Professional Documents
Culture Documents
Mentor
Datum
Groep
Aantal lln
Silvia Wientjes
5
28
Persoonlijk leerdoel: Ervoor zorgen dat de kinderen actief meedoen tijdens het klassikaal gedeelte, en op een rustige manier zelfstandig aan het werk gaan.
Dit wil ik gaan bereiken door duidelijke afspraken te maken omtrent het praten tussendoor. Ook grijp ik op tijd in als dit niet werkt, zodat de kinderen weten
dat ze niet over mij heen kunnen lopen.
Lesdoel(en):
Kerndoel 32:
De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen.
Aan het eind van de les kan 80 procent van de klas erbij en eraf
sommen oplossen die gaan over grammen, meters etc. Dit gaat tot 1
kilo, 1 kilometer etc. Dit kunnen ze zelfstandig, met behulp van
kladpapier. (Productdoel). Ook kunnen ze aan het eind van de les
formuleren welke manieren ze hebben gebruikt om het productdoel te
behalen (Procesdoel).
Beginsituatie: De kinderen hebben dit domein al vaker behandeld dit schooljaar. Juist dit domein vinden ze erg lastig, er worden nog veel fouten gemaakt.
Er zijn wel een aantal levelwerkkinderen die het klassikale gedeelte naar een andere ruimte gaan om zelfstandig te beginnen, omdat ze voorlopen op de
stof. De klas zelf kan druk zijn als je niet alle stappen goed van te voren voorbereid. Het is dus belangrijk dat ik mijn lesvoorbereiding goed structureer,
zodat ik weet wat ik moet doen. Er zitten 17 jongens en 11 meisjes in de klas. De meesten kunnen goed zelfstandig werken en ook goed in de groep werken.
Er zijn een aantal kinderen die sociaal-emotioneel erg zwak zijn. Ook al is er in deze les geen specifieke samenwerkingsvorm, wil ik ze alsnog extra in de
gaten houden.
Lesverloop
Tijd
Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
Materialen / Organisatie
5 min
Intro
Ik vertel aan de leerlingen wat we deze les gaan De kinderen luisteren goed naar de uitleg. Na de uitleg
doen, zodat het duidelijk is. Ook vertel ik wat de pakken ze de werkbladen erbij.
regels zijn tijdens mijn les. Dan zal ik ze vragen
om de 2 werkbladen te pakken die we deze les
gaan gebruiken. Deze heb ik van te voren
uitgedeeld.
10 min
Kern
Uitleg
15 min
Uitvoering
5 min
Evaluatie
Werkblad
Persoonlijke reflectie
Voor een eerste rekenles ging het wel redelijk. Ik had me van te voren wel beter moeten voorbereiden, omdat ik niet precies wist hoe het
digi-bord werkte. Gelukkig hielpen de kinderen mij. Bij de klassikale uitleg was de aandacht er wel, maar niet volop. Ik moest op die
momenten misschien wat strenger optreden, maar vond dat nog best lastig omdat het mijn eerste rekenles was. Het zelfstandig werken
ging beter. Ik had duidelijk gezegd dat ik wil dat de kinderen een liniaalstem moesten gebruiken, en dit deden ze ook. Het nakijken ging ook
goed, de meeste kinderen hadden geen fouten gemaakt, dus mijn lesdoel was wel bereikt.
Feedback mentor
Datum:
Let er op dat je de volgende keer van te voren even kijkt hoe alles werkt. Zo loopt je les wat soepeler. Wees de volgende keer ook wat
strenger zodat de orde meer bewaard wordt. Voor een eerste les ging het aardig, het is gewoon een kwestie van oefenen. Je
lesvoorbereiding ziet er prima uit.
Verantwoording
Voor deze les heb ik gekozen voor de uitgangspunten Sociale context en interactie en construeren en concretiseren. Ik heb gekozen voor
sociale context en interactie omdat de kinderen hierbij echt baat hebben bij realistisch rekenen. Ze krijgen een realistisch probleem voorgeschoteld
die ze kunnen koppelen aan het dagelijkse leven. Zo is het wat makkelijker en ook interessanter. Een voorbeeld hiervan staat beschreven in mijn
lesvoorbereiding. Persoonlijk vind ik dat het uitgangspunt Construeren en concretiseren hier mooi bij aansluit. De kinderen gaan eerst bedenken
wat daadwerkelijk het probleem is, en hoe ze dit gaan oplossen, en vervolgens gaan ze het ook echt oplossen.
Dit sluit natuurlijk ook aan bij de ijsbergmetafoor. In het onderste gedeelte Informeel context-gebonden zijn de kinderen bezig met het uitgangspunt
Sociale context en interactie. Hier krijgen ze met concrete voorbeelden een rekenkundig probleem die ze moeten gaan oplossen (zie bijlage). Bij
het uitgangspunt construeren en concretiseren zitten ze in het punt modellen, maar ook in de formele notatie. Met behulp van modellen die ik
op het digi-bord laat zien, en die ook op het werkblad staan, gaan ze bepalen hoe ze het probleem gaan aanpakken. Als ze dit hebben bedacht,
gaan ze het uitvoeren. Hier zijn ze in de formele notatie, omdat ze daadwerkelijk het antwoord (oplossing op het probleem) noteren, en zo tot een
conclusie komen.
Deze les sluit aan bij het domein meten en meetkunde. De kinderen zijn bezig met het begrip meten, oftewel het afpassen met een maat.
Maten die hier voorkomen zijn o.a. meters, kilometers, grammen, kilogrammen, temperatuur, snelheid etc. Tijdens de klassikale uitleg geef ik
voorbeelden en leg ik uit hoe het moet. Vervolgens hebben de kinderen interactie met elkaar of met mij. Pakken we het aan op de manier van de
meester, of kijken we voor een andere manier? Zo gaan kinderen op verschillende manieren om met de sommen. De kinderen hebben al genoeg
kennis over de standaardmaten. Als ze een meetinstrument hebben (liniaal, weegschaal etc.) kunnen ze met gemak bepalen hoe zwaar iets is of
hoe lang iets is. Vooral bij deze les is het de bedoeling dat de kinderen meer gebruik gaan maken van referentie-maten. Ze moeten in staat zijn
om vanuit ervaringen met meten steeds meer kunnen voorstellen bij maten en meetresultaten. Een vierkante meter, hoe groot is dat eigenlijk?
Hoeveel kinderen kunnen daarop staan? Dit is een voorbeeldvraag die aansluit bij referentiematen.
Ik heb de feedback van Kirsten en Marisha toegepast op mijn lesvoorbereiding, Er stonden handige tips in die mijn les zeker
een stuk verbeteren.
Ik heb de feedback van de domeinexpert verwerkt in mijn les. Ik heb mijn beginsituatie wat uitgebreider geformuleerd. Ook
heb ik laten zien wat ik doe als er een kind veel fouten heeft.