TENSES = TIJDEN

Present Simple = o.t.t. I / you / we/ they  stam

Gebruik: she / he / it  stam + (e)s (shit-regel)
a) Als iets een vaststaand feit is (algemeen). The earth goes round the sun.
I don't like coffee.
He lives in Holland.
b) Als iets uit gewoonte gebeurt (herhaaldelijk). They always eat at 6 o'clock.
I go to school every day.
c) Als iets maar heel even duurt. The cup falls from the table.
d) Als iets in een dienstregeling of programma vastligt. Our plane leaves in an hour

Past Simple = o.v.t. -ed / 2e vorm (regelmatige / onregelmatige ww)

Gebruik:
Als iets in het verleden gebeurd is en I last saw him ten years ago.
duidelijk tot het verleden behoort. Yesterday, I read a book.
They built this house in 1887.

Present Continuous = o.t.t. (duurvorm) to be + ww-ing

Gebruik:
a) Als een handeling aan de gang is
en nog een poosje blijft voortduren. (nu)
b) Als iets in de naaste toekomst gaat gebeuren.
(het ligt vast, er is een beslissing genomen
of afspraak gemaakt) (straks)
c) Als je aan wilt geven dat iets je ergert.
(ergernis)
am / are / is + ww-ing
He is reading a book now.
They are talking about that film.
I'm buying a new car when I have the money.
They are taking the 5 o'clock train.
I'm going to take the 5 o'clock train.
She is always complaining.
You are always making excuses.

Past Continuous = o.v.t. (duurvorm) to be + ww-ing

Gebruik: Zie Pres. Cont., maar dan verl. tijd. was / were + ww-ing
a) aan de gang He was reading a book this morning.
b) plan / voornemen He said that he was buying a car the next day.
c) ergernis She was always complaining.

Present Perfect = v.t.t. to have + volt. deelw.

Gebruik: have / has + -ed / 3e vorm
a) Als iets in het verleden begonnen is en I have lived here since 1995.
op het moment van spreken nog bezig is. She has waited here for an hour.
b) Iets is het resultaat van een activiteit in This is a cake I have baked.
verleden. How it has rained!
c) Als iets nog maar net gebeurd is. I have just met him.
Signaalwoorden: just, yet, (n)ever, before, I have already done my homework.
already, since, for, until now, so far, all day,
all my life, how long, how often, today,
tonight, this week, this morning etc.

Past Perfect = v.v.t. to have + volt. deelw.

Gebruik: Zie Pres. Perfect signaalwoorden had + -ed / 3e vorm
Iets gebeurde voor een bepaald moment He said that he had known her for ten years.
in het verleden. She waited till I had finished my job.
Present Perfect Continuous to have + been + ww-ing
Gebruik: have / has + been + ww-ing
Als je nadrukkelijk aan wil geven He has been watching television for hours now.
dat iets al een tijd bezig is. I have been waiting here since ten o’clock.

Past Perfect Continuous to have + been + ww-ing

Gebruik: had + been + ww-ing
Als je nadrukkelijk aan wil geven He had been waiting for an hour when she phoned.
dat iets al een tijd bezig was. I had been baking a chocolate cake when…

Future (toekomende tijd)

Gebruik:
a) will/ shall (‘ll) + hele ww will/ shall (’ll) + hele ww
bij een beslissing op het moment zelf I will have a cup of coffee.
of bij een aanbod/ verzoek. I will drop you off at the station.
b) to be going to + hele ww to be going to + hele ww
bij een vast voornemen. We are going to do the shopping this afternoon.
c) Present Continuous am / are / is + ww-ing
als iets al eerder is afgesproken of geregeld. They are getting married next month.
d) Present Simple: stam / stam + (e)s
als iets in een dienstregeling of programma vastligt. This shop closes in half an hour.

Future Continuous will be + ww+ing

Gebruik:  
a) Als je wilt aangeven dat iets aan de gang is  We will be walking in Edinburgh this time next week.
op een bepaald moment in de toekomst;
b) Een beleefde manier om te vragen naar Will you be needing these?
iemands plannen. Will you be attending the party tonight?

Future Perfect will have + volt.dw.

Gebruik:
Als je wil aangeven dat op een bepaald moment in I will have spent all my money by this time next year.
de toekomst een actie/handeling afgelopen zal zijn By the time he gets her letter, she’ll have left.

Future Perfect Continuous will have been + ww+ing

Gebruik:
Een handeling duurt een bepaalde tijd tot een In May the gym teacher will have been working at
money by this time next year. this school for ten years.
specifiek tijdstip in de toekomst, waarbij de
nadruk ligt op de lengte van de handeling.
(tijdsduur)
 vorm gebruik

 

PRESENT  ww(+s)  nu / feit / gewoonte

SIMPLE
PAST  ww+ed / 2e vorm  toen

PRESENT  am / are / is + ww+ing  bezig / van plan / ergernis

CONTINOUS to be
PAST  was / were + ww+ing  bezig / van plan / ergernis

PRESENT  have / has + volt. dw.  toen t/m nu

PERFECT to have ww+ed / 3e vorm
PAST  had + volt. dw  toen t/m toen

FUTURE  will / shall + hele ww  toekomst