Duits opdrachten

Periode 2 - 4VWO

Opdracht 5 (blz. 120

A.1 Hij legt munten op straat om te kijken of mensen deze zouden pakken.
A.2 Er komt waarschijnlijk een uitkomst uit, waarvan hij niet had verwacht dat het zo liep.
B.3 a
B.4 a
B.5 c
B.6 c
B.7 b
C.8 ja, want met dit project wordt het vertrouwen en de hebzucht van de mens getest. Zodat
je kunt zien of er juist veel of weinig hebzucht is
C.9 Omdat Frankfurt een financieel centrum is, wordt het ook wel Bankfurt genoemd. En
vanwege de skyline wordt de stad ook wel Mainhatten genoemd.

Opdracht 6 (blz. 120)

Per ongeluk - druk - dringend verzoek - de hebzucht - de conclusie - de betekenis - zich
bezighouden met - de dakloze

Opdracht 9 (blz. 124)

1 lässt
2 siehst
3 lässt
4 nimmst
5 lässt
6 nimmst
7 gibst

Opdracht 10 (blz. 124)

1 In de verleden tijd en bij het voltooid deelwoord is er een klinkerverandering.
2 Bij ​du​ en ​er/sie/es/man​ krijgt schlafen een umlaut op de ​a.​
3 Sterke werkwoorden met een ​a​ in de stam krijgen in de tegenwoordige tijd bij ​du​ en
er/sie/es/man​ een umlaut.
4 Bij ​arbeiten​ wordt de uitgang bij ​du​ een -​ est​, en niet ​-st. E
​ n bij ​er/sie/es/man​ verdwijnt de
uitgang ​-et.​
5 Bij sterke werkwoorden met een ​e ​in de stam veranderr in de tegenwoordige tijd bij ​du​ en
er/sie/es/man d ​ e ​e​ in een ​i​ of ​ie​.
6 Een lange ​e​ ​-> ie, ​een​ ​korte ​e​ ​-> i
7 De sterke werkwoorden ​gehen, stehen e ​ n ​verstehen h ​ ebben geen e/i-Wechsel ​(voorbeeld:
du gehst, sie steht).

Opdracht 11 (blz. 125)

1 fängt / hält
2 läuft
3 esst
4 nimmst … teil
5 wirft
6 schlafe
7 gehst … auf
8 hältst … aus

Opdracht 12 (blz. 125)

1 sieht
2 kommt
3 sieht … aus
4 gefällt
5 nimmt … zu
6 hängt … ab
7 gehe
8 schlafen
9 halte … aus
10 geht
11 stehst
12 gibst
13 liest
14 nehme … mit
15 lese
16 fällt … ein
17 gehen
18 vergisst
19 nehme
20 fahre

1 Ze hebben geen -t zoals bij de verleden tijd van de zwakke werkwoorden. ​ich​ en ​er/sie/es
krijgen geen uitgang.
2 Het eindigt op ​-en.
3 De uitgangen zijn hetzelfde bij de zwakke werkwoorden maar ze hebben wel
klinkerverandering.

Opdracht 13 (blz.125)
1 ziehen … um
2 lügt
3 gibt
4 schreibt … auf
5 hilft
6 bricht
7 gewinnt

1 zogen … um
2 logt
3 gab
4 schrieb … auf
5 half
6 brach
7 gewann

1 sind umgezogen
2 habt gelogen
3 hat gegeben
4 hat aufgeschrieben
5 hat geholfen
6 hat gebrochen
7 hat gewonnen