You are on page 1of 5

48p Test jezelf hst 3 licht

❶Hiernaast zie je de maan, zon en aarde


uitgebeeld.

1p a) Zet de juiste naam onder de rondjes.

1p b) Beeld dit een zons- of maansverduistering uit? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

1p c) Teken en kleur in de kernschaduw die door de zon wordt gemaakt.

1p d) Teken en kleur in (met andere kleur) de halfschaduw die door de zon wordt gemaakt.

1p e) Waarom is een zonsverduistering zeldzamer dan een maansverduistering?

......................................................................................

❷Een lichtstraal valt op een spiegel.

2p a) Hoe groot is de invalshoek?

.....................................

1p b) Teken de teruggekaatste lichtstraal.

1p c) Stel dat het spiegel oppervlak met stof ruw wordt


gemaakt, dan kaatst de lichtstraal alle kanten op. Hoe heet dat met
een technisch woord? . . . . . . . . . . . . . . . . .

3p d) In P moet een spiegel getekend worden waardoor de lichtstraal naar


X toegaat. Teken de spiegel in de juiste stand.

❸Een lichtstraal gaat van lucht naar water. De invalshoek is 35°.

3p a) Bereken de brekingshoek.
stof brekingsindex
..................................................
lucht 1,0
1p b) Een lichtstraal gaat van diamant naar glas. Bepaal de invalshoek. water 1,3
.................... glas 1,5
diamant 2,4
3p c) Bereken de brekingshoek. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

......................................................

1p d) Teken die brekingshoek.

❹Twee lichtstralen A en B willen van vloeistof naar lucht.

1p a) Welke lichtstraal A of B hoort bij 2?

.....................

1p b) Wat is de oorzaak daarvan?

............................

..................................
❺Een pijl staat voor een lens. De 2 brandpunten zijn aangegeven.

3p a) Teken de beeldspijl via een duidelijke constructie.

2p b) Bepaal de vergroting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

3p c) Teken in het volgende plaatje weer de beeldspijl via een duidelijke constructie.

1p d) Hoe heet dit type beeld? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

❻Een bolle lens heeft een brandpuntsafstand van 5,0 cm. 0,40 m voor de lens staat een voorwerp
met hoogte 6,0 cm.

2p a) Bereken de sterkte van de lens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

3p b) Bereken de beeldafstand. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

3p c) Bereken de hoogte van het beeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

................................................................

❼ In fel zonlicht verbrand je na 20 minuten.

1p a) Welk onzichtbaar licht zorgt daarvoor? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

1p b) Noem een heel andere toepassing van dat licht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

2p c) Als je het 3 uur wil volhouden op het strand in deze zon, welke
beschermingsfactor moet je dan minimaal opsmeren? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
...................

1p d) Waarom kun je beter een hogere factor opsmeren? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .


❽ Een materiaal heeft als brekingsindex 1,8.

2p a) bereken de grenshoek. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

......................................................................................

2p b) Een lichtstraal wil uit het materiaal. De invalshoek is 40°. Gaat dat lukken?

......................................................................................
48p Antwoorden test jezelf hst 3 licht
1p 1) a) zie plaatje

1p b) maansverduistering

1p c) zie rood

1p d) zie blauw

1p e) Maan kleiner dan aarde

2p 2) a) tekenen normaal 1p

opmeten 1 = 70° 1p

1p b) zie tekening: hoek t = hoek i

1p c) diffuus.

3p d) spiegel straal naar x 1p

rood: deel hoek middendoor1p

blauw: zet spiegel loodrecht daarop 1p

3p 3) a) ni·sini = nr·sinr 1p 1·sin35 = 1,3·sinr

0,57 = 1,3·sinr sinr = 0,57/1,3 = 0,44 1p r = sin-1(0,44) = 26° 1p

1p b)aflezen 30°

3p c) ni·sini = nr·sinr 1p 2,4·sin30 = 1,5·sinr 1,2 = 1,5·sinr sinr = 1,2/1,5 = 0,80


1p r = sin-1(0,80) = 53° 1p

1p d) zie Plaatje

1p 4) a) A

1p b) hoek groter dan grenshoek.

3p 5) a) groene straal middendoor 1p. Blauwe


straal door brandpunt. 1p Blauwe pijl is beeld.
1p

2p b) N = B/V = 2,3/1,8 = 1,3


3p c) groene straal middendoor. Blauwe straal door
brandpunt. 1p Verlengen 1p Blauwe pijl is beeld. 1p

1p d) virtueel beeld.

2p 6) a) S = 1/f 1p = 1/0,05 = 20 dpt 1p

3p b) 1/v + 1/b = 1/f 1p 1/401p + 1/b = 1/5

1/b = 1/5 – 1/40 = 0,175 b = 5,7 cm 1p

3p c) N = b/v = 5,7/40 = 0,14 1p

N = B/V 1p B = N·V = 0,14·6,0 = 0,86 cm 1p

1p 7) a) UV ultraviolet

1p b) bankbiljet herkenning

2p c) 3 uur = 180 min 1p 180/20 = 9 dus minimaal 9 1p

1p d) bijvoorbeeld: als je gaat zwemmen gaat je bescherming weg

2p 8) a) sin(g) = 1/n 1p sin(g) =1/1,8 = 0,56 g = sin-1(0,56) = 33,7°1p

2p b) 40 is meer dan 1p 33,7 dus hij breekt er niet uit maar weerkaatst. 1p

You might also like