Opdracht • ‘Antwoordenboekje maken’ (in tweetallen) • Pak een stapeltje van ongeveer 4 blanco A4’tjes. • Vouw de stapel dubbel. • Schrijf op de voorkant: ‘Antwoordenboekje Spelling en Formuleren H5/H6’ en versier de voorkant • Schrijf op pagina 2 een korte uitleg over trappen van vergelijking, verkleinwoorden, vaste voorzetsels bij werkwoorden OF werkwoordspelling (herhaling) • Maak vervolgens opdracht 1 t/m 6 (blz. 134-135), opdracht 1 t/m 6 (blz. 136-137), opdracht 1 t/m 3 (blz. 158-159) en opdracht 1 t/m 6 (blz. 160-161) • Versier het boekje met tekeningen, woordgrappen etc. Voorbeeld uitleg • Verkleinwoorden • Blz. 128
• Ga uit van het zn
• Plak hier –je achter, bv. vaas vaasje, kaars kaarsje • Soms moet je iets anders veranderen, bv.: •… •… •… •… •… •… Tot de volgende keer!