You are on page 1of 7

Vak- vormingsgebied: Meten en meetkunde. Rekenen-wiskunde.

Speelwerkthema /onderwerp: grafieken en tabellen .


Datum: 28 maart 2017.
Naam: K. Mentor: P. SLB: F. V.
Klas: PEH16DA. Groep: 6. Stageschool: De Z.
Leerjaar: 1. Aantal leerlingen: 26. Plaats: B.
Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie te Eindhoven.

Inhoud en doelen
Thema/onderwerp (BETEKENIS, WAAROM)
Waar in de maatschappij (realiteit, dagelijks leven) kom ik deze wiskunde De kinderen komen een dergelijke context tegen als ze een kaart of plattegrond moeten lezen.
tegen? Bij Nieuwsbegrip worden regelmatig tabellen ingezet en hun eigen CITO scores (rapport)
worden in een tabel weergegeven (context).
Realistisch rekenen: Concretiseren. De gemiddelde temperatuur in het zuiden van vakantieland Frankrijk aflezen uit een weertabel
(Hutten, 2014).
Welke verbindingen zie ik met andere vakken? De opgaves in het werkboek gaan over de lichaamstemperatuur. Enkele leerlingen mogen hun
lichaamstemperatuur (kwantitatieve variabele) meten en die in het diagram plaatsen op het
digibord (relatie met Natuur en Techniek). Daarnaast is er een dia op het digibord met de
gemiddelde temperatuur in juli in Nederland en in Zuid- Frankrijk. De leerlingen kunnen deze
vergelijken (relatie met aardrijkskunde, topografie).
Beginsituatie van de kinderen (VAN WAARUIT)
Wat vinden de leerlingen moeilijk bij het leren van deze wiskunde? De leerlingen vinden het wiskundig begrip gemiddeld in relatie tot grafieken moeilijk. De
leerlingen vinden het moeilijk om een legenda bij de grafieken te lezen en te maken. Dit bleek
tijdens de aardrijkskundeles van vorige week. De leerlingen zijn nog onvoldoende bekend met de
wiskundige namen van de tabellen en grafieken.
Wat weten/kunnen de leerlingen al, waar kan ik bij aansluiten? De leerlingen hebben in blok 1 al gewerkt met meten (bijv. hoeveel blokjes van 1dm2 passen in
1m2?) en maten (bijv. oppervlakte verwerkt in een schema of tabel). De leerlingen hebben
voldoende kennis van lengtematen en beschikken over minimaal een referentiemaat (Wereld in
getallen, Z.D.).

Leerdoel (domein) (DOEL/LEERINHOUD: WAT)


Welke wiskundekennis (-inhoud, -vaardigheden) wil ik de kinderen leren? Lesinhoud:
De leerlingen verwerken data in een grafiek. Zij zijn in staat om data uit een grafiek te lezen en
dit in verhalende vorm weer te geven.
Dit is een herhalingsles en een toepassingsles. De lesstof is al eerder besproken.
Lesdoelen:
Aan het einde van de rekenles zijn de leerlingen uit de 1 en 2 sterren groep in staat om
schriftelijke data in een grafiek weer te geven en data uit een grafiek te verwoorden. Ze kennen
de begrippen: lijngrafiek, cirkel- en staafdiagram.
Tot welk domein hoort deze wiskunde? Meten en meetkunde.
Kerndoelen: Kerndoel: 33: referentiematen.
Kerndoel: 32: meten en meetkunde.
De wereld in getallen voldoet aan alle kerndoelen voor rekenen en de TAL-tussendoelen. De
methode sluit ook aan op de Cito-toetsen en de doorlopende leerlijnen uit het rapport Meijerink.
In schooljaar 2010-2011 zijn de referentieniveaus 1 F en 1 S conform doorlopende leerlijnen in het
basisonderwijs ingevoerd. De referentieniveaus zijn duidelijk zichtbaar verwerkt in de methode. In
groep 7 en 8 staat n ster gelijk aan het 1 F, twee sterren aan 1 S en drie sterren boven
streefniveau.
Deze indeling is overgenomen in de differentiatie van groep 6. De indeling bepaalt onder meer
de mate van zelfstandig werken en instructiebehoefte.

De wereld in getallen is opgebouwd volgens de dakpanconstructie. Oefenen en herhalen is een


van de sterkste punten van De wereld in getallen. Dit zorgt voor een goed fundament
(Malmberg, Z.D.).
Kerndoelen beschrijven waarop het onderwijs zich moet richten, referentieniveaus geven het
niveau aan (Oonk, 2015).

Competentieontwikkeling
Kritische handelingen en standaarden (in combinatie met je persoonlijke Leeractiviteit B. B2: leeractiviteit ontwerpen. Standaard: 2, 3, 4 en 7.
leerdoelen) Leeractiviteit A. A1, A2, A3 en A4. Standaard: 2.
Filmpje van een coperatieve leervorm rondom het maken en gebruiken van tabellen:
https://www.leraar24.nl/rekenen-grafieken-en-tabellen/.
Mijn persoonlijk leerdoel sluit aan bij regels stellen, normen en waarden en de sociaal
emotionele ontwikkeling (POP). Daarnaast heb ik vorige week gemerkt dat ik de leerlingen te
veel vrijheid heb gegeven. Zij hebben hier gebruik van gemaakt. Ik moet nu de teugels terug in
handen gaan nemen. Dat ga ik doen door te wachten met starten van de les tot het stil is. De
regels door de leerlingen te laten benoemen en daar aan toe te voegen dat ik het belangrijk vind
dat wij (leerling en leerkracht) ons hieraan houden. Ik vraag een leerling om te vertellen waarom
deze regels belangrijk zijn voor de klas.
Na deze les ben ik in staat om leerlingen op verschillende niveaus eenvoudige instructie te geven
en ik zorg ervoor dat alle leerlingen aan het werk zijn en blijven.

Onderbouwing van de leeractiviteit


Leerinhoud (WAT EN WAAROM)
Kerninzichten Kerninzicht 27 meetkundige eigenschappen en kerninzicht 31 verbanden (Oonk, 2015).

Waarom moeten leerlingen dit weten/kennen/kunnen? De leerlingen hebben in het dagelijks leven vaak te maken met grafieken en tabellen. De tijden
van de bus, de indeling bij voetbal, de inventory in Minecraft enz. Daarom is het belangrijk om
informatie uit een tabel/grafiek te kunnen lezen. Daarnaast zien de leerlingen dat je veel
informatie in een grafiek kunt plaatsten waardoor je een heleboel minder woorden gebruikt om
informatie te noteren.

Realistisch rekenen: structureren en verstrengelen. Behalve reken-wiskunde kerndoelen werken de leerlingen met deze rekenles ook aan kerndoel 4.
De leerlingen halen informatie uit tabellen en grafieken. Omgaan met een atlas, kerndoel 50,
past hier ook bij. Er zijn leerlingen die het vorige week heel moeilijk vonden om kaart te lezen. Bij
de les oppervlakte viel me op dat er veel niveauverschil is tussen de leerlingen als het gaat om
meetkunde en ruimtelijk inzicht.

Didactiek (DIDACTISCH HANDELEN: HOE)


Hoe kunnen de leerlingen het betreffende kerninzicht verwerven? Volgens de methode verwerven de leerlingen kerninzichten door de dakpanconstructie:
(Beginsituatie). orintatie, begripsvorming, oefenen en automatiseren. Eerst wordt er instructie voor orintatie
en begripsvorming gegeven. Dan oefenen de leerlingen zelfstandig. Uiteindelijk gaan zij het
onderwerp automatiseren (Malmberg, 2017).
Er zijn vijf differentiatieniveaus.
Vijf leerlingen krijgen apart van de basisgroep instructie bij een andere lerares. Deze groep heet
individueel extra. Opvallend is dat hier maar een jongen in zit. Dit is de onderste laag.
Er zijn 2 groepen die de opdrachten zelfstandig maken. Dit zijn de bovenste twee lagen.
De top (individueel plus) bestaat uit vier leerlingen die in duos zelfstandig werken. Het zijn
allemaal jongens. Meestal werken zij op de tablet. Zij werken op een ander niveau en vooruit (zij
lopen twee blokken voor).
De 3 sterren leerlingen (boven 1S) werken ook in duos samen. Zij vormen de laag onder de top.
In deze laag zit een meisje. Zij werken samen met individueel plus buiten de klas (in de hal).
Zeven leerlingen in de klas vormen de 1 ster groep.
Zoals in alinea domeinen besproken is, komt 1 ster ongeveer overeen met niveau 1F. Deze
leerlingen zitten aan de instructietafel.
De zes leerlingen met 2 sterren werken ongeveer op niveau 1S. Zij verwerven kerninzichten door
gedifferentieerd op niveau (homogeen) instructie te krijgen. Zij werken in hun tafelgroepje in de
klas. De 2 sterren leerlingen werken in duos zelfstandig aan opdrachten.
De 1 ster leerlingen maken twee opdrachten zelfstandig en twee opdrachten samen met de
leerkracht.
Hoe kan ik niveauverhoging ten aanzien van deze wiskunde bij de De methode gaat uit van dakpanconstructie. De leerkracht kan analyseren of er voldoende
leerlingen realiseren? drijfvermogen is voor de verschillende onderdelen van rekenen-wiskunde.
De leerlingen kunnen in heterogene groepjes samenwerken. Uit onderzoek blijkt dat
coperatieve interacties bijdragen aan groei bij zowel de intelligente als de minder begaafde
leerling. Samen oplossingen zoeken en uitwisselen levert voor beiden winst (Kagan, 2010).

Welke materialen, methoden, rekenmodellen en didactische modellen Materiaal: Concreet materiaal, een thermometer bijvoorbeeld.
(handelingsmodel, drieslagmodel e.d.) kan ik hier toepassen? Methode: Het bijwerkboek of het extra boek van Wereld in getallen kan ingezet
worden.
Rekenmodel: Cirkel. De leerlingen zien dat de verdeling van een cirkeldiagram lijkt op het
cirkelmodel dat bij breuken gebruikt wordt. Ze zien overeenkomsten.
Handelingsmodel: Eigen gemeten lichaamstemperatuur zelf op het bord schrijven (informeel
handelen).
De temperaturen uit het boek noteren in de grafiek in het werkboek
(realistische denkmodellen). De leerlingen oefenen met schematische
representaties als ze een verhaal moeten schrijven bij de diagrammen (dat
is een opdracht uit het boek).
De leerlingen in de bovenste lagen (top) kunnen een verwachting geven aan
de hand van de trend in de grafiek (symbolen).
Didactisch model: Het gebruik van coperatieve werkvormen kan voor alle leerlingen winst
opleveren. Bijvoorbeeld Knappe koppen en schrijven (Kagan, 2010).

Realistisch rekenen: Niveaus en modellen. Concretiseren: werken vanuit de context (eigen lichaamstemperatuur meten).
Sociale context en interactie: coperatieve werkvorm (heterogene groepen vormen). Nu werken
de leerlingen homogeen. Dit komt reflectie en eigen productie ook ten goede. Zie didactisch
model voor een werkvorm.

Begrippen:
Niveauverhoging: Het ver-wiskundigen van de situatie leidt tot niveauverhoging. Ofwel: de methode
gebruikt contexten om leerlingen te helpen zich iets bij het rekenen voor te stellen. Ze
worden uitgedaagd er wiskunde van te maken. De leerlingen zien relaties met
toepassingen in het dagelijks leven (Oonk, 2015).
Als leerkracht probeer je soepel in te spelen op het denken en redeneren van
Ondersteuning bieden op passend niveau:
leerlingen door hen te ondersteunen op:
Concreet-betekenisvol niveau;
Model-ondersteunend niveau;
Formeel niveau.
Dit staat in de alineas hierboven beschreven.

Model: De leerlingen herkennen tabellen en grafieken uit andere reken-wiskunde onderdelen.


Zo kun je een cirkeldiagram ook gebruiken bij breuken. Dit wordt bijvoorbeeld ingezet
bij de basis plusgroep.

Handelingsmodel: 4 niveaus in het handelen: 1. Concreet niveau doen


(eerste en laagste niveau): kinderen leren op informele wijze door individueel
of samen iets te doen of te beleven.
2. Voorstellingsniveau concreet-realistisch
Leren over een concrete situatie te praten en daarbij gebruik maken van
afbeeldingen of situaties.
3. Voorstellingsniveau abstract
Op een abstracter niveau leren redeneren a.d.h.v. Schematische
voorstellingen van de werkelijkheid (denkmodellen, schematiseren).
4. Symbolisch niveau formeel rekenen
Hoogste niveau: leren redeneren op basis van tekst, getallen of een
combinatie van beide (formeel handelen, berekeningen uitvoeren,
symboliseren).

Literatuur:

Hutten, O., Bergh, van, den., J., Brom, van, den., Snijders, P. & Zanten, van., M. (2e druk, 1e oplage, 2014). Meten en meetkunde; Reken-wiskundedidactiek.
Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.
Handelingsmodel. Afbeelding gedownload op 19 maart 2017, van https://goo.gl/images/fyziki google
Leerlijn rekenen en wiskunde. (2013). Geraadpleegd op 19 maart 2017, van http://tule.slo.nl/
Kagan, S. (1e druk, 2010). Coperatieve leer strategien: Research, principes en de praktische uitwerking. Vlissingen: Bazalt.
Noteboom, A. (2009). Fundamentele doelen reken-wiskunde. Pdf gedownload op 19 maart 2017 van,
http://rekendoelen.slo.nl/ariadne/loader.php/projects/slo/slo2/site/downloads/2009/Fundamentele__doelen__rekenwiskunde__herzien.pdf/
Oonk, W., Keijzer, R., Lit, S., Barth, F., Engelsen, M. den., Lek, A. & Waveren-Hogervorst, C. van. (2015, 2e druk). Rekenen- wiskunde in de praktijk: Kerninzichten.
Groningen/ Houten: Noordhoff.
SLO Rekendoelen primair onderwijs, doelen bij 1F. Geraadpleegd op 19 maart 2017, van http://rekendoelen.slo.nl/doelen/1F/

Lesverloop
Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen /
Leraar leergedrag leerling(en) Organisatie
Inleiding Ik herinner de leerlingen aan de regels: De leerlingen benoemen de regels en confirmeren zich. Presentatie op het
Vinger opsteken als je iets wil vragen; digibord
Niet door elkaar praten enz.

5 min Opstarten De leerlingen die niet in de klas rekenen, pakken hun Drie vrijwilligers meten hun temperatuur. Ze vegen de thermometer Thermometer
Context spullen en verlaten de ruimte. De andere leerlingen daarna schoon met alcohol. Alcohol
nemen hun boek en werkschrift en gaan op hun plek De leerlingen noteren hun temperatuur in het diagram op het bord. Lijngrafiek
zitten. Door middel van reflectie en eigen productie komen de leerlingen er
De leerlingen bespreken kort hoe een digitale achter dat de temperaturen uit het werkboek van een patint met
thermometer werkt. elkaar vergeleken kunnen worden in een grafiek, maar de
Realistisch rekenen: construeren en concretiseren. verschillende temperaturen van de leerlingen niet.
Klassikaal bespreken we wat een normale temperatuur .
is en hoe je deze weer kunt geven in een lijngrafiek. Dit
is de start van de instructie.
Realistisch rekenen: sociale context en interactie.
5 min Klassikale Op Gynzy (digibordpresentatie) laat ik een aantal Leerlingen hoeven geen vinger op te steken. Ze geven at random Digibord
instructie afbeeldingen zien en ik vraag hoe groot deze een antwoord. Rekenschrift
Opdracht 1 ongeveer zijn. Na de instructie maken de leerlingen opdracht 1.
Herhalings- Uitleggen dat de leerlingen niet hun vinger op
opdracht. hoeven te steken. Dit bevordert de betrokkenheid.
De leerling moet opletten om een antwoord te
kunnen geven.
10 min Instructie Wat zijn de namen van de diagrammen? Lijngrafiek, staafdiagram en cirkeldiagram. Digibord
Opgave 2 Ik bespreek aan de hand van Gynzy van iedere tabel Gynzy
een waarde:
Grafiek A: lijngrafiek: is er om 11u ook een Nee. De leerling geeft gemotiveerd antwoord waarom niet.
temperatuur gemeten?
Grafiek B: staafdiagram: kun je zien hoeveel regen Nee, dat kan niet bij deze schaalverdeling op de x-as.
(neerslag) er is gevallen? Eventueel datum noemen?
Grafiek C: lijngrafiek of lijndiagram. Waarom staan er Anders wordt de tabel te groot. Er is geen waarde tussen 0 en 700.
van die haaientanden? (Blauw gedrukt zijn de
antwoorden die beide correct zijn of discutabel).
Grafiek D: Wat voor sommen kun je nog meer Breuken. Cirkeldiagram.
uitrekenen met dit diagram? Wat is de naam van dit
diagram?
20 min. Zelfstandig Werk minimaal in tweetallen, drietallen mag ook. Vormen zelf groepjes. Snappet
werken Overleg op fluistertoon. Werk minimaal in tweetallen, drietallen mag ook. Overleg op Rekenschrift
Leg de sommen aan elkaar uit. Als je dan nog twijfelt, fluitertoon. Gynzy
mag je de leerkracht vragen. Leg de sommen aan elkaar uit.
Als je eerder klaar bent, werk je verder aan je eigen
doelen of je maakt ander werk af.
5 min. Evaluatie van Aan het eind van de les evalueer ik het Afhankelijk van het proces vraag ik een specifieke leerling of vraag ik
lesdoelen: samenwerken, het naleven van de regels en behalen in het algemeen hoe men de samenwerking heeft ervaren.
van de doelen.
Ik vraag naar een toepassing van een diagram.
De volgende les is na de kleine pauze

You might also like