You are on page 1of 19

Participatiefonds Vlaanderen

PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN 31.03.2017

KMO-cofinanciering : handleiding
(noot : de KMO-cofinanciering vervangt Starteo/Optimeo/BA+)

INHOUDSTAFEL
I. Definities
II. Doelgroepen
III. Toegelaten investeringen
IV. Intrestvoet
V. Productnormen
VI. Overige ontvankelijkheidscriteria
VII. Leningsaanvraag
VIII. Behandeling leningsaanvraag door Participatiefonds Vlaanderen nv
IX. Achtergesteld karakter van de leningen toegekend door Participatiefonds Vlaanderen nv
X. Terbeschikkingstelling van de fondsen
XI. Betalingsachterstallen bij de tussenkomende bank
XII. Contactgegevens

I. Definities
1. Eigen inbreng
1.1 Natuurlijke persoon

Voor een natuurlijk persoon, is de « eigen inbreng » het persoonlijk aandeel in geld van de aanvrager
in de financiering van het te realiseren investeringsproject. Deze inbreng mag eveneens afkomstig
zijn van een WinWinlening toegekend aan de aanvrager, of een (converteerbare) lening met enige of
eerste vervaldag na de einddatum van de door Participatiefonds Vlaanderen nv toegekende lening.

Inbreng in natura kan aanvaard worden, mits de activa met eigen middelen verworven werden
maximaal 6 maanden voor de ontvangst van de aanvraag bij Participatiefonds Vlaanderen nv. Deze
investeringen dienen terdege gedocumenteerd te zijn (factuur, in voorkomend geval ook het
betalingsbewijs).

1.2 Rechtspersoon
De eigen inbreng voor een rechtspersoon kan gerealiseerd worden op volgende manieren :
- door de volstorting in geld van het geheel of een gedeelte van het onvolstorte deel van het
geplaatst kapitaal
- door een kapitaalsverhoging volstort in geld
- door een achtergesteld voorschot in geld van de vennoten, te blokkeren voor de volledige duur
van de lening die toegekend wordt door Participatiefonds Vlaanderen nv
- door de aanwending van de beschikbare autofinancieringsmarge op het ogenblik van de
investering, rekening houdend met de na te komen vervaldagen van de langetermijnleningen
en de te verwachten verhoging van de bedrijfskapitaalbehoeften, als gevolg van de
investering
- inbreng in natura : investeringen van de aanvrager gerealiseerd met eigen middelen maximaal
6 maanden voor de datum van ontvangst van de leningsaanvraag bij Participatiefonds
Vlaanderen nv. Deze investeringen dienen terdege gedocumenteerd te worden (factuur, in
voorkomend geval ook het betalingsbewijs)
- (converteerbare) lening waarvan de eerste of enige vervaldag in kapitaal zich situeert na de
eindvervaldag van de lening toegekend door Participatiefonds Vlaanderen nv. Deze lening
dient achtergesteld te worden t.o.v. Participatiefonds Vlaanderen nv, tenzij ze algemeen
achtergesteld zou zijn. De jaarlijkse intrestbetalingen dienen eveneens achtergesteld te
worden ten opzichte van de intrestbetalingen aan Participatiefonds Vlaanderen nv in het

1
PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 31.03.2017
betrokken kalenderjaar. Conversie in kapitaal van een converteerbare lening in kapitaal is
toegelaten zonder voorafgaandelijke toelating van Participatiefonds Vlaanderen nv wanneer de
bevoegde instanties van de ontlener daartoe zouden besluiten.
- WinWinlening

2. De eigen inbreng mag in hoofde van de inbrengers / verstrekkers van de middelen niet
afkomstig zijn van een terugbetaalbare lening of krediet afkomstig van een derde, onder welke
vorm dan ook. Het moet gaan om werkelijk vrij beschikbare liquiditeiten zonder enige
terugbetalingsverplichting in hoofde van de inbrenger of verstrekker van de financiële
middelen aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon die een tussenkomst van
Participatiefonds Vlaanderen nv wenst te bekomen.

1.3. Financiële onafhankelijkheidsgraad (solvabiliteit)

De solvabiliteit na investering zal ten minste 10% moeten bedragen.

Voor een reeds bestaande onderneming met minstens 1 afgesloten boekjaar, wordt de solvabiliteit na
investering als volgt berekend :

Eigen vermogen volgens laatste afgesloten jaarrekening


- saldo r/c zaakvoerder/aandeelhouders op het actief
+ vers geld o.v.v. kapitaal
+ WinWinlening
+ achtergestelde leningen (VVD na eindvervaldag lening
Participatiefonds Vlaanderen nv)
= aangepast eigen vermogen

Balanstotaal volgens laatste afgesloten jaarrekening


- saldo r/c zaakvoerder/aandeelhouders op het actief
+ nieuwe investeringen
- bedrag autofinanciering
= aangepast balanstotaal

De solvabiliteit is de deling van het aangepast eigen vermogen door het aangepast balanstotaal; in
percentage uitgedrukt moet de solvabiliteit groter zijn dan 10 %.

Voor een nieuw opgerichte rechtspersoon wordt rekening gehouden met het oprichtingskapitaal en
eventuele aanvullende kapitaalsverhogingen, maximaal 6 maanden voor ontvangst van de aanvraag
door Participatiefonds Vlaanderen nv.

Rekeningen-courant passief, zelfs achtergesteld, worden beschouwd als schulden voor de berekening
van de solvabiliteit. Anderzijds zullen de passiva, die aanvaard worden als eigen inbreng, ook
meegenomen worden als (uitbreiding van de) eigen middelen voor de berekening van de solvabiliteit.

Indien de op deze wijze berekende solvabiliteit lager is dan 10 %, is de aanvraag in principe


onontvankelijk. Participatiefonds Vlaanderen nv zal in dat geval contact opnemen met de aanbrenger
om na te gaan of en hoe hieraan verholpen kan worden.

Mogelijke oplossingen zijn de omvorming van rekening-courant op het passief in kapitaal (inbreng in
natura, waarderingsverslag, notariële akte), bijkomende volstorting van het geplaatst kapitaal,
aanvullende kapitaalsverhoging, aanzuivering rekening-courant op de actiefzijde ....). In voorkomend
geval zal de beslissing van Participatiefonds Vlaanderen nv de met de aanbrenger en/of aanvrager
afgesproken oplossing vermelden.

2
PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 31.03.2017
Aandachtspunten
- aanzuivering van een rekening-courant op het actief :
Indien een bestaande rekening-courant op de actiefzijde aangezuiverd wordt, zijn dit verse
gelden waarover de onderneming kan beschikken. Zij zouden dus dienstig kunnen zijn als
eigen inbreng (autofinanciering). Indien deze situatie zich voordoet, zal Participatiefonds
Vlaanderen nv uitdrukkelijk stelling nemen in verband hiermee.
- (converteerbare) lening die als eigen inbreng geldt, voorziet in een aflossingsschema dat zich
geheel of gedeeltelijk situeert voor de eindvervaldag van de door Participatiefonds Vlaanderen
nv toegekende lening : indien deze situatie zich voordoet, zal Participatiefonds Vlaanderen
nv uitdrukkelijk hieromtrent stelling nemen en de voorwaarden opnemen in het leningsvoorstel
en/of de leningsovereenkomst.

2. Aflossingsvrije periode voor terugbetaling van kapitaal

De leningnemer kan een aflossingsvrije periode voor terugbetalingen van kapitaal vragen voor 1 of 2
jaar, in functie van de behoeften zoals die blijken uit de financiële planning / het thesaurieplan. In het
kader van dossiers, ingeleid door Ban Vlaanderen waar business angels optreden als co-financier, kan
ook 3 jaar aflossingsvrije periode voor terugbetaling van kapitaal voorzien worden.

De duur van de aflossingsvrije periode voor terugbetalingen van kapitaal zit vervat in de looptijd van
de lening. Het kapitaal van een lening op 7 jaar met een aflossingsvrije periode voor terugbetalingen
van kapitaal van 1 jaar, zal derhalve terugbetaald moeten worden gespreid over de resterende 6 jaar.
Intresten dienen steeds op vervaldag betaald te worden.

3. Cofinanciers

Als co-financiers kunnen optreden :


- kredietinstellingen
- business angels (aanvraag dient ingeleid te worden via BAN Vlaanderen)
- investeringsfondsen waarmee PFV een samenwerkingsovereenkomst afgesloten heeft
- crowdfundingplatformen waarmee PFV een samenwerkingsovereenkomst afgesloten heeft

De cofinanciering door een bank dient te gebeuren onder vorm van investeringskrediet ten belope van
minstens 20 % van de globale investeringsbehoeften. De KMO-cofinanciering van Participatiefonds
Vlaanderen is complementair aan dit investeringskrediet. Het gedeelte van de tussenkomst van de
bank dat 20 % van de globale investeringsbehoeften te boven gaat mag gebeuren onder vorm van
investeringskredieten of onder vorm van commerciële kredietlijnen (kaskrediet, straight loan …).

De tussenkomst door Participatiefonds Vlaanderen nv onder vorm van een achtergestelde lening maakt
dat de kredietinstelling deze lening zal kunnen beschouwen als quasi eigen vermogen en bovendien
kan zij het eigen kredietrisico milderen.

Participatiefonds Vlaanderen komt enkel tussen voor nieuwe beroepsmatige investeringen, waarvoor
de terbeschikkingstelling van de fondsen voortvloeiend uit de co-financiering nog niet (zelfs niet
gedeeltelijk) plaatsvond in die gevallen waar de co-financier een bankinstelling is (*) .
Voorafgaandelijke goedkeuring door de bank van haar tussenkomst is niet langer een vereiste.

(*) In concrete gevallen kan Participatiefonds Vlaanderen nv toestemming verlenen voor (gedeeltelijke)
terbeschikkingstelling door de bank vooraleer Participatiefonds Vlaanderen nv zelf een beslissing genomen heeft.
De bank kan een vraag in die zin richten aan Participatiefonds Vlaanderen nv. Een gunstig antwoord van
Participatiefonds Vlaanderen nv verbindt Participatiefonds Vlaanderen nv niet voor wat betreft de toekenning van de
gevraagde lening.

3
PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 31.03.2017
4. KMO-definitie

De Europese KMO-definitie wordt hernomen als bijlage bij Verordening L187/70 van 26.06.14 :

- minder dan 250 werknemers tewerkstellen, omgerekend in voltijdse equivalenten (VTE)


- jaaromzet maximum € 50 miljoen en/of balanstotaal van maximum € 43 miljoen
- geen deel uitmaken van een groep die geen KMO meer is op basis van de regels van de
partner- en verbonden ondernemingen voor deelnemingen vanaf 25% (aanbeveling van de
Europese Commissie van 6/5/2003).

Aan deze criteria moet voldaan zijn op het moment van de aanvraag voor tussenkomst bij
Participatiefonds Vlaanderen nv, dan wel bij de start van de activiteiten (starter).

Opmerkingen :
- een vraag om tussenkomst bij de financiering van de overname van aandelen van een
onderneming, die zelf geen KMO is, is niet-ontvankelijk
- Participatiefonds Vlaanderen nv behoudt zich het recht voor de criteria inzake partner- en
verbonden ondernemingen toe te passen op de economische of juridische entiteit indien
meerdere KMO’s economisch of juridisch verbonden zijn.

II. Doelgroepen

De KMO-cofinanciering is bedoeld voor


- zelfstandigen gevestigd of die zich zullen vestigen in hoofdberoep
- rechtspersonen
- beoefenaars van vrije beroepen (met inbegrip van stagiairs indien zij zich vestigen in
hoofdberoep)

voor zover zij beantwoorden aan de Europese KMO-definitie (zie onder I, 4 hierboven) en om het even
of zij al dan niet nog als starter kunnen of moeten beschouwd worden.

III. Toegelaten investeringen


1. Algemeen

De KMO-cofinanciering is bedoeld voor de financiering van materiële, immateriële en financiële


investeringen, evenals de behoefte aan bedrijfskapitaal bij de start van de activiteit of de realisatie
van het betrokken investeringsproject. Zij is onderworpen aan de de-minimisregels inzake toelaatbare
activiteiten (zie verder onder VI, overige ontvankelijkheidscriteria).

Het investeringsplan wordt opgesteld inclusief BTW.

Uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling komen in principe niet in aanmerking voor financiering door
Participatiefonds Vlaanderen nv, maar een uitzondering is voorzien voor reeds gevestigde onderne-
mingen met bewezen winstgevendheid en een gezonde financiële structuur. Onder O&O / R&D
verstaat Participatiefonds Vlaanderen nv die activiteiten die tot doel hebben een nieuw product of
dienst op punt te stellen met het oog op een latere vermarkting ervan. Aanpassingen die gedaan
moeten worden aan een (werkend) basisproduct / software in functie van de concrete noden van een
kliënt worden niet als R&D beschouwd.

Specifiek voor projecten waar de financiering deels gebeurt via de tussenkomst van een of meerdere
business angels, zal ook het innovatief karakter van het project meegenomen worden bij de evaluatie
van het dossier, zonder dat dit evenwel een vereiste is.

4
PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 31.03.2017
Onder "project met innovatief karakter" verstaat Participatiefonds Vlaanderen nv een project dat tot
doel heeft het op de markt brengen van een nieuw product of een nieuwe service op de Belgische
markt. Daarbij kan het gaan om
- een eigen ontwikkeling van een totaal nieuw product of een nieuwe methode van
dienstverlening
- het aanbrengen van innoverende verbeteringen aan bestaande producten of diensten
- het introduceren op de Belgische markt van innoverende producten of diensten die in het
buitenland reeds op de markt zijn
- nieuwe toepassingen voor bestaande technieken / producten / services
- nieuwe concepten.

Participatiefonds Vlaanderen nv is steeds bereid om concrete dossiers te bespreken teneinde na te


gaan of de commercialisatiefase bereikt is of op korte termijn kan worden, dan wel het innovatief
karakter van het project af te toetsen.

Investeringen in onroerende goederen komen enkel in aanmerking voor zover het vastgoed betreft
voor eigen beroepsmatig en persoonlijk gebruik. In voorkomend geval kan aanvaard worden dat een
klein gedeelte van een gebouw aan derden verhuurd wordt. Onroerend goed uitsluitend bestemd voor
verhuring aan derden komt derhalve niet in aanmerking voor financiering door Participatiefonds
Vlaanderen nv. Dit geldt ook voor projectonwikkeling. Bedrijvencentra komen wel in aanmerking,
mits zij ook een aantal logistieke diensten (telefooncentrale, catering, onderhoud, administratieve
ondersteuning .....) bieden aan de ondernemingen die er zich vestigen.

Indien een gemengd onroerend goed verworven wordt (b.v. slagerij met winkel, atelier en
bovenliggend appartement voor bewoning), dient een opsplitsing gemaakt te worden tussen het
beroeps- en privé-gedeelte om de maximale tussenkomst van Participatiefonds Vlaanderen nv te
kunnen berekenen.

5
PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 31.03.2017
Praktisch voorbeeld - 1 :

Investeringsplan
Aankoop onroerend (incl.kosten) 340.000
Verbouwing winkelgedeelte 60.000
Stock 25.000
Bedrijfskapitaal 30.000
Totaal 455.000

Eigen inbreng 50.000


Bank – investeringskrediet (minimum) 63.800
KMO-cofinanciering 159.500
Aanvullende financiering 181.700
Totaal 455.000

Onroerend : 60 % beroeps/40 % privé

Investeringen die in aanmerking komen voor tussenkomst


Participatiefonds Vlaanderen nv
Onroerend - beroepsgedeelte 204.000
Verbouwing winkelgedeelte 60.000
Stock 25.000
Bedrijfskapitaal 30.000
Totaal 319.000

Theoretisch benodigde eigen inbreng voor maximale


tussenkomst Participatiefonds Vlaanderen nv : € 39.875
(1/4 van 159.500, zijnde 50 % van de globale voor
tussenkomst PFV in aanmerking komende investeringen)
Saldo te financieren 279.125
KMO-cofinanciering : 4x eigen inbreng / 50 %
investeringsbehoefte 159.500
Bank : investeringskrediet (minimum 20 % van
€ 319.000 ) 63.800

De uitgangspunten voor deze berekening zijn :


- de in aanmerking komende investeringen worden afgezonderd
- de maximale tussenkomst van Participatiefonds Vlaanderen nv bedraagt 50 % van de in
aanmerking komende investeringen
- hierop wordt de theoretisch benodigde eigen inbreng (1/4) berekend
- de minimale tussenkomst van de co-financier bedraagt 20 % van de in aanmerking komende
investeringsbehoeften.

6
PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 31.03.2017
Praktisch voorbeeld - 2

Investeringen
R&D 420.000
Materieel 330.000
Herfinanciering materieel 100.000
Bedrijfskapitaal 270.000
Totaal 1.120.000

Financieringsmiddelen
Inbreng Business Angel 50.000
Kapitaalsverhoging 500.000
IWT-subsidie 120.000
KMO-cofinanciering 200.000
Bank : investeringskrediet 250.000
Totaal 1.120.000

In aanmerking komend voor Participatiefonds Vlaanderen


Materieel 330.000
Bedrijfskapitaal 270.000
Totaal 600.000

Productkenmerken KMO-cofinanciering :
Max. 50 % van de investering voldaan
4x eigen inbreng Voldaan
Co-financier 20 % voldaan (Business Angel + kapitaalsverhoging)

2. Overname handelsfonds

Uitgangspunt is dat een handelsfonds als geheel overgenomen wordt. De overname van een
verkooppunt van een vennootschap die meerdere uitbatingspunten heeft dan wel (een) bepaalde
activiteit(en) uit een onderneminge die meerdere deelactiviteiten heeft, komt eveneens in aanmerking
voor tussenkomst van Participatiefonds Vlaanderen nv, net . Dit geldt ook voor de overname van
Bij aanvragen voor overname handelsfonds dienen gedetailleerde uitbatingscijfers van het over te
nemen (gedeelte van het) handelsfonds bezorgd te worden.

Verder zullen steeds de volgende documenten / gegevens opgevraagd worden :

- kopie van de kennisgeving van de overname van het handelsfonds per aangetekend schrijven
aan de respectievelijke instanties, samen met het bewijs van verzending en vergezeld van een
kopie van de definitieve ondertekende overname-overeenkomst van het handelsfonds, in het
kader van
(a) art. 93undecies b BTW-wetboek
(b) art. 16ter KB nr. 38 dd. 27.07.1967 betreffende de sociale zekerheid van zelfstandigen
(c) art. 442bis WIB
(d) art. 41quinquies van de wet van 27.06.1969 betreffende de sociale zekerheid van de
werknemers
(e) attest in het kader van art. 3.12.1.0.14 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit (Vlaamse
Belastingsdienst)

7
PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 31.03.2017
- hypotheekstaat met betrekking op het over te nemen handelsfonds, die geen nog bestaande en
geldige inschrijvingen mag vermelden. Indien er nog geldige inschrijvingen zouden bestaan,
dienen de voorwaarden tot handlichting gesteld door de ingeschreven schuldeiser(s) aan
Participatiefonds Vlaanderen meegedeeld te worden.

Voor meer informatie hierover verwijzen wij naar de toelichting in bijlage.

3. Overname van aandelen

De aanvrager dient de meerderheid van de aandelen over te nemen, dan wel met de over te nemen
aandelen een meerderheid te verwerven.

Bij aanvragen voor de financiering van de overname van aandelen, moet de gedetailleerde
jaarrekening van de over te nemen onderneming gevoegd worden, evenals een financiële planning in
hoofde van de overlater en in hoofde van de betrokken onderneming. De over te nemen onderneming
dient immers over de financiële middelen te kunnen beschikken die toelaten een verloning,
management fees of dividenden te laten opstromen, zonder de eigen terugbetalingscapaciteit in het
gedrang te brengen.

Er dient speciale aandacht geschonken te worden aan de eventuele toepasselijkheid van de bepalingen
van art. 329 / 430 / 629 van het Wetboek van Vennootschappen (financiële assistentie bij overname
van de aandelen van een onderneming). Indien Participatiefonds Vlaanderen nv van oordeel is, dat er
sprake kan zijn of is van financiële bijstand zoals bedoeld door de wet, zal te allen tijde het bewijs
gevraagd worden, dat de wetgeving terzake strikt nageleefd werd.

De drager van het project zal in de overgenomen vennootschap zaakvoerder/gedelegeerd bestuurder


moeten worden.

Zie ook verder onder V, 1.

IV. Intrestvoet

De intrestvoet voor een KMO-cofinanciering is gelijk aan de IRS-intrestvoet voor de betrokken


looptijd, verhoogd met 0,53 % , met een minimum van 3 %.

Bij de vergelijking van de intrestvoet toegepast door Participatiefonds Vlaanderen nv dient er terdege
rekening mee gehouden te worden dat Participatiefonds Vlaanderen nv achtergestelde leningen
toekent, dit in tegenstelling tot de door de bank toegekende leningen of kredieten.

In het leningsvoorstel wordt een indicatieve intrestvoet meegedeeld; deze indicatieve intrestvoet is
tevens de maximale intrestvoet die van toepassing zal zijn.

Bij opmaak van de leningsovereenkomst wordt de intrestvoet - die vast is voor de ganse duur van
de lening - definitief vastgelegd.

Deze intrestvoet wordt bekomen na vergelijking van de volgende 4 intrestvoeten en is de voor de


aanvrager voordeligste intrestvoet :

1° de intrestvoet vermeld in het leningsvoorstel


2° de intrestvoet (IRS + 0,53 %) zoals Participatiefonds Vlaanderen nv die bepaalt bij het opstellen
van de leningsovereenkomst
3° de intrestvoet van de bank, voor zover de periode van de vaste intrestvoet van het investerings-
krediet ten minste gelijk is aan de looptijd van de lening van Participatiefonds Vlaanderen nv.
4° de minimaal toepasselijke intrestvoet van 3 %.

Voorbeeld :
- indicatieve intrestvoet leningsvoorstel 3,5 % - looptijd 7 jaar
- IRS-intrestvoet + 0,53 % bij opmaak leningsovereenkomst 4 %
- intrestvoet toegepast door de bank 3,1 % - intrestvoet vast voor 7 jaar

8
PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 31.03.2017
De toepasselijke intrestvoet zal 3,1 % zijn.

Indien gekozen wordt voor een aflossingsvrije periode voor terugbetalingen van kapitaal van 1 jaar,
wordt geen toeslag op de van toepassing zijnde intrestvoet aangerekend. Indien gekozen wordt voor
een aflossingsvrije periode voor terugbetalingen van kapitaal van 2 jaar (of 3 jaar bij tussenkomst van
business angels en inleiding van het dossier via Ban Vlaanderen), wordt de normaal toepasselijke
intrestvoet met 0,25 % verhoogd voor de ganse duur van de lening.

Voorbeelden ter verduidelijking van de wijze waarop de toepasselijke intrestvoet bepaald wordt :

Voorbeeld 1
- indicatieve intrestvoet leningsvoorstel Participatiefonds Vlaanderen nv 4,60 % - looptijd 10 jaar
- intrestvoet bij het opstellen van de leningsovereenkomst :
Intrestvoet van de bank = 5 % vast op 10 jaar
IRS + 0,53 % = 5,20 %
--> definitieve toepasselijke intrestvoet = 4,60 %

Voorbeeld 2
- indicatieve intrestvoet leningsvoorstel Participatiefonds Vlaanderen nv 4,60 % - looptijd 10 jaar
- intrestvoet bij het opstellen van de leningsovereenkomst :
Intrestvoet van de bank = 4,50 % vast op 10 jaar
IRS + 0,53 % = 4,80 %
--> definitieve toepasselijke intrestvoet = 4,50 %

Voorbeeld 3
- indicatieve intrestvoet leningsvoorstel Participatiefonds Vlaanderen nv 4,60 % - looptijd 10 jaar
- intrestvoet bij het opstellen van de leningsovereenkomst :
Intrestvoet van de bank = 4,50 % doch 5-jaarlijks herzienbaar
IRS + 0,53 % = 5,20 %
--> definitieve toepasselijke intrestvoet = 4,60 %

V. Productnormen KMO-cofinanciering
1. Eigen inbreng

- de eigen inbreng dient minimaal 10 % te bedragen van de globale investeringsbehoefte. Wij


verwijzen naar I, 1 hierboven voor de bepalingen in verband met de herkomst van de eigen
inbreng of de wijze waarop de eigen inbreng gerealiseerd kan worden.

Kaskredieten en borgstellingskredieten (voorbeeld : huurgarantie) worden in principe niet


meegenomen voor de berekening van de minimale eigen inbreng, tenzij het kaskrediet
elementen andere dan behoefte bedrijfskapitaal financiert die strikt noodzakelijk zijn voor de
opstart van de activiteit.

2. Minimum- en maximumbedrag

Het minimumbedrag voor een KMO-cofinanciering is 7.500 €, het maximumbedrag 350.000 €.

De tussenkomst van Participatiefonds Vlaanderen nv onder vorm van een KMO-cofinanciering wordt
beperkt tot het kleinste van volgende bedragen :

- maximumbedrag € 350.000
- 4x de eigen inbreng
- 50 % van de voor tussenkomst van Participatiefonds Vlaanderen nv in aanmerking
komende investeringsbehoeften

9
PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 31.03.2017
3. Overname van aandelen

In geval van overname van aandelen is de waarde van de transactie de volledige overnameprijs. Met
de soms vooropgestelde redenering dat deze prijs verminderd wordt met de uitkering van een
superdividend kan geen rekening gehouden worden. Een dividend kan immers uitsluitend aan
aandeelhouders toegekend worden. Het verlenen van een voorschot vooraleer de eigendomsover-
dracht van de aandelen plaats vond, zal in het toepassingsgebied van art. 329/430/629 Wetboek van
Vennootschappen vallen.

In dergelijke gevallen dient derhalve voorzien te worden in een financiering door de overlater
(betalingsuitstel, zelfs indien van uiterst korte duur) en dit bedrag maakt integraal deel uit van de
waarde van de transacties.

Voorbeeld
Overnameprijs : 2.000.000
Te betalen bij ondertekening 1.000.000
Superdividend 1.000.000
Benodigde eigen inbreng 200.000
Montage
Eigen inbreng 200.000
KMO-cofinanciering (maximaal) 350.000
Vendor loan 1.000.000
Bank 450.000

4. Bepaling bedrag van de tussenkomst van de co-financier

De tussenkomst van de co-financier bedraagt ten minste 20 % van de voor tussenkomst van
Participatiefonds Vlaanderen nv in aanmerking komende investeringen. Het saldo na tussenkomst van
Participatiefonds Vlaanderen nv, co-financier en minimale eigen inbreng mag gefinancierd worden op
om het even welke wijze.

De tussenkomst van 20 % dient steeds gerealiseerd te worden door een enkele partij.

5. Looptijd van de KMO-cofinanciering

De looptijd van een KMO-cofinanciering is minimaal 3 jaar en ten hoogste 10 jaar; de gekozen looptijd
dient rekening te houden met de thesaurietabellen op basis van de prognose en de aard van de
investeringen.

De looptijd van de minimale tussenkomst van de co-financier onder vorm van leningen / investerings-
kredieten is ten minste gelijk aan de looptijd van de bij Participatiefonds Vlaanderen nv gevraagde
KMO-cofinanciering, verminderd met 2 jaar.

Voorbeeld :
- tussenkomst van de co-financier met looptijd 5 jaar kan gecombineerd
worden met een KMO-cofinanciering met een looptijd van 5, 6 of 7
jaar
- tussenkomst van de co-financier met looptijd 8 jaar kan gecombineerd
worden met een KMO-cofinanciering met een looptijd van 9 of 10 jaar

10
PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 31.03.2017
6. Aflossingsvrije periode voor aflossingen in kapitaal

Een aflossingsvrije periode voor terugbetalingen van kapitaal kan gevraagd worden voor 1 of 2 jaar.
Indien geopteerd wordt voor 2 jaar (of 3 jaar; zie hiervoor), dient dit terdege verantwoord te worden
op basis van de prognose en de thesaurietabel. Participatiefonds Vlaanderen zal de toekenning van
een aflossingsvrije periode voor terugbetalingen van kapitaal uitdrukkelijk opnemen in de beslissing.
Bij tussenkomst van een of meerdere business angels (dossier ingeleid via Ban Vlaanderen), kan
eveneens een aflossingsvrije periode voor terugbetalingen van kapitaal gevraagd worden met een
duurtijd van 3 jaar, mits dit onderbouwd wordt door de prognose en de thesaurietabel.

Intrestbetalingen en terugbetalingen van kapitaal gebeuren in principe op maandelijkse basis.


Mits terdege onderbouwde aanvraag, kan ook driemaandelijkse betaling toegestaan worden.
Inzake terugbetaling van kapitaal is er keuze tussen een systeem van vaste mensualiteiten
(bedragen in intrest en kapitaal elk variabel) of een systeem van vaste kapitaalsaflossingen.

7. Opnametermijn

De opnametermijn bedraagt 1 jaar te rekenen vanaf de datum van goedkeuring van de


leningsaanvraag door Participatiefonds Vlaanderen nv; dit kan op aanvraag verlengd worden met
maximaal 6 maanden (12 maanden voor nieuwbouw). Participatiefonds Vlaanderen nv kan in concrete
situaties uitzonderingen toestaan.

VI. Overige Ontvankelijkheidscriteria

Naast de productnormen - waaraan in alle omstandigheden voldaan dient te worden op het ogenblik
van toekenning / terbeschikkingstelling van de lening door Participatiefonds Vlaanderen nv - gelden
volgende ontvankelijkheidscriteria :

- de ondernemer of de achterstaande persoon van de vennootschap aan wie de lening van


Participatiefonds Vlaanderen nv toegekend wordt, dient zich te vestigen als zelfstandige in
hoofdberoep
- de aanvrager dient te beantwoorden aan de Europese KMO-definitie (zie onder I, 4 hiervoor).
Indien de norm inzake aantal voltijdse equivalenten overschreden wordt, kan Participatiefonds
Vlaanderen nv niet tussenkomen, ook al zijn de andere twee criteria gerespecteerd
- de aanvrager of de achterstaande persoon van de vennootschap aan wie de lening van
Participatiefonds Vlaanderen nv toegekend wordt, dient ZELF te beschikken over de toegang
tot het beroep indien de voorgenomen activiteit een gereglementeerd beroep behelst.
Bij kredietverlening aan een vennootschap, zal de achterstaande persoon die de toegang tot
het beroep aanbrengt, meerderheidsaandeelhouder moeten zijn (50-50 is eveneens
aanvaardbaar) en (co-)zaakvoerder of (co-)gedelegeerd bestuurder
- terbeschikkingstelling door de kredietinstelling van de door haar toegekende investerings-
kredieten : zie onder I, 3 hierboven
- in het kader van de minimis is uitgesloten :
- tussenkomst voor financiering van landbouwactiviteiten
- tussenkomst voor de financiering van rollend materieel bestemd voor vervoer van
goederen voor rekening van derden in de transportsector
- financiering van exportgerichte activiteiten (voorbeeld : verkoopkantoor in het
buitenland)
- financiering van tradingactiviteiten wordt uitgesloten van tussenkomst door Participatiefonds
Vlaanderen nv
- Participatiefonds Vlaanderen nv komt niet tussen in verrichtingen waar dezelfde natuurlijke
persoon / personen verschijnt / verschijnen aan beide uiteinden van de verrichting (ten titel
van voorbeeld : natuurlijke persoon verkoopt het door hem uitgebate handelsfonds aan een
nieuwe vennootschap, waar hij zelf de meerderheid van de aandelen in bezit).

Wanneer een natuurlijke persoon zijn handelsfonds verkoopt aan een nieuwe vennootschap,
waarin hijzelf voor 20 % deelneemt en de overnemer voor 80 %, dan zal tussenkomst mogelijk
zijn, doch enkel op basis van 80 % van de overnameprijs. Terzake wordt dezelfde redenering
gevolgd als onder III,1.

11
PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 31.03.2017
- de terugbetalingscapaciteit moet aangetoond zijn uiterlijk op het einde van het 2e jaar (in
geval van co-financiering door business angels op het einde van het 3e jaar) waarin de
activiteit wordt uitgeoefend. Zij wordt berekend op basis van de prognose en rekening
houdend met alle terugbetalingsverplichtingen. Voor natuurlijke personen worden
eveneens de voorzieningen voor levensonderhoud en betaling van privé-lasten (leningen,
huur) in aanmerking genomen.
- het maximale risico op éénzelfde debiteur of groep van debiteuren bedraagt € 350.000
- herfinanciering van bestaande schulden is uitgesloten. Schulden ouder dan 3 maanden op
de dag van ontvangst van de leningsaanvraag door Participatiefonds Vlaanderen nv
worden beschouwd als bestaande schulden.
- Participatiefonds Vlaanderen nv komt enkel tussen voor investeringen gedaan door hetzij een
aanvrager die woont of zijn maatschappelijke zetel heeft in het Vlaamse Gewest wiens project
gerealiseerd wordt op Belgisch grondgebied, hetzij een aanvrager die zijn woonplaats of
maatschappelijke zetel heeft buiten het Vlaamse Gewest, doch wiens project gerealiseerd
wordt op grondgebied van het Vlaamse Gewest.

VII. Leningsaanvraag

De leningsaanvraag kan als volgt ingeleid worden bij Participatiefonds Vlaanderen nv :


- door een kredietinstelling, die optreedt als co-financier en tussenkomt met een
investeringskrediet
- door BAN Vlaanderen in geval van co-financiering door een of meerdere business angels, van
wie er minstens 1 lid dient te zijn van BAN Vlaanderen
- het investeringsfonds dat optreedt als co-financier en met wie Participatiefonds Vlaanderen
nv een samenwerkingsovereenkomst heeft afgesloten
- een crowdfundingsplatform waarmee Participatiefonds Vlaanderen nv een samenwerkings-
overeenkomst afgesloten heeft
- rechtstreeks (behoudens bij tussenkomst van business angels, waar inleiding via BAN
Vlaanderen verplicht is).

Het aanvraagformulier (model in bijlage) bestaat uit 2 delen :


- een deel in te vullen en te ondertekenen door de aanvrager zelf
- aanvraagformulier - deel activiteit (in dit deel van het formulier mag verwezen worden naar
ondernemingsplan of andere nuttige informatie in bijlage)

Bij indiening door een co-financier dient tevens het formulier "cofinancier" bezorgd te worden.

Alle formulieren zijn beschikbaar op de website van Participatiefonds Vlaanderen nv.

Samen met het aanvraagformulier worden alle relevante documenten en informatie (voor zover
beschikbaar) bezorgd teneinde Participatiefonds Vlaanderen nv toe te laten een beslissing te nemen,
zoals :
- beslissing + analysenota (bij indiening via een kredietinstelling)
- financieel plan / business plan, inclusief prognose voor de eerstvolgende 3 jaar en adequate
beschrijving/onderbouwing van de investeringsbehoefte
- gedetailleerde jaarrekeningen (3 jaar)
- leesbare kopie voor- en keerzijde van de identiteitskaart van de bij het project betrokken
natuurlijke personen
- overname-overeenkomst handelsfonds, aandelen
- ontwerp-statuten ....
- waarderingsverslag onroerend goed, over te nemen handelsfonds of aandelen ...
- concessie-overeenkomst
- franchise-overeenkomst

Het door de co-financier in te vullen formulier moet enkel de nieuwe financieringen / investeringen in
het kader van het investeringsplan waarvoor tussenkomst van Participatiefonds Vlaanderen nv
gevraagd wordt, vermelden.

12
PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 31.03.2017
VIII. Behandeling van een leningsaanvraag en administratieve afwerking van
goedgekeurde leningsaanvragen

1. Ontvangstmelding
- via mail aan de aanbrenger
- per post aan de aanvrager

2. Analyse
- nagaan of de aanvraag ontvankelijk is
- indien info ontbreekt of verduidelijkingen nodig zijn, neemt Participatiefonds Vlaanderen nv
contact op met de co-financier / aanbrenger of met de aanvrager (bij rechtstreekse indiening)
- Participatiefonds Vlaanderen nv neemt de eventuele waarborgpositie van de co-financier mee
als element in de evaluatie, maar mengt zich geenszins in de souvereine beslissing van de co-
financier terzake

3. Beslissing
- alle beslissingen worden genomen door het Kredietcomité, dat minstens 1x per week zitting
heeft
- goedkeuring aanvraag : wordt meegedeeld aan de co-financier/aanbrenger (bij rechtstreekse
indiening : de aanvrager) uiterlijk de 1e werkdag volgend op de beslissing van het
Kredietcomité; het leningsvoorstel wordt via electronische weg overgemaakt aan de co-
financier / aanbrenger of de aanvrager (bij rechtstreekse indiening). Indien de aanvraag
ingeleid werd door de co-financier, wordt de aanvrager per brief of electronisch verwittigd over
het feit dat een beslissing genomen werd en dat deze overgemaakt is aan de co-financier /
aanbrenger.
- weigering aanvraag : wordt meegedeeld aan de co-financier / aanbrenger (aanvrager bij
rechtstreekse indiening) uiterlijk de 1e werkdag volgend op de beslissing van het
Kredietcomité; de elementen van weigering worden via electronische weg overgemaakt aan
de co-financier / aanbrenger of aanvrager (rechtstreekse indiening). De aanvrager wordt er
per brief verwittigd over het feit, dat een beslissing genomen werd, en dat deze meegedeeld
werd aan de co-financier / aanbrenger (behoudens bij rechtstreekse indiening).

- aanvraag niet ontvankelijk : de reden van niet-ontvankelijkheid wordt meegedeeld aan de


betrokken partijen zoals hierboven omschreven.

4. Afhandeling van een goedgekeurde leningsaanvraag


- de co-financier / aanbrenger / aanvrager (bij rechtstreekse indiening) deelt het akkoord van de
aanvrager met de voorwaarden en modaliteiten van het leningsvoorstel mee aan
Participatiefonds Vlaanderen nv.
- de leningsovereenkomst wordt opgemaakt door Participatiefonds Vlaanderen nv en via
electronische weg aan de co-financier / aanbrenger of aanvrager (bij rechtstreekse indiening)
verzonden
- de co-financier / aanbrenger of aanvrager maakt een afdruk en bezorgt een door de
aanvrager "voor akkoord" ondertekende versie terug aan Participatiefonds Vlaanderen nv
- nagaan of voorwaarden vervuld en waarborgen gevestigd zijn
- indien alle voorwaarden vervuld en alle waarborgen gevestigd zijn, kan overgegaan worden tot
terbeschikkingstelling van de lening.

5. Wedervoorlegging van een geweigerde leningsaanvraag


Aanvrager en/of co-financier / aanbrenger kunnen aanvullende informatie in antwoord op de
elementen van weigering bezorgen aan Participatiefonds Vlaanderen nv. Op basis van de nieuwe
gegevens, zal Participatiefonds Vlaanderen nv het dossier opnieuw evalueren en een beslissing nemen
(toekenning van de lening, dan wel bevestiging van de weigering, die daardoor definitief wordt).

13
PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 31.03.2017
6. Opvragen aanvullende informatie / documenten
Participatiefonds Vlaanderen nv kan aan zijn beslissing voorwaarden koppelen, die kunnen slaan op het
bezorgen ter evaluatie van bepaalde inlichtingen dan wel documenten (waarderingsverslagen,
overeenkomsten .....). Participatiefonds Vlaanderen nv beslist souverein over de elementen waarover
het geïnformeerd wenst te worden en of de verstrekte informatie aan zijn verwachtingen beantwoordt.

Participatiefonds Vlaanderen nv zal hierover in voorkomend geval met de co-financier / aanbrenger (of
aanvrager bij rechtstreekse indiening) overleggen vooraleer een beslissing te nemen, zonder dat een
eventuele mening van de co-financier / aanbrenger bindend zal kunnen zijn voor Participatiefonds
Vlaanderen nv.

IX. Achtergesteld karakter van de leningen van Participatiefonds Vlaanderen nv

De leningen toegekend door Participatiefonds Vlaanderen nv zijn achtergesteld.

Dat betekent, dat zij ingeval van samenloop (de facto thans dus alleen bij faillissement) slechts zullen
voldaan worden nadat alle andere schuldeisers (bevoorrechte, niet bevoorrechte) terugbetaald werden.

Voor de analyse en beoordeling van een kredietaanvraag, zal de bank de achtergestelde lening
beschouwen als een uitbreiding van het eigen vermogen, wat de toegang tot bankfinanciering
gemakkelijker maakt.

De enige uitzondering op deze achterstelling is de situatie waar Participatiefonds Vlaanderen nv de


door hem toegekende lening opzegt vooraleer er samenloop tussen de schuldeisers zou bestaan, de
facto thans alleen in geval van faillissement.

X. Terbeschikkingstelling van de fondsen

Principieel worden de financiële middelen voorzien in het investerings-en financieringsplan aangewend


als volgt : vooreerst de eigen inbreng, vervolgens de door de co-financier toegezegde tussenkomst
(met uitzondering van kaskrediet toegekend door een kredietinstelling) en tenslotte de lening(en)
toegekend door Participatiefonds Vlaanderen nv.

Participatiefonds Vlaanderen nv kan op deze principes uitzonderingen toestaan, mits een terdege
gemotiveerde aanvraag in die zin (voorbeeld : 1e aanbetaling bij leasing).

De co-financier waakt erover, dat het investeringsplan nageleefd wordt.

De vraag om terbeschikkingstelling van de fondsen gebeurt door de co-financier aan de hand van het
daartoe voorziene formulier (model in bijlage; beschikbaar op de website van Participatiefonds
Vlaanderen nv).

In principe betaalt Participatiefonds Vlaanderen nv leveranciers of andere schuldeisers van de


begunstigde van de lening rechtstreeks, maar indien de begunstigde van de lening reeds zelf
betalingen verrichtte, kunnen de gelden ook overgemaakt worden aan de begunstigde van de lening.
Dit zal trouwens met de bedragen voorzien voor thesaurie steeds het geval zijn.

Participatiefonds Vlaanderen nv heeft het recht bij de co-financier of de aanvrager de verrechtvaar-


digingsstukken in het kader van de aanwending van de financiële middelen te vragen.

XI. Betalingsachterstallen bij de co-financier (indien van toepassing)

De co-financier informeert Participatiefonds Vlaanderen nv over :


- betalingsachterstallen van 3 maanden of meer voor wat betreft de eventuele kredieten
toegekend door de cofinancier op het moment van het aangaan van de KMO-cofinanciering
- het voornemen over te gaan tot omzetting van een hypothecair mandaat in het kader van
de tussenkomst van de co-financier
- opzeg / beëindiging van de overeenkomst tussen de co-financier en de aanvrager /
kredietnemer

14
PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 31.03.2017
XII. Contactgegevens

Participatiefonds Vlaanderen nv
Oude Graanmarkt 63
1000 Brussel

Telefoon : 02.229.53.10
Fax : 02.229.52.31

Website : www.participatiefonds.be

e-mail : Participatiefonds@pmv.eu

Mailboxen enkel te gebruiken door kredietinstellingen :


- indienen van aanvragen (enkel door de tussenkomende bank) : Aanvragen.PFV@pmv.eu
- vragen in verband met concrete projecten : FO.PFV@pmv.eu

15
PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 31.03.2017
Bijlage 1

OVERNAME HANDELSFONDS : toelichting

Deze toelichting heeft tot doel informatie te verstrekken met het oog op het vermijden van
dubbele betaling van de overnameprijs van het handelsfonds en het bekomen van zekerheid
dat de overnemer niet gestoord zal worden in het bezit van het overgenomen handelsfonds

I. Fiscale en sociale schulden

Bij overname van een handelsfonds is het noodzakelijk zekerheid te verwerven omtrent het feit of de
overlater zijn fiscale en/of sociale schulden (BTW, directe belastingen, sociale bijdragen en RSZ)
voldaan heeft en er m.a.w. geen openstaande vorderingen zijn bij de betrokken administraties.

Indien de overlater nog fiscale en/of sociale schulden heeft op het moment van de
overdracht, en indien de overnameprijs reeds geheel of gedeeltelijk aan hem betaald is,
loopt de overnemer het risico deze fiscale en/of sociale schulden van de overlater te moeten
betalen (met als maximum het bedrag dat reeds aan de overlater betaald werd in het kader
van de overname van het handelsfonds).

De overnemer loopt met andere woorden het risico de overnameprijs 2 maal te moeten
betalen!

Teneinde problemen op dit vlak te vermijden, moet volgende procedure gevolgd worden :

 De overlater moet - als enige daartoe gemachtigde - een certificaat aanvragen dat bevestigt
dat hij geen enkele fiscale en/of sociale schuld heeft op het moment van de aanvraag van het
certificaat. Dit certificaat dient aangevraagd te worden - in twee exemplaren - aan volgende
instanties, bevoegd op het moment van de aanvraag voor de woonplaats of maatschappelijke
zetel van de overlater :
1. de ontvanger der directe belastingen (art. 442bis WIB)
2. de ontvanger van de BTW (art. 93 undecies BTW-wetboek)
3. het Sociaal Verzekeringsfonds voor Zelfstandige Ondernemers
(SVMB)(art. 16ter KB n° 38 van 27.07.1967)
4. de instantie belast met het innen van de RSZ-bijdragen
(art. 41quinquies van de wet van 27.06.1969 op de maatschappelijke
zekerheid der arbeiders).
5. Vlaamse Belastingdienst (attest in het kader van art. 3.12.1.0.14 van de
Vlaamse Codex Fiscaliteit)
 De respectievelijke ontvangers (BTW en directe belastingen), het sociaal verzekeringsfonds en
de instantie belast met het innen van bijdragen voor sociale zekerheid, leveren het gevraagde
certificaat af binnen 30 dagen, BEHALVE als er fiscale en/of sociale schulden zijn, als er een
fiscale controle aan de gang of aangekondigd is dan wel indien er een vraag om inlichtingen
gesteld werd door of aan de betrokken administratie.
 Deze certificaten zijn geldig gedurende 30 dagen vanaf de datum van afgifte. De overnemer
kan dan de overnameovereenkomst van het handelsfonds ondertekenen.

Aandacht : de overnemer dient een kopie van de elk van de certificaten, samen
met een voor eensluidend verklaarde kopie van de overname-overeenkomst van het
handelsfonds te sturen aan de respectievelijke ontvangers, bevoegd voor de
woonplaats of de maatschappelijke zetel van de overlater, evenals aan het Sociaal
Verzekeringsfonds en de instantie belast met het innen van de RSZ-bijdragen.

 Van zodra deze stappen binnen de geldigheidsduur van de certificaten uitgevoerd zijn, kan de
overnemer de overnameprijs betalen zonder het risico te lopen door de betrokken
administraties aangesproken te worden voor eventuele schulden van de overlater. De
overdracht is onmiddellijk tegenstelbaar tegenover de betrokken administraties.

16
PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 31.03.2017
De overnemer dient een kopie van de verstuurde documenten en het bewijs van de aangetekende
verzending te bewaren. Deze documenten zullen door Participatiefonds Vlaanderen nv en/of door
de bank opgevraagd worden in het kader van de door hen toegekende kredieten of leningen.

Indien één of meerdere certificaten niet meer geldig is of zijn, kan de overlater een nieuw
certificaat of nieuwe /certificaten vragen; de geldigheidsduur zal opnieuw 30 dagen zijn.

Indien de overlater weigert de certificaten aan te vragen, is het raadzaam niets aan de
overlater te betalen (ook geen voorschot !) vooraleer de termijn binnen dewelke de
administraties een vordering kunnen instellen, verstreken is.

Om te vermijden dat de overnemer eventuele fiscale en/of sociale schulden van de overlater zou
moeten betalen, dient de overnemer als volgt tewerk te gaan :
- de overnemer zendt per aangetekend schrijven een voor eensluidend verklaarde kopie van de
overnameovereenkomst van het handelsfonds naar de ontvanger van de directe belastingen,
de BTW-ontvanger, het sociaal verzekeringsfonds en de instantie belast met het innen van de
bijdragen voor sociale zekerheid. De overnemer dient van deze zending een kopie bewaren,
evenals het bewijs van aangetekende verzending.
- de overnemer moet wachten met betaling van de overnameprijs tot de eerste dag van de
tweede maand volgend op de datum van verzending omdat de ontvanger(s) over die termijn
beschikt/beschikken om te reageren en een vordering in te stellen. De overnemer loopt het
risico om ten belope van de door hem betaalde bedragen aan de overlater, diens fiscale of
sociale schulden te moeten voldoen. De administratie beschikt daarbij over uitgebreide
bevoegdheden om deze bedragen in te vorderen, met inbegrip van beslaglegging op het geheel
of de bestanddelen van het overgenomen handelsfonds.

De overlater kan vanzelfsprekend ook akkoord gaan met een rechtstreekse betaling door de
overnemer aan de betrokken administratie, waarbij deze betalingen aangerekend worden op de
verkoopprijs van het handelsfonds. Dit dient terdege vastgelegd te worden in de overname-
overeenkomst dan wel een avenant bij die overeenkomst.

Meer informatie hierover kan o.a. geraadpleegd worden op de website van FOD Financiën

http://www.fiscus.fgov.be/interfainvnl/Vragen/Handelsfonds.htm

II. Schuldvorderingen van kredietinstellingen op de overlater, gedekt door een


inschrijving op het over te nemen handelsfonds

Er dient eveneens zekerheid bekomen te worden dat geen enkele derde enig recht kan doen
gelden op het geheel of bepaalde bestanddelen van het door de overnemer overgenomen
handelsfonds.

Het handelsfonds dat overgenomen wordt, kan mogelijkerwijze belast zijn met een inschrijving in het
voordeel van een kredietinstelling (Wet 25.10.1919). Bovendien kunnen bepaalde bestanddelen
(machines, uitrustingsgoederen, rollend materieel) bezwaard met het voorrecht van de onbetaalde
verkoper (art. 20,5 Hypotheekwet van 16.12.1851).

De overnemer loopt derhalve het risico dat het overgenomen handelsfonds of delen ervan, in beslag
genomen wordt/worden of verkocht indien de overlater niet al zijn schulden betaald heeft aan de
kredietinstelling, in wier voordeel de inschrijving genomen werd of die gesubrogeerd werd in het
voorrecht van de onbetaalde verkoper.

De inschrijving op het handelsfonds volgt het handelsfonds en niet de eigenaar.

Enkel een hypothecair onderzoek op het adres en het ondernemingsnummer van het betrokken
handelsfonds kan uitsluitsel brengen of er al dan niet een inschrijving genomen werd. De vraag
daartoe moet gericht worden aan het hypotheekkantoor van het arrondissement waaronder het
handelsfonds ressorteert. Iedere belanghebbende kan een staat van de inschrijvingen op een
handelsfonds vragen.

17
PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 31.03.2017
Indien het handelsfonds vrij en onbelast is, is er in principe geen gevaar dat een kredietinstelling het
overgenomen handelsfonds in beslag kan nemen en/of te gelde kan laten maken.

Indien er evenwel inschrijvingen op het handelsfonds bestaan, dan moet de overnemer aan de
overlater een document vragen, uitgaande van de kredietinstelling die pandhoudende schuldeiser is,
met vermelding van de voorwaarden waaronder zij bereid is handlichting te geven van de inschrijving
in haar voordeel. In de meeste gevallen zal de kredietinstelling de betaling van alle openstaande
schulden gedekt door de inschrijving in haar voordeel, vragen.

Teneinde de kosten van handlichting uit te sparen, kan Participatiefonds Vlaanderen nv genoegen
nemen met een verklaring uitgaande van de pandhoudende kredietinstelling, ondertekend door de
daartoe gerechtigde mandatarissen van de betrokken kredietinstelling, waarin verklaard wordt, dat de
inschrijving op het over te nemen handelsfonds zonder voorwerp is. In dezelfde verklaring dient de
betrokken kredietinstelling er zich toe te verbinden geen nieuwe kredieten toe te kennen die gedekt
zouden zijn door de bestaande inschrijving op de handelszaak.

Indien de procedure voor handlichting ingezet werd, kan ook genoegen genomen worden met een
desbetreffende verklaring van de betrokken kredietinstelling.

Indien de overlater in voorkomend geval niet over voldoende financiële middelen beschikt om de
vordering van de kredietinstelling te voldoen, zal hij akkoord moeten gaan met betaling van (een
gedeelte van) de overnameprijs aan de betrokken financiële instelling.

De overnemer heeft er in ieder geval belang bij om in de overnameovereenkomst van het


handelsfonds een verklaring van de overlater op te nemen, waarin hij verklaart en garandeert:
- dat het handelsfonds vrij en onbelast is,
- dat de samenstellende delen van het handelsfonds door geen enkel voorrecht bezwaard zijn of
niet in pand gegeven werden onder welke vorm ook.

In het tegenovergestelde geval, zal de overlater alle voorrechten / lasten vermelden en er zich toe
verbinden de voorwaarden waaronder deze voorrechten en lasten gelicht kunnen worden te vragen,
dan wel deze mee te delen.

In dergelijke situaties is het aan te bevelen niet tot betaling in het kader van de overname over te
gaan teneinde ook hier het risico niet te lopen een 2e maal te moeten betalen. Bovendien geldt hier
de beperking tot de reeds aan de overlater betaalde bedragen, niet !

Belangrijke opmerking: indien een notaris schriftelijk bevestigt dat hij alle formaliteiten
vervult voor de overname van het handelsfonds, volstaat het om een kopie van dit attest
over te maken aan Participatiefonds Vlaanderen nv.

18
PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 31.03.2017
Volgende documenten zijn beschikbaar op onze website www.pmvz.eu / KMO-cofinanciering / KMO-
cofinanciering aanvragen / Aanvraagformulieren

Bijlage II : formulier aanvrager


Bijlage III : formulier co-financier
Bijlage IV : aanvraag - deel activiteit
Bijlage V : vraag tot terbeschikkingstelling

19
PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN NV - KMO-cofinanciering - handleiding – 31.03.2017

You might also like