You are on page 1of 6

!

,1

•!

''
Inhoud

Tom Go dwin De koude vergelijkingen .


7

Jo/in Wyndltam Het wicl


33

Robert A. Heinlein De lange wacht . 40

Ray Bradbury De verkcerswcg . .


55

Jo/in Wyndltam Het chronoclasrne . .


59

[uditl: Merril De glans van de dageraad . 81

Ray Bradbury Caleidoscoop . .


99

Ricliard Wilson Gccf me de ruimte . . 109

Robert F. Young Doktcr in de wildernis . 113

Henry Kuttner Of a n d e r s . . . 133

Theodore L. Thomas De verre blik . . . 142'

Isaac Asimov De onsterfelijke poeet . . 170

C. M. Kornbluth I-let altaar te middemacht . 173

Fredric Brown Het wapcn . 180

Philip K. Dick Foster, je bent dood . 183

Arthur C. Clarke Geschiedenisles . 203

Over science fiction . 212

Bronvermelding . , . • . . . 216

Ray Bradbury, The highway


uit The illustrated man
uitgcgeven door Doubleday &: Comp., Inc., Gar­
den City N.Y.
© 1950 by The Bards
© 1951 by Ray Bradbury.
De verkeerswcg

RAY BRADBURY

De vcrkoclcndc middagrcgen was bovcn hct dal gekomen. Hij

lccktc over de rnais op de bouwlandcn in de bergen, rikte op

het droge grasdak van de hut. In de regcnachtige duistcrnis

maaldc de vrouw mais tusscn plane stukken lavarots, rus­

tig en gcstadig doorwcrkcnd, Ergcns in het natte onverlichte

donkcr huilde cen baby.

Hernando stand te wachtcn tot de .egcn zou ophouden en hi]

de houten plocg weer vcrdcr over de akkcr ken leiden. Bene­

den hem kolkte het bruine water van de aanzwellcndc rivier.

De bctonncn vcrkccrswcg, ccn twecde rivier, lag star in zijn

bedding gevangcn, glanzcnd en vcrlatcn. Er was al in ecn uur

geen auto over gckorncn. Dat was, op zichzelf, ongewoon en

merkwaardig. In al die jarcn was er gccn uur voorbijgegaan

waarin niet ccn auto had halrgchoudcn en iemand ge­

schreeuwd had: 'Hcdaar, kunnen wij een foto van je nemen?'

lemand met een doos die klikte en een geldstuk in zijn hand.

Als hij langzaam over de akkcr licp zonder zijn hoed op rie­

pen zc sorns: 'O, we willcn je met je hoed op hebben!' En ze

zwaaidcn met hun handen, beladen met gouden dingen die

de tijd meedeelden, of vertclden wie ze waren, of niets de­

den doch enkel flonkerdcn als spinneogen in de zon. Dan

keerde hij zich om en ging zijn hoed halen.

Zijn vrouw sprak. 'Is er iets niet in orde, Hernando?'

'Si. De weg. Er is iets belangrijks gebeurd. lets belangrijks

waardoor de weg zo lceg is.'

Hij liep langzaam en met soepele pas van de hut vandaan. De

regen spoclde over de schoencn van gevlochten gras en dik

autobandrubbcr die hij droeg. Hij herinnerde zich nog heel

goed hoe hij aan dit paar schoenen was gekomen. De band

was op een avond de hut binnengevlogen, had de kippen ver­

schrikt doen opstuiven, de potten dooreengeworpenl Hij was

alleen met een vaart komen aanrollen. De auto, waar hij was

afgelopen, was voortgesuisd tot bij de bocht en had een ogen­

blik bij her licht van de koplampen in de lucht gehangen eer

hij in de rivier was gestort. De auto lag er neg steeds. Op

mooie dagen, als de rivier langzaam stroomde en de modder

wegtrok, kon je hem zien. Diep ender water, een glinsterend

metalen gevaarte, lang en laag en heel duur, lag de auto.

Maar dan kwam er weer madder mee en zag je niets meer.

De volgende dag had hij de schoenzolen uit de rubberband

gesneden. .

SJ
Hij kwam nu bij de vcrkccrswcg en blccf staan, luisterend

naar de zachtc gcluidcn die hij in de rcgcn maakre.

Dan, plotscling, alsof er ccn tcken was gegeven, kwarncn de

auto's. Honderdcn auto's, kilometers achtcrccn, langs hem

voortsuizend en voortrazcnd. De grote lange zwarrc auto's

stovcn buldercrul noordwaarts n a a r de Vcrcnigdc Staten, de

bochten ncmcnd met ccn tc grote snclheid. Onophoudeliik ,

aan ccn stuk rocrcrcnd. En er l ag ccn vrccmdc uitdrukking op

de gezichten van de in de a uto ' s opccngcpakte mcnscn, een

uirdrukking die hem heel s t i l maaktc, Hij deed ccn paar pas­

sen achtcruit om de a uto ' s re Iatcn passcrcn. Hij tclde zc tot

hij er rnoe van werd. Vijfhondcrd, duizcnd auto's kwamen

voorbij en op allc gczichtcn lag die uitdruk k in g. Maar ze re­

den zo sncl langs hem heen dat hij nict kon zeggen wat het

was.

Ei ndclijk keerdcn de stilte en de lcegtc weer. De snelle lange

lage auto's met nccrgcslagcn kap waren vcrdwcnen, Hij hoor­

de her gcluid van de laatstc claxon wcgsterven.

De weg was weer lccg.

Her had ccn bcgrafcnisstoct geleken. Maar een woeste, met

adembcncmcndc vaart voortrazcnde stoer.gierend op weg naar

een of andere p l echtig h e i d vcr in h e t noorden. Waarom? Hij

kon enkcl zijn hoofd schudden en zachtjes met zijn vingers

langs zijn zij srrijkcn.

Nu, helemaal allecn, een laatste auto. Hij maakte in alle op­

zichten de indruk alsof er hierna niets meer komen kon. Over

de omlaaghcllcnde bcrgwcg in de ijl e kocle rcgen, grote stoom­

wolken uirwascmend, kwam ccn oude Ford. Hi j recd zo snel

hij kon. Hernando dacht dat hij hem elk ogenblik in clkaar

zou kunnen zien vallcn. Toen deze oude Ford Hernando zag,

hield hij h a lt . Hij zat onder de madder en de roest en de radia­

tor borrelde nijdig,

'Mogen wij alstublieft een beetje water hebben, seiior?'

Een jonge man, misschien ee n e n twi n tig, zat achter her stuur.

Hij droeg ccn gele trui, ecn w i t overhemd me t open boord en

een grijze broek. Het was een open auto en de regen vie! neer

op hem en op vi j f jonge vrouwen die zo dicht opeengepakt

zaten, dat ze zich nie t meer konden bewegcn. Ze waren alle­

maal heel knap om te zien en beschermden zichzelf en de

chauffeur tegen de regcn met behulp van oude kranten. Maar

de regen achterhaalde hen tech, doorweekte hun helderge­

kleurde japonnen, doorweekte de jongeman. Zijn haar was

kletsna t van de regen. Doch het scheen hem niet te deren.

Geen van hen klaagde en dat was ongewoon. Vroeger hadden

ze altijd geklaagd; over de regen, de hitte, de tijd, de kou, de

afstand.

Hernandoknikte. 'Ik zal u water brengen.'

56
'O, maak alstublicfr voort!' riep een van de rneisjes. Haar

stem klonk heel schril en angstig, Ze spoorde hem niet uit

ongeduld aan, enkcl uit vrccs. Voor her ccrst haastte Hernan­

do zich op dit vcrzock van ccn tocrisr: vrocger was hij altijd

juist [angzarner gaan lopcn als zc op spoed hadden aange­

drongcn.

I-Iij kccrdc tcrug met ccn naafdekscl vol water. Dat was ook

ecn geschcnk VJn de vcrkccrsweg gcwccst. Op cen midd a g w a s

het als ccn wcggcworpen ge l d s t u k op zi j n akkcr terechtgeko­

m e n, rond en r,l i n s t c r e n d . De a u t o waartoe het h ad behoord

was voorrgcglcdcn, zich onbewusr van her Ieit dat her een

zilv e r e n oog h a d vcrlorcn. Tot nu to e haddcn hij en zi j n vrouw

her gc brui k t om in tc wasscn en tc kok e n ; her was ccn pracht

van ccn schaal.

Terwijl hij het water in de kokende r a di a tor goot, keek Her­

nando op naar hun vcrslagcn gczichtcn. 'O, dank u, dank u,'

zei ccn van de meisjcs. 'U weer nicr wat d i t voor ons bctekcnt.'

H ern a n d o glimlachte. 'Zovecl vcrkcer in dit uur. Het gaat

allcmaal ccn kanr op. Naar het noorden .'

Her was nict zijn bcdocling geweest hun Iced te doen met zijn

woorden. Doch teen hij weer opkeek zaten ze daar allernaal

in de regen, en zc huilden. Zc snikten her u it . En de j on ge ma n

trachtte hen tot bcdarcn te brcngcn door zijn handen op hun

schouders te lcggcn en hen zachtjes doore e n te schudden, een

voor een, doch ze hi d den hun krantcn boven hun hoofd en

hun mond vcrtrok zich en ze hieldcn hun ogen g esloten en

hun gezicht zag bleek en ze huilden, de een luid, de ander

zachtjes.

Hernando bleef staan met het halflege deksel in zijn vingers.

'Her was niet rnijn bedo e l i ng i et s onaardigs te zeggen, seiior,'

zei hij verontschuldigend.

'Her hindert niet,' zei de man achter het stuur.

'Wat is er aan de hand, s eii o r? '

'Heb je het nog nict gehoord?' antwoordde de jongeman, ter­

wijl hij zich, het stuurwiel stijf met een hand vasthoudend,

omdraaide en zich naar voren boog. 'Het is zover.'

Dar maakte het nog erger. Toen de andercn dit hoorden, be­

gonnen ze nog harder te huilen, klcmden zich aan clkaar vast,

de kranten vcrgetend, en l iet en de regen op zich neerdalen en

zich met hun tranen verrnengen.

Hernando verstarde. Hij goot de rest van het water in de ra­

diator. Hij keek naai de lucht, waar zwarte storrnwolken zich

sa rn enpakten . Hij keek naar de voortkolkende rivier. Hij

voclde het asfalt ender zijn schoenen.

Hij liep naar de zijkant van de auto. De jongeman drukte hem

de hand en gaf hem een peso. 'Nee.' Hernando ga f het geld­

stuk terug. 'Het was mij een gen oegen .'

57
'Dank u, u bent zo vriendelijk,' zci ecn van de mclsjes, nog

altijd snikkend. 'O, mama, papa. 0, ik wit naar huis, ik wil

naar huis. 0, mama, pappie.' En de andercn hicldcn haar

vast.

'lk heb niets gehoord, seiior,' zci Hernando rustig.

'De oorlog!' schreeuwde de jongcman a l s o f icdcrccn doof was.

'De atoomoorlog is uirgcbrokcn, het eindc van de wercld is

gekomcn!'

'Scfior, seiior,' zci Hernando.

'Dank u, dank u voor uw hulp. Vaarwcl,' zei de jongcman.

'Vaarwel,' zeiden zc allcmaal i n de rcgcn, zonder h e m tc z i en.

Hij blecf staan wachtcn ter w ijl de a u t o van de enc vcrsnelling

in de andcrc schakcldc en rarelcnd de glooicndc weg afrccd,

het dal door vanwaar her gcl uid steeds zwakker tot hem door­

dron g . E ind el i j k was hij v crd w enen met de jonge vrouwcn er­

in, de laatstc auto, met de Iladdcrcnde, boven hun hoofd ge­

houd e n krantcn.

Hernando bleef ccn hcle tijd roerloos staan. De regen liep kil

en koud langs zi j n wangen en langs zijn vingcrs en drong

door zijn gewcvcn broek en deed zijn benen verkleumen. Hij

hicld zi j n adcm in, star en gcspanncn wachtend.

Hij keek strak naar de verkcerswcg, maar er kwam geen be­

weging meer op. Hi] dacht dat het we! een helc tijd zou du­

rcn eer er weer beweging op zou komen.

De regen hicld op. De blauwe lucht werd weer zichtbaar tus­

sen de wolken. Tien minutcn later was de storm verdwenen,

als een bedorven adem. Een zacht bri e s j e woei de geur van de

wildemis naar hem aan. Hij hoorde de rivier zachtjes kabbe­

lend voortstromen. De wildemis zag helder g ro e n ; alles was

door de regcn opgefrist. Hij liep over de akker naar zijn huis

en pakte zijn ploeg. Hij leunde crop met zi j n h a nden en keek

naa r de hemel waarin de zon weer zengend heer begon te

bran den.

Zijn vrouw riep, zonder haar werk te onderbreken, naar bui­

ten: 'Wat was er aan de hand, Hernando?'

'Niets,' antwoordde hij.

Hij zette de ploeg in de voor, riep bevelend zijn ezel: Burrrr-ol'

En ze liepen samen voort over de vruchtbare akker, onder de

heme! waaruit de laatste wolken verdwenen, op hun bouw­

land naast de diepe rivier.

'Wat bedoelen ze, "de wereld"7' zei hij.

You might also like