You are on page 1of 33

lOMoARcPSD|19722778

IBO werkgroepen 1-5 2019

Inleiding Belastingheffing Ondernemingen (Universiteit van Amsterdam)

Studeersnel wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit


Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)
lOMoARcPSD|19722778

COLLEGE 1 - TOTAALWINST EN SUBJECT

OPGAVE 1
De vennootschap onder firma ‘Financial Result’ is gespecialiseerd in het
optimaliseren van fiscale verlies posities. Ten tijde van de economische crisis is het
bedrijf snel gegroeid. Inmiddels bestaat de VOF uit 15 vennoten, waarvan het
merendeel uit BV’s bestaat. De overige vennoten zijn natuurlijke personen.

Vraag 1a) Is de VOF zelfstandig belastingplichtig voor de inkomstenbelasting en/of de


vennootschapsbelasting?

VOF is niet zelfstandig belastingplichtig, maar is fiscaal transparant. VOF heeft geen
rechtspersoonlijkheid. Achterliggers worden belast.

Het jaar 2018 blijkt een bijzonder goed jaar te zijn. De VOF realiseert een omzet van 5 miljoen.
Na aftrek van de kosten resteert 4,5 miljoen om onder de vennoten te verdelen. Omdat de
verdeling pas kan plaatsvinden nadat de jaarrekening is opgemaakt keert de VOF haar winst
drie maanden na afloop van ieder boekjaar uit. De vennoot ‘Tolsma Beheer BV’ ontvangt eind
maart 2019 een bedrag van 225.000.

Vraag 1b) Geef op welke wijze en op welk tijdstip het bedrag van 225.000 in de belastingheffing
wordt betrokken.

Op welke wijze: 20% wordt toegerekend

Op welk tijdstip: het jaar waarin de winst wordt gemaakt bij de VOF. Bij BV is zelf belastingplichtig,
dan wordt die belast. Als in een later jaar eerdere winst wordt uitgekeerd, dan is het dividend belast in
dat jaar.

Vraag 1c) Wijzigt uw antwoord op vraag 1b indien Tolsma Beheer BV eind maart 2019 niet het
gehele bedrag van 225.000 gestort kreeg, maar slechts 150.000 (en 75.000 in de VOF
achterblijft)?

Dit doen ze omdat ze een deel willen investeren in vastgoed voor de VOF. Het antwoord op vraag 1b
verandert niet.

Aankoop van een pand verlaagt niet de winst, de afschrijvingen die daar later op volgen verlagen wel
de winst.

OPGAVE 2
De stichting ‘Gooische Helden’ is in 2013 opgericht en houdt zich bezig met de exploitatie van
een poppodium. De Stichting biedt beginnend talent de mogelijkheid om voor een groot
publiek op te treden. Tot en met 2016 kreeg de Stichting subsidie van de gemeente. Met de
beëindiging van de subsidiestroom moest de Stichting ‘commerciëler’ worden. Dat was een
uitdaging, maar vanaf 2017 heeft de Stichting een jaarlijks exploitatie overschot. In 2018 heeft
de Stichting een bedrag van 1,8 miljoen geërfd van de - veel te jong overleden - volkszanger
Jordy Veensteker. Jordy droeg de stichting een warm hart toe. Want door de inzet van de
Stichting was het voor Jordy mogelijk om nationaal door te breken.

De balans van de Stichting ziet er ultimo 2018 als volgt uit:

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

Er werken veel vrijwilligers bij de Stichting. Deze vrijwilligers krijgen geen geldelijke
vergoeding voor hun inzet.
Vraag - Geef aan op welke wijze en voor welk bruto bedrag Stichting in de belastingheffing
wordt betrokken.

WIJZE: Art. 2 lid 1 sub e Vpb: voor zover activiteiten objectief winst beogen. Stichting heeft een
poppodium en bezit geld.

VOOR WELK BEDRAG:


Poppodium, onderneming?
1. duurzaam: ja
2. kapitaal en arbeid: ja
3. deelname economisch verkeer: ja
4. winstoogmerk: ja

Pot geld, onderneming?


1. duurzaam: ja
2. kapitaal en arbeid: ja
3. deelname economisch verkeer: ja
4. winstoogmerk: ja

→ passief beleggen: normaal vermogensbeheer.


→ actief beleggen: meer dan normaal vermogensbeheer; dan wordt het belast.
Het verschil zit ‘m in of er risico wordt genomen en/of arbeid wordt verricht waardoor het rendement
hoger is dan bij normaal vermogensbeheer.

Als de pot geld niet belegd wordt dan is het geen onderneming en wordt het niet belast.

OPGAVE 3
Stefan Meijer is directeur en enig aandeelhouder van Meijer Interior Design BV. In 2013 heeft
de BV aan Stefen een mooie auto ter beschikking gesteld. De cataloguswaarde van deze auto
bedroeg 80.000. Vanwege het privé gebruiken van de auto heeft Stefan een jaarlijkse bijtelling
van 20.000 in de loonbelasting. Omdat Stefan het zonde vindt om een bijtelling te betalen voor
een relatief oude auto besluit hij om de auto aan privé over te dragen. Op maandag 13 maart
2018 rijdt Stefan naar het postkantoor om de auto op zijn privé naam te zetten. Hij vraagt zijn
boekhouder een factuur op te stellen voor de overdracht. De waarde waarvoor de auto aan

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

privé wordt verkocht bedraagt 5.000. De boekwaarde van de auto bedraagt op het moment van
overdracht 18.000. Op basis van de koerslijsten van de ANWB is de waarde op het moment van
overdracht 21.000. Laatstgenoemd bedrag is ook het bedrag waarvoor een willekeurige derde
de auto voor zou willen kopen.

Vraag 3a) Op welke wijze houdt u rekening met deze informatie bij het opleggen van de
aanslag vennootschapsbelasting?

Belastingplichtigen moeten zakelijk met elkaar handelen, anders kan winst verschoven worden.
In deze vraag wordt de aandeelhouder, de directeur, bevoordeeld. De correctie die opgelegd wordt
m.b.t. de winst van de BV is 16.000 omdat de waarde op moment van overdracht 21.000 is en de
directeur er maar 5.000 voor betaalt. = VERKAPT DIVIDEND

Vraag 3b) Geef de journaalposten die bij uw correctie horen.

Bank 21.000
Auto 18.000
A/ Resultaat 3.000

Bank 5.000
Resultaat 13.000
A/ Auto 18.000

Reserves 16.000
A/ Resultaat 16.000

Die 16.000 is eigenlijk verkapt dividend.

OPGAVE 4
De heer Mirando is enig aandeelhouder van Mirando Vastgoed Exploitatie BV (hier MVE BV).
Vanuit de BV wordt onroerend goed aangekocht en geëxploiteerd. Daarnaast worden er vanuit
de BV aanneemwerkzaamheden verricht op basis van overeenkomst van opdracht. De totale
vastgoedportefeuille bedraagt ongeveer 20 miljoen.
Rondom het Roeterseiland complex bezit de BV een prachtig Victoriaans pand. Het pand is
opgesplitst in woonunits die aan studenten worden verhuurd. Zo ook aan de zoon van de heer
Mirando. Het enige verschil tussen de zoon en de overige studenten is de huurprijs. Zo betaalt
de zoon niet het gebruikelijke bedrag van 725 per maand, maar slechts 275 per maand.
U bent als inspecteur vennootschapsbelasting werkzaam bij de Belastingdienst Amsterdam.
De bovenstaande informatie is u ten gehore gekomen.

Vraag 4a) Op welke wijze houdt u rekening met deze informatie bij het opleggen van de
aanslag en welke journaalposten horen hierbij?

Bank 725
A/ Resultaat 725

Bank 275
A/ Resultaat 275

Reserves 450
A/ Resultaat 450

Regelmatig neemt MVE BV deel aan openbare inschrijvingen voor het ontwikkelen van
nieuwbouw. Zo ook bij de inschrijving van een stuk grond in de gemeente Roesteveen. Om dit
project toegewezen te krijgen besluit de heer Mirando de beslissingsbevoegde ambtenaar een
‘donatie’ van 25.000 te doen. Dit bedrag wordt cash betaald. Zoals verwacht wordt het project
aan MVE BV gegund. Het blijkt een perfecte investering te zijn. In plaats van het zelf te

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

ontwikkelen verkoopt MVE BV de grond na deze slechts 7 maanden in bezit te hebben gehad.
Met de verkoop wordt een winst van 375.000 gerealiseerd.

Vraag 4b) Geef aan in hoeverre MVE BV met de donatie van 25.000 rekening mag houden bij
het bepalen van de fiscale winst.

Hoofdregel: alles is aftrekbaar, behalve art. 8 Vpb jo. art. 3.14 IB.
Art. 3.14 lid 1 sub a IB: giften die niet aftrekbaar zijn.

Winst wel belast? Ja.

De heer Mirando woont – namens MVE BV – ook menig executieveiling bij. Om op tijd bij een
veiling te Sint-Michelsgestel te komen rijdt de heer Mirando 40 kilometer boven de maximaal
toegestane snelheid. Op de heenweg wordt hij hiervoor door een motoragent langs de kant
gezet. De bekeuring die hieruit volgt is niet mals. Gezien de hoge overschrijding is een bedrag
van 860 verschuldigd.

Gelukkig voor de heer Mirando komt hij – ondanks het oponthoud - nog tijdig aan de veiling en
weet hij een mooi pandje aan te kopen.

Vraag 4c) Geef aan in hoeverre MVE BV met de bekeuring van 860 rekening mag houden bij het
bepalen van de fiscale winst.

Art. 3.14 lid 1 sub c IB: Boetes zijn ook niet aftrekbaar.

MVE BV heeft begin 2018 een project aangenomen dat bestaat uit de verbouwing van een
grote loods. De heer Mirando is eindverantwoordelijk voor dit project. Het project verloopt
soepel tot het moment van oplevering. De opdrachtgever komt telkens met – in de ogen van de
heer Mirando – onbenullige gebreken. De oplevering wordt hierdoor meermaals uitgesteld. Bij
de vijfde keer is voor de heer Mirando de maat vol. Hij is zo kwaad dat hij een bulldozer pakt en
de loods met de grond gelijk maakt. Dit is koren op de molen van de opdrachtgever. De
opdrachtgever grijpt deze gebeurtenis aan om de opdracht in te trekken en tevens een
schadevergoeding te eisen. Na een korte juridische strijd wordt MVE BV veroordeeld in de
kosten en moet zij de schade vergoeden. Het gaat hierbij om een bedrag van 175.000.

Vraag 4d) Geef aan in hoeverre MVE BV met het bedrag van 175.000 rekening mag houden bij
het bepalen van de fiscale winst.

Botenbouwer arrest: boot wordt voor een ander gebouwd, botenbouwer wordt boos en steekt de boot
in de fix en moet schade betalen. Is deze schade aftrekbaar?
Het is een persoonlijke kwestie, kosten niet aftrekbaar.

O.g.v. art. 8 Vpb: verwijst naar totaalwinst artikel in IB, dat is art. 3.8 IB. Er moet een causaal verband
zijn met de onderneming.
Is deze uitgave van 175.000 is verbonden aan de onderneming?
Het motief van deze uitgave komt niet uit de onderneming voort maar uit de woede van deze
aandeelhouder, dat heeft niets te maken met het drijven van een onderneming en het zakelijke motief,
maar binnen de prive sfeer.

In zijn vrije tijd is de heer Mirando veel op het water te vinden. De heer Mirando wil een nieuwe
jacht kopen. Vanwege de aanschafprijs van 975.000 besluit de heer Mirando op voorhand met
zijn financieel adviseur te overleggen
De adviseur van de heer Mirando geeft aan dat de boot het beste op de BV kan worden
gekocht. Op die manier kunnen alle kosten ten laste van de winst worden gebracht. Hiervoor is
het echter wel nodig dat dat de jacht van een reclame uiting wordt voorzien.

De heer Mirando vindt het een goed idee en laat MVE BV de jacht aankopen. In 2018 komen de
totale (afschrijvings)kosten die samenhangen met de boot uit op een bedrag van 115.000.

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

Vraag 4e) Geef aan in hoeverre MVE BV met het bedrag van 115.000 rekening mag houden bij
het bepalen van de fiscale winst.
Eerste vraag is het motief.
Motief van de aandeelhouder is niet juist, want het is een prive uitgave.

Wanneer de belastingplichtige wel kan zeggen dat er een zakelijk motief aan verbonden is, dan kijken
naar de hoogte van dit motief.

Check totaalwinst en art. 3.14.

Boot kan niet in aftrek worden genomen (115.000), maar de reclame kosten die gemaakt worden met
het logo, daarvan kan je een deel in aftrek brengen o.g.v. het renpaarden-arrest. De inspecteur mag
niet op de stoel van de ondernemer gaan zitten maar wel naar het motief kijken, als er een deel
zakelijk motief is dan mag de ondernemer wel kijken wat een redelijk denkend ondernemer uit zou
geven aan kosten voor dit soort reclame.

OPGAVE 5
De financiële situatie van Penibel BV is niet al te best. Het gaat al jaren slecht met het bedrijf
en de verwachting is dat in 2018 surseance van betaling moet worden aangevraagd. Om dat te
voorkomen voert de directeur van Penibel BV gesprekken met de grootste schuldeisers. Na
meerdere besprekingen besluiten de schuldeisers een deel van hun vordering kwijt te
schelden. Het gaat hierbij om een bedrag van 288.000. Vanwege deze kwijtschelding zal het
voortbestaan van Penibel BV voorlopige weer gewaarborgd zijn.

Gezien de financiële situatie heeft de directeur van Penibel BV de aangifte


vennootschapsbelasting zelf voorbereid. Op basis van vermogensvergelijking komt de
directeur uit op een winst van 250.000. Uiteraard wordt deze winst grotendeels veroorzaakt
door het wegvallen van de schulden. Na voorwaartse verliesverrekening resteert een
belastbaar bedrag van 88.000. Voor de zekerheid wil de directeur een laatste check op de
aangifte laten uitvoeren. Hij vraagt u daarom om de aangifte te beoordelen. Uiteraard bent u op
de hoogte van alle fiscale faciliteiten.

Vraag 5 - Bereken de omvang van de fiscaal vrij te stellen kwijtscheldingswinst en de


belastbare winst.

Art. 3.13 lid 1 IB: tot de winst behoren niet...

Kwijtschelding = 288.000
Fiscale winst = 250.000
Verliezen (verrekenbaar) = -/- 162.000 (250.000 -/- 88.000) = 162.000

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

COLLEGE 2 - jaarwinst

Henk’s Fietsenspeciaalzaak BV is een begrip in Drenthe en omgeving. Onder de merknaam


HBF worden bakfietsen geproduceerd en verkocht. Gemiddeld genomen heeft Henk ongeveer
25 bakfietsen in zijn winkel uitgestald voor de verkoop. Het gaat hierbij om zowel dure
bakfietsen (voorzien van de laatste technische snufjes zoals lasergestuurde versnellingen en
handremmen) als om een goedkopere variant (slechts gebaseerd op beproefde basis
technieken zonder versnelling en een terugtraprem). Voor de waardering van zijn bakfietsen
wenst Henk het ijzeren voorraadstelsel toe te passen.

Vraag 1A Geef aan in hoeverre het mogelijk is om één ijzeren voorraadstelsel voor alle
bakfietsen te gebruiken.

Ijzeren voorraadstelsel = hoeveelheid voorraad die je nodig hebt voor ongestoorde productieproces
(zonder tekorten etc) > wordt tegen ijzeren prijs gewaardeerd9

VB: Ijzeren voorraad 1000


Ijzeren prijs = 100 euro
> Ijzeren voorraad is dan 100.000 euro
Kan aan het eind van het jaar zijn dat je eind vh jaar maar 800 in je voorraad hebt ipv 1000 dus als je
waardeert tegen 1000 heb je gewaardeerd tegen te hoge boekwaarde : dan heb je manco voorziening

Stel: 800
prijs 150 euro
Dus 100000 euro - manco (200 x 150 = 30000) = 70000

Stel: 1300 juist dus hoger eind vh jaar


prijs 120 euro

Dan dus 100000 + surplus (300 x 120 = 36000) = 136000

Dus je gaat uit van Ijzeren voorraad en maakt daar correcties op.

Vraag 1a

Niet mogelijk om 1 ijzeren voorraad stelsel aan te houden, er is vereist dat er technisch soort gelijk of
soort verwant en dat is hier niet zo want twee verschillende fietsen. Je kan er wel twee stelsels
invoeren.

Naast de bakfietsen voor de verkoop heeft Henk ook 12 bakfietsen voor de verhuur staan. Het
gaat hierbij om de luxe versie van de bakfiets.

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

Vraag 1B Geef aan in hoeverre het ijzeren voorraadstelsel op deze 12 bakfietsen kan worden
toegepast.

Het gaat hier om verhuur en geen verkoop dus dan is het een bedrijfsmiddel en geen voorraad, je
moet bedrijfsmiddel activeren en er ook op afschrijven op levensduur dat de fietsen mee gaan.

Bedrijfsmiddel = vast kapitaal dat wordt gebruikt in uitoefening van je onderneming wat langer
meegaat dan 1 productieproces (wil je houden in bedrijf)
> gewaardeerd tegen kostprijs of lagere bedrijfswaarde

Voorraad = bestemd voor de omzet (wil je kwijt)


> gewaardeerd tegen kostprijs of lagere marktwaarde (inkoopwaarde)

Henk heeft op 1 maart 2018 een speciale las-robot in Canada besteld. Het totale
factuurbedrag komt uit op 50.000 CAD. Bij het plaatsen van de bestelling moet direct een
aanbetaling van 30.000 CAD worden voldaan (1 CAD = 0,75 Euro). Om de aankoop te
kunnen financieren heeft Henk de aanbetaling bij een bank geleend. De bank brengt hiervoor
een afsluitprovisie van 550 euro in rekening.
De levertijd machine bedroeg 5 maanden en de transportkosten komen uit op 3.750 euro.
Medio augustus wordt de machine geleverd en wordt het restant factuurbedrag door Henk
voldaan. Op dat moment is de wisselkoers 1 CAD = 0,80 Euro.

Bij aankomst op zijn bedrijf worden nog enige noodzakelijke aanpassingen gedaan. Het
aanpassen van de machine neemt ongeveer een maand in beslag en kost 3.000 euro. Op 1
september wordt de lastrobot voor het eerst in gebruik genomen voor de assemblage van de
custom-made bakfiets.

Verder is gegeven dat de machine naar verwachting een levensduur heeft van 10 jaar en een
restwaarde van 2.000 euro. Over het jaar 2018 is een totaal bedrag van 480 euro aan rente
verschuldigd.

Vraag 1C: Geef aan voor welk bedrag de machine initieel wordt geactiveerd.

Bedrijfsmiddel > alle histrosche aanschaffingskosten en alle bijkomende kosten totdat bedrijfsmiddel
in gebruik genomen wordt worden geactiveerd. Daarna wordt over dat bedrag afgeschreven

Dus:
aanbetaling: 30000 x 0,75 euro = €22500
afsluitprovisie: €550 euro
transportkosten: €3750 euro
restant betaling: 20000 x 0,80 = €16000

aanpassingen: €3000

rente: alleen van maart tot 1 sept: 480 x 6/10 maanden = €288

Dus totaal = €46088,- activeer je als boekwaarde van je bedrijfsmiddel.

Vraag 1D Stel dat Henk op deze las-robot degressief wil afschrijven. Welke argumenten zal hij

daarvoor dienen te hanteren?

Degressief ascrhijven mag alleen als bedrijfsmiddel in begin meer slijtage heeft dan in toekomstige

jaren. En dat zal hier niet waarschijnlijk zijn , meer gelijkmatige slijtage

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

De eerste custom-made bakfiets is nog niet eens klaar als Henk ten gehore komt dat dezelfde
las-robot (aangepast en wel) in Duitsland 20 procent goedkoper aangeschaft had kunnen
worden. Uiteraard baalt Henk hier van. Om het leed enigszins te verzachten besluit Henk om
zijn las-machine met 20 procent af te waarderen.

Vraag 1E Geef aan in hoeverre u ruimte ziet om de las-robot met 20 procent af te waarderen.
Bedrijfsmiddel > kostprijs of lagere bedrijfswaarde

> hoogste van de directe waarde ( 20% daling) en indirecte waarde (niet gedaald want machine

voegt nog steeds zelfde waarde toe) dus omdat je waardeert tegen de hoogste en indirecte waarde

niet is gedaald is er geen reden om af te waarderen.

Op het moment dat Henk een proefrit maakt met een (gemotoriseerde) bakfiets wordt hij bij
een standaard controle van de weg gehaald. De bakfiets blijkt harder te kunnen dan wettelijk is
toegestaan. Hiervan wordt proces verbaal opgemaakt en Henk krijgt een boete van 125. Omdat
Henk deze boete bij het proefrijden van de bakfiets kreeg, trekt hij de kosten af van de fiscale
winst van de BV.

Vraag 1F Geef aan op welke wijze deze boete in de aangifte vennootschapsbelasting wordt
verwerkt.

1. Zakelijke kosten tbv totaalwinst?

Ja, proefrit is voor onderneming dus boete is zakelijke kosten op grond van art 3.8 IB

2. Uitzonderingen aftrekbaar

Art. 3.14 lid 1 sub c staat dat geldboete niet aftrekbaar zijn. (anders zou overheid die jou boete geeft

deels meebetalen aan deze boete) - geldt alleen voor boete van overheidsinstanties (dus bijv

bibliotheek boete wel aftrekbaar)

OPGAVE 2

Electro-Tech BV is gevestigd te Haarlem. Binnen Electro-Tech BV wordt een groothandel in


electro-technische producten gedreven. Electro-Tech BV levert een breed assortiment aan
producten aan verschillende installatiebedrijven. Om zelf glasvezelkabel kunnen produceren
importeert Electro-Tech BV op 1 januari 2018 een machine vanuit Amerika. Voor de
financiering van een machine wordt een lenig van USD 200.000 (EUR 150.000 ten tijde van de

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

aanschaf) aangegaan bij de ING bank. De lening heeft een looptijd van 5 jaar en wordt aan het
eind van de looptijd ineens afgelost. Ultimo 2018 is de koers van dollar ten opzicht van de euro
gewijzigd. In de jaarrekening van Electro-Tech BV neemt de accountant voornoemde lening op
tegen de koers per balansdatum ad EUR 135.000. Commercieel rapporteert Electro-Tech BV
derhalve een koerswinst op de lening ad EUR 15.000.

Vraag 2A Gebiedt goed koopmansgebruik de in de jaarrekening gehanteerde


waarderingsmethode te volgen in de fiscale aangifte?

Schulden gewaardeerd op nominale waarde.

Balans:

Machine 1500000 schuld 150000

31/12 135000

Dus soort winst voor 150000 dan commercieel. Maar fiscaal laat je hem gewoon op histroische koers

staan ivm voorzichtigheidsbeginsel (winst niet nemen tot moment dat daadwerkelijk wordt

gerealiseerd)

Stel was juist naar 170000 gegaan, dan is schuld toegenomen en ga je hem wel daarop waarderen

want is nu een verlies.

Dus GKG is assymmetrisch (winsten neem je niet en verliezen wel direct)

Hedge arresten

Als asssymmetrie optreedt bij bijv:

vordering 100 schuld 100

En beide naar 120, maar je zou vordering niet boeken naar 120 ivm winsten niet nemen en verlies

wel dat kan niet. Dus je moet dan beide op 120 stellen volgens de HR. Geldt zelfs als de looptijden

niet gelijk zijn.

Vanwege het tempo waarin de techniek zich in deze branche ontwikkeld verwacht ElectroTech
BV de machine slechts 4 jaar te kunnen gebruiken. Na deze periode zal de machine aan het
buitenland worden doorverkocht. Naar verwachting levert deze verkoop nog een bedrag van
40.000 op.

Vraag 2B Geef aan op welke wijze de machine in de aangifte vennootschapsbelasting 2018


wordt verwerkt. Betrek zowel artikel 3.25, als artikel 3.30 Wet IB in uw antwoord.

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

40000 Restwaarde (R)

4 jaar gebruiken (n)

Op grond van GKG art. 3.25 is afschrijving: (150000 - 40000) / 4 = €27500 per jaar

Maar art. 3.30 is artikel op maximale afschrijving van bedrijfsmiddelen > max 20% per jaar van de

aanschaffingskosten. 20% van 150000 = €30000 dus €27500 valt erin dus mag.

Naast materialen levert Electro-Tech BV ook zogenaamde “kant- en klare” oplossingen


(elektrotechnische systemen), welke zij op voorraad produceert. De kostprijs van deze
elektrotechnische systemen bestaat onder meer uit de volgende onderdelen:
(1) de materiaalkosten
(2) de afschrijvingskosten op het pand waarin de directie zetelt
(3) loonkosten (direct toerekenbaar aan het productieproces)

Vraag 2C Geef aan in hoeverre goed koopmansgebruik toestaat om posten (1), (2) en (3) mee te
nemen bij de waardering van de voorraad per balansdatum.

Voorraden gewaardeerd tegen kostprijs (normaal integrale kostprijs - constante en variable kosten
maar bij voorraad hoeft constante deel niet te worden geactiveerd) of lagere marktwaarde

Constante kosten is hier bijv de 2) : afschrijvingskosten van pand waarin directie zit. Mag overigens
wel als je wilt, maar is meestal niet want je wilt ze ten lasten van je winst brengen meestal.

1) materiaalkosten en 3) direct toerekenbare loonkosten moeten wel worden geactiveerd.

Per balansdatum heeft Electro-Tech BV 50.000 meter van een bepaald type glasvezelkabel op
voorraad. Deze heeft Electro-Tech BV voor bedrag van EUR 2,40 per meter ingekocht. Volgens
de prijsopgave van Electro-Tech BV’s vaste leverancier bedraagt de inkoopprijs van deze
glasvezelkabel per balansdatum nog maar EUR 2,10. Hoewel dit gegeven vast zijn weerslag zal
hebben op de door Electro-Tech BV te behalen verkoopprijs leeft de verwachting dat men de
bestaande voorraad nog voor een bedrag van tenminste EUR 3,60 van de hand moet kunnen
doen.

Vraag 2D Geeft het bovenstaande aanleiding/ruimte om op basis van goed koopmansgebruik


een afwaardering op de glasvezelvoorraad te nemen en tot welk bedrag?

Voorraad tegen kostprijs of lagere marktwaarde (inkoop). Er kan dus een afwaardering plaatsvnden
obv GKG omdat de waarde op inkoopmarkt is gedaald naar 2,10 per meter. Dus tot 2,10€
afwaarderen.

De directie van Electro-Tech BV voorziet dat zij als gevolg van strengere milieuwetgeving haar
bedrijfspand in Haarlem uiterlijk in 2020 beter zal moeten gaan isoleren. In verband met het
voorgaande neemt Electro-Tech BV in haar jaarrekening 2018 een post “overige voorziening”
ad 80.000 op.

Vraag 2E Geef aan in hoeverre goed koopmansgebruik de ruimte geeft om voornoemde


voorziening op te nemen in de aangifte vennootschapsbelasting 2018.

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

Criteria vormen voorziening (Baksteen arrest)


- toekomstige uitgaven oorsprong in voorgafgaande balansdatum
- Redelijke mate van zekerheid
- toerekeningvereiste

oorsprongsvereiste: nu 2018 en pas 2020 wetgeving dus niet voor balansdatum


Redelijke mate zekerheid: ja
Toerekeningsvereiste: nee want komt door verandering milieuwetgeving in 2020
> dus er mag geen voorziening worden gevormd want is een investering.

Voordeel van vormen voorziening > liquiditeitsvoordeel (belasting niet betalen ??)

OPGAVE 3

Last Dime BV is een vennootschap die zich houdt met de ontwikkeling en plaatsing van
bouwtechnische installaties. Als gevolg van afnemende activiteit in de bouw voorziet de
directie van Last Dime BV een daling van haar winst voor het jaar 2019 met 10%. Last Dime
BV wenst hierop te anticiperen door middel van de vorming van een voorziening in haar
jaarrekening en fiscale aangifte voor 2018.

Vraag 3A
Geef aan in hoeverre goed koopmansgebruik de ruimte geeft om voornoemde voorziening op
te nemen in de aangifte vennootschapsbelasting voor 2018.

Voorziening > toesten voorwaarde baksteenarrest:

1. oorsprongsvereiste: nee want is winstdaling tgv economische staat in 2019 en niet 2018
2. redelijke mate zekerheid (> 50%): ja
3. toerekeningsvereiste: nee

> dus er is geen ruimte om een voorziening te vormen, is gewoon ondernemingsrisico.

Oorsprongvereiste: bijv slijtage dan dus wel aan voldaan want dan is het in voorgaande jaren aan
voldaan
Toerekeningsvereiste: of de kosten ook daadwerkelijk in dat jaar zouden moeten vallen omdat je dat
gebouw ook daadwerkelijk voor gebruikt

Last Dime BV wenst een stelselwijziging door te voeren met betrekking tot de afschrijving op
haar ‘auto’s in eigen gebruik’. Tot 2018 schreef Last Dime BV hier lineair op af. De directie
wenst ten behoeve van de jaarrekening 2017 en de aangifte vennootschapsbelasting over 2018
over te stappen op het stelsel van degressieve afschrijving.

Vraag 3B Geef aan welke eisen goed koopmansgebruik in zijn algemeenheid stelt aan het
doorvoeren van een stelselwijziging (voor fiscale doeleinden) en acht u de bovengenoemde
stelselwijziging in casus fiscaal ook toelaatbaar?

Als je nieuw stelsel invoert, altijd overeenkomen met GKG (dus met bedrijfseconomie
overeenkomen). Mag niet willekeurig zijn en ook niet op incidenteel fiscaal voordeel gericht zijn.

Degressieve afschrijving: begin hogere afschrijving dan einde, mag alleen als het nut afneemt ook in
loop van de jaren. Hier om auto's om personen te vervoeren en nut neemt hier dus niet af (let op!!! nut
is anders dan de waarde)

Bij een belastingcontrole over het jaar 2018 blijkt dat op het pand van de directie verkeerd is
afgeschreven. Er is namelijk ten onrechte geen rekening gehouden met de bodemwaarde van
het pand. Zo was de bodemwaarde in 2015 vastgesteld op een bedrag van 520.000. Op de
fiscale balans was het pand per ultimo 2015 opgenomen voor 510.000. Dat was na afschrijving

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

van 25.000. Deze fout heeft zich ook in 2016 en 2017 voorgedaan. Ook in deze jaren is 25.000
per jaar afgeschreven. De aanslagen over 2015 en 2016 zijn inmiddels definitief vastgesteld.
Voor 2017 is een voorlopige aanslag opgelegd. Deze voorlopige aanslag is gebaseerd op de
ingediende aangifte.

Vraag 3C Geef aan op welke wijze en voor welk bedrag deze fout wordt gecorrigeerd?

Gaat hier om foutenleer


Correctie dan:
- gewetensgeld
- navorderen

> in 2015 en 2016 zijn al definitief vastgelegd en is geen sprake van een nieuw feit dus dan kan
belastingsplichtige vrijwillig gewetensgeld betalen
> Stel dat hij dit niet wilt > verschil in laatste openstaande jaar meegenomen (alles in 2017 verbeterd)
dus 2017:

€10000 uit 2015 + €25000 uit 2016 + €25000 uit 2017 = €60000 verwerkt in aanslag 2017.

COLLEGE 3

OPGAVE 1

Holding BV is 100 procent aandeelhouder van de vennootschappen Bosch Tulp Nederland BV


(BTN BV) en Bosch Flowers Germany GmbH (BFG GmbH). Laatstgenoemde vennootschap is
een naar Duits recht opgerichte vennootschap (vergelijkbaar met een BV) die aldaar feitelijk is
gevestigd (op grond van artikel 4 AWR).
In beide vennootschappen wordt een actieve onderneming gedreven. Ga er verder van uit dat
het belastingtarief in Duitsland gelijk is aan dat van Nederland. Om ook in België voet aan de
grond te krijgen is men in onderhandeling met een verkopende partij. Het is de bedoeling dat
BTN BV 100 procent van de aandelen in de Belgische vennootschap ‘Belgium Sierbloem BvbA’
(BS BvbA) overneemt.
BFG GmbH heeft nog een aanzienlijk bedrag aan verrekenbare verliezen. Om deze verliezen
versneld in te lopen stelt de adviseur daarom het volgende voor:
- Holding BV stort een bedrag van 500.000 in BFG GmbH
- BFG GmbH leent dit geld door aan BTN BV - BTN BV koopt de aandelen in BS BvbA

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

Het advies wordt ten uitvoer gebracht. Op het bedrag dat BFG GmbH aan BTN BV heeft
geleend wordt een zakelijk rente van 8 procent vergoed. In 2018 betaalt BTN BV een bedrag
van 40.000 aan rente aan BFG GmbH.

Vraag 1a: Geef aan op welke wijze deze rentebetaling in de aangifte vennootschapsbelasting
van BTN BV wordt verwerkt.

TT: situatie tekenen! Mis je niks en overzicht.

Zie schrift voor tekeningen

 is er sprake van een zakelijke lening?


 10a stappenplan

1. Rente zakelijk maken conform art. 3.8


Rente is 8% dus zakelijk.
2. Is er sprake van een rechtshandleing ex art. 10a lid a sub a/b/c?
a: winsuitdeling
b: kapiaal storting
c: verwerving of uitbreiding van ….
3. Geld van verbonden lichaam ex art. 10a lid 4?

> Hier is sprake van een lening en een acquisitie, dat is lid 1 sub c.

Verbonden lichaam nog nagaan in art 10a: lid 4 > staat dat gegeven
A: 1/3e belang minstens
B: dat voor tenminste 1/3e deel bealng heeft in belastingplichtige
C; als er gemeenschappelijke moedermaatchappij is

Hier is sprake van sub c dus BTN bv en BFG gmh zijn verbonden lichamen, dus daarom
sprake van rechtshandeling c wel.
Dus hier ziet art. 10a op.

Kan ook nog een kapitaalstorting > als dat vorige er niet zou zijn zou het alsnog 10a van
toepassing zijn door sub b, dus rente is in principe niet aftrekbaar.

Art 10a van toepassing = rente in principe niet aftrekbaar

Dan nog checken tegenbewijsregeling art. 10a lid 3:

- Dubbele zakelijksheidstoets (sub a)


Zowel schuld EN (onderstrepen wettenbundel) rechtshandeling moeten zakelijk zijn

Hier: rechtshandeling is zakelijk want is externe acquisitie (INTERNE ACQUISITIE IS NIET


ZAKELIJK) maar schuld gaat van NL > DTSL en dan weer terug naar DTSL (omleiding) en vandaar
niet zakelijk. Dus de tegenbewijsregeling is daarom niet van toepassing waardoor rente niet
aftrekbaar is.

- Reeele heffingstoets (sub b)


Waar rente wordt ontvangen wordt een belasting ontvangen wat volgens NL maatstaven
redelijk is en volgens redelijke mate van heffing (10%) is

Hier: niet van toepassing want BFG gmbh heeft verrekenbare verliezen.
Dus niet van toepassing dus rente is niet aftrekbaar.

Stel dat – in afwijking van vraag 1a – door BTN BV geen belang van 100 procent, maar slechts
van 25 procent wordt verworven.

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

Vraag 1b : Geef aan of deze wijziging uw antwoord bij vraag 1a beïnvloedt. Zo ja, waarom? Zo
nee, waarom niet?

Gaat in lid a om dat lid 1 sub c is, dat verbonden lichaam en die was in lid 4 : 1/3 lichaam moet het om
gaan dus hier 25% en geen sprake van een verbonden lichaam. Dus art. 10a lid 1 sub c is niet van
toepassing.
Maar lid 1 sub b is ook van toepassing door de kapitaalstorting dus rente wordt alsnog beperkt >
alsnog niet aftrekbaar.

Stel dat – in afwijking van vraag 1a – BTN BV alle aandelen BS BvbA verwerft en financiert met
een lening van de Rabobank. Holding BV staat echter bij de Rabobank garant voor deze lening.

Vraag 1c : Geef aan of deze wijziging uw antwoord bij vraag 1a beïnvloedt. Zo ja, waarom? Zo
nee, waarom niet?

(Dus nu wel weer 100% ipv 25%)

Is art 10a van toepassing?

Art 10a lid 1 subc : externe acquisitie


Als BV lening niet had kunnen krijgen zonder garatnstelling > 10 a
Als garantstelligng alleen voor beter rente tareif is > valt die niet onder 10a

Gaan er vanuit dat die anders niet had kunnen krijgen

Dan dus weer kijken naar lid 3 tegenbewijsregeling:

- dubbele zakelijkheidstoets (sub a)


Rechtshandeling (externe aquisitie) dus zakelijk en schuld aangegeaan bij Rabobank dus
geen omleiding dus ook zakelijk > rente is aftrekbaar dan.

BTN BV koopt in maart van dit jaar alle aandelen BT Inc, een in de VS gevestigde
(100%-) dochtermaatschappij van Holding BV. BTN BV blijft de aankoopsom
(rentedragend) schuldig aan haar Holding BV.

Vraag 1d: Kan BTN BV de rente over de schuldig gebleven aankoopsom in mindering brengen
op haar winst?

Art. 10a van toepassing?


Lid 1 sub c > verwerving is hier sprake want BT inc verwerft BTWN BV en is een schuld van
toepassing (verbonden lichaam namelijk door gezamelijke moedermaatschappij lid 4 sub c)

Dus in beginsel niet aftrekbaar want zakelijk.

Nu kijken naar tegenbewijsregeling weer van lid 3:

- dubbele zakelijkheidstoets (sub a)


Rechtshandeling is niet zakelijk want interne acquisitie

- Dubbele heffingstoets (sub b)


Heffing naar NL Maatstaven? > is allemaal in NL en geen sprake van verrekenbare verliezen
daar dus lijkt redelijk dat dit van toepassing is. Anders is het aan inspecteur aannemelijk te
maken dat belastingontwijking sprake is. Dus rente is wel aftrekbaar.

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

Zakelijke rechtshandelingen zijn: externe acquisitie, lichter maken (uitkeren dividend om verkoop klaar
te maken) en stellige dividendpolitiek (ieder jaar bepaald % van winst uitkeert, dan wordt het van je
verwacht dus zakelijke lening).

OPGAVE 2

Oké Nederland BV heeft onder meer een 100% belang in Valé BV en Tourné BV.
Voornoemde vennootschappen zijn beiden in Nederland gevestigd en Niet gevoegd in een
fiscale eenheid.
In februari 2018 doet Oké Nederland BV een kapitaalstorting ad € 1 miljoen in Valé
BV. Oké Nederland BV heeft deze kapitaalstorting ten dele gefinancierd met behulp
van een lening ad US$ 500,000, welke is verstrekt door Kollé Ltd; haar (100%-)
moedermaatschappij. Kollé Ltd is feitelijk gevestigd op Barbados. Op dit eiland geldt een
winstbelasting van 3%. Oké Nederland betaalt op jaarbasis een zakelijke rente van
5,5% interest op deze lening.

Vraag 2a: Kan oke Nederland BV de rente op deze lening ten laste van haar fiscaal belastbare
winst brengen?

Stap 10a stappenplan?

1) rente zakelijk conform art. 3.8?

5,5% zakelijke rente dus ja.

2: Besmette rechtshandeling ex art. 10 a lid 1 sub a/b/c

Hier art. 10a lid 1 sub b > verbonden lichaam want lid 4 sub b (100% > 1/3 e deel van de
belastingplichtige) dus voldaan hieraan en in principe is rente niet aftrekbaar dan.

Dan kijken bij tegenbewijsregeling:

- dubbele zakelijkheidstoets (sub a)


-
Rechtshandeling (kapitaalstorting - daar is lastig om zakelijkheid aan te kaarten) en lening is
waarschijnlijk niet via de omleiding van 3% in Barbados.

- g,.. heffingstoets (sub b)


3% zal geen NL maatstaf zijn want redelijke maatstaf is >10% dus niet aan voldoen.

Dus rente is niet aftrekbaar hier.

Vraag 2b: Stel dat Oke Nederland BV als gevolg van de koersstijging van de US$ ten opzichte
van de Euro (bezien over 2018) een koersverlies lijdt op de lening. Kan Oke Nederland BV dit
koersverlies dan in mindering brengen op haar fiscaal belastbare winst?

Art. 10 lid 1 Vpb: kosten en valutaresultaten kunnen niet in aftrek worden genomen dus vallen ook
onder 10a en verliezen zijn dus niet aftrekbaar. (tegenhanger: koerstwinsten dus ook niet belast)

Tourné BV is al enige tijd verlieslatend. In november 2017 krijgt TournéBV te maken met een
acuut liquiditeitsprobleem. Aangezien externe financiers niet bereid zijn om haar een krediet te
verstrekken, besluit Oké Nederland BV haar een lening te verstrekken. Het betreft een lening
ter grootte van €250.000 met een rente van 7% per jaar, af te lossen in twaalf (halfjaarlijkse)
termijnen. In 2018
wenst Oké Nederland BV de lening af te waarderen naar nihil omdat reeds bij het verstrekken
van de lening bekend was dat Tourné BV niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen.

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

Vraag 2c: Kan Oke Nederland BV de afwaardering van de lening op Tourne BV ten laste van haar
fiscaal belastbare winst brengen?

In verband met totaalwinst is vordering afwaardeerbaar en ook aftrekbaar. Maar hier in de casus is bij
reeds verstrek van de lening bekend dat Tourne die lening nooit zou kunnen terugbetalen. Gaat
hierdus om een bodemloze putlening > herkwalificieerd tot kapitaal en niet naar notaris hiervoor
geweest dus informeel kapitaal.

Afwaardering hierop aftrekbaar bij Oke BV? Nee > op grond van deelnemingsvrijstelling valt dit niet in
de winst en is de afwaardering dus niet aftrekbaar.

(Bij moment verstrekken moet wel echt al duidelijk zijn voor bodemloze put, dus niet later alsnog.)

Vraag 2d: Kan Tourné BV de verschuldigde rente op de lening ten laste van haar fiscaal
belastbare winst brengen?

Was geen sprake van een lening, maar van bodemloze put (=kapitaal). Daar is de vergoeding
dividend van en dit is niet aftrekbaar van de fiscale winst op grond van art. 10 lid 1.

Oké Nederland BV koopt in mei 2018 van een onafhankelijke derde-partij een 100% belang in
Casé SA te Parijs (Fr). In Casé SA zitten uitsluitend (beursgenoteerde) beleggingen. Er is
nagenoeg geen eigen vermogen aanwezig, Casé is bijna volledig met leningen gefinancierd.

Casé SA is voornemens haar beleggingsportefeuille uit te breiden. Oké Nederland BV verstrekt


de gewenste lening. Ook voor deze uitbreiding wordt geen eigen vermogen aangetrokken.

Helaas blijken eind 2018 de belegging en van Casé SA niet succesvol te zijn geweest.
Daardoor is Casé SA nog maar een fractie waard van haar oorspronkelijke aankoopprijs.

Vraag 2 e: Kan Oke Nederland BV de afwaardering van de lening op Case SA ten laste van haar
fiscaal belastbare winst brengen?

Bij de rente betalingen hangt het van de beurs af omdat die balans beleggingen heeft. Dus een
onafhankelijke derde zou niet aan hem een lening verstrekken. Wordt alleen gegeven omdat Oke BV
aandeelhouder is van Case SA > gaat hier om een onzakelijke lening.

Bij een onzakelijke lening (gaat om de vordering) blijft het gewoon een lening dus wordt niet
geherkwalificeerd naar EV of kapitaal. Defenitie = een onafh derde zou niet bereid zijn geweest een
zelfde lening te verstrekken onder dezelfde voorwaarden en ook niet tegen hogere rente.
 leningen met geen zekerheden (hoog risicoprofiel)
 hier staat nog niet vast dat nooit wordt terug betaald dus vandaar geen bodemloze put

Vraag 2f: Wordt de rente die Oké Nederland BV op deze afgewaardeerde lening
(desalniettemin) ontvangt in beginsel betrokken in haar fiscaal belastbare winst?

Er is hier sprake van onzakelijke lening > dit is een lening en geen kapitaal dus de rente hierop
gewoon belast. De rente wordt bepaald aan de hand van de borgstellingsfictie

Afwaarderen Rente aftrekbaar?


Normale lening Ja Ja
Put/Schijn/Hybride Nee (is kapitaal) Nee (dividend niet aftrekbaar)
Onzakelijke lening Nee Ja (volgens borgstellingsfictie)

OPGAVE 3

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

Rent-a-house BV is gevestigd in Nederland en gespecialiseerd in de tijdelijke verhuur


(Airbnb van Amsterdamse grachtenpanden. Rent-a-house BV heeft een Amerikaanse
moeder, Rent-a-house Ltd. In Amerika is het belastingtarief 35%. Rent-a-house Ltd heeft geen
verrekenbare verliezen of andersoortige aanspraken.

Door strenger wordende regelgeving op het gebied van tijdelijke verhuur verloopt de
verhuur van Amsterdamse grachtenpanden moeizaam. Rent-a-house Ltd besluit dan ook deze
activiteit af te stoten. Al snel is een potentiële koper gevonden, Nice-house Ltd.
In overleg besluiten partijen om Rent-a-house BV dividend te laten uitkeren (‘lichter’
maken van de BV). Rent-a-house BV blijft dit dividend schuldig aan Rent-a-house Ltd en
betaalt hier een zakelijke rente van 7% over.

Vraag 3a : Geef aan op welke wijze de rentebetaling op deze schuldig gebleven


dividenduitkering in de aangifte vennootschapsbelasting van Rent-a-house B wordt verwerkt.

Art 10a stappenplan:

Stap 1: zakelijke rente?


Ja staat in causus van 7%.
Stap 2: besmette rechtshandeling ex. Art. 10 lid 1 sub a/b/c?

Hier sub a: winstuitdeling aan moedermaatschappij. Dan checken of het verbonden lichaam is:
Lid 4 sub b: (100% > 1/3 belang in dochtermaatschappij). Dus in beginsel is de rente niet aftrekbaar.

Tenzij tegenbewijsregeling:

- dubbele zakelijkheidstoets (sub a)


Rechtshandeling is zakelijk (dividenduitkering om klaar te maken voor verkoop) en schuld is
verder geen omleiding dus ook zakelijk
 dus slaagt voor de tegenbewijsregeling

- Gecomp heffingstoets (sub b)


35% Belasting geheven dus voldoe je ook aan.
Maar je hoeft maar eigenlijk aan 1 te voldoen dus is sowieso de rente aftrekbaar.

De verkoop van Rent-a-house BV aan Nice-house Ltd gaat door! Nice-house Ltd is
gevestigd op de Bahama’s. Om een impuls te geven aan verhuur van grachtenpanden
besluit Nice-house Ltd een lening te verstrekken aan Rent-a-house BV. De lening
heeft een looptijd van 15 jaar. Nice-house Ltd besluit genoegen te nemen met een
rente van 0,5%. De rente op een soortgelijke lening zou bij een bank 7% bedragen.

Vraag 3b: Geef aan op welke wijze de rente op deze lening in de aangifte
vennootschapsbelasting van Rent-a-house BV wordt verwerkt.

Eerst moet je die rente zakelijk maken en dan kijken of die alsnog aftrekbaar is.
Art. 10b gelieerdheid > is sprake hier van en aflossingsdatum > 10 jaar dus ook voldaan en
belangrijke mate (30% lager) hier 0,5% ipv 7% dus sowieso 30% lager!
Op grond van art. 10b is deze rente dus niet aftrekbaar.

Rent-a-house BV heeft tevens een dochtermaatschappij gevestigd in Rotterdam, The sky is the
limit BV. The sky is the limit BV houdt zich bezig met de verhuur van appartementen in de hoge
gebouwen van Rotterdam. Rent-a-house BV verstrekt een lening aan The sky is the limit BV
zodat deze de Euromast kan aankopen. De lening kent een looptijd van 60 jaar, is
achtergesteld en heeft een zakelijke rente van 0,5% over de hoofdsom plus 10% van de winst.

Vraag 3c: Geef aan op welke wijze de rente op deze lening voor The sky is the limit BV wordt
behandeld.

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

Gaat hierom hybrede lening/deelnemerschapslening. Voorwaarden:


- Rente winst afhankelijk (hier zo)
- Lening achtergesteld (hier ook zo)
- Looptijd > 50 jaar (hier ook zo, 60 jaar)

Dus rente die Sky BV aan Rent-a-House BV betaald niet aftrekbaar op grond van art. 10 lid 1 sub d
want wordt als dividend gezien en dat is niet aftrekbaar.

Vraag 3d: Geef aan op welke wijze de rente op deze lening voor Rent-a-house BV wordt
behandeld.

Gaat om een deelnemingsvrijstelling. Want meer dan 50% vd aandelen. Bij Art. 13 lid 4 staat de
meesleepregeling, dus hybride lening wordt meegesleept in deelnemingsvrijstelling en dus die rente
ook en dus niet aftrekbaar.

COLLEGE 4 – HERSTRUCTUERING EN DVS

Opgave 1

Gegeven is het volgende feitencomplex:


A BV bezit 10 procent in het nominaal gestorte kapitaal van B BV.
A BV bezit 6 procent in het nominaal gestorte kapitaal van D BV.
A BV bezit 100 procent in het nominaal gestorte kapitaal van C BV.
B BV bezit 4,99 procent in het nominaal gestorte kapitaal van D BV en heeft aan D BV een
hybride
geldlening verstrekt.
C BV bezit 3 procent in het nominaal gestorte kapitaal van D BV.

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

Vraag 1A: Is B BV een deelneming van A BV, zo ja, op grond van welk artikel en welk (sub) lid?

Ja, op grond van art. 13 lid 2 sub a: minstens 5% van nominaal gestorte kapitaal. Hier 10% > 5% dus
ja er is sprake van een deelneming.

Vraag 1B: Is D BV een deelneming van B BV, zo ja, op grond van welk artikel en welk lid?

Op grond van hoofdregel art. 13 lid 2 sub a: 4,99% < 5% dus geen deelneming. Maar kijken naar
uitzonderingen:

Lid 4 meesleep > sub b > hybride leningen vallen onder deelnemingsvrijstelling indien er al een
deelneming is, daar is hier geen sprake van ivm <5% dus die hybride lening zorgt niet alsnog voor
een deelneming dan.

Lid 4 meetrek > verbonden lichaam in zin van art. 10a ( = 1/3 deel) hebben die een deelnemening
heeft in D bv dan, maar hier geen sprake van van verbondenheid.

Dus nee D BV is geen deelneming van B BV.

Vraag 1C: Is D BV een deelneming van C BV, zo ja, op grond van welk artikel en welk lid?

Hoofdregel: art. 13 lid 2 sub a: 3% < 5% dus in de basis geen deelneming.

Lid 5 meetrekregelling sub a: A bv is een verbonden lichaam van C (want meer dan 1/3 e belang in C
BV) en A BV zelf heeft een deelneming in D BV waardoor C BV er alsnog in wordt meegetrokken en D
dus een deelneming is van C.

VRAAG 2

Thomas Holding BV heeft begin 2013 een belang van 20% in het geplaatst en volgestort
aandelenkapitaal van Percy GmbH verworven voor een bedrag van 75.000. Percy GmbH is een
naar Duits recht opgerichte vennootschap die feitelijk in Duitsland is gevestigd. Een GmbH is
vergelijkbaar met de Nederlandse BV. Percy GmbH exploiteert een aantal modelbouw winkels
in Duitsland. Thomas Holding BV is het hoofd van een modelbouw concern en houdt naast het
belang in Percy GmbH ook belangen in Nederland gevestigde BV’s en andere zich in Europa
bevindende vennootschappen. Percy GmbH hanteert een vaste dividendpolitiek. Ieder jaar
keert zij op 15 december 25.000 dividend uit. Zo ook in het jaar 2017. Hiervan ontvangt Thomas
Holding BV 20% x 25.000 = 5.000.

Vraag 2A: Geef aan op welke wijze de dividenduitkering van Percy GmbH in de aangifte
vennootschapsbelasting 2017 van Thomas Holding BV wordt verwerkt.

Stappenplan art. 13 wet VPB:

1. is er sprake van een deelneming?


- Hoofdregel: ten minste 5% vh nominaal gestort kapitaal
- Uitbreiding: meetrek (lid 5)
(als er al een deelneming is: meesleep)

2. ZO ja: toetsen of er sprake is van deelnemingsvrijstelling


- Oogmerktoets (lid 9): met welke intentie deelneming wordt aangehouden
- Beleggings- (geen DVS tenzij escapes) of ondernemingsoogmerk (wel DVS)

 Escapes lid 11: - reeele heffingstoets sub a: meer dan 10% naar NL heffing

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

- bezittingentoets sub b: minder dan de helft bestaan uit laagbelaste vrije


beleggingen*

*Laag belaste vrije beleggingen: dividenduitkeringen ….

Hier is sprake van deelneming, 20% > 5% op grond van art. 13 lid 2 sub a.
Dan moet je toetsen of er ook sprake is van DVS of die toegepast kan worden.

 Oogmerktoets in de vraag
In de casus wordt de deelneming aangehouden met ondernemingsoogmerk, want zitten in
dezelfde modelbouw en bovengemiddeld rendement. Er is nog wel vereist dat Thomas Holding
BV een bestuurder vormt bij ….
Dus voldaan dus er is een deelnemingsvrijstelling, waardoor dividenduitkering bij Thomas Holding
bv onder de vrijstelling valt en niet nogmaals belast wordt.

Percy GmbH exploiteerde altijd goed lopende producten Hierdoor heeft zij in de afgelopen
jaren nog nooit verlies gemaakt. Het jaar 2018 wordt echter een rampjaar. De gebruikte
grondstof in een van de ‘eigen merk’ producten blijkt zeer kind onvriendelijk te zijn. Vanuit
verschillende kanten wordt Percy GmbH aansprakelijk gesteld.
De directie van Percy GmbH verzet zich hevig tegen de claims, maar ziet zich uiteindelijk
genoodzaakt de vennootschap te liquideren. In september 2018 wordt de vennootschap
geliquideerd. Nadat alle schuldeisers zijn voldaan resteert een slotuitkering van 30.000.
Hiervan ontvangt Thomas Holding BV een bedrag van 20% x 30.000 = 6.000.

Vraag 2B: Geef aan op welke wijze de afwikkeling van het belang in Percy GmbH in de aangifte
vennootschapsbelasting 2018 van Thomas Holding BV wordt verwerkt.

Uitzondering op DVS is dit, liquidatieverliesregeleing van art. 13d lid 2: opgeofferde bedrag het totaal
van de liquidatie-uitkeringen overtreft.

Bedrag:
1) Opgeofferde bedrag: 75000
+ kapitaalstortingen
- terugbetalingen kapitaal
- meegekocht dividend (stel portemonee kopen van 20 euro en in die porto zit al 10 euro, dus je
koopt hem voor 10 euro)

MINUS

liquidatieuitkeringen 6000
+ slotuitkering bij vereffening
+ voordelen uit voorafgaande 5 jaa
(evt 6-10 jaar) 25000 (lid 3) = ( 5000 x 5 jaar )

75000 – 6000 – 25000 = 44000 aftrekbaar liquidatieverlies

Thomas Holding BV neemt tevens voor 4 procent deel in het nominaal aandelenkapitaal van
Spencer BV. De aandelen die Thomas Holding BV in Spencer BV houdt heeft zij geheel
volgestort. Het nominaal geplaatst aandelenkapitaal van Spencer BV bedraagt 500.000 (5.000
aandelen van 100 nominaal). Van het nominaal geplaatst aandelenkapitaal is 75 procent
volgestort. In 2018 keert Spencer BV een dividend uit van 150.000. Hiervan ontvangt Thomas
Holding BV 4% x 150.000 = 6.000.

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

Vraag 2C: Geef aan op welke wijze de dividenduitkering in de aangifte vennootschapsbelasting


2018 van Thomas Holding BV wordt verwerkt.

Art. 13 lid 2 sub a: minstens 5% van nominaal gestorte kapitaal. In de casus staat dat 500.000
aandelenkapitaal is 75% volgestort = 375000 is dat.
Dan dus 4% van 500.000 = 20.000

Dus (20.000/ 375000) x 100% = 5,3%

Dus Deelneming, dus waarschijnlijk valt de dividenduitkering in de DVS.

Opgave 3

Sounds Good BV is houdt alle aandelen in Just Right BV. Dit belang is in 2013 voor een bedrag
van 4.500.000 verworven van een derde partij. Beide maatschappijen houden zich bezig met
het aanbieden van telecomdiensten gericht op de mobiele telefonie. Beide vennootschappen
zijn in Nederland gevestigd.

Just Right BV hanteert een agressieve verkooptechniek. Via diverse websites worden jongeren
verleid om music samples af te nemen. Klanten blijken echter niet alleen te betalen voor de
music samples die ze bestellen. In de (hele) kleine lettertjes staat namelijk dat de klant die bij
Just Right BV een music samples koopt, tevens een abonnement afsluit. Door deze wijze van
handelen krijgen veel jongeren te maken met torenhoge facturen.

Als de consumentenbond hier lucht van krijgt, stelt zij een onderzoek in. Dit onderzoek
resulteert in een rechtszaak. Op basis van het overweldigende bewijs wordt Just Right BV in
2017 veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding. Als gevolg daarvan lijdt Just
Right BV in het betreffende jaar een aanzienlijk verlies. Just Right BV heeft enkel in de jaren
2015 en 2016 een dividend uitgekeerd ad 250.000 per jaar.

Vraag 3A: Hoe wordt het dividend, dat Just Right BV uitkeert aan Sounds Good BV, behandeld
in de sfeer van de vennootschapsbelasting?

Dividenduitkering bij Just Right BV (dus de D niet de houder) dus gaat hier niet om een DVS.
Niet aftrekbaar op grond van art. 10 lid 1 sub a.

Sounds Good BV ziet de bui al hangen. In november 2017 komt het voltallige bestuur bij elkaar
om de opties door te nemen. Uiteindelijk komt men tot de conclusie dat de volgende 2
mogelijkheden resteren:
- Optie 1: verkoop aan de grootste concurrent van Sounds Good BV. Deze partij heeft voor
de vennootschap een bedrag van 750.000 geboden.
- Optie 2: alle activiteiten van Just Right BV staken en de vennootschap liquideren. Bij de
liquidatie zal Sounds Good BV geen verdere liquidatie-uitkering ontvangen.
Na uw studie bent u op het hoofdkantoor van Sounds Good BV gaan werken. Vanwege uw
specifieke kennis wordt u gevraagd het bestuur hierover – voor wat bestreft de fiscale
aangelegenheden – te adviseren.

Vraag 3B: Geef aan welk van de twee mogelijkheden u aan het bestuur zou adviseren (en
waarom).

Optie 1: verkoop en bedrag ontvangen van 750.000 euro


Aanschafprijs was 4500000 euro

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

Dus verlies: 3750000 euro. Negatief voordeel valt ook onder DVS (nadelige kant) dus niet aftrekbaar.

Optie 2: liquidatie > artikel 13 d regeling:

Opgeofferde bedrag: 4500000 euro


- (lid 3) Dividenden 2 x 2500000 = 500000
- Slot liquidatieuitkering = 0
= verlies van 4000000 euro.

Mag aftrekbaar zijn obv art. 13d (uitzondering DVS) dus 25% aftrekbaar dan = ongeveer 1 miljoen.

Dus keuze voor optie 2 mits je zelf nog winsten hebt maar gaan uit van niet.

Vraag 4

Aan het hoofd van het vakantieresort ‘Royal’ staat het feitelijk in Nederland gevestigde Royal
Holding BV. Royal Holding BV houdt onder andere alle aandelen in de feitelijk op het Caribisch
eiland Corabi gevestigde Royal Sun Ltd. Royal Sun Ltd. exploiteert twee hotels, welke in 2018
forse winsten behalen. Royal Sun Ltd. belegd met deze winsten, door het ontbreken van de
noodzaak te investeren in de hotels.

De commerciële balans van Royal Sun Ltd. (op basis van waarden in het economisch verkeer)
vertoont geheel 2018 het volgende beeld:

Vraag 4A: Waarom zal de Nederlandse belastingdienst niet overtuigd zijn dat Royal Holding BV
de deelneming Royal Sun Ltd. niet als belegging houdt.

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

Oogmerk > sprake van gemengd oorzaak


- Belast vastgoed (hotels-10 miljoen)
- Beleggingen (10 miljoen)
Geen duidelijke overheersende activiteit dus. Royal kan aangeven dat er bestuurljke actvitieiten
worden verricht maar voor de belastingsdienst zullen de beursaandelen blijven zorgen voor gemengd
oogmerk.

Vraag 4B: Kunt u, in de hoedanigheid van belastingadviseur van Royal Holding BV, aan de
hand van de ‘reële heffingstoets’ de Nederlandse Belastingdienst overtuigen dat de
deelnemingsvrijstelling van toepassing is op de gehouden deelneming in Royal Sun Ltd.?

Artikel 13 lid 11 sub a: Naar Nederlandse Maatstaven kijken ( > 10%)

Is hier wel 20% maar wordt hier maar over 400000 euro geheven ipv naar Nederlandse 3 miljoen.
Dus:
80000/ 3 miljoen x 100% = 2,26% heffing
Dit is dus geen reeele heffing naar NL maatstaven want < 10%.
Dus beroep op reeele heffingstoets zal niet slagen hier.

Vraag 4C: Kunt u, in de hoedanigheid van belastingadviseur van Royal Holding BV, aan de
hand van de ‘bezittingentoets’ de Nederlandse Belastingdienst overtuigen dat de
deelnemingsvrijstelling van toepassing is op de gehouden deelneming in Royal Sun Ltd.

Artikel 13 lid 11 sub b: bezittingen vh lichaam voor minder dan de helft bestaan uit laagbelaste vrije
beleggingen

Hier op de balans:

Goeie beleggingen voor bezittingstoets = lid 12 = andere beleggingen dan noodzakelijk zijn voor
ondernemingsactiviteiten m.u.v. onroerende zaken

Goeie beleggingen:
- Goodwill: 3 miljoen
- Hotels = 5+5 = 10 miljoen

Foute beleggingen:
- beursaandelen: 10 miljoen (op grond van art. 11 lid 12 jo. Lid 13 jo. Lid 14)
Lid 14: hier < 5% dus sws belegging (want was 1%)

Dus 13 miljoen tegenover 10 miljoen


13/23 x 100% = 56,52%
Dan wordt er voldaan aan bezittingentoets.

Vraag 5
De in Nederland gevestigde vennootschap Pavlov BV heeft onder meer een belang van 10
procent in Tulp BV. Pavlov BV heeft in 2017 een vordering ad 1 miljoen op Tulp BV moeten
(aftrekbaar) afwaarderen naar 100.000 vanwege de verslechterde economische
omstandigheden op de tulpenmarkt.

Vanwege de benodigde liquiditeiten is deze vordering in 2018 voor een zakelijke prijs verkocht
aan de 100% zustermaatschappij van Pavlov BV, te weten Invest Ltd. Laatstgenoemde
vennootschap is feitelijk en statutair gevestigd op de Caymaneilanden. Het belastingtarief op
de Caymaneilanden bedraagt 2,5%.

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

Vraag 5A: Geef de gevolgen van de verkoop voor Pavlov BV.

Afgwaardeerde vordering.
Invest LTD is verbonden lichaam van Pavlov bv o.g.v art. 10a lid 4 want 100% heeft M in Invest en
100% in Pavlov. Dus afwaarderingsverlies 1000000-100000= 900000 euro met geforceerde
terugname.

Artikel 13b, indien vordering op deelneming wordt verkocht aan vebronden lichaam van schuldijzer
wordt verlies ineens bij winst gevoegd (verlies teruggenomen). Idee hierachter is dat anders eerst
voerdering ten laste wordt afgewaardeerd, dan verkoop je vordering aan zustermaatchappij die
gunstig ligt en als het dan toch goed gaat met Tulp BV dan wordt het maar laag belast

Dus winst wordt bij Pavlov opgetrokken want die heeft vordering op Tulp.

Pavlov BV heeft in het verleden een lening van 3 miljoen aan haar 100% dochter Roos BV
verstrekt. Deze vordering heeft Pavlov BV in 2017 (aftrekbaar) tot nihil afgewaardeerd.

Omdat de algehele malaise in de bloemenindustrie zeer hardnekkig blijkt te zijn, besluit Pavlov
in 2018 de voorwaarden van de lening wat te verruimen. Zo wordt de looptijd opgerekt naar 60
jaar, de rentebetalingen worden omgezet in een winstafhankelijke bijdrage en ook wordt de
vordering achtergesteld op overige schuldeisers.

U bent als inspecteur werkzaam bij de Belastingdienst Amsterdam. Bij het behandelen van de
aangifte vennootschapsbelasting 2018 merkt u de aanpassing van de leningsvoorwaarden op.

Vraag 5B: Op welke wijze zal u deze informatie bij het vaststellen van de aanslag 2018
gebruiken en welke mogelijkheid heeft belastingplichtige in deze situatie?

Gaat hier om hybride lening. Want looptijd 60 jaar > 50 jaar, rente is winstafhankelijk en achtergesteld.
Dus vordering wordt gehybraliseerd (soort aandelenkapitaal wordt het).

Artikel 13ba > afgewaardeerde schuldvordering wordt aandelenkapitaal (of iets vergelijkbaars met
aandelenkapitaal).
Dus lening was 3 miljoen waard, en afgwardeerd tot nihil

VERSCHIL MET ARTIKEL 13B: OPWAARDERINGSRESERVE > afwaardering wordt opgewaardeerd


maar gelijk bedrag hiervan wordt aan opwaarderingsreserve toegevoegd > opwaardering gaat dus
niet direct bij je winst opgetelt maar wordt geleidelijk aan je winst toegevoegd

Lid 2 sub b: schuldvordering wordt omgezet in schuld die wordt gelabeld als EV daarom valt die
onder artikel 13ba!

In onderstaande tabel is het waarde verloop van de waarde in het economisch verkeer van
deelneming Roos BV gegeven over de komende jaren.

Jaar 2018 2019 2020 2021


Actuele waarde 0 600.000 1500.000 1800.000
Roos BV

Vraag 5C: Welke invloed heeft dit op de fiscale winst van Pavlov BV in deze jaren, gelet op de
bovenstaande casus?

Artikel 13ba lid 5: opwaarderingsreserve wordt aan winst toegevoegd ……

2019 2020 2021


Actuele WEV 600.000 1500.000 1800.000

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

- eerdere vrijval 0 600.000 900.000 +


opwaarderingsreserv 600.000 =
e 1500.000
- wev deelneming 0 0 0
omzettingsmoment

Belaste vrijval 600.000 900.000 300.000

Hier dus gespreid over de jaren.

COLLEGE 5

Opgave 1

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

Sports NV staat aan het hoofd van het Sports concern en bezit alle aandelen in Tennis BV en
Football BV. Zij vormen sinds begin 2015 een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting.
Sports NV heeft in januari 2015 een op zichzelf staand deel van haar productieactiviteiten
overgedragen aan Tennis BV in ruil voor aandelen in laatstgenoemde vennootschap. Deze
transactie vond plaats tegen de boekwaarde. De boekwaarde van de overgedragen activiteiten
bedroeg ten tijde van de overdracht 1 miljoen. De marktwaarde bedroeg op dat moment 1,5
miljoen.

Vraag 1A: Geef aan welke fiscale consequenties de overdracht in 2015 tot gevolg had.

Als Fiscale eenheid is, dan bij overdracht niks aan de hand en dat is hier zo.
Binnen FE is een blackbox > zien we niks

In februari 2018 emitteert Tennis BV nieuwe aandelen met als doel het ophalen van middelen
voor de uitbreiding van een productiefaciliteit. Deze emissie betreft 11% van het totale
aandelenkapitaal. Deze aandelen zijn volledig geplaatst bij Hockey NV, een niet gelieerde
vennootschap.

Vraag 1B: Wat zijn de verschillende fiscale gevolgen van de emissie? Noem alle relevante
bepalingen.

Art. 15 wet VPB: 95% maar is nu 89% dus is FE blijft bestaan, maar een van de dochters
wordt dus ontvoegd (<95%). Dit staat ook onder lid 1, ivm de 95%. Maar ook lid 10, staat dat
FE zoals hij is eindigd indien niet aan de vereisten wordt voldaan.
> FE gaat dus alleen door met Football.

Als het ontvoegd dan bepalingen: art. 15ai > stille reserve die overgedragen is binnen FE,
en daarna wordt FE beeindigd dan moet je op dat moment alles opwaarderen naar
economische waarde op dat moment.
Uitzondering: LID 3 sub b: sprake overdracht ondernemeing tegen uitreiking van eigen
aannemen en na het tijdstip ten minste 3 kalenderjaren zijn verstreken. Dat is hier zo (jan
2015- feb 2018) dus artikel 15ai geldt dan toch niet.

Art. 15ai voorkomt dat: M met pand heeft dochter > als je pand verkopen afrekeningen en
als je FE vormt kan je pand overdragen aan dochter en dan dochter verkopen onder DVS
dus zonder belasting.

Sports NV bezit tevens 95% van de aandelen in Squash BV. Squash BV bezit 95 % van de
aandelen in Ski BV.

Vraag 1c: Sports NV wenst dat Ski BV wordt gevoegd in de fiscale eenheid van Sports NV. Aan
welke voorwaarden dient dan te worden voldaan?

Squash BV moet 100% van de aandelen in Ski bv hebben o.v.v. art.15 lid 1 VPB, dan kan een FE
gevormd worden.

Vraag 1d
Game BV, de grootste concurrent van het Sports concern, houdt alle aandelen in Score BV.
Score BV is op 1 januari 2016 opgericht. Met ingang van 1 januari 2016 vormen Game BV en
Score BV een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting.
De enkelvoudige belastbare winst van zowel Game BV als Score BV over de jaren 2016, 2017
en 2018 is opgenomen in onderstaand overzicht:

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

Game BV Score BV
2016 -/- 90.000 -/- 35.000
2017 210.000 -/- 60.000
2018 50.000 230.000

Geef de belastbare winst en het belastbaar bedrag (= belastbare winst -/- verrekenbare
verliezen) van de fiscale eenheid voor de jaren 2016, 2017 en 2018. Onderbouw uw antwoord
met een berekening.

FE salderen:
2016: -125.000
2017: +150.000
2018: +280.000

Verliezen mogen 1 jaar achteruit, en winsten 6 jaar voorruit (art. 20 lid 1 en 2 wet VPB)
Dus de -125.000 mag gesaldeerd in 17 en 18 nog komen: maar kan in 17 al op:
2016: 0
2017: (150-125) = 25000
2018: 280.000

Opgave 2

Op 11 november 2017 sluit Energie BV een mondelinge en schriftelijke overeenkomst met


Stroom BV tot verkoop van alle aandelen Techniek BV tegen een prijs van 500.000. Voorts is in
het koopcontract opgenomen dat juridische levering plaats zal vinden op 1 januari 2018 en
bijschrijving van het aankoopbedrag uiterlijk zal plaatsvinden op 8 januari 2018. Een en ander
is hieronder schematisch weergegeven:

Vraag 2A: Geef (gemotiveerd) aan vanaf welke datum de fiscale eenheid tussen Energie BV en
Techniek BV wordt verbroken en vanaf welke datum Stroom BV en Techniek BV een fiscale
eenheid kunnen aangaan.

FE wordt verbroken dat die mondelijk/schriftelijk overeenkomstig is. De juridische (1 jan 2018) maar
economische eigendom gaat over op 11 november dan naar de koper. Dus op 11 november heeft
Energie BV geen economische eigendom meer en dat is een voorwaarde a.d.v. art. 15 lid 1.

Stroom BV en Techniek BV: kunnen op 1 januari een FE aangaan, dan heeft Stroom BV de juridische
en economische eigendom.

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

Energie BV maakt jaarlijks winst en bezit alle aandelen in Boring BV. Boring BV verricht
boringen naar Nederlands aardgas en heeft sinds haar oprichting enkel fiscale verliezen
geleden. Om toekomstige fiscale verliezen van Boring BV te kunnen compenseren met de
fiscale winsten van Energie BV, gaan Energie BV en Boring BV een juridische fusie aan waarbij
Energie BV blijft bestaan

Vraag 2B: Wat zijn de (fiscale) gevolgen van de juridische fusie voor Boring BV en Energie BV?

Juridische fusie >


1. alijd verdwijnende en overblijvende BV - Boring BV verdwijnt hier
2. dus activa gaat op in Energie
3. aandeelhouders krijgen nieuwe aandelen in blijvende BV

Gevolgen Boring BV:


Artikel 14b lid 1:
Houdt op te bestaan, wordt geacht activa te hebben overgedragen > moet belasting betalen over alles
wat er wordt overgedragen voorafgaande aan de fusie.

Maar kan ontweken worden door lid 2: allerlei voorwaarden voor doorschuifregeling > heffing
voorkomen als er geen verliezen zijn bij een van de 2 vennootschappen. Hier is dat niet het geval, er
is wel verlies bij Boring dus je kan de activa niet doorschuiven.
Dan nog lid 3 aan inspecteur vragen maar zal geen invloed hebben dus gewoon afrekenen over de
winsten.

Gevolgen Energie BV:


Art. 3.57 wet IB > belastingplichtige die betrokken is bij fusie wordt geacht zijna andelen in of
schuldvorderingen op verdwijnende persoon te vervreemden.

Dus geacht de aandelen in Boring BV te hebben vervreemd (=verkocht) > lijdt niet tot belastingheffing
ivm DVS (art. 13).

Opgave 3

Telecom is een in Nederland gevestigde groep die zich bezig houdt met dienstverlening op
gebied van communicatie. Aan het hoofd van de Telecom-groep staat Telecom Holdings NV.
Telecom Holdings NV heeft verschillende dochtermaatschappijen in binnen- en buitenland,
waarvan sommige zijn opgenomen in de fiscale eenheid en andere (nog) niet. De belastbare
winst van Telecom Holdings NV (fiscale eenheid) in 2017 bedraagt EUR 12 miljoen.

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

In mei 2017 heeft Telecom Holdings NV een 100%-belang verworven in Satelliet BV, een
vennootschap met activiteiten in het verlengde van de activiteiten van de Telecom groep.
Gedurende de afgelopen jaren zijn de activiteiten van Satelliet BV verlieslatend geweest, als
gevolg waarvan Satelliet BV compensabele verliezen heeft opgebouwd. Per ultimo 2016
bedraagt het (cumulatieve) verlies van Satelliet BV EUR 1,75 miljoen. Gedurende 2017 heeft
Satelliet BV eveneens een verlies geleden ad EUR 0,5 miljoen. Op langere termijn verwacht
Telecom dat de activiteiten van Satelliet BV een positieve bijdrage leveren aan de winst van de
groep.

Vraag 3a: Heeft de overname door Telecom Holdings NV in mei 2017 gevolgen voor de
verrekenbaarheid van de door Satelliet BV (tot aan 2017) geleden verliezen voor de heffing van
de vennootschapsbelasting?

Zouden kunnen doelen op art. 20a: geschreven voor stel je hebt BV die heeft afgelopen jaar verlies
gemaakt en activitiet stopt (BV blijft wat waard want je hebt verliezen gemaakt en zo ontstond er een
handel in verliesgevende BV’s.) Dus nu als je verkoopt mag je verliezen niet meer gebruiken in aftrek
tenzij er hele goede zakelijke reden is geweest voor de overdracht.

In beginsel:
Verliezen bij Satelliet kunnen niet meer worden verrekend want is een overdracht voor >30% geweest
van de aandelen, tenzij er een goede reden is geweest volgens lid 4 bijv.

Hier is de uitzondering van dezelfde activiteiten en dezelfde activiteiten in toekomst laten blijven
beogen dan mag je toch de verliezen meenemen.

Telecom Holdings NV en Satelliet BV doen op 1 januari 2018 een verzoek voor de


totstandbrenging van een fiscale eenheid tussen beide vennootschappen. Als gevolg daarvan
wordt Satelliet BV met ingang van 2018 opgenomen in de Telecom Holdings NV fiscale
eenheid. Voor 2018 is opnieuw geprognotiseerd dat de fiscale eenheid ex Satelliet BV een
fiscale winst ad EUR 12 miljoen zal behalen en Satelliet BV een (“stand alone”) verlies ad EUR
0,5 miljoen.

Vraag 3b: Kunnen de verliezen van Satelliet BV geleden gedurende de periode voorafgaand
aan 2018 worden afgezet tegen de belastbare winst van de Telecom Holdings NV fiscale
eenheid (in 2018)? Zo ja, leg uit. Zo nee, kan, ervan uitgaande dat op 1 januari 2018 wordt
verzocht om een fiscale eenheid, op een andere manier worden bereikt dat (een deel van)
Satelliet BV’s verliezen uit 2017 worden afgezet tegen de winst van de Telecom Holdings NV
fiscale eenheid?

FE in 2018: wordt +12 winst bij TH en verliezen van 0.5 milj bij Satelliet.
Vraag is eigenlijk of verliezen uit 2017 en 2016 van Satelliet verrekenen met de winst die TH in 2018
maakt?
Hier art. 15ae lid 1 sub a: verliezen van Satelliet mag je alleen verekenen met winsten van Satelliet
zelf en dus niet met winsten van Telecom Holding. En Satelliet BV maakt geen winst dus niet
aftrekbaar.

Andere truuc om die winsten van TH wel te verrekenen met Satelliet BV > art. 15 lid 9: Ze kunnen
zeggen op 1 jan 2018 wanneer FE wordt aangegaan, dat het 3 maanden eerder moet ingaan (dus okt
2017.) Dus je kan vanaf die maand wel deel verliezen gaan nemen (3 maanden dus)

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

Vraag 3c: Verandert uw antwoord bij c) indien Telecom Holdings NV in mei 2017 niet 100% van
de aandelen in Satelliet BV had verworven, maar slechts 50% en pas per 31 december 2017 het
restant?

Eerste gedeelte niet, maar 2e gedeelte van 3 maanden want toen voldeden ze niet aan de
voorwaarden.

Opgave 4

Air BV houdt zich bezig met de productie van vliegtuigonderdelen. De productieactiviteiten


van Air BV zijn in het verleden winstgevend gebleken en ook voor de toekomst zijn de
winstverwachtingen goed. Air BV heeft een dochtermaatschappij in Nederland, Force BV, die
in het verleden activiteiten heeft ontplooid, die zijn mislukt. Force BV beschikt als gevolg van
deze activiteiten nog over een bedrag ad € 25.000.000 aan niet gecompenseerde verliezen. Met
het oog op verliescompensatie overweegt Air BV een herstructurering van haar activiteiten
waarbij zij haar (eigen) winstgevende activiteiten in Force BV onderbrengt.

Air BV overweegt daarbij een inbreng van haar (bedrijfs) activiteiten tegen uitreiking van
aandelen in Force BV.

Vraag 4A: Wat zijn de gevolgen van deze inbreng voor de winst bij Air BV en de gevolgen met
betrekking tot compensatie van de verliezen van Force BV.

Gaat hier om een bedrijfsfusie volgens art. 14 Vpb: lid 1 als er sprake is van bedrijfsfusie dan hoef je
geen belasting te betalen. BEteketn wel dat de kostprijs doorgeschoven moet worden.
Niet altijd > hier niet mogelijk ivm verrekenbare verliezen (en is voorwaarde dat er geen verrekenbare
verliezen zijn)

Dus gevolgen bij Air: extra winstcreeering

Gevolgen bij Force: Force krijgt activa en daarmee kan het winst genereren maar je moet ook
afschrijven dus per saldo schiet je er niet echt veel mee op.

Vraag 4B: Kunt u een alternatief aandragen om het verlies in Force BV (fiscaal) af te zetten
tegen de winst van de activiteiten in Air BV?

Art. 13b wet Vpb:


Dat je Force gaat liquideren, dan onstaat er liquidatieverlies en dat is aftrekbaar voor Air waardoor je
die met de winst daar kan verrekenen.

Opgave 5

Het Supercupcake-concern houdt zich bezig met de productie en verkoop van gedecoreerde
cupcakes. Supercupcake Holding BV houdt alle aandelen van Supercupcake Verkoop BV.
Beide vennootschappen zijn opgericht in 2017.

Supercupcake Holding BV is winstgevend, terwijl Supercupcake Verkoop BV verlieslatend is.


Supercupcake Verkoop BV heeft een forse hoeveelheid verrekenbare verliezen. Supercupcake
Holding BV heeft haar vordering ad € 1.000.000 op Supercupcake Verkoop BV afgewaardeerd
naar de waarde in het economisch verkeer, zijnde € 250.000.

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

De belastingadviseur van het concern wijst Supercupcake Holding BV op de mogelijkheid om


een fiscale eenheid te vormen om de belastingpositie te optimaliseren door de verliezen te
kunnen verrekenen met winsten. Uiteraard heeft Supercupcake Holding BV daar wel oren naar.
Per 1 januari 2018 wordt een fiscale eenheid aangegaan.

Vraag 5a: Geef aan wat de directe gevolgen voor de heffing van vennootschapsbelasting zijn
voor Supercupcake Holding BV en Supercupcake Verkoop BV direct op het moment dat de
fiscale eenheid tot stand komt (en dus niet tijdens).

Gaat hier om aangaan FE artikelen:


Art.15 ab lid 6
Vorderingen op andere maatschappij worden op tijdstip op WEV gesteld > dan moet je gaan
herwaarderen als FE wordt aangegaan

Holding op balans voor 250.000 (is niet erg was die al)
Verkoop BV moet ook voor 250.000 (wel erg want was 1 milj nu 250.000 dus ontstaat een winst van
750.000) voor de FE tot stand komt. Laatste moment om voordeel te pakken, want daarna is die weg
door vordering kwijtschelden

De fiscale eenheid Supercupcake Holding BV realiseert in 2018 (het jaar waarin de fiscale
eenheid tot stand is gekomen) een winst. Deze winst bestaat uit € 50.000 winst van
Supercupcake Holding BV. Supercupcake Verkoop BV heeft € 400.000 winst gemaakt.

De voorvoegingswinsten en verliezen van de fiscale eenheid bedragen:

Jaar 2017 2018


Supercupcake Holding BV 300.000 winst 50.000 winst
Supercupcake Verkoop BV 200.000 verlies 400.000 winst

Vraag 5B: Bepaal de belastbare winst en het belastbaar bedrag van de fiscale eenheid over het
jaar 2018. Betrek in uw antwoord tevens de wijze van verliesverrekening.

FE resultaten:
2017: 100.000 winst
2018: 450.000 winst

Art. 20 Vpb > Verkoop BV verlies mag je verrekenen met de winst van Verkoop BV
(art. 15 ae + ah lid 1) > je gaat kijken met verliesrekening wat als er nou geen FE was gevormd.

College 6

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)


lOMoARcPSD|19722778

Gedownload door Max Langenberg (max.langenberg11@gmail.com)

You might also like