LESVOORBEREIDINGSFORMULIER

NAAM STUDENT

Ellen Voskuilen

STUDENTNUMMER

KLAS

1A

STAGESCHOOL

STAGEBEGELEIDER

STAGEGROEP

DATUM

VAK /
ONDERWERP

muziek

VOORBEREIDING
Omcirkelen:

Dit is een leerkracht/ gestuurde les.

Dit is een zelfontworpen les.

DOELEN VOOR DE LEERLINGEN

DOEL(EN)

Een vaardigheidsdoel:
ik wil dat de kinderen aan het einde van de les het liedje dikke dikke
+ Welk type doel; kennis olifant zonder zangbegeleiding kunnen zingen en er de gebaren bij
en inzicht, vaardigheid of kunnen maken.
attitude gerelateerd?
de kinderen kunnen aan het einde van de les op de maat
meestampen op het liedje dikke dikke olifant.
+ Wat moet deze les
opleveren (product,
specifiek en meetbaar)?
+ Welk gedrag wil ik
oproepen/ wat moeten
de ll tijdens de les
oefenen of ervaren
(procesdoel)?

De leerlingen oefenen met samen zingen en er bewegingen bij te

maken.

LESSPECIFIEKE BEGINSITUATIE
KENNIS /
VAARDIGHEDEN

De leerlingen zingen redelijk vaak liedjes. Ze leren eens in de twee a

drie weken een nieuw liedje aan en oefenen die dan heel vaak.

+ Wat weten en/of

kunnen de leerlingen al?

Ik maak gebruik van het KVB-model.

+ Van welke
vakspecifieke theorie,
didactiek, leerlijnen
maak ik gebruik?
ONDERWIJSBEHOEFTE
N
+ Wat zijn de
pedagogische en

Deze kinderen schamen zich er totaal niet voor om te zingen. Ze

vinden het meestal erg gezellig en zijn nog te jong om zich te
beseffen of ze vals zingen of niet. Ik zal er dus eerder op moeten
letten dat ze niet t enthousiast worden, in plaats van dat ik ze aan
zal moeten moedigen.

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

LESOPBOUW

didactische
Duidelijke regels zijn belangrijk. Als je staat sta je voor je eigen stoel,
onderwijsbehoeften van TIJje raakt andere kinderen niet aan en je maakt alleen de bewegingen
D die we hebben afgesproken.
Vorm
de groep?
ACTIVITEIT
+Indien van toepassing: -Min
Wat zijn specifieke
individuele
INLEIDING
onderwijsbehoeften?

Wat doe ik? Wat doen de leerlingen?

ISK

De kinderen gaan zitten in de kring. Ik vertel ze dat

K
we een nieuw liedje gaan leren over een olifant. Wie
+
Verwachtingen
/
heeft er
welover
eens
een
olifantdie
gezien?
Hoe zien
dieallemaal wel
BELEVING
Het liedje
gaat
een
olifant,
de kinderen
vast
doelen duidelijk
die groot
of klein?
En dun
of middel
juist heeeel
eenseruit?
in de Zijn
dierentuin
hebben
gezien.
Door
van de bewegingen
+maken
Op welke ervaringen
ergstampen
dik?
en het
erbij doen ze een olifant na, wat natuurlijk best
kan ik aansluiten?
grappig is omdat een olifant vl dikker is dan een kleuter.
K
+KERN
Actualiteit (leefwereld)
Houd
rekening
De
leerkracht
staat
op
en
zegt:
Olifanten
zijn
heeeeel
+ Betrokkenheid
met:
groot en heeeeel dik! Moet je je voorstellen dat je
MATERIALEN
LESSTOF
zon dikke dikke olifant tegenkomt! (handen naast je
+
Welke
informatie
lichaam zitten
om aan
groot
eenmuzikale
olifant is).
MATERIALEN
De kinderen
inte
degeven
kring.hoe
Ik heb
geen
begeleiding of
komt aan bod, in
Stel je voor
dat je daar eens met die olifant over gaat
iets dergelijks
nodig.
+welke
Wat moet
ik
volgorde
en
praten (betekenis)
klaarleggen,
aan wie? welke
Bron: Het grote liedjesboek, Marianne Busser&Ron Schrder.
De kinderen mogen opstaan. De leerkracht begint
leermiddelen
+ Hoe maakgebruik
ik de ik?
met het zingen van het eerste deel van het lied en
lesstof toegankelijk
+en
Opoverzichtelijk?
welke manier laat
stampt mee op de muziek. De kinderen stampen ook
ik+
deWelke
materialen
mee, maar zingen nog niet.
vragende
stel
lesinhoud
Vertel de kinderen DUIDELIJK dat ze op de maat van
ik en aanondersteunen.
wie?
de muziek mee moeten stampen, net als een olifant.
Heb ik
goed voor
++
Welke
methoden,
Ze mogen niet trappelen of springen. (vorm)
ogen wat
ik metik.
bronnen
gebruik
deze les wil
(APA)?
Zing dit deel van het lied:
bereiken?
dikke dikke olifant,
+ Pendelen tussen
Heb je al ontbeten?
leerstof, leerling en
leefwereld.
Dikke dikke olifant
WERKVORMEN
+ Welke
Wat heb je gegeten?
werkvormen kies ik
en voor wie?
Doe dit n of twee keer, tot alle kinderen het juiste
+ Hoe zorg ik voor
stampritme hebben. Bij het zingen van dikke dikke
voldoende variatie in
olifant maak je met je handen een ronde beweging
werkvormen?
over je buik, om te laten zien hoe dik een olifant is.
BEGELEIDING
Dit doe je in dit stuk dus 2 keer. De kinderen kunnen
+ Welke positieve
meedoen. (klank)
kenmerken zijn er en
hoe speel ik daar op
Nu zing je dit stukje nog een keer en nu kunnen de
in?
kinderen meezingen. De bewegingen van de armen
zijn niet alleen leuk om mee te doen, maar zijn
+ Hoe speel ik in op
bedoelt als ondersteuning voor de kinderen.
onderwijsbehoeften?
+ Hoe cluster ik de
kinderen in groepen.

Stop de kinderen even na dit stukje en zing dan zelf

(zonder te stampen):
10 emmers banaan,

+ Hoe stimuleer ik
En een kruiwagen brood
de motivatie van
Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014
leerlingen?
En daarom ben jij nu
+ Hoe geef ik

Zo vreselijk groot!

EVALUATIE STUDENT
Heb ik mijn
doelen bereikt?
+ Indien niet
allemaal, dan per
doel omschrijven
wat je niet bereikt
hebt wat daar een
mogelijke oorzaak
van is en wat je
de volgende keer
gaat doen om dat
doel wel te
bereiken?

EVALUATIE PRAKTIJKOPLEIDER
KIJKVRAAG
PRAKTIJKOPLEI
DER

Voor aanvang van de les aangeven door de student

+ Ik wil mijn
praktijkopleider
vragen om te
kijken naar.
DOELEN
LEERLINGEN
+ Zijn de doelen
voor de leerlingen
behaald?
+ Is het de
student gelukt om
het gedrag op te
roepen dat de
bedoeling was?

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

HANDELEN
STUDENT
+ Werd de lesstof
op een passende
manier
aangeboden?
+ Hoe verliepen
de voorbereiding
en organisatie
van de activiteit?
+ Hoe was het
contact met de
leerlingen?

Waarmee kan de student het meest

tevreden zijn?

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

Belangrijkste aandachtspunt voor de

volgende keer

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014