Professional Documents
Culture Documents
Mentor
Datum
Groep
Aantal lln
Silvia Wientjes
5
28
Persoonlijk leerdoel: Mijn POP gaat over consequent handelen. Bij deze les zullen de kinderen veel zelfstandig aan het werk zijn. Ik wil ervoor zorgen dat ik
de balans kan vinden tussen een leuke les, maar ook een actieve les. Dit wil ik gaan bereiken door van te voren duidelijke afspraken te maken over hoe de
kinderen aan de slag gaan.
Lesdoel(en):
Kerndoel 54:
Tijdens het maken van de tekening loop ik rond om te kijken of alles goed wordt gedaan.
Aan het eind van de les kies ik een aantal leerlingen uit die naar voren mogen komen om
hun tekening te laten zien en er iets over te vertellen. Zo ga ik na of het lesdoel is bereikt.
Aan het eind van de les hebben de kinderen een clown getekend, op
de manier hoe ik het heb gezegd (rechthoekige vormen,
boze/droevige expressie en donkere kleuren).
Beginsituatie: De klas heeft wekelijks een kunstles. Dit kan verschillen van een tekenles of een handvaardigheidsles. Ik heb zelf een keer een tekenles
bijgewoond (dit is op donderdag). Hieruit bleek dat de kinderen erg goed zelfstandig kunnen werken, en iets moois kunnen maken.
De klas kan op zijn tijd druk zijn. Het is dus noodzakelijk dat ik van te voren duidelijke afspraken maak zodat de les goed verloopt.
Lesverloop
Tijd
Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
Materialen / Organisatie
10 min
Inleiding
Afbeelding Clown
Vragen
Digibord
Kern
A3 papier
Kleurpotloden
5 min
Afsluiting
De tekening
Persoonlijke reflectie
Feedback mentor
Datum:
Verantwoording
Ik heb gekozen om een les te geven over de verkeerde clown. Ik had moeite om een goede kunst-les te verzinnen, maar kreeg
tijdens een BVO les dit idee te horen. Dit idee sprak me aan, dus heb ik besloten om er een les over te maken. Ik hoorde alleen
het stukje andere vormen voorbij komen. Het stukje over andere expressies en kleuren heb ik er zelf bij verzonnen.
Ik geef les aan groep 5. De kinderen hier zijn tussen de 8 en de 10 jaar oud. Hier kun je 2 fasen bij bedenken. Als eerst heb je de
fase van de gecodeerde werkelijkheid, en hierop volgt de fase van de zichtbare werkelijkheid.
Kinderen gebruiken in deze fase graag felle kleuren. Dit vanwege het grafische en het onderscheidende effect. Soms omdat je
hierdoor goed rechte lijnen kunt tekenen, en ook om bepaalde vlakken een felle kleur te geven. Ik heb er deze les voor gekozen
om juist geen felle kleuren te gebruiken, omdat dit een kenmerk is van een normale clown. Door donkere kleuren te gebruiken
zijn ze compleet iets anders aan het maken, wat ook de achterliggende gedachte bij deze les was.
Ook word de kopvoeter een stuk uitgebreider. Een poppetje krijgt in deze fase bijvoorbeeld armen en benen. Dit zag je ook terug
bij de clowns die getekend werden.
Een van de belangrijkste kenmerken in deze fase is dat het kind codetekens maakt. Dit houdt in dat het kind niet tekent wat hij
ziet of weet. Ook houdt het in dat hij niet naturalistisch probeert te tekenen. Denk hierbij aan ieder persoon even groot te maken,
of iemand een driehoekig lijf te geven. Het kind weet dat het niet zo is, maar doet het toch. Dit stimuleerde ik dus door van te
voren de andere vormen, expressies en kleuren aan te geven.
Dan gaan we nu kijken naar de periode van de zichtbare werkelijkheid.
De periode van de zichtbare werkelijkheid wordt zo genoemd omdat er in deze periode een duidelijk verlangen is naar een
realistische weergave van de werkelijkheid. Het wordt ook wel de periode van het naturalistisch tekenen genoemd. Dit zag je ook
terug bij sommige kinderen. Bij de kinderen in deze fase zag je veel duidelijker dat het ook echt om een clown ging. Bij kinderen
die minder ver ontwikkeld zijn kon je soms moeilijk achterhalen dat het een clown was. Mooi om die verschillende fases in
dezelfde klas in beeld te brengen.
(Schasfoort, 2012) Beeldonderwijs en didactiek, Noordhoff Uitgevers.