You are on page 1of 2

Hoe werkt het depositogarantiestelsel - De Nederlandsche Bank Page 1 of 2

De Nederlandsche Bank
Homepage > Over DNB > Veelgestelde vragen > Vragen over banken

Vragen over banken

Vraag
Hoe werkt het depositogarantiestelsel

Antwoord
Valt uw bank onder het depositogarantiestelsel?
Valt uw product onder het depositogarantiestelsel?
Valt u zelf, als rekeninghouder, onder het depositogarantiestelsel?

U kunt bij uw bank informeren of het product dat u bij die bank heeft afgesloten of wilt afsluiten onder een
depositogarantiestelsel valt. Alle banken ongeacht hun land van herkomst zijn wettelijk verplicht u hierover te
informeren.

Welke banken vallen onder het depositogarantiestelsel?


In Nederland gevestigde banken die een vergunning hebben van DNB vallen onder het depositogarantiestelsel.
Wilt u weten of uw bank in deze categorie valt? Voor een compleet overzicht verwijzen wij u naar het Wft-register.
Uw bank valt onder het depositogarantiestelsel als in de linkerkolom staat 'Uitoefenen van het bedrijf van bank
met beleggingsdiensten (2:13 lid 1)' of 'Uitoefenen van het bedrijf van bank of electronisch geldinstelling (2:12 lid
1)' of 'Kredietinstelling aangesloten bij centrale kredietinstelling (3:111)'. Elektronisch geldinstellingen vallen niet
onder het depositogarantiestelsel.

Banken die gevestigd zijn in de Europese Unie, Noorwegen, IJsland of Liechtenstein en die in Nederland vanuit een
bijkantoor werken vallen onder het depositogarantiestelsel in hun land van herkomst. Wilt u weten of uw bank in
deze categorie valt? Kijk dan in het Wft-register. Uw bank valt in deze categorie als in de linkerkolom staat
'Bijkantoor bank uit EER (2:14)'. Uw bank kan u meer vertellen over (de dekking van) het depositogarantiestelsel
uit het land van herkomst.

Als het depositogarantiestelsel in het land van herkomst een beperktere dekking kent dan het Nederlandse
depositogarantiestelsel, dan bestaat voor deze bijkantoren de mogelijkheid om aanvullend deel te nemen aan het
Nederlandse depositogarantiestelsel.

Wilt u weten of een bijkantoor aanvullend deelneemt aan het Nederlandse depositogarantiestelsel? Kijk dan in het
Wft-register. Bij bijkantoren die aanvullend deelnemen aan het Nederlandse depositogarantiestelsel is dit
aangegeven bij de toelichting.

Voor banken die niet gevestigd zijn in de Europese Unie, Noorwegen, IJsland of Liechtenstein en die in Nederland
vanuit een bijkantoor werken gelden afwijkende regels.

Welke producten vallen onder het depositogarantiestelsel?


Geld dat op lopende rekeningen, spaarrekeningen of bijzondere spaarrekeningen zoals termijndeposito's staat,
vallen onder het depositogarantiestelsel. Aandelen of obligaties aan toonder vallen niet onder het
depositogarantiestelsel. De hoofdsom van een achtergesteld deposito valt niet onder de dekking van het
depositogarantiestelsel; de rente over de hoofdsom in principe wl.

Derdenrekeningen is een verzamelnaam voor rekeningen die worden aangehouden door een rekeninghouder ten
behoeve van een of meer derde(n). Bij kwaliteitsrekeningen van notarissen en gerechtsdeurwaarders, inzake-
rekeningen, rekeningen van een stichting derdengelden, boedelrekeningen rekeningen van incasso- of
factormaatschappijen worden de derden in beginsel individueel gedekt door het depositogarantiestelsel. Bij
ervenrekeningen, rekeningen van een vereniging van eigenaren (VvE), VoF, of maatschap zijn de derden
gezamenlijk slechts eenmaal gedekt. Belangrijk te vermelden is dat bij rekeningen op naam van n
huwelijkspartner de andere partner niet gedekt is.

Welk type rekeninghouder kan een beroep doen op het depositogarantiestelsel?


Particulieren en kleine ondernemingen (te weten ondernemingen die een verkorte balans mogen publiceren)
kunnen een beroep doen op het depositogarantiestelsel.

Een kleine groep particulieren is uitgesloten van het depositogarantiestelsel. Onder deze groep vallen onder
andere de bestuurders van de bank met betalingsproblemen, mensen die een belang hebben van vijf procent of
meer in die bank of de directe familie van die personen. Ook bepaalde ondernemingen zijn uitgesloten van het
depositogarantiestelsel, zoals financile ondernemingen en overheden.

Welk bedrag wordt door het depositogarantiestelsel gegarandeerd?


Het depositogarantiestelsel garandeert een bedrag van EUR 100.000 per persoon per instelling (ongeacht het
aantal rekeningen). In het geval van een en/of rekening van twee personen geldt dit per persoon.

Wordt mijn (hypotheek)schuld verrekend met mijn tegoed?


Een minder bekend detail van het depositogarantiestelsel is, dat voordat de aanspraak op uitkering wordt
vastgesteld, er verrekend wordt. Verrekening houdt in dat de schulden van een rekeninghouder aan de bank
(zoals een hypotheek of een consumptief krediet) per datum van toepassing van de noodregeling of
faillietverklaring worden verminderd met diens bij de bank uitstaande deposito's (o.a. spaargelden en rekening-
couranttegoeden). Als er daarna een positief depositosaldo overblijft, kan de rekeninghouder in aanmerking
komen voor een uitkering volgens het depositogarantiestelsel.

In de uitvoering van het depositogarantiestelsel wordt ervan uitgegaan dat de rekeninghouder altijd gebruik
maakt van zijn mogelijkheden tot verrekening, alsof er geen DGS was geweest.

Wie betaalt het Nederlandse depositogarantiestelsel?


DNB zorgt voor de vaststelling en betaling van de uitkeringen door het Nederlandse depositogarantiestelsel en

http://www.dnb.nl/over-dnb/veelgestelde-vragen/vragen-over-banken/dnb148053.jsp 8-5-2010
Hoe werkt het depositogarantiestelsel - De Nederlandsche Bank Page 2 of 2

slaat vervolgens het door haar betaalde bedrag om over de deelnemende banken, naar rato van hun
bedrijfsomvang.

Binnen welke termijn moet er worden uitgekeerd?


Het Nederlandse depositogarantiestelsel moet in principe binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag
uitkeren. Deze maximale uitkeringstermijn van drie maanden is een Europese regel die dus ook geldt voor
depositogarantiestelsels in andere EU-landen, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein. In bijzondere gevallen kan die
termijn worden verlengd.

Hoe werkt de aanvullende deelname aan het Nederlandse depositogarantiestelsel?


Banken die gevestigd zijn in de Europese Unie, Noorwegen, IJsland of Liechtenstein en die in Nederland vanuit een
bijkantoor werken vallen onder het depositogarantiestelsel in hun land van herkomst. Als de dekking van het
depositogarantiestelsel in het land van herkomst lager is dan de dekking van het Nederlandse
depositogarantiestelsel, dan kan het bijkantoor aanvullend deelnemen aan het Nederlandse
depositogarantiestelsel. Dit houdt in dat wanneer een dergelijke bank betalingsproblemen krijgt, u, afhankelijk
van de hoogte van uw tegoed, mogelijk twee uitkeringen ontvangt. In de eerste plaats ontvangt u een vergoeding
op grond van het depositogarantiestelsel uit het land van herkomst van de betreffende bank.

Daarnaast ontvangt u mogelijk op grond van het Nederlandse depositogarantiestelsel een aanvullende uitkering.
Die aanvullende uitkering wordt als volgt berekend: [uitkering waar u recht op zou hebben gehad als het een in
Nederland gevestigde bank zou zijn geweest] - [uitkering waar u recht op heeft op grond van het
depositogarantiestelsel in het land van herkomst] = [aanvullende uitkering op grond van het Nederlandse
depositogarantiestelsel]. Een en ander is uiteraard mede afhankelijk van de voorwaarden die gelden om in
aanmerking te komen voor een uitkering van de beide depositogarantiestelsels (zie voor het Nederlandse
depositogarantiestelsel onder andere product en type rekeninghouder).

Onder welk toezicht staat een bijkantoor van een bank afkomstig uit de Europese Unie, Noorwegen,
IJsland of Liechtenstein?
Banken uit de Europese Unie, Noorwegen, IJsland of Liechtenstein mogen op grond van hun vergunning in het
land van herkomst actief zijn in andere EU-landen, Noorwegen, IJsland of Liechtenstein. Die banken hebben een
zogenaamd Europees paspoort. Zij kunnen dan bijvoorbeeld een bijkantoor openen in n van die landen. De
bank, en dus ook het bijkantoor, staat onder toezicht in het land van herkomst. Het land waar het bijkantoor is
gevestigd, houdt toezicht op de liquiditeit van het bijkantoor. Ingeval van een bijkantoor van een bank uit IJsland
of Belgi betekent dit bijvoorbeeld dat de IJslandse of Belgische toezichthouder de hoofdtoezichthouder is en dat
de Nederlandsche Bank alleen toezicht houdt op de liquiditeit van het bijkantoor.

Met welke depositogarantiestelsel(s) heb ik te maken ingeval van een bijkantoor uit de Europese Unie,
Noorwegen, IJsland of Liechtenstein?
Banken die gevestigd zijn in de Europese Unie, Noorwegen, IJsland of Liechtenstein en die in Nederland vanuit een
bijkantoor werken vallen onder het depositogarantiestelsel in hun land van herkomst. Wilt u weten of uw bank in
deze categorie valt? Kijk dan in het Wft-register. Uw bank valt in deze categorie als in de linkerkolom staat
'Bijkantoor bank uit EER (2:14)'. Uw bank kan u meer vertellen over (de dekking van) het depositogarantiestelsel
uit het land van herkomst. Het depositogarantiestelsel uit het land van herkomst is verantwoordelijk en zorgt voor
de vaststelling en betaling van uitkeringen onder dat buitenlandse depositogarantiestelsel.

Als het depositogarantiestelsel in het land van herkomst een beperktere dekking kent dan het Nederlandse
depositogarantiestelsel, dan bestaat voor deze bijkantoren de mogelijkheid om aanvullend deel te nemen aan het
Nederlandse depositogarantiestelsel. In dat geval heeft u te maken met twee depositogarantiestelsels: het
depositogarantiestelsel uit het land van herkomst en het depositogarantiestelsel in Nederland. Het
depositogarantiestelsel uit het land van herkomst is verantwoordelijk voor de vaststelling en betaling van
uitkeringen onder dat buitenlandse depositogarantiestelsel. DNB zorgt vervolgens voor de vaststelling en betaling
van de aanvullende uitkeringen door het Nederlandse depositogarantiestelsel.

Waar vind ik de regelgeving over het depositogarantiestelsel?


In het Besluit bijzondere prudentile maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft-Stb 2006
507 vindt u de regels over de toepasselijkheid en de werking van het depositogarantiestelsel.

Wij hopen u met deze informatie van dienst te zijn. Mocht u echter naar aanleiding hiervan toch nog verdere
vragen hebben, aarzelt u dan niet om contact op te nemen met de Informatiedesk via het gratis telefoonnummer
0800 - 020 1068, op werkdagen van 9.00 uur tot 17.00 uur.

Bovenstaande informatie wordt, mede naar aanleiding van de vragen die de Informatiedesk ontvangt, regelmatig
aangevuld of verduidelijkt.

Laatst gewijzigd: 4 januari 2010

Downloads

Richtlijn 94/19/EG (PDF: 37,4 Kb)

STB 2006 507 - Besluit bijzondere prudentile maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft
(PDF: 104,7 Kb)

STB 2008 581 - Reparatiebesluit Wft (PDF: 71,7 Kb)

STB 2009 277 - Wijziging Besluit bijzondere prudentile maatregelen, beleggerscompensatie en


depositogarantie Wft tot uitvoering EU-richtlijn inzake depositogarantiestelsels (PDF: 27,5 Kb)

STB 2009 306 - Wijziging Besluit bijzondere prudentile maatregelen, beleggerscompensatie en


depositogarantie Wft (PDF: 58,8 Kb)

http://www.dnb.nl/over-dnb/veelgestelde-vragen/vragen-over-banken/dnb148053.jsp 8-5-2010

You might also like