You are on page 1of 4

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


coperatieve werkvorm werken in tweetallen
Student(e)
Dunja Lyamani
Klas
PEH15VC
Stageschool Saltoschool De Klimboom
Plaats
Eindhoven
Vak- vormingsgebied: Beeldende vorming
Speelwerkthema / onderwerp: Warme en koude kleuren

Mentor
Datum
Groep
Aantal lln

Yoni Swinkels
8-3-2016
3
28

Persoonlijk leerdoel:
- Ik wil consequent zijn. Dit wil ik bereiken door wanneer een kind door de klas roept hier niet op te reageren.
- Ik wil aan het einde van de les evalueren. Dit wil ik bereiken door de warme en koude kleuren met de leerlingen te herhalen.
- Ik wil aan het begin van mijn les het doel van de les bespreken. Dit wil ik bereiken door aan te geven dat de les over warme en koude kleuren gaan en wat de
warme en koude kleuren zijn.
Lesdoel(en):
Evaluatie van lesdoelen:
- Aan het einde van de les kunnen de leerlingen zelfstandig warme
- Aan het einde van de les plak ik twee kaartjes op het bord met warm en koud.
en koude kleuren benoemen
De leerlingen krijgen een aantal gekleurde papiertjes en mogen deze onder het
- Tijdens de les werken de leerlingen samen om te checken of de
goede woord zetten.
begrippen warme en koude kleuren kunnen uitleggen
- Aan het einde van de les ga ik na of alle kinderen hun tekening bij mij hebben
ingeleverd. De kinderen die nog niet klaar zijn met hun tekening mogen deze
afmaken op een ander geschikt moment.
Beginsituatie:
- Groep De leerlingen hebben net pauze gehad. 2 leerlingen zijn afwezig wegens ziekte, waardoor we er 26 leerlingen aanwezig zijn. De groep is enthousiast
voor de tekenles. De leerlingen hebben een keer per week een uur tekenen.
- Voorkennis De leerlingen hebben 1 les over warme en koude kleuren gehad in groep 2. De leerlingen zijn bekend met de termen, maar waarschijnlijk zijn
deze weggezakt. Er wordt geen methode gehanteerd tijdens het lessen.
- Werkvorm De les start met een instructie, vervolgens mogen de leerlingen zelfstandig aan het werk en aan het einde van de les wordt de corperatieve
werkvorm werken in tweetallen toegepast. De leerlingen zijn bekend met deze werkvormen en worden buiten de tekenles ook vaker toegepast. De docent
werkt niet met voorbeelden, omdat de leerlingen deze anders na gaan maken. Dit doe ik wel.
Lesverloop
Tijd

Leerinhoud Didactische handelingen


Leraar

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)

Materialen / Organisatie

5 min

Ik geef aan dat de leerlingen met een


lege tafel moeten klaar zitten
Ik geef aan dat 2 leerlingen mogen
helpen met uitdelen. Deze leerlingen
delen a4 bladen uit.

De leerlingen maken hun tafels leeg en gaan op hun


plaatsen zitten

A4 blad

Ik geef aan dat de tekenles over warme


en koude kleuren zal gaan. Ik leg m.b.v.
een afbeelding uit wat warme kleuren
(rood, geel, oranje) en wat koude
kleuren (blauw, groen, paars) zijn.

De leerlingen luisteren aandachtig naar mijn verhaal


De leerlingen stellen vragen d.m.v. het opsteken van
hun vinger

A4 blad
Potlood
Kleurpotloden

De leerlingen hebben allemaal een a4


blad voor zich liggen. De leerlingen
mogen het blad 5 keer vouwen. Nu
ontstaan er 32 vakjes. Ik vertel de
leerlingen dat de vakjes net als op de
voorbeelden moeten worden
ingekleurd. De kleur van de vakjes
mogen de leerlingen zelf kiezen zolang
de kleuren onder koude kleuren vallen.

De leerlingen mogen in het midden van


het blad een groot figuur tekenen.

Het blad mag worden ingekleurd. In de


driehoek mogen alleen maar warme
kleuren voorkomen. Buiten de driehoek
mogen alleen maar koude kleuren
voorkomen.

15 min

Inleiding

30- 40min

Kern

Ik geef aan dat de leerlingen mogen


beginnen met het gebruik van de
warme en koude kleuren

De leerlingen gaan zelfstandig aan de slag met hun


tekeningen

A4 blad
Potlood
Kleurpotloden

10 min

Slot

Ik geef aan dat de leerlingen hun


tekeningen voorin mogen leggen.
Wanneer ze nog niet klaar zijn mogen
ze de tekening in hun lade leggen en
hier verder aan werken wanneer ze tijd
hebben.
Ik schrijf de woorden warm en koud op
het bord.
Elk tweetal krijgt 6 gekleurde
kaarten.Leerling 1 plakt de gekleurde
kaarten bij het goede woord. Leerling 2
controleert of dit klopt. De leerlingen
krijgen hier 2 minuten voor.
Elk tweetal krijgt 6 andere gekleurde
kaarten. Nu wisselen leerling 1 en 2 van
rol. Leerling 1 controleert en leerling 2
plakt de kaarten onder het goede
woord.
Ik geef aan dat de leerlingen een ander
tweetal mogen zoeken. De tweetallen
controleren van elkaar of de kleuren
kloppen. De leerlingen krijgen hier 2
minuten voor. Wanneer ze klaar zijn
geef ik de antwoorden klassikaal.
Ik evalueer de les met de leerlingen
door te vragen: Wat hebben we in deze
les geleerd?

De leerlingen ruimen hun tekeningen op


De leerlingen doen mee met de werkvorm werken
in tweetallen

Kaartjes

Persoonlijke reflectie
Deze les was is consequent. Dit heb ik bereikt door een leerling die door de les heen roept aan te spreken. Verder verliet een leerling het lokaal zonder dit aan te
geven, wat tegen de afspraken in de klas ingaat. Toen de leerling weer terug in de klas was, heb ik haar hierop aangesproken. Ik heb de les afgesloten door warm en
koud op het bord te schrijven. De leerlingen kregen verschillende kleuren papier en moesten deze onder het goede woord zetten. Op deze manier kon ik controleren
of de leerlingen het concept van warme en koude kleuren begrepen. Om de volgende les te evalueren wil ik de leerlingen vragen wat ze hebben geleerd. Aan het
begin van les heb ik aangegeven wat het doel van de les was, namelijk de warme en koude kleuren te kunnen onderscheiden en gebruiken.

Feedback mentor (inclusief handtekening)


Datum:
Leuke les, leerzaam!
Koppel je het nog aan een groter geheel? Dus komt het nog ergens anders in terug of is het ergens aan gerelateerd? Of wordt het een losstaande les? Denk ook na
over lange termijn, waarom wil je de kinderen leren dat er warme en koude kleuren zijn?
Heb je er bewust voor gekozen om ze een driehoek te laten tekenen? Is dit van belang of zou je ze ook zelf een figuur kunnen laten tekenen na een duidelijke uitleg?
Dan zorg je ervoor dat er ook wat creativiteit bij komt.
De themas in de klas: bij lezen zijn we begonnen met een nieuwe kern, deze gaat over het geven van een voorstelling. Vanaf 14 maart start de projectweek en die
gaat over geluk. Misschien heb je nog iets aan deze informatie.
Je benoemt duidelijk dat je het gaat hebben over kleuren.
Je maakt het visueel op het bord met de kleurencirkel en voorbeelden van schilderijen.
Je vraagt goed om stilte voordat je verder gaat met de uitleg.
Wanneer er een kind doorheen praat, geef je aan dat je nog niet klaar bent. Het kind is daarna weer stil.
Je legt de opdracht uit en vraagt of iedereen het snapt. Je zou een kind nog eens de opdracht kunnen laten navertellen om te kijken of het goed is overgekomen.
Je hebt ze 32 vierkantjes laten vouwen. Benoem ook waarom je dit hebt gedaan. Veel kinderen vullen hun figuur zelf nog in en maken geen gebruik van de vakjes.
Je mag kritisch zijn op de werkjes en ze aanwijzingen geven om de tekening nog mooier te maken.
Je houdt de tijd goed in de gaten
Je loopt rond, houdt goed overzicht en spreekt een kind terecht aan wat zich niet aan de regels houdt.
Goed dat je aan het eind terugkomt op de kleuren. Je kunt ook vragen wat ze geleerd hebben.

You might also like