Oefenblad week 34-35 (herhaling grammatica thema 5)

Opdracht 1: benoem de onderstaande znw en zet het bnw tussen haakjes in de

juiste vorm; geef de vertaling van de woordgroep
znw benoemen juiste vorm bn vertaling

ὁ ἄνθρωπος nom.ev.m. φίλος de dierbare man

(φίλος)
1.ἡ νύξ (μακρός) Nom. Ev. v μακρη De lange nacht
2.τῷ ἡλίῳ Dat. Ev. m Υψηλω Aan de hoge zon
(ὑψηλός)
3.τοὺς δήμους Acc. Mv. m Αισχρους de lelijke volken
(αἰσχρός)
4.τῶν δήμων Gen. Mv. κακων Aan de slechte volken
(κακός) m
5.τῇ γυναικί Dat. Ev. v καλη Aan de mooie vrouw
(καλός)

Opdracht 2: geef in onderstaande zinnen de juiste vertaling van αὐτός.

1. Οἱ δοῦλοι αὐτοὶ τὰς ἐσθῆτας πλύνει
Zelf
2. Ἡ αὐτὴ δούλη τὰς ἐσθῆτας πλύνει
Dezelfde
3. Αἱ δοῦλαι αὐτοὺς ἔβλεψαν
Hen
Opdracht 3: maak de juiste combinatie: kies bij ieder znw uit kolom 1 het
passende vnw uit de kolom 2; geef de vertaling van de woordgroep.
1: znw 2: bnw combinatie vertaling van de
combinatie
1. τὸν κόσμον a. αὐτοί 1+B Die wereld(orde)
2. τῷ κόσμῳ b. τόνδε 2+C Aan die wereld(orde)
3. τοῦ δούλου c. τούτῳ 3+D Van deze slaaf
4. οἱ κόσμοι d. τοῦδε 4+A Dezelfde wereld(ordes)
5. τὴν σκιάν e. ταύτην 5+E Deze schaduw
(= schaduw)
Opdracht 4: benoem de onderstaande znw en zet het vnw. tussen haakjes in de
juiste vorm; geef de vertaling van de woordgroep

znw benoemen juiste vorm vertaling

vnw.
ὁ ἄνθρωπος (οὗτος) m.ev.nom. οὗτος deze man
1.τῆς μητρός (αὐτή)
2.ταῖς μητράσι (ἥδε)
3.τοὺς δήμους (οὗτος)
4.τοῖς δήμοις (ἐκεῖνος)
5.ταῖς γυναιξί (αὕτη)

Opdracht 5: geef aan of de onderstreepte woordgroep van znw en vnw in de

onderstaande zinnen goed of fout is. Geef vervolgens aan of de vertaling van
de zinnen goed of fout is. Noteer zo nodig de juiste vertaling.

1. Αὗται μητέρες υἱούς τε καὶ πολλὰς θυγατέρας ἔχουσιν. goed/fout?

Deze vrouwen hebben veel zoons en ook veel dochters. goed/fout?
……………………………………………………………………………………….
2. Ὁ αὐτὸς δοῦλος τὴν σκιὰν αὐτὴν ἔβλεψεν. goed/fout?
Deze slaaf zag dezelfde schaduw. goed/fout?
………………………………………………………………………………………..

Opdracht 6: maak de juiste combinatie: kies bij ieder znw uit kolom 1 het
passende vnw uit kolom 2; geef de vertaling van de woordgroep.
1: znw 2: bnw combinatie vertaling van de combinatie
1.τοῦ ναύτου a. ταχέος
2. τὸν χρόνον b. πάσαις
3. ταῖς εἰκόσι c. πᾶσι
4. τοῖς χρήμασι d. βραχύν
5. τῶν ναυτῶν e. ἑκόντων
Opdracht 7: benoem de onderstaande znw en zet het vnw. tussen haakjes in de
juiste vorm; geef de vertaling van de woordgroep

znw benoemen juiste vorm vnw. vertaling

ὁ ἄνθρωπος nom.ev.m. βαρύς de zware man

(βαρύς)
1.τὴν μητέρα
(ἑκών)
2.ταῖς μητράσι
(ταχύς)
3.τῶν χρόνων
(βραχύς)
4.τῶν ναυτῶν
(ἄριστος)
5.τὰς εἰκόνας
(πᾶς)