Professional Documents
Culture Documents
Persoonlijk leerdoel: -ik wil duidelijk vertellen wat de kinderen moeten weten.
- ik wil ervoor zorgen dat de opdracht gestructureerd verloopt en dat er rust is ondanks dat de kinderen samen mogen werken.
- ik ga ervoor zorgen dat de kinderen het zien als een uitdaging.
- ik wil het overzicht houden zodat ik weet wat er allemaal in mijn kring gebeurt.
-ik ga letten op een goede beurtverdeling.
Lesverloop
Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen / Organisatie
Leraar leergedrag leerling(en)
+/- 10 Kring Ik open de kring door het herhalen van de De kinderen komen de klas binnen -de routinekaarten
minuten openen dagelijkse routines. Zodra ze alle ballen en boeken hebben opgeruimd kunnen -de dagkaarten
Wat gaan we vandaag doen? we starten.
Hoe vaak moeten we vandaag naar school? De kinderen vertellen wat we die dag gaan doen aan de
hand van de kaarten in de klas.
Daarnaast gaan we alle dagen van de week De kinderen beantwoorden alle vragen die ik ze stel over de
herhalen. dagen van de week. Op het moment dat het iemand niet lukt
Welke dag is het vandaag? mogen ze elkaar helpen.
Welke dag was het gisteren? Daarna noemen we met zn alle de gehele week op, zodat
Welke dag is het morgen? het voor iedereen weer opgefrist is.
Wat komt er na morgen?
Wie kan alle dagen van de week opnoemen?
+/- 20 Sorteer -als eerste wil ik met de kinderen verschillende -de kinderen luisteren naar wat ik ze vertel -sorteerkaartjes
minuten opdracht voorwerpen bespreken zodat ze duidelijk het -de kinderen vertellen zelf al wat ze weten over de
En uitleg verschil weten tussen voorwerpen. verschillende voertuigen.
-2 wielen
-4 wielen
-meer wielen
-in het water
-in de lucht
-op het land
-oude voertuigen
-de kinderen krijgen verschillende plaatjes die ze moeten
Zodra de kinderen hier wat vanaf weten indelen in de juiste categorien, ik laat de kinderen hierbij
Geef ik ze allemaal een plaatje. samen overleggen zonder al te veel te helpen zodat ze zelf
Deze plaatjes moeten ze dan indelen in de na moeten denken.
verschillende categorien
De kinderen beginnen met het categoriseren:
-voertuigen, luchtvaartuigen, watervaartuigen
en oude voertuigen.
Vervolgens mogen ze verder categoriseren: Aan de hand van vragen leid ik de kring. Ik laat de kinderen
2 wielen, 4 wielen, meer wielen. zoveel mogelijk in een coperatieve vorm leren, zodat ze
Als laatste gaan we goed kijken naar de oude samen kunnen ontdekken.
en nieuwe voertuigen. Ik maak hier gebruik van de werkvorm rotonde.
Wat is het oudste? Zo krijgt ieder kind een beurt om een kaartje in de goede rij
Wat is het nieuwste? te leggen. Hierdoor draagt ieder kind zijn steentje bij aan de
Welke oud- en nieuw voertuig horen bij elkaar? opdracht.
Kun je de volgorde bepalen?
Wat is van heel lang geleden, lang geleden, nu?
Wat zou er in de toekomst kunnen zijn?
+/- 10 Afsluiting Om de les af te sluiten vraag ik aan de kinderen De kinderen vertellen dat gene wat voor hen het meeste
minuten nog wat controle vragen. betekenis had.
Door dit nogmaals uit te leggen aan de kinderen, herhalen
de kinderen het nog een keer en onthouden ze het beter.
Natuurlijk moeten ze netjes op hun beurt wachten, ik
verwacht van de kinderen dat ze hun stille vinger gebruiken.
Hier ga ik deze les goed opletten.
+/- 5 a 10 Energizer Als we nog enkele minuten over hebben wil ik De kinderen lopen door de kring.
minuten een energizer met de kinderen doen. Op het moment van dat ik in mijn handen klap, staan ze stil
De reden: onze opdracht vanuit de pabo is de met hun ogen dicht.
sfeer van de klas verbeteren. Door de kinderen Een leerling gaat uit het lokaal.
samen te laten werken wordt de sfeer in de klas De kinderen moeten zo snel mogelijk raden welk kind er
verbeterd en voelen alle kinderen zich fijn in weg is.
een veilige leeromgeving. De leerling komt weer beginnen en we starten opnieuw.
De energizer:
De kinderen lopen rond in de kring. Zodra ik in
mijn handen klap staat iedereen muisstil en
doet zijn/haar ogen dicht.
Vervolgens krijgt een leerling een laken over
zich heen of loopt even de klas uit.
De andere kinderen moeten proberen te
ontdekken welke leerling verdwenen is.