You are on page 1of 2

Overzicht Engels Tijden (Present/Past, Simple/Continuous)

PRESENT PAST

Hoe? Hoe?
- Hele werkwoord - Regelmatig:
- Bij He/She/It: uitgang -(e)s Hele werkwoord + -ed
- Onregelmatig:
Wanneer? Eigen vorm (rijtje 2)
- Iets is altijd of nooit
SIMPLE - Iets is een feit Wanneer?
Als iets in het verleden is
Voorbeeld gebeurd en nu is afgelopen.
+ I always drive to school. Let op de tijdsbepaling!!
+ We never swim.
+ The sun rises in the East. Voorbeeld
+ I walked in the park
yesterday.
+ You saw me last week.
+ They went to the US in
2007.

Hoe? Hoe?
Vorm van ‘to be’ am/are/is, Vorm van ‘to be’ was/were,
+ heel werkwoord + –ing. + heel werkwoord + –ing.

Wanneer? Wanneer?
- Als iets nu aan de gang is, Wanneer iets in het verleden
bezig is. een tijdje (tegelijkertijd) aan de
CONTINUOUS - Als iets in de nabije gang was, bezig was.
toekomst gaat gebeuren.
Voorbeeld
Voorbeeld + I was talking when she
+ I am talking to you right now. came in.
+ Look! It’s raining. + When I phoned you, you
+ We are going to Spain this were driving.
weekend. + They were playing when he
called them.
PRESENT PAST

Hoe? Hoe?
- Have / Has + - Had +
Voltooid Deelwoord Voltooid Deelwoord
- VD Regelmatig: + -ed - VD Regelmatig: + -ed
- VD Onregelmatig: - VD Onregelmatig:
Eigen vorm, 3e rijtje Eigen vorm, 3e rijtje

Wanneer? Wanneer?
- Als iets in het verleden is - Twee gebeurtenissen in
begonnen maar nu nog het verleden. De eerste
steeds zo is, ‘van toen gebeurtenis zet je in de
PERFECT tot en met nu’ past perfect, de tweede
- Als de volgende gebeurtenis in de past
signaalwoorden in de zin simple.
staan:
just, yet , never, already, Voorbeeld
ever, so far, recently, + I saw him after
since, for he had come home.
- Als er géén + After she had washed the car
tijdsaanduiding in de zin she drove to the shop.
staat + The party had not begun until
they were in the house
Voorbeeld
+ I have just met him.
+ You have closed the window.
+ We have been friends for
three years.

You might also like