ons was dat ze bijna met haar zij de roede
dichtbinden.
Waarschijnlijk is dit
gebruik voor het Novaheva man (afb.: gravure W.G. Tilesius,
1813)
inkruipen van
insecten of ander gedierte. Ze zijn over het hele gezicht en
het lijf tot op de voeten getatoeëerd. De vrouwen droegen
een doek die zij om de heupen binden en een soort mantel
over de schouder, anderen gaan geheel naakt en bedekken
enkel de schaamdelen met een paar bladeren.’ Curieus is het
verhaal van een man die een lange groene jas droeg, een
beetje Engels sprak en getuigschriften had van kapiteins die
het eiland hadden aangedaan. Een ‘recommandatie’ was in
het Engels gesteld, ‘waarin iedereen voor de inboorlingen en
De Pollux en de Reigersbergen in de baai Anna Maria op Novaheva voor hem in het bijzonder gewaarschuwd werd. Hij had
(afb.: Q.R.M. Ver Huell, steendruk door Desguerrois & Co 1829) veroorzaakt dat er een sloep vernield en vier man vermoord

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 21


en verslonden waren geworden. (hij vertoonde de Er werd uiteindelijk bijgedraaid en we bleven zo liggen tot
geschriften, niet wetende wat zij inhielden.)’ het dag werd en de mist wat opgetrokken was. Om half zes
‘De dag voor ons vertrek werd het schip taboe verklaard, zagen we duidelijk land op een kwart mijl afstand en we
waardoor alle eilanders verboden werden aan boord te herkenden een koraaleiland met aan onze kant een ver in
komen. Toch kwamen ’s avonds omtrent 40 vrouwen, die zee uitstekend rif waar een geweldige branding was. Een
gewoon waren met de laatste sloep aan boord te komen, onvermijdelijke schipbreuk was ons lot geweest als we
naar het schip zwemmen, maar werden niet toegelaten en dankzij het stille weer de branding niet hadden gehoord.’ De
moesten onverrichter zake terugkeren. Op 26 mei waren we Maria Reigersbergen was door een kanonschot vanaf de
klaar om zee te kiezen, lichtten we ’s morgens het anker en Pollux gewaarschuwd en eveneens bijgedraaid.
boegseerden het schip de baai uit. Zo lang wij nog niet ver Om tien uur werd er een sloep gestreken die met een paar
van het land verwijderd waren, hadden wij stilte en regen, officieren naar het eiland roeide. De sloepen van de Pollux
maar kregen twee dagen daarna de passaat uit het zuidoost en de Maria verenigden zich. Ze troffen er ongeveer 200
en oost, welke fris doorwoei, zodat we ongeveer acht à inwoners ‘elk met een palmtak in de hand. Dadelijk werd
negen mijlen in een wacht (vier uur) afzeilden. Gedurende met de ruilhandel begonnen. De eilanders toonden zich
veertien dagen behielden wij deze gunstige wind.’ hierbij zeer wantrouwig en diefachtig. Drie van hen stalen
Om middernacht op 11 juni passeerden de beide schepen de de sloephaak, een paar probeerden het roer uit de pennen
datumgrens en waren toen de halve aardbol rondgezeild. Ze te lichten, en een ander had een stok van twee vaam lang
springen nu een dag over. ‘In plaats van zondag de 12e [3.60 m.] met een net eraan gebonden. Dit wierp hij om het
vervolgen we met maandag de 13e en dus de zondag hoofd van een matroos en wilde zo zijn hoed stelen. De
achterwege laten. Door deze handelswijze zullen we, in aanslag mislukte. Enige geweren werden afgeschoten, maar
Oostindien komende, weer met de burgerlijke tijdrekening dat maakte volstrekt geen indruk op hen.’
overeenkomen.’
Toen de sloepen in de middag terugkeerden, werd de vlag
9. Nederlands Eiland gehesen en loste de Pollux een salut van elf schoten,
‘De 14 juni 1825 was bijzonder merkwaardig door de waarna het eiland de naam Nederlandsch Eiland werd
ontdekking van een tot hiertoe onbekend eiland, maar deze gegeven. De bemanning kreeg, na het roepen van een
ontdekking had bijna onze ondergang ten gevolge gehad. driewerf hoera!, een extra oorlam. ’s Middags werd het atol
Ongeveer een uur voor zonsopgang werd een sterk geruis nauwkeurig in kaart gebracht. Door het koraal werden zes
buiten boord gehoord dat steeds harder werd. Het was eilandjes met elkaar verbonden, die slechts 3 à 4 meter
bovendien zeer mistig zodat we slechts een scheepslengte boven het zeeoppervlak uitstaken. Ook de ligging van de
vooruit konden zien. Maria Reigersbergen en de Pollux werd op de kaart (boven

Het eiland met het gevaarlijk uitstekende rif. In het midden meren de twee sloepen aan en komen eilandbewoners aangelopen (afb.: Q.R.M. Ver
Huell, steendruk door Desguerrois & Co, 1829)

Zicht op het eiland vanaf de Pollux (afb.: Q.R.M. Ver Huell, steendruk door Desguerrois & Co, 1829)

22 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


Kaart van het eiland (afb.: aquarel
door H.F. Tengbergen, dienende
als eerste officier op Z.M. Korvet
van Oorlog Pollux)

zoals ’s morgens en onder zoals ’s middags) aangegeven, veel aandacht aan. De naam Nederlandsch Eiland is al lang
evenals de routes die de sloepen zowel heen als terug verleden tijd. De wereld kent het eiland nu als Nui, deel van
voeren. de archipel Tuvalu⁽¹⁾ . Toch houdt de Nederlandse
bemoeienis met Tuvalu stand, want in 2011 was Foppe de
Hoe groot de wereld in 1825 was, blijkt uit het feit dat de Haan onbezoldigd trainer van het nationale voetbalelftal.
kranten in Nederland pas acht maanden later melding
maakten van de ontdekking van dit eiland. De volgende dag, 15 juni 1825, gingen de schepen onder zeil,
Deze ontdekking was zeker een van de hoogtepunten van de wendden de boeg naar het westen en voeren verder over de
reis voor Jacob en hij besteedde er in zijn aantekeningen Stille Oceaan.

Utrechts Volksblad, 10 februari 1826

Wordt vervolgd!
Dordrecht Monumenteel|Dordts Geboren #79, juli 2021

Correctie: op p. 42 in het eerste deel van dit verslag in Dordrecht Monumenteel | Dordts Geboren nr. 77 staat
bij de afbeelding 'Aantekeningen' een foutief onderschrift. Dit had namelijk betrekking op de afbeelding van de
titelpagina van het verslag, welke als opening van het artikel op p. 40 is gebruikt.

Notitie:
(1) Jean M.A. van Wageningen, ‘“Tuvalu verdwijnt!”’ in: Tijdschrift Oud-
Dordrecht, 2007 nr. 1

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 23


Jeugdzorg in de 18 eeuw
Voorstraat 353
In de 18e eeuw waren er geen
instanties zoals Jeugdzorg die
ingrepen wanneer ouders hun
kinderen niet verzorgden. Maar er
waren wel degelijk uithuisplaatsingen
waartoe (net als nu) het gerecht
besliste op initiëren van een
(gezins)voogd. In de stukken van de
Heeren vanden geregten en Camere
Juditieel der Stad Dordregt lezen we
dat Hendrik Neeringh, een op de
Nieuwe Haven wonende koopman, in
1732 bewerkstelligt dat een kind
wegens verwaarlozing uit het huis van
haar moeder wordt gehaald. Het kind
komt uiteindelijk in een ‘fatsoenlijk
burgerhuis’ terecht.

Geeft met schuldige eerbiedigheijt te kennen Hendrik


Neeringh, coopman in qualiteijt als testamentair mede-
voogt over Eva van den Bergh, minderjarig dogtertje,
nagelate bij Dirk van den Bergh door hem aan Neeltje
Vogels verwekt. Zij dagelijks is verloopende in sterken
drank als andere meerdere onordentelijkheijt en
Godloosheden niet oorbaar in desen te expresseren de
welke ten haren huijse gepleegt worde en als wanneer een
en andermael comt te gebeuren, dat sij met den drank
bezet zijnde zig niet ontsiet haar voorsegd kint des nagts
buijten de deur te jagen en alsoo stroomsgewijs te laten
loopen. Hetselve wijgerende de cost te geven en van
kleederen ook hoe gering te voorsien.
Zulks door alle die schandaleuse behandelingen en andere
meer door de voornoemde weduwe gepleegt het voorsegd
haer kint wert gexponeert en bloodgestelt aan zeer
deplorabile uijteijndens en waaromtrent den suppliant in
sijne voorsegde qualiteijt geoordeelt heeft gemoeds en
pligtshalven niet langer stille te connen wesen.

Moeder was dus aan de drank geraakt en verzorgde haar


toen pas 14-jarige dochter niet meer. Ze joeg haar zelfs ’s
nachts de straat op. Het gerecht besloot haar uit huis te
plaatsen en bij een pleeggezin onder te brengen.

De Camere gehoort enz.


Omme het minderjarig kind Eva van de Bergh te halen off
doen halen uijt het huijs van desselvs moeder de weduwe
van den Bergh hetselve te nemen onder sijn directie en
bewint. haar verders te bestellen op een handwerk en in een

24 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


fatsoendelijk borgershuijs in de cost te doen en daar toe te En Eva? Zij gaat op 31 juli 1736 te Dordrecht in ondertrouw
emplijeren van tijt tot tijt jaarlijks 80 guldens van de vijff met de in Velp geboren Dirk Mol, die in Rotterdam woont.
hondert gulden. het welke is ingegaan meij 1732. Ze trouwt op 30 augustus 1736 vanuit de Nieuwstraat.
Waarschijnlijk woont ze daar bij het gezin van haar voogd
Eva van den Bergh is op 13 november 1717 te Dordrecht Claes Schattelingh, een muntmeester, die samen met
gedoopt als dochter van Dirk van den Bergh en Neeltje medevoogd Pieter van Strijmen, als opvolgers van Eva's
Maartensdr. Vogels. Haar doopnaam was Heva. Ze woonde vroegere voogden, als getuigen bij het huwelijk optreden.
met haar ouders op de Voorstraat, aan de zijde van de Zij is op dat moment 18 jaar en hij 22, ze zal met hem vier
haven, vlakbij de Visbrug, waar haar vader winkelier was. Nu kinderen krijgen.
kennen we dat pand als Voorstraat 353. Waarschijnlijk
voelde Dirk zijn dood naderen, want op 5 juli 1725 liet hij een
testament opmaken, waarin hij de kooplieden Hendrik
Neeringh en Cornelis Vereijck tot voogden over zijn
minderjarige dochter benoemde⁽¹⁾. Kort daarop moet hij zijn
overleden, want op 27 september 1725 verkocht zijn weduwe
het huis ⁽²⁾.

Ondertrouw Eva van den Bergh en Dirk Mol op 31 juli 1736

Notitie:
(1) RAD 10.33.50
(2) RAD 9.1650.188

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 25


Drie voormalige stations in Dordrecht herontdekt
Arno de Grauw

In de reeks ‘Verhalen van Dordrecht’,


nummer 14 uit 2008 getiteld
‘Dordrecht op het Spoor’, schrijft Rita
Heiden over de spoorgeschiedenis van
ons eiland. Zij heeft het over twee
stations. “Op de lijn Dordrecht-Elst
zijn er op Dordts grondgebied naast
het centrale station nog twee
halteplaatsen: Dubbeldam en ’t
Visschertje. Tien jaar na de opening
van de spoorlijn, in 1895, wordt station
Dubbeldam al weer gesloten. 't
Visschertje blijft tot mei 1927 in de
dienstregeling gehandhaafd.”

Deze stations zijn totaal vergeten. Waar lagen ze precies? De locatie van station Dubbeldam is aan de zuidelijke kant
Victor Lansink, specialist beeldmateriaal van het Utrechts van de spoorlijn, aan de Crayensteynstraat, bij de
Archief, wist de locaties te melden. Station Dubbeldam lag spoorwegovergang naar de Reeweg Oost. Let op: het
bij de spoorwegovergang aan de Reeweg Oost en station ’t noorden bevindt zich onderaan de tekening.
Visschertje bij de niet meer bestaande overweg op de
Noordendijk. Op onderstaande tekeningen zijn de situaties
te zien van de wachtposten 80 (Dubbeldam) en 79 (’t
Visschertje).

Situatie van het station Dubbeldam met wachtpost nr. 80 in 1885 Halte 80 Dubbeldam in 1935 (foto: Regionaal Archief Dordrecht)
(afbeelding: Het Utrechts Archief)

26 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


Situatie van station ’t Visschertje met wachtpost nr. 79 in 1885 Halte 79 ’t Visschertje in 1927 (foto: Regionaal Archief Dordrecht);
(afbeelding: Het Utrechts Archief) de huidige locatie van station ’t Visschertje is de noordelijke kant van
de spoorlijn, even ten zuiden van de rotonde aan de Groenezoom.

Halte Willemsdorp
Over een derde station, Halte Willemsdorp, schrijft Cees
Esseboom in tijdschrift Oud-Dordrecht van 2003 (nr. 3) een
interessant artikel. Het Utrechts Archief bericht hier nu
over dat dit een station was en geen wachtpost.
Tegenwoordig noemt de NS zo’n station een stopplaats.
Volgens de NS-Klapper Willemsdorp I is dit station voor
personenvervoer in gebruik geweest van 1872 tot 1934. Het
is in gebruik genomen op 1 juli 1872. Op 1 januari 1883 wordt
er een telegraafkantoor voor particuliere telegrammen aan
toegevoegd. Op 15 mei 1934 wordt het station opgeheven.
Het bevond zich op het zuidelijke puntje van de huidige
Beerpolderweg, zie hiernaast de luchtfoto uit 1936.
Koningin Wilhelmina heeft het in 1934 voor reizigers
opgeheven station Willemsdorp nog even benut. Op 12
december 1936, tijdens haar reis naar Dordrecht, stopte zij
daar voor de opening van de verkeersbrug over de Moerdijk.

Haltegebouw Station Willemsdorp (beeld: Utrechts Archief)

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 27


In het ootje genomen
Kees Klok

Eigenlijk verdient het plaatjesboek als dat gebeurt in de vorm van een
zonder plaatjes (want die moet de lezer gedeeltelijk door gemeenschapsgeld
zelf sparen) dat een paar dagen geleden gesponsord niemendalletje waarin
in mijn brievenbus rolde geen enkele nogal wat onzin over de geschiedenis
aandacht, ware het niet dat de van de stad staat. Platitudes en
gemeente Dordrecht er veertigduizend bombastische pocherij rijgen zich
euro in heeft gestoken, in het kader van aaneen, waardoor de indruk wordt
de viering van '800 jaar' Dordrecht. Er is gewekt dat Dordrecht zich nogal als
niets mis met aandacht vragen voor de een opscheppertje manifesteert.
rijke geschiedenis van Dordt, maar wel

Dat er wat druk- en


taalfouten in staan de indruk heb dat ik in het
(bijvoorbeeld 'Vrij ootje word genomen.
Statenvergadering', een
pand die is gerestaureerd, In het colofon staat ook nog
hoofstraten) ach, dat kan dat het 'concept' en de
gebeuren. Weinig boeken 'productie' in handen waren
zijn foutloos, al duidt het van Tomorrow, Rotterdam,
wel op een slordige een bureau dat zich toelegt
redactie. Wie is die redactie op lokale promoties.
eigenlijk, vroeg ik mij af. In Op hun website vind je het
het colofon staat: kant en klare concept
Verzamel historie van jouw plaats.
'Tekst- en beeldredactie: We weten dus in ieder geval dat de betrokken
Regionaal Archief Dordrecht, Gemeente Dordrecht, Het supermarkten en Dordrecht Marketing het niet zelf hebben
Dordt Boek, Ach Lieve Tijd, Dordrecht Marketing' verzonnen. Ik ben er niet bij geweest, maar mag ik vrezen
dat een enthousiaste amateur van Tomorrow
Geen enkele naam dus van degenen die verantwoordelijk verantwoordelijk is voor de bedroevende inhoud van dit
zijn voor de inhoud. Wel het Regionaal Archief, waarvan ik plaatjesboek Dordrecht 800 jaar?
me niet kan voorstellen dat het voor zo'n schaamteloos
domme tekst verantwoordelijkheid zou willen nemen. De Veertigduizend gemeentelijke euro's, dat is niet niks, dan
Gemeente Dordrecht? Hoe dan? Wie dan? Het Dordt verwacht je enige kwaliteit, maar wat krijg je? Allereerst de
Boek? Zouden de auteurs daarvan eigenlijk wel weten dat onwaarheid dat Dordrecht in 1220 stadsrechten kreeg van
ze hieraan hebben meegewerkt en zo ja, schamen ze zich
graaf Willem I. Inmiddels is door
dan de ogen niet uit het hoofd?
de Dordtse mediëvist Henk 't
Ach Lieve Tijd? Dat is een
interessante verzamelband Zucht. Ga Henk 't Jong overtuigend aangetoond
dat het ging om een uitbreiding
van katernen over de Dordtse
geschiedenis van Uitgeverij Jongs De dageraad van al bestaande stadsrechten.
Dordrecht is ouder dan 800 jaar,
Waanders en wat toen nog het
Gemeentearchief Dordrecht van Holland eens al 1000 geleden was er sprake
van bewoning en het was
heette uit de tijd van burge-
meester Jan Noorland, die dat lezen, zou ik zeggen. hoogstwaarschijnlijk voor 1200 al
een stad.
ambt van 1985 tot 2000
bekleedde. Hoezo Ach Lieve
Tijd? En dan Dordrecht Marketing. Wie van Dordrecht Ik zou bijna zeggen dat we 'natuurlijk' de foutieve
Marketing? Iemand die echt iets meer weet van de voorstelling tegenkomen van de St. Elizabethsvloed van
stadsgeschiedenis dan wat reclamekreten? Ik krijg 1421. Dat er meerdere overstromingen waren en dat er niet
enigszins kriebels over mijn rug, dat gebeurt vaker als ik in één klap een vloedgolf met duizenden slachtoffers over

28 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


het land kwam is inmiddels op ruime schaal bekend, maar statenvergadering nogal wordt overdreven en dat
niet bij de makers van Dordrecht 800 jaar. Gezaghebbende inmiddels door flink wat historici onderuit is gehaald.
of recente literatuur over de Dordtse geschiedenis (de Op dezelfde bladzijde staat een warrig stuk over het
driedelige Geschiedenis van Dordrecht, de serie Verhalen stadsbestuur, waaraan geen touw is vast te knopen en lees
van Dordrecht, het boek De oudste stad van Holland van ik: 'dat de grafelijkheid de stad in de beginjaren als volledig
Henk 't Jong en de tijdschriften Oud-Dordrecht en eigendom bestierde.' Zucht. Ga Henk 't Jongs De dageraad
Dordrecht Monumenteel) lijkt bij de makers onbekend. Dat van Holland eens lezen, zou ik zeggen.
is niet erg voor een reclamefoldertje, maar wel als dat in Op bladzijde 13 wordt gezegd dat Jan van Brabant in 1418 'de
een luxe uitgave met gemeentelijke subsidie is gemaakt. Dordtenaren vijf weken in het nauw' bracht. Ja, maar hij liep
daarbij wel een bloedneus op. Een regel later laten ze de
De makers zijn weinig consequent. Zo wordt ergens Watergeuzen wel de stad veroveren. Althans de tekst leidt
geschreven dat Dordrecht sinds 1421 een eiland is. Ergens tot die foute conclusie. Zo gaat het maar door. Wel de
anders zegt men dan weer dat Dordrecht altijd al een door Dordtse Synode noemen (1618/19), maar met geen woord
water omspoeld eiland was. Eerst geen, dan wel en dan over de Remonstranten reppen. Over de nijverheid in de 17e
altijd een eiland en nog door water omspoeld ook. Toe maar. eeuw schrijven en daarna de scheepswerven van Gips en
Schouten noemen, zonder erbij te vermelden dat we het dan
Men gaat op thematische wijze door de geschiedenis. Dat is toch echt over de 19e eeuw hebben. Oranje Wit opvoeren als
een keuze, maar het maakt de tekst warrig. En slordig. 'eerste voetbalvereniging met een levensbeschouwelijke
Op bladzijde 10 lezen we 'Sportverenigingen kwamen pas achtergrond' (1925), maar geen woord wijden aan de echt
door de toename van de vrije tijd in onze eeuw tot oudste voetbalclub van de stad, DFC, dat is opgericht in
ontwikkeling.' 1883.
Pardon, onze eeuw? Het lijkt alsof de makers even in het
geschiedenisboekje hebben gekeken dat ze vroeger op de Als de aanleg van de hogedrukwaterleiding wordt genoemd,
mavo gebruikten en klakkeloos een zinnetje hebben vertel je er natuurlijk niet de belangrijkste aanleiding bij, de
overgeschreven. voortdurende cholera-epidemieën die in de zomers de stad
Iets natrekken doen ze ook niet. De toren van de Grote Kerk teisteren. Zo kan ik doorgaan, maar het is wel genoeg. Over
wordt trots schever dan de toren van Pisa genoemd. De de reclamepagina's zwijg ik, het is tenslotte een
Dordtse toren staat volgens de makers maar liefst twee reclameboekje dat zo snel mogelijk de papierbak in moet.
meter uit het lood, 'waardoor deze zelfs schever staat dan De plaatjes zullen best mooi zijn, maar als ik een goed
de wereldberoemde Toren van Pisa' (blz. 32). Laat die leesbaar, interessant en van mooie illustraties voorzien
wereldberoemde toren nu ongeveer 4,5 meter uit het lood boekje over de geschiedenis van Dordrecht wil lezen, dan
staan. pak ik de Canon van Dordrecht van het Augustijnenhof wel,
een mooie leidraad om je verder in de materie te verdiepen.
Naarmate ik meer doorblader, zie ik meer treurigheid. De gemeente Dordrecht had er beter aan gedaan om die
Jawel, lees ik: 'De rol van Dordrecht in de vorming van de veertigduizend euro te besteden aan het huis-aan-huis
natie is groot' (blz. 29). En dan volgt uiteraard het verbreiden van dat leuke en nuttige boekje.
aanvechtbare verhaal waarin het belang van de eerste 'vrije'

Bestel de canon

Notitie:
(1) Ontleend aan de Histoblog van Kees Klok 12-1-2021
https://keesklokhistoblog.blogspot.com/

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 29


Een ‘hoer-huijs’ op de Riedijk
Harry Aardoom

Cataryn Jansdochter ter Wufter


was een jongedame uit Wesel die
begin 1714 in Dordrecht logeerde in
het logement De Slaapkeet van
Daniel Koene aan de Riedijk bij de
Ooievaarsgang. Ze maakte in het
logement kennis met ene Marrij
Wolfrats. Marrij was één van de
dienstmeisjes die daar werkten.

Marrij vroeg haar of ze - als het zou worden gevraagd - wilde


zeggen dat zij zusters waren. Dat wilde Cataryn wel doen.
Kennelijk was Cataryn een jong groentje. Later kwam ze
erachter dat Marrij ook aan andere vrouwen, poorters van
de stad, had gevraagd of die haar “nichtjes” wilden zijn.
Marrij bleek overduidelijk een prostitué te zijn. Op verzoek
van logementhouder Daniel Koene legde Cataryn de
volgende verklaring af voor notaris Petrus van Son.

Het toilet (“secreet”) van het logement stond in de


Ooievaarsgang, een steegje vanaf de Riedijk naast het
logement. Er zat een flinke scheur in het hout van de deur
van het secreet, zodat er min of meer te zien was of het De Ooievaarsgang is genoemd naar het huis De Ooievaar, dat op de
Voorstraat tussen de Boomstraat en het Melkpoortje stond. In 1714
toilet bezet was. heette dit gedeelte van de Voorstraat Riedijk.
Op een dag zag Cataryn door die scheur een vrijend paartje
zitten in een kruiwagen in het toilet. Marrij zat bij een kerel
op schoot. Cataryn trok geërgerd de deur van het toilet Maar Marrij antwoordde dat het nog vroeg genoeg was. Ze
helemaal open met “Dat gaat al heel moij”, waarna Marrij en kwam pas om elf uur terug in het logement. Toen Marrij de
haar vriend opstonden uit de kruiwagen en mopperend avond in een achterkamer van de slaapkeet met de schipper
weggingen. “Al morrende en knorrende” zei Marrij tegen te bed ging, vond de vrouw van de logementhouder het
Cataryn: “Wat raakt u dat, het syn saken die u niet welletjes en joeg hen het logement uit. Marrij bleef toen de
aangaan.” hele nacht weg.

´s Middags zag ze Marrij in het logement zitten op de De “slaapvrouw” Anne den Diender, waarschijnlijk de vrouw
schoot van een schipper uit Gouda. Naar de van de logementhouder, verklaarde later dat Marrij
logementhouder wist te vertellen was dat een getrouwd probeerde “van haar huyse een hoer-huijs te maken.”
man. Ze zoenden elkaar. Het paar wandelde om vijf uur die
middag de Riedijkspoort uit naar het schip van de schipper. Marrij veranderde haar stijl van leven niet. Een volgende dag
zat Marrij weer bij een andere man op schoot, dronk samen
Lijsbet, een ander dienstmeisje van het logement, kreeg van met de nieuwe klant jenever en zong liedjes. Dat kon zo niet
de logementhouder om half tien ´s avonds opdracht om te doorgaan, want het was verboden een bordeel te houden
gaan zien waar Marrij zo lang bleef. Marrij moest immers binnen de stadsmuren. Wanneer dat zou worden ontdekt
werken in het logement. Lijsbet liep naar het schip en keek dan zou Daniel Koene zijn logement moeten sluiten. De
door de patrijspoortjes. Ze zag dat Marrij en de schipper in logementeigenaar wilde een klacht indienen bij het Gerecht
elkaars armen te kooi lagen in het vooronder. Lijsbet klopte van Dordrecht, en had daarbij ter onderbouwing de
aan, en sommeerde Marrij dat ze moest komen werken. beëdigde verklaring van Cataryn nodig.⁽¹⁾

Notities:
(1) RAD 20.468 akte 1, fol. 1-3

30 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


Vlaggen tussen hoop en vrees
Jeanine Erades

Verhalen over Dordrecht


In de rubriek Verhalen over Dordrecht laten we onze
lezers verhalenderwijs kennismaken met een of meer
vensters uit de Canon van Dordrecht die in oktober 2020
werd gelanceerd. Realistische verhalen waarin de
geschiedenis van de stad en haar inwoners tot leven
wordt gewekt. Geen droge feiten, maar toegankelijke
menselijke verhalen. Voor deze tweede aflevering schreef
Jeanine Erades speciaal voor Dordrecht Monumenteel|
Dordts Geboren een verhaal over hoe Dordrecht zich in de
winter van 1813 bevrijdde van het Franse juk. In het
dagelijks leven is Erades juriste en literair vertaalster,
maar ze is ook zeer geïnteresseerd in alles wat met
geschiedenis te maken heeft. In 2012 debuteerde zij met
haar historische roman Duivelsblauw bij uitgeverij
Mozaïek en ze schreef meerdere korte verhalen voor
uitgeverij Historische Verhalen.

www.historischeverhalen.nl

Dordrecht, 19 november 1813 kleine Petronella was nog maar twee maanden oud en
Cornelis’ huisje schuin onder de poort was klein en tochtig
Voorzichtig zette Cornelis Lawende de zware kist op de en iets beters zat er met zijn karige roeiersloon niet in.
grond en blies in zijn koude handen. Gelukkig was het niet Gelukkig groeide zijn dochtertje als kool en dat gold ook
ver meer naar de Riedijk, want de randen van de kist sneden voor de driejarige Jacob, die al een hele knul werd.
diep in zijn bevroren vingers. Hij had geluk gehad, toen hij Waarschijnlijk zou zijn vader niet erg blij zijn met de
daarstraks langs de deftige huizen in de Schoolstraat liep, mattenklopper. Clara kennende, zou ze hem er vast en zeker
werd er net een krat met overtollig huisraad op de stoep mee aan het werk zetten, iets waar Jacob senior een
gezet: een mattenklopper, een ijzeren kookpan en een paar broertje dood aan had, maar wat wel nodig was, want Clara
dekens. Zomaar voor het oprapen. Hij had geen moment had de bevalling maar net overleefd. Gelukkig ging het de
getwijfeld en het krat meegenomen. Het kwam uit het huis laatste weken al beter.
van een van de Franse hoge ambtenaren die waarschijnlijk Zodra Cornelis met zijn rug de deur van zijn huis
nog snel met zijn gezin het eiland probeerde te verlaten. Op openduwde en zich omdraaide, zag hij Clara en zijn vader
de vlucht voor de vijand, want vanuit alle kanten waren er met norse gezichten aan tafel zitten. Zo te zien hadden ze
Engelse en Pruisische bevrijdingstroepen onderweg. In het weer eens ruzie en zaten ze op hem te wachten om het liefst
roeiershonk van de Nationale Garde had Cornelis beiden als eersten hun verhaal uit de doeken te kunnen
opgevangen dat zelfs in de Municipale Raad onlangs was doen, terwijl die verhalen tot zijn grote frustratie nooit
stilgestaan bij het bericht dat de onoverwinnelijk geachte elkaars spiegelbeeld waren. Hij hield van de directheid en
Napoleon de veldslag bij Leipzig had verloren, iets wat daadkracht van Clara, maar zijn vader vond haar maar een
voorheen in dit Fransgezinde gezelschap ondenkbaar was. kenau en kon het moeilijk verkroppen als Cornelis partij
Sinds gisteren was daar het nieuws bijgekomen dat ook de trok voor zijn vrouw. Maar hoezeer hij ook op zijn vader
gehate Franse prefect De Strassart vanuit Den Haag naar gesteld was, meestal had Clara gewoon gelijk.
Gorcum was gevlucht. Nee, het zag er niet best uit voor de ‘Wat is hier aan de hand?’
Fransen, dus Cornelis begreep wel dat de Franse burgerij ‘Je vader wil niet meedoen aan de inzameling voor de
zich allerijl uit de voeten maakte. Gelukkig konden ze niet Franse retributie, maar de wijkmeester heeft ons gemaand
alles meenemen. Hij pakte het krat weer op en dacht aan het dat iedereen een bijdrage moet leveren. Volgens hem dreigt
blije gezicht van Clara als ze straks de spullen van hem zou de Franse commandant met plundering en zelfs met een
aanpakken. Een extra kookpot kwam in zijn huishouden beschieting. Over drie dagen wordt alles opgehaald. We
altijd van pas en ook de dekens waren meer dan welkom. De moeten een pond meel en een kruik jenever inleveren. Het

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 31


meel is voor je vader natuurlijk geen probleem, maar die
jenever, hé.’ Haar gezicht sprak boekdelen.
‘Schei toch uit, Clara, die hele inzameling is flauwekul,’ zei
Jacob. ‘De Fransen staan op het punt van omvallen. Er zijn al
zo veel Fransen vertrokken dat her en der de Hollandse vlag
al wordt uitgehangen, vanmiddag is er een tijdelijk
stadsbestuur aangesteld en op het aanplakbord hangt een
plakkaat dat de Dordtse burgers zich per direct weer in
oranje kledij mogen hullen, als ze dat willen. De Franse tijd is
passé. Leve de Prins, hoezee, hoezee, hoezee!’ Jacobs stem
dreunde door de kamer.
‘Sttt,’ siste Clara, ‘straks horen de buren het.’
‘Nou en? Wees blij dat we die Fransen eindelijk kwijt zijn.
Die betweters en uitzuigers. Nu hebben we zelf de touwtjes
weer in handen.’
‘Maar dat is nog helemaal niet zeker,’ zei Clara. ‘In Gorcum
en Rotterdam wemelt het nog van de Fransen en Marie
hoorde haar meneer gisteren nog zeggen dat de Nationale
Garde onder de wapenen is geroepen omdat er vanuit het
zuiden nieuwe troepen onderweg zijn. Dus laten we
alstublieft niet te vroeg juichen. Ik mag toch hopen dat de
hoge heren zo slim zijn geweest om de veren aan de wal te
houden, zodat de Fransen in de Lagewaard geen kans
krijgen om de Merwede over te steken.’ Ze drukte de kleine
Petronella, die zachtjes begon te kermen, beschermend
tegen zich aan.
‘Maak je geen zorgen, Clara,’ kwam Cornelis tussenbeide,
‘die liggen aan de wal.’

De volgende dag kwam Cornelis vlak na vieren hijgend zijn


huis binnen rennen. Clara was net bezig met het voeden van
de kleine en stak verschrikt haar hoofd om de bedstee.
‘Maar Cornelis, wat zie je eruit, wat is er gebeurd? Waar
heb je gezeten? Jacob is ook al uren de hort op. Ik maakte
me ongerust en…’
‘Hier, deze heb ik weten te redden.’ Cornelis hield Cornelus’ huisje naast de Riedijkspoort
plotseling een lap stof voor haar neus en plofte neer op een
kruk. ‘Mijn armen zijn van lood. Vanmiddag heeft een achteraan. Toen ik bijna hier was, zag ik bij ’t Melkpoortje
groepje Dordtenaren ter hoogte van de Kalkhaven een vader lopen. Hij had deze vlag bij zich. Er zitten flinke
kruitschip overmeesterd dat onderweg was naar het Franse scheuren in want hij was met grote haast uit een mast
garnizoen in Gorcum. Het tussenbestuur vond het maar getrokken. Jij kan ’m wel maken, toch?’
niets en gaf ons opdracht om de mensen zo snel mogelijk Clara zuchtte en mopperde. ‘Denken jullie soms dat ik niets
van boord te halen. Hendrik en ik zijn wel twintig keer op en beters te doen heb.’ Ze trok het dundoek uit Cornelis’
neer geroeid. handen. ‘Ik zal wel kijken wanneer ik daar tijd voor heb. Eerst
‘Wat? Twintig keer? Hoeveel man waren het wel niet,’ riep maar eens zien of de Fransen ons echt met rust gaan laten.
Clara verbaasd. Tot die tijd ligt hij hier prima’, en ze propte de vlag weg onder
‘Geen idee, veel te veel en het viel niet mee om ze allemaal haar stromatras.
van boord te krijgen. De feestvierders wilden eigenlijk een
triomftocht over de rivier gaan maken. Gelukkig wist ‘Lawende, Abbema! Naar de overkant, nu!’ beval Beelaerts.
scheepsbouwer Jan Schouten de mannen toch te overtuigen De doft kraakte toen de boomlange commandant van de
om in onze sloep te stappen. Maar de schipper durfde zijn Dordtse Nationale Garde plaatsnam naast poortwachter
tocht mooi niet te vervolgen. Hij verklapte ons wel dat een Van Guijlik. ‘Roeien, mannen, we hebben geen tijd te
garnizoen van meer dan duizend matrozen dat vanuit verliezen.’
Antwerpen onderweg was naar Amsterdam, opdracht heeft Cornelis trok als een bezetene aan zijn riemen om te
gekregen om in Dordrecht een tussenstop te maken. Toen voorkomen dat de schuit door de straffe oostenwind en
Jan Schouten dit hoorde, trok hij wit weg, net als de rest van stroming te veel afdreef. Het kostte hem en Hendrik de
de hoge heren. We kregen bevel ervoor te zorgen dat alle nodige moeite om de hoogaars op koers te houden.
vlaggen in de stad werden ingehaald. Konden we daar weer Ondertussen werd de trommelslag van de tamboer af en

32 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


Kalkhaven

toe overstemd door het gesuis van de raketten die over hun Korte tijd later liep Cornelis Lawende achter Beelaerts aan,
hoofden heen naar Dordt vlogen. Toch bleef Hartman de gelagkamer van de herberg op de Veerdam in. Vanuit het
stoïcijns doortrommelen, terwijl de knetterende raam kon hij de Riedijkse poort net onderscheiden.
luchtsporen fel afstaken tegen de nachtzwarte hemel die in Kennelijk was ook daar een raket neergekomen, want hij zag
de verte langzaam lichter werd. De winter was vroeg dit in het ochtendgloren naast de molen een smalle rookkolom
jaar, maar de inwoners van Dordt hadden andere dingen aan opstijgen. Zijn gedachten flitsen naar Clara en de kinderen.
hun hoofd. Voor Cornelis voelde het alsof de tijd wraak nam Hopelijk konden de brandwachten het vuur op tijd doven.
door de inwoners van de stad moedwillig een tijdlang Een stem onderbrak zijn gedachten.
tussen hoop en vrees heen en weer te slingeren. De ene dag ‘Commandant Beelaerts, wat kan ik voor u doen?’ De stem
leek het alsof het land zich na achttien jaar voorgoed kon behoorde toe aan een klein schriel mannetje dat zijn geringe
ontdoen van het Franse juk, de dag erop leken de Fransen lengte compenseerde met een onaangenaam schelle en
geenszins van plan om zich zomaar gewonnen te geven. luide stem. Hij werd op zijn hielen gevolgd door directeur
Verbijsterd volgden de Beelaerts een van de Franse Clerget in zijn gehate groene douane-uniform.
raketten in zijn vurige baan naar de overzijde. Toen het ‘Monsieur Gipreau.’ In vloeiend Frans werkte Beelaerts de
projectiel vlak achter het Groothoofd neerkwam, kon hij inleidende formaliteiten af om zich vervolgens te beklagen
zich niet meer inhouden. Woedend sprong hij op: ‘Lafaards! over de raketbeschieting en de schending van de regels van
Zulke zware munitie afvuren zonder onderhandelingen, dat ordentelijke oorlogsvoering. Het was ook voor Cornelis
is een flagrante schending van het oorlogsrecht!’ overduidelijk dat de Franse ambtenaren daar heel anders
Plots hoorde Cornelis een hard gesis. Hij schreeuwde en dook over dachten. Met veel bombarie stelde Gipreau vast dat de
in een reflex opzij. Ook Beelaerts kon nog net op tijd stad zich oproerig gedroeg. Er waren Hollandse vlaggen
wegduiken voor de te vroeg gedoofde raket, die gelukkig vlak gesignaleerd en pamfletten met opruiende teksten.
voor de hoogaars met een spoor van bellen in de diepte Daarmee was de raketaanval gerechtvaardigd en zou
verdween. De commandant viel pardoes tegen bakker Van worden voortgezet als de Franse eisen niet werden
Guijlik aan, die de afgelopen nacht de wacht had gehouden bij
de Riedijkse poort. Toen in alle vroegte een groepje Fransen
voor zijn neus was opgedoken, had hij meteen alarm willen
slaan, maar voor hij het wist losten de Fransen twee schoten in
de lucht. Kennelijk was dat een signaal voor hun kornuiten op
de Papendrechtse oever, want korte tijd later zocht de eerste
raket zoevend zijn weg naar de overkant. Terwijl de leden van
het inderhaast opgetrommelde tussenbestuur bakkeleiden
over wat er moest gebeuren, was volgens Van Guijlik een van
de raketten tussen de barakken achter de Lijnbaan geland.
Onder de buurtbewoners was paniek uitgebroken. Jan
Schouten had terstond een schuit ter beschikking gesteld om
met de Fransen te gaan onderhandelen en Cornelis was als een
haas naar het roeiershonk gesneld om zijn diensten aan te
bieden. Beelaerts had het Franse raketvuur het liefst met
gelijke munt terugbetaald, maar de munitie op het eiland was
schaars, zodat er niets anders op zat om de Franse onverlaten
pratend tot een staakt-het-vuren te bewegen. Helaas.

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 33


ingewilligd. Cornelis zag dat Beelaerts wilde opspringen, het plein voor het raadhuis hun kampement opsloegen.
maar Gipreau bevroor diens protest met een fel Cornelis moest van vermoeidheid even zijn weggezakt want
handgebaar. ‘Luister. Dit zijn de eisen: U zorgt dat de Franse hij schrok wakker van geluiden op de gang. Met grote
vlag in ere wordt hersteld, dat mijn manschappen met het woeste stappen kwam een man zijn kant op. Het was de
veer worden overgezet en dat de door de prefect opgelegde gemeentesecretaris met in zijn handen een brief. Zonder
retributie van levensmiddelen uiterlijk overmorgen in Cornelis een blik waardig te keuren stormde de man de
Gorcum wordt afgeleverd. En vergeet ook die raadzaal binnen.
veertigduizend liter jenever niet. Alleen als u deze eisen ‘Burgemeester, we hebben weer een brief ontvangen.
inwilligt dan zorg ik ervoor dat de beschieting stopt.’ Gipreau laat weten dat we, bovenop de eisen van De
Het was vooral de sarcastische ondertoon van de Stassart, ook nog tweehonderd duizend frank voor de
Fransman, die Beelaerts zichtbaar razend maakte, maar behandeling van gewonden verschuldigd zijn.’
met de smeulende Riedijk in zijn achterhoofd kon Cornelis Toen Schouten dit hoorde, ontplofte hij zowat. ‘Ik heb die
zich niet inhouden. In een opwelling fluisterde hij zijn vent altijd al gewantrouwd,’ fulmineerde hij. ‘Die Gipreau
meerdere in het oor: ‘Commandant, me dunkt dat u maar weet net als iedereen, dat het volstrekt onmogelijk is om
beter kunt toegeven. Voordat die raketten nog meer schade aan De Strassarts eisen te voldoen. En dat heeft keizer
aanrichten of zelfs slachtoffers maken. Met die inzameling Napoleon vooral aan zichzelf te danken. Als hij Dordrecht
komt wel goed.’ tijdens zijn bezoek in 1811 had gevrijwaard van de volstrekt
Beelaerts keek Cornelis smalend aan. ‘Beste man, u hebt ridicule handelsblokkades met Engeland, dan waren onze
duidelijk geen weet van de absurditeit van deze eisen. handel en scheepvaart niet stil komen te liggen en was de
Alleen die levensmiddelen hebben al een waarde van meer financiële situatie van de stad heel anders geweest.’
dan honderdduizend francs, te betalen door een stad die zo
arm is als een kerkrat.’ Daarna mocht Beelaerts eindelijk vertrekken en kon
Cornelis voelde het bloed naar zijn wangen stijgen van Cornelis naar huis. Gelukkig bleek daar iedereen ongedeerd.
schaamte, tot Beelaerts zei: ‘Maar ge hebt gelijk: als we Ook de schade van de eerste beschieting bleek mee te
onze poot stijf houden, dan loopt dit uit op een bloedbad en vallen. Her en der waren er wat daken en muren beschadigd,
dat wil ik niet op mijn geweten hebben. Die Fransozen zijn maar het aantal branden was beperkt gebleven omdat van
niet voor rede vatbaar.’ Hij richtte zich weer tot de veel raketten het zundgat was dichtgeslagen. Kennelijk was
douaneambtenaar, die quasinonchalant om zich heen had de aanval vooral bedoeld geweest om de stad en haar
zitten kijken. ‘Gipreau, ik krijg het nauwelijks uit mijn strot, inwoners bang te maken en in die opzet was men goed
maar u hebt mijn woord. Ik zorg voor een overtocht en voor geslaagd. De paraderende troepen in het centrum en de
de levering van de goederen, maar alleen als u per direct angst voor nieuwe beschietingen duwden de geest van de
stopt met die vermaledijde raketten.’ vrijheid terug in de fles en beide partijen wachten de
‘Akkoord.’ ontwikkelingen gespannen af. In gedachten zag Cornelis de
Cornelis haalde opgelucht adem. Franse en Hollandse bestuurders tegenover elkaar aan de
keukentafel zitten, net als Clara en zijn vader. Ook in andere
Bij terugkomst op de Dordtse oever escorteerde Cornelis steden in het gewest rommelde het. Zouden de Fransen dit
Beelaerts meteen naar het raadhuis, waar de commandant keer echt aan het kortste eind trekken? Cornelis hoopte
gedetailleerd verslag uitbracht aan burgemeester Repelaer het. Hij was deze onzekerheid meer dan zat.
en de raad over de afspraken met de Fransen. Gelaten
hoorden de heren de onredelijk hoge eisen aan, maar ze Die nacht deden Cornelis en Clara van spanning geen oog
beseften dat een andere oplossing niet voorhanden was. De dicht. Urenlang patrouilleerden groepjes gardisten
vergadering duurde voort. Terwijl Cornelis op Beelaerts luidruchtig door de straten om pogingen van de Fransen om
stond te wachten, zag hij vanuit de hal hoe de eerste Franse met nieuwe troepen de Merwede over te steken, te
manschappen over de lange Voorstraat marcheerden en op verijdelen. Geen Fransoos mocht droog de overkant halen.

34 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


In het roeiershonk gonsde het de volgende morgen opnieuw eruit. Het was een vreemde gewaarwording om vanaf de
van de hoopvolle geruchten. Naar verluidt had het straat een blik op de binnenwereld van de bewoners te
stadsbestuur van Rotterdam nu definitief de kant van kunnen werpen. Hij versnelde zijn pas. Zouden Clara en de
Oranje gekozen. Vanuit de Maasstad zouden maar liefst drie kinderen ongedeerd zijn? Op de hoek van de Torenstraat
colonnes Pruisen, ruim honderd gewapende vrijwilligers en zag het zwart van de mensen, die buiten probeerden te
twee kanonneerboten in aantocht zijn. Kennelijk wilden de ontkomen aan vallende balken en stenen. Toen hij
Fransen troepen voorkomen dat ze vanaf de waterzijde halverwege was, hoorde hij zijn naam. ‘Lawende!’ Het was
door deze troepen werden ingesloten, want tot ieders zijn buurman Huibert, die hem met wilde gebaren wenkte.
verrassing braken ze in de loop van de middag hun boeltje Zo te zien had hij een borreltje op.
weer op. Samen met honderden stadgenoten ‘Cornelis, kom mee, kom kijken!’ Hij wees in de richting van
verkneukelden Cornelis en Clara zich langs de waterkant bij de rivier, waar nog meer mensen naartoe liepen.
het gekluns van de Franse soldaten die in inderhaast Nieuwsgierig geworden liep Cornelis achter hem aan.
gevorderde bootjes zelf naar Papendrecht probeerden te Terwijl hij tussen Huibert en de rest van het toegestroomde
roeien. Niemand bekommerde zich meer om de geëiste volk op de oever stond, herleefde ineens weer de hoop, toen
levensmiddelen en andere compensaties en toen de in de grijze ochtendschemer vanuit de richting van
soldaten de stad eenmaal hadden verlaten, waarde er een Rotterdam twee imposante kanonneerboten kwamen
golf van triomf, muziek en trommelslag door de stad, aanvaren die het vijandelijk vuur begonnen te
vergezeld door het hijsen van tientallen Oranjevlaggen en beantwoorden. Zou het dan toch gaan lukken? Cornelis nam
vreugdekreten van Oranje Boven. een slok uit de jeneverfles van Huibert. Hij besefte dat het
lot van Dordrecht op dit moment in handen lag van de
Toen echter een paar uur later via een beurtschipper het kapiteins van de ‘131’ en ‘133’, die om de beurt vuurden in een
nieuws de stad bereikte dat de Pruisische troepen bij poging om het Franse geschut in Papendrecht het zwijgen
Krimpen rechtsomkeert hadden gemaakt, sloeg de op te leggen. Opnieuw wisselden hoop en vrees elkaar af.
blijdschap plots weer om in schrik. Clara was net begonnen Cornelis stond in dubio. Hij wilde naar huis om te zien of zijn
aan het herstel van de gescheurde vlag, maar stopte de lap vrouw en kinderen veilig waren, maar de jeneverfles en de
schielijk terug onder het matras, wat haar op een honende strijd om de stad nagelden hem vast op zijn plek. Om hem
sneer van schoonvader Jacob kwam te staan. Voor Cornelis heen klonk gegil en gejammer vanwege de honderden
het wist laaide ook de smeulende twist in huize Lawende inslagen van kogels en granaten, maar toen kanonneerboot
weer op. Hij was zelfs een beetje opgelucht toen zijn dienst 133 met een voltreffer een kanon op de Veerdam vernielde
begon en hij zijn huiselijke kemphanen even achter zich kon en ook nog een stuk of tien Fransen uitschakelde, klonk er
laten. Die opluchting was echter van korte duur, want de ook gejuich. Groot was de vertwijfeling toen de
toespraak na het appèl in het roeiershonk bevestigde dat kanonneerboot kort daarop zo ernstig geraakt werd dat hij
de bescherming van de stad inderdaad op de schouders water maakte en half zinkend de strijd moest staken. Zijn
rustte van honderd ongetrainde vrijwilligers die op de collega zette zijn missie vanaf kanonneerboot 131 met
Papendrechtse oever tevergeefs op de steun van de dubbele vuurkracht voort. Het schip was langs het Riedijkse
Pruisen lagen te wachten. Toen hij hoorde dat de Hoofd gaan liggen en ondanks dat de kanonneerboot door
achthonderd Fransen die nog niet in Gorcum waren de beschieting danig beschadigd raakte, slaagde de
aangekomen door douanedirecteur Clerget per direct de bemanning erin om toch een deel van het Franse geschut en
oproep hadden gekregen om terug te keren, balde Cornelis manschappen uit te schakelen. Maar toen dit vuur door een
zijn vuisten. Hoezo vrijheid, gelijkheid, broederschap? gebrek aan kogels begon stil te vallen, dreigde er opnieuw
paniek uit te breken onder de Dordtse bevolking.
De hele nacht waren de roeiers in de weer om de
rivieroevers te verdedigen tegen de dreigende inval. In de Vlucht van de Fransen uit Papendrecht
vroege ochtend van 24 november was Cornelis vanaf het
water getuige van het feit dat de kleumende
dienstplichtigen in de Lagewaard op de vlucht sloegen,
zodat de Papendrechtse oever opnieuw in Franse handen
viel. Het duurde niet lang voordat op de Veerdam weer een
aantal kanonnen en houwitsers werd opgesteld en
Dordrecht opnieuw met kogels en mortieren werd bestookt.
En dit keer was het menens. Schrik en ontzetting maakten
zich meester van de Dordtse bevolking, die zich niet kon
beschermen tegen de honderden projectielen die brandend
en ontploffend uit de lucht vielen. Vlak na zonsopgang
werden de roeiers naar de wal geroepen. Cornelis haastte
zich naar huis door straten die door het stof en de rook van
de brandende huizen niet meer herkenbaar waren. Bij een
huis in de buurt van de Wolwevershaven lag de hele zijgevel

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 35


Cornelis stond nog steeds met Huibert op de Riedijk. Zonder iets te zeggen, rukte Cornelis de vlag met de
Samen zagen ze hoe commandant Beelaerts staande bij de Dordtse stedenmaagd uit Clara’s handen en rende ermee
Riedijkse poort de Dordtenaren geëmotioneerd opriep om naar buiten. Toen hij bij de poort stond, propte hij het
hun laatste metalen te komen inleveren bij de boot. Cornelis dundoek onder zijn hemd en begon te klimmen. Kennelijk
nam nog een slok jenever. Veel kon die oproep volgens hem was zijn vader hem gevolgd, want hij hoorde Jacob roepen:
niet opleveren, de meeste inwoners hadden hun metalen ‘Vooruit Cornelis, naar boven, als ze in je in je kloten
allang ingeleverd. Des te groter was zijn verbazing toen hij schieten, dan zal ik voor je wijf en kinderen zorgen.’ Met een
zag dat Jan Schouten op het allerlaatste moment met een uiterste krachtsinspanning probeerde Cornelis omhoog te
langwerpig voorwerp kwam aanzetten. Cornelis wreef in zijn klimmen, maar de spanning en de jenever begonnen hun tol
ogen. Zag hij dat nou goed? Het leek wel alsof Schouten een te eisen. Telkens weer gleden zijn voeten weg op de
koevoet in zijn handen had, die hij met een plechtig gebaar bemoste buitenmuur, maar ineens was daar Clara. Als een
overhandigde aan een van de officieren op de lenige kat klom ze eerst tegen haar verbouwereerde
kanonneerboot. Deze propte het voorwerp echter zonder schoonvader op, trok zich vervolgens omhoog aan het kozijn
omhaal, samen met de rest van het ingezamelde schroot, in en wrong zich langs de tralies op de eerste verdieping. Voor
het laatste nog werkende kanon op het schip en wachtte tot Cornelis het goed en wel besefte, trok ze hard aan zijn arm,
het sein kreeg om te vuren. Even later scheerde het zodat ook hij eindelijk het kozijn kon grijpen en naar binnen
projectiel in een paar tellen naar de overzijde waar het kon kruipen. Tussen de balken van het nokgewelf keek hij
scherp dood en verderf zaaide onder de resterende Fransen bewonderend toe, hoe zijn Clara met volle inzet tegen de
op de Veerdam. De voltreffer werd op de Dordtse oever met scheefgezakte vlaggenmast duwde. Trots viste hij de vlag
gejuich ontvangen. Een groepje overlevenden rende de onder zijn hemd vandaan. Behendig knoopte Clara de linten
Papendrechtse kerk in om aan een nieuwe aanval te aan de mast vast en duwde het rood-witte doek naar buiten.
ontkomen. Vanaf de Dordtse oever keek Cornelis naar het Het duurde een paar tellen voordat de wind het dundoek
macabere schouwspel in de verte. Langzaam begon het tot optilde, maar toen wapperde deze fier in de novemberwind.
hem door te dringen dat de Fransen aan de verliezende Pas op dat moment zag Lawende dat de stedenmaagd
hand waren. Plots bedacht hij zich iets. Iets dat de strijd net ondersteboven hing, maar tijd om dat te herstellen was er
dat ene beslissende zetje kon geven. In een paar passen niet want vanaf de overkant klonk een harde schreeuw. Een
snelde hij naar huis, waar ook Clara en zijn vader waren. onbekende vlag kon in de ogen van de Fransen maar één
Clara zat met rode konen en een norse blik aan de ding betekenen: de Engelse troepen hadden Dordt bereikt.
keukentafel te naaien. Met felle, afgemeten bewegingen De man schreeuwde naar zijn kameraden op de grond:
herstelde ze de laatste scheur in de vlag, terwijl zijn vader 'Retirez, de strijd is verloren!’
ongeduldig over haar schouder meekeek. Op de Dordtse oever riep een juichende Cornelis naar de
‘Clara, schiet nou toch op. Die vlag had twee dagen terug al menigte beneden: ‘De Fransozen! Ze gaan ervandoor!’
klaar kunnen zijn.’

Beschieten Dordrecht door de


Fransen. In de monding van de
Riedijkshaven een kanonneer-
boot, die vuurt in de richting
van het Papendrechts veert. Op
het torentje van de Riedijks-
poort de Dordtse vlag.

36 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


Historische achtergrond

Als Nederland na het vertrek van Koning Lodewijk in november de Pruisische troepen bij Krimpen
1810 weer bij Frankrijk wordt ingelijfd, zitten Dordrecht rechtsomkeert maken, slaat de vlam opnieuw in de pan
en omgeving in een negatieve spiraal. Meer en meer en komt Dordrecht voor de tweede maal onder vuur te
wordt de Franse aanwezigheid als een bezetting liggen. Pas als de laatste kanonneerboot met de moed
beleefd en als Napoleon in oktober 1813 in de slag bij der wanhoop een laatste salvo geeft, keren de kansen
Leipzig definitief wordt verslagen en naar Elba wordt voor Dordrecht. De licht beschonken Lawende besluit
verbannen, zwelt de anti-Franse stemming snel aan. om de geschiedenis van zijn stad een zetje in de goede
Diverse bestuurders werken in stilte aan een richting te geven, maar dat lukt hem alleen dankzij zijn
machtsovername door Willem van Oranje die op dat daadkrachtige vrouw Clara, die hem te hulp schiet bij
moment nog in Engeland zit, maar vanaf half november het beklimmen van de Riedijkspoort. Samen hijsen ze
worden in de regio her en der Oranjevlaggen gehesen de vlag met de Dordtse stedenmaagd die de Fransen
en breken op diverse plekken opstootjes uit tegen de de stuipen op het lijf zal jagen, maar helaas zal haar rol
Franse bezetter. Het wordt de Franse ambtenaren in in dit geheel de geschiedenisboeken nooit bereiken. De
Dordt te heet onder de voeten en ze beginnen met hun Fransen trekken zich terug in Gorcum en doen nog een
gezinnen de stad te verlaten. Eind november ontbrandt tegenaanval, maar een laatste poging van de Fransen
de strijd om de macht echt en wordt de stad tot om de stad in te nemen wordt op 30 november
tweemaal toe met mortieren beschoten. voorkomen. Waar Dordrecht aan ontsnapt is, blijkt pas
achteraf uit de gebeurtenissen in Woerden, waar op
We stappen dit keer in de schuit van Cornelis Lawende. diezelfde 24 november de Fransen uit wraak de stad
Hij is roeier bij de Nationale Garde en wordt in deze plunderen en een gruwelijke slachtpartij aanrichten
beslissende week in 1813 heen en weer geslingerd onder de burgerij. De historische gebeurtenissen in de
tussen hoop op een vrije toekomst voor zijn jonge gezin winter van 1813 luiden het einde van de Franse tijd in en
en zijn vrees voor de raketten die de Fransen op de stad gaan vooraf aan de geboorte van Nederland als
afvuren. Een vergelding voor hun weigering om voor de koninkrijk onder Willem I van Oranje. Maar de
Franse bezetter een grote hoeveelheid geld, voedsel en economische malaise is nog lang niet voorbij. Pas in mei
jenever in te zamelen. Als in november het gerucht gaat 1814 verlaten de laatste Fransen het land en in 1815
dat de geallieerden komen, trekken de Franse soldaten wordt het Koninkrijk der Nederlanden erkend door de
zich terug in het strategisch gelegen Gorcum en Europese mogendheden.
wachten daar hun kansen op herovering van Dordt af.
Die kans komt, maar verdwijnt ook weer als Voor meer informatie over de beschietingen op
overmoedige Dordtenaren een kruitschip Dordrecht in 1813 is het boekje Bombardement van
overmeesteren dat onderweg is naar Gorcum. Het doet Dordrecht in het Jaar 1813 van de Leendert van der Es
de Fransen besluiten dat zwaarder geschut nodig is en van de Gemeentelijke Archiefdienst uit 1985 een
op 22 november wordt Dordrecht voor het eerst vanuit aanrader, evenals het venster De Franse Tijd uit de
Papendrecht beschoten. Het tijdelijke stadsbestuur Canon van Dordrecht. Ook onderstaande websites
beseft dat verzet zal uitlopen op een bloedbad en geven een aardig beeld van die tijd:
stemt onder dwang alsnog in met de absurd hoge eisen. https://www.dagvantoen.nl/dordrecht-weer-vrij-na-
Daarna volgen de ontwikkelingen elkaar in hoog tempo jarenlangse-franse-overheersing/
op. De geruchtenmachine vervormt geruchten tot http://www.vergetenverhalen.nl/2015/09/16/de-oude-
waarheden en andersom, zodat uiteindelijk niemand tijden-komen-wederom/
meer weet hoe de stad er echt voor staat. Als op 24

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 37


Een nieuwe canon op de rit...
Na die van Dordt is nu de Canon
van de Zwijndrechtse Waard in de
maak. Met de ondersteuning van
Stichting MBZ belooft ook dit
project weer een educatieve en
boeiende hit te worden met een
fantastisch bijproduct: het boek!
Verwacht in het komende najaar.

De Canon van de Zwijndrechtse Waard wordt mede mogelijk gemaakt door de Stichting Maatschappelijke
Betrokkenheid Zwijndrechtse Waard (Stichting MBZ). Stichting MBZ ondersteunt verenigingen en stichtingen die
sociale en culturele activiteiten organiseren, met name voor jongeren, in de Zwijndrechtse Waard. Maar ook voor
jongerenprojecten elders, als de organisatoren van het desbetreffende project maar in de Zwijndrechtse Waard
wonen. Dit is mogelijk door donaties en giften van bedrijven die een groot hart hebben voor de sociale en culturele
samenleving. Meer informatie over de Stichting MBZ vindt u op

www.stichtingmbz.nl

38 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


Lekker rellen in de 19e eeuw

Toen afgelopen januari vanwege het


coronavirus een avondklok werd
ingesteld, braken er tot verbijstering
van menigeen in diverse plaatsen
rellen uit die enorme vernielingen tot
gevolg hadden. In Dordrecht bleef het
gelukkig rustig. Maar niet in 1885,
toen een groep van ongeveer honderd
lieden, na zich aan de drank tegoed te
hebben gedaan, de behoefte had om
eens lekker te gaan rellen. In de
De Riedijk eind 19e eeuw waar de relschoppers zich in de herbergen Dordrechtsche Courant van 29
voldronken. In deze buurt was vaak politie op straat, maar tijdens de
rellen blijkbaar te laat.
september 1885 lezen we dit
opmerkelijke artikel:

Gisterenavond omstreeks 8 uur trok een troep van een langen tijd van het voorvallende onkundig, totdat zij
honderdtal brooddronken personen, meerendeels losse eindelijk door eenige bewoners van de Nieuwehaven
sjouwers, zingende langs de Voorstraat alhier naar den gewaarschuwd werd. Onbegrijpelijk komt het ons voor
Riedijk, waar eenige herbergen werden bezocht, van dat ingezetenen, die aan het telefoonnet zijn
waar zij zich kort daarop, gevolgd door eene menigte aangesloten en het opstootje reeds in zijn aanvang
kwajongens, verwijderden. zagen, haar niet terstond daarvan in kennis hebben
Weer zingende en joelende trok de massa langs de gesteld; misschien ware dan veel voorkomen.
Voorstraat de Nieuwbrug op, waar bijna huis aan huis Terstond na de kennisgeving begaf zich de commissaris
ruiten werden ingeslagen of geworpen. Zoo ging het van politie met een zijner inspecteurs en den eenigen
voort de Gravenstraat door, de Aardappelmarkt over aan het bureau aanwezigen agent te midden der woeste
naar de Nieuwehaven, langs de Groote kerk, de massa en wist deze ambtenaar door zijn kalm en
Leuvenbrug over en de Voorstraat op, in alle buurten de waardig gedrag zooveel invloed uit te oefenen, dat geen
glasruiten, waaronder verscheidene kostbare verdere vernielingen voorvielen. Eenige burgers die den
spiegelruiten, vernielende. commissaris afraadden zich met zoo weinig hulp te
Zelfs werd gezien, dat een uit de woeste menigte voor midden der massa te begeven, stelden zich ter zijner
dat doel een hamer bezigde, terwijl anderen doeken om beschikking, toen zij inzagen dat hij dien raad niet kon
de vuisten hadden gewonden, ten einde zich niet te opvolgen.
verwonden. Gelukkig voor de geregtelijke instructie Wel trok de troep zingende door de Spuistraat en de
heeft dat echter niet geholpen, althans aan buitenwijken, waar de menigte zich verspreidde. Voor
verschillende ruiten werden sporen van bloed gevonden. zoover te zien telden we heden nacht ver over de 100
Eenige knapen maakten zich verdienstelijk door de groote en kleine ruiten, die onder de hand der
bewoners van sommige straten, waarlangs de bende woestelingen waren gevallen.
trok, te waarschuwen, zoodat menigeen zijne woning nog Ten einde verdere onlusten te voorkomen, zijn terstond
kon beschermen. ernstige maatregelen voor heden genomen terwijl de
Daar in de stille buurten geen agenten aanwezig waren burgemeester bij publicatie alle zamenscholingen heeft
(een gevolg van het gering aantal dezer) bleef de politie verboden.

Er was nog geen mobiele eenheid (ME). Een handjevol De schade was behoorlijk, de glaszetters moeten dagen
politiemensen begaf zich in ‘de woeste massa’ en wist te werk hebben gehad. De burgemeester stelde hierna een
bereiken dat de groep zich uiteindelijk verspreidde, waarna samenscholingsverbod in.
de rust terug kwam.

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 39


De mysterieuze dood van Willem van Beveren
Jan Willem Boezeman

Willem van Beveren werd op 12


november 1624 geboren als zoon
van Cornelis Willemsz. van
Beveren en Christina Pijll.
Hoewel hij opgroeide in
Dordrecht, was hij met zijn
ouders vaak op kasteel
Develstein in Zwijndrecht te
vinden. Zijn grootvader kocht het
in 1572 door de Spanjaarden in
brand gestoken kasteeltje als
een ruïne en liet het herbouwen
tot het stamslot van de familie,
die het generaties lang in haar
bezit zou houden.

In Willems jeugd werd Develstein de plek waar de literaire, ene Maria Hellinx. Of speelde zijn vermeende biseksualiteit
kunstzinnige en politieke vrienden van zijn vader een rol? ⁽¹⁾
langskwamen, waaronder Jacob Cats, Johan van Beverwijck, Hoe dan ook, in 1652 liet Willems vader Cornelis een nieuw
Aelbert Cuyp en dichteres Margaretha van Godewijck. Maar testament opmaken, waarin hij Willem onterfde. Mogelijk
ook Jacob de Witt, de vader van Johan en Cornelis, was heeft hij zijn testament aangepast opdat het familiebezit
bevriend met zijn vader en kwam er geregeld op visite. niet in handen van de ‘onechte’ tak zou komen. Kasteel
Willem zat samen met de één jaar oudere Cornelis de Witt Develstein vererfde op Willems jongere broer Johan. Maar
op de Latijnse school en was met hem bevriend. hoewel Willem niet de eigenaar was, zou hij van Develstein
toch zijn buitenverblijf maken en verbleef hij er tot zijn dood
Willem van Beveren werd, naast schepen van Dordrecht, zeer regelmatig. Zijn dood zelf is echter nog steeds een
gedeputeerde van de Staten van Holland, baljuw en mysterie.
dijkgraaf van Strijen en Wieldrecht, rentmeester-generaal
van Zuid-Holland en gecommitteerde van de Admiraliteit
van Zeeland. Geen redenen voor een vader om zijn zoon te
onterven, zou je zeggen. Maar dat gebeurde toch.

Ruzie in de familie
Willem had geen warme band met zijn familie. In 1655
schrijft hij zijn vader dat hij bij zijn broeders en zusters
vandaan wil verhuizen, omdat er ‘botsingen’ zijn ontstaan.
Ook schrijft hij over 'onlusten' over de erfenis van zijn
gesneuvelde broer Carel, die in 1653 bij de zeeslag van
Nieuwpoort tegen de Engelsen was omgekomen. Kort
hierop verhuisde hij naar zijn nieuwgebouwde huis Bever-
Schaep aan het Maartensgat. Zijn de familieperikelen te
wijten aan Willems ontrouw aan zijn kersverse vrouw
Cornelia Schaep, met wie hij in 1646 trouwde? Hij werd
tijdens haar zwangerschap in 1647 vader van een zoon bij Het voor Willem van Beveren gebouwde Huis Bever-Schaep

40 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


Kasteel Develstein

Wachten op de rede van Texel met zowel Engeland als Frankrijk in oorlog was? Een tocht
In het rampjaar 1672 dreigde van drie zijden oorlog en was over de Noordzee met één schip of misschien een klein
Holland wanhopig in overleg met Spanje om het land als konvooi was gevaarlijk. Dat bleek ook wel uit het feit dat de
bondgenoot aan zijn zijde te krijgen. Maar Spanje was hertog van York met een Engels-Franse vloot doende was
verbolgen over het feit dat er geen Hollandse ambassadeur om de Republiek in hun thuishavens te blokkeren en de
aan het hof was. Johan de Witt besloot dat Willem van Noordzee vrij van Nederlandse schepen te houden. Dat ligt
Beveren als Gezant der Algemene Staten moest afreizen dan ook meer voor de hand als reden voor het niet uitvaren
naar Spanje. In januari 1672 lag Willem dan ook op de rede van Willem van Beveren.
van Texel klaar om uit te varen, maar dit zou door ijsgang
worden belet. In mei lag Willems schip daar nog steeds. De Slag bij Solebay
Maar toen, op 31 mei, arriveerde in Dordrecht het bericht
dat Willem plotseling was overleden. Hij was pas 47 jaar
oud. De Dordtse geschiedschrijver Matthijs Balen schreef
hierover:
Gemachtigd als Enyoyé van de Staten Generaal der
Vereenigde Nederlanden, aan de Kroone van Spangien,
hebbende 't Caracter vanhaar Hoog-Mogende, en leggende
Zeyl-reed in Teffel, om aan die Kroone gevoerd te werden,
fterff aldaar opten 31. van Bloey-maand 1672.
Willem van Beveren werd op 2 juni in Dordrecht begraven.

Dit verhaal is merkwaardig. Dat ijsgang een tocht over de


Noordzee kon vertragen, is aannemelijk. Maar waarom lag
Willem dan eind mei nog steeds op de rede van Texel? Dat
kon niet met de weersomstandigheden te maken hebben
gehad. Was hij soms ziek? Bij iemand die voornemens is om
zo’n lange reis te maken, is ook dat niet aannemelijk. En als
hij plotseling ernstig ziek zou zijn geworden, dan lag het niet
voor de hand dat hij nog aan boord van een schip zou blijven
en is het logischer dat hij naar de wal zou zijn vervoerd.
Of had het te maken met de onrust op zee, nu de Republiek

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 41


Op 7 juni 1672 (Gregoriaanse kalender) vond de eerste stoffelijk overschot op 2 juni in Dordrecht te begraven.
zeeslag van de Derde Engels-Nederlandse Oorlog plaats in Met deze theorie in het achterhoofd werd het tijd om het
de Solebay, iets meer dan 100 zeemijl bij Texel vandaan. Met begraafregister van de Grote Kerk eens te raadplegen.
Cornelis de Witt aan boord van de Zeven Provinciën, Daarin is het volgende te lezen:
verraste admiraal Michiel de Ruyter met zijn vloot van een
kleine honderd schepen en 20.700 opvarenden de Engels-
Franse vloot volkomen. Het resulteerde in een hevige strijd,
die feitelijk onbeslist eindigde. De Britten verloren 2.500
man en de Nederlanders enkele honderden, maar zij
verloren dan weer meer schepen. De blokkade van de
Den 2e de Ed: heer Willem de Beveren heer van Strevelshoek bij
Noordzee was echter mislukt en dat was het doel van De nacht gesoncken 30 gl. 16 male luijdens voor het blason libo
Ruyter.
Het moet de dagen voor deze zeeslag een drukte van belang We lezen hier ‘bij nacht gesoncken’. Als dat betrekking
zijn geweest op de rede van Texel. Er vertrok een enorme heeft op het zinken van een schip (waar kan je anders mee
vloot en dat kan Willem van Beveren niet zijn ontgaan, zeker zinken?) dan zou de verdrinkingsdood een optie zijn. Maar
niet omdat zijn vriend Cornelis de Witt van de partij was. een zeewaardig schip dat voor de rede van Texel ligt en
zodanig snel zinkt dat Willem niet levend van boord kan
Volgens de toen in gebruik zijnde Juliaanse kalender vond komen? Eind mei? En het stoffelijk overschot kon meteen
de Slag bij Solebay plaats op 28 mei 1672. Geschiedschrijver worden geborgen? Het is mogelijk, maar bewijs van het
Matthijs Balen meldt dat Willem van Beveren op 31 mei op zinken van een schip bij Texel op of rond deze datum is niet
de rede van Texel is overleden en in Dordrecht is begraven. teruggevonden.
Slechts twee dagen later, op 2 juni, werd hij in de Grote Kerk
van Dordrecht begraven. Twee dagen later, terwijl het Als hij de Slag bij Solebay heeft bijgewoond, kan Willem de
stoffelijk overschot uit Texel moest komen? En dat zonder pech hebben gehad op één van de drie schepen te zijn
andere communicatiemiddelen dan een bode, die de geweest die verloren zijn gegaan. Eén daarvan
Dordtenaren eerst zal moeten hebben ingelicht dat Willen explodeerde al kort na de eigenlijke slag, twee anderen
niet meer leefde en dat er een begrafenis moest worden werden door de Engelsen tot zinken gebracht. De
georganiseerd? Dat lukt zelfs met de moderne Nederlanders trokken zich tegen de avond terug, dus het
mogelijkheden van tegenwoordig niet! De door Matthijs kan best wel nachtwerk zijn geworden eer dat ze de rede
Balen gemelde overlijdensdatum kan dan ook niet kloppen. van Texel bereikten. Met het stoffelijk overschot van
Hiermee komt de dood van Willem van Beveren tegen de Willem van Beveren aan boord?
achtergrond van dit oorlogsgeweld in een ander daglicht te
staan. Is het speculatief om te veronderstellen dat Willem van
Beveren inderdaad bij de Slag bij Solebay aanwezig was en
Zijn missie om als gezant van de Republiek Spanje om hulp daarbij is omgekomen? Als dit inderdaad is gebeurd, is het
te vragen, was in feite al mislukt, want hij kon niet merkwaardig dat geschiedschrijver Matthijs Balen daar
wegkomen uit Texel. Zou hij de Slag bij Solebay hebben geen melding van maakt. Tenzij hij het domweg niet wist.
bijgewoond? Bij die slag ging het er behoorlijk stevig aan Cornelis de Witt heeft het Matthijs Balen in ieder geval
toe. Van Cornelis de Witt is bekend dat hij, gezeten op het niet kunnen vertellen, die werd een paar maanden later
dek van de Zeven met zijn broer Johan
Provinciën, bleef in ’s-Gravenhage
kijken naar de gelyncht. Hoe dan
gevechten terwijl zijn ook, de
halve lijfwacht rond veronderstelling dat
hem vandaan werd Willem van Beveren
geschoten. aan een ziekte is
Zou zoiets Willem van overleden, kunnen
Beveren op 28 mei we nu wel naar het
ook zijn overkomen? rijk der fabelen
Hoewel dat ook nog verwijzen, want dat
snel is, moet het in begraafregister liegt
dat geval wel mogelijk niet…
zijn geweest om zijn

Notities:
(1) Zie het artikel ‘Escapades op de Engelenburgerkade’. Van der Kaa,
tijdschrift Dordrecht Monumenteel nr. 45, oktober 2012

42 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


Rijtuigmaker Rijk Pel aan het Stek in Dordrecht
Mario Broekhuis⁽¹⁾

In de gemeentelijke
prentenverzameling van
Dordrecht bevinden zich vijf
tekeningen in pen, penseel en
potlood gestempeld met ‘R.G.
Pel Rijtuig-fabrikant
Dordrecht’. Het zijn fraaie
ontwerpen van rouwrijtuigen
uit de periode 1860-1870, die
getuigen van de kwaliteiten
van de fabrikant.

Richardus Gerardus (Rijk) Pel (1818-1891) was rijtuigmaker


en zoon van een rijtuigmaker uit Zeist. Hij huwde in 1845
met de 22-jarige Christina Maria Elckenbout uit Dordrecht
en werkte vanaf die tijd in haar geboortestad aan drowsky’s,
barouches, tentwagens en tilbury’s. De werkplaatsen van
Pel waren ingericht om een compleet rijtuig te maken,
inclusief een houtwerkplaats, de basis van de
wagenmakerij, en een eigen smederij, waarin werk was voor
twee smidsknechten. Pel zat aan het Stek, een pleintje in
het hart van de stad, waar de stallingen van de
Kloveniersdoelen (gesloopt in 1857) te vinden waren en waar 1877 per koninklijk besluit. Het jongetje zou nog uitgroeien
circussen neerstreken om ‘menschen uit Java’, pelikanen en tot een bekende operazanger.
luipaarden aan het hooggeëerde publiek te laten zien. Aan
het Stek waren ook stallen van equipagebezitters en was de Boete van drie gulden
Dordrechtsche Manege gevestigd. De eerste tekenen van een ongelukkig gezin, waarin net zo
veel kinderen overleden als in leven bleven, was de
Vestingstadje Heusden veroordeling van Frans in 1882 wegens verstoring van de
Rijk Pel zocht naar wagenmakers om zijn bedrijf verder te openbare orde. Toen twee marechaussees hem om half elf ’s
laten groeien en het is niet onwaarschijnlijk dat zo zijn avonds op straat in Heusden aanspraken wegens het
toekomstige schoonzoon zich aanbood. Een kennismaking veroorzaken van ‘burengerucht’, beet de beschonken
die de Pels zouden bezuren. Hun enige kind, Arnolda wagenmaker van zich af met de woorden: “Daar heb ik schijt
Christina Pel, huwde namelijk in 1871 met Franciscus aan, je kunt verreken smeerlappen!”
Andreas van Helvoort (1837-1925). Deze Frans kwam uit het
vestingstadje Heusden, waar zijn vader Hendrikus als Richard van Helvoirt
wagenmaker en tapper in 1859 op de fles was gegaan. Frans Pel (1873-1950),
operazanger
zette de kleine wagenmakerij van zijn vader aan de
Putterstraat 40 in Heusden voort, aanvankelijk samen met
zijn jongere broer Andreas (1844). Deze Andreas stapte in
1882 met zijn gezin aan boord van het stoomschip Graaf van
Bijlandt om het wagenmakersvak te gaan beoefenen in
Soerabaja op Java.

Helvoirt Pel
De naam van de schoonvader woog het zwaarst in het
huwelijk van Arnolda en Frans, want toen zij op hun beurt in
1873 een zoontje kregen, vernoemden ze dat niet naar zijn
vader, maar naar haar vader, Richardus Gerardus (Richard).
Daarbij vroegen ze officieel aan dat Richard de dubbele
achternaam ‘Helvoirt Pel’ kreeg – bekrachtigd op 19 maart

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 43


De rijtuigmaker woonde op de
noordelijke hoek van de Doelstraat
met het Zakkendragersstraatje. De
bedrijfsactiviteiten vonden plaats in
de voormalige stallen van de
schutterij op het Stek. (Kaart 1895)

Omdat de man zich tot dusverre


uitstekend had gedragen, geldelijke nood
had en berouw toonde voor die
belediging was de rechter coulant en
veroordeelde deze hem tot een boete
van drie gulden. Maar Frans had dus geen
geld en wel een kwade dronk.
In 1892, wanneer Rijk Pel overlijdt,
verhuizen Frans en zijn gezin naar
Dordrecht om daar de firma voort te
zetten onder de naam ‘firma Pel,
rijtuigfabrikant te Dordrecht’ aan het
Stek. Frans ging dus verder onder de naam van zijn
schoonvader en ondertekende zelfs brieven met ‘R.G. Pel’.
Frans had onder andere het volgende te koop: een ‘klein
duwcoupéetje op 3 wielen, geschikt voor gebrekkige of
ziekelijke jongeheeren of jongejuffrouwen’, lichte break-
omnibussen met afneembare kap, phaetons met
verplaatsbare kap, coureuses en dogcars. Hij adverteerde
vooral in Brabantse kranten, zijn eigen achterland, in
tegenstelling tot zijn schoonvader, die zijn klandizie vooral
in Zeeland had gezocht.
Een mooi voorbeeld uit het aanbod: “Te koop een eerste kl. 2
hs. Napoleon Coureuse. Elegant rijtuig, afneembare vachet,
verlakt lederen kap, blauw chagrin leder bekl. met
damesruggen matrassen.”

Als rijtuigmagazijn van Dordrecht was het bedrijf bepaald


geen eenmanszaak, getuige de oproep in 1895 voor vier
knechten. Opvolgers waren er niet, met de ene zoon als
operazanger en de ander ziekelijk en daarom eervol
ontslagen als ambtenaar in Nederlands-Indië.

De zaak loopt op de klippen. In 1902 verkocht Frans de


werkplaatsen en woning aan het Stek en in 1903 vond een
openbare verkoping plaats van de twaalf laatste rijtuigen
en twee sledes op voorraad. Nog een jaar later vroegen
Frans en Arnolda scheiding van tafel en bed aan. Was drank
nog steeds een probleem? In 1907 werd Frans opgenomen
in het Sint Antonius Gasthuis in zijn geboorteplaats
Heusden. Hij overleed in 1925 in het gesticht.

De rijtuigmaker Pel – en later zijn dochter en schoonzoon –


woonde in de Doelstraat in een bovenwoning op de hoek met
het Zakkendragersstraatje. Vanuit dit huis keek men op de
stallen van de voormalige schutterij waarin het bedrijf was
gevestigd. (Foto’s Regionaal Archief Dordrecht)
Notities:
(1) Artikel geschreven voor www.hippomobielerfgoed.nl

44 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


Villa Eureka
Angenetha Balm

In 2008 werd villa Eureka aan de


Burgemeester de Raadtsingel een
gezondheidscentrum, waarin een
huisartsengroep,
tandartsenpraktijk, apotheek,
fysiotherapeuten en verloskundigen
zijn ondergebracht. Menig
Dordtenaar heeft hier sindsdien een
stap binnengezet en zich misschien
wel afgevraagd wat de geschiedenis
van deze schitterende villa is. In dit
artikel laten we u kennismaken met
de vroegere eigenaren en bewoners.
Rond 1900 heette het pand nog Villa Ivy Home
(RAD 552_320263)

Schuin tegenover het spoor verrijzen in het derde kwart van naar eigen keus en smaak inrichten. Aan de achterzijde
de 19e eeuw verschillende villa’s van ongekende werd deze in 1907 uitgebreid met een driekantige erker.
schoonheid, zoals William’s Place, villa Simpang, Hotel
Ponsen, Huize Sint Anna en Villa Ivy Home. De weg waaraan Albers Creameries werd in 1841 als plantenboter- en
deze villa’s worden gebouwd, loopt parallel met de eerste margarinefabriek opgericht. In Dordrecht bevond zich de
en tweede Singel en wordt daarom de Parallelweg hoofdvestiging, daarnaast had men fabrieken in Gemert,
genoemd. Nog tot aan het einde van de 19e eeuw is dit een Den Bosch en België. De fabrikant verkocht de villa op 3
landelijke weg omzoomd door een forse rij bomen. Door februari 1916 aan Pieter Johannes de Kanter. De koopsom
diverse notabelen worden in die periode weilanden bedroeg opnieuw f 36.000.
aangekocht om daar villa’s te bouwen. Daaronder bevindt
zich de kassier Herman Theodoor Hoijer. Pieter Johannes de Kanter (eigenaar
1916-1922)
Herman Theodoor Hoijer (eigenaar De volgende eigenaar was de in 1868 in Gouda geboren
1881-1904) Pieter Johannes de Kanter, zoon van een arts. Hij huwde
Hoijer gaf in 1881 aan de civiel ingenieur P. Evekink opdracht Henrietta Jacoba Johanna Collot d’Escury, dochter van een
tot het ontwerpen van een villa aan de Parallelweg, die toen advocaat.
nog geen Burgemeester de Raadtsingel heette. Hoijer was De Kanter was politiek geëngageerd, actief liberaal,
naast bankier ook gemeenteraadslid. Hij gaf de woning de wethouder van onderwijs, directeur van de
naam Ivy Home. Hoe hij tot deze keuze kwam, is niet bekend. Levensverzekering-Maatschappij Holland en tussen 1909
Nadat zijn vrouw Jacoba Theodora Löhnis in 1884 overleed, en 1922 lid van de Tweede Kamer. Hij speelde een
hertrouwde hij met Martina Geertruida Sara van der Feen, belangrijke rol bij de discussies over de
een letterkundige uit Middelburg die onder het pseudoniem grondwetsherziening van 1917. De naam Ivy Home raakte in
M. van Walcheren romans en novellen schreef. ongebruik en hij noemde de woning Villa Sonnevanck.
In 1891 tekende de architect J.N. Reus voor de eerste
verbouwing. Wellicht was dat het moment waarop tevens Op verzoek van P.J. de Kanter vond in juli 1922 een veiling
een kunstschilder werd uitgenodigd om het pand te plaats. Notaris mr. A. Sigmond beschreef het pand daarbij
verfraaien. We komen later op deze decorateur terug. als volgt:

William Gardiner Anthony Charles Villa genaamd Sonnevanck met erf en tuin aan de Burg. De
Albers (eigenaar 1904-1916) Raadtsingel no. 33 te Dordrecht, kadaster sectie D 3025,
De boterfabrikant Albers kocht de villa Ivij Home in 1904 huis en tuin groot 15 aren 70 ca. Het perceel bevat beneden:
van Hoijer over. De koopsom bedroeg f 36.000 en er was kelder, vestibule, hall, 4 kamers, waarvan twee
sprake van een recht van overpad naar de Singel. Albers gelambriseerd, keuken, achtergang, waarin vaste wastafel
werd geboren in Grave (N.Br.) en was in Helmond gehuwd en 2 w.c., grote tuin, waarin bergplaats voor rijwielen en
met de aldaar wonende Maria van Thiel. Ook hij liet de villa brandstoffen, 1e verdieping: portaal, 4 kamers, badkamer,

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 45


Maria Geertruida Sara William Gardiner Pieter Johannes de A.J. van Heck Pieter Leendert van de
van der Feen (1850- Anthony Charles Kanter (1868-1953) (huurder) Polder (1870-1949)
1929) Albers (1869-1949)

w.c. 2e verdieping: 5 kamers, 2 zolders met daarboven Eureka, een naam die de villa nog steeds draagt. Door ziekte
vliering. Het perceel heeft een achteruitgang met recht van van zuster Lemkes was men genoodzaakt om de
uitgang naar de Singel. Voorzien van gas, waterleiding en activiteiten over te dragen aan mevrouw Carbaat-
aanleg voor electrisch licht. Vermeulen, een dame met de nodige ervaring die deskundig
en tactvol met de mensen om kon gaan.
Gebroeders Van de Merwe (eigenaren In 1958 bedroeg het aantal inwoners van rusthuis Eureka 31
1922-1927) bejaarden, vier interne hulpen en de familie van de
De villa werd voor f 30.000 gekocht door de gebroeders directrice. In totaal ging het om 38 volwassenen en twee
Cornelis Pieter, Jan en Pieter van de Merwe, aannemers, die kinderen. Bij controle van de gezondheidsdienst bleek dat
het pand aan de restaurateur A.J. van Heck verhuurden. In de badkamer van het rusthuis een onverzorgde indruk
april 1927 verkochten de gebroeders de villa voor f 27.000 maakte, terwijl ook andere essentiële zaken, zoals de
aan de industrieel Pieter Leendert van de Polder. verlichting, ontoereikend werden bevonden. Een
verbouwing was het gevolg. Het treffen van voorzieningen
Pieter Leendert van de Polder (eigenaar in het rusthuis gaf aanzienlijke moeilijkheden, omdat de
1927-1945) weduwe van de inmiddels overleden Adrianus van ’t Hoff de
Pieter Leendert van de Polder werd in 1870 in Zierikzee villa zonder overleg met de huurder aan N.V. Gebr. Broere te
geboren en was directeur van de gasmeterfabriek. In 1924 Dordrecht verkocht.
werd hij voor zijn verdiensten voorgedragen voor een
Koninklijke onderscheiding en benoemd tot ridder in de N.V. Gebr. Broere (eigenaar 1961-1970)
Orde van Oranje-Nassau. Gebr. Broere werd in november 1923 opgericht door de
Na het overlijden van zijn vrouw ruilde Van de Polder de villa gebroeders Jacobus en Bastiaan Broere en heeft zich in de
in 1945 met de koopman Adrianus van ’t Hoff voor een loop der jaren ontwikkeld tot logistiek dienstverlener voor
herenhuis aan de Vest. Op deze locatie woonde hij in het de chemische industrie. De aan de ’s-Gravendeelsedijk
begin van zijn huwelijk met zijn gezin en hij bewaarde er gevestigde vennootschap had diverse Dordtse panden in
goede herinneringen aan. Aan de villa werd een haar beleggingsportefeuille. Het pand is begin 1961 buiten
verkoopwaarde van f 33.000 toegekend, aan het huis op de de exploitante van het rusthuis mevrouw Carbaat om
Vest f 12.000, zodat Van ’t Hoff bij deze woningruil nog f verkocht aan Broere. Zij was hier zeer ontstemd over,
12.000 diende te betalen. omdat zij het pand liever zelf in eigendom had verworven.
Niet inbegrepen hierbij waren het bad, de geiser, de Een overleg met haar zag de directeur van Broere niet
jaloezieën en de marmeren wastafels, die de verkoper zelf zitten, omdat het pand was aangekocht om er een kantoor
wilde houden. Ongetwijfeld ging het om een losse badkuip voor eigen gebruik in te vestigen en om het terrein te
‘op pootjes’, die kon worden meeverhuisd naar de Vest. benutten voor de vestiging van een tankstation. Derhalve
zouden er ook geen voorzieningen worden getroffen en kon
Adrianus van ’t Hoff (eigenaar 1945- mevrouw Carbaat de huuropzegging op korte termijn
1961) verwachten. Het bleek echter dat Broere de huur de eerste
Het waren de dames Lemkes en Soeters, twee drie jaar niet zomaar kon opzeggen en, omdat de villa
gediplomeerde verpleegsters, die in 1939 op de volgens de brandweer niet aan de veiligheidsnormen als
nabijgelegen Singel 320 een rusthuis begonnen voor tien verzorgings- of verpleegtehuis voldeed, dienden er
bejaarde pensiongasten. Omdat er telkens meer noodzakelijke voorzieningen te worden aangebracht, zoals
aanmeldingen binnenkwamen dan er plaatsen beschikbaar een brandtrap aan de achtergevel. Dat gebeurde uiteindelijk
waren, namen ze in april 1945 hun intrek in de villa, die ze tegelijk met de plaatsing van een grote dakkapel aan de
huurden van Adrianus van ’t Hoff. Zij noemden het rusthuis westzijde van het pand.

46 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


Stichting Geriatrisch Centrum Eureka
In 1970 verkocht Broere het pand voor f 167.500 aan
Stichting Geriatrisch Centrum Eureka, die de villa nog ruim
dertig jaar als kleinschalig verzorgings- of verpleegtehuis in
gebruik zou houden.

Een gezondheidscentrum
We maken een sprong naar het begin van de 21e eeuw. Al
jaren zijn huisartsen in de Dordtse binnenstad op zoek naar
een ruimte voor een gezamenlijke praktijk, waartoe het
artsenechtpaar Ten Sijthof het voortouw neemt. Die ruimte
vinden ze uiteindelijk in de villa. Wat begon als een
voornemen van vier huisartsenpraktijken om samen een
HOED (huisartsen onder één dak) te vormen, is onder de In de jaren twintig van de vorige eeuw heet het pand Villa Sonnevanck
regie van het Parkhuis uitgegroeid tot plan voor een veel (RAD 555_19067)
uitgebreider centrum. Huisartsen, apotheek, tandarts,
fysiotherapeuten en verloskundigen uit de binnenstad zijn
nu onder één dak ondergebracht. Het gezondheidscentrum
werd in 2008 officieel geopend door burgemeester Ronald
Bandell.
Het gebouw heeft hiertoe een enorme renovatie ondergaan.
De Dordtse architect Albert Venema heeft op vaardige
wijze de renovatie gerealiseerd en een nieuwe vleugel
ontworpen. In de wachtruimte van de apotheek, op de
begane grond, bevindt zich een schoorsteenstuk en op de
eerste verdieping een plafondschildering die is gedateerd
op het vierde kwartaal van de 19e eeuw. Het is niet
ondenkbaar dat Herman Theodoor Hoijer, de stichter van de
villa, de opdracht tot realisatie van dit plafond en het
schoorsteenstuk verstrekte aan de decoratieschilder
Willem Adrianus Fabri (1853-1925), een Rotterdamse Deze luchtfoto uit 1923 geeft een fraai beeld van de achterliggende
decoratieschilder van interieurs. In 1898 bracht Fabri samen siertuinen, waarvan sommige met prieel. Rechts zien we hotel Ponsen,
het koetshuis van Van Twist en William’s Place. Aan de linkerzijde villa
met Simon Spaapen wandschilderingen aan in de Eureka, toen nog Sonnevanck geheten, met daarnaast villa Raadthuis.
schouwburg Kunstmin, dus hij was geen onbekende in (RAD 552_320781)
Dordrecht. Midden 2007 kreeg restaurateur Jos Deuss
opdracht om restauratiewerkzaamheden aan het pand uit
te voeren.

Inmiddels is het pand op de gemeentelijke monumentenlijst


geplaatst. Het complex is sinds 2019 eigendom van Cortese
Health Care III B.V. te Utrecht, specialist in eerstelijns
zorgvastgoed beleggingsfondsen.

Plafondschilderingen in Villa Eureka (Foto’s Jos Deuss)

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 47


Dordtse straatnamen in Den Helder.
Of andersom?
Komt u wel eens in Den Helder? Zo ja, En dat komt omdat bijna 20 procent van
dan heeft u waarschijnlijk al snel het de straatnamen óók in Dordrecht
gevoel alsof u zich in Dordrecht bevindt. voorkomt!

Den Helder heeft 462 straatnamen en Dordrecht 1057. Er zit vernoemd zijn, heeft Dordrecht een Lorentzstraat en Den
behoorlijk wat overlap in de straatnamen van deze twee Helder een H.A. Lorentzstraat; die tellen dus niet mee als
steden. Zo hebben ze allebei een Abel Tasmanstraat, een dubbel. En zo tellen ook de Biesboschstraat (Dordrecht) en
Buys Ballotstraat, een Cronjéstraat, een Dommelstraat en de Biesbosstraat (Den Helder), de Borneostraat
een Zanddijk. In totaal hebben ze zo’n 87 straatnamen (Dordrecht) en de Borneolaan (Den Helder) en de
gemeen; dat is voor Den Helder dus 18,8 procent van alle Brouwersdijk (Dordrecht) en de Brouwerstraat (Den Helder)
straatnamen. niet mee. Ondanks dat bezitten de twee plaatsen dus toch
Hoe komen Den Helder en Dordrecht aan zo veel dubbele nog behoorlijk wat straatnamen die precies hetzelfde zijn.
straatnamen? Het helpt enorm dat ze allebei een Tussen de straatnamen die Den Helder en Dordrecht allebei
bloemenbuurt hebben (met onder andere een Anjelierstraat hebben, zitten er een paar die haast uniek zijn. Dat maakt
en een Rozenstraat), een Indische buurt (met bijvoorbeeld het extra bijzonder. De Brikstraat en de Kofstraat liggen
een Javastraat en een Lombokstraat), een buurt met bomen zowel in Den Helder als in Dordrecht, maar ze komen
en heesters (met een Kamperfoeliestraat en daarnaast allebei nog maar in drie andere (verschillende)
Lijsterbesstraat), een rivierenbuurt (met een Maasstraat en plaatsen in Nederland voor. Den Helder en Dordrecht
Merwedestraat), een schepenbuurt (met een Klipperstraat hebben ook allebei de combinatie van een Visstraat en een
en Kotterstraat) en een vogelbuurt (met een Kievitstraat en Vismarkt, en die combinatie komt daarnaast alleen nog in
Reigerstraat). Den Bosch voor.
Maar ook een buurt met ontdekkingsreizigers (Abel Deze informatie is ont-
Tasmanstraat en Jacob van Heemskerckstraat), een buurt leend aan de website
www.overstraatnamen.nl
met wetenschappers (Buys Ballotstraat en Huygensstraat), van René Dings, expert op
een buurt met Zuid-Afrikanen (Cronjéstraat en De la het gebied van staatnamen
Reystraat) en dan ook nog wat algemeen populaire namen, in Nederland en auteur
van het boek ‘Over
zoals de Nieuwstraat, Schoolstraat, Sportlaan en straatnamen met name’.
Molenstraat. Met deze thema's hebben we al een groot deel
van de dubbele namen gehad.
Hierbij is het bijzonder dat beide steden voor deze straten
precies dezelfde achtervoegsels hebben gekozen. Maar dat
gaat ook wel eens fout. In de buurt waar wetenschappers

48 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


De Herman Josinahof
Angenetha Balm

In de serie Dordtse
hofjes ditmaal op
verzoek aandacht
voor de Herman
Josinahof, een hofje
dat gelegen is tussen
het Kasperspad en
de Van Hoogstraten-
singel.

De 19e-eeuwse Schil Woningbouw aan het Kasperspad


De 19e-eeuwse Schil grenst aan de zuid- en oostzijde van de De bierbrouwer J.N. Pieren verkocht in 1882 aan de
historische binnenstad. Uitbreiding van de oude stad in bouwkundige Hermanus Engelbertus van der Kaa en
andere richtingen was immers niet mogelijk in verband met metselaar Johannes Puts een tuin gelegen aan de
de ligging van Dordrecht direct aan de rivieren. Het heeft Vriesepoortsweg, sectie C 2298. Deze weg was
zijn naam te danken aan de eeuw waarin het gebied als oorspronkelijk de grensscheiding tussen de heerlijkheden
stadsuitbreiding tot ontwikkeling kwam. Merwede en Dubbeldam en was bedoeld als tiendweg. Ze
Door de Schil liepen diverse wegen die het achterland met bouwden daar 22 woningen.
de stad verbonden. Opvallend waren de dwarsverbindingen, In mei 1882 meldden de twee aan de gemeente dat ze aan
die door de gehele schil liepen en het landelijke gedeelte het Kasperspad ter zijde van Pas Buiten nog eens 24
van de stad met tuinderijen, blekerijen, boomgaarden en arbeiderswoningen wilden bouwen. Pas Buiten was een
buitenplaatsen toegankelijk maakten. Al deze toen nog herberg annex koffiehuis aan de Vrieseweg, waar men onder
onverharde verbindingen zijn nu belangrijke straten. Denk andere openbare verkopen hield⁽¹⁾.
aan de Hellingen, Eerste Singel, Kromhout en de iets verder De gemeente verleende toestemming, mits gebouwd zou
van de stad gelegen Tweede Singel, om er maar een paar te worden volgens de geldende bouwverordening en de afvoer
noemen. van fecaliën volgens het tonnenstelsel zou geschieden. De
kosten van aanleg waren geheel voor rekening van de
De toegangen tot de stad werden gevormd door bruggen en belanghebbenden⁽²⁾.
poorten. Dit waren achtereenvolgens de Spuipoort,
Vriesepoort, Sint Jorispoort en de Zuider- en Herman Engelbertus van der Kaa werd in 1856 in het
Noordersluisbrug. In 1872 toont de Schil het beeld van een Palingstraatje geboren als zoon van de timmerman
gebied in ontwikkeling. Het heeft structureel de vorm Hermanus van der Kaa en Geertruij Elisabeth van der Plank.
aangenomen die nu nog steeds herkenbaar is. Langs de Hij huwde in 1880 met de uit Zwijndrecht afkomstige
Singel en het Kromhout en langs de uitvalswegen, zoals de Pietertje van Loon, dochter van Hendrik van Loon en
Sint Jorisweg, Vrieseweg en Spuiweg, ontwikkelt zich Johanna van Noort.
woonbebouwing.
Langs deze hoofdwegen worden eind negentiende eeuw Herman werkte samen met de metselaar Johannes Puts,
door ondernemers flinke herenhuizen neergezet bestemd afkomstig uit IJsselmonde en gehuwd met de in Klundert
voor de gegoede burgerij. De nog iets beter bemiddelden geboren Adriana Cornelia Hofman. Het echtpaar had geen
laten een villa optrekken omgeven door een riante tuin kinderen.
compleet met prieeltje en koetshuis. Een jaar later, in augustus 1883, gaven de twee vaklieden te
Lieden van eenvoudigere komaf – waaronder het kennen nog twee bovenwoningen aan het Kasperspad te
dienstpersoneel van de bewoners der buitenplaatsen en willen bouwen als entree voor de hof met 22 achtergelegen
van de notabelen – werden in de achterstraatjes zoals het woningen⁽³⁾.
Matena’s Pad, Kasperspad en Geldelozepad gehuisvest.

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 49


Het tonnenstelsel, ook wel bekend als het Liernurstelsel,
kwam er in het kort op neer dat menselijke uitwerpselen via
ontluchte huisprivaten zonder spoeling in ijzeren
straatriolen of vergaarputten werden gedeponeerd. Deze
putten werden dagelijks door een rijdende of vaste
luchtpomp afgezogen. De verzamelde fecaliën werden
daarna zo snel mogelijk buiten de bebouwde kom gebracht,
waar zij voor de landbouw nog als meststoffen bruikbaar
waren.
Door het bouwen van de twee bovenwoningen creëerde
men aan het Kasperspad een toegangspoort. Zo ontstond
een blok van twee woningen met onder de lijstgevel een
vijftal fraaie consoles.

Aan het Kasperspad bevonden zich meerdere hofjes, zoals


de Bloemhof, Snoekenhof en Kaspershof. Het door de twee
vaklieden gebouwde blok huizen werd als Kasperspad 46a
tot en met 46v genummerd. Er woonden personen met
beroepen als zandtrekker, pakhuisknecht, zeilmaker,
stukadoor en blikslager, maar ook andere ambachtslieden.
Het waren grauwe rijtjeshuizen aan de achter het
Kasperspad gelegen hofje, die zich er aaneenregen en als
twee druppels op elkaar leken. Karakterloze gevels in een
eigen wereldje, die wat achteraf lagen. Een kamer van om en
nabij vier-bij-vier meter, een voorkamer van drie-bij-drie
meter en een zolder. De wc, destijds de ‘poepdoos’
genaamd, was achter op het plaatsje. Jaren later bouwde Toegangspoortje aan het Kasperspad
men er een keukentje aan, waardoor het toilet in de keuken
kwam te staan.
De metselaar overleed op 20 maart 1886. Hij werd slechts
48 jaar. Voor zijn overlijden woonde hij met zijn vrouw aan
de Blekersdijk. Er volgde een scheiding en deling tussen de
weduwe Puts en de compagnon van haar man, Herman van
der Kaa, waarbij het onroerend goed op naam van de
bouwmeester overging.

Herman Josinahof
De naam Herman Josinahof treffen we aan in een schrijven
aan het college van B & W. Tijdens de vergadering van 2
januari 1893 van het college werd een brief van de
rentmeester P.C. Jorissen behandeld. Mede namens andere
bewoners van de Singel verzocht hij de gemeente om een
sloot te dempen die aan hun percelen grensde, aan het
gedeelte van de Singel gelegen tussen de Vrieseweg en de
St. Jorisweg:
De ondergetekenden, allen belendende eigenaren van een
sloot of waterloop, dienende thans tot scheiding van hun
eigendommen lopende vanaf het Kasperspad en
uitkomende aan de Singel tussen de percelen 73 en 75,
hebben de eer het navolgende verzoek tot Uw college te
richten.
Dat aangezien genoemde sloot hoofdzakelijk tot afvoer
van onreinheden wordt gebezigd en mitsdien het water
langs de Singel onzuiver maakt. Dat de uitdampingen dezer
sloot zeer zeker de gezondheid niet zullen bevorderen. Dat
zij daarom aan uw College verzoeken om genoemde sloot Achterzijde van de poort
voor rekening der gemeente te dempen.

50 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


Was getekend: P.C. Jorissen, Joh. Germ. Wed. C. van Hier ter stede overleed in de ouderdom van ruim 65 jaren de
Ballegooijen, D. Schotman en J.M. Baumann. heer Herman Engelbertus van der Kaa, architect den 15e
mei 1856 geboren. Hij was o.a. mede-oprichter der
De directeur van Gemeentewerken ontving een rapport van vereeniging voor Vak en Kunst in 1887, wier secretaris hij
C.C. van Rijsbergen. Hij stelde dat de sloot met elk getij werd, en nam een zeer werkzaam aandeel aan de
doorspoeld werd met het water, dat daarin afvloeide uit de tentoonstellingen dier vereniging in 1892 in Kunstmin, in
sloten in de blekerijen aan het Kromhout. Deze sloten 1897 in het Oranjepark. Ook interesseerde hij zich zeer voor
werden gevuld met zuiver water uit de Spuihaven. Maar Dordrechts gebouwen en oudheden. Hij was lid der
ondanks die geregelde doorspoeling werd de sloot door de commissie van
bewoners van de Herman Josinahof in grote mate bijstand der
verontreinigd door het inwerpen van allerlei vuil.
De gemeente besloot de briefschrijvers mede te delen dat
Vereeniging Oud-
Dordrecht en
“Benauwde
zij er geen belang bij had om de sloot te dempen. Wanneer bestuurslid van de ogenblikken
dit voor eigen rekening zou geschieden, bestond daartegen Vereeniging tot
echter geen bezwaar, mits in het gedeelte dat gedempt instandhouding van voor bewoners
werd een riool van Engelse aarden buizen zou worden Oude Gebouwen. Zo
aangelegd, op aanwijzing van gemeentewerken⁽⁴⁾. realiseerde hij samen van de Hofjes”,
Waar de naam Herman Josinahof vandaan komt, is niet met met archivaris
zekerheid vast te stellen. Wel ligt het voor de hand dat de Overvoorde en Adr.
bouwkundige het hof deze naam heeft gegeven als Schotel het boekje ‘Oude Gebouwen’, de voorloper van de
eerbetoon en ter herinnering aan zijn voorouders Herman Monumentenlijst. Enkele restauraties van oude gevels
van der Kaa en Josina van der Crab. De bouwkundige stond werden onder zijn leiding uitgevoerd. Sedert 1903 was hij lid
bekend als een persoon die zich sterk maakte voor het en secretaris der gezondheidscommissie alhier.
cultureel erfgoed. Zo was hij in 1895 betrokken bij de Zijn weduwe vertrok na zijn overlijden naar Den Haag, waar
oprichting van de Vereeniging tot Instandhouding van Oude hun zoon Herman van der Kaa, hoofdinspecteur van de
Gebouwen, die een halt wilde toeroepen aan de sloop van de Volksgezondheid, woonde. Als haar gemachtigde en mede
oude gebouwen met een cultuurhistorische waarde. namens de overige erfgenamen verkocht hij de woningen in
Van der Kaa overleed op 9 september 1921 op 65-jarige juni 1929 aan de aannemer Arie Fransz. Brand. Hij kocht het
leeftijd. Naar aanleiding hiervan verscheen een beknopte complex bestaande uit 22 huizen met een toegangspoort
levensbeschrijving in de krant: met daarin twee bovenwoningen. De koopsom bedroeg in
totaal f 31.000.
Nadat Brand eigenaar van de hof was geworden, werden
alle woningen in 1930 voorzien van dakkapellen, waardoor
men meer licht en ruimte op zolder kreeg. In 1941
verbeterde Brand de terreinafscheiding en bouwde hij er
een loods.

Oorlog
De Tweede Wereldoorlog liet zijn sporen in de hof na. Op 24
oktober 1944 werd Dordrecht rond het middaguur
slachtoffer van een zeer zwaar bombardement. Terwijl het
eerste gegil van de sirenes klonk, openden tientallen Duitse
kanonnen een razend afweervuur en bijna gelijktijdig doken
vijf squadrons snelle Typhoons van de RAF boven de stad
op. Doelwit was Park Merwestein. Bommen van 450 kilo
met vertraagde werking vielen van geringe hoogte en direct
daarna volgden projectielen van 250 kilo van hoog uit de
lucht.
Uit de getroffen stad rezen rook en stofwolken op en onder
de puinhopen lagen vele mensen, onder wie onschuldige
kinderen van de Buitenschool aan de Vrieseweg. Daaronder
bevond zich ook een bewoonster van de Herman Josinahof,
Jenneke Loovens–van Meeteren. Zij werd met letsel
opgenomen in het Gast- of Ziekenhuis. Haar man Johannes
Bastiaan Loovens overleed op 4 december 1944.
Arie Fransz. Brand Nagenoeg zijn hele leven woonde deze scheepmaker met
zijn gezin aan de Herman Josinahof. Zijn vrouw Jenneke
herstelde na het bombardement.

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 51


De slooprijpe Herman Josinahof

Watersnood
“Benauwde ogenblikken voor bewoners van de Hofjes”, kopt
dagblad De Dordtenaar in februari 1953, nadat grote delen
van Dordrecht blank zijn komen te staan. Via de Vrieseweg
bereikt het water ook de achterliggende straten en wegen.
Ook in de Herman Josinahof komt het water dermate
hoogte te staan dat men slechts met lieslaarzen de
woningen kan bereiken. De bewoners moesten de wijk
nemen naar de hoger gelegen zolder.
Meer en meer trokken bewoners weg uit de hof om hun heil
te zoeken in meer comfortabele woningen in de
buitenwijken, waar bijvoorbeeld een douchegelegenheid
aanwezig was. Tijdens een gemeenteraadsvergadering in
1960 besprak men het voorstel van het college om de
Herman Josinahof 11 onbewoonbaar te verklaren. Nadat
reparatie was toegezegd, was dat gevaar geweken. Toch
vond er nog maar mondjesmaat onderhoud aan de woningen
plaats.

In 1980 viel het doek en werd een sloopvergunning voor het


hofje afgegeven. De firma Joh. Romijn kreeg opdracht voor
sloop van de woningen aan de Herman Josinahof, het
Kasperspad en het Snoekenhof. Een jaar eerder waren de
panden door de gemeente aangekocht. Men ontwikkelde
hierna een plan voor de bouw van nieuwe woningen aan de
Herman Josinahof. In 1985 realiseerde men een nieuw en
modern Herman Josinahof met 25 woningen voor een- en
tweepersoonshuishoudens.

Notities:
(1) RAD 209-119 no. 142
(2) RAD 209-66 no. 142
(3) RAD 209-67 no. 214_221
(4) RAD 6-1655 bijlage 5, 6, 7, 8

52 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


Betaald … of (toch) echte liefde?
Harry Aardoom

In de achttiende eeuw bestond het Dat scheelde de diaconie dan weer


voorschrift, uitgevaardigd door de uitgaven. Het kwam vaak voor dat de
magistratuur, dat de vroedvrouw tijdens vrouw een man noemde die in het
de bevalling van een ongehuwd daarop volgende proces voor de hoge
zwangere moest vragen wie de vader vierschaar van Zuid-Holland ontkende
van het kind was. De man was dan aan te de vader te zijn. En, laten we eerlijk zijn,
spreken voor de kosten de verzorging het kon zonder DNA-test moeilijk
en opvoeding van het kind met zich bewezen worden.
meebracht.

Anna van der Net, een meerderjarige En een vergoeding voor de defloratie
ongehuwde zwangere inwoner van (ontmaagding)? Van een defloratie
Zwijndrecht beviel in januari 1773. was geen sprake geweest! Anna
Zij beweerde dat Arij de Bondt, was geen maagd meer.
eveneens inwoner van
Zwijndrecht, de vader van haar Maar goed, hij wilde geen
welgeschapen zoon was. Arij scherpslijper zijn, het leven is
werd aangeklaagde in een civiel voor een handelaar een
proces voor de hoge vierschaar kwestie van geven en nemen.
van Zuid-Holland met als eis op te Dus bood hij via zijn procureur
draaien voor “de kosten van Bax aan om het geheel af te kopen
defloratie (ontmaagding) en verlies voor vijfentwintig gulden “voor de
van eerbaarheid, kraamkosten (bevalling), zogenaamde defloratie en kraamkosten”,
en alimentatie (opvoeding) van de welgeschapen plus tien stuivers alimentatie per week voor het kind
zoon tot diens vierentwintigste jaar.” Anna beweerde dat “.. tot zijn achttiende jaar. Per slot kon dat kind er toch niets
ze is verleijd.” Arij had meermalen beloofd met haar te aan doen dat het in een deze situatie terecht was gekomen.
zullen trouwen, maar deed het niet. Ze had met niemand
anders seksueel contact gehad. Ze eiste dat Arij met haar Anna liet weten dat het “een onbeschaamde uijtvlugt” van
zou trouwen dan wel bovenstaande kosten zou betalen. Zij hem was. Hij zou dus “een gepremediteerde hoerejager”
was niet in de omstandigheden om zelfstandig voor het zijn geweest? Ze was woest. Hoe durfde hij er een handeltje
kind te zorgen. van te maken? Het aanbod van een vergoeding van
vijfentwintig gulden was belachelijk weinig. En voor de
“Ze moest dus binnenkort tot de reeds zeer beswaarde opvoeding van het kind zouden geen tien, maar twintig
armenkas van Swindregt toevlugt … neemen …” stuivers per week nodig zijn.
Maar Arij verweerde zich. Hij had wel seks met Anna gehad, Verdedigde Anna de belangen van haar kind of was ze een
maar het kind kon onmogelijk van hem zijn, de data klopten zakenvrouw die hoopte op een voordelig handeltje?
niet. Hij had Anna destijds goed voor de genoten seks Het geheel deed heel zakelijk aan. Op 12 juli 1773
betaald en van een trouwbelofte was nooit sprake geweest. procedeerden ze nog. Hoe het is afgelopen heb ik (nog) niet
kunnen vinden.
“… ofschoon (hij) niet kan of wil ontkennen, dat hij te
enigertijt wel eens bij (haar), als bij ene hoere gekomen, en
haar als zodanig gebruikt en betaalt heeft, …”

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 53


Een huis uit 1595 met een kattenluik?

De Dordtenaar Pieter Leonardus


Vuyck (1831-1904) wordt
gekwalificeerd als
amateurschilder, tekenaar en
aquarellist van landschappen (als
genre), stadsgezichten en
interieurs. Zijn werkzame periode
liep van circa 1846 tot het jaar van
zijn overlijden, 1904. Hij was van
1859 tot 1864 lid van het Dordtse
Teekengenootschap Pictura.

Pieter Leonardus Vuyck (1831-1904)

Vuyck werd op 25 september 1831


in Dordrecht geboren als zoon van
de rijksambtenaar Pieter Vuyck en
Trijntje Huiser. Op 23 november
1859 trouwde hij met Adriana van
der Steen, die vier jaar later al
overleed, enkele weken na hun
tweejarige zoontje Pieter. Vader
bleef achter met zijn driejarige
zoontje Laurens en woonde met
hem op het Bagijnhof, in een huis
tegenover het tegenwoordige C&A.
Op 24 juli 1878 hertrouwde hij met
Elisabeth Biester, zijn zoon was
toen bijna zestien. Uit dit tweede
huwelijk zijn geen kinderen
geboren.
In de collectie van Simon van Gijn
bevinden zich ruim dertig
aquarellen en tekeningen van
gebouwen en stadsdelen te
Dordrecht van zijn hand, waaronder
deze rond 1850 gemaakte aquarel
van de Kloveniersdoelen. Via het
poortje bereikte men vanaf het
Stek de Doelstraat.
Kloveniersdoelen, circa 1850

54 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


In de beeldbank van het Regionaal Archief Dordrecht Helaas heeft Vuyck geen huisnummer op de tekening
bevindt zich deze tekening van een huis in de Hoge vermeld, zoals zijn tijdgenoot en collega Johannes Rutten
Nieuwstraat, gemaakt door Pieter Leonardus Vuyck⁽¹⁾. Het dat altijd wel deed. Ook de bankier Simon van Gijn, uit wiens
huis dateert uit het laatste decennium van de 16e eeuw en collectie de tekening afkomstig is, wist het nummer niet,
behoort daarmee tot de eerste op het Nieuwe Werck anders had hij het wel vermeld in de inventaris van zijn
gebouwde woningen. Tegelijkertijd is dit het enige huis uit prentenverzameling Dordracum Illustratum.
die begintijd waar een afbeelding van is bewaard.

Rijp voor de sloop

Het dichtgetimmerde pand verkeert in


een bouwvallige staat, wat onder
meer te zien is aan het muuranker
rechtsboven dat er los bij bengelt.

Aan de uit het zolderraam stekende plank


te oordelen, is men al met de sloop
begonnen. De bovenste twee planken
waarmee het zolderraam was
dichtgetimmerd, zijn van binnenuit
verwijderd, waardoor de spijkers zich nog
in het kozijn bevinden.

Op de gevelsteen staat de tekst: FIAT.


VOLUNTAS TVA. DNE. 1595 (‘Heere uw wil
geschiedde’).

Curieus is het kattenluikje in de


voordeur. Nu zal daar wel geen
16e-eeuwse kat door naar binnen
zijn gewandeld, maar toch, ook in
de eeuw van Vuyck werden deze
huisdiertjes blijkbaar al verwend
met een eigen ingang…

Rest de vraag waar het huis in de


Hoge Nieuwstraat heeft gestaan.
Werkgroep Het Nieuwe Werck, in dit gebied
actief met historisch huizenonderzoek, heeft dat nog niet
kunnen achterhalen. Maar wie weet komt ze daar in de
toekomst nog wel achter.

Notitie:
(1) RAD 551_35806

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 55


Nogmaals de Salomonstempel in de Hofstraat
In dit tijdschrift van januari jl. schreven Toch het pas in 1913 is afgebroken. In de
wij over een huis in de Hofstraat, dat op beeldbank van het Regionaal Archief
de locatie van de Statenschool stond en Dordrecht bleek echter wel een
waar hoogstwaarschijnlijk Aelbert Cuyp plattegrond van het huis aanwezig te
na zijn huwelijk is gaan wonen⁽¹⁾. Vreemd zijn. De tekening is niet gedateerd, maar
genoeg zijn er geen tekeningen of foto’s vermoedelijk in de 19e eeuw gemaakt⁽²⁾.
van dit huis gevonden.

Een merkwaardig huis die tuinmuur hebben gezeten, de paarden moesten er


Het is een plattegrond van een huis met een merkwaardige immers uit kunnen om bij het koetshuis te komen.
indeling. Allereerst valt op dat er vanuit het Hof een gang
loopt – dwars door het huis heen – naar een uitgang op een Het huis zelf telt drie kamers, een keuken en de
binnenplaatsje achter de Augustijnenkerk. De gang is 97 koepelkamer met kelder. Vermoedelijk was er ook een
voet lang; dat is bijna dertig meter. bovenverdieping, want tussen de keuken en de achterkamer
Aan de zuidzijde, bij de Hofstraat, lijkt een uitgang naar de is een trap ingetekend.
tuin te zijn, links van de uitbouw die als “Coepel en den Aan de westzijde is het huis breder geweest. De meest
Kelder er onder” wordt beschreven. We zien in die behoorlijk linker kamer liep volgens de kadastrale kaart van 1832 in
grote tuin een koetshuis, paardenstal, mestput en een een L-vorm om de plaats daarboven heen, met aan de
losstaande tuinkamer. Mogelijk was de tuin met een muur westzijde nog een tot het huis behorend erf, dat zich tot
afgescheiden van de Hofstraat, hetgeen het ontbreken van ongeveer anderhalve meter van de achtergevel van de
tekeningen of foto’s zou verklaren. Er zal dan een poort in Berckepoort uitstrekte.

56 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


De situatie in 1832. De geel omlijnde percelen waren Het huis lijkt geen echte ‘hoofdingang’ te hebben. Kwam
destijds van dezelfde eigenaar, de familie Van den men binnen via de deur in het Hof? Of betrad men het huis
Brandeler. Op de plek van het lage gebouwtje op de foto vanuit de Hofstraat? Al met al is dit een huis dat steeds
rechts (het is nog een oorspronkelijk deel van de vroegere meer vragen oproept. Wie die kan beantwoorden, wordt
kloostergang) staat nu het voormalige kerkkantoor Hof 15, uitgenodigd dit met ons te delen via e-mail:
waarin nu Documentatie- en Kenniscentrum Augustijnenhof
is gevestigd. Achter de met de gele stippellijn aangegeven redactie@augustijnenhof.nl
deur en het raam links daarvan begon de lange gang, die op
de binnenplaats achter de Van Beverenkapel van de
Augustijnenkerk uitkwam.

Foto 1906. In de hoek links de toegangsdeur naar het grote huis achter de kerk. (RAD 551_70474)

Notitie:
(1) Dordrecht Monumenteel | Dordts Geboren nr. 77, p. 49
(2) RAD 552_230633

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 57


Een deur naar het verleden
Achter de glazen pui in de
onderdoorgang van De Waag is de nog
geheel intacte 14e-eeuwse beerkelder
van het laatmiddeleeuwse Huis
Scharlaken te zien. In 1990 is besloten
de kelder op zijn oorspronkelijke plek
voor het publiek zichtbaar te maken.
De ruimte wordt tevens gebruikt om
interessante objecten uit het verleden
aan het publiek te laten zien, zoals
gevelstenen en bodemvondsten, maar
ook een fascinerende deur met een
riante, van houtsnijwerk voorziene,
omlijsting. Maar waar komt deze deur
eigenlijk vandaan? Daarvoor moeten
we ruim 125 jaar terug in de tijd, want
zolang doet hij al op zijn
oorspronkelijke plek geen dienst
meer.

Oude gebouwen te Dordrecht


De deur wordt beschreven in een in 1900 verschenen boekje
getiteld Oude gebouwen te Dordrecht. Daarin worden
honderden panden beschreven, waaraan men toen al een
hoge architectonische of historische waarde toekende. We
kunnen deze uitgave van de Vereeniging tot Instandhouding
van Oude Gebouwen beschouwen als de voorloper van de
Dordtse monumentenlijst. Voor historisch huizenonderzoek
is het een belangrijke bron, omdat veel beschreven panden
in de tussentijd zijn gesloopt, maar de beschreven
bouwhistorische elementen – zoals de deur – kunnen op die
manier worden herleid naar hun oorspronkelijke locatie.

Onder nummer 436 wordt in dit boekje het huis beschreven


waarin de deur zich bevond. Dat was de Korte Geldersekade
nummer 9 (oud nummer):
Circa 1740. Gesneden deuromlijsting Lodewijk XV, met
gebogen kalf en pilasters met kransen en strikken. Thans in
Museum van Gijn.
Het gaat om de tegenwoordige locatie Korte Geldersekade
4 en 6, twee in 1894 gebouwde woonhuizen, die in de plaats
zijn gekomen van een groot 17e-eeuws woon- annex pakhuis.
Gezien de datering van de deur komt Hendrik Koeijmans in
aanmerking als de eigenaar die de deur in het pand liet
aanbrengen. Hij is een welgesteld wijnkoopman en reder,
maar staat ook bekend als handelaar in zout, stokvis en
De glazen wand aan De Waag waarachter de kelder van Huis
traan. Scharlaken te zien is, aangevuld met bouwhistorische en
archeologische objecten.

58 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


Johannes Rutten
De deur was in 1871 al de tekenaar Johannes Rutten
opgevallen. Deze beeldchroniqueur van gesloopt
Dordrecht - aan wie we danken dat we om ons nog
een beeld te vormen in het Dordrecht in de tweede
helft van de negentiende eeuw - voorvoelde kennelijk
al dat het pand zijn langste tijd had gehad en tekende
het tot in het kleinste detail. Links op de tekening
staat het huisnummer dat het pand destijds had: A
86 met daaronder het jaartal 1871.

Sloop en herbouw
Eigenaar Simon Bouman verzoekt in 1894 de
gemeente om het pand aan de Korte Geldersekade af
te breken, om daar weer twee gebouwen terug te
plaatsen ten dienste van drie woningen en een
pakhuis. Het rechtergedeelte van het
oorspronkelijke pand wordt in gebruik genomen als
pakhuis met bovenwoning en het linker wordt geheel
woonhuis. De bijzondere deur, die toegang tot de
wijnkelders van het oude pand gaf, wordt
uitgebroken en veilig gesteld. Het is de kunstschilder
Bas Veth die de deur meeneemt en aan de
Vereeniging Oud-Dordrecht schenkt. Via museum
Van Gijn is het object uiteindelijk op een
hedendaagse locatie voor een ieder te zien.
Korte Geldersekade 4 t/m 6

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 59


Oom Dirk (2)
In ons tijdschrift van januari jl. heeft u
kennis kunnen maken met twee
Dordtenaren die geparenteerd bleken
te zijn aan Dirk IV, de onfortuinlijke
graaf die zijn standbeeld op de
Varkenmarkt te danken heeft aan het
feit dat hij in 1049 bij Dordrecht om
het leven kwam en daarmee Dordt
haar eerste vermelding op perkament
bezorgde. We vroegen ons af of ‘Oom
Dirk’ nog méér Dordtse verwanten zou
hebben.

Luik. Net zoiets als zijn broer Dirk twaalf jaar daarvoor bij
Dordtse familie van Dirk IV gezocht Dordrecht. Maar in tegenstelling tot Dirk had Floris
Om Dirk een keertje met een familiereünie te verrassen voordien gelukkig nog wel wat kinderen op de wereld gezet.
riepen we in ons tijdschrift lezers op die eveneens Dat is voor Dirk wel fijn, want daar heeft hij nu toch maar
stamlijnen naar graaf Dirk IV hebben. mooi vier verwanten aan te danken die op de Varkenmarkt
En warempel, bij de redactie heeft zich een echtpaar een toast op zijn verjaardag kunnen uitbrengen. Althans,
gemeld waarvan zowel de vrouw als de man van Dirks broer voor zover je ruim dertig generaties later nog van
Floris I afstammen. verwanten kunt spreken. Maar goed, het idee is toch wel
leuk?
Omdat knokken nu eenmaal gebruikelijk was in deze
grafelijke familie, sneuvelde ook Floris bij een matpartij in Hier volgen de stamlijnen van Graaf Floris I naar het
1061 met het leger van de bisschoppen van Utrecht, Metz en echtpaar Sico Enzler en Jolanda Enzler-Zwijgers.

Bent u een Dordtenaar en heeft u ook stamlijnen naar de vader van Dirk en Floris?
Laat het ons weten en mail naar:

redactie@dordrechtmonumenteel.nl

Stamlijn Floris I naar Otto


De eerste vijf generaties zijn voor beide Enzlers hetzelfde. Waar Simon Enzler 31
voorouders nodig heeft om bij Floris I terecht te komen, kan zijn vrouw Jolanda
dat met één voorouder minder doen.

I. Floris I (1019-1061, Graaf van West-Frisia)


II. Dirk V (1054-1091, Graaf van West-Frisia)
III. Floris II de Dikke (1080-1121, Graaf van Holland)
IV. Dirk VI (1110-1157, Graaf van Holland)
V. Otto I van Bentheim (1135-1208, Graaf van Bentheim, Burggraaf van Coevorden)

60 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


Van Otto naar Enzler (Sico)

VI. Marina van Ochten-van Bentheim (1170-1252)


VII. Hendrik (Riculf) I van Ochten (1190-1250)
VIII. Bertha van Arkel-van Ochten (1225-1285)
IX. Arnold I van Arkel (1260-1307, Heer van Noordeloos)
X. Roelof I van Dalem van Dongen (1286-1358, Heer van Dalem)
XI. Roelof II van Dalem van Dongen (1315-1361, Heer van Dongen)
XII. Willem Roelofsz van Dalem van Dongen (1360-1438, Heer van Dongen en Zwaluwe, Baljuw van Zuid-Holland)
XIII. Jan Willemsz van Dalem van Dongen van Ghilse (1380-1452)
XIV. Godert van Ghilse (1400-1484)
XV. Cornelis Godertsz van Ghilse (1430-1503)
XVI. Godert Cornelisz van Ghilse (1460-1540)
XVII. Cornelis Godertsz van Ghilse (1490-1555)
XVIII. Dingena Cornelisdr Gerrits-van Ghilse (1520-1599)
XIX. Matthijs Matthijsz Gerrits (1550-1607)
XX. Dingeman Matthijsz Ardonne (1581-1659)
XXI. Jan Dingemansz Ardonne (1612-1694)
XXII. Cornelis Jansz Ardonne (1648-1719)
XXIII. Dingeman Cornelisz Ardonne (1687-1764)
XXIV. Cornelis Dingemansz Ardonne (1719-1775)
XXV. Cornelis Cornelisz Ardon (1746-1794)
XXVI. Cornelis Cornelisz Ardon (1775-1812)
XXVII. Cornelis Ardon (1800-1844)
XXVIII. Hendrik Ardon (1833-1912)
XXIX. Hendrik Ardon (1863-1942)
XXX. Willem Pieter Ardon (1898-1956)
XXXI. Johanna Enzler-Ardon (1924-2005)
XXXII. Simon Cornelis (Sico) Enzler (geboren 1953)

Van Otto naar Enzler (Jolanda)


VI. Boudewijn I de Dappere van Bentheim (1180-1248, Graaf van Bentheim, Burggraaf Utrecht)
VII. Otto II van Bentheim (1215-na 1279, Graaf van Bentheim en Tecklenburg, Burggraaf Utrecht)
VIII. Egbert I van Bentheim (1253-1311, Graaf van Bentheim)
IX. Johan II van Bentheim (1280-1333 Graaf van Bentheim)
X. Hedwig van Götterswick-van Bentheim (1315-1371)
XI. Arnold III van Götterswick en Bentheim (1350-1403, Heer van Götterswick)
XII. Adelheid van Culemborg-van Bentheim (1388-1448)
XIII. Gerard II van Culemborg (1415-1480, Heer van Culemborg, Ambachtsheer van Buren)
XIV. Aleida van Egmont-van Culemborg (1444-1471)
XV. Floris van Egmont (1470-1539, a.k.a. Fleurken Dunbier, Graaf van Buren en Leerdam, Stadhouder van Gelre en Friesland)
XVI. Anna van Montmorency-van Egmont (1504-1574)
XVII. Maria Schoir-van Montmorency (1520-1570)
XVIII. Melis Hermansz Schoir (1540-na 1590)
XIX. Arien Melisz Verschoor (1570-1632)
XX. Melis Ariensz Verschoor (1605-1635)
XXI. Arien Melisz Verschoor (geboren 1626)
XXII. Cornelis Ariensz Verschoor (geboren 1647)
XXIII. Marijke Cornelisdr Hovestadt-Verschoor (1686-voor 1733)
XXIV. Teuntje Cornelisdr Giphart-Hovestadt (geboren 1720)
XXV. Jacobus Juriensz Giphart (1758-1809)
XXVI. Jurianus Johannes Giphart (1791-1857)
XXVII. Johanna Maria van Efferen-Giphart (1820-1879)
XXVIII. Johannes Giphart (1858-1945, kreeg zijn moeders naam, vader onbekend)
XXIX. Lena Visser-Giphart (1897-1968)
XXX. Elisabeth Lena Zwijgers-Visser (geboren 1927)
XXXI. Jolanda Enzler-Zwijgers (geboren 1956)

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 61


Nieuwe boeken van het Augustijnenhof
Het Augustijnenhof doet het hele jaar door weten over de geschiedenis van hun pand
historisch onderzoek naar Dordtse of bedrijf. De afgelopen tijd verschenen de
monumenten, bedrijven en inwoners. Vaak volgende boeken, die kunnen worden
gebeurt dit in opdracht van particuliere ingezien op Documentatie- en
huiseigenaren of bedrijven die meer willen Kenniscentrum Augustijnenhof.

HET BOLWERK STICHTING VEERDIENST III WONEN EN WERKEN BUYTEN DE


De historie van Korte Geldersekade 4 Hield de vaart erin… SLUYSPOORT
te Dordrecht Hoekhuis Sluisweg 1 te Dordrecht
Opdracht: Eveline Sprenger en Opdracht: Stichting Veerdienst-III Opdracht: Van Pelt Ontwikkelt B.V.
Richard Vorst Door: Rosa Paase, Arnoud Blok, Door: Angenetha Balm-Kok
Door: Angenetha Balm-Kok Yves Moret Uitv.: 82 blz / 21x29,7cm
Uitv.: 79 blz / 21x29,7cm ISBN 978-94-036174-2-8 Prijs: € 21,75
Prijs: € 20,50 Uitv.: 128 blz / 17,7x24,4cm
Prijs: € 24,95

Voordat het pakhuis ‘Het Bolwerk’ aan In 1983 kon de gemeente Dordrecht De historie van dit pand gaat terug tot
het einde van de 19e eeuw tot twee de kosten van het onderhoud van de het midden van de 17e- eeuw. In 1810
woonhuizen werd verbouwd, stond er Veerdienst III niet langer voor haar schenken Arij Kuijl en zijn vrouw hun
een statig dubbel graanpakhuis . Daar- rekening nemen en dreigde het zoon Huibert dit hoekpand bij de
onder bevond zich een deur die toe- markante schip te worden afgestoten. Sluisbrug, waarna deze een verbou-
gang gaf tot de kelder, waarin de wijn- Het was op weg naar zijn honderdjarig wing start om zijn bruid een riant
voorraad van de Dordtse thesaurier bestaan, maar zou waarschijnlijk zijn onderkomen te kunnen bieden. Het
lag opgeslagen. In het eerste kwart gesloopt. Dankzij de talloze gaat hier over de voorganger van het
van de 18e eeuw werd als toegang een vrijwilligers van stichting Veerdienst- huis Sluisweg nr. 1, dat nog steeds de
rijk versierde entree met kransen en III bevaart het nu bijna 125 jaar oude oorspronkelijke monumentale
strikken aangebracht. Tegenwoordig schip nog altijd de wateren in en rond uitstraling heeft. In 1848 wordt het
is deze deur te bewonderen in gebouw Dordrecht. huis de woning van Hugo van Gijn. Zijn
De Waag, bij de ingang van de bewaard Op verzoek van het bestuur van zoon zal het in 1871 ingrijpend verbou-
gebleven middeleeuwse kelder van Stichting Veerdienst-III werden wen, waarna het zich zal tonen zoals
het huis Scharlaken. Het huis Korte geschiedenis en activiteiten van het we het nu nog steeds kennen. Dertig
Geldersekade 4 heeft een stevig schip grondig onderzocht. Het jaar later wordt een naastgelegen
bouwhistorisch fundament dat resultaat hiervan leest u in dit boek. pand genaamd ‘de houten Wambuis’
teruggaat tot diep in de 17e eeuw, op En de Veerdienst III? Die is inmiddels aangekocht en bij het herenhuis
het toen zogeheten Papenbolwerk. ondergebracht bij Vereniging De getrokken. Het woonhuis wordt in de
De eigenarengeschiedenis vanaf het Binnenvaart, waarmee zijn toekomst 21e eeuw verder getransformeerd tot
eerste moment tot op heden. gewaarborgd is. een hedendaagse woonlocatie.

62 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


DIAGNOSE HET PATRICIËRSHUIS GENAAMD De Augustijner Courant 2019
De bewoningsgeschiedenis van “DE HOOGT”
Nicolaas Maessingel 224, Dordrecht
Opdracht: P.J. Wapperom Opdracht: Stichting Illustre Opdracht: Stichting Illustre
Door: Jan de Geus Dordracum Dordracum
Uitv.: 75 blz / 21x29,7cm Door: Angenetha Balm-Kok Door: Ad Bosch
Prijs: € 21,75 Uitv.: 133 blz / 21x29,7cm Uitv.:8 blz / tabloid
Prijs: € 25,75 Prijs: gratis af te halen

Wanneer er rond 1874 plannen Uitgave van een in 2011 verricht Nog steeds beschikbaar. Deze
gemaakt worden om langs de Singel onderzoek naar dit huis. Al in de bijzondere uitgave bevat een selectie
huizen te bouwen voor met name eerste helft van de 18e-eeuw werd Jan van eerder in 2019 in de internet
artsen, die een praktijk aan huis willen Sijmonszoon Schouten van diverse magazines Dordrecht Monumenteel
voeren, komt er een ontwerp van de kanten benaderd om grote schepen te en Dordts Geboren van het Augustij-
tekentafel, zoals we dat nu nog op bouwen. In 1746 richt hij een verzoek nenhof verschenen artikelen. U kunt
twee plekken langs de Singel aan het stadsbestuur om zijn loods het gratis afhalen op Hof 15 (uiteraard
aantreffen: Nicolaas Maessingel 224 tegenover de zogenaamde Gebrande alleen indien we open zijn).
t/m 236 en de Albert Cuypsingel 276 Buurt hiertoe te mogen vergroten. De
t/m 288. Dit boek legt de focus op Gebrande Buurt is de omgeving van de
nummer 224. Doctoren komen er niet. Prinsenstraat, Achterhakkers,
Daarvoor waren de plannen wellicht te Twintighuizen en Sluisweg. In de
opportunistisch. Toch wordt de zestiende eeuw viel deze buurt ten
woongeschiedenis allerminst saai, prooi der vlammen bij een grote
REMINDER
want waar het wonen in de binnen- stadsbrand, vandaar de bijnaam. Dit
De enige echte canon van onze stad
stad van Dordrecht een lange historie boek beschrijft de geschiedenis van
kent, hier brengt de geschiedenis ons dit aan de Kalkhaven grenzend gebied €7,95 . Augustijnenhof, VVV, Vos & vd
vier eeuwen terug en voert ons langs en met name het nog steeds bestaand Leer (centrum en Stadspolders), De
blekerijen, een rijtje aansprekende imposante herenhuis aan de Hoogt, Nieuwe Bengel, Dekker, Bruna
namen, intrigerende beroepen en een dat door de familie Schouten werd Sterrenburg, Hyperion Zwijndrecht en
spraakmakende uitvoering daarvan. gebouwd. via Boekwinkeltjes.nl op internet.

Te bestellen bij: En bij boekhandel:

Dordtsebestsellers.nl

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 63


Onze sponsoren

64 DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN


De volgende ‘Dordrecht Monumenteel | Dordts Geboren’
verschijnt in juli 2021.
Heeft u kopij voor een artikel of iets voor de rubriek Vraag & Antwoord?

Stuur uw bijdrage s.v.p. naar:


redactie@dordrechtmonumenteel.nl

De uiterste inleverdatum is 1 juni 2021.

Niets van dit document mag worden verveelvoudigd en/of openbaar


worden gemaakt op welke wijze dan ook zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de auteurs.
De inhoud van ingezonden artikelen is voor rekening
van de schrijver.

DORDRECHT MONUMENTEEL | DORDTS GEBOREN 65

You might also like