You are on page 1of 113

HANDLEIDING

YZF-R6
5EB-28199-D2
F_5eb_Toc0.fm Page 2 Wednesday, February 2, 2000 2:02 PM
D_5eb_Intro0.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:49 PM

DAU00001
INLEIDING

Welkom in de energieke wereld van Yamaha rijders!

Als bezitter van een YZF-R6 kunt u genieten van de resultaten van Yamaha’s nieuw-
ste technologie en ruime ervaring in het ontwerp en de fabricage van topklasse pro-
dukten, waarmee Yamaha haar verdiende reputatie van betrouwbaarheid heeft
verworven.

Neem alstublieft de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, om de moge-


lijkheden van deze YZF-R6 optimaal te benutten. Deze handleiding voor de eigenaar
beschrijft niet alleen de bediening, inspektie en onderhoud van uw motorfiets, maar
geeft tevens belangrijke aanwijzingen voor uw veiligheid en die van anderen, om
ongemak en ongelukken te vermijden.

Daarnaast bevat de handleiding vele handige tips om uw motorfiets in de beste staat


te houden. Als bepaalde punten niet duidelijk zijn of u hebt vragen, aarzel dan niet
kontakt op te nemen met uw Yamaha dealer.

Het Yamaha team wenst u vele aangename en veilige ritten. Onthoud altijd: veilig-
heid heeft voorrang!
D_5eb_Info0.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:49 PM

BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE BERIJDER DAU00005

Informatie die van groot belang is wordt in deze handleiding aangegeven door de volgende symbolen en/of aanduidingen:

Het veiligheidssymbool betekent ATTENTIE! VOORZICHTIG! HET GAAT HIER OM UW


PERSOONLIJKE VEILIGHEID!

Het niet opvolgen van een speciale WAARSCHUWING kan resulteren in ernstig letsel of
WAARSCHUWING
dood van de berijder, een medepassagier, een andere weggebruiker of een persoon die de
motorfiets inspekteert of repareert.

De aanwijzing LET OP! attendeert u op bijzondere voorzorgsmaatregelen die u in acht dient


LET OP:
te nemen om beschadiging van de motorfiets te voorkomen.

OPMERKING: Een OPMERKING verschaft belangrijke informatie om bepaalde procedures te vergemakke-


lijken of duidelijker te maken.

OPMERKING:
@

● Deze handleiding dient beschouwd te worden als een bij de motorfiets behorend onderdeel en dient
ook bij verkoop bij de motorfiets te blijven.
● Yamaha produkten veranderen kontinu door verbeteringen in het ontwerp en in de technische gege-
vens. Als gevolg hiervan kunnen er hier en daar kleine verschillen optreden tussen de beschrijving in
deze handleiding en uw motorfiets, zelfs al is bij het ter perse gaan van deze handleiding de informa-
tie up to date. Mocht u vragen hebben over deze handleiding, aarzel dan niet om kontakt op te ne-
men met uw Yamaha dealer.
@
D_5eb_Info0.fm Page 2 Wednesday, February 2, 2000 3:49 PM

BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE BERIJDER


DW000002

@
WAARSCHUWING
LEES DEZE HANDLEIDING IN ZIJN GEHEEL AANDACHTIG DOOR ALVORENS TOT GEBRUIK VAN
DE MOTORFIETS OVER TE GAAN.
@
D_5eb_Info0.fm Page 3 Wednesday, February 2, 2000 3:49 PM

BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE BERIJDER

DAU00008

YZF-R6
HANDLEIDING
© 1999 door Yamaha Motor Co., Ltd.
1-ste druk, november 1999
Alle rechten voorbehouden.
Iedere vorm van reproduktie, herdruk
of gebruik zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van
Yamaha Motor Co., Ltd. is ten
strengste verboden.
Gedrukt in Japan.
D_5eb_Toc0.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:49 PM

DAU00009
INHOUD VAN DEZE HANDLEIDING

1 VEILIGHEID HEEFT VOORRANG 1

2 BESCHRIJVING 2

3 FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN 3

4 KONTROLE VOOR HET RIJDEN 4

5 BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN 5

6 PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES 6

7 ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE MOTORFIETS 7

8 TECHNISCHE GEGEVENS 8

9 INFORMATIE VOOR DE CONSUMENT 9

INDEX
D_5eb_Toc0.fm Page 2 Wednesday, February 2, 2000 3:49 PM
D_5eb_LabelTOC.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:49 PM

VEILIGHEID HEEFT VOORRANG

VEILIGHEID HEEFT VOORRANG .................................................... 1-1

1
D_5eb_Label.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:49 PM

VEILIGHEID HEEFT VOORRANG


1-
DAU00021

Een motorfiets is een fascinerend vervoermiddel, dat je als geen ander een gevoel van vrijheid kan
geven. Er zijn echter wel bepaalde spelregels en beperkingen, waar je niet omheen kunt; ook de beste
motorfiets kan niet méér dan de natuurwetten toestaan.
1
Goede verzorging en regelmatig onderhoud zijn de eerste vereisten om te zorgen dat de motorfiets in
goede staat blijft en zijn waarde behoudt. En dat geldt evenzeer voor de berijder: om goed en veilig te
rijden moet je zelf ook in goede conditie zijn. Rijden onder de invloed van medicijnen, alcohol of drugs
is natuurlijk gekkenwerk. De berijder van een motorfiets moet voortdurend meer dan een automobilist
fysiek en mentaal in topvorm zijn. Ook de geringste hoeveelheid alcohol geeft ongemerkt een zekere
overmoed, die bijzonder gevaarlijk kan zijn.

Beschermende kleding is voor de motorrijder net zo belangrijk als veiligheidsgordels voor de


inzittenden van een auto. Je weet nooit wat er kan gebeuren. Draag daarom altijd een integraal
motorpak (naar keuze van leer of van scheurbestendig synthetisch materiaal, met knie- en
elleboogbeschermers), stevige laarzen, motorhandschoenen en een goed passende helm. Denk
echter niet, dat een veilige uitrusting je de kans biedt wat agressiever te rijden. Ook met de beste
bescherming blijf je als motorrijder bijzonder kwetsbaar. Vooral bij nat weer zit een ongeluk in een
klein hoekje. Ken je eigen grenzen, rijd niet harder dan verstandig is en neem geen onnodige risico’s.
Een verstandig motorrijder rijdt defensief, met voorspelbaar weggedrag. Ook al weet je zelf precies
wat je doet, verrassing bij je medeweggebruikers is gevaarlijk. Houd rekening met de mogelijkheid dat
andere weggebruikers fouten kunnen maken; veiligheid is samenwerking.

Veel plezier onderweg!

Veiligheid heeft voorrang

1-1
D_5eb_DescriptionTOC.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:49 PM

BESCHRIJVING

Linker aanzicht ................................................................................... 2-1


Rechter aanzicht ................................................................................ 2-2
Bedieningselementen/instrumenten................................................... 2-3

2
D_5eb_Description.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:49 PM

BESCHRIJVING
2-
DAU00026

Linker aanzicht

1. Instelschroef compressie-dempingskracht 6. Veervoorbelasting-instelring


voorvork (blz. 3-19) achterschokbreker (blz. 3-20)
2. Instelschroef terugslagdempingskracht 7. Instelschroef dempingskracht
voorvork (blz. 3-18) achterschokbreker (blz. 3-20)
3. Instelbout veer-voorbelasting voorvork (blz. 3-18) 8. Versnellingspedaal (blz. 3-11)
4. Luchtfilter (blz. 6-17) 9. Koelvloeistofreservoir (blz. 6-13)
5. Instelschroef compressie-dempingskracht 10. Motoroliefilter (blz. 6-11)
achterschokbreker (blz. 3-20)

2-1
D_5eb_Description.fm Page 2 Wednesday, February 2, 2000 3:49 PM

BESCHRIJVING
Rechter aanzicht

11. Klemmen voor bagagesnelbinders (blz. 3-23)


12. Gereedschapsset (blz. 6-1)
13. Zekeringen (blz. 6-34)
14. Achterste remvloeistofreservoir
15. Radiateurdop (blz. 6-14)
16. Voorste remvloeistofreservoir
17. Achterrempedaal (blz. 3-12)

2-2
D_5eb_Description.fm Page 3 Wednesday, February 2, 2000 3:49 PM

BESCHRIJVING
Bedieningselementen/instrumenten

1. Koppelingshendel (blz. 3-11) 6. Toerenteller (blz. 3-8)


2. Linker stuurschakelaars (blz. 3-9) 7. Rechter stuurschakelaars (blz. 3-10)
3. Chokeknop (starter) “ ” (blz. 3-15) 8. Gashandvat (blz. 6-21)
4. Digitale snelheidsmeter (blz. 3-7) 9. Voorremhendel (blz. 3-11)
5. Kontaktslot-schakelaar (blz. 3-1)

2-3
D_5eb_FunctionsTOC.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:49 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN

Kontaktslot-schakelaar/Stuurslot ..........................3-1 Benzinetankdop ................................................. 3-13


Kontrolelampjes ....................................................3-2 Benzine .............................................................. 3-13
Controleren van het oliepeil / Ontluchtingsslang van de benzinetank .............. 3-14
koelvloeistoftemperatuur- Chokeknop (starter) “ ”.................................... 3-15
waarschuwingslampje.........................................3-5 Zadels ................................................................ 3-15
Controle van het brandstofpeil- Helmhouder ....................................................... 3-17
waarschuwingslampje.........................................3-6 3
Opbergvak.......................................................... 3-17
Digitale snelheidsmeter ........................................3-7
Afstelling van de voorvork .................................. 3-17
Toerenteller ...........................................................3-8
Afstelling van de achterschokbreker .................. 3-19
Diagnosefunktie ....................................................3-9
Aanbevolen gecombineerde instellingen van
Stuurschakelaars ..................................................3-9 de voorvork en de achterschokbreker. ............. 3-22
Koppelingshendel ...............................................3-11 Klemmen voor bagagesnelbinders..................... 3-23
Versnellingspedaal..............................................3-11 Zijstandaard ....................................................... 3-23
Voorremhendel ...................................................3-11 Kontrole van de zijstandaard/koppelings-
Achterrempedaal ................................................3-12 onderbrekingsschakelaar ................................. 3-24
Anti-diefstal alarm (optioneel).............................3-12
D_5eb_Functions.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN


3-
DAU00027

3
1. Indrukken
2. Draaien
DAU00029 DAU00040

Kontaktslot-schakelaar/ LOCK DW000016

Stuurslot Het stuur staat op slot en alle elektrische WAARSCHUWING


De kontaktslot-schakelaar (hoofdschake- circuits zijn uitgeschakeld. Als de kontakt- @

Draai nooit het kontaktsleuteltje in de


laar) dient voor het in- en uitschakelen van slot-schakelaar in deze stand staat, kan de
“OFF” of “LOCK” stand terwijl de motor
de ontsteking en van de verlichting. Hieron- sleutel verwijderd worden. Om het stuur te
nog rijdt. De elektrische circuits worden
der volgt de beschrijving van de bediening. vergrendelen, draait u het geheel naar
dan uitgeschakeld zodat bepaalde be-
links. Terwijl u de sleutel dieper in de
dieningsfunkties niet meer werken, het-
DAU00036 kontaktslot-schakelaar drukt, draait u de
geen gevaar voor ongelukken kan
ON sleutel van “OFF” naar “LOCK” en verwij-
opleveren. Zorg dat de motorfiets geheel
De elektrische circuits worden ingescha- dert u de sleutel. Om het stuur te ontgren-
tot stilstand is gekozen, vorrdat u het
keld en de motor kan nu gestart worden. delen draait u de sleutel naar “OFF” terwijl u
kontaktsleuteltje naar “OFF” of “LOCK”
Als de kontaktslot-schakelaar in deze stand erop drukt.
draait.
staat, kan de sleutel niet verwijderd worden. @

DAU00038
OFF
Alle elektrische circuits zijn uitgeschakeld.
Als de kontaktslot-schakelaar in deze stand
staat, kan de sleutel verwijderd worden.

3-1
D_5eb_Functions.fm Page 2 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN


DAU01237 DAU00057
(Parkeren) Richtingsaanwijzer-kontrolelampje
Het stuur staat op slot en het achterlicht en “ ”
het voorste parkeerlicht staan aan maar Dit kontrolelampje knippert als de richtin-
verder zijn alle elektrische circuits uitge- gaanwijzer naar links of naar rechts wordt
schakeld. Als de contactslot-schakelaar in gezet.
deze stand staat, kan de sleutel verwijderd
worden. DAU01154

Voor het gebruik van de parkeerstand ver- Brandstofpeil-waarschuwingslampje


grendelt u eerst het stuur en dan draait u de “ ” 3
sleutel naar “ ”. Deze stand mag u niet te Wanneer het brandstofpeil onder circa
1. Vrijstand-kontrolelampje “ ” 3,5 L komt, gaat dit lampje branden. Als het
lang achtereen gebruiken, anders kan de 2. Grootlicht-kontrolelampje “ ”
accu leegraken. waarschuwingslampje oplicht, laat de
3. Richtingsaanwijzer-kontrolelampje “ ” brandstoftank dan bij de eerste gelegen-
4. Brandstofpeil-waarschuwingslampje “ ”
heid bijvullen. Dit elektrische circuit kan ge-
DAU00056 kontroleerd worden volgens de procedure
Kontrolelampjes op blz. 3-6.
DAU00061
Vrijstand-kontrolelampje “ ”
Dit kontrolelampje licht op als de versnelling
in zijn vrij staat.

DAU00063
Grootlicht-kontrolelampje “ ”
Dit kontrolelampje licht op als het grootlicht
wordt ingeschakeld.

3-2
D_5eb_Functions.fm Page 3 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN


● Het lampje gaat branden en het “ ”
symbool knippert wanneer de tempe-
ratuur van de koelvloeistof te hoog
wordt. Het volgende overzicht geeft
aan hoe het waarschuwingslampje,
het symbool en de temperatuuraan-
duiding reageren op de temperatuur
van de koelvloeistof.
Het circuit van het controlelampje is te con-
3
troleren volgens de procedure op blz. 3-5.
DC000118
1. Oliepeil-symbool “ ”
2. Oliepeil/koelvloeistoftemperatuur- LET OP:
@

controlelampje “ ”
● Rijd niet met de motorfiets tenzij u
3. Koelvloeistoftemperatuur-symbool “ ”
er zeker van bent dat de motor vol-
DAU01564 doende olie heeft.
Oliepeil/koelvloeistoftemperatuur-con- ● Rijd niet met de motorfiets wanneer
trolelampje “ ” de motor oververhit is.
Dit controlelampje heeft twee functies. @

● Het lampje gaat branden en het


OPMERKING:
“ ” symbool knippert wanneer het
@

Ook al is er wel voldoende olie bijgevuld tot


motoroliepeil te laag wordt. Als dit het voorgeschreven peil, dan nog kan het
symbool knippert, stop de motor dan controlelampje wel eens gaan flikkeren bij
onmiddellijk en vul olie bij tot het voor- het rijden op een helling of bij plotseling ac-
geschreven peil. celereren of stoppen, maar dit is normaal.
@

3-3
D_5eb_Functions.fm Page 4 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN


CB-77D
Koelvloeistof-
Aanduidingen Waarschuwingstekens Toestand/wat te doen:
temperatuur

˚C
Het symbool licht op en er
0 °C ~ 40 °C In orde. U kunt gaan rijden.
wordt “LO” aangegeven.

˚C Het symbool licht op en de


41 °C ~ 117 °C temperatuur wordt aangege- In orde. U kunt gaan rijden.
ven.

Stop de motorfiets en laat de motor


stationair draaien tot de koelvloei-
˚C Het symbool en de tempera- stoftemperatuur daalt.
tuursaanduiding knipperen. Als de temperatuur niet daalt, zet u
118 °C ~ 140 °C
Het waarschuwingslampje licht de motor af. Volg verder de aanwij-
op. zingen onder “Oververhitting van de
motor” in het storingsoverzicht op
blz. 6-42.

Het symbool en de aanduiding Stop de motor en laat hem afkoelen.


˚C “HI” knipperen. Volg verder de aanwijzingen onder
141 °C ~
Het waarschuwingslampje licht “Oververhitting van de motor” in het
op. storingsoverzicht op blz. 6-42.

3-4
D_5eb_Functions.fm Page 5 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN


DAU02987

Controleren van het oliepeil / koelvloeistoftemperatuur-waarschuwingslampje


CB-75D

Zet het contactslot op “ON”.

Het waarschuwingslampje licht op. Na enkele seconden: Het waarschuwingslampje licht niet op.

3
Het waarschuwingslampje dooft. Het waarschuwingslampje Laat een Yamaha dealer het elek-
dooft niet. trisch circuit inspecteren.

Het “ ” of “ ” Er licht geen


symbool licht op. symbool op.

Laat een Yamaha In orde. U kunt Licht het “ ” symbool Licht het “ ” symbool op, controleer dan de
dealer het gaan rijden. op, controleer dan het temperatuur van de motor. (Zie blz. 3-4.)
elektrisch circuit oliepeil.
inspecteren.

Oliepeil in orde: Oliepeil te laag: Is de motor te heet, laat Als de motor tempera-
deze dan afkoelen en volg tuur normaal is, laat
verder de aanwijzingen dan een Yamaha
Laat een Yamaha dealer Aanbevolen onder “Oververhitting van dealer het elektrisch
het elektrisch circuit brandstof de motor” in het storings- circuit inspecteren.
inspecteren. bijvullen. overzicht op blz. 6-42.

3-5
D_5eb_Functions.fm Page 6 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN


DAU01295

Controle van het brandstofpeil-waarschuwingslampje


CB-69D

Zet het contactslot op “ON”.

Het waarschuwingslampje licht op. Het waarschuwingslampje


Na enkele seconden: licht niet op.
3

Het waarschuwings- Het waarschuwingslampje Laat een Yamaha dealer


lampje dooft. dooft niet. het elektrisch circuit
Controleer het brandstofpeil. inspecteren.

In orde. U kunt gaan Brandstofpeil in orde: Brandstofpeil te laag:


rijden. Laat een Yamaha Aanbevolen brandstof
dealer het elektrisch bijvullen.
circuit inspecteren.

3-6
D_5eb_Functions.fm Page 7 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN


Kilometerteller en dagtellers Terugstellen van een dagteller
Gebruik de dagtellers om te zien hoeveel ki- Om een dagteller terug te stellen op 0.0
lometer u met een volle tank kunt afleggen. stelt u in op die teller met een druk op de
Gebruik de reservebrandstof-kilometerteller “SELECT” toets en dan houdt u de
om te zien hoeveel kilometer u kunt rijden “RESET” toets ten minste één seconde
op de reservebrandstof. lang ingedrukt.
Om de reservebrandstof-kilometerteller op
Keuze van een tellerfunctie nul te zetten, stelt u er op in met een druk
Druk op de “SELECT” toets om over te op de “SELECT” toets en dan houdt u de
3
schakelen tussen de “ODO” kilometerteller “RESET” toets ten minste één seconde
1. Snelheidsmeter en de “TRIP 1” en “TRIP 2” dagtellers, in de lang ingedrukt. Dan verschijnt de aandui-
2. Klok, kilometerteller onderstaande volgorde: ding “TRIP 1”. Als u de reservebrandstof-ki-
3. “SELECT” toets “ODO” → “TRIP 1” → “TRIP 2” → “ODO” lometerteller niet met de hand terugstelt,
4. “RESET” toets komt deze automatisch op nul in de
DAU01601 Als het brandstofpeil-waarschuwingslampje “TRIP 1” dagteller-stand wanneer u na bij-
Digitale snelheidsmeter gaat branden (zie blz. 3-2), schakelt de kilo- tanken ongeveer 5 kilometer of 3 minuten
Deze snelheidsmeter is voorzien van: meterteller automatisch over naar de lang met de motorfiets hebt gereden.
● een kilometerteller “TRIP F” reservebrandstof-kilometerteller
● twee dagtellers en telt daarna de gereden afstand vanaf dat OPMERKING:
@

● een reservebrandstof-kilometerteller punt. Druk op de “SELECT” toets om over Nadat de reservebrandstof-kilometerteller


● een klok te schakelen tussen de reservebrandstof- op nul is teruggezet, verschijnt altijd eerst
kilometerteller, de gewone kilometerteller of weer de “TRIP 1” dagteller. Als u vóór het
een van de dagtellers, in de onderstaande terugzetten van de reservebrandstof-kilo-
volgorde: meterteller de “TRIP 2” dagteller gebruikte,
“TRIP F” → “TRIP 1” → “TRIP 2” → “ODO” druk nu dan eenmaal op de “SELECT” toets
→ “TRIP F” om terug te keren naar de “TRIP 2” dagtel-
ler-stand.
@

3-7
D_5eb_Functions.fm Page 8 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN


Klok OPMERKING:
@

Om de aanduiding over te schakelen naar Na het gelijkzetten van de klok dient u in elk
een gewone klok, drukt u zowel de geval eenmaal op de “SELECT” toets te
“SELECT” als de “RESET” toets in. drukken alvorens u het contactslot op
Om de aanduiding terug te schakelen naar “OFF” zet, anders zal de ingestelde tijd ver-
de kilometerteller, drukt u op de “RESET” vallen.
toets. @

Gelijkzetten van de klok


3
1. Houd de “SELECT” en de “RESET”
toets beide tegelijk ten minste twee 1. Toerenteller
seconden lang ingedrukt. 2. Rode gebied
2. Wanneer de uren-aanduiding gaat DAU00101
knipperen, drukt u op de “RESET” Toerenteller
toets om het juiste uur in te stellen. Dit model is uitgerust met een elektrische
3. Druk op de “SELECT” toets om over te toerenteller zodat de bestuurder het motor-
schakelen op de minuten. toerental goed kan aflezen, en zodoende
4. Wanneer de minuten-aanduiding gaat de motorbelasting binnen de vereiste gren-
knipperen, drukt u op de “RESET” zen kan houden.
toets om de juiste minuut in te stellen. DC000003
5. Druk op de “SELECT” toets om de
LET OP:
klok te starten. @

Zorg dat de toerenteller nooit in het rode


gebied komt.
Rode gebied: 15.500 tpm en hoger
@

3-8
D_5eb_Functions.fm Page 9 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN


DAU00105
In dit schema kunt u aflezen welk circuit de-
Diagnosefunktie fekt is, aan de hand van het kenmerkende
Dit model is voorzien van een zelfdiagnose- diagnose-toerental dat wordt aangegeven.
funktie voor de volgende circuits: CB-60D

● Gasklep stand-sensorcircuit (T.P.S.) Diagnose-


Defekt circuit
● Brandstofnivo-indikatorcircuit toerental
Mocht er een storing optreden in een van 3.000 tpm Gasklep-sensorcircuit (T.P.S.)
deze circuits, dan zal de toerenteller om en 8.000 tpm Brandstofnivo-indikatorcircuit
om de volgende diagnose-aanduidingen te
3 zien geven: Als uw toerenteller de bovenstaande reeks
CB-53D diagnose-aanduidingen te zien geeft, no-
teer dan het aangegeven diagnose-toeren- 1. Inhaal-schakelaar “PASS”
2,5 sekonde 3 sekonden
3 sekonden 2. Grootlicht/dimlicht-schakelaar
lang: het ken- lang: het tal en breng uw motorfiets ter reparatie naar
lang: 0 tpm merkende dia- feitelijke 3. Richtingaanwijzer-schakelaar
gnose-toerental toerental
een Yamaha dealer. 4. Klaxon-schakelaar “ ”
DC000004
voor het defekte
circuit (zie het DAU00118
LET OP:
onderstaande @
Stuurschakelaars
schema) Om schade aan de motor te voorkomen, DAU00120
dient u vooral zo snel mogelijk een Inhaal-schakelaar “PASS”
Yamaha dealer te raadplegen als uw toe- Druk op de schakelaar om het signaallicht
renteller een steeds wisselende reeks te bedienen.
toerentallen te zien geeft.
@
DAU00121
Grootlicht/dimlicht-schakelaar
Draai de schakelaar naar “ ” voor groot-
licht en naar “ ” voor dimlicht.

3-9
D_5eb_Functions.fm Page 10 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN


DAU00127 DAU01238
Richtingaanwijzer-schakelaar Lichtschakelaar
Om de rechter-richtingaanwijzer in te scha- Door de lichtschakelaar naar “ ” te
kelen, duwt u de schakelaar naar “ ”. Om draaien zal het dimlicht, de meterverlichting
de linker-richtingaanwijzer in te schakelen, en de achterverlichting ingeschakeld wor-
duwt u de schakelaar naar “ ”. Als u de den. Door de lichtschakelaar naar “ ” te
schakelaar loslaat, keert deze terug naar de draaien zal de koplamp ook ingeschakeld
middenpositie. Om de richtingaanwijzer worden.
weer uit te zetten, drukt u de schakelaar in,
terwijl deze in de middenpositie staat. DAU00143 3
Startschakelaar “ ”
DAU00129
1. Motorstop-schakelaar Als u de startschakelaar indrukt zal de start-
Klaxon-schakelaar “ ” 2. Lichtschakelaar motor de motor doen ronddraaien.
Druk de schakelaar in om te klaxoneren. 3. Startschakelaar “ ” DC000005

DAU00138 LET OP:


Motorstop-schakelaar @

Zie, alvorens de motor te starten, de pa-


De motorstop-schakelaar is een veilig-
ragraaf met aanwijzingen over het star-
heids-schakelaar voor gebruik onder
ten.
noodomstandigheden, zoals wanneer de @

motorfiets is omgevallen of bij problemen


met de gasklep. Draai de schakelaar naar
“ ” als u de motor wilt starten. In noodge-
vallen draait u de schakelaar naar “ ”.

3-10
D_5eb_Functions.fm Page 11 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN

3
1. Versnellingspedaal
DAU00152 DAU00157 DAU00161

Koppelingshendel Versnellingspedaal Voorremhendel


De koppelingshendel is bevestigd aan het Deze motorfiets is uitgerust met een 6-ver- De voorremhendel is bevestigd aan het
linkerhandvat van het stuur, en het ontste- snellingsbak met konstante aangrijping. rechterhandvat van het stuur en is voorzien
kingsblokkeersysteem is ingebouwd in het Het versnellingspedaal bevindt zich links van een hendel-afsteller. Om de voorrem
koppelingshendel-handvat. Om te ontkop- van het motorblok. Schakel nooit op of te- aan te trekken, knijpt u de hendel naar het
pelen, trekt u de koppelingshendel in. Om rug, zonder de koppeling te gebruiken. stuur toe.
de koppeling weer te laten opkomen laat u
de koppelingshendel weer langzaam van
het stuur weg gaan. Voor een soepele be-
diening is het het beste om de koppe-
lingshendel snel in te trekken en langzaam
te laten opkomen. (Zie de paragraaf met de
aanwijzingen over het starten, voor een be-
schrijving van het circuit van het ontste-
kingsblokkeersysteem).

3-11
D_5eb_Functions.fm Page 12 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN


DAU00109

Anti-diefstal alarm (optioneel)


Deze motorfiets kan op aanvraag worden
uitgerust met een anti-diefstal alarm. Ver-
zoek uw Yamaha dealer om het alarm voor
u te bestellen en te installeren.

3
1. Handgreepstand-instelschaal 1. Achterrempedaal
2. Pijlteken
DAU00162
a. Afstand handgreep
Achterrempedaal
Om de afstand tussen de voorremhendel Het achterrempedaal bevindt zich rechts
en het stuurhandvat bij te stellen, draait u van het motorblok. Trap het pedaal in om te
aan de afsteller terwijl u de hendel naar vo- remmen.
ren trekt. Let op dat de standmarkering op
de afsteller recht tegenover het pijlteken
staat.

3-12
D_5eb_Functions.fm Page 13 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN


OPMERKING:
@

De benzinetankdop kan niet op de tank ge-


draaid worden als de sleutel niet in het sleu-
telgat steekt. Als de benzinetankdop niet
goed is gesloten, kan de sleutel er niet uit
verwijderd worden.
@

DW000023

WAARSCHUWING
3 @

Kontroleer altijd of de benzinetankdop


1. Slotdeksel goed op de bezinetank zit, alvorens weg 1. Vulslang
2. Openen te rijden. 2. Brandstofpeil
@

DAU02935 DAU01183

Benzinetankdop Benzine
Openen Kontroleer of er zich voldoende benzine in
Schuif het afdekplaatje weg van het sleutel- de benzinetank bevindt. Vul de brandstof-
gat, steek de sleutel in het sleutelgat en tank tot onderaan de vulhals, zoals in de af-
draai deze 1/4 slag rechtsom. De dop is nu beelding aangegeven.
van het slot gehaald en kan verwijderd wor- DW000130

den. WAARSCHUWING
@

Zorg dat de benzinetank niet al te vol is.


Sluiten Let tevens op dat er geen benzine op
Plaats de benzinetankdop weer op de juiste een heet motorblok wordt gemorst. Vul
plaats, met de sleutel er nog steeds inge- de tank nooit verder dan tot onderaan de
stoken. Draai de sleutel linksom en verwij- vulhals, anders bestaat de kans dat de
der deze. Schuif het afdekplaatje weer voor benzinetank overloopt, als de benzine
het sleutelgat. door verwarming uitzet.
@

3-13
D_5eb_Functions.fm Page 14 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN


DAU00185

LET OP:
@

Als er benzine wordt gemorst, veeg deze


dan onmiddellijk weg met een droge,
zachte doek. Benzine kan geverfde op-
pervlakken en plastic afwerking aantas-
ten.
@

DAU00191
3
Aanbevolen brandstof: 1. Ontluchtingsslang van de benzinetank
Normale, loodvrije benzine met een
DAU02955*
oktaangehalte van 91 ron of hoger
(oktaangehalte zoals door onderzoek Ontluchtingsslang van de
bepaald). benzinetank
Inhoud benzinetank: Dit model is uitgerust met een ontluchtings-
Totaal: slang voor de benzinetank.
17 L Alvorens de motorfiets te gebruiken:
Reserve: ● Controleer of de ontluchtingsslang
3,5 L van de benzinetank goed vast zit.
● Controleer de ontluchtingsslang van
OPMERKING: de benzinetank op scheurtjes of ande-
@

Als de motor klopt of pingelt, probeer dan re beschadiging. Vervang indien be-
een verschillend merk benzine of benzine schadigd.
met een hoger oktaangehalte. ● Controleer of de opening onderaan de
@ ontluchtingsslang van de benzinetank
niet verstopt is. Indien nodig, schoon-
maken.

3-14
D_5eb_Functions.fm Page 15 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN


DCA00038

LET OP:
@

Gebruik de chokenop (starter) niet lan-


ger dan 3 minuten achtereen, anders
kan de uitlaatpijp verkleuren door te gro-
te hitte. Bovendien kan er bij langdurig
gebruik van de chokenop (starter) na-
verbranding optreden. Als er sprake is
3 van naverbranding, zet u de chokenop
(starter) uit.
1. Chokeknop (starter) “ ” @
1. Bout (× 2)
DAU02973 DAU01890

Chokeknop (starter) “ ” Zadels


Voor het starten van een koude motor is Bestuurderszadel
een rijker lucht-brandstofmengsel vereist. Verwijderen
De choke zorgt voor dit verrijkt mengsel. Til de achterste hoeken van het zadel op
In de a richting schuiven om de chokeknop zoals aangegeven en verwijder de bouten.
(starter) in te schakelen.
In de b richting schuiven om de chokeknop
(starter) uit te schakelen.

3-15
D_5eb_Functions.fm Page 16 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN

3
1. Uitsteeksel 1. Achterzadelslot 1. Uitsteeksel
2. Zadelhouder 2. Openen 2. Zadelhouder

Installeren Passagierszadel Installeren


Steek de nok aan de voorkant van het zadel Verwijderen Steek de nok aan de achterkant van het za-
in de zadelhouder en installeer de bouten. Steek de sleutel in het zadelslot en draai del in de zadelhouder en druk de voorkant
deze linksom. Houd de sleutel in die stand, van het zadel omlaag.
til de voorkant van het zadel op en trek het
naar voren. OPMERKING:
@

Zorg dat beide zadels stevig op hun plaats


zitten.
@

3-16
D_5eb_Functions.fm Page 17 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN


DAU01862*

Afstelling van de voorvork


Deze voorvork is uitgerust met afstelme-
chanismen voor de veer-voorbelasting,
voor de uitslag-dempingskracht en voor de
compressie-dempingskracht.
DW000037

@
WAARSCHUWING
Beide vorkpoten moeten op dezelfde
3
druk worden ingesteld. Als de druk ver-
1. Helmhouder 1. Opbergvak schillend is, kan dit resulteren in slechte
DAU00265 DAU01242
stuureigenschappen en inferieure stabi-
Helmhouder Opbergvak liteit.
@

Verwijder het passagierszadel en haak de Het opbergvak bevindt zich onder het pas-
helm in de helmhouder. Breng dan het pas- sagierszadel. (Zie blz. 3-15 voor het ope-
sagierszadel weer aan. nen van het zadel.)
DW000030 DW000033

@
WAARSCHUWING @
WAARSCHUWING
Ga nooit rijden terwijl er zich een helm in Zorg dat de lading het maximaal toege-
de helmhouder bevindt. De helm zou er- stane gewicht nooit overschrijdt. Maxi-
gens tegenaan kunnen stoten, waardoor maal gewicht: 3 kg
u uw evenwicht zou kunnen verliezen @

met als gevolg een ongeluk.


@

3-17
D_5eb_Functions.fm Page 18 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN

3
1. Instelbout veer-voorbelasting 1. Instelstand 1. Instelschroef terugslagdempingskracht
2. Voorvorkdopbout
Afstellen van de voorbelasting Afstellen van de uitslag-dempingskracht
Draai de afstelbout in de a richting om de Zacht Draai de stelschroef in de a richting om de
Standaard
veer-voorbelasting te verhogen en draai de COPY CI-18ECI-18E uitslag-dempingskracht te verhogen en in
afsteller in de b richting om de veer-voor- Stug
de b richting om de uitslag-dempings-
Stand
belasting te verminderen. Zorg dat de ge- 1 2 3 4 5 6 7 8 kracht te verminderen.
afsteller
wenste instelling gelijk komt met de CI-33D
Minimum (zacht) 9 klikstanden uitgedraaid*
bovenkant van de voorvorkdopbout.
DC000013 Standaard 6 klikstanden uitgedraaid*

LET OP: Maximum (stug) 1 klikstand uitgedraaid*


@
* Gerekend vanuit de volledig ingedraaide positie.
De groeven geven de afstellings-positie
aan. Zorg dat de beide vorkhelften altijd
hetzelfde zijn afgesteld.
@

3-18
D_5eb_Functions.fm Page 19 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN


DAU01863
OPMERKING:
@

Alhoewel het aantal klikjes tussen de mini- Afstelling van de


male en maximale standen voor elke afzon- achterschokbreker
derlijke schokbreker kan variëren en dus Deze schokbreker is uitgerust met afstel-
niet precies hoeft overeen te komen met mechanismen voor de veer-voorbelasting
deze specificaties, wordt het volledige be- en voor de dempingskracht.
DC000015
reik van de dempingskracht altijd bestreken
door het feitelijke aantal klikjes. LET OP:
@
@

3 Probeer de afsteller nooit voorbij de mi-


nimum- of maximumstand te draaien.
1. Instelschroef compressie-dempingskracht @

Afstellen van de compressie-dempings-


kracht
Draai de stelschroef in de a richting om de
compressie-dempingskracht te verhogen
en in de b richting om de compressie-dem-
pingskracht te verlagen.
CI-33D
Minimum (zacht) 10 klikstanden uitgedraaid*
Standaard 6 klikstanden uitgedraaid*
Maximum (stug) 1 klikstand uitgedraaid*
* Gerekend vanuit de volledig ingedraaide positie.
DC000015

LET OP:
@

Probeer de afsteller nooit voorbij de mi-


nimum- of maximumstand te draaien.
@

3-19
D_5eb_Functions.fm Page 20 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN

3
1. Veervoorbelastings-instelring 1. Instelschroef terugslagdempingskracht 1. Instelschroef compressie-dempingskracht
2. Speciale sleutel
3. Positie-indicator Afstellen van de uitslag-dempingskracht Afstellen van de compressie-dempings-
Draai de afstelknop in de a richting om de kracht
Afstellen van de veer-voorbelasting uitslag-dempingskracht te verhogen en in Draai de afstelknop in de a richting om de
Draai de afstelring in de a richting om de de b richting om de uitslag-dempings- compressie-dempingskracht te verhogen
veer-voorbelasting te verhogen en in de b kracht te verminderen. en in de b richting om de compressie-dem-
richting om de veer-voorbelasting te vermi- CI-34D
pingskracht te verminderen.
deren. Minimum (zacht) 25 klikstanden uitgedraaid* CI-34D

Zorg dat de juiste inkeping in de instelring Standaard 9 klikstanden uitgedraaid* Minimum (zacht) 13 klikstanden uitgedraaid*
recht tegenover de positiemarkering op de Maximum (stug) 1 klikstand uitgedraaid* Standaard 7 klikstanden uitgedraaid*
achterschokbreker staat. * Gerekend vanuit de volledig ingedraaide positie. Maximum (stug) 1 klikstand uitgedraaid*
CI-18D
* Gerekend vanuit de volledig ingedraaide positie.
Stan-
Stug Zacht
daard
Stand
9 8 7 6 5 4 3 2 1
afsteller

3-20
D_5eb_Functions.fm Page 21 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN


DAU00315
OPMERKING:
@

Alhoewel het aantal klikjes tussen de mini- @


WAARSCHUWING
male en maximale standen voor elke afzon- Deze schokbreker bevat stikstofgas on-
derlijke schokbreker kan variëren en dus der bijzonder hoge druk. Lees de onder-
niet precies hoeft overeen te komen met staande informatie aandachtig door
deze specificaties, wordt het volledige be- alvorens over te gaan tot onder-
reik van de dempingskracht altijd bestreken houdswerkzaamheden aan de schok-
door het feitelijke aantal klikjes. breker. Yamaha is niet verantwoordelijk
@

3 voor beschadigingen of verwondingen


ontstaan door verkeerd behandelen van
de schokbreker.
● Probeer de cilinder niet te openen.
● Zorg dat de schokbreker niet in de
buurt komt van open vuur of bloot-
gesteld wordt aan hoge temperatu-
ren. Dit zou kunnen leiden tot een
ontploffing door uitzetting van het
stikstofgas.
● Zorg dat de cilinder niet vervormd
of anderzins beschadigd wordt. Dit
zal een slechte werking van de
schokbreker tot gevolg hebben.
● Als er iets mis is met de schokbre-
ker of er moet onderhoudswerk aan
verricht worden, breng uw motor-
fiets dan naar een Yamaha dealer.
@

3-21
D_5eb_Functions.fm Page 22 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN


DAU01580

Aanbevolen gecombineerde instellingen van de voorvork en de achterschokbreker.


Gebruik deze tabel als een gids voor specifieke instellingen afhankelijk van de lading van de motorfiets.
CI-31D

Ladingstoestand Afstellingen voorvork Afstellingen achterschokbreker

Veervoor- Compressiedem- Terugslag- Veervoor- Compressiedem- Terugslag-


belasting pingskracht dempingskracht belasting pingskracht dempingskracht

Enkele berijder 1~8 1 ~ 10 1~9 1~7 4 ~ 13 3 ~ 25

Met passagier 1~8 1 ~ 10 1~9 4~9 1~8 1~7 3


DC000016

LET OP:
@

Probeer de afsteller nooit voorbij de minimum- of maximumstand te draaien.


@

3-22
D_5eb_Functions.fm Page 23 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN


DAU00330 DW000044

Zijstandaard WAARSCHUWING
Dit model is uitgerust met een onderbre- @

Rijd nooit met deze motorfiets terwijl de


kingscircuit voor de onsteking. Rijd nooit
zijstandaard is uitgeklapt. Als de zijstan-
met de motorfiets terwijl de zijstandaard is
daard niet volledig is opgeklapt, kan het
uitgeklapt. De zijstandaard bevindt zich aan
gebeuren dat deze de grond raakt waar-
de linkerkant. (Zie blz. 5-1 voor een uitleg
door u uw balans zou kunnen verliezen
van dit onderbrekingscircuit).
met als gevolg een zeer ernstig ongeluk.
3 Yamaha heeft in deze motorfiets een on-
derbrekingscircuit voor de ontsteking
1. Klem voor bagagesnelbinders (× 2) ingebouwd om ongelukken door een
DAU01600 niet goed ingeklapte zijstandaard te ver-
Klemmen voor mijden. Voer de hieronder beschreven
bagagesnelbinders procedure regelmatig uit, om te kontro-
Achteraan onder het passagierszadel be- leren of het onderbrekingscircuit juist
vinden zich twee klemmen voor bagage- funktioneert. Mocht er iets mis zijn met
snelbinders. het onderbrekingscircuit, raadpleeg dan
onmiddellijk een Yamaha dealer.
@

3-23
D_5eb_Functions.fm Page 24 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN


DAU00331 CD-11D

Kontrole van de zijstandaard/ DE KOPPELING-ONDERBREKINGS-


koppelings- SCHAKELAAR IS IN ORDE.
onderbrekingsschakelaar
Kontroleer, aan de hand van de onder-
KLAP DE ZIJSTANDAARD UIT.
staande informatie, de zijstandaard-onder-
brekingsschakelaar en de koppelings-
onderbrekingsschakelaar op een juiste
DE MOTOR SLAAT AF.
werking. 3
CD-11D

DRAAI DE KONTAKTSLOT-SCHAKE- DE ZIJSTANDAARD-ONDERBRE-


LAAR NAAR “ON” EN DE KINGSSCHAKELAAR IS IN ORDE.
MOTORSTOPSCHAKELAAR NAAR
“ ”. DW000045

@
WAARSCHUWING
ER IS EEN VERSNELLING INGE- Mocht er iets mis zijn met het onderbre-
SCHAKELD EN DE ZIJSTANDAARD IS kingscircuit, raadpleeg dan onmiddellijk
OPGEKLAPT. een Yamaha dealer.
@

TREK DE KOPPELINGSHENDEL IN
EN DRUK OP DE
STARTSCHAKELAAR.

DE MOTOR START.

3-24
D_5eb_Functions.fm Page 25 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM
D_5eb_PreopTOC.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

KONTROLE VOOR HET RIJDEN

Kontrole voor het rijden ...................................................................... 4-1

4
D_5eb_Preop.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

KONTROLE VOOR HET RIJDEN


4-
DAU01114

Als eigenaar bent u verantwoordelijk voor de toestand van uw voertuig. De vitale onderdelen en funkties van uw motorfiets kunnen wel
eens onverwacht teruglopen, ook al rijdt u er niet mee (bijvoorbeeld door blootstelling aan de elementen). Elke beschadiging, lekkage of
verlies van bandenspanning kan ernstige gevolgen hebben. Daarom is het van groot belang om naast een zorgvuldige visuele inspektie
ook voor elke rit de volgende punten grondig te kontroleren.
DAU00340

KONTROLE VOOR HET RIJDEN


ONDERDEEL KONTROLEPUNTEN BLZ.
Voorrem • Kontroleer de remwerking, de speling van de remhendel, het niveau van de rem- 6-25 ~ 6-28
vloeistof en eventuele lekkage.
Achterrem • Indien noodzakelijk, bijvullen met DOT 4 remvloeistof. 6-25 ~ 6-28

4 • Kontroleer op soepele werking en vrije slag.


Koppeling 6-25
• Indien noodzakelijk afstellen.
Gasgreep en • Kontroleer op soepele werking.
6-21, 6-30
behuizing • Indien nodig, smeren.
• Kontroleer oliepeil.
Motorolie 6-10 ~ 6-13
• Indien nodig, olie bijvullen.
• Kontroleer koelvloeistofpeil.
Koelvloeistoftank 6-13 ~ 6-16
• Indien nodig, koelvloeistof bijvullen.
• Kontroleer de speling en de conditie van de ketting.
Aandrijfketting 6-28 ~ 6-29
• Indien noodzakelijk afstellen.
6-21 ~ 6-24
Wielen en banden • Kontroleer de bandenspanning, de slijtage en eventuele beschadigingen.
6-37 ~ 6-40
• Kontroleer op soepele werking.
Bedienings 6-30
• Indien nodig, smeren.
• Kontroleer op soepele werking.
Rempedaalas 6-30
• Indien nodig, smeren.
Werking van rem- en • Kontroleer op soepele werking.
6-31
koppelingshendel • Indien nodig, smeren.

4-1
D_5eb_Preop.fm Page 2 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

KONTROLE VOOR HET RIJDEN


ONDERDEEL KONTROLEPUNTEN BLZ.
Werking van de • Kontroleer op soepele werking.
6-31
zijstandaard • Indien nodig, smeren.
Bevestigingsdelen van • Kontroleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig vastzitten.

frame • Indien nodig, aantrekken.
• Kontroleer benzinepeil.
Benzinetank 3-13 ~ 3-14
• Indien nodig, benzine tanken.
Lichten, indikator-
lampjes en schake- • Kontroleer op juiste werking. 6-35 ~ 6-36
laars
4
OPMERKING:
Deze kontrole vóór het rijden dient u iedere keer uit te voeren, voordat u wegrijdt. Deze inspektie kan grondig, doch in vrij korte tijd uitge-
voerd worden. De korte tijd die u hieraan besteedt, weegt ruimschoots op tegen de extra veiligheid die dit oplevert.

WAARSCHUWING
Als één van de onderdelen van de bovenstaande lijst niet juist funktioneert, laat dit dan kontroleren en repareren door uw
Yamaha dealer.

4-2
D_5eb_Preop.fm Page 3 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM
D_5eb_OperationTOC.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN

Starten van de motor.......................................................................... 5-1


Starten van een warme motor............................................................ 5-3
Schakelen .......................................................................................... 5-4
Tips voor het beperken van het benzineverbruik................................ 5-4
Inrijden ............................................................................................... 5-5
Parkeren............................................................................................. 5-5

5
D_5eb_Operation.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN


5-
DAU00372

DAU00373 DAU01382*

WAARSCHUWING Starten van de motor


@

● Leer de motorfiets goed kennen, al-


OPMERKING:
vorens ermee te gaan rijden. Maak
@

Deze motorfiets is uitgerust met een onder-


uzelf vertrouwd met alle bedie- brekingssysteem voor de ontsteking en
ningsorganen alvorens op te stap- voor het startcircuit. De motor kan alleen
pen en weg te rijden. Als er iets niet gestart worden onder een van de volgende
geheel duidelijk is, raadpleeg dan omstandigheden:
uw Yamaha dealer. ● de versnelling in zijn vrij staat.
● Laat de motor nooit langere tijd in
● de zijstandaard opgeklapt is en er is
een afgesloten ruimte draaien. De een versnelling ingeschakeld terwijl de
uitlaatgassen zijn bijzonder giftig koppeling los staat.
en kunnen binnen zeer korte tijd lei- Rijd nooit met de motorfiets als de zijstan-
5 den tot bewusteloosheid en dood. daard is uitgeklapt.
Zorg altijd voor een goede ventila- @

DW000054
tie.
● Kontroleer alvorens weg te rijden
@
WAARSCHUWING
altijd of de zijstandaard is opge- Lees de informatie over de onderbre-
klapt. Een neergeklapte, of gedeel- kingscircuits van de zijstandaard en van
telijk opgeklapte, zijstandaard kan de koppeling nog eens aandachtig door
leiden tot bijzonder ernstige onge- (zie blz. 3-24), alvorens de onderstaande
lukken. stappen uit te voeren.
@
@

5-1
D_5eb_Operation.fm Page 2 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN


CF-28D

DRAAI DE KONTAKTSLOT-SCHAKELAAR
NAAR “ON” EN DE MOTORSTOPSCHAKELAAR
NAAR “ ”.

DE VERSNELLING STAAT IN VRIJ EN DE ZIJ- ER IS EEN VERSNELLING INGESCHAKELD EN


STANDAARD IS NEERGEKLAPT: DE ZIJSTANDAARD IS OPGEKLAPT:

DRUK OP STARTSCHAKELAAR. DE MOTOR TREK DE KOPPELINGSHENDEL IN EN START


SLAAT AAN. MOTOR MET DE STARTSCHAKELAAR. DE
MOTOR SLAAT AAN.

KLAP DE ZIJSTANDAARD OMHOOG EN SCHA-


5
KEL EEN VERSNELLING IN.

U KUNT MET DE MOTORFIETS RIJDEN. U KUNT MET DE MOTORFIETS RIJDEN.

5-2
D_5eb_Operation.fm Page 3 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN


1. Draai de kontaktslot-schakelaar naar OPMERKING: DAU01258

“ON” en de motorstop-schakelaar
@

Als de motor niet onmiddellijk aanslaat, laat Starten van een warme motor
naar “ ”. de startschakelaar dan los, wacht enkele Als de motor warm is, hoeft u de chokeknop
DCA00005
sekonden en probeer het nogmaals. Om de (starter) niet te gebruiken.
DC000046
LET OP: accu te sparen, dient u de startmotor nooit
@

Het oliepeil/koelvloeistoftemperatuur- langer dan 10 sekonden achtereen te laten LET OP:


@

controlelampje en het brandstofpeil- draaien. Alvorens de motorfiets voor de eerste


waarschuwingslampje moeten enkele
@

maal te gebruiken, is het raadzaam de


5. Als de motor eenmaal loopt, zet u de
seconden oplichten en dan uitgaan. Als paragraaf “Inrijden” aandachtig door te
chokeknop (starter) voor de helft te-
een van de waarschuwingslampjes niet lezen.
rug. @

dooft, controleer dan het circuit ervan


zoals beschreven in het hoofdstuk “IN- OPMERKING:
@

STRUMENTEN EN BEDIENINGSFUNC- Voor een lange levensduur van de motor


5 TIES”. dient u de motor voor wegrijden warm te la-
ten lopen. Geef nooit vol gas als de motor
@

2. Zet de versnelling in vrij.


nog koud is.
@

OPMERKING:
@ 6. Als de motor volledig is opgewarmd,
Als de versnelling in vrij staat, dient het vrij- zet u de chokeknop (starter) helemaal
stand-kontrolelampje op te lichten. Als het dicht.
kontrolelampje niet oplicht, raadpleeg dan
een Yamaha dealer voor kontrole. OPMERKING:
@

De motor is voldoende opgewarmd als


@

3. Zet de chokeknop (starter) geheel


deze goed op de gashendel reageert wan-
open en draai de gashendel volledig
neer de chokeknop (starter) volledig uit
dicht.
staat.
4. Start de motor door de startschakelaar @

in te drukken.

5-3
D_5eb_Operation.fm Page 4 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN


DC000048 DAU00424

LET OP: Tips voor het beperken van het


@

● Rijd niet al te lange tijd met uitge-


benzineverbruik
schakelde motor een heuvel af en Het benzineverbruik van uw motorfiets
sleep de motorfiets niet over al te hangt voor een groot deel af van uw rijstijl.
lange afstanden. Zelfs met de ver- Hieronder volgen enkele tips voor het be-
snelling in vrij, wordt de overbren- perken van het benzineverbruik:
ging alleen maar goed gesmeerd ● Laat de motor warmdraaien voordat u
als de motor draait. Een slechte wegrijdt.
smering kan leiden tot beschadi- ● Zet de chokeknop (starter) zo snel
1. Versnellingspedaal ging van de overbrenging. mogelijk in de uit-stand terug.
N. Vrijstand ● Schakel nooit over of terug zonder ● Schakel vlot door naar een hogere
DAU00423
de koppeling te gebruiken. De mo- versnelling en laat de motor tijdens het
Schakelen tor, de versnelling en de aandrij- accelereren niet teveel toeren maken.
De versnellingsbak regelt de overbrengver- ● Geef geen gas tussen het schakelen 5
ving zijn niet ontworpen voor het
houding tussen de motor en het achterwiel, door (dubbel-clutch) of tijdens het te-
opvangen van schokken veroor-
m.a.w. het vermogen dat u naar het achter- rugschakelen en vermijd hoge toeren-
zaakt door schakelen zonder kop-
wiel kunt overbrengen, bij een gegeven tallen bij onbelaste motor.
peling, en kunnen hierdoor
snelheid. Zorg dat u de juiste versnelling ● Zet de motor af in plaats van deze
beschadigd worden.
kiest voor wegrijden, accelereren en het be- @ lang stationair te laten draaien tijdens
klimmen en afdalen van heuvels. het wachten voor een stoplicht, een
Om de versnelling in zijn vrij te zetten, drukt spoorwegovergang e.d..
u het versnellingspedaal meermalen om-
laag totdat het niet verder kan, en vervol-
gens laat u het pedaal iets opkomen.

5-4
D_5eb_Operation.fm Page 5 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM

BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN


DAU01128 DAU01329 DAU00460

Inrijden 0 ~ 1.000 km Parkeren


De meest belangrijke periode voor de pres- Laat het toerental niet boven de 5.000 tpm Als u de motorfiets parkeert, zet de motor
taties en de levensduur van uw motorfiets uitkomen. dan af en verwijder de sleutel uit het
zijn de eerste 1.600 km. Lees de onder- kontaktslot.
staande paragraaf aandachtig door en volg 1.000 ~ 1.600 km DW000058

de aanwijzingen hiervan op. Aangezien de Laat het motortoerental niet al te lang bo- WAARSCHUWING
motor nieuw is, dient u deze de eerste ven de 6.000 tpm komen. @

DC000052
De uitlaatpijp en het samenstel worden
1.600 km niet al te zwaar te belasten. De bijzonder heet. Parkeer de motorfiets op
motor-onderdelen dienen zich naar elkaar LET OP: een plek waar spelende kinderen en
@

te zetten en zich harmonieus aan elkaar Ververs na de eerste 1.000 km de mo- voorbijgangers zich niet kunnen bran-
aan te passen. Tijdens de inrijperiode dient torolie en vervang het oliefilter. den aan de uitlaat. Parkeer de motorfiets
u lange tijd met vol gas rijden en andere @

niet op een helling of op een zachte on-


omstandigheden die kunnen leiden tot te dergrond, aangezien de kans bestaat dat
5 zware belasting/verhitting van de motor, te 1.600 km en hoger
deze omvalt.
vermijden. U kunt normaal rijden. @

DC000053

LET OP:
@

● Laat de wijzer van de toerenteller


nooit in de rode zone komen.
● Mochten er zich moeilijkheden met
de motor voordoen tijdens de inrij-
periode, raadpleeg dan onmiddel-
lijk u Yamaha dealer.
@

5-5
D_5eb_PeriodicTOC.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES

Gereedschapsset...................................................... 6-1 Afstellen van de kettingspanning ............................ 6-29


Periodiek onderhoud en eenvoudige reparaties ....... 6-3 Smering van de ketting ........................................... 6-29
Verwijderen en aanbrengen van stroomlijnkappen Inspektie en smering van de kabels........................ 6-30
en panelen.............................................................. 6-6 Smering van de gaskabel en van de gashendel ..... 6-30
Stroomlijnkappen A en B .......................................... 6-6 Smeren van het rempedaal..................................... 6-30
Paneel C ................................................................... 6-8 Smeren van de voorremhendel en
Inspektie van de bougies .......................................... 6-9 koppelingshendel .................................................. 6-31
Motorolie ................................................................. 6-10 Smering van de zijstandaard .................................. 6-31
Koelsysteem ........................................................... 6-13 Smeren van de achterwiel-ophanging..................... 6-31
Verversen van de koelvloeistof. .............................. 6-14 Inspektie van de voorvork ....................................... 6-32
Luchtfilter ................................................................ 6-17 Inspektie van de stuurinrichting .............................. 6-32
Luchtinlaatpijp......................................................... 6-19 Wiellagers ............................................................... 6-33
Afstelling van de carburateur .................................. 6-20 Accu ........................................................................ 6-33
Afstelling stationair toerental................................... 6-20 Vervangen van zekeringen...................................... 6-34 6
Kontroleren van de vrije speling van de Vervangen van de gloeilamp van de koplamp......... 6-35
gaskabel ............................................................... 6-21 Vervangen van de gloeilamp van het
Afstellen van de klepspeling ................................... 6-21 remlicht/achterlicht................................................ 6-36
Banden ................................................................... 6-21 Vervangen van de gloeilamp van de
Wielen..................................................................... 6-24 richtingaanwijzer ................................................... 6-36
Afstelling van de vrije slag van de Ondersteunen van de motorfiets............................. 6-37
koppelingshendel.................................................. 6-25 Verwijderen van het voorwiel................................... 6-37
Afstelling van de remlicht-schakelaar ..................... 6-25 Installeren van het voorwiel..................................... 6-38
Kontrole van de remvoeringen voor en achter ........ 6-26 Demonteren van het achterwiel .............................. 6-39
Kontrole van het remvloeistofnivo ........................... 6-27 Monteren van het achterwiel ................................... 6-40
Verversen van de remvloeistof................................ 6-28 Verhelpen van storingen ......................................... 6-40
Kontrole van de kettingspanning............................. 6-28 Lijst voor het opsporen van storingen ..................... 6-41
D_5eb_Periodic.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


6-
DAU00462

DAU00464 DAU01296
Het tijdig uitvoeren van het periodieke on-
LET OP:
derhoud, van de benodigde afstellingen en @

van de smering zal uw motorfiets in een Test deze motorfiets niet te lang achter-
goede en veilige staat houden. Veiligheid is een op een dynamometer, aangezien het
een “must” voor iedere motorrijder! De on- vezelmateriaal van de knaldemper door
derhoudstabellen en de smeringstabel zijn de grote hitte kan verkleuren.
@

een ruwe leidraad voor de intervallen waar-


op deze werkzaamheden moeten worden
uitgevoerd. VERGEET NIET DAT HET
WEER, HET SOORT TERREIN, DE MA-
1. Gereedschapsset
NIER WAAROP DE MOTORFIETS
WORDT BESTUURD EN VELE ANDERE DAU01129

OMSTANDIGHEDEN, AANPASSING VAN Gereedschapsset


DEZE INTERVALLEN NOODZAKELIJK De gereedschapsset bevindt zich in de ba-
KUNNEN MAKEN. De meest belangrijke gageruimte. (Zie blz. 3-17 voor het openen
punten voor onderhoud, smering en afstel- van de bagageruimte.) Het gereedschap
6 ling worden in de volgende bladzijden be- van de bijgeleverde gereedschapsset dient
handeld. voor het verrichten van het periodiek onder-
DW000060 houd. Daarnaast kan echter nog ander ge-
WAARSCHUWING reedschap nodig zijn, zoals een
@
momentsleutel, om het onderhoud geheel
Als u geen ervaring heeft met onderhou-
naar behoren te verrichten.
den van een motorfiets, laat dit werk dan
De aanwijzingen in deze handleiding die-
over aan een erkende Yamaha dealer.
@
nen om u, de eigenaar van deze motorfiets,
de nodige informatie te verschaffen over
het periodieke onderhoud van de motorfiets
en over eenvoudige reparaties.

6-1
D_5eb_Periodic.fm Page 2 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


OPMERKING:
@

Als u voor bepaalde onderhoudswerkzaam-


heden niet het vereiste gereedschap heeft,
breng uw motorfiets voor dit onderhoud dan
naar een Yamaha dealer.
@

DW000062

@
WAARSCHUWING
Veranderingen aan deze motorfiets die
niet door Yamaha zijn goedgekeurd,
kunnen leiden tot slechtere prestaties
en kunnen de motorfiets zelfs onveilig
maken. Raadpleeg altijd eerst een
Yamaha dealer, alvorens enige verande-
ring aan te brengen.
@

6-2
D_5eb_Periodic.fm Page 3 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


DAU00473

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


CP-01D
IEDERE
EERSTE 6.000 km of 12.000 km of
Nr. ONDERDEEL KONTROLE EN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN MAAL 6 maanden 12 maanden
(na 1.000 km) (al naar gelang (al naar gelang
het eerst het eerst
bereikt wordt) bereikt wordt)
• Brandstofslangen controleren op barsten of andere schade.
1 * Brandstofleiding √ √
• Vervangen indien nodig.
• Controleren.
2 * Brandstoffilter √
• Vervangen indien nodig.
• Controleren.
3 Bougies √ √ √
• Reinigen, elektrodenafstand bijstellen, indien nodig vervangen.
• Klepspeling controleren. IEDERE 42.000 km of 42 maanden
4 * Kleppen • Bijstellen indien nodig. (welk het eerst bereikt wordt)
5 Luchtfilter • Vervangen indien nodig. √ √
6 • Controleren.
6 Koppeling √ √ √
• Kabel bijstellen of vervangen.
• Werking en vloeistofpeil controleren en zonodig lekkage opsporen.
(Zie OPMERKING op blz. 6-5.)
7 * Voorrem √ √ √
• Corrigeren naar vereist.
• Remvoeringen vervangen indien nodig.
• Werking en vloeistofpeil controleren en zonodig lekkage opsporen.
(Zie OPMERKING op blz. 6-5.)
8 * Achterrem √ √ √
• Corrigeren naar vereist.
• Remvoeringen vervangen indien nodig.
• Controleren op balans, uitloop en schade.
9 * Wielen √ √
• Herbalanceren of vervangen indien nodig.
• Controleren op profieldiepte en schade.
• Vervangen indien nodig.
10 * Banden √ √
• Bandenspanning controleren.
• Corrigeren indien nodig.

6-3
D_5eb_Periodic.fm Page 4 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


IEDERE
EERSTE 6.000 km of 12.000 km of
Nr. ONDERDEEL KONTROLE EN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN MAAL 6 maanden 12 maanden
(na 1.000 km) (al naar gelang (al naar gelang
het eerst het eerst
bereikt wordt) bereikt wordt)
• Controleren op loszitten of schade.
11 * Wiellagers √ √
• Vervangen indien nodig.
• Scharnierpunt controleren op speling.
• Corrigeren indien nodig.
12 * Zwaaiarm √ √
• Smeren met vet op lithiumzeepbasis om de 24.000 km of
24 maanden (welk het eerst bereikt wordt).
• Controleren op overmatige speling.
IEDERE 1.000 km of na het wassen van de
13 Aandrijfketting • Bijstellen indien nodig. Zorgen dat achterwiel juist is uitgelijnd. motorfiets of een rit in de regen.
• Reinigen en smeren.
• Controleren op speling en soepele stuurbeweging.
• Corrigeren naar vereist.
14 * Stuurlagers √ √
• Smeren met vet op lithiumzeepbasis om de 24.000 km of
24 maanden (welk het eerst bereikt wordt).
6
Bevestigingspunten aan • Controleren of alle bouten, moeren en schroeven stevig vast zitten.
15 * √ √
het frame • Aandraaien indien nodig.
• Controleren.
16 Zijstandaard √ √
• Smeren en rapareren indien nodig.
• Controleren.
17 * Zijstandaardschakelaar • Vervangen indien nodig. √ √ √

• Controleren op juiste werking en op olielekkage.


18 * Voorvork √ √
• Corrigeren naar vereist.
• Controleren op juiste werking en op olielekkage.
19 * Achterschokbreker √ √
• Gehele schokbrekerset vervangen indien nodig.
Scharnierpunten
• Controleren.
20 * achterophanging- √ √
• Corrigeren indien nodig.
verbindingsarmen

6-4
D_5eb_Periodic.fm Page 5 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


IEDERE
EERSTE 6.000 km of 12.000 km of
Nr. ONDERDEEL KONTROLE EN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN MAAL 6 maanden 12 maanden
(na 1.000 km) (al naar gelang (al naar gelang
het eerst het eerst
bereikt wordt) bereikt wordt)
• Controleren op stationair-toerental, synchronisatie en werking
21 * Carburateurs starter. √ √ √
• Bijstellen indien nodig.
• Controleren op oliepeil en olielekkage.
22 Motorolie • Corrigeren indien nodig. √ √ √
• Verversen. (Voor aftappen eerst motor laten warmdraaien.)
23 Motorolie-filtercassette • Vervangen. √ √
• Controleren op koelvloeistofpeil en koelvloeistoflekkage.
• Corrigeren indien nodig.
24 * Koelsysteem √ √
• Koelvloeistof verversen om de 24.000 km of 24 maanden (welk het
eerst bereikt wordt).
* Onderhoud aan deze onderdelen vereist speciaal gereedschap, technische vaardigheden en service-gegevens. Laat dit onderhoud over aan uw Yamaha
6 dealer.
DAU02970*

OPMERKING:
@

● Als u veel op stoffige wegen of in regenachtige gebieden rijdt, dient u het luchtfilter vaker schoon te maken.
● Hydraulisch remsysteem
• Na het demonteren van de hoofdcilinder of de plunjer-cilinder dient u altijd de remvloeistof te verversen. Normaal kunt u volstaan
met het controleren van het remvloeistofpeil en het bijvullen van remvloeistof.
• Vervang de oliekeringen binnenin de hoofdcilinder en de plunjer-cilinder om de twee jaar.
• Vervang alle remleidingen om de vier jaar of als ze gescheurd of anderszins beschadigd zijn.
@

6-5
D_5eb_Periodic.fm Page 6 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES

1. Stroomlijnkap A (rechterkant) 1. Schroef (× 5) 1. Schroef (× 6)


Stroomlijnkap B (linkerkant)
DAU01602
2. Paneel C
Stroomlijnkappen A en B
DAU01139
Verwijderen
Verwijderen en aanbrengen van 1. Verwijder de schroeven.
stroomlijnkappen en panelen
De stroomlijnkappen en panelen die hierbij 6
staan afgebeeld, moeten voor bepaalde on-
derhoudswerkzaamheden in dit hoofdstuk
eerst worden verwijderd. Zie de bijgaande
beschrijving, telkens wanneer u een
stroomlijkap/paneel moet verwijderen of
weer aanbrengen.

6-6
D_5eb_Periodic.fm Page 7 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES

1. Stroomlijnkap A 1. Nok (× 2) 1. Nok (× 2)


2. Stroomlijnkap B 2. Uitsteeksel (× 2)
2. Breng de stroomlijnkap waar op zijn
2. Maak de stroomlijnkap los door deze Installeren oorspronkelijke plaats aan. Zorg dat
naar voren te schuiven (voor A) of 1. Pas de nokken en uitsparingen ach- de nokken aan de voorkant van de
naar achteren (voor B), om dan de kap teraan onder de stroomlijnkappen in kappen naast elkaar passen zoals
buitenwaarts te trekken. elkaar en schuif de stroomlijnkappen aangegeven en let op dat alle de nok-
6 op hun plaats. ken en uitsparingen in elkaar sluiten.
3. Breng de schroeven aan.

6-7
D_5eb_Periodic.fm Page 8 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES

1. Schroef (× 2) 1. Uitsteeksel
2. Nok
DAU01315

Paneel C Aanbrengen
Afnemen Breng het paneel in de oorspronkelijke
De schroeven verwijderen. stand en breng de schroeven weer aan.

6-8
D_5eb_Periodic.fm Page 9 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


Probeer niet zelf een diagnose te maken Wanneer u een bougie aanbrengt, maak
voor dergelijke problemen, maar breng uw het oppervlak waar de pakkingring tegen-
motorfiets naar een Yamaha dealer. De aan komt dan altijd goed schoon en gebruik
bougies dienen regelmatig verwijderd en een nieuwe pakkingring. Maak tevens de
geïnspekteerd te worden, aangezien de hit- schroefdraad zorgvuldig schoon en trek de
te en de aanslag de bougies langzaam aan- bougie met het voorgeschreven koppel
tast. Als de elektrodes te ver versleten of aan.
als er sterke koolafzetting of andere aan-
slag op de bougie is, moet de bougie door Voorgeschreven aantrekkoppel:
een nieuwe van het voorgeschreven type Aantrekkoppel bougie:
a. Elektroden-afstand worden vervangen. 12,5 Nm (1,25 m·kg)
DAU01639

Inspektie van de bougies Standaard bougie: OPMERKING:


@

De bougie is een belangrijk onderdeel van CR10EK (NGK) Als u bij het installeren van de nieuwe bou-
de motor en dient regelmatig te worden gies geen momentsleutel tot uw beschik-
geïnspecteerd, bij voorkeur door een Meet, alvorens een bougie te installeren, de king heeft, kunt u het volgende als
6 Yamaha dealer. De staat van de bougie elektroden-afstand met behulp van een vuistregel aanhouden: Draai de bougie met
geeft informatie over de algehele toestand voelermaatje en stel in op de voorgeschre- uw vingers zo strak mogelijk aan en draai
van de motor. ven afstand. deze hierna nog , 1/4 à 1/2 slag aan met
Normaal gesproken moeten de witte porce- een bougiesleutel. Laat echter wel zo snel
leinen isolatoren rondom de midden-elek- Elektroden-afstand: mogelijk de bougie met het voorgeschreven
trode van de bougies van de verschillende 0,6 ~ 0,7 mm aantrekkoppel vastdraaien.
cilinders van dezelfde motor, dezelfde kleur
@

hebben. De ideale kleur voor de bougies


van een motorfiets waar normaal mee
wordt gereden, is lichtbruin. Als één van de
bougies een verschillende kleur heeft, kan
het zijn dat er iets mis is met de motor.

6-9
D_5eb_Periodic.fm Page 10 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


DCA00021

LET OP:
@

De bougiekap kan wellicht moeilijk ver-


wijderd worden vanwege de rubber af-
dichting van de kap die vastzit in de
cilinderboring. Om beschadiging van de
bougiekap te voorkomen, mag u geen
gereedschap gebruiken om de kap te
verwijderen of aan te brengen. Om de
bougiekap te verwijderen, draait u deze
heen en weer terwijl u hem omhoog 1. Oliepeilstok 1. Maximum-merkteken
trekt; om de bougiekap aan te brengen, 2. Minimum-merkteken
DAU01610*

draait u deze heen en weer terwijl u hem Motorolie 2. Zet de motor af en verwijder de olie-
naar beneden drukt. Meting van het oliepeil peilstok.
1. Plaats de motorfiets op een vlakke on-
@

dergrond (waterpas) en houd hem OPMERKING:


@

rechtop. Laat de motor voor enkele Wacht, na het afzetten van de motor, enke- 6
minuten warmdraaien. le minuten met het controleren van het olie-
peil.
OPMERKING: @

3. Het oliepeil dient tussen de minimum-


@

Let op dat de motorfiets horizontaal staat


als u het oliepeil controleert. Als de motor- en maximum-merktekens op de peil-
fiets iets overhelt, kan dit leiden tot een ver- stok te liggen. Als er te weinig olie in
keerde aflezing. de motor zit, vul dan olie bij tot aan het
@ juiste peil.

6-10
D_5eb_Periodic.fm Page 11 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES

1. Olievuldop 1. Motorolie-aftapbout 1. Oliefiltersleutel


2. Oliefilterelement
Verversen van de motorolie en vervan- 4. Verwijder de aftapbout en laat alle olie
gen van het oliefilterelement weglopen. OPMERKING:
@

1. Verwijder de stroomlijnkap B. (Zie blz. 5. Verwijder het oliefilter m.b.v. een olie- Als u niet over een oliefiltersleutel beschikt,
6-6 voor het verwijderen en installe- filtersleutel. vraag uw Yamaha dealer hier dan om.
ren.) @

6 2. Laat de motor enkele minuten warm- 6. Monteer de aftapbout en trek deze


draaien. met het voorgeschreven koppel aan.
3. Zet de motor af. Plaats een opvang-
bak onder de motor en verwijder de Aantrekkoppel:
olievuldop. Aftapbout:
43 Nm (4,3 m·kg)

6-11
D_5eb_Periodic.fm Page 12 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


9. Vul de motor tot het juiste peil met olie.
Monteer de olievuldop en schroef
deze vast.

Aanbevolen motorolie:
Zie blz. 8-1.
Hoeveelheid motorolie:
Totale hoeveelheid:
3,5 L
Periodieke verversing:
1. O-ringen 1. Momentsleutel 2,5 L
Verversen van olie en vervangen van
7. Breng een dun laagje motorolie aan 8. Monteer het oliefilter en trek het met
oliefilter:
op de pakkingring van en het nieuwe een oliefiltersleutel tot het voorge-
2,7 L
oliefilter. schreven vast.
DC000066
OPMERKING: Aantrekkoppel: LET OP:
@

Let op dat de pakkingring goed in de groef 6


Oliefilter: @

valt. ● U mag geen chemische middelen


17 Nm (1,7 m·kg)
@
aan de motorolie toevoegen. De
motorolie dient tevens voor het
smeren van de koppeling en toege-
voegde middelen zouden de koppe-
ling kunnen doen slippen.
● Let op dat er geen vreemde voor-
werpen in het carter terechtkomen.
@

6-12
D_5eb_Periodic.fm Page 13 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


10. Start de motor en warm hem enkele
minuten op. Controleer tijdens het
warmdraaien op olielekken. Mocht er
een olielek worden bespeurd, zet de
motor dan onmiddellijk af en probeer
de oorzaak te vinden.
11. Nadat de motor gestart is, dient het
oliepeil-lampje uit te gaan als olie tot
het juiste peil bijgevuld is.
DC000067

LET OP: 1. Maximum-merkteken 1. Bout (× 2)


@

Als het kontrolelampje knippert of blijft 2. Minimum-merkteken


2. Als het peil te laag is, verwijdert u het
oplichten, zet de motor dan onmiddelijk DAU01611
deksel van de expansietank door de
af en raadpleeg een Yamaha dealer. Koelsysteem bouten er uit te draaien.
@
1. Controleer het koelvloeistofpeil in de 3. Vul dan koelvloeistof of gedistilleerd
12. Installeer de stroomlijnkap.
expansietank terwijl de motor koud is, water bij tot het juiste peil.
6 want het peil van de koelvloeistof vari- 4. Installeer het deksel van de expansie-
eert met de motortemperatuur. Het tank en draai de bouten vast.
koelvloeistofpeil moet tussen de het
maximum- en het minimum-merkte-
Inhoud van de expansietank:
ken liggen.
0,44 L

6-13
D_5eb_Periodic.fm Page 14 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


DC000080

LET OP:
@

Te hard water (te veel kalk) of zout water


zal de motor beschadigen. Als u geen
zacht water kunt vinden, kunt u gedestil-
leerd water gebruiken.
@

OPMERKING:
@

Als er water is bijgevuld, laat dan zo spoe-


dig mogelijk een Yamaha dealer het anti-
1. Radiateurdop 1. Waterpomp-aftapbout
vriesgehalte van de koelvloeistof controle-
2. Klembout
ren. DAU01612

De radiateurventilator is volledig automa- Verversen van de koelvloeistof. 4. Verwijder de waterpomp-aftapbout en


tisch werkend. De ventilator wordt in- of uit- 1. Verwijder paneel C, stroomlijnkap A laat de koelvloeistof uit het waterpom-
geschakeld, afhankelijk van de temperatuur en stroomlijnkap B. (Zie blz. 6-6 voor phuis weglopen.
van de koelvloeistof in de radiateur. het verwijderen en installeren.) 5. Maak de radiateurslang los door de
@
2. Plaats een opvangbak onder het mo- klem los te maken en tap dan alle 6
5. Als uw motorfiets oververhit raakt, zie torblok. koelvloeistof af.
dan voor aanwijzingen blz. 6-42. 3. Verwijder de radiateurdop. 6. Spoel het koelsysteem grondig door
met kraanwater.

6-14
D_5eb_Periodic.fm Page 15 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


7. Sluit de radiateurslang aan en zet
deze vast met de klem.
8. Draai de aftapbout vast met het voor-
geschreven aantrekkoppel. Als de
pakking beschadigd is, vervangt u de-
ze.

Aantrekkoppel:
Aftapbout:
12 Nm (1,2 m·kg)
1. Bout (× 2) 1. Bout (× 2)

9. Verwijder het deksel van de expansie- 10. Verwijder de expansietank door de


tank door de bouten er uit te draaien. bouten er uit te draaien.
11. Verwijder de dop van de expansietank
en keer de tank ondersteboven om
deze geheel te legen.
6 12. Breng de expansietank weer aan.
13. Vul de expansietank met koelvloeistof
tot het maximale peil en breng dan de
dop en het deksel weer aan.
14. Giet het aanbevolen koelmiddel in de
radiateur totdat deze vol is.

6-15
D_5eb_Periodic.fm Page 16 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


17. Controleer of er geen koelvloeistof uit
Aanbevolen antivries: lekt.
Hoogkwalitatieve ethyleen-glycol an-
tivries oplossing met anticorrosie- OPMERKING:
@

middel voor aluminium motoren. Als u ergens een lek bespeurt, vraag uw
Mengverhouding antivries/water: Yamaha dealer dan om het koelsysteem te
1:1 inspecteren.
Totale hoeveelheid: @

2,15 L 18. Installeer de stroomlijnkap en het pa-


Inhoud expansietank: neel.
0,44 L

DC000080

LET OP:
@

Te hard water (te veel kalk) of zout water


zal de motor beschadigen. Als u geen
zacht water kunt vinden, kunt u gedestil- 6
leerd water gebruiken.
@

15. Breng de radiateurdop aan.


16. Laat de motor enkele minuten lang
draaien en kontroleer het coelvloei-
stofpeil in de radiateur weer. Als het
peil te laag is, vul dan koelvloeistof bij
totdat de koelvloeistof tot aan de rand
van de radiateur komt.

6-16
D_5eb_Periodic.fm Page 17 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES

1. Bout (× 2) 1. Benzinekraan
2. Slang (× 2)
DAU01821*
3. Stekker van de brandstoftoevoerdraad 7. Kantel de voorkant van de brandstof-
Luchtfilter tank terug en weg van het luchtfilter-
De toestand van het lucht filterelement 4. Zet het benzinekraan op “OFF”. huis. Ondersteun de tank zorgvuldig
moet regelmatig gecontroleerd worden, op 5. Maak de stekker van de brandstoftoe- zoals in de afbeelding aangegeven.
de voorgeschreven tijdstippen. Als u veel voerdraad los.
6 over stoffige wegen of in regenachtige ge- 6. Maak de slangen los.
bieden rijdt, dient u het vaker te controleren.
1. Verwijder het bestuurderszadel. (Zie OPMERKING:
@

blz. 3-15 voor het verwijderen en weer Voor u de slangen verwijdert, dient u ze te
installeren van het zadel.) markeren om te zorgen dat u ze weer op de
2. Verwijder de montagebouten van de juiste plaats kunt installeren.
@

brandstoftank.
3. Til de brandstoftank op.

6-17
D_5eb_Periodic.fm Page 18 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


10. Controleer de toestand van het lucht-
filterelement. Als het beschadigd is of
erg vuil, vervangt u het dan.

1. Schroef (× 6) 1. Luchtfilterelement

8. Verwijder de montageschroeven van 9. Verwijder het luchtfilterelement.


het deksel van de luchtfilter-behuizing.

6-18
D_5eb_Periodic.fm Page 19 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


DC000082* DW000131

LET OP: @
WAARSCHUWING
@

● Zorg dat het luchtfilterelement naar Let op dat de brandstofslangen en de


behoren in de luchtfilter-behuizing vacuümslang juist zijn aangesloten en
zit. goed vastzitten, zonder knik of wringing
● Laat de motor nooit lopen zonder in de slang. Als er een slang beschadigd
dat het luchtfilter geïnstalleerd is. is, dient u die te vervangen.
Dit kan leiden tot bijzonder snelle @

slijtage van cilinders en/of zuigers.


@

11. Volg voor het weer aanbrengen de 1. Luchtinlaatpijp


aanwijzingen voor het verwijderen in
DAU01335
omgekeerde volgorde.
Luchtinlaatpijp
Kontroleer of het rooster van de luchtinlaat-
pijp niet geblokkeerd is. Indien nodig, dit
rooster schoonmaken.
6

6-19
D_5eb_Periodic.fm Page 20 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


DAU00630

Afstelling van de carburateur Standaard stationair toerental:


De carburateur is een bijzonder belangrijk 1.250 ~ 1.350 tpm
onderdeel van de motor. De afstelling ervan
dient bijzonder nauwkeurig te geschieden. OPMERKING:
@

Het verdient aanbeveling om deze afstel- Als u het toerental niet op de voorgeschre-
ling over te laten aan uw Yamaha dealer die ven waarde krijgt, raadpleeg dan een
de nodige kennis van zaken heeft en over Yamaha dealer.
ruime ervaring beschikt. Het routine-onder- @

houd, zoals het afstellen van het stationair-


toerental kunt u echter zelf uitvoeren. 1. Gasklep-stopschroef
DC000095
DAU00632
LET OP:
@ Afstelling stationair toerental
De carburateur is na vele tests in de 1. Start de motor en laat deze enkele mi-
Yamaha fabrieken afgesteld. Verande- nuten lang warmdraaien met een toe-
ren van de afstellingen kan leiden tot rental van 1.000 à 2.000 tpm. Laat de
slecht lopen van de motor en zelfs tot motor af en toe met een wat hoger 6
beschadiging hiervan. toerental lopen 4.000 à 5.000 tpm. De
@

motor is warm als deze snel op de be-


weging van de gasgreep reageert.
2. Stel het stationair toerental nu op het
voorgeschreven toerental af, door de
gasstopschroef te verdraaien. Draai
de schroef in de richting a om het toe-
rental te verhogen en draai de schroef
naar b om het toerental te verlagen.

6-20
D_5eb_Periodic.fm Page 21 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


DAU00637 DAU00658

Afstellen van de klepspeling Banden


De juiste klepspeling verandert tijdens het Let, voor goede rijprestaties, een lange le-
gebruik van de motorfiets, met als gevolg vensduur en veilig rijden, op de volgende
een onjuiste invoer van het benzine-/lucht- punten:
mengsel of meer lawaai. Om dit te vermij-
den, dienen de kleppen regelmatig Bandenspanning
afgesteld te worden. Laat deze afstelling Kontroleer de bandenspanning altijd, voor-
echter aan een Yamaha dealer over. dat u met de motorfiets wegrijdt.
DW000082

a. Vrije slag @
WAARSCHUWING
DAU00635
De bandenspanning dient gemeten te
Kontroleren van de vrije speling worden als de temperatuur van de ban-
den gelijk is aan de omgevingstempera-
van de gaskabel
tuur. De bandenspanning is afhankelijk
De gaskabel dient een voorgeschreven
van het totale gewicht van de bagage, de
vrije speling van 6 ~ 8 mm te hebben bij het
6 bestuurder, de medepassagier, overige
handvat. Als de vrije speling incorrect is,
accessoires (stroomlijnkappen, zadel-
laat de speling dan afstellen door een
tassen, enz. - monteer nooit accessoires
Yamaha dealer.
die niet zijn goedgekeurd voor deze mo-
torfiets) en de snelheid van de motor-
fiets.
@

6-21
D_5eb_Periodic.fm Page 22 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


CE-33D DW000083
Maximale belasting* 187 kg
Bandenspanning bij WAARSCHUWING
Voor Achter @

koude banden Een juiste verdeling van het gewicht is


250 kPa 250 kPa van groot belang voor een goede weg-
Belasting tot 90 kg* (2,50 kg/cm2, (2,50 kg/cm2, ligging, juist reageren op het remmen,
2,50 bar) 2,50 bar)
balans en veiligheid in het algemeen.
250 kPa 290 kPa
90 kg ~ Zorg ervoor dat bagage die u vervoert,
(2,50 kg/cm2, (2,90 kg/cm2,
Maximale belasting* goed vast zit zodat deze niet kan gaan
2,50 bar) 2,90 bar)
250 kPa 250 kPa
schuiven. Plaats de zwaarste voorwer-
Bij rijden met hoge pen in het midden van de motorfiets en
(2,50 kg/cm2, (2,50 kg/cm2,
snelheid 1. Profieldiepte
2,50 bar) 2,50 bar) verdeel het gewicht gelijkmatig over
* Belasting is het totale gewicht van bagage, bestuur- rechter- en linkerzijde. Stel de voorbe- 2. Zijwand
der, mede-passagier en accessoires. lasting van de schokbrekers in aan de Inspekteren van de banden
hand van het totale gewicht en breng de Kontroleer de banden altijd, voordat u met
bandenspanning ook op de juiste waar- de motorfiets wegrijdt. Als het middenprofiel
de. OVERLAAD UW MOTORFIETS de minimale waarde bereikt (zie de afbeel-
NOOIT. Overschrijdt nooit het totaal toe- ding), als er zich een spijker of stukjes glas 6
gestane gewicht van bagage, bestuur- in de band bevinden, of als de flank van de
der, medepassagier, overige accessoi- band gescheurd is, vraag een Yamaha
res (stroomlijnkappen, zadeltassen, enz. dealer dan zo snel mogelijk om de band te
- monteer nooit accessoires die niet zijn vervangen.
goedgekeurd voor deze motorfiets). Een
te zwaar beladen motorfiets kan leiden
tot beschadiging van de banden, een on-
geluk en ernstige verwondingen.
@

6-22
D_5eb_Periodic.fm Page 23 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


DW000095 DW000080

@
WAARSCHUWING @
WAARSCHUWING
Rijden met de motorfiets met versleten ● Na het uitvoeren van vele uitgebrei-
banden is bijzonder gevaarlijk. Dit zal de tests heeft Yamaha Motor Co.,
leiden tot verlies aan wegligging en ver- Ltd. de hieronder genoemde ban-
lies aan kontrole over de motorfiets. den, voor dit model, goedgekeurd.
Laat versleten banden onmiddellijk ver- Bij gebruik van andere banden of
vangen door een Yamaha dealer. Ver- andere kombinaties van banden,
vangen van banden, remmen en alle kan er geen garantie worden gege-
onderdelen die te maken hebben met het ven over de wegligging en de be-
wiel, dient alleen te worden uitgevoerd stuurbaarheid van de motorfiets. 1. Bandventiel
door erkend personeel van een Yamaha De voorband en de achterband die- 2. Kern ventiel
dealer. nen van hetzelfde ontwerp en de- 3. Ventieldop met verzegeling
@

CE-26D
zelfde fabrikant te zijn. CE-10D

● Gebruik van andere ventielen en VOOR


Minimale profieldiepte
1,6 mm
(voor en achter) andere ventielkernen dan degenen Bandenmerk Bandenmaat Type
6 die hieronder worden vermeld, kan Bridgestone 120/60 ZR17 (55W) BT56FE
OPMERKING:
@
leiden tot plotseling leeglopen van Dunlop 120/60 ZR17 (55W) D207FJ
De voorwaarden voor de minimale profiel- de banden bij rijden met hoge snel-
ACHTER
diepte, kunnen van land tot land verschillen. heid. Gebruik altijd originele
Bandenmerk Bandenmaat Type
Houd u aan de plaatselijke regelingen, en Yamaha onderdelen of onderdelen
minimaal aan de voorwaarden van van een gelijkwaardige kwaliteit. Bridgestone 180/55 ZR17 (73W) BT56RE
Yamaha. ● Vergeet niet om de ventieldoppen Dunlop 180/55 ZR17 (73W) D207N
@

op de ventielen te plaatsen. De ven- CE-12D

tieldoppen zijn, met name bij het rij- Type


Informatie over de banden
den met hoge snelheid, ook Bandventiel TR412
Deze motorfiets is uitgerust met tubeless
belangrijke onderdelen. Ventielkern #9000A (Origineel)
banden, bandventielen en gegoten wielen. @

6-23
D_5eb_Periodic.fm Page 24 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


DAU00684 DAU00687

WAARSCHUWING Wielen
@
Voor optimale prestaties, een lange levens-
Deze motorfiets is uitgerust met banden
duur en een optimale veiligheid, dient u op
voor rijden met uiterst hoge snelheden.
de volgende punten te letten:
Om deze banden op de juiste manier te
● Kontroleer de wielen op de volgende
gebruiken, dient u op de volgende pun-
punten, alvorens te gaan rijden.
ten te letten.
Kontroleer de velg op scheurtjes, bar-
● Als u een band vervangt, gebruik
sten en op vervorming (slag in het
hier dan altijd de voorgeschreven
wiel). Als er iets mis is met een wiel,
band voor. Andere banden kunnen
raadpleeg dan een Yamaha dealer.
uit elkaar klappen bij rijden met
Probeer niet zelf reparaties aan het
zeer hoge snelheden.
wiel uit te voeren. Een vervormd wiel
● Nieuwe banden, die nog niet inge-
of een wiel met scheuren dient onmid-
sleten zijn, hebben minder grip op
dellijk vervangen te worden.
de weg. Zodoende dient u eerst
● Als er een band of een wiel is vervan-
zo’n 100 km met normale snelheid
gen, dient u de wielen te laten uitba-
te rijden, alvorens uw snelheid te 6
lanceren. Een slecht uitgebalanceerd
verhogen.
wiel kan leiden tot slechtere presta-
● Voordat u met bijzonder hoge snel-
ties, verminderde wegligging en een
heid gaat rijden, dient u de banden
kortere levensduur van de banden.
eerst wat op te warmen.
● Rijd in het begin langzaam en voor-
● Zorg dat de banden altijd de juiste
zichtig, na het verwisselen van een
spanning voor de betreffende
band, om het oppervlak van de nieu-
rijomstandighheden hebben.
@
we band in te rijden, zodat de band
zijn optimale kwaliteiten kan ontwikke-
len.

6-24
D_5eb_Periodic.fm Page 25 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES

1. Afstelbout 1. Borgmoer 1. Remlichtschakelaar


2. Vrije slag 2. Afstelmoer 2. Afstelmoer
DAU01356
3. Verwijder de stroomlijnkap A. (Zie DAU00713

Afstelling van de vrije slag van blz. 6-6 voor het verwijderen en weer Afstelling van de remlicht-
de koppelingshendel aanbrengen ervan.) schakelaar
De vrije slag van de koppelingshendel dient 4. Draai de borgmoer aan de kant van Het achterste remlicht wordt ingeschakeld
6 van 10 ~ 15 mm te bedragen. het motorblok los. door het rempedaal; de schakelaar ervan is
1. Draai de stelbout aan de koppe- 5. Draai de stelmoer aan de kant van het juist ingesteld als het remlicht gaat branden
lingshendel in de richting a om de motorblok in de richting a om de vrije vlak voor de rem aangrijpt. Om de schake-
vrije slag te vergroten of in de slag te vergroten of in de richting b laar van het achterste remlicht bij te stellen,
richting b om de vrije slag te verklei- om de vrije slag te verkleinen. Draai houdt u de behuizing van de schakelaar
nen. Kunt u op deze wijze de juiste dan de borgmoer vast. vast zodat deze niet meedraait wanneer u
vrije slag niet instellen, ga dan als 6. Breng de stroomlijnkap weer aan. de instelmoer verdraait.
volgt te werk. Draai de instelmoer in de richting a om het
2. Draai de stelbout aan de koppe- remlicht eerder te laten oplichten.
lingshendel in de richting a om de ka- Draai de instelmoer in de richting b om het
bel los te zetten. remlicht later te laten oplichten.

6-25
D_5eb_Periodic.fm Page 26 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES

1. Slijtagemarkeergroef 1. Remklauwbout 1. Slijtagemarkeergroef


DAU00721 DAU01641
Kijk hoeveel er nog van de groef te zien is.
Kontrole van de remvoeringen Achterrem Is de groef bijna weggesleten, vraag dan
voor en achter Elk van de remblokken is voorzien van een een Yamaha dealer om de remblokken te
DAU00725 slijtage-indicatiegroef. Hieraan kunt u zien vervangen. Monteer de remklauw en de
Voorrem hoever de remblokken zijn versleten, zon- remklauwbout en trek de bout met het voor-
Ieder remblok is voorzien van een slijtage- der de rem te hoeven demonteren. Verwij- geschreven koppel aan. 6
indikatiegroef. Aan de hand van deze groef der de achterremklauwbout en kantel de
kan de slijtage van het remblok worden ge- remklauw naar voren.
Aantrekkoppel:
kontroleerd zonder dat de rem wordt gede-
Remklauwbout:
monteerd. Als de groef bijna geheel
40 Nm (4,0 m·kg)
verdwenen is, dient u naar uw Yamaha
dealer te gaan om de remblokken te laten
vervangen.

6-26
D_5eb_Periodic.fm Page 27 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


● Let goed op er geen water in de hoofd-
cilinder terecht komt. Als er water in de
remvloeistof terecht komt, wordt het
kookpunt van de remvloeistof ver-
laagd, met als mogelijk gevolg gas-
stremming (verstopt raken van de
leidingen door gasbellen).
● Remvloeistof kan lakwerk en plastic
onderdelen aantasten. Zorg dat u
geen remvloeistof morst. Mocht u toch
1. Minimum-merkteken 1. Minimum-merkteken wat remvloeistof gemorst hebben,
spoel dit dan zo snel mogelijk weg,
DAU00731
● Gebruik alleen de voorgeschreven met water.
Kontrole van het remvloeistof. Gebruik van andere ● Als het remvloeistofnivo voortdurend
remvloeistofnivo remvloeistof kan leiden tot aantasting terugloopt, raadpleeg dan een
Onvoldoende remvloeistof kan als gevolg van de rubber dichtingen met als ge- Yamaha dealer.
hebben dat er lucht in het remsysteem te- volg lekkage en slecht funktioneren
6 recht komt, waardoor de remmen kunnen van de remmen.
weigeren. Kontroleerof het remvloeistofnivo
boven het minimum-nivo is, alvorens te Aanbevolen remvloeistof: DOT 4
gaan rijden en vul indien nodig remvloeistof
bij. ● Vul altijd dezelfde remvloeistof bij.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen Mengen van verschillende types rem-
in acht: vloeistof kan onverwachte chemische
● Als u het remvloeistofnivo kontroleert, reakties teweeg brengen, met als ge-
zorg dan dat de bovenkant van de volg slecht funktioneren van de rem-
hoofdcilinder horizontaal ligt, door het men.
stuur te verdraaien.

6-27
D_5eb_Periodic.fm Page 28 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


DAU00742

Verversen van de remvloeistof


Het verversen van de remvloeistof mag al-
leen maar uitgevoerd worden door erkende
Yamaha onderhoudsmonteurs. Laat de on-
derstaande onderdelen door een Yamaha
dealer vervangen als deze beschadigd zijn
of lekken; tijdens de periodieke onder-
houdsbeurten.
● oliekeringen (om de twee jaar)
● remleidingen (om de vier jaar) a. Kettingspeling
DAU00744

Kontrole van de kettingspanning


OPMERKING:
@

Draai het wiel enkele malen rond en laat het


staan in de stand waarin de ketting het 6
strakst gespannen is. Kontroleer de ket-
tingsspanning met het wiel in deze stand.
Als de kettingspanning net juist is, stelt u
deze bij.
@

Om de kettingspanning te kontroleren, zet u


de motorfiets rechtop, onbelast en met bei-
de wielen op de grond. Kontroleer de uit-
slag van de ketting zoals in de afbeelding
aangegeven. De juiste speling is 40 ~
50 mm. Als de speling meer dan 50 mm is,
stel deze dan bij.

6-28
D_5eb_Periodic.fm Page 29 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


DC000096 DAU03006

LET OP: Smering van de ketting


@
Een ketting bestaat uit een groot aantal
Als de ketting te strak staat zullen de
schakels die allen, t.o.v. elkaar, bewegen.
motor en andere belangrijke onderdelen
Als de ketting niet goed wordt onderhou-
te zwaar belast worden. Zorg dat de ket-
den, zal deze bijzonder snel versleten zijn.
tingspanning binnen de voorgeschre-
Zorg dus altijd voor een goed onderhoud,
ven limieten blijft.
@
met name als u veel op stoffige wegen rijdt.
3. Nadat u de kettingspanning heeft af- De ketting op deze motorfiets is een zoge-
gesteld, draait u de borgmoeren weer naamde O-ring ketting, met oliekeerringen
1. Asmoer aan. Vervolgens draait u de asmoer van speciale materialen. Het wassen van
2. Afstelbout aan met het voorgeschreven aantrek- de ketting met stoom, onder hoge druk of
3. Borgmoer koppel. met sterke oplosmiddelen kan de ketting
4. Instelmerktekens beschadigen, dus vermijd deze middelen.
DAU01251 Aantrekkoppel: Gebruik uitsluitend petroleum voor het reini-
Afstellen van de kettingspanning Asmoer: gen van de ketting. Droog de ketting en
150 Nm (15,0 m·kg) smeer deze dan grondig met SAE 30 ~
6 1. Draai de asmoer los.
2. Draai de borgmoeren aan beide zijden 50W motorolie. Gebruik geen andere
los. Om de kettingspanning te verho- smeermiddelen voor de ketting. De kans
gen, draait u de kettingspanbouten bestaat dat zich hierin oplosmiddelen be-
naar a. Om de kettingspanning te vinden die de O-ringen kunnen aantasten.
DC000097
verlagen, draait u de kettingspanbou-
ten naar b en duwt u het achterwiel LET OP:
@

naar voren. Draai de beide kettings- Vergeet na het wassen van de motorfiets
panbouten even ver in of uit zodat het of na een rit in de regen niet om de ket-
achterwiel in lijn blijft. Aan beide zijden ting te oliën.
van de zwaaiarm zult u een merkteken @

aantreffen. Gebruik deze voor het juist


uitlijnen van het achterwiel.

6-29
D_5eb_Periodic.fm Page 30 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


DAU02962 DAU00773

Inspektie en smering van de Smering van de gaskabel en van


kabels de gashendel
DW000112
Als u de gaskabel smeert, dient u tevens de
WAARSCHUWING gashendel te smeren. Voor het smeren van
@

Beschadiging van de buitenkabels kan de gaskabel moet de gashendel verwijderd


leiden tot roestvorming in de kabels en worden. Houd, nadat u de schroeven heeft
kan een soepele beweging in de weg verwijderd, de kabel vertikaal omhoog en
staan. Vervang een beschadigde kabel laat enkele druppels smeermiddel in de bui-
zo snel mogelijk om onnodig risico te tenkabel lopen. Smeer nu het metalen op-
vermijden. pervlak waarover de gashendel loopt met
@ universeel-vet. DAU01290*
Smeer de binnenkabel en de uiteinden van
de kabel. Als een kabel niet soepel be-
Smeren van het rempedaal
Smeer de bewegende delen.
weegt, laat deze dan vervangen door uw
Yamaha dealer.
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie 6
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie

6-30
D_5eb_Periodic.fm Page 31 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


DAU00791

Smeren van de achterwiel-


ophanging
Smeer de bewegende delen.

Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumzeepbasis

DAU02985 DAU02986

Smeren van de voorremhendel Smering van de zijstandaard


en koppelingshendel Smeer de draaipunten en de raakvlakken
Smeer de bewegende delen. van de zijstandaard. Kontroleer de zijstan-
daard op een soepele beweging.
6
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie

DW000113

@
WAARSCHUWING
Als de zijstandaard niet soepel beweegt,
raadpleeg dan een Yamaha dealer.
@

6-31
D_5eb_Periodic.fm Page 32 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


DAU02939

Inspektie van de voorvork


Visuele kontrole
DW000115

@
WAARSCHUWING
Ondersteun de motorfiets goed, zodat u
niet het risico loopt dat deze omvalt.
@

Kontroleer de binnenpoot op krassen en


eventuele andere beschadigingen en
kontroleer de voorvork op olielekkage.

Bedieningskontrole DAU00794

1. Plaats de motorfiets op een horizon- Inspektie van de stuurinrichting


taal oppervlak. Inspekteer de stuurinrichting regelmatig.
2. Houd de motorfiets rechtop en trek de Versleten of beschadigde stuurlagers kun-
voorremhendel in. nen zeer gevaarlijk zijn. Plaats een blok of
3. Druk het stuur enkele malen krachtig standaard onder het motorblok zodat het 6
omlaag en kontroleer of de voorvork voorwiel los van de grond komt. Pak de on-
soepel genoeg omhoog komt. derkant van de voorvork aan beide zijden
DC000098 vast en probeer deze naar achteren te du-
LET OP: wen en naar voren te trekken. Als u speling
@
voelt, laat uw Yamaha dealer de stuurin-
Als u beschadigingen aan de voorvork
richting dan nakijken en bijstellen. Het in-
bemerkt of als deze niet soepel beweegt,
spekteren verloopt makkelijker als het
raadpleeg dan uw Yamaha dealer.
@
voorwiel verwijderd is.
DW000115

@
WAARSCHUWING
Ondersteun de motorfiets goed, zodat u
niet het risico loopt dat deze omvalt.
@

6-32
D_5eb_Periodic.fm Page 33 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


DAU01144 DAU01291 DW000116

Wiellagers Accu WAARSCHUWING


Als er speling zit in de voor- of achterwiel- Deze motorfiets is uitgerust met een accu @

Accu-elektrolyet is een gevaarlijke en


naaf of als het voor- of achterwiel niet soe- van het zogenaamde “gesloten type”. U
giftige verbinding die zwavelzuur bevat
pel loopt, vraag uw Yamaha dealer dan om hoeft het elektrolyt-peil dus niet te kontrole-
en brandwonden kan veroorzaken. Zorg
de wiellagers te kontroleren. ren en u hoeft ook geen gedistilleerd water
dat de elektrolyet nooit in aanraking
bij te vullen.
komt met uw huid, ogen of kleding.
● Als de accu ontladen is, raadpleeg
REMEDIES BIJ AANRAKING:
dan uw Yamaha dealer.
● EXTERN: Spoel uw huid af met veel
● Als de motorfiets is voorzien van optio-
stromend koud water.
nele elektrische accessoires, zal de
● INTERN: Drink grote hoeveelheden
accu sneller leegraken, dus zorg in dit
melk of water. Gebruik vervolgens
geval voor regelmatig opladen.
een laxeermiddel, geklopt ei of
plantaardige olie. Bel onmiddellijk
een arts.
● OGEN: Spoel 15 minuten lang met
6 stromend water en raadpleeg zo
snel mogelijk een arts.
Accu’s genereren explosieve gassen.
Houd de accu uit de buurt van open
vuur, vonken, sigaretten, enz. Als u de
accu binnen oplaadt of gebruikt, zorg
dan voor voldoende ventilatie. Draag al-
tijd een veiligheidsbril als u met accu’s
werkt.
ZORG DAT KINDEREN NIET BIJ DE
ACCU KUNNEN KOMEN.
@

6-33
D_5eb_Periodic.fm Page 34 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


Opslag van de accu
Deze motorfiets is voorzien van een digitale
snelheidsmeter en kilometertellers met ge-
heugen, hetgeen voortdurend wat stroom
van de accu trekt. Als u de motorfiets een
maand of langer niet gebruikt, verwijder de
accu dan, laad deze volledig op en bewaar
de accu op een koele droge plaats.
DC000102

LET OP:
@

● Zorg dat de accu volledig is opgela- 1. Ontstekingszekering 1. Hoofdzekering


dan voordat u deze opbergt. Als de 2. Koplampzekering 2. Reservezekering
3. Richtingaanwijzerzekering
accu in outladen toestand wordt DC000103
4. Reservezekering (× 3)
bewaard, kan er onherstelbare LET OP:
5. Ventilatorzekering
schade aan ontstaan. 6. Kilometertellerzekering
@

Gebruik nooit zekeringen met een hoger


● Gebruik een acculader voor een ge-
DAU01754 amperage dan wordt aanbevolen. Dit 6
heel gesloten (MF-type) accu. Ge-
bruik van een conventionele Vervangen van zekeringen kan leiden tot ernstige beschadiging van
De zekeringhouders bevinden zich onder het elektrische systeem en mogelijk
acculader kan schade aan de accu
het bestuurderszadel. Als er een zekering is zelfs tot brand.
veroorzaken. Als uw lader niet van
doorgebrand, draai de contactslot-schake-
@

het afgedichte type is, dient u con-


tact op te nemen met uw Yamaha- laar dan naar “OFF” en schakel het betref-
dealer. fende circuit uit. Vervang de zekering door
● Let bij het installeren van de accu een met hetzelfde ampèrage. Schakel de
goed op dat alle aansluitigen naar elektrische circuits weer in en controleer of
behoren zijn gemaakt. alles naar behoren funktioneert. Als de ze-
@ kering onmiddellijk weer doorbrandt, raad-
pleeg dan uw Yamaha dealer.

6-34
D_5eb_Periodic.fm Page 35 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


Voorgeschreven zekering:
Hoofdzekering: 30 A
Koplampzekering: 20 A
Richtingaanwijzerzekering: 20 A
Ventilatorzekering: 7,5 A
Ontstekingszekering: 15 A
Kilometertellerzekering: 7,5 A

1. Bedradingsaansluiting 1. Fitting
2. Fittingdeksel
3. Haak de fitting van de gloeilamp los en
DAU01822*
verwijder de doorgebrande gloeilamp.
Vervangen van de gloeilamp van DW000119

de koplamp WAARSCHUWING
Deze motorfiets is uitgerust met een kop-
@

6 Houd brandbare stoffen uit de buurt van


lamp met een halogeen. de gloeilamp als deze warm is en zorg er
Als de gloeilamp doorbrandt, vervang deze tevens voor dat u zichzelf niet brandt.
dan volgens de onderstaande procedure. Raak de gloeilamp niet aan zolang deze
1. Verwijder paneel C. (Zie blz. 6-8 voor nog warm is.
het verwijderen en weer installeren @

van het paneel.) 4. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-


2. Koppel de bedrading van de koplamp ting en zet deze vast.
los en verwijder het deksel van de fit-
ting.

6-35
D_5eb_Periodic.fm Page 36 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


DC000104

LET OP:
@

Om beschadiging of kromtrekken te
voorkomen:
● Gloeilamp van de koplamp
Raak nooit het glas van de gloei-
lamp aan. Zorg dat er geen olie of
vet op komt, want dit kan de helder-
heid van het glas, de kracht van de
lichtbundel en ook de levensduur
van de lamp doen afnemen. Mocht 1. Fittingdeksel 1. Schroef
er olie op de gloeilamp komen, DAU01823* DAU01095

veeg deze dan zeer goed schoon Vervangen van de gloeilamp van Vervangen van de gloeilamp van
met een doekje met wat spiritus of het remlicht/achterlicht de richtingaanwijzer
thinner. 1. Verwijder het passagierszadel. (Zie 1. Verwijder de schroef en de lens.
● Lens van de koplamp blz. 3-15 voor het verwijderen en weer 2. Druk de doorgebrande lamp in en
• Plak nooit gekleurde folie of installeren van het zadel.) draai deze naar links om hem te ver- 6
stickers op de koplamplens. 2. Om de fitting te verwijderen, draait u wijderen.
• Gebruik nooit gloeilampen met deze linksom. 3. Druk een nieuwe gloeilamp op zijn
een hoger vermogen dan het 3. Om de doorgebrande gloeilamp te plaats en draai hem rechtsom vast.
voorgeschreven wattage. verwijderen, draait u deze linksom. 4. Breng de lens weer aan en draai de
@

5. Monteer het deksel van de fitting weer 4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- schroef vast.
en koppel de bedrading weer vast. Als ting en draai deze rechtsom.
de koplamp afgesteld moet worden, 5. Plaats de fitting weer en draai deze
verzoek dan uw Yamaha dealer om dit rechtsom.
te verrichten. 6. Plaats het passagierszadel weer.
Als de koplampbundel bijgesteld moet wor-
den, verzoekt u een Yamaha dealer om de
koplampbundel af te stellen.

6-36
D_5eb_Periodic.fm Page 37 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


DAU01579
Onderhoud aan het achterwiel
Ondersteunen van de motorfiets Gebruik een motorstandaard of een motor-
Aangezien de Yamaha YZF-R6 niet is voor- fiets-krik om de motorfiets zo op te tillen dat
zien van een middenstandaard, dient u de het achterwiel van de grond komt. In plaats
volgende voorzorgsmaatregelen te nemen hiervan kunt u ook twee motorfiets-krikken
alvorens u het voorwiel of het achterwiel onder het frame of de zwaaiarm plaatsen.
verwijdert of andere onderhoudswerkzaam-
heden verricht waarbij de motorfiets recht-
op moet blijven staan. Kontroleer of de
motorfiets stabiel en goed rechtop staat al-
vorens u enig onderhoud gaat verrichten. 1. Wielas
Voor alle zekerheid kunt u bijvoorbeeld een 2. Klembout
stevig houten kistje onder het motorblok
DAU01617
kunnen plaatsen.
Verwijderen van het voorwiel
DW000122
Onderhoud aan het voorwiel
Om de achterkant van de motorfiets stabiel WAARSCHUWING
6 @

● Laat onderhoudswerkzaamheden
te ondersteunen gebruikt u een motorstan-
daard of plaatst u een motorfiets-krik onder aan het wiel over aan uw Yamaha
het frame vóór het achterwiel, om te zorgen dealer.
dat dit niet zijwaarts kan bewegen. Gebruik ● Zorg dat de motorfiets stabiel staat
vervolgens een motorstandaard om het opgesteld, zodat deze niet kan om-
voorwiel van de grond te tillen. vallen.
@

1. Draai de klembout, en de remklauw-


bouten los.
2. Draai de wielas los met een 19-mm
zeskantsleutel.

6-37
D_5eb_Periodic.fm Page 38 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


DAU01638

Installeren van het voorwiel


1. Til het wiel tussen de poten van de
voorvork omhoog.
2. Breng de wielas aan en laat de motor-
fiets zakken.
3. Druk het stuur enkele malen stevig
omlaag om te controleren of de voor-
vork soepel beweegt.
4. Breng de remklauwen, de remklauw-
1. Remslang-houderbout bouten en de remslanghouders aan.
2. Remklauwbout (× 2) Zorg dat er voldoende ruimte tussen
de remblokken is, alvorens u de rem-
3. Zorg dat het voorwiel los van de grond klauwen op de remschijven installeert.
komt. 5. Draai de wielas, de klembout en de
4. Verwijder de remslang-houders en remklauwbouten aan met het voorge-
remklauwen. schreven aantrekkoppel.
6
OPMERKING:
Aantrekkoppel:
@

Trek de remhendel niet in als de remschijf


niet tussen de remklauwen zit, aangezien Wielas:
de remblokken dan tegen elkaar aan ge- 72 Nm (7,2 m·kg)
klemd worden. Klembout:
@ 20 Nm (2,0 m·kg)
5. Trek de wielas uit en verwijder het wiel Remklauwbout:
door het naar achteren te trekken. 40 Nm (4,0 m·kg)

6-38
D_5eb_Periodic.fm Page 39 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES

1. Asmoer 1. Remklauwbout (× 2)
2. Afstelbout
3. Borgmoer 3. Verwijder de asmoer, de remklauw- OPMERKING:
bouten en de remklauw zelf.
@

DAU01247 ● Trap het rempedaal niet in zolang de


4. Draai de borgmoeren aan weerszijden remschijf niet tussen de remklauwen
Demonteren van het achterwiel van de zwaaiarm los.
DW000122 zit, anders zullen de remblokken te-
5. Draai de kettingspanmoeren geheel gen elkaar geklemd worden.
6 WAARSCHUWING in.
@
● U hoeft de ketting niet uit elkaar te ha-
● Laat onderhoudswerkzaamheden 6. Duw het achterwiel naar voren en ver- len om het achterwiel te kunnen ver-
aan het wiel over aan uw Yamaha wijder de ketting. wijderen.
dealer. 7. Trek de achterwielas eruit en verwijder @

● Zorg dat de motorfiets stabiel staat het wiel door dit naar achter te trek-
opgesteld, zodat deze niet kan om- ken.
vallen.
@

1. Draai de asmoer en de remzadelbou-


ten los.
2. Zorg dat het achterwiel los van de
grond komt.

6-39
D_5eb_Periodic.fm Page 40 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


DAU01246 DAU01008

Monteren van het achterwiel Verhelpen van storingen


1. Installeer het wiel en steek de as er in. Hoewel Yamaha motorfietsen een uiterst
2. Breng de aandrijfketting aan en stel grondige eindkontrole ondergaan, voordat
deze bij. (Zie blz. 6-28 voor het afstel- ze de fabriek verlaten, kan er natuurlijk altijd
len van de kettingspeling.) wel eens iets mis gaan.
3. Breng de asmoer aan en laat de mo- Problemen in het brandstofsysteem, met de
torfiets zakken. kompressie, of in het ontstekingssysteem,
4. Breng de remklauw en de remklauw- kunnen leiden tot moeilijkheden met het
bouten aan. Zorg dat er voldoende starten of verlies aan vermogen. In deze
ruimte tussen de remblokken is, alvo- paragraaf worden snelle en gemakkelijke
rens u de remklauwen op de remschijf methodes beschreven om de systemen te
installeert. kontroleren.
5. Draai de asmoer en de remklauwbou- Als uw motorfiets gerepareerd dient te wor-
ten aan met het voorgeschreven aan- den, breng deze dan naar een Yamaha
trekkoppel. dealer. De ervaren vakmensen van de
Yamaha dealers beschikken over de ken-
6
Aantrekkoppel: nis, de ervaring en het juiste gereedschap
Asmoer: om uw motorfiets goed te onderhouden.
150 Nm (15,0 m·kg) Gebruik uitsluitend originele Yamaha on-
Remklauwbout: derdelen op uw motorfiets. Veel imitatie-on-
40 Nm (4,0 m·kg) derdelen lijken wellicht op Yamaha
onderdelen maar zijn duidelijk van een infe-
rieure kwaliteit. Dit heeft als gevolg een kor-
tere levensduur en in vele gevallen hogere
reparatie-rekeningen.

6-40
D_5eb_Periodic.fm Page 41 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


DAU02990

Lijst voor het opsporen van storingen


DW000125

@
WAARSCHUWING
Voer nooit kontrole- of onderhoudswerkzaamheden aan het brandstofssysteem uit terwijl u rookt of als er open vuur in de buurt is.
@

1. Benzine Er is benzine. Vervolg met het kontroleren van de kompressie.


Kontroleer of er ben-
zine in de tank zit.
Er is een beetje benzine. Vul benzine bij. Motor start niet: vervolg met compressiecontrole.

2. Kompressie
Er is kompressie. Vervolg met het kontroleren van de ontsteking.
Laat de motor rond-
draaien met de start-
motor.
6 Er is geen kompressie. Vraag uw Yamaha dealer om inspektie.

3. Outsteking Veeg de bougies schoon met een droge doek en Open de gasklep halverwege
Nat.
stel de elektrodenafstand bij of vervang de bougie. en start de motor.
Verwijder de bougies
en Kontroleer de
elektroden-afstand.
Droog. Vraag uw Yamaha dealer om inspektie. Start de motor niet, Kontrol-
eer dan de accu.

4. Accu
De motor draair snel De accu is in orde.
Laat de motor rond- rond. Motor start niet:
draaien met de start- verzoek een Yamaha
motor. De motor draait lang- Kontroleer de aansluitklemmen en dealer om inspectie.
zaam rond. laad de accu op.

6-41
D_5eb_Periodic.fm Page 42 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES


5. Oververhitting van de motor
DW000070

@
WAARSCHUWING
Verwijder de radiateurdop nooit als de motor en de radiateur nog heet zijn. Kokend water en stoom kunnen de radiateur uitge-
spoten worden en bijzonder ernstige brandwonden opleveren. Ga, voor het verwijderen van de radiateurdop als volgt te werk.
Wacht totdat de motor is afgekoeld. Plaats een dikke doek (bijvoorbeeld een oude handdoek) over de dop en draai deze linksom
totdat de dop iets omhoog komt. Op deze manier kan de overtollige druk ontsnappen zonder dat u het gevaar loopt om brand-
wonden op te lopen. Als het sissende geluid ophoudt, kunt u de dop verwijderen door deze in te drukken en linksom te draaien.
@

Laat een Yamaha dealer om


Lek.
het inspectie en zonodig reparratie.
Kontroleer het koel-
systeem op lekken.
Voeg koelvloeistof toe.
Geen lek.
Wacht totdat de Kontroleer het koelvloeistofpeil (Zie OPMERKING.)
motor afgekoeld is. in de reservoirtank en/of raditeur.
6
Start de motor. Als de motor weer oververhit raakt, verzoek
Peil is in orde.
dan een Yamaha dealer om het inspectie en zonodig reparratie.

OPMERKING:
@

Als u de voorgeschreven koelvloeistof niet kunt vinden, kunt u tijdelijk kraanwater gebruiken, mits u dat zo spoedig mogelijk vervangt door
de voorgeschreven koelvloeistof.
@

6-42
D_5eb_Periodic.fm Page 43 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM
D_5eb_CleaningTOC.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE MOTORFIETS

Onderhoud ......................................................................................... 7-1


Opslag................................................................................................ 7-4

7
D_5eb_Cleaning.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE MOTORFIETS


7-
DAU01637

Onderhoud Voor het reinigen Reinigen


Dat al het technisch vernuft duidelijk zicht- 1. Breng plastic zakken aan over de uit- Na normaal gebruik
baar is, geeft een motorfiets zijn charme, einden van de uitlaatpijpen. Verwijder het vuil met warm water, een
maar het vormt tegelijk een kwetsbaar punt. 2. Zorg dat alle beschermkappen en neutraal schoonmaakmiddel en een scho-
Ook al zijn alle onderdelen van hoge kwali- deksels, vooral ook van de elektrische ne zachte spons en spoel de motorfiets af
teit, absoluut roestvrij zijn ze niet. En waar aansluitingen zoals de bougiedoppen met volop schoon water. Gebruik een tan-
een uitlaatpijp met roestplekken bij een e.d. stevig vast zitten en goed afslui- denborstel of flessenborstel voor de moei-
auto niet of nauwelijks opvalt, wordt een ten. lijk bereikbare plaatsen. Hardnekkig vuil en
motorfiets er ernstig door ontsierd. Daarom 3. Verwijder aangekoekt vuil, zoals ver- insecten zijn vaak gemakkelijker te verwij-
is regelmatig en zorgvuldig onderhoud van brande olieresten op het carterhuis, deren als u voor het reinigen enkele minu-
groot belang voor uw motorfiets, voor de met een ontvettingsmiddel en een bor- ten lang een natte doek over de betreffende
aanblik zowel als de prestaties en de le- stel, maar gebruik zulke middelen delen laat liggen. In het plastic zakje waarin
vensduur ervan. Bovendien staat in de ga- nooit op pakkingen en wielassen. het instructieboekje zit, vindt u tevens een
rantievoorwaarden vermeld dat de Spoel al het vuil en het reinigingsmid- speciale spons. Gebruik deze spons om de
motorfiets goed moet worden onderhou- del zorgvuldig af met water. demper schoon te maken en eventuele ver-
den. Om al deze redenen is het aanbevolen kleuring van de demper te verwijderen.
de volgende aanwijzingen voor onderhoud
en opslag stipt op te volgen.
7

7-1
D_5eb_Cleaning.fm Page 2 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE MOTORFIETS


DCA00010
● Gebruik voor het schoonmaken ● Voor motorfietsen met een wind-
LET OP: van plastic nooit schuurmiddelen scherm: Gebruik geen schuur-
@

● Gebruik geen zure of bijtende wiel- of bijtende chemische middelen. spons of krachtige reinigingsmid-
reinigers, vooral op spaakwielen. Gebruik ook nooit een doek of delen, aangezien deze het
Als het nodig mocht zijn een derge- spons die in aanraking is geweest windscherm kunnen bekrassen of
lijk middel te gebruiken voor erg met bijtende schoonmaakmidde- vertroebelen. Ook sommige
hardnekkig vuil, laat het middel dan len, thinner en dergelijke oplosmid- schoonmaakmiddelen voor plastic
vooral niet langer zitten dan strikt delen, benzine (of andere kunnen krassen achterlaten op het
noodzakelijk en spoel het dan gron- brandstoffen), roestwerende of - windscherm. Mocht u een speciaal
dig af met water. Droog het gerei- verwijderingsmiddelen, remvloei- schoonmaakmiddel willen gebrui-
nigde deel af en spuit er een stof, antivries of elektrolyt. ken, probeer dit dan eerst uit op
roestwerend middel op. ● Spuit de motorfiets niet schoon met een klein deel waar u normaal niet
● Reinigen met de verkeerde midde- een hogedrukstraal of een stoom- doorheen kijkt. Krassen op het
len kan schade toebrengen aan het reiniger, want hierbij kan er water windscherm kunt u na het wassen
windscherm, stroomlijnkappen, pa- binnendringen en schade toebren- verwijderen met een plastic-
nelen en andere plastic onderdelen. gen aan de volgende onderdelen: poetsmiddel van goede kwaliteit.
Gebruik voor het reinigen van plas- pakkingen (van de wiellagers, @

tic onderdelen uitsluitend een zach- zwaaiarmlagers, voorvork en rem-


Na het rijden in de regen, langs de zeekust
te schone doek of spons met water men), elektrische onderdelen (stek-
of over wegen waar pekel gestrooid is 7
en mild zeepsop. kers en aansluitbussen,
Aangezien zilte zeelucht en ’s winters
instrumenten, schakelaars en lam-
strooizout in combinatie met water extreem
pen), ontluchtingsopeningen en -
corrosief werken, dient u na een rit in de re-
slangen.
gen, langs de zeekust of over wegen met
strooizout, altijd zo spoedig mogelijk de vol-
gende maatregelen te treffen. (Niet alleen ’s
winters, want strooizout kan nog tot ruim in
het voorjaar langs de weg blijven liggen.)

7-2
D_5eb_Cleaning.fm Page 3 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE MOTORFIETS


1. Maak uw motorfiets grondig schoon Na het reinigen DWA00001

met water en zeep, nadat de motor is 1. Droog de motorfiets af met een zemen WAARSCHUWING
@

afgekoeld. lap of een goed absorberende doek. Zorg dat er geen olie of was achterblijft
DCA00012
2. Droog de aandrijfketting en smeer op de remmen en de banden. Indien no-
LET OP: deze om roestvorming te voorkomen. dig kunt u de remschijven en voeringen
@

Gebruik geen warm water aangezien dit 3. Gebruik een chroompoetsmiddel om reinigen met een gewone remschijfreini-
de corrosieve werking van het zout ver- alle roestvrij stalen, aluminium en ver- ger of aceton, en de banden kunt u was-
sterkt. chroomde onderdelen te poetsen, in- sen met warm water en mild zeepsop.
@ clusief de uitlaatpijpen. (Zelfs de door Controleer daarna zorgvuldig de rem-
2. Spuit een roestwerend middel op alle hitte veroorzaakte verkleuring van werking en het weggedrag van de mo-
metalen oppervlakken (ook ver- roestvrij stalen uitlaatpijpen is door torfiets in bochten.
chroomde en vernikkelde onderdelen) goed poetsen te verhelpen.) @

om roestvorming tegen te gaan. 4. Om roestvorming tegen te gaan, is het


aanbevolen alle metalen oppervlak-
ken (ook verchroomde en vernikkelde
onderdelen) te bespuiten met een
roestwerend middel.
5. Gebruik een spuitbus met olie als uni-
verseelreiniger om de laatste vuilres-
7 ten te verwijderen.
6. Repareer krassen en lakschade ver-
oorzaakt door steenslag e.d.
7. Zet alle gelakte onderdelen in de was.
8. Zorg dat de motorfiets geheel droog is
voordat u hem afdekt of stalt.

7-3
D_5eb_Cleaning.fm Page 4 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE MOTORFIETS


DCA00013
Opslag Lange tijd
LET OP: Korte tijd Alvorens uw motorfiets enkele maanden te
@

● Breng olie of was zo zuinig moge- Stal uw motorfiets altijd op een koele, droge stallen:
lijk aan en veeg de overtollige hoe- plaats en dek hem zonodig af met een 1. Volg alle aanwijzingen bij “Onder-
veelheid grondig af. luchtdoorlatende hoes tegen stof e.d. houd” in dit hoofdstuk.
● Breng nooit olie of was aan op rub-
DCA00014 2. Leeg de vlotterkamers van de carbu-
ber en plastic onderdelen, maar rei- LET OP: rateur door de aftapbouten los te
nig deze met speciale
@
draaien; dit voorkomt dat er brand-
● Bij opslag van de motorfiets in een
onderhoudsmiddelen. stofresten aanslibben. Giet de afge-
slecht geventileerde ruimte of af-
● Gebruik geen poetsmiddelen met tapte benzine terug in de
dekken van de motorfiets terwijl
een schurende werking, want deze brandstoftank.
deze nog nat is, kan er water of
zullen de laklaag aantasten. 3. Voor motorfietsen met een brandstof-
vocht in binnendringen en roest
@ kraantje dat een “OFF” stand heeft :
veroorzaken.
Sluit het brandstofkraantje in de “OFF”
OPMERKING: ● Om roestvorming te voorkomen,
@
stand.
Vraag uw Yamaha dealer om advies over dient u vochtige kelders of stallen
4. Vul de brandstoftank en voeg een sta-
de juiste reinigingsmiddelen. (waar ammoniadamp hangt) te ver-
bilisatiemiddel toe (indien voorhan-
@
mijden, evenals plaatsen waar
den) om roestvorming in de tank en
krachtige chemicaliën zijn opgesla-
bederven van de brandstof te voorko-
gen. 7
@
men.
5. Volg de onderstaande aanwijzingen
om de cilinders, zuigerringen e.d. te-
gen roest te beschermen.

7-4
D_5eb_Cleaning.fm Page 5 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM

ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE MOTORFIETS


a. Verwijder de bougiedoppen en de 6. Smeer alle bedieningskabels en de 9. Verwijder de accu en laad deze volle-
bougies. scharnierpunten van alle hendels en dig op. Plaats de accu in een koele
b. Giet door de bougie-openingen een pedalen, evenals de zijstandaard/mid- droge ruimte en laad de accu eens per
theelepel motorolie in elk van de cilin- denstandaard. maand op. Bewaar de accu niet op
ders. 7. Controleer de bandenspanning en een extreem warme of koude plaats
c. Breng de bougiedoppen op de bou- breng de banden zonodig op de juiste (onder de 0 °C of boven de 30 °C). Zie
gies aan en plaats de bougies op de spanning, en zet dan de motorfiets op voor nadere bijzonderheden de aan-
cilinderkop zodat de elektroden ge- blokken zodat de beide wielen van de wijzingen onder “Opslag van de accu”
aard zijn. (Dit om het vonken van de grond komen. In plaats hiervan kunt u in het hoofdstuk “PERIODIEK ON-
bougies tijdens de volgende stap te de motorfiets laten staan, maar dan DERHOUD EN EENVOUDIGE RE-
voorkomen.) zult u elke maand de wielen een klein PARATIES”.
d. Laat nu met de starter de motor enke- stukje moeten draaien, om te voorko-
le slagen ronddraaien. (Hierdoor wor- men dat de banden op het onderste OPMERKING:
@

den de cilinderwanden bedekt met punt teveel slijten. Zorg dat alle nodige reparaties worden ver-
een laagje motorolie.) 8. Breng een plastic zak aan over het uit- richt vóór u de motorfiets stalt.
@

e. Verwijder de bougiedoppen van de einde van de uitlaatpijpen, zodat er


bougies en breng de bougies en de geen vocht in kan komen.
bougiedoppen weer op hun plaats
aan.
7 DWA00003

@
WAARSCHUWING
Voor het laten draaien van de motor
dient u de elektroden van de bougies te
aarden, om ongelukken of schade door
het vonken van de bougies te voorko-
men.
@

7-5
D_5eb_SpecTOC.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:52 PM

TECHNISCHE GEGEVENS

Technische gegevens ......................................................................... 8-1

8
D_5eb_Spec.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:52 PM

TECHNISCHE GEGEVENS
8-
DAU01038

Technische gegevens
Model YZF-R6 Motorolie
Afmetingen Type
-20˚ -10˚ 0˚ 10˚ 20˚ 30˚ 40˚ 50˚C
Grootste lengte 2.025 mm (behalve voor N, S, SF)
SAE 10W/30
2.075 mm (voor N, S, SF)
Grootste breedte 690 mm SAE 10W/40

Grootste hoogte 1.105 mm SAE 15W/40

Zadelhoogte 820 mm SAE 20W/40


Wielbasis 1.380 mm SAE 20W/50
Grondspeling 135 mm
Minimale draaicirkel 3.400 mm Aanbevolen klasse motorolie
API service SE, SF, SG type of
Basisgewicht (met olie en volle hoger
benzinetank) 188 kg
Motor LET OP:

Type motor Vloeistofgekoelde 4-takt, DOHC Gebruik uitsluitend een motorolie die geen anti-frictie mid-
delen bevat. Een motorolie bedoeld voor personenauto’s
Cilinder-opstelling 4 cilinders parallel voorwaarts (vaak voorzien van het opschrift “Energy Conserving”) be-
hellend vat anti-frictie toevoegingen die slippen van de koppeling
8 Verplaatsing 600 cm3 en/of de startmotorkoppeling kunnen veroorzaken, met een
kortere levensduur van de componenten en slechte motor-
Boring × slag 65,5 × 44,5 mm
prestaties tot gevolg.
Kompressieverhouding 12,4:1
Startsysteem Elektrische starter Aantal
Smeersysteem Oliecarter-systeem (natte bak) Periodieke verversing 2,5 L
Verversen van olie en
vervangen van oliefilter 2,7 L
Totale hoeveelheid 3,5 L

8-1
D_5eb_Spec.fm Page 2 Wednesday, February 2, 2000 3:52 PM

TECHNISCHE GEGEVENS
Capaciteit van het koelsysteem Overbreng-verhoudingen
(totale hoeveelheid) 2,15 L
1-ste 2,846
Luchtfilter Nat type element 2-de 1,947
Brandstof
3-de 1,556
Type Gewone loodvrije benzine
4-de 1,333
Inhoud benzinetank 17 L 5-de 1,190
Hoeveelheid
6-de 1,083
reservebrandstof 3,5 L
Chassis
Carburateur
Type frame Ruitvormig
Type × aantal CVRD37 × 4
Casterhoek 24°
Merk KEIHIN
Spoorbreedte 81 mm
Bougies
Banden
Merk/Type NGK / CR10EK
Voor
Elektrodenafstand 0,6 ~ 0,7 mm
Type Tubeless (enkelwandig)
Type koppeling Vloeistof, meervoudige platen
Bandenmaat 120/60 ZR17 (55W)
Overbrenging
Merk/model Bridgestone / BT56FE
Primair reduktie-systeem Recht tandwiel
Dunlop / D207FJ
Primaire reduktie-verhouding 1,955 8
Achter
Secundair reduktie-systeem Kettingaandrijving
Type Tubeless (enkelwandig)
Secundaire reduktie-verhou-
ding 3,000 Bandenmaat 180/55 ZR17 (73W)

Type overbrenging Konstante aangrijping, Merk/model Bridgestone / BT56RE


6 versnellingen Dunlop / D207N
Bediening Pedaal voor de linkervoet

8-2
D_5eb_Spec.fm Page 3 Wednesday, February 2, 2000 3:52 PM

TECHNISCHE GEGEVENS
Maximale belasting* 187 kg Remmen
Luchtdruk (koude band) Voor
Belasting tot 90 kg* Type Dubbele schijfrem
2
Voor 250 kPa (2,50 kg/cm , 2,50 bar) Bediening Bediening met de rechterhand
Achter 250 kPa (2,50 kg/cm2, 2,50 bar) Vloeistof DOT 4
90 kg ~ Maximale Achter
belasting*
Type Enkele schijfrem
Voor 250 kPa (2,50 kg/cm2, 2,50 bar)
Bediening Bediening met de rechtervoet
Achter 290 kPa (2,90 kg/cm2, 2,90 bar) Vloeistof DOT 4
Bij rijden met hoge
Wielophanging
snelheid
Voor
Voor 250 kPa (2,50 kg/cm2, 2,50 bar)
Type Teleskoopvork
Achter 250 kPa (2,50 kg/cm2, 2,50 bar)
Achter
* Belasting is het totale gewicht van bagage, bestuurder,
passagier en accessoires. Type Zwaaiarm (gekoppelde ophan-
ging)
Wielen
Schokdempers
Voor
Voor Schroefveer / oliegedempt
Type Gegoten
8 Achter Schroefveer / gas-olie demper
Bandenmaat 17 × MT 3,50
Veerweg
Achter
Voor 130 mm
Type Gegoten
Achter 120 mm
Bandenmaat 17 × MT 5,50
Elektrische installatie
Ontstekingssysteem C.D.I.

8-3
D_5eb_Spec.fm Page 4 Wednesday, February 2, 2000 3:52 PM

TECHNISCHE GEGEVENS
Laadsysteem Zekering
Type Wisselstroom-dynamo Hoofdzekering 30 A
Standaard Koplampzekering 20 A
vermogen 14 V, 320 W 5.000 tpm
Richtingaanwijzerzekering 20 A
Accu
Ventilatorzekering 7,5 A
Type GT12B-4 Ontstekingszekering 15 A
Gloeilampen,
Kilometertellerzekering 7,5 A
capaciteit 12 V, 10 AH
Type koplamp Kwartslamp (halogeen)
Gloeilampen voltage, wattage × aantal
Koplamp 12 V, 60/55 W × 2
Achterlicht/remlicht 12 V, 5/21 W × 1
Richtingaanwijzerlamp 12 V, 21 W × 4
Parkeerlicht 12 V, 5 W × 2
Meter-verlichting 12 V, 1,4 W × 2
Vrijstand-kontrolelampje LED
Grootlicht-kontrolelampje LED
Richtingsaanwijzer-kontrole- 8
lampje LED
Brandstofpeil-waarschuwings-
lampje LED
Oliepeil/koelvloeistoftempera-
tuur-controlelampje LED

8-4
D_5eb_Spec.fm Page 5 Wednesday, February 2, 2000 3:52 PM
D_5eb_ConsumerTOC.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:52 PM

INFORMATIE VOOR DE CONSUMENT

Identifikatie-nummer........................................................................... 9-1
Identifikatienummer van de sleutel..................................................... 9-1
Motorfiets-identifikatienummer ........................................................... 9-1
Modelplaatje....................................................................................... 9-2

9
D_5eb_Consumer.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:52 PM

INFORMATIE VOOR DE CONSUMENT


9-
DAU01039

DAU02944

Identifikatie-nummer
Schrijf het sleutel-identifikatienummer, het
voertuignummer en de informatie op het
modelplaatje op in de daarvoor bestemde
ruimtes, voor het geval u nieuwe onderde-
len wilt bestellen bij uw Yamaha dealer of
voor het geval uw motorfiets gestolen
wordt.
1. IDENTIFIKATIENUMMER VAN DE
SLEUTEL: 1. Identifikatienummer van de sleutel 1. Motorfiets-identifikatienummer
CA-02D
DAU01041 DAU01043

Identifikatienummer van de Motorfiets-identifikatienummer


sleutel Het motorfiets-identifikatienummer is inge-
Het identifikatienummer van de sleutel is in slagen in de bovenstang van de voorvork.
2. VOERTUIGNUMMER: het plaatje van de sleutel ingeslagen. Noteer dit nummer in de hiervoor bestemde
CA-02D
Schrijf dit nummer op in de daarvoor be- ruimte.
stemde ruimte, voor het geval u een nieuwe
sleutel nodig heeft. OPMERKING:
@

Het motorfiets-identifikatienummer is het of-


ficiële identifikatienummer van uw motor-
3. INFORMATIE OP HET MODEL- fiets en dient gebruikt te worden voor het
PLAATJE: registreren van uw motorfiets bij de daar-
CA-01D voor bevoegde autoriteiten.
9 @

9-1
D_5eb_Consumer.fm Page 2 Wednesday, February 2, 2000 3:52 PM

INFORMATIE VOOR DE CONSUMENT

1. Modelplaatje
DAU01049

Modelplaatje
Op de plaats aangegeven in de afbeelding
treft u een model-informatieplaatje aan.
Schrijf de informatie hiervan op in de daar-
voor bestemde ruimte. Deze informatie zult
u nodig hebben wanneer u nieuwe onder-
delen wilt bestellen bij uw Yamaha hande-
laar.

9-2
D_5ebIX.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:52 PM

INDEX
10-

A D Vrijstand-kontrolelampje .....................3-2
Aanbevolen gecombineerde instellingen Demonteren van het achterwiel ............. 6-39 Kontroleren van de vrije speling van de
van de voorvork en de Diagnosefunktie....................................... 3-9 gaskabel ..............................................6-21
achterschokbreker. ..............................3-22 Digitale snelheidsmeter ........................... 3-7 Kontrole van de kettingspanning ............6-28
Accu ......................................................6-33 Kontrole van de remvoeringen voor en
G achter ..................................................6-26
Achterrempedaal ...................................3-12
Gereedschapsset .................................... 6-1 Kontrole van de zijstandaard/koppelings-
Afstellen van de kettingspanning............6-29
Grootlicht/dimlicht-schakelaar.................. 3-9
Afstellen van de klepspeling...................6-21 onderbrekingsschakelaar.....................3-24
Grootlicht-kontrolelampje......................... 3-2
Afstelling stationair toerental ..................6-20 Kontrole van het remvloeistofnivo ..........6-27
Afstelling van de achterschokbreker.......3-19 H Kontrole voor het rijden ............................4-1
Afstelling van de carburateur..................6-20 Helmhouder........................................... 3-17 Koppelingshendel ..................................3-11
Afstelling van de remlicht-schakelaar .....6-25 L
I
Afstelling van de voorvork ......................3-17
Identifikatie-nummer ................................ 9-1 Lichtschakelaar ......................................3-10
Afstelling van de vrije slag van de Lijst voor het opsporen van storingen.....6-41
Identifikatienummer van de sleutel........... 9-1
koppelingshendel.................................6-25
Inhaal-schakelaar .................................... 3-9 Linker aanzicht.........................................2-1
Anti-diefstal alarm (optioneel).................3-12
Inrijden .................................................... 5-5 Luchtfilter ...............................................6-17
B Inspektie en smering van de kabels....... 6-30 Luchtinlaatpijp ........................................6-19
Banden ..................................................6-21 Inspektie van de bougies ......................... 6-9 M
Bedieningselementen/instrumenten .........2-3 Inspektie van de stuurinrichting ............. 6-32 Modelplaatje ............................................9-2
Benzine..................................................3-13 Inspektie van de voorvork...................... 6-32
Monteren van het achterwiel ..................6-40
Benzinetankdop .....................................3-13 Installeren van het voorwiel ................... 6-38
Motorfiets-identifikatienummer .................9-1
Brandstofpeil-waarschuwingslampje ........3-2 Motorolie ................................................6-10
K
C Klaxon-schakelaar ................................. 3-10 Motorstop-schakelaar.............................3-10
Chokeknop (starter) “ ” .......................3-15 Klemmen voor bagagesnelbinders ........ 3-23 O
Controleren van het oliepeil / Koelsysteem.......................................... 6-13
Oliepeil/koelvloeistoftemperatuur-
koelvloeistoftemperatuur- Kontaktslot-schakelaar/Stuurslot ............. 3-1 controlelampje .......................................3-3
waarschuwingslampje............................3-5 Kontrolelampjes....................................... 3-2
Onderhoud...............................................7-1
Controle van het brandstofpeil- Brandstofpeil-waarschuwingslampje .. 3-2
Ondersteunen van de motorfiets ............6-37
waarschuwingslampje............................3-6 Grootlicht-kontrolelampje ................... 3-2 Ontluchtingsslang van de benzinetank ...3-14
Oliepeil/koelvloeistoftemperatuur-
Opbergvak .............................................3-17
controlelampje ................................. 3-3
Opslag .....................................................7-4
Richtingsaanwijzer-kontrolelampje ..... 3-2
D_5ebIX.fm Page 2 Wednesday, February 2, 2000 3:52 PM

INDEX
P T
Paneel C ................................................. 6-8 Technische gegevens ............................. 8-1
Parkeren.................................................. 5-5 Tips voor het beperken van het
Periodiek onderhoud en eenvoudige benzineverbruik .................................... 5-4
reparaties .............................................. 6-3 Toerenteller............................................. 3-8
R V
Rechter aanzicht...................................... 2-2 Veiligheid heeft voorrang......................... 1-1
Richtingaanwijzer-schakelaar ................ 3-10 Verhelpen van storingen ....................... 6-40
Richtingsaanwijzer-kontrolelampje........... 3-2 Versnellingspedaal................................ 3-11
Vervangen van de gloeilamp van de
S
koplamp .............................................. 6-35
Schakelen ............................................... 5-4
Vervangen van de gloeilamp van de
Smeren van de achterwiel-ophanging.... 6-31
richtingaanwijzer ................................. 6-36
Smeren van de voorremhendel en
Vervangen van de gloeilamp van het
koppelingshendel ................................ 6-31
remlicht/achterlicht .............................. 6-36
Smeren van het rempedaal ................... 6-30
Vervangen van zekeringen.................... 6-34
Smering van de gaskabel en van de
Verversen van de koelvloeistof.............. 6-14
gashendel ........................................... 6-30
Verversen van de remvloeistof .............. 6-28
Smering van de ketting .......................... 6-29
Verwijderen en aanbrengen van
Smering van de zijstandaard ................. 6-31
stroomlijnkappen en panelen ................ 6-6
Starten van de motor ............................... 5-1
Verwijderen van het voorwiel................. 6-37
Starten van een warme motor.................. 5-3
Voorremhendel ..................................... 3-11
Startschakelaar ..................................... 3-10
Vrijstand-kontrolelampje.......................... 3-2
Stroomlijnkappen A en B ......................... 6-6
Stuurschakelaars..................................... 3-9 W
Grootlicht/dimlicht-schakelaar ............ 3-9 Wielen................................................... 6-24
Inhaal-schakelaar............................... 3-9 Wiellagers ............................................. 6-33
Klaxon-schakelaar............................ 3-10
Z
Lichtschakelaar ................................ 3-10
Zadels ................................................... 3-15
Motorstop-schakelaar....................... 3-10
Zijstandaard .......................................... 3-23
Richtingaanwijzer-schakelaar........... 3-10
Startschakelaar ................................ 3-10
F_5eb_Toc0.fm Page 2 Wednesday, February 2, 2000 2:02 PM
YAMAHA MOTOR CO., LTD.
GEDRUKT OP KRINGLOOPPAPIER PRINTED IN JAPAN
99 · 12 - 0.3 × 1 CR
(D)

You might also like