HAVO NEDERLANDS

LES 1

Antwoorden huiswerkopgaven
Opgave 1

1. a. Hij poot de erwten.

b. Hij pootte de erwte n.
c. Hij heeft de erwtengepoot.
d. de gepote erwten (bijvoeglijk naamwoord, korte vorm)

2. a. Hij ontgint het land.

b. Hij ontgon het land.
c. Hij heeft het land ontgonnen.
d. het ontgonnen land

3. a. Hij freest het land.

b. Hij freesde het land. ('valse z')
c. Hij heeft het land gefreesd. ('valse z')
d. het gefreesde land. ('valse z')

4. a. Hij investeert kapitaal.

b. Hij investeerde kapitaal.
c. Hij heeft kapitaal geïnvesteerd.
d. het geïnvesteerde kapitaal

5. a. Hij bekleedt de stoel.

b. Hij bekleedde de stoel.
c. Hij heeft de stoel bekleed.
d. de beklede stoel (bijvoeglijk naamwoord, korte vorm)

6. a. Hij schrijft een boek.

b. Hij schreef een boek.
c. Hij heeft een boek geschreven.
d. het geschreven boek

7. a. Hij snoeit de heesters.

b. Hij snoeide de heesters.
c. Hij heeft de heesters gesnoeid.
d. de gesnoeide heesters

8. a. Hij meldt een bericht.

b. Hij meldde een bericht.
c. Hij heeft een bericht gemeld.
d. het gemelde bericht (bijvoeglijk naamwoord, korte vorm)

© Copyright SH082.01
Havo Nederlands - Les 1 Blz. 2

9. a. Hij geneest zieken.

b. Hij genas zieken.
c. Hij heeft zieken genezen
d. De genezen zieken (bijvoeglijk naamwoord is afgeleid van een sterk
voltooid deelwoord).

10. a. Hij besluipt de dief.

b. Hij besloop de dief.
c. Hij heeft de dief beslopen.
d. De beslopen dief (bijvoeglijk naamwoord is afgeleid van een sterk
voltooid deelwoord).

11. a. Hij mountainbiket kilometers.

b. Hij mountainbikete kilometers.
c. Hij heeft kilometers gemountainbiket.
d. De gemountainbikete kilometers .

12. a. Hij timet de resultaten.

b. Hij timede de resultaten.
c. Hij heeft de resultaten getimed.
d. de getimede resultaten.

13. a. Hij updatet de site.

a. Hij updatete de site.
b. Hij heeft de site geüpdatet.
c. De geüpdatete site.

14. a. Hij smasht de bal

a. Hij smashte de bal
b. Hij heeft de bal gesmasht.
c. De gesmashte bal.

15. a. Hij unzipt de databestanden.

a. Hij unzipte de databestanden
b. Hij heeft de databestanden geünzipt.
c. De geünzipte databestanden.

Opgave 2

1. 1. wordt (stam + t)
2. geliefde (Zoek in woordenboek het werkwoord gelieven op)
3. beschouwd (regel 't korfschip)

2. 4. vindt (stam + t)
5. bijverdient (stam + t)

3. 6. verdedigt (stam + t)
7. gevolgde

4. 8. vergastte (stam = vergast + te)1

9. oogstte (stam = oogst + te)

5. 10. vermeldt (stam + t)

11. gelooft (stam +t)
1
Let op het verschil tussen 'vergasten' (onthalen, trakteren) en 'vergassen'.
Havo Nederlands - Les 1 Blz. 3

12. gebeurt (stam + t)

6. 13. aangepaste (bijvoeglijk naamwoord , korte vorm)

14. besproeit (stam+t)
15. wordt (stam + t; 'je' is geen onderwerp, 'je gras' is onderwerp)

7. 16. ontruimd (bijvoeglijk naamwoord: 'was ontruimd' is een

naamwoordelijk gezegde)
17. behandelde
18. (stuken) gestuukte (bijvoeglijk naamwoord, korte vorm)/(stuccen)
gestucte
19. gekozen (bijvoeglijk naamwoord, het voltooid deelwoord eindigt op
-en)

8. 20.vernielt (stam + t)
21. kostte

9. 22. vergrote (bijvoeglijk naamwoord, korte vorm)

23. leent
24. aangevraagde (bijvoeglijk naamwoord, korte vorm)

10. 25. gescreende (bijvoeglijk naamwoord, korte vorm)

26. getroostte ('bedrijf' is enkelvoud)
27. gecustomizede ((bijvoeglijk naamwoord, korte vorm)