Professional Documents
Culture Documents
Sarf
Sarf
Mannelijk ُمذّك ر
Vrouwelijk ُم َؤ َّن ث
Eenvoud واِحد
Tweevoud َت ْث ِنَي ة
Meervoud (meer َج مع
dan 2)
Onovergankelijk الالزم
Overgankelijk الُم َت َع ِّد ي
Een transitief (overgankelijke) werkwoord kenmerkt zich door een lijdend voorwerp,
zoals de werkwoorden “maken” en “beheersen”. Een intransitief (onovergankelijke)
werkwoord kenmerkt zich zonder een lijdend voorwerp, zoals de werkwoorden
“slapen”, “zitten” en “blozen”.
Bevestigen إثبات
Ontkennen نفي
واِحد ُمذّك ر Enkelvoud َفَع َل َلِعَب َكَت َب َقَر َأ
غائب mannelijk 3e Hij speelde Hij schreef Hij las
persoon: hij
َت ْث ِنَي ُمذّك ر Tweevoud َفَع ال َلِعَب ا َكَت َب ا َقَر آ
غائب mannelijk 3e Zij beide Zij beide Zij beide lazen
persoon: zij speelden (m) schreven (m) (m)
َج مع ُمذّك ر Meervoud mannelijk َفَع ُلْو ا َلِعُبْو ا َكَت ُبْو ا َقَر ُأْو ا
غائب 3e persoon: zij Zij speelden (m) Zij schreven (m) Zij lazen (m)
واِحد ُم َؤ َّن ث Eenvoud vrouwelijk َفَع َلْت َلِعَب ْت َكَت َب ْت َقَر َأْت
غائب 3e persoon: zij Zij speelde Zij schreef Zij las
َت ْث ِنَي ُم َؤ َّن ث Tweevoud َفَع َلَت ا َلِعَب َت ا َكَت َب َت ا َقَر َأَت ا
غائب vrouwelijk 3e Zij beide Zij beide Zij beide lazen
persoon: zij speelden (v) schreven (v) (v)
َج مع ُم َؤ َّن ث Meervoud َفَع ْلَن َلِعْب َن َكَت ْب َن َقَر ْأَن
غائب vrouwelijk 3e Zij speelden (v) Zij schreven (v) Zij lazen (v)
persoon: zij
واِحد ُمذّك ر Enkelvoud َفَع ْلَت َلِع ْبَت َكَتْبَت َقَر ْأَت
حاضر mannelijk 2e Jij speelde (m) Jij schreef (m) Jij las (m)
persoon: jij
َت ْث ِنَي ُمذّك ر Tweevoud َفَع ْلُت ما َلِعْب ُتَم ا َكَت ْب ُتَم ا َقَر ْأُتَم ا
حاضر mannelijk 2e Jullie beide Jullie beide Jullie beide
persoon: jullie speelden (m) schreven (m) lazen (m)
َج مع ُمذّك ر Meervoud mannelijk َفَع ْلُت ْم َلِعْب ُت م َكَت ْب ُت ْم َقَر ْأُت ْم
حاضر 2e persoon: jullie Jullie speelden Jullie schreven Jullie lazen (m)
(m) (m)
واِحد ُم َؤ َّن ث Enkelvoud َفَع ْلِت
حاضر vrouwelijk 2e
persoon: jij
َت ْث ِنَي ُم َؤ َّن ث Tweevoud َفَع ْلُتَم ا
حاضر vrouwelijk 2e
persoon: jullie
َج مع ُم َؤ َّن ث Meervoud َفَع ْلُتَّن
حاضر vrouwelijk 2e
persoon: jullie
واِحد ُمتكلم Enkelvoud 1e َفَع ْلُت
persoon: ik
َج مع ُمتكلم Meervoud 1e َفَع ْلنا
persoon: wij