h-log p diagram

Realisaties 5° jaar koel- en warmtechnieken

1 Assen
In het h-log p diagram kunnen we de toestanden en grootheden van een stof aflezen,
net zoals we dat in de damptabellen konden

Uit de benaming van het diagram kunnen we al afleiden welke grootheden er op de assen
vermeld staan.

Horizontale as:

Verticale as:

2 Gebieden in het h – log p diagram

Het diagram kunnen we vereenvoudigd als volgt voorstellen:

Wie zien één vloeiende lijn, eigenlijk zijn dat wel twee lijnen.

Waar deze twee lijnen bovenaan samenkomen, spreken we van het ……………………. punt.
Bij de hoge druk en temperatuur in dit punt gaat een vloeistof onmiddellijk over in
damp.

De twee lijnen verdelen het diagram in drie gebieden.

-1–
 h-log p diagram
Realisaties 5° jaar koel- en warmtechnieken

3 Lijnen in het h – log p diagram.

Naast de basisvorm vinden we verschillende lijnen terug waarbij telkens één
toestandsgrootheid constant gehouden is.

3.1 Lijnen van constante druk:

3.2 Lijnen van constante enthalpie:

3.3 Lijnen van constante temperatuur

3.4 Lijnen van constant soortelijk volume

-2–
 h-log p diagram
Realisaties 5° jaar koel- en warmtechnieken

3.5 Lijnen van constant dampgehalte

3.6 Lijnen van constante entropie:

-3–
 h-log p diagram
Realisaties 5° jaar koel- en warmtechnieken

4 Oefeningen.
Duid alle punten aan in het diagram.

Bepaal alle mogelijke grootheden in het h- log p diagram van R 134a. Controleer af en
toe een waarde in de damptabel.

1. Verzadigde vloeistof van –10°C.

2. Verzadigde vloeistof bij ongeveer 9 bar manometerdruk

3. Verzadigde damp van 40°C.

4. Natte damp van 20°C en 30% damp

5. Verzadigde vloeistof bij ongeveer 0,3 bar onderdruk

6. Verzadigde damp bij 0,3 bar absolute druk

7. Verzadigde vloeistof van 0,3 bar effectieve druk.

8. Oververhitte damp van 60°C, θsat was 10°C

9. Oververhitte damp: θsat = -10°C OV = 30°C

10. Oververhitte damp van 50 °C, OV = 30°C.

-4–