You are on page 1of 3

NR SPREEKWOORD / GEZEGDE BETEKENIS

1 Al draagt een aap een gouden ring, het is en Niet uitsluitend de kleding geeft aanzien
blijft een lelijk ding
2 Op alle slakken zout leggen Kritiek op iedere kleinigheid
3 Blaffende honden bijten niet Wie dreigt is ongevaarlijk
4 Twee honden vechten om een been, de Twee hebben ruzie, de derde het voordeel
derde loopt er mee heen
5 Een gat in je hand hebben Makkelijk veel geld uitgeven
6 Iets door de vingers zien Ergens geen aandacht aan schenken
7 Spijkers op laag water zoeken Zonder reden toch bezwaren aanvoeren
8 Hij kijkt of hij zijn laatste oortje heeft Erg beteuterd kijken
versnoept
9 Het bijltje erbij neerleggen Opgeven
10 Vele handen maken licht werk Het gaat makkelijker als je samenwerkt
11 Op een houtje moeten bijten Armoede lijden
12 Naast je schoenen lopen Uit de hoogte zijn
13 Een kat in de zak kopen Men komt bedrogen uit
14 De oren van je kop kletsen Veel praten
15 Iets voor een appel en een ei verkopen Iets ver onder de gangbare prijs verkopen
16 De kool en de geit sparen Beide partijen te vriend houden
17 Van dik hout zaagt men planken Dan is het grof gedaan
18 Iemand de ogen uit steken Iemand jaloers maken
19 De kat de bel aanbinden Men komt bedrogen uit
20 Op hete kolen zitten Niet langer kunnen wachten
21 De hond in de pot vinden Er is niets meer te eten
22 Die het onderste uit de kan wil hebben, krijgt Beheers uw hebzucht
het lid op de neus
23 Iemand bij de neus nemen Foppen, bedriegen
24 Een oor aannaaien Bedotten
25 Pronken met andermans veren Met de eer van een ander gaan strijken
26 Het kind met het badwater weggooien Het goede samen met het slechte weggooien
27 Een zware pijp roken Een lastig werk verrichten of een moeilijk
probleem oplossen
28 De kruik gaat zolang te water tot hij breekt Vroeg of laat schade ondervinden van een
verkeerde handelswijze
29 Het water stijgt hem naar de lippen / Het Het geld raakt nu helemaal op / Net genoeg
hoofd boven water houden geld hebben om te overleven
30 Grote vissen verslinden de kleine Machtigen verdrukken de zwakken
31 Je handen in onschuld wassen / Als de ene Verklaren onschuldig te zijn / Door
hand de andere wast, worden ze beide samenwerking is het werk sneller gedaan
schoon
32 De bokkenpruik ophebben Mokken
33 Van een kale kikker kan je geen veren Waar niets is, is ook niets te halen / In elk
plukken / Waar kikkers zijn is ook water verhaal is wel een kern van waarheid
34 De appel valt niet ver van de stam (boom) Kinderen aarden meestal naar hun ouders
35 Je moet geen slapende honden wakker Je moet geen argwaan wekken
maken
36 Men moet geen oude bomen verplanten Oude mensen moet men liever niet laten
verhuizen
37 Met de kous op de kop thuiskomen Men is niet geslaagd
38 Een lans breken voor iemand Het voor iemand opnemen
39 Parels voor de zwijnen gooien Iemand iets geven dat helemaal niet aan
hem/haar is besteed
40 Samen onder een hoedje spelen Iets (vaak negatiefs) samen doen
41 Daar kwam de aap uit de mouw De waarheid werd bekend
42 Iemand de das omdoen Het bestaan van iemand vernietigen
43 Wie een kuil graaft voor een ander, valt er Wie een ander wil laten struikelen, valt zelf
zelf in
44 Het mes snijdt aan twee kanten / Het zijn Dubbel voordeel / Uiterlijk vertoon bewijst
niet allen koks die lange messen dragen niets
45 Een balletje over iets opgooien Zinspelend over iets beginnen te spreken
46 Ergens met de pet naar gooien Niet precies en slordig werk
47 De bloemetjes buitenzetten Van het leven genieten
48 De vuile was buiten hangen Interne problemen bekend maken
49 Onder de pannen zijn Financieel geen zorgen hebben
50 Ieder huisje heeft z'n kruisje Overal zijn er wel problemen
51 Met de helm geboren zijn Iemand is paranormaal begaafd
52 Met de deur in huis vallen Zonder omwegen het moeilijke punt bespreken
53 Een stok achter de deur Een dwangmaatregel
54 Door de mand vallen De onwaarheid wordt bekend
55 De muren hebben hier oren Men kan afgeluisterd worden
56 Met het hoofd tegen de muur lopen Door tegenwerking, niet bereiken wat men wil
57 Iemand de les lezen Dat is een flinke berisping
58 Goede wijn behoeft geen krans Iets goeds behoeft geen toelichting
59 Als de kat van huis is, dansen de muizen Dan is er geen toezicht
60 Geen rozen zonder doornen Lief en leed gaat samen
61 Huilen met de wolven in het bos Meedoen met de meerderheid
62 Van een leien dakje gaan / De kat uit de Er zijn geen tegenslagen / Een afwachtende
boom kijken houding aannemen
63 Een zwaluw maakt nog geen lente Er zijn meerdere voortekens nodig om iets
aannemelijk te maken
64 Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is Iedereen doet iets op zijn eigen wijze
65 Hoge bomen vangen veel wind Belangrijke personen krijgen veel kritiek
66 Vogeltjes die vroeg zingen zijn voor de poes Wie vroeg geniet, komt er bekaaid van af
67 Een ezel stoot zich in ’t gemeen geen Niemand maakt twee keer dezelfde fout
tweemaal aan dezelfde steen
68 Gelijke monniken, gelijke kappen Iedereen is hetzelfde
69 Het paard achter de wagen spannen De zaak verkeerd aanpakken
70 Over het paard getild zijn Verwend zijn
71 Men moet een gegeven paard niet in de bek Men moet geen aanmerkingen maken op iets
kijken dat men heeft gekregen
72 De spijker op zijn kop slaan De juiste woorden kiezen
73 Iemand gouden bergen beloven Iemand van alles beloven, maar de beloften
niet nakomen
74 Bergen kunnen verzetten Onmogelijk schijnend werk verrichten
75 Meer pijlen op de boog hebben Meer mogelijkheden of eigenschappen bezitten
76 Een licht opsteken / Er gaat hem een licht op Om opheldering vragen / Hij begrijpt het
77 Zijn eigen glazen ingooien Het voor zichzelf bederven
78 Waar rook is, is vuur Daar zit iets van waarheid in
79 Van de daken schreeuwen Overal bekend maken
80 Hoog van de toren blazen Een grote mond opzetten
81 Water naar de zee dragen Nutteloos werk
82 Na regen komt zonneschijn / Achter de Na tegenslag komt altijd weer een periode van
wolken schijnt de zon voorspoed
83 Zo vrij als een vogel Erg vrij zijn, voelen
84 Met je hoofd in de wolken zijn Intens gelukkig zijn
85 Oude koeien uit de sloot halen / De koe bij Iets weer in herinnering brengen / Beginnen
de horens vatten met een lastige zaak
86 Achter het net vissen Geen succes hebben, te laat
87 Als er een schaap over de dam is volgen er Een voorbeeld nodig hebben voordat er iets
meer gedaan wordt
88 De hand in eigen boezem steken Eigen schuld erkennen
89 Het gras voor de voeten wegmaaien Iemand vóór zijn in doen of zeggen
90 Als het kalf verdronken is dempt men de put Als het kwaad geschied is neemt men pas
maatregelen
91 Het ijzer smeden als het heet is / Op Op het juiste moment handelen / Steeds weer
hetzelfde aambeeld slaan over hetzelfde onderwerp beginnen
92 Vieze varkens worden niet vet Men moet niet te kieskeurig zijn
93 Op hoge poten / Het been stijf houden / ’t Kwaad zijn / Een prijs vasthouden en niet
zijn sterke benen die de weelde kunnen verlagen / Mensen die ineens veel geld krijgen,
dragen geven het vaak te gemakkelijk aan de
verkeerde dingen uit
94 Een wit voetje halen In de gunst proberen te komen
95 Met molentjes lopen Niet goed wijs of bij zijn verstand zijn
96 Een man van de klok zijn / Hij heeft de tijd Iemand die altijd op tijd is / Hij heeft alle tijd
aan zich zelf
97 Nieuwe bezems vegen schoon Personeel dat nieuw is doen hun best
98 Geen blad voor de mond nemen Zeggen waar het op staat
99 Op grote voet leven Te royaal leven
100 Een rotte appel in de mand maakt al het fruit Het wangedrag van een persoon kan de
te schande reputatie van anderen schaden
101 Het eigen nest bevuilen Kwaadspreken over eigen familie of volk
102 Een spaak in het wiel steken De voortgang belemmeren
103 Als een vis op het droge Machteloos
104 Kleine potjes hebben grote oren Kinderen horen veel!
105 De knoop doorhakken Een beslissing forceren
106 Hij heeft zijn sporen verdiend Hij heef zijn bekwaamheid bewezen
107 Goed gemutst zijn Goed gehumeurd
108 Daar kraait geen haan naar / Haantje de Dat komt niemand te weten / Er het eerste bij
voorste zijn zijn
109 Elk meent zijn uil een valk te zijn Een ieder houdt het zijne voor het beste
110 Als de vos de passie preekt, boer pas op je Pas op voor schijnheiligheid
kippen
111 Alle zeilen bijzetten / De wind in de zeilen Alles op alles zetten / Geluk hebben (in zaken)
hebben
112 Een stuk in de kraag Dronken zijn
113 Het hart zinkt hem in de schoenen Hij verliest de moed
114 Zijn benen onder andermans tafel steken Van iemand afhankelijk zijn
115 Er ligt te veel dak op het huis Een gezelschap waarin ook ongewenste
personen zijn
116 Een rad voor de ogen draaien Iemand misleiden
117 Zoals de wind waait, waait zijn jasje Draait met alle winden mee
118 Iemand er met de haren bijslepen Tegen zijn zin erbij betrekken
119 De pot verwijt de ketel dat ie zwart ziet Iemand iets verwijten waar hij zich zelf ook
schuldig aan maakt
120 Bij de pakken neerzitten Iets opgeven
121 Door de bomen het bos niet zien Teveel details belemmeren het overzicht
122 In troebel water is het goed vissen Men kan van de moeilijkheden van een ander
gebruik maken, om er zijn eigen voordeel mee
te doen
123 Je moet een schaap scheren als het wol Kies het juiste moment
heeft
124 Wie een hond wil slaan, kan gemakkelijk een Als je iemand wilt straffen is er altijd wel een
stok vinden reden
125 De lamp hangt scheef Geldgebrek
126 Twee handen op een buik zijn Het in alles met elkaar eens zijn
127 Op de koffie komen Teleurgesteld worden
128 Iemand aan het lijntje hebben Medewerking krijgen
129 ’t ene oor in en ’t andere weer uit Iets horen, maar direct weer vergeten
130 Een pluim krijgen / geven Iets goed doen / belonen
131 Het hoofd in de schoot leggen Iets onderwerpen

You might also like