You are on page 1of 60

Fabian Hoekman | Anouk Top

2013
Het hotel in de kosmos

De kosmos is voor de mens een enorm grote ruimte, waarin onze planeet slecht een klein stipje is.
Door de toenemende belangstelling van de mens in deze onontdekte ruimte zijn we gedurende de
20e eeuw begonnen met bemande en onbemande vluchten in de ruimte, met als voornemen om
onze kennis over deze kosmos te verruimen.
Inhoud
Inhoudsopgave blz. 2
Voorwoord 4
Inleiding 5
Hoofdstuk 1: De geschiedenis van de ruimtevaart 6
§1.1 Ruimtewezens 6
§1.2 Raketten 7
§1.3 De ruimtewedloop 7
§1.4 De eerste mens in de ruimte 9
§1.5 De eerste mens op de maan 11
§1.6 Ruimtestations 11
§1.7 Het ISS 12
Hoofdstuk 2: De stationering van een ruimtestation 13
§2.1 Los in het heelal 13
§2.2 Kepler de eerste 13
§2.3 Kepler de tweede 15
§2.4 Kepler de derde 16
§2.5 Het samenspel 17
Hoofdstuk 3: Een ruimtestation ontwerpen 19
§3.1 Eén grote chaos 19
§3.2 De legoblokjes 19
§3.3 De eerste plannen 21
§3.4 De verfrissingen 22
§3.5 Even opladen 24
§3.6 Van de toendra tot de savanne 24
Hoofdstuk 4: Aan boord van een ruimtestation 26
§4.1 Ben ik niks vergeten? 26
§4.2 Good morning 26
§4.3 Kom je eten? 26
§4.4 Gewichtsloos sporten 27
§4.5 It’s raining cats and dogs 27
Hoofdstuk 5: Een nieuwe energieleverancier? 28
§5.1 Manier van onderzoek I 28
§5.2 Verwachting I 28
§5.3 Proefopstelling I 28
§5.4 Uitvoering I 28
§5.5 Conclusie I 29
§5.6 Manier van onderzoek II 30
§5.7 Verwachting II 30
§5.8 Proefopstelling II 30
§5.9 Uitvoering II 30
§5.10 Conclusie II 31
§5.11 Reflectie II 31
Hoofdstuk 6: Welke rol heeft de commerciële ruimtevaart? 32
§6.1 Space 2.0 32
§6.2 SpaceX 32
§6.3 Virgin Galactic 33
§6.4 Space Adventures 33

2
§6.5 KLM 34
§6.6 Bigelow Aerospace 34
§6.7 The Golden Spike Company 35
§6.8 Conclusie 35
Hoofdstuk 7: Retourtje ruimtehotel 36
§7.1 Manier van onderzoek 36
§7.2 Verwachting 36
§7.3 Het hotel zelf 37
§7.4 De shuttle 38
§7.5 De totale kosten 39
§7.6 Conclusie 40
§7.7 Discussie 40
Hoofdstuk 8: Investeringen in de ruimtevaart 41
§8.1 Ruimtevaartbranche 41
§8.2 Missie geslaagd 41
§8.3 Een hotel in Noordwijk 42
§8.4 Conclusie 42
Conclusie 43
Reflectie Anouk 45
Reflectie Fabian 46
Interview Harmen Jousma 47
Interview Paul Zevenbergen 49
Bijlagen 52
1. Open dag ESTEC 52
2. Golden Spike’s Moon landing Plan 53
3. Protocol 54
Logboek Anouk 55
Logboek Fabian 57
Literatuurlijst 59

3
Voorwoord
Wij hebben als onderwerp voor ons profielwerkstuk de commerciële ruimtevaart gekozen. Fabian
vond met name de ruimtevaart erg interessant omdat hij later Lucht&Ruimtevaart wil gaan studeren.
Na het overtuigen van Anouk hiervan en het sluiten van een aantal compromissen waren Fabian en
Anouk het eens over het onderwerp; commerciële ruimtevaart. Fabian’s interesse ging vooral uit
naar de natuurkundige kant, terwijl Anouk juist de economische kant aantrekkelijk vond. Omdat wij
wel van een uitdaging houden zijn we op zoek gegaan naar een manier om ‘’ het hotel in de kosmos’’
te krijgen, zoals ook de titel van ons profielwerkstuk luidt.

Er is een aantal personen die we in het bijzonder willen bedanken omdat ze van groot belang zijn
geweest bij het tot stand brengen van ons profielwerkstuk;
Ten eerste zijn dit natuurlijk onze begeleiders dhr. Beindorff en dhr. Sels. Zonder de goede
begeleiding van beide docenten zouden wij dit profielwerkstuk niet tot stand hebben kunnen
brengen.
Hiernaast onze grote lof voor Ernst Jan Vegter en dhr. Buisman, zonder de hulp van universiteit
Leiden en speciaal deze personen zouden we ons onderzoek niet hebben kunnen uitvoeren. Ook
willen we Ernst Jan hartelijk bedanken voor het regelen van de twee interviews, geweldig!
Als laatst blijven er nog twee personen over die wij hebben mogen interviewen, dhr. Zevenbergen en
dhr. Jousma. Dankzij deze interviews hebben we een hele andere kijk op de commerciële ruimtevaart
gekregen en zijn onze ogen geopend.

Sommige onderdelen in dit profielwerkstuk zijn vertrouwelijke informatie, wij gaan ervan uit dat dit
profielwerkstuk niet aan derden verspreid wordt.

4
Inleiding
Ons profielwerkstuk gaat over ruimtestations. Wij hebben deze keuze gemaakt aangezien Fabian
lucht- en ruimtevaart technologie wil studeren en Fabian Anouk ervan overtuigd heeft om onze
kennis over ruimtestations te vergroten. Aangezien wij beide het vak natuurkunde hebben, zullen wij
vooral de natuurkundige kant van het ruimtestation aan bod laten komen met de vragen:
Hoe worden ruimtestations gestationeerd?
Waar moeten we allemaal rekening mee houden met het bouwen van een ruimtestation?
Zijn er nieuwe mogelijkheden wat betreft de energievoorziening (eigen onderzoek)?
Ook de economische kant willen we niet laten liggen. We proberen op dit gebied ook een aantal
interessante vragen te beantwoorden:
Worden de investeringen in de ruimtevaart terugverdiend?
Wat zou een vlucht naar ons commerciële, particuliere ruimtestation moeten kosten (eigen
onderzoek) ?
Hoe groot is de commerciële ruimtevaart, is deze van belang?

Naast deze vragen is het van belang om een stukje geschiedenis van de ruimte te laten zien, om zo te
begrijpen hoe de nieuwsgierigheid van de mens in de ruimtevaart is ontstaan.

Uiteindelijk willen we door onszelf deze vragen te stellen onze hoofdvraag beantwoorden:
Is de mensheid klaar voor een commercieel ruimtehotel?

De lancering is in gang gezet, wij wensen u een prettige vlucht door ons profielwerkstuk. Wij stijgen
op in 3,2,1..

5
Hoofdstuk 1
De geschiedenis van de ruimtevaart

Ruimtewezens
Vanaf het begin van de bestudering van de sterren en planeten raakte men gefascineerd door de
mogelijkheid dat er, buiten de aarde, nog andere levensvormen zouden bestaan. Deze mogelijkheid
werd natuurlijk door wetenschappers onderzocht, en later werden er manieren bedacht om deze
levensvormen zelf te gaan zoeken. Echter, schrijvers raakten ook geobsedeerd door buitenaardse
levensvormen8). Al in de tweede eeuw voor Christus ging een verhaal de ronde over een reis naar de
maan, waarbij een ontdekkingsreiziger probeerde de Atlantische oceaan over te steken en door een
storm aanspoelde op de maan.

In de 16e en 17e eeuw werden er veel boeken geschreven met het idee dat een reis naar de maan
mogelijk was door vogels te spannen voor een vliegende kar. In 1656 schrijft Cyrano de Bergerac ‘Le
voyage dans la lune’, waarin hij een reis naar de zon en de maan beschrijft met behulp van een
meertrapsraket, iets wat in 1656 nog zeer ongewoon was.

De eerste klassieke sciencefictions bevatten ongeloofwaardige methoden om naar de Maan te


reizen. In ‘De la terre à la lune’ uit 1865 bedacht Jules Verne een gigantisch kanon waarmee men de
ruimte in werd geschoten. Later schreef Herbert George Wells ‘The First Men on the Moon’, waarin
een materiaal werd ontdekt dat de zwaartekracht kon opheffen. Wells beschreef in zijn boeken ook
de bewoners van de maan, insecten die onder de grond leefden, als bescherming tegen de extreme
temperaturen op de maan.

Ook het idee dat er vijandig leven op Mars zou zijn, werd veel besproken. De Franse sterrenkundige
Trouvelot zag dat het contrast tussen licht en donker op Mars regelmatig veranderde, iets wat
volgens hem wees op seizoensinvloed op de vegetatie. Er werd ook een netwerk van fijne lijntjes
gezien, iets wat kon duiden op irrigatiekanalen.

De marsbewoners werden niet alleen vijandig beschreven, in 1950 schreef Ray Bradbury in zijn boek
‘Martian Chronicles’ over overblijfselen van een oude beschaving, die waren uitgebuit door aardse
kolonisten. Het verhaal heeft veel overeenkomsten met de ontmoeting tussen de Europeanen en de
indianenstammen in Amerika.

In deze tijd werden er veel mysterieuze vliegende objecten gezien,


waardoor het bestaan van buitenaardse wezens nog waarschijnlijker
werd. Deze objecten werden UFO’s genoemd (unidentified flying
objects). Door de vele waarnemingen heeft de Amerikaanse regering
een onderzoek in laten stellen, om de waarnemingen te verklaren1).
Negen van de tien waarnemingen konden worden verklaard met
planeten, meteoorregens, vogels, geïoniseerd gas of bekende
objecten als vliegtuigen of luchtballonnen. Toch konden ze niet
allemaal verklaard worden. Doordat de waarnemingen tot die tijd
altijd door personen werden gedaan die alleen waren en er nooit
foto’s waren gemaakt, is er geen verder onderzoek gedaan. Er is
echter één geval geweest waar nog geen verklaring voor is. In 1952
zag de bemanning van een B-29-bommenwerper een groep UFO’s. Afbeelding 1.1
de objecten verschenen ook op het radarscherm dat aangaf dat hun Een foto uit 1952 waarop
snelheid zeker 8000 kilometer per uur was. De twee piloten riepen er een UFO te zien is.

6
nog twee bemanningsleden bij. Ze zagen de objecten, gehuld in blauwwit licht, op zeer hoge snelheid
langs de bommenwerper scheren waarna ze versnelden tot 14480 kilometer per uur en weer
verdwenen.

Raketten
Er was buiten al deze fantasieën om echter maar één voertuig dat het vermogen en de snelheid had
om de zwaartekracht te trotseren. Alleen de raket kon de stuwkracht ontwikkelen om in een stabiele
baan om de Aarde komen of eventueel naar een andere planeet te reizen.

De raket werd in 1258 door de Chinezen uitgevonden9), de kennis werd overgebracht op de


Arabieren, de Italianen en de Fransen. In de 18e eeuw ontwikkelde William Congreve militaire
raketten die acht verschillende maten hadden. Deze raketten gebruikten vaste brandstof, wat lange
tijd veilig opgeslagen kan worden. Voor de ruimtevaart had dit echter nadelen; het was
oncontroleerbaar en het was zwaar. Hierdoor kon een ruimtevaartuig met raketaandrijving niet
worden bestuur of veilig landen.

Filosoof Konstantin Tsiolkovski nam met deze kennis aan dat er meertrapsraketten op vloeibare
brandstof nodig waren om de dampkring te verlaten en andere planeten te bezoeken. De
verschillende trappen moesten tijdens de vlucht losgekoppeld kunnen worden, zodat de raket zo
licht mogelijk bleef. Toen Tsiolkovski in 1935 stierf nam Robert Goddard zijn ideeën over en bouwde
de eerste raket op vloeibare brandstof, een mengsel van benzine en vloeibare zuurstof. Met het
overnemen van Tsiolkovski’s ideeën lukte het Goddard om de raket sneller dan het geluid te laten
gaan en behaalde hij een hoogte van 1,5 kilometer.

Ook in Duitsland bleef de ontwikkeling van de


raket niet stilstaan. Hermann Oberth had al
diverse langeafstandsraketten op vloeibare
brandstof ontworpen en in de Tweede
Wereldoorlog werd hij gevraagd om bij een
groep wetenschappers aan te sluiten die
ballistische raketten bouwde. Al voor zijn tijd
waren er verschillende raketten ontworpen en
getest (A1 t/m A5). Doordat er in die tijd
oorlog afspeelde, werd het team gevraagd om
de raket om te bouwen in een betrouwbaar
oorlogswapen. Na 3 testvluchten was de V2
(Vergeltungswaffe 2) klaar voor gebruik. Met
Afbeelding 1.2 deze wapens zijn onder andere Londen en
Een V2 raket op weg naar de plek van lancering Parijs gebombardeerd. Toen de oorlog ten
einde liep beseften de geallieerden dat de
Duitsers met hun raketten een belangrijke troef in handen hadden. Dit leidde tot een hevige strijd
om de raketten, de wetenschappers en de beschrijvingen. De Britten maakten een aantal
proefvluchten met de V222), maar de Amerikanen en de Russen namen de wetenschappers gevangen.
De Amerikanen hadden vooral specialisten op het gebied van besturing en geleiding. In Russische
handen bevonden zich de specialisten op het gebied van voorstuwing. Zo ging de ontwikkeling van de
V2 verder in twee verschillende landen12).

De ruimtewedloop
De eerste Amerikaanse V2 ging de lucht in op 14 maart 1946, waarbij deze tot een hoogte van 108
kilometer kwam2). De eerste Russische V2 werd op 30 oktober 1947 gelanceerd, de raket vloog 298
kilometer en kwam op zijn doel terecht. Met deze lanceringen begon de raket- en ruimtewedloop.

7
De eerste grote stap werd gemaakt door de Russen. Die slaagden er op 4 oktober 1957 in om een
satelliet in een baan om de Aarde te brengen. Die satelliet heette de Spoetnik 1. Hij werd in een
elliptische baan gebracht. Terwijl de Amerikanen vooral bezig waren met het verbeteren van de V2’s,
bouwden de Russen hele andere raketten en hadden zij dus deze primeur. De satelliet werd met een
raket de ruimte in gebracht die bestond uit twee trappen. De raketmotoren gebruikten een mengsel
van kerosine en vloeibare zuurstof.

Afbeelding 1.3 Afbeelding 1.4


Hond Laika, het eerste levende wezen in
De Spoetnik 1
de ruimte
Vier weken na de lancering van de spoetnik 1, lanceerden de Russen de spoetnik 2, nog voordat er
iets aan de Amerikaanse kant was gebeurd. Aan boord van de Spoetnik 2 was de hond Laika, het
eerste levende wezen in de ruimte. Tijdens de vlucht werden zijn temperatuur, hartslag en andere
levensfuncties gemeten.

De eerste lancering aan Amerikaanse zijde was op 6 december 1957. De lancering van de Vanguard
was een regelrechte ramp, de Vanguard kantelde en ontplofte. De Amerikaanse regering maakte snel
de beslissing een andere raket te gebruiken bij de lancering en op 31 januari 1958 was de eerste
Amerikaanse satelliet (Explorer 1) in een baan om de aarde een feit. Deze satelliet had betere
elektronica en instrumenten, helaas deden deze het niet door de Van Allen-gordels waarin de
satelliet terecht was gekomen16).

Op 15 mei 1958 werd de Spoetnik 3 gelanceerd. Twee derde van het gewicht bestond uit
instrumenten en zendapparatuur. Het kon niet lang meer duren voordat de Russen de eerste mens
de ruimte in zouden sturen. Het Voyager programma van de Amerikanen werd stop gezet en de
NASA19) (National Aeronautics and Space Agency) kreeg de leiding. De NASA moest er voor zorgen
dat de Russen niet alle ruimtelijke ontdekkingen deden en dat er zo snel mogelijk een Amerikaanse
astronaut in de ruimte kwam.

Op 2 januari 1959 lanceerde de Russen de satelliet Luna 1. Deze


vloog langs de maan en was dus volledig buiten het
zwaartekrachtsveld van de aarde. Na het voorbijgaan van de maan
kwam de satelliet in een baan om de zon16). Op 12 september
stuurden de Russen Luna 2 erachteraan, recht op de maan af, waar
de Luna 2 dan ook crashte. Even later werd de Luna 3 gelanceerd
die als eerste achter de maan langs vloog.

In 1960 lanceerden de Amerikanen de Echo 1, die radiosignalen


kon weerkaatsen naar plekken op aarde die eerder niet bereikt Afbeelding 1.5
konden worden. De tweede satelliet was de TIROS (Television and De Luna 1
Infrared Observation Satellite) die het weer op aarde kon observeren. In 1961 wisselde het
presidentschap in Amerika en kreeg John F. Kennedy de leiding. Hij veranderde de doelen van de
NASA en wilde voor 1970 met een man op de man landen, dit werd het Mercury-project. In de jaren

8
60 probeerden de Amerikanen verschillende raketten uit om te kijken welke het beste gebruikt kon
worden. Uiteindelijk waren dat de Atlas en de Titan die zware militaire satellieten in een baan om de
aarde konden brengen.

De eerste mens in de ruimte


De Russen hadden in 1960 echter weer een primeur, met de Spoetnik 5 werden twee honden de
ruimte in gebracht. Deze keer kwam de raket weer veilig terug op aarde en overleefden de honden
de ruimtereis. In 1961 brachten de Amerikanen de eerste chimpansee de ruimte in, de technologie
werkte goed en Alan Shepard zou dezelfde vlucht zes weken later maken. De lancering werd echter
twee maanden uitgesteld omdat de raket te veel stuwkracht leverde.

Afbeelding 1.6
Yuri Gagarin in de Vostok 1 Afbeelding 1.7
Alan Shepard in de Mercury MR3

Door deze beslissing waren de Russen de Amerikanen echter weer voor. Vier weken nadat Shepard’s
vlucht gepland stond, lanceerden de Russen Vostok 1 met daarin Yuri Gagarin. Hij maakte een hele
baan om de aarde en keerde ook weer veilig terug. Uiteindelijk vertrok Shepard een maand later en
landde in de oceaan waar hij werd opgehaald door helikopters. Op 21 juli werd de tweede Mercury
gelanceerd met Virgil Grissom. Hij vloog dezelfde route en landde ook in de oceaan. Deze keer
ontploften de grendels van het luik echter voordat het reddingsteam ter plaatste was en moest
Grissom de zinkende capsule verlaten. Er werd besloten dat het luik moeilijker te openen moest zijn.

Na deze twee Amerikaanse vluchten was het de beurt aan


Herman Titov, die op 6 augustus 1961 de ruimte in werd
geschoten. Hij was 24 uur in de ruimte en maakte 17 keer
een baan om de aarde. Op 20 februari 1962 waren de
Amerikanen weer aan de beurt met een krachtigere raket.
John Glenn maakte met de Atlas D drie omwentelingen om
de aarde. Een storing in het systeem veroorzaakte bijna een
ramp, maar hierin lieten de Amerikanen hun kennis zien met
de technologie. Het probleem werd in de ruimte verholpen
en Glenn landde veilig in zee.

Op 16 juni 1963 hadden de Russen weer een primeur, de


eerste vrouwelijke astronaut werd de ruimte in geschoten.
De Amerikanen dachten dat ze met het Gemini- Afbeelding 1.8
Valentina Tereshkova, de eerste
ruimtevaartuig eerder dan de Russen met meerdere
vrouw in de ruimte.
personen de ruimte in konden, dit was echter te snel

9
gedacht. Op 12 oktober 1964 lanceerden de Russen de Voschod 1, met drie bemanningsleden. De
Russen vonden het betrouwbaar genoeg voor de bemanning om zonder ruimtepakken de ruimte in
te gaan, maar eigenlijk was er geen plek voor de pakken. Omdat er dus ook weinig plek was voor
voedsel werd de vlucht ‘maar’ één dag lang. De tweede Voschod reis nam twee astronauten mee die
ruimtepakken droegen zodat ze zich ook buiten de Voschod konden bewegen. Alexei Leonov was de
eerste persoon die een ruimtewandeling maakte. Toen hij via de luchtsluis terug wilde, bleek de
opening te smal waardoor hij zijn pak een beetje leeg moest laten lopen. De landing van deze vlucht
verliep ook niet vlekkeloos, door een niet werkende remraket landden ze 3220 kilometer van de
geplande landingsplaats. De Voschod verdween en de Sojoez nam zijn plaats in.

Afbeelding 1.10
Afbeelding 1.9 De Apollo I na de brand
Alexei Leonov; de eerste ruimtewandeling

Op 23 maart 1965 maakte de Gemini na twee proefvluchten zijn eerste bemande ruimtereis. Op 3
juni stond de volgende lancering gepland waarin Ed White een ruimtewandeling van 21 minuten
maakte. Na deze geslaagde vluchten gingen de Amerikanen door met hun volgende project; de
Apollo.

De eerste vlucht ging bij zowel de Apollo als bij de Sojoez fout. Nog voordat de Apollo gelanceerd was
brak er in de capsule brand uit waarbij de drie bemanningsleden omkwamen. De Sojoez was dan
weliswaar goed gelanceerd, maar door een niet werkende remparachute stortte de capsule neer op
Aarde. Ook hierbij kwam het bemanningslid om.

Na vele onbemande testvluchten met de Apollo in combinatie met de Saturn 5 raket was het tijd om
een bemande vlucht te maken. In 1968 werd de Apollo 7 gelanceerd met 3 bemanningsleden.
Hiermee werden 163 omwentelingen om de aarde gemaakt. De Apollo 7 werkte perfect! Met de
Apollo 8 (inclusief bemanning) werd een succesvolle vlucht naar de maan en terug gemaakt. Door
verschillende koerscorrecties kwam de Apollo 8 in een circulaire baan om de maan terecht. Zes
dagen na de lancering landde de Apollo 8 in de oceaan. Met de Apollo 9 werd het landingstoestel
getest. Op 193 kilometer hoogte werd het landingstoestel van de ruimtecapsule losgekoppeld. Het
landingstoestel kwam op 80 kilometer afstand van de capsule en nadat de besturingssystemen waren
uitgetest werd het landingstoestel weer gekoppeld. Nadat de astronauten weer aan boord van de
capsule waren, werd het landingstoestel afgestoten en was de missie geslaagd.

Op 18 mei 1969 kwam de Apollo 10 nog dichter in de buurt van de maan. De Apollo zakte tot op een
hoogte van 14,3 kilometer boven de plek waar de Apollo 11 moest gaan landen. Omdat de
Amerikanen toch wat meer zekerheid wilden hebben over het maanoppervlak waar het
landingstoestel zou landen werd de Surveyor 1 op 2 juni 1966 naar de maan gestuurd. De sonde had
met de landing dezelfde druk op de bodem als het landingstoestel zou hebben en na foto’s daarvan
gemaakt te hebben bleek het landingstoestel gemakkelijk te kunnen landen.

10
De eerste mens op de maan
Op 16 juli 1969 werd de Apollo 11 gelanceerd. Alles ging goed totdat het landingstoestel (de Eagle)
werd losgekoppeld. Door te veel informatie raakte de computer overbelast waardoor de Eagle op de
automatische piloot moest landen. Hierdoor kwam het toestel op 6,5 kilometer van de geplande
landingsplaats en kwam dicht bij een gevaarlijke steenvlakte. Neil Armstong nam de besturing over
en op 20 juli 1969 landde de Eagle veilig op het maanoppervlak. Na 21 uur op de maan te hebben
doorgebracht keerde de Eagle terug naar de capsule. Hierna volgden nog 6 Apollo vluchten, die meer
van de maan ontdekten7).

Afbeelding 1.11 Afbeelding 1.12


Neil Armstrong; de eerste man op de De bemanning van Apollo 11. Van links
maan naar rechts: Neil Armstrong, Buzz Aldrin
en Michael Collins
Ruimtestations
Het eerste onbemande ruimtestation werd door de Russen de ruimte in geschoten op 19 april 1971.
De Saljoet 1 kon van energie worden voorzien door de vele zonnepanelen die werden uitgeklapt toen
het station zich in een baan om de aarde bevond. Vier dagen na het stationeren van het
ruimtestation ging de Sojoez 10 de ruimte in om de eerste koppeling te maken, deze was succesvol.
De Sojoez 11 volgde op 6 juni, deze keer koppelde de ruimtevaartuigen niet alleen, de bemanning
ging ook aan boord van het ruimtestation en voerde allerlei experimenten uit. De terugkeer van de
Sojoez 11 verliep echter niet vlekkeloos, door een mankement lekte er lucht uit de cabine. De
bemanning heeft het niet overleefd.
Op 11 oktober keerde de Saljoet 1 weer terug naar de aarde, waar hij verbrandde in de dampkring.
De Saljoet 2, gelanceerd op 3 april 1973 was geen succes, drie weken na de lancering, nog voordat er
ruimtevaarders aan boord waren geweest, viel het ruimtestation uit elkaar.

Het eerstvolgende ruimtestation kwam van de kant van de Amerikanen. Op 14 mei 1973 werd het
Skylab gelanceerd. Een minuut na de lancering werd het beschermingsschild, dat het station
beschermde tegen de hoge temperaturen en meteorieten, losgerukt. Om te zorgen dat het Skylab
niet meteen verloren zou gaan, werd het op een hoogte gebracht waar het Skylab de hitte nog kon
verdragen. De astronauten die naar het Skylab gingen stonden dus wat problemen te wachten. Toen
ze bij het Skylab aankwamen bleek het koppelmechanisme bovendien ook niet te werken. Na een
verblijf van vier werken waren alle problemen opgelost. In 1979, nadat er nog twee bemanningen
aan boord van het ruimtestation waren geweest, stortte het Skylab vervroegd neer in de Indische
Oceaan.

In de tussentijd hadden de Russen niet stil gezeten. Op 25 juni 1974 werd de Saljoet 3 gelanceerd. Dit
station is door twee bemanningen bezocht, maar de tweede bemanning kon niet koppelen en moest
noodgedwongen weer terug. Ruim een half jaar na de lancering verbrandde de Saljoet 3 in de
dampkring. De Saljoet 4 (gelanceerd in 1974) had ongeveer dezelfde problemen. Ook hier kon de
tweede bemanning niet koppelen, de derde bemanning had meer succes en bleef twee maanden aan

11
boord. De Saljoet 4 stortte in 1977 neer in de Stille oceaan. De missies naar de Saljoet 5 verliepen
hetzelfde, de tweede missie mislukte ook en de derde missie duurde slechts 18 dagen.

De Saljoet 6 leek het beter te doen. Nadat de eerste koppeling mislukte, koppelde een andere
bemanning aan aan de tweede koppelpoort (De Saljoet 6 had als eerste station twee koppelpoorten)
en ontdekte dat de fout moest liggen bij de Sojoez. Deze missie duurde drie maanden en de
bemanning werd vervangen door een bemanning die regelmatig werd afgelost. De Saljoet 6 keerde
in 1982 terug naar aarde waar hij in de dampkring volledig verbrandde.

Op 20 februari 1986 begonnen de Russen (met behulp van de


Amerikanen) aan een lastig ruimtevaartprogramma; de basis
van het MIR-station werd gelanceerd. Het MIR-station had zes
koppelpoorten voor onder andere bevoorradingsschepen en
ruimtevaartuigen, maar voor het eerst ook voor het koppelen
van nieuwe ruimten. In maart 1987 werd het laboratorium
Kvant 1 gekoppeld. In februari 1990 volgde Kvant 2, waarin zich
een luchtsluis bevond om werkzaamheden aan de buitenkant
van het station te doen. Later volgde Kristall, dat bestond uit
meer laboratora en een extra koppelpoort. In maart 1995 sloot
de Spektr zich aan voor extra zonnepanelen en een jaar later
kwam de Priroda met meer sensoren en camera’s. Het
Afbeelding 1.13
ruimtestation woog 130 ton en werd gebruikt op 29 Sojoez- Het MIR ruimtestation
vluchten en op 9 Space Shuttle-vluchten. Het MIR-station
overleefde 1600 storingen en er werden duizenden experimenten uitgevoerd. Omdat het te duur
werd om het station te onderhouden is deze in 2001 terug gekomen naar de aarde en in de grote
oceaan gestort.

Het ISS
Al tijdens het gebruik van het MIR-station is men
begonnen met het plaatsen van de eerste modules in
de ruimte. De modules Zarya en Unity werden in
1998 als eerste twee met elkaar verbonden. Hierna
vorderde de bouw snel en in 2000 ging de eerste
bemanning aan bord. Sindsdien is het ruimtestation
permanent bewoond. In 2001 werd het laboratorium
Destiny aan het ISS21) gekoppeld, dit was de eerste
van de vier laboratoria. De bouw van het ISS duurde
een stuk langer dan gedacht, de meeste modules
gingen met ongeveer 4 jaar vertraging de ruimte in17).
Inmiddels in het ISS bijna klaar, de lancering van de
laatste module, een robotarm, staat gepland in 2013.
Afbeelding 1.14
Het International Space Station (ISS)
Het ISS zal waarschijnlijk in 2020 uit zijn baan om de
aarde worden gehaald. Volgens geruchten zal dit pas in 2028 gaan gebeuren. Het ISS zal dan in de
oceaan storten5). Aan het ISS werken in totaal vijftien landen mee, een unicum.

Op dit moment zijn de Chinezen ook bezig met het ontwikkelen van een ruimtestation. In september
2011 werd daar de Tiangong 1 gelanceerd. De Tiangong 1 is vooral bedoeld om de Chinese kennis
van de ruimtevaart te testen. Rond 2020 verwachten de Chinezen een permanent ruimtestation in
een baan om de aarde te brengen. De Tiangong 1 zal 2 jaar meegaan4).

12
Hoofdstuk 2
De stationering van een ruimtestation

Los in het heelal


Een ruimtestation zweeft rond de aarde, maar hoe kan dat eigenlijk?
Hoe komt zo’n ruimtestation en enig ander ruimtevaart voertuig in zijn baan?

Dit leidt allemaal terug naar Johannes Kepler die in 1601, met behulp van de observaties van Tycho
Brahe, de beweging van de planeten bestudeerde. Tycho Brahe had namelijk ontdekt, of in ieder
geval geobserveerd, dat de planeten niet in een cirkelbaan liepen. Dit was in tegenstelling tot de
gedachte van Copernicus, die 60 jaar daarvoor een model van het zonnestelsel had gemaakt, waarin
alle planeten in een cirkelbaan rond de zon draaide.
Kepler besteedde 5 jaar aan dit onderzoek, waarna hij in 1609 zijn eerste 2 wetten van
planeetbeweging publiceerde.

Kepler de eerste
De eerste wet van Kepler61) zegt: ‘’De baan van een planeet is een ellips met de zon als centrum’’.

Overigens kan een voorwerp dat de Kepler beweging ondergaat ook een parabool of hyperbool
vormen, die tot dezelfde groep behoort als de ellipsen.

Afbeelding 2.1
62)
Een schematische tekening van de baan van de aarde.

Een planeet draait rond de zon in een ellips. Als de aarde het dichtst bij de zon is noemen we dat
punt het Perihelion. Het punt het meest verweg in de baan wordt het Aphelion genoemd.
De a bij een ellips is de grootste straal, dus van het middelpunt van de ellips tot het Perihelion of
Aphelion. Hiermee kan je de excentriciteit berekenen van de ellips; de afstand van het middelpunt

13
tot het centrum (in dit geval de zon) staat gelijk aan de excentriciteit vermenigvuldigd met de
grootste straal.

Voor de excentriciteit geldt dan:

Voor de afstand van het centrum tot het Aphelion en Perihelion hebben we de a en e nodig. Naar het
Perihelion toe hebben we a – r (centrum-middelpunt)

Waaruit we r(centrum-middelpunt) kunnen substitueren met ae:

Voor de afstand naar het Aphelion geldt dan dat de r(centrum-middelpunt) erbij komt.

Voor de excentriciteit kan je ook deze formule gebruiken:

Waarvoor a nog steeds de grootste straal is, en b is de kleinste straal.


Als a en b hier gelijk zijn, krijg je een cirkel.

De eerste wet van Kepler houdt dus in dat alle planeten in ons zonnestelsel in een ellips rond de zon
draaien, dus hebben ze allemaal een e groter dan 0 en kleiner dan 1.

De afstand van een voorwerp tot het centrum van zijn baan kan berekend worden door63):

Waarin:
r = De afstand van het voorwerp tot het centrum van zijn baan.
a = De grootste diameter van de baan.
e = De excentriciteit van de baan, waarvoor geldt:
e = 0 → cirkelbaan
0 < e < 1 → ellips
e = 1 → parabool
1 < e → hyperbool
ν = De hoek van het voorwerp op de planeet en het punt op de baan het dichtste bij de planeet.

14
Kepler de tweede
De tweede wet van Kepler65)
houdt in dat waar ook op de
baan van de ellips, er altijd een
zelfde oppervlakte wordt
uitgeveegd gedurende
dezelfde tijd.

Zoals hiernaast te zien is,


wordt hetzelfde oppervlak
gearceerd voor dezelfde
tijdsomloop. Dit komt omdat
de planeet dichter bij de zon
een hogere snelheid heeft,
waardoor hij een grotere
omloop maakt. Bij het
Perihelion is zijn snelheid het
grootst, en bij het Aphelion het
kleinst.
Afbeelding 2.2
Een schematische tekening van de oppervlakten die door
Dit is te bewijzen door de een bewegende planeet wordt weggeveegd.
gravitatiekracht, die Newton
later gebaseerd heeft op de derde wet van Kepler:

Als r ( de afstand van de planeet tot het centrum ) kleiner wordt, zal F groter worden. Hoe dichter het
voorwerp bij het centrum komt, hoe groter de kracht, hoe meer snelheid het voorwerp krijgt.
Dit geldt voor het moment dat de planeet van het Aphelion naar het Perihelion verplaatst. Als de
planeet het Perihelion voorbij is, werkt deze versnelling tegen zich. De hoek van de gravitatiekracht
wordt dan namelijk groter dan 90 graden, dus remt de planeet af. Door de hoge snelheid die de
planeet op het moment van het passeren van het Perihelion heeft, haalt hij het Aphelion, al met een
lagere snelheid, wel.

Een tweede weg om dit te bewijzen volgt de energie van de aarde in dit geval66).
We weten dat als je een steen met een bepaalde snelheid omhoog gooit, hij potentiële energie krijgt
in de vorm van kinetische energie.

Een tweede formule die hierbij hoort is de zwaarte-energie.

Deze formules bij elkaar hebben een constante energie, als we de wrijvingskracht verwaarlozen. Dit
kunnen we doen, omdat er in de ruimte een vacuüm67) optreedt. Al is dit vacuüm geen perfect
vacuüm, zijn er nog steeds te weinig deeltjes per kubieke meter om een wrijvingskracht te bepalen
die invloed heeft op de formules.

15
De steen heeft op het punt h = 0 de grootste snelheid. De massa is constant, waardoor de enige
factor bepalend voor de E de snelheid wordt, aangezien de zwaarte-energie 0 is. Omdat de energie
constant is, wordt v dus groter hoe dichter je bij h = 0 bent.

Laten we dit vergelijken met de baan van de aarde, waarbij h de afstand tussen de zon en de aarde is.
Hoe groter de afstand wordt, hoe kleiner de snelheid. Voor deze formule gebruiken we geen
valversnelling, maar k, welke gerelateerd is aan g door de volgende formule68).

Waarbij g de valversnelling = 9,87


En R de straal van de aarde =

De formule die we voor een satelliet of planeet gebruiken wordt dan:

De E is constant. De twee bepalende factoren hier zijn de snelheid en de afstand tussen de zon en de
aarde. Als v groter wordt, wordt r kleiner. Andersom, als v kleiner wordt, wordt r groter. Hierdoor
blijft de E constant, zeker omdat in de ruimte wrijvingskracht te verwaarlozen valt67).

Doordat de snelheid dus verschilt, kunnen we zeggen dat de driehoeken die de baan maakt anders
zijn. De breedte van de driehoek wordt bepaald door de positie op de baan. Hierdoor zijn alle
gebieden hetzelfde, aangezien de lengte meer wordt, maar de breedte minder.

De oppervlakte van een driehoek reken je uit met de volgende formule:

Waarin b de basis is, en h de hoogte. A is de oppervlakte. A is dus een constante in de baan van een
planeet.

‘’Een planeet veegt hetzelfde gebied weg, in dezelfde tijd, waar dan ook op de baan.’’ Johannes
Kepler

Kepler de derde
De derde wet van Kepler luidt;
‘’Het kwadraat van de periode van de baan van een planeet staat in direct verband met de derde
macht van de halve assen’’

Kepler zegt hier dus dat de periodes van de baan van een planeet gelijk is aan de derde macht van de
langste straal, of de halve as62).

16
Hieruit volgt dat planeten die verder van de zon af staan een grotere omloopstijd hebben. Planeten
als Uranus hebben dus een veel grotere periode dan Mercurius, omdat Uranus veel verder weg staat.

Het samenspel
Nu komt Isaac Newton in het spel. Toen hij zijn boek ‘’the Principia’’69) publiceerde in 1687, ging er
een wereld open voor de natuurkundigen in die tijd. Met het boek kwam de formule voor de
gravitatiekracht tussen 2 massa’s. Newton kwam op dit idee naar aanleiding van de tweede wet van
Kepler, waarin Kepler de aantrekkingskracht tussen de planeten beschrijft. Twee massa’s trekken
elkaar aan door een kracht, die omgekeerd evenredig is aan het kwadraat van de afstand tussen deze
twee massa’s.

Met deze formule kwam ook de gravitatieconstante , die later vaker


voor zou komen in bijvoorbeeld Einstein’s theorieën.
Laten we deze formule toepassen op het zonnestelsel, met als voorbeeld de aarde en de zon.

Er staat dus een grote kracht op de zon en de aarde, maar verplaatsen de zon en de aarde dan ook
door deze kracht? De aarde verplaatst zich hierdoor zeker, maar omdat de aarde in een ellips rond de
zon gaat, komt de aarde niet dichterbij dan het Perihelion van deze baan. De zon verplaatst zich
hierdoor nauwelijks, omdat deze een veel grotere massa heeft.
Nu komen we bij de eerste wet van Newton69): de traagheidswet. ‘’Een voorwerp waarop geen
resulterende kracht werkt, is in rust of beweegt met een constante snelheid’’.

Als we de gravitatiekracht gaan substitueren met de formule voor de traagheidswet kunnen we de


versnelling uitrekenen die op de aarde of de zon wordt uitgeoefend.

Als je de versnelling op de aarde wilt uitrekenen, moet je voor de m de massa van de zon invullen, en
andersom de massa van de aarde. Als we namelijk de m naar de andere kant halen, komt hij onder
de deelstreep te staan. Hierdoor valt de massa onder de deelstreep weg met dezelfde massa boven
de deelstreep.

17
Zoals hierboven te zien is, is de versnelling die de aarde maakt vele malen groter dan de versnelling
van de zon. Dit komt omdat de massa van de zon vele male groter is, en de kracht die op de zon
werkt dus veel minder versnelling opwekt. Zoals bij de tweede wet van Kepler al uitgelegd staat, is de
versnelling groter als de aarde dichterbij de zon staat. Een grotere straal betekent een kleinere
versnelling en vice versa.
De versnelling van de zon wordt geneutraliseerd doordat de aarde aan alle kanten van de zon komt
te staan, waardoor de richting van de versnelling van de zon, met de aarde mee draait.

Een ruimtestation zal niet in een geostationaire baan komen te staan, omdat hij daar veel te zwaar
voor is en het de energieopslag er niet voor heeft (zie energievoorzieningen). Het ruimtestation moet
ook worden geholpen om in zijn baan gehouden te worden, er moet gecorrigeerd worden. Bij deze
berekeningen gaan we uit van een massa van 450.000 kg70) en de afstand van de aarde tot het
ruimtestation 350 km70).

Door deze kracht zal er in de baan om de aarde gecorrigeerd moeten worden. Het ruimtestation zal
naar de aarde toe worden getrokken, waardoor het uit zijn baan kan raken. Door stuwingmotoren
kan deze aantrekkingskracht geneutraliseerd worden.

18
Hoofdstuk 3
Een ruimtestation ontwerpen

Eén grote chaos


Het ISS is in zijn baan als één
geheel, maar het is in vele
stukken de ruimte ingegaan.
Deze stukken zijn gemaakt
door verschillende
organisaties (NASA, ESA etc.)
en deze zijn uiteraard
volledig getest. Deze stukken
moesten allemaal weer in
elkaar passen, wat het nog
moeilijker maakte voor de
coöpererende organisaties.

Maar zo'n ruimtestation


ontwerpen is ook niet niks.
Natuurlijk moet er eerst het
Afbeelding 3.1
geld voor zijn, de
Het ISS in stukken.
organisaties moeten het met
elkaar eens worden over wie wat tot zijn beschikking krijgt en de plannen voor de bouw moeten
worden gemaakt.

Wat voor materiaal gaan we gebruiken? Gebruiken we allemaal hetzelfde of hebben we nog
verschillende voorkeuren? Gaan we allemaal uit van dezelfde kleuren, veranderen we die qua
organisatie of onderdeel of is dit gewoon random. Hoe maken we spullen vast in zo'n ruimtestation,
want we willen natuurlijk niet dat er gereedschappen rond vliegen. Wie slaapt waar, wie doet wat?
Dat zijn natuurlijk de grote vragen bij het ontwerpen van een ruimtestation.

Dus wat valt er allemaal te onderzoeken voordat de bouw begint:


– De materialen die worden gebruikt
– De algemene constructie van materialen die wordt toegepast
– De water en voedselvoorzieningen
– De energievoorzieningen
– Temperatuur bepalen

De legoblokjes
We beginnen bij het begin, waar bouwen we een
ruimtestation uit op? Nu kunnen we niet lukraak materialen
gaan uitkiezen, want er zijn verschillende criteria waaraan de
materialen moeten voldoen18):

– De materialen moeten licht zijn. Hier zijn meerdere


redenen voor. Hoe zwaarder het ruimtestation wordt, hoe Afbeelding 3.2
verder hij van de aarde af moet staan om voldoende De legoblokjes
middelpuntzoekende kracht te krijgen. Het vervoeren van

19
hele zware materialen is duur ten opzichte van lichte materialen. Hoe zwaarder de materialen, hoe
meer massa de spaceshuttle/raket omhoog moet vervoeren, des te meer energie deze nodig heeft.
– De materialen moeten stevig zijn. De structuur van het ruimtestation mag niet
gecomprimeerd worden door enig rondzwervend afval. Bij kleine delen van het ruimtestation is het
mogelijk om deze te repareren, maar bij de structuur is dit onmogelijk als het ruimtestation eenmaal
in de ruimte zweeft.
– Een niet essentiële, maar wel handige criterium is de hittebestendigheid. Ook al is het niet
onmogelijk om met een niet hittebestendig materiaal te werken is het wel altijd handig. De warmte
wordt goed gereguleerd, maar voor materialen aan de buitenkant van het station is het zeker nodig.
De zon schijnt de hele dag, en feller dan op aarde. Hierdoor wordt er veel hitte verkregen.

Er is een groot scala aan materialen die gebruikt worden voor een ruimtestation zoals aluminium,
Staal, Titanium en Magnesium. Deze materialen moeten allemaal apart getest worden, om te zien of
ze wel aan alle criteria voldoen. Hiervoor moeten protocollen geschreven worden, die door alle
organisaties uitgevoerd moeten worden. Een protocol ziet eruit zoals in bijlage III vermeldt, ieder
protocol ziet er anders uit. In dit voorbeeld staat een protocol hitte behandeling van aluminium
legering18). Zie bijlage III (bladzijde 54)

Afbeelding 3.3
Afbeelding 3.4
Aluminiumplaten.
Grof Titanium

Zo'n protocol is zeer belangrijk, aangezien dit soort projecten vaak in samenwerking met
verschillende bedrijven gedaan wordt, en het belangrijk is dat de onderdelen de correcte
behandelingen krijgen. Hierbij worden problemen tussen de bedrijven preventief opgelost.
Zo'n protocol is cruciaal voor de wetenschappers die de producten moeten maken, aangezien de
behandeling vaak heel gedetailleerd genoteerd staat. De wetenschappers kunnen bijna, en mogen,
geen fout maken in hun procedure, waardoor ook daar preventief problemen worden opgelost. Om
dit te garanderen moeten onder deze protocollen handtekeningen staan van alle projectleiders en
aannemers.

De materialen worden vaak in groepen ingedeeld, omdat elke groep overeenkomstige eigenschappen
heeft. Elke groep wordt dan ook voor specifieke onderdelen gebruikt18).

Metalen
- Aluminium: Wordt veel gebruikt in de structuur en opbouw van het ruimtestation, aangezien
het heel licht is (een derde van staal of brons) en ook heel sterk. Aluminium is niet bestand tegen
spanningscorrosie en moet daar ook grondig voor getest worden.
- Staal: Het voordeel van staal is dat het bestendig is tegen corrosie, waardoor het een zekere
aanrader is in een ruimtestation. Staal wordt veel gebruikt in computers en belangrijke onderdelen
van de structurering.
- Titanium: Door zijn sterke, lichte en zeer corrosiebestendige eigenschappen is titanium zeer
populair in de ruimtevaart. Het kan eigenlijk overal gebruikt worden, maar er moet wel uitgekeken

20
worden dat het niet gebruikt wordt bij onderdelen waarbij titanium de hardheid niet haalt. De
oppervlakte van titanium waarin het onderdeel geïmplanteerd is, moet opgeschoond worden.
- Magnesium: Door zijn gewicht en sterkte is magnesium een goede keus bij een lichtgewicht
constructie. Aangezien de kennis over magnesium nog niet zo groot is, wordt er meestal naar andere
stoffen gekeken.
- Beryllium: Beryllium is uitermate sterk, sterk genoeg om vacuüm te weerstaan. Beryllium
heeft een hoog smeltpunt van 1551 K en het is een goede warmtegeleider, waardoor het gebruikt kan
worden voor de radiatoren van het ruimtestation en wordt veel in legeringen gebruikt.
- Cadmium: Mag niet gebruikt worden in bemanningsruimtes of op plaatsen boven 100° C.
Wordt bijvoorbeeld gebruikt bij het solderen van structurele onderdelen.
- Kwik: Mag niet in aanraking komen met ruimtestation onderdelen en kleding/ruimtepakken,
aangezien aluminium een populair element is in het bouwen van een ruimtestation en kwik door
aluminium heen vreet. Wordt gebruikt in goed beschermde lampen.
- Superlegeringen (Nikkel en Kobalt): Legeringen met een hoog percentage Nikkel mogen niet
in contact komen met onderdelen die zwavel bevatten.

Niet-metalen
- Elastische materialen: Waaronder rubber, wordt gebruikt voor het dempen van trillingen die
veroorzaakt worden tijdens het transport naar de ruimte. Ook in het ruimtestation wordt rubber veel
gebruikt als demper.
- PVC: PVC is slijtvast en licht, waardoor het wederom een ideaal materiaal is. Het wordt
gebruikt voor vloeren en of bedrading (al wordt de bedrading vaak zonder buis gedaan, vanwege
ruimtegebrek). Ook kunnen de chemische handschoenen of pakken aan boord voor proefjes gemaakt
zijn van PVC. Mag niet in vacuüm gebruikt worden.
- Glasvezel kunststof: Wordt gebruikt voor datatransport binnen het ruimtestation.
- Smeermiddelen: Vaste en vloeibare smeermiddelen. Grafiet is zeer populair in de vaste
smeermiddelen, omdat het zo licht is en gemakkelijk te maken.
- Producten met een beperkte levensduur: Er moet altijd gestreefd worden naar een maximale
levensduur en minimaal onderhoud. Producten worden vaak gekozen op dit criterium.
- Blootstellen aan vacuüm: Niet-metalen die bloot worden gesteld aan vacuüm moeten deze
kunnen weerstaan. Hiervoor moeten er meerdere testen gedaan worden voordat het materiaal wordt
goedgekeurd.

De eerste plannen
Naast de juiste materialen moet er ook een goede structuur zijn, zodat het ruimtestation stevig op de
''grond'' staat. De criteria voor de materialen komen grotendeels overeen met de criteria voor de
structuur; licht en sterk. Hierin moet er dus ook handig om zijn te gaan met de ruimte die we tot onze
beschikking hebben. We moeten ons ook bedenken dat er mensen moeten kunnen leven en
bewegen, dus er is een holle structuur nodig. De constructie moet gemakkelijk in elkaar te zetten zijn,
omdat we het in meerdere stukken de ruimte in vervoeren en we stukken krijgen van verschillende
bedrijven. Hierin moet ook bedacht worden dat we niet alles tegelijk de ruimte in krijgt, maar er
weken tussen zitten, dan moeten de stukken die rond de aarde zweven wel stabiel genoeg zijn. De
constructie moet ook tegen een stootje kunnen, want een catastrofaal ongeluk door een minuscule
meteoriet kunnen we niet hebben.

De holle structuur
De astronauten moeten zich kunnen rond bewegen in het ruimtestation. Hierdoor hebben we holle
ruimtes nodig in ons ruimtestation. Voor die holle structuur gaan we terug naar het grote Romeinse
rijk, waar de architectuur explodeerde. Van riolering tot kathedralen tot bruggen. Maar wat hadden
de Romeinen ontdekt waardoor ze ineens kathedralen en stabiele bruggen konden maken? De
boogconstructie, welke wij nu gaan gebruiken in ons ruimtestation.

21
We gebruiken de boogconstructie anders dan de
Romeinen in hun tijd, wij maken er namelijk een
cilinder van. Door de natuurlijke stabiliteit die een
cirkelconstructie heeft, is de cilinderconstructie een
perfecte oplossing voor ons holle structuur probleem.
Een bijkomend voordeel is het afkaatsen van
meteorieten. Bij een cilindervorm is de impact van
een meteoriet minder dan bij bijvoorbeeld een kubus,
omdat een meteoriet bij de cilindervorm over of
onder het station door kan rollen, terwijl bij de kubus
het volle gewicht op het ruimtestation komt.

Overigens betekent een cilinderconstructie niet dat


de binnenkant ook cilindervormig is. Het meeste van Afbeelding 3.5
de binnenkant zal kubusvormig zijn, aangezien er vele Het ISS, waar goed de ronde structuur te
pijpen en draden door de wand van de constructie zien is.
moeten lopen. Een rechte wand is ook gemakkelijker
om apparaten en/of gereedschappen op te bergen.

Het aankoppelingsmechanisme
Het ruimtestation kan niet in één keer vervoerd worden naar de ruimte, omdat het simpelweg veel te
groot is. Het moet dus in delen op de grond gemaakt worden, en die moeten allemaal aan elkaar
kunnen koppelen. Dan moeten we niet alleen denken aan de constructie, wat uiteraard precies op
elkaar moet passen, maar ook aan de pijpen en elektriciteitsdraden. De pijpen en draden van het ene
deel moeten overeenkomen met die van het andere deel en moeten ook op precies dezelfde plaats
zitten.

Daarnaast moet er rekening gehouden worden met het feit dat het in de ruimte in elkaar gezet moet
worden. Dit gaat met behulp van ruimtewandelingen van de astronauten. Het kan uiteraard niet zo
zijn dat zij daar uren mee bezig zijn. Het moet snel en makkelijk te doen zijn, het liefst met een
instructieboekje aan boord. Als het onderdeel hermetisch aangesloten is met het ruimtestation
kunnen de astronauten weer naar binnen.
Binnen kunnen zij de draden en pijpen aansluiten, maar dan is het al mogelijk om het nieuwe deel in
te zweven.

We hebben onze structuur al bevestigd, de cilinderstructuur. Wat wij hiermee kunnen doen is holle
ringen op de buitenkant van de constructie maken, en op het nieuwe deel langwerpige cilinders. Deze
cilinders passen dan precies in de ringen en kunnen daar ook vastgemaakt worden. Op het moment
dat de cilinder volledig door de ringen heen is, zet de astronaut het vast en is het nieuwe deel klaar
voor gebruik.

De verfrissingen
Aan boord van een ruimtestation is er water en voedsel nodig. Nu kunnen we al het water dat nodig
is naar boven sturen met behulp van raketten, maar een beetje ontdekker zoekt naar een betere
oplossing. Het probleem is dat we in de ruimte uiteraard geen zwaartekracht hebben, waardoor de
technieken die gebruikt worden op de grond, niet werken op kilometers hoogte. Althans, de reguliere
opstelling van deze technieken.

22
De watervoorziening
In het ruimtestation is er een beperkte hoeveelheid water. Er is niet genoeg ruimte om voor weken
water op te slaan en daarom moet er iets bedacht worden. We willen de urine die de astronauten
produceren zuiveren, maar bijvoorbeeld ook water uit de lucht halen, want de astronauten
produceren ook zweet, wat in de lucht in het ruimtestation terecht komt71).

Het zuiveren van de urine gaat via filtratie en


distillatie72). Uiteraard kan dit niet in de
normale opstelling zoals hier op aarde. De
urine wordt eerst in een ton gedrukt. Omdat
er geen zwaartekracht is, kunnen we het
water niet opwarmen en dan het gas
wegvoeren, omdat het water en het gas zich
nooit zullen splitsen. Daar moet dus iets op
gevonden worden.

Het vat wordt heel snel rondgedraaid,


waardoor er een zwaartekracht wordt
gesimuleerd. Dit wordt ook wel centrifugeren
Afbeelding 3.6 genoemd. Door deze ''zwaartekracht'' kan het
Het waterzuiveringssysteem op het ISS gas van het water gesplitst worden, de niet
gewilde delen worden tegen de wand
aangedrukt, terwijl het gas vanuit het midden gedrukt wordt naar een filter. Deze filters zijn bijna
hetzelfde als die op het aarde, van een soort van houtskool. Het filter haalt de overige ongewilde
deeltjes uit het water, waardoor er zeer zuiver water uitkomt.

De zuurstofvoorziening
Zuurstof wordt geproduceerd uit water73). De zuurstof- en waterstofmoleculen worden door
elektrolyse gesplitst, waarbij zuurstof het ruimtestation ingaat en het waterstof de ruimte in wordt
gedumpt. Hierdoor blijft er altijd genoeg lucht om in te ademen. Een tweede optie, die minder
gebruikt zal worden, omdat het gebracht moet worden, is zuurstof in druktanks.

De voedselvoorziening
Het voedsel wordt gewoon
aangebracht met behulp van een
onbemande raket. In deze raket zit
naast voedsel ook water, spullen voor
onderzoeken en bijvoorbeeld
tekeningen van de kinderen. Op de
terugweg neemt deze cargo het afval
en de uitslag van proefjes weer mee
terug.
Om maar even te illustreren dat het
astronautenvoedsel helemaal niet zo
erg is, citeer ik hier een stukje van
André Kuipers zijn blog voordat hij
Afbeelding 3.7
naar het ISS ging: ''In Nederland
Scrambled eggs, op te warmen met 100 ml heet water
moest ik anderhalve dag alleen maar
voor 5-10 minuten.
ruimtevoedsel eten. Dus terwijl mijn
gezin aan tafel opschepte uit potten en pannen, at ik uit allemaal kleine blikjes. Maar ik had niets te
klagen hoor. Veel mensen denken dat astronauten nog steeds smakeloos eten krijgen uit tubes. Niets
is minder waar. Op mijn menu stonden onder andere een heerlijke appelcompote, zalm, zwaardvis en

23
cheesecake. Allemaal bereid door de Franse chef-kok Alain Ducasse...74)''

Het eten wordt gevriesdroogd, waardoor het heel lang houdbaar is75). De astronauten moeten hier
warm water bij gooien, waardoor het eten weer wat op kan zwellen. Dan is het eetbaar, maar moeten
ze alsnog uitkijken dat er niet toevallig een asperge uit het zakje schiet, want daar moeten ze dan
achteraan.

Het drinken zit in spuitflessen, dit kan variëren van appelsap tot een lekkere coca cola. Ook hiermee
moeten ze weer uitkijken, want de vloeistof zweeft alle kanten op.
Wat elke astronaut zal zeggen, er is ABSOLUUT geen alcohol aan boord!

Even opladen
Voor de energie op een ruimtestation hebben we niet veel keus. Je zit in de ruimte zonder fossiele
brandstoffen, onbeperkt water of de ruimte voor kernfusie (om maar alvast in de toekomst te kijken).
De beste optie is uiteraard zonne-energie. Om meer te weten te komen over de zonnepanelen, kunt u
het interview met Paul zevenbergen bekijken op bladzijde 49.

Op de zonnepanelen liggen duizenden zonnecellen. De zonnepanelen kunnen zich aanpassen aan de


locatie van het ruimtestation, waardoor ze altijd zonlicht ontvangen op 90°. Hierdoor heeft de
zonnecel het hoogste rendement (zie onderzoek energie). Door het zonlicht warmen de zonnecellen
op, maar deze kunnen niet te warm worden en hebben iets nodig om hun warmte aan af te staan.
Hiervoor zijn radiatoren nodig. Radiatoren zitten aan de schaduw kant van de zonnepanelen en
neutraliseren de temperatuur van de zonnecellen. Overigens zitten overal radiatoren, want het hele
ruimtestation warmt op (zie Van de toendra tot de savanne).

Het ruimtestation zal niet altijd direct zonlicht ontvangen en soms


helemaal geen. Hiervoor zijn er batterijen nodig, waardoor het
ruimtestation altijd van energie voorzien wordt. Deze batterijen
moeten een hoog rendement hebben, ze kunnen niet te veel
energie kwijtraken. Populair is bijvoorbeeld de nikkel-waterstof
batterij78), die op het moment ook in het ISS gebruikt wordt. Het
probleem, alhoewel ''probleem'', is dat het een levensduur heeft
van 6,5 jaar. Na deze tijd moet de batterij dus vervangen worden.
Hier moet rekening mee gehouden worden tijdens het ontwerpen
van het ruimtestation en de zonnepanelen, want de batterijen
moeten dus vervangen kunnen worden door de astronauten zelf. Afbeelding 3.8
Nikkel-waterstof batterijen
In ruimte vliegt ruimteplasma rond, wat een elektrische lading aan boord van het ISS.
heeft77). Om ervoor te zorgen dat het ruimtestation geen
stroomstoot krijgt op het moment dat dit plasma in contact komt met het ruimtestation, moet er een
plasma controller in plaats worden gezet. Dit plasma controller neemt de elektrische lading op en
splits het ruimteplasma in ionen en elektronen, die worden afgevoerd. Hierdoor is het ruimtestation
stroomstoot veilig.

Van de toendra tot de savanne


De aarde is een prettige omgeving, zolang je wegblijft van de Zuidpool en niet in een vulkaan valt. In
de ruimte bestaan deze omgevingen niet77). Zonder warmteregelingen in een ruimtestation zal de
temperatuur als de zon erop schijnt ongeveer 121°C zijn, terwijl het aan de donkere kant van de
aarde kan dalen tot een schamele -157°C.
Gelukkig wordt het ruimtestation ontworpen met een warmteregeling. Er zijn een aantal maatregelen
die hiermee te maken hebben.

24
Ten eerste de isolatie die om het ruimtestation heen zit. Deze houdt de warmte binnen als het koud is
en houdt deze buiten tijdens de warmere periodes. Nu is dit op aarde heel gemakkelijk. Hier
gebruiken we gewoon dubbel glas, want lucht is een slechte warmtegeleider. Maar in de ruimte is er
geen lucht, dus moeten we naar andere oplossingen zoeken. De ruimte wordt gedomineerd door
straling, materialen nemen het zonlicht op. Om weer af te koelen moet deze warmte weer
uitgezonden worden, met behulp van infrarood straling. Een ruimtestation zal voor het isoleren een
deken gebruiken, gemaakt van een reflecterend materiaal (van aluminium, Mylar etc.) en deze
dekens zijn gemaakt met meerdere lagen. Deze lagen zijn heel dun. Door deze lagen (meestal van
verschillende materialen) wordt er weinig tot geen warmte geleidt tussen de lagen.
De ramen in een ruimtestation zijn vreselijk voor de warmteregeling, ze laten namelijk heel veel
warmte los. Maar goed, dat uitzicht kunnen we niet weerstaan.

Een tweede probleem is de energie die omgaat in een ruimtestation. De zonnecellen, apparaten en
bedrading produceren ook allemaal warmte. Al de bijkomende warmte moet weer weg worden
vervoerd. Om het comfortabel te houden, moet er door heel het ruimtestation een koelsysteem
lopen. Dit wordt gedaan via lucht of water, die de warmte opnemen en afgeven aan de radiatoren. De
radiatoren sturen het dan weer terug de ruimte in met behulp van de infrarood straling. De
radiatoren zitten meestal achterop de zonnepanelen, omdat ze dan altijd in de schaduw staan (zie
even opladen). Omdat de radiatoren heel koud zijn, kan de warmte naar de radiatoren niet worden
aangevoerd via water. Dit wordt gedaan met een andere vloeistof, zoals ammoniak. Ammoniak
bevriest pas bij -77°C, waardoor het vervoerd kan worden tot de radiatoren. Al kan het veel kouder
worden aan de schaduwkant van een ruimtestation, verliest ammoniak niet snel genoeg zijn warmte
om bevroren te raken. Het circuleert sneller terug dan dat het bevriest.

Afbeelding 3.9
Radiatoren achterop de zonnepanelen

Als laatste wordt de luchtstroming in het ruimtestation gereguleerd. Wat heel belangrijk is, want de
temperatuur is makkelijk te reguleren als het overal even warm is. Het zou veel moeilijker worden als
we koude en warme luchtstromen zouden creëren.

25
Hoofdstuk 4
Aan boord van een ruimtestation

Ben ik niks vergeten?


U kent het wel, een half uur op de weg en u bedenkt zich dat de tas nog thuis ligt. Ja, dat kan
uiteraard niet gebeuren in een ruimtestation. Alles moet al aan boord zijn, want een retourtje voor
een slaapzak kost aardig wat.
Alles moet geïnventariseerd en gecheckt worden, een aantal keer zelfs. Er moeten gereedschappen,
slaapzakken, water, eten enz. aan boord zijn. Maar wat is er eigenlijk anders aan deze artikelen?

Good morning
Astronauten slapen gewoon in een heerlijke slaapzak, al is het wel iets
anders dan normaal. Zo’n slaapzak zorgt namelijk niet alleen voor warmte,
maar zorgt er ook voor dat je als astronaut niet rond begint te zweven
tijdens je slaap79). De slaapzak moet namelijk vast worden gemaakt in een
apart slaaphok, of waar dan ook op het ruimtestation. Zolang je maar ergens
vast aan zit. De slaapzakken kunnen gaten hebben, waar de armen doorheen
kunnen, zodat er nog werk kan worden gedaan terwijl de astronauten in hun
slaapzak zitten. Het gevoel van slapen terwijl je zweeft is natuurlijk wel even
wennen! Astronauten slapen ook zo’n half uur minder per nacht dan op
aarde.
En dan wordt het opstaan en natuurlijk een lekkere douche nemen. Dit geldt
uiteraard niet voor de astronauten, al proberen ze er wel het meeste uit te
halen. Scheren, tandenpoetsen en wassen, hoe raar het ook klinkt, ze doen
dit bijna hetzelfde als op aarde. Met handdoeken, droog en nat, gewone Afbeelding 4.1
tandpasta, waarvan je zelf maar moet beslissen of je het door slikt of Astronaut aan het
uitspuugt in een handdoek, komen ze al een heel eind! Het scheren gaat ook slapen.
gewoon met scheermesjes, maar in plaats van water gebruiken ze hier ook
handdoeken voor. Ze hebben wel speciaal scheerschuim, want er moet natuurlijk iets anders zijn,
anders zouden ze zich misschien geen astronaut meer voelen! Wat heeft dat er mee te maken?

Kom je eten?
Want misschien wel het allerbelangrijkste voor een astronaut is goed eten. Als je net de ruimte in
bent gekomen, moet je lichaam daar aan wennen. Je maag verplaatst zich een klein beetje, je
lichaam moet alles zelf naar de organen krijgen doordat er geen zwaartekracht is. Dit duurt minder
lang dan je zou denken, bijna alle astronauten waren na een uurtje of 5 aangepast aan de
gewichtsloosheid. In ieder geval aangepast genoeg om geen duizelig- of misselijkheid meer te voelen.
Het is belangrijk voor een astronaut om zijn massa (gewicht op aarde)hetzelfde te houden, voor de
rehabilitatie als ze weer terug op aarde zijn. Alle astronauten die lichter waren dan toen ze zijn
vertrokken hadden duidelijk meer moeite met de rehabilitatie dan de astronauten die hetzelfde
gewicht zijn gebleven.
De maaltijd zelf wordt meestal genuttigd met een groep met zijn allen (of met een ander) rond een
tafel zitten om lekker te ontbijten, lunchen, avondeten of even voor een zakje koffie. Al het eten (zie
de verfrissingen) wordt verpakt en droog gevroren. De astronauten hoeven hier alleen maar warm
water, wat via de watercirculatie in het ruimtestation (zie van toendra tot savanne) opgewarmd kan
worden, bij te doen en dan hebben ze een warme maaltijd. Deze maaltijden kunnen variëren van een
portie asperges tot een soepje. De astronaut heeft keuze zat (zeker als het eten net geleverd is). Het
grappige is dat er ook nog steeds crackers naar het ISS worden gestuurd. Als wij hier op de grond

26
crackers eten, liggen er overal kruimels op de grond. Dit is op een ruimtestation niet anders, althans,
het vliegt er daar alleen rond.

Gewichtsloos sporten
We willen allemaal fit blijven, maar voor astronauten is dit
nog veel belangrijker. Als je in de ruimte komt, gebeurt er
heel veel met je lichaam. Het hart moet harder gaan
werken, want het bloed wordt niet meer naar beneden
getrokken door de zwaartekracht. Je gebruikt je spieren
veel minder, want ze hoeven niet meer te werken tegen de
zwaartekracht in, hetzelfde geldt voor je botten. Hierdoor
mogen astronauten ook niet langer dan een jaar in de
ruimte blijven, omdat er een percentage bot verdwijnt uit
Afbeelding 4.2 je skelet. Als de spieren goed worden bijgehouden in de
Een workout in de ruimte. ruimte, kunnen de astronauten ook makkelijker weer
bewegen eenmaal op aarde.
Maar hoe fitnessen ze in de ruimte, als er geen zwaartekracht is? De makkelijkste manier om toch
een kracht uit te oefenen op je lichaam is door middel van een veer. Tijdens het rennen op een
loopband wordt je naar beneden gehouden door middel van een veer. Je doet een band om je
middel heen, en die zit vast aan een veersysteem, waardoor je naar beneden wordt getrokken.
Fietsen kan ook heel goed in de ruimte, de trappen worden verzwaard, net zoals een fiets hier op
aarde.

It’s raining cats and dogs


Alles vliegt in de ruimte, van mensen tot spijkers, alles zweeft. Daardoor is het heel belangrijk dat
alles vast zit in een ruimtestation. Nu kunnen we dit op verschillende manieren doen:
- Klittenband: Overal zullen stukjes klittenband hangen, op de muren, apparaten, noem maar
op. Op deze plaatsen zal de zachte kant van het klittenband hangen, het zou namelijk geen
prettig gevoel zijn langs de ruwe kant te schuren en aangezien de astronauten zweven, is er
een grote kans dat dat zou gebeuren. Dan zullen op de gereedschappen, maar ook op
bijvoorbeeld de voedingspakketten de ruwe kant van het klittenband zitten, die daardoor
overal opgehangen kunnen worden. Simpel en makkelijk te gebruiken!
- Touwtjes: De gereedschappen die bijvoorbeeld voor experimenten of reparaties nodig zijn,
kunnen vast worden gezet via touwtjes en een klik-systeem; Waarbij je de hals in een gootje
stopt, en deze hem vasthoudt. Hierdoor vliegen de hardere voorwerpen nooit rond in een
ruimtestation.

27
Hoofdstuk 5
Een nieuwe energieleverancier?

Wij zijn via meneer Beindorff in contact gekomen met de Universiteit Leiden. Na een
kennismakingsmiddag hebben we samen met Ernst Jan Vechter en dhr. Buisman een onderzoek
opgezet betreffende de energievoorziening op het ruimtestation wat we op de Universiteit Leiden
konden uitvoeren. Het idee toentertijd was om verschillende lampen op verschillende zonnepanelen
uit te proberen, om te kijken uit welke lamp op welk zonnepaneel het hoogste rendement kwam.
Hiermee zouden we ons imaginaire ruimtestation kunnen voorzien van een betere
stroomvoorziening.

Toen we daar aankwamen bleek helaas dat de benodigde materialen niet aanwezig waren, en
moesten we het doen met één lamp en één zonnecel. Ter plekke kregen we de proefopstelling te
zien, waar ook nog een waterstofcel op bleek te zitten. Zo improviserend als Fabian en Anouk zijn
bedachten we meteen een nieuwe proef welke ook te maken had met de energievoorziening op het
ruimtestation.

Sterker nog, we bedachten zelf twee nieuwe onderzoeken! Ten eerste zijn we de hoek gaan meten
waaronder het rendement van de zonnecel het grootst is. Daarnaast hebben we gekeken naar een
manier om de waterstofcel te introduceren als energiedrager in de ruimtevaart.

We behandelen eerst de proef die te maken heeft met het rendement van de zonnecel ten opzichte
van de hoek met de zon.

Verwachting
Toen wij onze proefopstelling te zien kregen, waren we verrast. Onze verwachting die we bij de
geplande proef hadden, bleek onbruikbaar te zijn. We hebben ter plaatse een nieuwe verwachting bij
de nieuwe opstelling gesmeed. Wij verwachten dat het rendement het grootst is als het licht van de
lamp (dienstdoende als zon) loodrecht op de zonnecel schijnt. Aangezien we te horen kregen dat
zowel de lamp als de zonnecel hun beste tijd achter de rug hadden, kunnen we niet zeggen dat het
rendement van dergelijke zonnecellen en de zon hetzelfde zouden zijn. In relatieve zin kunnen we dit
wel zeggen.

Proefopstelling
Zoals op afbeelding 5.1 te zien is, zie je aan de rechterkant de
zonnecel en aan de linkerkant de lamp die wij gebruikt hebben. De
afstand tussen de lamp en de zonnecel hebben wij de gehele proef op
5,0 centimeter gehouden. De lamp had een vermogen van 150 Watt
en een spanning van 230 Volt.
Afbeelding 5.1
Uitvoering De proefopstelling
De uitvoering van deze proef liep voorspoedig. Zoals uitgelegd bij de
proefopstelling hebben we de lamp op 5,0 centimeter afstand gehouden van de zonnecel. Hierna
hebben wij de hoek tussen de zonnecel en lamp gevarieerd tussen de 40° en de 90°, om daarna de
stroomsterkte en spanning komende uit de zonnecel te meten. Zie tabel 5.1 voor onze resultaten:.

28
Hoeken ( °) Stroomsterkte (A) Spanning (V) Vermogen (W) Rendement(%)
40 0,295 0,40 0,12 0,080
50 0,345 0,40 0,14 0,093
60 0,395 0,48 0,19 0,13
70 0,436 0,54 0,24 0,16
80 0,483 0,61 0,29 0,19
90 0,521 0,66 0,34 0,23
Tabel 5.1

We hebben voor deze hoeken gekozen omdat bij hoeken kleiner dan 40° de lichtbundel grotendeels
langs de zonnecel scheen en daardoor onze metingen niet benadeeld werden. We hebben niet voor
hoeken groter dan 90° gekozen omdat je dan dezelfde meetwaarden krijgt als bij de metingen onder
de 90°.

Conclusie
Zoals we in onze verwachtingen al voorzien hadden, is het rendement van de zonnecel het hoogst als
de zon er recht op schijnt. Late het duidelijk zijn; deze zonnecel is uiteraard niet geschikt voor in de
ruimte! Het zou dus optimaal zijn om de zonnepanelen op het ruimtestation bij te kunnen laten
stellen, zodat er zo vaak mogelijk een hoog rendement mogelijk is. Het rendement bij 90° is namelijk
aanzienlijk hoger dan het rendement bij 40°.

29
Bij de volgende proef zijn we op zoek gegaan naar een nieuwe energiedrager voor in de ruimte. Nu
gebeurt het dat een ruimtestation even achter de aarde verdwijnt, waardoor het niet tot heel weinig
licht van de zon ontvangt. We zijn met behulp van de waterstofcel op zoek gegaan naar een
mogelijkheid om het ruimtestation ook van energie te voorzien als het ruimtestation zich achter de
aarde bevindt.

Verwachting
Onze verwachtingen van dit onderzoek lagen niet heel hoog, aangezien we van tevoren niet
gerekend hadden op een waterstofcel en er dus van tevoren bijna geen onderzoek naar hebben
kunnen doen. Lang leve het mobiele internet, ter plekke hebben we snel wat informatie op kunnen
zoeken. Na het zien van deze informatie verwachtten we dat we met behulp van elektrolyse en de
brandstofcel een tijdelijke energieleverancier zouden hebben.

Proefopstelling
Zoals te zien is op afbeeldingen 5.2 en 5.3 bevinden zich links onder op het bord de zonnecel en de
lamp, en rechts bovenin de brandstofcel. Rechts onderin vindt de elektrolyse plaats terwijl op het
bord in het midden de spanning en stroomsterkte worden vermeld. De lamp stond weer op 5,0 cm
afstand van de zonnecel onder de hoek van 90°.

Afbeelding 5.3
Afbeelding 5.2
De proefopstelling
De proefopstelling

Uitvoering
Aangezien het voor ons nieuw was om een brandstofcel aan te sluiten op een stroomkring en onze
begeleider Ernst Jan daar ook niet zeker van was, zijn er nog een drietal studenten opgeroepen om
ons te helpen. Dit drietal vond onze gedachte achter de nieuwe energievoorziening erg interessant
en stonden er zeker open voor om ons te helpen. We hebben de proefopstelling aangesloten zoals
op afbeeldingen 5.2 en 5.3 te zien is.

Na het aanzetten van de lamp begon de zonnecel zoals in ons vorige onderzoek beschreven energie
te leveren, welke door elektrolyse in de brandstofcel werd opgeslagen. Nadat wij de lamp
uitschakelden hadden wij de hoop dat de brandstofcel energie zou leveren en dat op de ampère- en
voltmeter te zien zou zijn. Helaas wachtte daar ons een grote teleurstelling. Beide meters bleven 0,00
aangeven en dus waren wij weer terug bij af.

Gelukkig kwam daar onze reddende engel, een Engels sprekende uitwisselingsstudent die wel wat
verstand had van scheikunde en zelf natuurkunde studeerde. Na lang zoeken en het controleren van
draadjes vond hij stoppen op de uitvoer van de elektrolyse, waardoor deze de brandstofcel niet kon

30
opladen. Hij had het idee om tijdens de elektrolyse deze stoppen uit de uitvoer te halen zodat de
brandstofcel wel opgeladen kon worden.

Dit idee hebben wij uitgevoerd, onder toeziend oog van de, inmiddels vier, studenten. Er was
duidelijk te zien dat de brandstofcel zich oplaadde, maar na het uitschakelen van de lamp bleven
beide meters weer op 0,00 staan. Dit was niet alleen een grote tegenvaller voor ons, maar ook voor
de studenten die hierdoor gefrustreerd raakten en er nog meer op gebrand waren om ons te helpen.
Wat was er nu weer voor een mankement? Het bleek dat er op de brandstofcel ook nog een stop zat,
welke je eruit moest halen voordat deze leeg kon lopen en dus energie kon genereren.

Na dit nieuwe plan hebben wij de brandstofcel weer twee minuten lang op laten laden door middel
van het licht op de zonnecel. Na het uitschakelen van de lamp en het verwijderen van de stop uit de
brandstofcel, slaagden we er eindelijk in om de meters iets ander te rapporteren dan 0,00. Bij het
verwijderen van de stoppen gaf de voltmeter 41 millivolt aan terwijl de ampèremeter 7 milliampère
aangaf. De cel gaf een aardige energie af, maar omdat we geen stroom van de brandstofcel naar de
elektrolyse lieten lopen stopte de elektrolyse. Na zo’n 40 seconden zag je dat de aantallen op meters
ernstig terugliepen. De brandstofcel was leeg, er kon geen energie meer geleverd worden. na 60
seconden stond er weer 0,00 op beide meters.

Omdat het in de ruimte nodig is om langer dan een minuut energie te leveren moesten we bedenken
hoe we de elektrolyse door konden laten lopen. Eindelijk kwam Fabian met een ingenieus idee, we
moesten de brandstofcel aansluiten op de elektrolyse, zodat de stroom geleverd door de
brandstofcel de elektrolyse op gang zou houden. De hele stroomkring hebben we aangepast en ook
dit idee hebben we weer getest. De brandstofcel werd twee minuten lang met dichte stoppen
opgeladen door de stroom die de zonnecel door de lamp leverde, waarna de lamp werd
uitgeschakeld. De voltmeter gaf in het begin 37 millivolt aan en de ampèremeter nog steeds 7
milliampère.

Na een minuut of 10 gaven beide meters iets wonderbaarlijks aan, er werd namelijk 260 mV en 28
mA geproduceerd! Wij stonden voor een raadsel, hoe kon het er na 10 minuten meer stroom was
dan in het begin? Volgens Ernst Jan en de andere studenten kwam dit doordat de zonnecel een
superlaag rendement had en de brandstofcel een iets groter rendement. Hierdoor werd de
elektrolyse opgebouwd en kreeg de brandstofcel nog meer voeding.

Conclusie
Vele pogingen later, zijn we toch op een punt gekomen waar wij mee kunnen leven. Door de energie,
die opgespaard is met behulp van de zonnecel, konden we de brandstofcel opladen via elektrolyse.
Als we de lamp uitschakelden, kon de brandstofcel de elektrolyse op gang houden. Hierdoor was het
mogelijk om energie te genereren terwijl de zonnecel geen licht ontving. Ons idee is om de
brandstofcel als accu te gebruiken, die de elektrolyse aan de gang houdt, waardoor de elektrolyse de
brandstofcel weer oplaadt. Hiervoor is uiteraard genoeg opslagruimte en water nodig op een
ruimtestation, anders is de elektrolyse het niet waard. Om het nog even samen te vatten; een
brandstofcel met behulp van elektrolyse kan een goede accu en/of energieleverancier zijn op een
ruimtestation.

Reflectie
Als we deze proef opnieuw zouden uitvoeren, zouden we uiteraard op zoek gaan naar onderdelen
met een beter rendement. Hierdoor komt er een betrouwbaarder resultaat uit en kunnen wij ook
hardere conclusies trekken. We hadden natuurlijk beter voorbereid kunnen zijn, als we van te voren
precies wisten wat ons te wachten stond. Helaas vindt zelfs bij ons ook miscommunicatie plaats.

31
Hoofdstuk 6
Welke rol heeft de commerciële ruimtevaart?

Een prachtige, nieuwe ruimtewedloop is begonnen. Dit keer niet tussen landen die als eerste het
verst willen komen, maar tussen bedrijven met grootse ideeën. Niet onbelangrijk is dat de bedrijven
ook geld hebben om deze ideeën uit te voeren. Grote namen als Richard Branson, Elon Musk en
Robert Bigelow zien de ruimtevaart als hobby, maar wel een hobby die bepaalt hoe we ooit zullen
reizen, wonen en werken in de ruimte20). De kostprijs om satellieten en mensen de ruimte in te
krijgen zal sterk afnemen naarmate innoverende bedrijven nieuwe technieken ontwikkelen. Het plan
is dat de ruimte over enkele jaren een reisbestemming wordt voor goedbetalende toeristen, en
uiteindelijk misschien wel van kolonisten. Robert Bigelow is zelfs van plan de wereldeconomie nieuw
leven in te blazen door grondstoffen van andere planeten te halen.

Het nieuwe tijdperk van commerciële ruimtevaart wordt ook wel Space 2.0 genoemd en begon pas
echt met de koppeling van de Dragon aan het ISS24). De ruimtecapsule werd de ruimte in geschoten
door de particulier ontworpen draagraket Falcon 9 met aan boord een halve ton aan voorraden. In
slechts tien jaar heeft SpaceX ruimtevaartuigen ontwikkeld die niet onderdoen aan de vaartuigen van
ruimtevaartstaten. De Dragon is op zijn terugreis naar de aarde niet verbrand in de dampkring, iets
wat alle andere huidige capsules wel doen. Om het bedrijf SpaceX op te richten heeft Elon Musk veel
startkapitaal in moeten leggen in een industrie die onzeker en geldverslindend is. Musk heeft dit
kapitaal verdient met de verkoop van zijn bedrijf PayPal. Op de planning voor het bedrijf staan nog
een bemande vlucht naar Mars en als dat gelukt is een Marsbasis, waar men zich kan vestigen.

SpaceX
Een grote droom van Musk is dat zijn raketten dezelfde rol zullen hebben als het schip ‘de
Mayflower’, namelijk het vervoeren van een nieuwe generatie kolonisten om op Mars een nieuw
bestaan op te bouwen28). Musk gelooft ook dat een kaartje naar de Maan nog geen half miljoen
dollar zal gaan kosten. Om deze dromen waar te maken is er echter wel geld nodig, geld dat van
klanten moet komen. De NASA betaalt de vluchten naar het ISS, waarvan er de komende drie jaar 12
gepland staan met het bedrijf SpaceX. Een pikant detail is dat
SpaceX hiervoor in totaal 1,5 miljard dollar krijgt, terwijl de
ruimtevaartuigen van de NASA zelf veel meer kostten.

Afbeelding 6.1 Afbeelding 6.2


De Dragon, hier gekoppeld aan het ISS De Falcon 9 draagraket

Als de Dragon en Falcon 9 de bestaande ruimtevaartuigen willen vervangen zullen ze ook bemande
missies uit moeten gaan voeren. De Dragon kan een maximaal aantal van zeven personen mee
nemen en SpaceX verwacht dat, als alles goed gaat, de Dragon binnen tien jaar de eerste

32
ruimtereizigers bij het ISS aflevert. Om de droom van Musk te vervullen zal SpaceX echter een betere
draagraket nodig hebben. De Falcon Heavy, die de rol van draagraket moet uitvoeren, bevindt zich
nu in de laatste testfases. De eerste lancering staat gepland in 2013.

Virgin Galactic
Naast SpaceX hebben we ook het bedrijf Virgin Galactic, opgericht door Richard Branson34),
waarschijnlijk de best bekende ruimtetycoon33). Branson heeft altijd een affiniteit gehad voor
luchtballons, met zijn vaarten heeft hij diverse records verbroken. Na deze ervaringen snapte
Branson dat de wereld droomde om de lucht in te kunnen, hoe hoger, hoe beter. De ruimte was tot
dan toe alleen bereikbaar voor goed getrainde astronauten en rijke passagiers. De droom kon voor
velen waarheid worden als een vlucht in de ruimte goedkoper zou zijn. Met dit idee begon Branson
met een nieuwe tak van zijn bedrijf Virgin, Virgin Galactic.

Richard Branson ging een samenwerkingsverband aan met Burt Rutan, de ontwerper van
SpaceShipOne. Hierna zijn SpaceShipTwo en WhiteKnightTwo ontworpen, waar het bedrijf Virgin
Galactic patent op heeft. Sinds 2005 kon men zich voor 200.000 dollar inschrijven voor een drie uur
durende reis de ruimte in, waarvan volgens Branson al 529 tickets van zijn verkocht.

Afbeelding 6.3 Afbeelding 6.4


The White Knight met aan zijn onderkant het The White Knight met aan zijn onderkant het
SpaceShipOne tijdens een testvlucht SpaceShipTwo

Zowel Branson en Rutan geloven dat hun ontwerpen de deur hebben geopend voor het
ruimtetoerisme, wat zal leiden tot een geheel nieuwe ruimte-industrie. Ze hadden gehoopt dat in
2009 de eerste toeristen de ruimte in konden, maar helaas explodeerde een jaar eerder een
raketmotor, waarbij drie mensen omkwamen. Hierna werd gedacht dat vanaf 2010 het
SpaceShipTwo een vlucht per week kon maken, met in 2013 één a twee vluchten per dag. Tot op
heden is er echter nog geen enkele passagier in het SpaceShipTwo meegevlogen. Opvallend is wel
dat de eerste passagiers in 2008 al hun 3-daagse training hebben gehad.

Na een vlucht bij Virgin Galactic krijgen passagiers een officieel diploma mee dat ze astronaut zijn, in
Amerika geldt namelijk de regel dat iedereen die 50 mijl (80 kilometer) boven het aardoppervlak is
geweest, astronaut is.

Space Adventures
Op dit moment is het bedrijf Space Adventures het enige bedrijf ter wereld welke al ruimtevluchten
met toeristen heeft uitgevoerd35). Het van oorsprong Amerikaanse bedrijf werkt samen met de
Russen; Space Adventures is als het ware het reisbureau en de Russische Sojoez het vliegtuig. Bij de
meeste mensen in wel bekend dat er een aantal prominente wereldburgers voor een dollar of 20
miljoen naar het ISS is geweest, Space Adventures heeft dit verzorgd. Naast een reis naar het ISS
biedt Space Adventures ook ruimtewandelingen en ‘gewone’ vluchten aan.

33
De prijs voor deze wandelingen en vluchten is veel hoger dan de prijzen van andere bedrijven, omdat
Space Adventures samen werkt met de overheid, waardoor de lanceringen stukken duurder zijn en
er weinig geïnnoveerd wordt. Het bedrijf geeft ook ruimtetrainingen voor degene die niet de ruimte
in willen.

KLM
Een verassende naam in het rijtje bedrijven is
de ons zo bekende KLM36). KLM is de eerste
luchtvaartmaatschappij die zich bezig gaat
houden met commerciële ruimtevaart. In 2010
heeft de KLM bekend gemaakt dat het vanaf
2014 vanaf Curaçao ruimtevluchten gaat
aanbieden voor 93.000 dollar, maar vaste
klanten van KLM krijgen korting. De reis met
het Lynx-toestel37) gaat ongeveer 40 minuten
duren en komt 100 kilometer hoog. Tijdens
deze 40 minuten ervaart men ongeveer 10 Afbeelding 6.5
minuten gewichtsloosheid, een stuk meer dan Het Lynx-toestel op een simulatie
bij SpaceX, waarbij men in drie uur tijd vijf tot
zes minuten gewichtsloosheid ervaart.

De KLM gaat samenwerken met het Nederlandse initiatief Space Experience Curaçao38), het bedrijf
dat vanuit de Antillen de reizen mogelijk maakt. Space Experience Curacao zal zorgen voor de
luchthaven, het personeel en de raketten, terwijl KLM gaat zorgen voor de passagiers en de
trainingen, evenals het promoten van deze vlucht.

Bigelow Aerospace
Bigelow Aerospace is een bedrijf opgericht door
Robert Bigelow en opviel omdat het de rechten van de
NASA opkocht om opblaasbare modules te
ontwikkelen39). Om modules efficiënter en goedkoper
te kunnen lanceren heeft het bedrijf een type module
ontworpen die zich pas in zijn baan om de aarde
opblaast. Tijdens de lancering is de vracht heel licht en
na het opblazen is de module groter dan een
gemiddelde ISS module. Er zijn al twee modellen in
een baan om de aarde gebracht, de Genesis I en II20).
Bigelow Aerospace wil in 2016 de eerste woonmodule
Afbeelding 6.6
aan het ISS proberen te koppelen om later een heel
Een simulatie van een ruimtestation met
ruimtestation op deze manier te ontwikkelen. Een opblaasbare modules
uitdaging is om het materiaal bestand te maken tegen
ruimtepuin en straling.

Het geplande ruimtestation gaat Bigelow Commercial Space Station40) heten en zou het eerste hotel
in de ruimte kunnen worden. Bigelow Aerospace is zelfs al zo zeker dat dit ruimtestation over een
aantal jaar in een baan om de aarde beweegt, dat ze een samenwerking is aangegaan met SpaceX.
De twee bedrijven verzorgen een geheel van een lancering met SpaceX’ Dragon met hun Falcon 9 om
uiteindelijk in het ruimtestation van Bigelow Aerospace te overnachten. Als de samenwerking goed
verloopt willen beide bedrijven naar Mars, SpaceX met de ruimtevaartuigen en Bigelow Aerospace
om daar een Marsbasis op te zetten. Dit zouden beide bedrijven weer samen willen organiseren.

34
The Golden Spike Company
Een nieuwe maar zeer goed georganiseerde speler in dit wereldje is The Golden Spike Company29), 41).
Dit bedrijf is in het leven geroepen door Alan Stern, met als doel de gewone mens naar de maan te
laten gaan. Tijdens een conferentie in Hawaï vorig jaar, publiceerde Stern zijn ideeën. De naam
Golden Spike duidt op de laatste spijker die geslagen is tussen twee belangrijke spoorlijnen in
Amerika, die zo twee werelden verbonden. Stern bedoelt hiermee dus dat door middel van
maanreizen twee werelden met elkaar verbonden worden.

Het bedrijf beweert sinds 2010 bezig te zijn met het bestuderen van ruimtevluchten naar de maan.
Kosten voor een vlucht zouden 750.000 dollar per persoon zijn. Het bedrijf wil niet investeren in
nieuwe ruimtevaartuigen, alleen in een nieuwe maanlander en ruimtepakken. Volgens Stern zou de
eerste vlucht naar de maan in 2020 plaats kunnen vinden. In bijlage 2 42) is te vinden wat de plannen
van The Golden Spike Company zijn en hoe verwacht wordt naar de maan en terug te kunnen reizen.

Conclusie
Zoals in hoofdstuk 7 te lezen is, zou een retourtje naar het ISS erg fors aan de prijs zijn, daarom is het
belangrijk dat bedrijven als SpaceX, Virgin Galactic, Space Adventures, KLM, Bigelow Aerospace en
The Golden Spike Company de materialen goedkoper en efficiënter gaan produceren dan dat altijd
gedaan werd. Ook is het belangrijk om draagraketten te ontwikkelen die opnieuw de ruimte in
kunnen, zodat niet voor iedere lancering een nieuwe raket nodig is. De brandstof per lancering is
ongeveer 150.000 dollar. Als het lukt om herbruikbare raketten te produceren, daalt de prijs van een
retourtje ruimtestation dus flink.

SpaceX ligt op dit moment op kop in de nieuwe ruimtewedloop, op de voet gevolgd door de rest.
Bedrijven hebben zich gemeld om de ruimtevaart op zijn kop te gaan zetten, zodat er een wereld
komt waarin het heel normaal is om op vakantie te gaan in de ruimte. De commerciële ruimtevaart
speelt een grote, belangrijke rol in de ontwikkeling van de ruimtevaart. Als het proces zo doorgaat als
het nu loopt, zijn we binnen de kortste keren op Mars. Dit is dan gerealiseerd door bedrijven, en niet
door overheden. We kunnen wel stellen dat de grote magnaten de NASA voorbij gaan in de
ruimterace.

35
Hoofdstuk 7
Retourtje ruimtehotel

Met dit hoofdstuk we gaan de deelvraag beantwoorden:


Wat zou een vlucht naar ons commerciële, particuliere ruimtestation moeten kosten?

Dit gaan we doen door te kijken wat het kost om het ruimtehotel te bouwen en dat in de ruimte te
krijgen. Dit doen we aan de hand van de kosten van modules die al gebouwd zijn, aangezien het niet
te bepalen is wat het bouwen van een nieuwe, zelf ontworpen module kost. Daarnaast bekijken we
wat een vlucht met een raket naar het ruimtestation kost. Door de kosten van de raket en het
ruimtehotel af te schrijven per persoon per vlucht, is te berekenen wat een vlucht moet kosten. De
rente van de investering laten we buiten beschouwing.

Verwachting
We hebben nu nog geen idee wat een lancering kost en al helemaal niet wat het kost om een module
te bouwen en de ruimte in te krijgen. Een vlucht in de ruimte wordt nu aangeboden voor $200.000,
het bedrag voor een vlucht naar het ruimtestation zal een stuk hoger liggen omdat je dan een week
in de ruimte verblijft. De hoogte van dit bedrag schatten wij rond de 10 miljoen dollar. Dit omdat het
natuurlijk duurder is dan een vlucht waarbij een aantal minuten gewichtsloosheid wordt ervaren, je
hebt een beter ruimteschip nodig, een ruimtehotel en het personeel.

36
Het hotel zelf
Het hotel moet bestaan uit ‘slaapkamers’ met daarin de gebruikelijke voorzieningen om te leven als
een toilet en plek om voedsel te bewaren. Als we deze criteria aanhouden en kijken naar de reeds
gebouwde modules van diverse ruimtestations is de Zvezda43), 44), een module van het ISS, de enige
geschikte module om als hotelkamer te worden gebruikt. In deze module zijn twee slaapplaatsen,
een fitness apparaat om je spieren sterk te houden en een toilet. Daarnaast is er zelfs een koelkast
met klein vriezertje erin. De module heeft 14 ramen, genoeg dus om een mooi kijkje in de ruimte te
nemen. Aan de Zvezda module zitten zonnepanelen, genoeg om de gehele module van stroom te
voorzien. Er is ook een mogelijkheid om contact op te nemen met de aarde. Kortom; deze module
zou een perfecte hotelkamer zijn.

Aangezien er niet veel informatie wordt


prijsgegeven over de kosten van de
verschillende modules, zullen we het
moeten doen met het bericht van de
Russische overheid. Deze heeft
verklaard dat de bouw van de Zvezda 3
miljard dollar heeft gekost. Bij de bouw
werd voorspeld dat de Zvezda 15 jaar
mee zou gaan, wetenschappers schatten
dit al op 25 jaar omdat de module bijna
geen mankementen vertoont.

Iedere 25 jaar zou er dus een nieuw


hotel gekocht moeten worden, wat Afbeelding 7.1
betekent dat we de 3 miljard dollar in 25 De Zvezda module met zijn inhoud
jaar terug moeten hebben verdiend. Dit
komt neer op 120 miljoen dollar per jaar.

Afbeelding 7.2
De Russische Zvezda module

37
De shuttle
Om in het hotel te komen is er natuurlijk vervoer nodig. Dit zal ook aangeschaft moeten worden.
We hebben hierin echter wel meer dan één optie.

Endeavour25), 26) Sojoez45) Discovery26), Spaceship Dragon31)


27)
two46)
Aanschaf ($) 1,7 miljard ? 1,9 miljard 400 miljoen 400 miljoen
Kosten per 450 miljoen 69 miljoen 450 miljoen 2,5 miljoen (nog 140 miljoen
lancering ($) niet naar ISS)
Aantal 11 3 8 8 7
personen
Aantal vluchten 24 ? 19 24 3 (verwacht
50 vluchten)
Kosten pppp ($) 57,8 miljoen 69 miljoen 92 miljoen 3,1 miljoen 29,6 miljoen
Tabel 7.1

De kosten per persoon zijn uitgerekend ervan uitgaande


dat er twee personen aan bemanning meegaan, wat het
aantal betalende passagiers twee minder maakt dan
het aantal personen in de tabel.

Als we naar deze getallen kijken lijkt Spaceship Two het


goedkoopst om te gebruiken, echter is dit ruimteschip
nog nooit lang in de ruimte geweest en heeft nog niet
op grote hoogtes gezweefd. The Spaceship Company en
the Virgin Group, de bedrijven door welke het
Afbeelding 7.3 ruimteschip ontworpen, gebouwd en getest is, zeggen
De Dragon, hier gekoppeld aan het ISS dat Spaceship Two deze omstandigheden ook aan kan.
Dit is echter nog nooit getest. De kosten per lancering
zullen per behoorlijk oplopen. Omdat dit allemaal onzeker is en je als ondernemer liever geen
onzekerheid hebt, zullen wij de verdere berekeningen doen met de Dragon.

Verassend is het niet dat de Dragon en Spaceship Two als goedkoopste uit de bus komen, deze twee
zijn namelijk commercieel ontwikkeld, zonder gesubsidieerd te worden door de overheid. Hierdoor
zijn de bedrijven gedwongen goedkoper te ontwikkelen en te bouwen, wat duidelijk te zien is in de
prijs.

De spaceshuttles zijn voor $28,8 miljoen verkocht59), de Dragon zal waarschijnlijk iets minder geld
opleveren, ik ga uit van een restwaarde van $20 miljoen, waardoor de aanschaf iets goedkoper wordt
en de prijs van een vlucht minder wordt. Bij de Dragon zal een vlucht per persoon dan $29,5 miljoen
kosten.

Alleen het retourtje naar het hotel en terug kost dus al $29,5 miljoen.

38
Totale kosten
Als we ervan uitgaan dat een verblijf in het hotel inclusief vluchten een week duurt en dat de Dragon
om de week naar het hotel vliegt, betekent dat dat het hotel 26 weken per jaar bezet is.
Aangezien er zeven mensen in de shuttle kunnen, zijn er in het hotel ook zeven slaapplaatsen nodig,
aangenomen dat het personeel op de vlucht ook in het ruimtehotel werkt. Zeven slaapplaatsen
betekent vier modules.

4×120 miljoen = $480 miljoen per jaar. Dit is alleen al aan afschrijving van de modules.

Als we aannemen dat de omstandigheden optimaal zijn en dat er dus bij iedere vlucht met maximale
aantal personen mee gaat, betekent dat dat er vijf betalende personen per twee weken in het hotel
zijn.

5×26= 130. Dit betekent 130 betalende personen per jaar.

De 480 miljoen dollar moeten we verspreiden over deze 130 personen:


480 miljoen / 130 = $3,69 miljoen per persoon.

Dit bedrag is alleen de afschrijving van het hotel, de vluchtkosten moeten we hier nog bij optellen:
3,69 + 29,5 = $33,19 miljoen
Een verblijf van een week in het hotel kost dus per persoon $33,19 miljoen.

Hier komen echter ook nog de salarissen van het personeel bij op. Hierbij rekenen we alleen het
personeel mee wat ook daadwerkelijk de ruimte ingaat. Laten we zeggen dat het bedrijf 4 man
personeel heeft wat de ruimte ingaat, en dat dat personeel $100.701 per jaar verdient (salaris André
Kuipers), betekent dat, dat het bedrijf $402.804 kwijt is aan salaris per jaar.

402.804/130= $13.426. Dit maakt echter weinig uit op het bedrag van 33,19 miljoen dollar, zeker niet
in deze significantie.

Laten we zeggen dat het bedrijf 20% winst wil maken:


33,19×1,20= $39,83 miljoen

Een verblijf van een week in het hotel kost dan $39,83 miljoen per persoon.

39
Conclusie
We kunnen dus veronderstellen dat een verblijf van een week inclusief vluchten 33,29 miljoen dollar
kost. Aangezien we hier met een commercieel bedrijf te maken hebben wil het bedrijf hier natuurlijk
winst op maken, iets wat met dit bedrag nog niet gebeurt. Over deze winst kunnen wij weinig
zeggen, en dus houden we het op het bedrag van 39,83 miljoen dollar.

Dit is een erg hoog bedrag, een bedrag wat niet veel mensen kunnen en willen betalen. Er zal dus nog
veel geïnnoveerd moeten worden om de kosten te drukken en zo meer mensen aan te trekken.

Discussie
De resultaten en de conclusie die wij kunnen trekken lagen niet geheel in onze verwachtingen. We
dachten natuurlijk wel dat we op een zeer hoog bedrag uit zouden komen, maar hadden dit niet
verwacht. Onze verwachting is beïnvloed door de ruimtereizen die nu worden aangeboden voor
ongeveer $200.000. Deze ruimtereizen duren echter maar tweeënhalf uur, waarvan je zelfs maar vier
minuten in de ruimte bent. Je kan dit dus totaal niet met elkaar vergelijken.

40
Hoofdstuk 8
Investeringen in de ruimtevaart

Ruimtevaartbranche
Een economische crisis betekent bezuinigen, dat is althans wel wat veel landen doen. Maar waar kan
nou echt op bezuinigd worden? De één roept het koningshuis, de ander vindt
ontwikkelingssamenwerking een onnodige kostenpost en een derde zegt weer dat de ruimtevaart
onzin in. Want ruimtevaart is eigenlijk
weggegooid geld, investeringen wordt niet
terugverdiend. Toch? Dit is wel wat het
merendeel van de Nederlanders47), 51), zo
dat niet wereldbevolking, denkt.

In de meeste branches stopt men met


investeren na een groot aantal
mislukkingen. Eerder hebben we echter al
gezien dat de ruimtevaart een aparte
branche is, waarin het wel lijkt dat er meer
wordt geïnvesteerd juist wanneer het fout
gaat. Nadat de spaceshuttle Colombia in
2001 ontplofte, verhoogde Amerika het
NASA-budget met 470 miljoen dollar49).
Ook Europa stak na deze mislukking 150
miljoen extra in de ruimtevaart, terwijl Afbeelding 8.1
Krantenartikel van 31-3-1961, Eldo
alleen Nederland normaal al 110 miljoen
bijdraagt.

Missie geslaagd
Nadat de Apollo missie gelukt was en de eerste man zijn voet op de maan zette, kromp het budget
hard. Het doel om de Sovjet-Unie af te troeven was namelijk gelukt. Alle banen en technische kennis
die het project had opgeleverd waren niet genoeg om het budget in stand te houden. Met de
bezuinigingen beperkte men zich tot opdrachten die wel geld opbrachten, zoals het lanceren van
satellieten.

Toch heeft de Nederlandse overheid in 2001 na de verhoging van het budget niet moeilijk gedaan.
Iets wat goed te verklaren is doordat de ESA zijn hoofdvestiging in Nederland heeft, ESTEC genaamd.
Naast de ESTEC zijn er vele andere bedrijven in Nederland die er zonder ruimtevaart niet zouden zijn.
We kunnen dus wel zeggen dat de ruimtevaart in Nederland vele duizenden banen oplevert30). Als
Nederland zou stoppen met het investeren in de ESA en dus in de ruimtevaart, zal de ESTEC
verdwijnen en daarmee ook vele banen54), 55), 56).

De ESA vindt dat wat een land investeert in de organisatie, ook naar het land terug moet komen in de
vorm van opdrachten. Dit wordt ook wel de geo-return-coëfficiënt genoemd. In Nederland was deze
in 2012 1,11, wat betekent dat wij 11% meer verdienen dan dat we uitgeven aan de ESA. Voor
Nederland is deze coëfficiënt al jaren hoger dan 1 en ook al jarenlang de hoogste van Europa. Het
belang van de ESTEC die zich in Nederland gevestigd heeft is daarin groot. In 2011 investeerde
Nederland €100 miljoen in de ESA, we verdienden €110 miljoen (door de geo-return-coëfficiënt)50).

41
De buitenlandse werknemers die bij de ESTEC werken consumeren daarnaast ook in Nederland.
Hierdoor zijn er nog indirecte verdiensten aan de ESTEC (ESA) in Nederland. Zo doet de ESA zaken
met de KLM, denk daarbij niet alleen aan het af en toe naar huis vliegen van de werknemers, maar
ook aan de conferenties die werkelijks worden gehouden en waar honderden mensen voor worden
overgevlogen. Hiernaast worden door de vaste buitenlandse werknemers appartementjes gehuurd,
tijdelijke gasten verblijven op een hotelkamer in Noordwijk en met de consumpties erbij verdienen
we hier ook nog eens €230 miljoen aan. Waar Nederland €100 miljoen investeert, krijgt het €340
miljoen terug. Zoals Piet Smolders dan ook zegt; ‘we zitten voor een dubbeltje op de eerste rang’53).

Een hotel in Noordwijk


Om een beeld te krijgen van wat de hotelbranche van Noordwijk aan de ESTEC heeft, hebben wij
contact gehad met Manon Stokman van hotel Astoria58) in Noordwijk. Wij hebben haar gevraagd
hoeveel overnachtingen in hun hotel het gevolg zijn van het bevinden van de ESTEC in Nederland. In
2012 hadden zij 486 overnachtingen van mensen die voor de ESTEC in Nederland zijn. Mevrouw
Stokman kon ons ook nog vertellen dat 342 overnachtingen in 2012 geboekt waren die in relatie
stonden met Dutchspace48). Het hotel heeft in totaal 35 kamers, in 2012 zijn er 11.517
overnachtingen geweest. Dit betekent dat het percentage dat de ruimtevaart meebrengt 7,2% is!
Zoals mevrouw Stokman dan ook zegt zouden er behoorlijk wat inkomsten misgelopen worden als de
ESTEC zou verhuizen.

Dat Nederland vergeleken met andere landen relatief weinig investeert maar veel verdient, ligt bij
andere landen pijnlijk. Zo is er in 2011 besloten dat een onderdeel van de ESTEC naar Duitsland gaat,
waardoor er 70 banen verdwijnen, wat op de 2700 banen binnen de ESTEC meevalt57).

Conclusie
Ik denk dat veel Nederlanders niet beseffen waar we tot beperkt zouden zijn zonder ruimtevaart. Het
bekijken van televisie zou zich beperken tot Nederland 1, 2 en 3, het live kijken van
voetbalwedstrijden kan je ook wel vergeten. Daarnaast zouden we weer terug moeten naar het
ouderwetse kaartlezen, zonder satellieten werkt je navigatieapparaat namelijk niet meer. Zonder
ruimtevaart zouden we het weer niet tot amper kunnen voorspellen, waardoor er nóg meer mensen
gaan klagen over de NS. In het ISS worden nieuwe medicijnen getest, waardoor vele ziektes nu
ineens wel behandeld kunnen worden. Om nog maar te zwijgen over al het puin dat in de ruimte
rondzweeft. Alleen al stoffen als helium-3, zilver en waterstof die we op de maan hebben gevonden
zijn meer waard dan het hele Nederland bij elkaar60). Het is dan ook niet voor niets dat de
Nederlandse overheid zijn geplande bezuinigingen op de ruimtevaart heeft teruggedraaid, ze zullen
het zelfs verdubbelen52)!

42
Conclusie
Is de mensheid klaar voor een commercieel ruimtehotel?

In dit profielwerkstuk hebben wij veel kanten weten te belichten die bij een ruimtehotel komen
kijken, op technisch en economisch vlak. Met de totstandbrenging van het Internationaal Ruimte
Station (ISS) zijn de eerste stappen gezet richting het prille begin van de commerciële ruimtevaart.
We mogen van geluk spreken dat miljardairs als Richard Branson, Elon Musk en Robert Bigelow een
deel van hun kapitaal hebben willen investeren in hun hobby, de ruimtevaart. De bereidwilligheid om
commerciële vluchten te laten plaatsvinden is er, dit moet echter alleen nog omgezet worden in
daden. Tot nu toe zijn, op de Dragon na, alle commerciële ruimtevaartuigen nog in hun testfases.

Er komt heel veel kijken bij het ontwerpen en produceren van een ruimtehotel. Er moet gedacht
worden aan de massa, hardheid en de inrichting. Naast dit alles moet je je ook nog houden aan alle
tijd- en geldrovende procedures, want alles wat eenmaal de ruimte in is, kan niet worden aangepast.
Dit maakt de testfases naast tijdrovend, ook erg belangrijk. Alles moet tot in de finesse kloppen.
Honderden en honderden protocollen moeten worden opgesteld, waarin alle details staan voor de
procedures die gevolgd moeten worden tijdens de productie van onderdelen.

Alle onderdelen komen tot nu toe van over de hele wereld, omdat de bedrijven simpelweg te klein
zijn om zich in ieder onderdeel te specialiseren. U kunt zich dus voorstellen dat het ene onderdeel
met het vliegtuig mee kan naar de lanceer basis, terwijl het andere onderdeel, voorzichtig, per schip
vervoerd moet worden. Eenmaal op de basis aangekomen zijn er vele handen nodig om de
onderdelen in elkaar te zetten. Ook hier vinden er nog testen plaats, misschien de belangrijksten van
het hele proces.

Het ruimtehotel kan niet in één keer de ruimte in; iedere module heeft een aparte lancering nodig.
Eenmaal in de ruimte moeten deze modules aan elkaar gekoppeld worden, dit door middel van dure
robot armen en/of ruimtewandelingen. Al deze koppelingen moeten van te voren tot in details op
elkaar afgestemd zijn, zodat er geen complicaties optreden tijdens de koppeling. Al deze modules
moeten op snelheid rond de aarde gebracht worden, zodat ze bij elkaar komen en gekoppeld kunnen
worden.

Het is natuurlijk belangrijk dat de ruimtevaart onder de streep geen geld kost, maar geld oplevert.
Gelukkig hebben we kunnen concluderen dat dit in Nederland zeker het geval is, de geo-return-
coëfficiënt is in het geval van Nederland 1,11, wat betekent dat we 11% meer verdienen dan dat we
aan de ruimtevaart uitgeven. Daarnaast is het belang van de ESTEC in Nederland zeer groot, zonder
zouden veel banen verloren gaan, niet alleen in de ruimtevaartsector, maar in allerlei branches.

Hiernaast hebben we het belang van de commerciële ruimtevaart ook aan kunnen tonen. De
productie van ruimteveren is door de instelling van bedrijven veel goedkoper geworden, wat alleen
maar ten goede komt aan het ruimtetoerisme. Ook de mentaliteit van de bedrijven om binnen niet al
te lange tijd Mars te bereiken en toeristen een retourtje maan aan te bieden laat zien dat de
ruimtewedloop in de commerciële ruimtevaart de ruimtevaartsector overneemt.

Het retourtje naar het ruimtehotel is momenteel nog erg aan de prijs, wat betekent dat het
bewonderen van ons ruimtehotel alleen voor de crème de la crème van de wereldburger is
weggelegd. Aangezien de ruimtevaart voor het gros van de samenleving bereikbaar moet worden, zal
de prijs van een retourtje drastisch moeten dalen. Door de overname van de markt door

43
commerciële bedrijven zal dit gelukkig niet lang meer duren, je ziet nu al dat bijvoorbeeld de Dragon
5x goedkoper is dan door de overheid ontworpen Discovery. Deze prijsdaling zal zich alleen maar
blijven voortzetten.

Met alle innovaties die op dit moment plaatsvinden in de ruimtevaart kan een vernieuwing op het
gebied van energievoorziening natuurlijk niet achterblijven. Met het onderzoek dat wij hebben
uitgevoerd, hebben we een nieuwe manier van energieopslag in de ruimte gedemonstreerd. Met
deze manier van energieopslag kan het ruimtehotel ook energie produceren als het ruimtehotel zich
achter de aarde bevindt en geen zonlicht op zijn zonnepanelen krijgt.

Maar wat betekent dit alles voor ons ruimtehotel? Een ruimtehotel is reëler dan wij van te voren
gedacht hadden. De commerciële ruimtevaart in een paar jaar geleden uit zijn startblokken
geschoten; het animo voor de nu aangeboden vluchten is al omvangrijk, wat ons zeker een positieve
vibe geeft. Zoals eerder geconcludeerd zal een retourtje naar ons ruimtestation goedkoper moeten
worden, omdat wij iedereen de mogelijkheid willen geven deze prachtige ruimte te bezoeken. Op
technisch gebied zijn er geen belemmeringen, de koppeling van het ISS is ook gelukt en het lanceren
van modules is ook al vaker gedaan.

Al met al kunnen we stellen dat een ruimtehotel in de huidige wereld te realiseren valt, we denken
dat het niet lang meer zal duren voordat het eerste commerciële ruimtestation in een baan om de
aarde wordt geplaatst. De reis is voorspoedig verlopen, binnen enkele seconden zetten wij onze
landing in.

44
Reflectie
Anouk

Ik heb erg veel geleerd van het maken van dit profielwerkstuk. In het begin boeide het onderwerp mij
nog niet heel erg, maar in de loop van de tijd vond ik het een werkelijk fantastisch onderwerp! In het
begin hadden Fabian en ik wat opstartproblemen, gelukkig is dit aan het eind weer helemaal goed
gekomen. Dit is ook in ons logboek te zien, de meeste uren hebben we echt pas aan het eind
gemaakt.

Uiteindelijk ben ik heel tevreden over ons eigen onderzoek, zeker ook omdat we het uiteindelijk nog
ter plekke verzonnen hebben. Toen we onze aantekeningen uit gingen werken bleek dat we het af en
toe nogal cryptisch op hadden geschreven, hier kan ik in het vervolg rekening mee houden.

De samenwerking liep, zeker in het begin, nogal stroef. Er zijn nooit ruzies of iets dergelijks geweest,
maar het bleek dat Fabian en ik een totaal andere manier van werken hadden. Dit is gelukkig ook
allemaal goed gekomen. Van deze samenwerking heb ik zeker veel geleerd. Waar ik normaal zou
stressen omdat de ander zijn werk niet of niet goed deed, kon ik dit in de loop van de tijd loslaten.
Zeker een positief punt voor mij.

Ik vind dat Fabian en ik een mooi staaltje werk hebben afgeleverd, ik ben stiekem wel een beetje
trots op onszelf!

45
Reflectie
Fabian

In tegenstelling tot Anouk, vond ik onze start prima. We hebben zo snel mogelijk een plan van
aanpak in elkaar gezet en na de vakantie zijn we meteen gaan mailen voor o.a. de begeleiding van
Leiden. Ik moet wel zeggen dat het even wennen was om met Anouk samen te werken. Alles tot in de
puntjes afspreken, alles op tijd af. Ik zie mezelf niet als zo’n persoon. Na enige tijd begon dit te
wennen en daarna is de samenwerking zeker goed gelopen. Ik heb vooral veel geleerd qua planning,
want dat was een groot probleem bij ons. We hadden alles een beetje te ‘’makkelijk’’ ingeschat, zoals
het literatuuronderzoek.

Over ons onderzoek was ik vrij kritisch. Ik heb er in ieder geval niet uitgehaald wat ik er uit wou
halen. Dit had vooral te maken met de improvisatie (niet goed van te voren aangegeven wat we voor
ons kregen) en de kwaliteit van de zonne- en brandstofcellen. Onze aantekeningen waren ook niet
fantastisch. Dit zat waarschijnlijk in het te veel bezig zijn met de proef zelf. Onze begeleiders vonden
het ook maar al te leuk om dingen uit te proberen.

Over het algemeen ben ik zeer te vrede over ons profielwerkstuk. Het onderwerp beviel mij
uiteraard, omdat ik volgend jaar lucht- en ruimtevaarttechniek wil gaan studeren. Daarom leek dit
voor mij ook een fantastisch onderwerp. Dit is het uiteindelijk ook geworden. Naast de kennis die ik
al had van het ruimtestation heb ik veel dingen erbij geleerd, waarvan sommige onderdelen gewoon
logisch nadenken was. Dit geldt overigens niet alleen voor het onderwerp, maar ook voor het maken
van grote verslagen. Beginnen met een goede indeling van vragen en deelvragen is een goed begin!

Ik ben zeer blij om samengewerkt te hebben met Anouk en wil haar daarvoor ook bedanken. Anouk,
je bent top!

46
Interview
Harmen Jousma

Maandag 12 november hadden wij een interview met Harmen Jousma.


Harmen Jousma is directeur van de opleiding Science Based Business
en geeft lezingen over Technopreneurship op de universiteit Leiden.
Harmen heeft een Bachelor en Master in farmaceutische
wetenschappen en promoveerde op onderzoek op het gebied van
Farmaceutische Technologie. Harmen heeft voor de faculteit der
Wiskunde en Natuurwetenschappen het Science Based Business
programma opgezet.

Toen wij Harmen vroegen wat hij ervan vind dat de ruimtevaart Harmen Jousma
tegenwoordig steeds meer commercieel wordt had hij een verassend
antwoord. Volgens hem werken de commerciële bedrijven in de ruimtevaart niet commercieel.
Harmen zegt: ‘Een bedrijf kan pas commercieel werken als het geld wil verdienen in plaats van het
doen wat ze leuk vinden en waar ze goed in zijn. De bedrijven in de ruimtevaart hebben nog niet de
juiste mindset, als je het mij vraagt.’

‘Echte bedrijven verkopen hun producten eerst, waarna ze het pas gaan maken. Het komt vaak voor
dat het bedrijf helemaal niet in staat is om deze producten te maken. In de ruimtevaart spelen ze wat
dat betreft op safe, aannemers willen eerst zien dat het product gemaakt kan worden, voordat ze het
daadwerkelijk kopen.’

Harmen Jousma vraagt zich hiernaast ook af wat bedrijven in de ruimte te zoeken hebben, wat is hun
drive? ‘Ik snap niet waarom bedrijven zich bezig houden met de ruimtevaart, dit is iets voor de
overheid aangezien er nog geen commerciële belangen in zijn. Het enige wat ik me nu kan bedenken
is helium 3 op de maan. Helium 3 is de ideale brandstof voor kernfusie, omdat daarbij geen
radioactiviteit vrijkomt. Deze vorm van helium wordt ook vaak gebruikt bij MRI scans, omdat de
longen zo op een beter manier te beoordelen zijn. Helium 3 is een van de meest voorkomende
atomen op de maan terwijl deze heel schaars is op aarde. Het zou mij niet verbazen als er
ruimtevluchten naar de maan gaan om die helium 3 naar de aarde te halen. Eigenlijk benutten ze dan
pas echt het commerciële belang’.

Wij vragen ons af of de ontwikkeling van de ruimtevaart niet hetzelfde kan gaan verlopen als de
ontwikkeling van het vliegtuig. ‘Vliegtuigen zijn ooit ontstaan uit belangstelling van de mens, de mens
wilde volgens nadoen. Als je kijkt naar het beginstadium van de ruimtevaart is het een wedloop
tussen de Verenigde Staten en de toenmalige Sovjet Unie. Waarschijnlijk was dat ook alleen uit
belangstelling, om te kijken wie als eerste een bepaalde mijlpaal kon bereiken. Misschien hebben er
ook wel commerciële gedachten achter gezeten, ik denk dat dat iets is waar we nooit zeker achter
kunnen komen. Het is natuurlijk wel zo dat de VS nu veel doet aan de commerciële ruimtevaart, het
bedrag dat de overheid investeert is relatief veel minder dan dat het in de jaren van de
ruimtewedloop was.’

Als wij Harmen vertellen over het onderzoek dat wij de dag ervoor gedaan hebben, zegt Harmen dat
hij vrij weinig meer weet over brandstofcellen en dergelijke. Hij geeft daar dan ook liever geen
commentaar op. ‘Er zijn ook leuke dingen die je kan onderzoeken op het economische gebied. Ten
eerste kan je onderzoeken wat zo’n hotel in de ruimte kost en hoeveel commerciële vluchten je naar
de ruimte moet krijgen om dat bedrag eruit te halen. Is het een reële prijs die je voor je vlucht vraagt,

47
wil men dat wel betalen? In die prijs zit natuurlijk niet alleen de afschrijving van het hotel, per vlucht
maak je natuurlijk ook kosten en je zal ook rente moeten betalen over je geleende geld.’
Naast dit onderzoek wijst Harmen ons erop dat we zeer zeker naar de energie moeten kijken die
verbruikt wordt. ‘Het is leuk als je een x aantal vluchten per jaar moet hebben naar de ruimte om dat
ruimtehotel te realiseren, maar het is ook belangrijk dat we wel in die energiebehoefte kunnen
voorzien. Denk hierbij wel in verhoudingen. Hoeveel energie is er nodig om een vlucht de ruimte in te
krijgen vergeleken met het vermogen van de zon dat op de aarde komt. Kunnen we niet op een
efficiëntere manier de ruimte in? Zijn er goedkopere of zuinigere methoden? Als de zogenaamde
commerciële bedrijven in de ruimtevaart echt commercieel zouden zijn, zou de ruimtevaart nu al
stukken goedkoper zijn. Ik ben benieuwd of het lukt om dit te onderzoeken.’

Na afloop van het interview hebben we besloten om het voorbeeld van economisch onderzoek van
Harmen zeker te onderzoeken. Dit is een haalbaar onderzoek wat ook nog eens heel leuk is om te
onderzoeken.

48
Interview
Paul Zevenbergen

Maandagochtend 12 november kwamen we aan bij


Dutchspace voor een interview en rondleiding met Paul
Zevenbergen. Na een kopje koffie met kennismaking zijn
we naar `de overkant` gevlucht en een vergaderzaal
ingedoken. Paul heeft 4 jaar scheepsvaarttechnologie
aan de HTS gestudeerd, waarna hij 2 jaar is gaan werken.
Tijdens deze twee jaar kwam Paul erachter dat hij nog
niet aan de top van zijn kunnen zat, hij besloot
natuurkunde te gaan studeren.

De functie van Paul Zevenbergen is `thermal engineer`.


Dit houdt in dat hij zich voornamelijk bezig houdt met de
thermische processen in satellieten en andere
ruimtevaartuigen. De warmte die in het ruimtevaartuig
vrijkomt, moet het vaartuig op een of andere manier
verlaten. Dit gebeurt door een radiator, die warmte
uitstraalt naar de ruimte. De warmte wordt door middel
van een heatpipes getransporteerd naar de radiator. In Paul Zevenbergen
de heatpijp bevindt zich een vloeistof, deze vloeistof is
afhankelijk van de temperatuur dat het gekoelde
onderdeel dient te zijn. Er zijn onderdelen die optimaal werken bij een temperatuur van -150 C, de
vloeistof die de warmte geleidt mag dan niet bevriezen bij die temperatuur. De radiator die de
warmte naar de ruimte uitstraalt mag niet in de zon hangen, als dit wel het geval is zou de radiator
warmte opnemen en wordt het ruimtevaartuig warmer. Op de radiator zitten aan de buitenkant
spiegels, zodat eventuele straling weerkaatst wordt.

Als het te koud wordt binnen de satelliet, dan komen de heaterelementen van pas. Deze zitten
geplakt tegen de zijkant van de satelliet, en zullen warmte naar binnen uitstralen als het te koud
wordt.
Meestal wordt er aan de kant waar de zon op schijnt een deken gespannen. Deze deken moet de
warmte tegen houden, zodat de satelliet niet oververhit raakt. Deze deken bestaat uit heel veel
dunne lagen, met overal gaatjes in. Meestal wordt hiervoor aluminium gebruikt.. De deken moet ook
''geaard'' zijn aan de satelliet, omdat er aardig wat statische elektriciteit ontstaat.

Een project bestaat uit een Prime en onderaannemers. Dit is nodig, omdat een project zoals een
satelliet meestal niet door één bedrijf geproduceerd kan worden. Daar zijn meerdere bedrijven voor
nodig, omdat elk bedrijf een specialiteit heeft. De Dutchspace is bijvoorbeeld gespecialiseerd in
zonnepanelen.

Als een opdracht van een bedrijf zoals ESA of dergelijke binnenkomt, zal één bedrijf het initiatief
nemen. Dit is dan de hoofdaannemer. Paul heeft dit toevallig afgelopen jaar een keer gedaan. Zo’n
hoofdaannemer neemt verschillende onderaannemers aan voor verschillende onderdelen. Hij krijgt
van meerdere bedrijven voorstellen voor deze onderdelen en heeft dan de keus; kies je voor de
goedkopere, maar met iets slechtere kwaliteit, of kies je voor de duurdere, maar met een betere
kwaliteit. Dit wordt in overleg met de opdrachtgever gedaan. Als de opdrachtgever een bepaald

49
budget heeft waar hij niet over heen kan, dan kan het zo zijn dat je voor de goedkopere onderdelen
gaat.

Als de onderaannemers zijn aangenomen, kan het proces beginnen. De protocollen gaan de deur uit,
wat het belangrijkste van allemaal is. Het nadeel van zoveel verschillende bedrijven is dat alle
onderdelen op elkaar moeten passen. Daarom is elk project ook weer nieuw. De basis voor een
onderdeel ligt er al, maar het moet altijd aanpassingen ondervinden om te passen in het ontwerp.
Deze aanpassingen bestaan niet alleen aan aanknooppunten met andere onderdelen, maar
bijvoorbeeld ook aan de massa van het onderdeel.
Als hoofdaannemer moet er heel veel geregeld worden, zo stap je ’s ochtends even op het vliegtuig
naar Genève om een vergadering bij te wonen en lig je ’s avonds weer thuis in je bed. Je moet dus
elke onderaannemer begeleiden zodat het eindresultaat perfect is.

Het is moeilijk om aan zulke projecten te komen, want Dutchspace is voor 90% afhankelijk van de
ESTEC. Door het politieke spel is het zeer moeilijk om aan projecten te komen, omdat het
uitgangspunt is dat wat je er als land aan geld insteekt, moet weer terug komen in je eigen land.
ESTEC kan dus niet alle projecten naar Dutchspace doorvoeren, maar moet het delegeren met
andere EU landen.

Als alle onderdelen geproduceerd zijn, wordt het uiteindelijke product bij de hoofdaannemer in
elkaar gezet en getest. Dit gaat via verschillende testen zoals; Vacuüm ruimte voor het testen van de
druk op het product, trillingsvloer voor het testen van de stabiliteit tijdens de lancering, verwarmen
en verkoelen van het product voor het testen van de heatpipes etc.

Hier wordt het product uit handen gegeven, en overhandigd aan de operation. Het product gaat naar
de lanceerbasis ( bijvoorbeeld in Frans-Guyana ) en wordt het de ruimte in gelanceerd. Alle data die
de satelliet terug brengt wordt verwerkt door de operation, die zich over het algemeen in Duitsland
bevindt.

Het is trouwens veel makkelijker en goedkoper om alles in één land te maken, zoals gebeurd in de
VS. Dit is op het moment gewoon niet mogelijk in Europa, omdat de bedrijven niet groot genoeg zijn.
Hierdoor gaat er heel veel geld verloren aan alleen het lobbyen voor het project alleen.

We hebben ook het genoegen gehad om één van de twee werkzalen in te gaan. We konden er maar
in één omdat de andere een cleanroom was. Toen we binnen kwamen viel ons gelijk de grote
onderdelen van een lanceringsbasis. Ze zijn hier bezig met een project dat er voor moet zorgen dat
Europa een eigen lanceerbasis krijgt voor satellieten. Ze waren al volop in de kerstsfeer, want de
kerstmutsen waren al om de motoren gezet.

Paul liet ons eerst één van de modellen zien voor de bedrading van de zonnepanelen. De precieze
afmetingen van de zonnepaneel werd getekend op een houten plaat, en daarop werden de draden
gebonden. Want deze draden moeten heel compact naar de satelliet terug gaan, en precies goed
eruit komen, zodat het gemakkelijk naar de zonnecellen kan worden gelegd. Vlakbij stond ook een
model van een arm van een satelliet, waardoor je kon zien waar de bedrading doorheen liep, en hoe
de zonnepanelen vast zitten.

Toen liet hij ons de zonnepanelen zien, en misschien nog wel belangrijker, hij liet ons voelen hoe
zwaar ze eigenlijk zijn. Je kan een zonnepaneel van 40x40x5 cm met je pink nog wel tillen. Wel te
bedenken dat hier nog niet de zonnecellen op zitten. De zonnepanelen bestaan uit 2 basislagen en
daar tussenin lagen aluminium. Het aluminium staat loodrecht op de basislagen, en vormt aparte
kamers lucht in de vorm van zeshoeken. Dit is uitermate sterk, je zou op het model gemakkelijk
kunnen staan (wat we toch maar niet gedaan hebben, we waren immers te gast). In deze

50
aluminiumlagen zitten gaatjes, zodat de lucht erin en eruit kan lopen, aangezien het anders niet zou
kunnen overleven in de ruimte vanwege de vacuüm druk.

Hij had er ook een ontspanningsmodel staan voor het uitklappen van de zonnepanelen, eenmaal in
de ruimte. De zonnepanelen zaten door een strak touw opgevouwen, waardoor ze gemakkelijk te
transporteren zijn naar de ruimte. Eenmaal in de ruimte wordt dat touw doorgesneden door het
activeren van een heater. Deze brandt het touw door, waardoor het zonnepaneel openklapt. Dit
wordt gereguleerd door een ander touw, die het direct openklappen van het zonnepaneel
tegenhoudt. Als het zonnepaneel niet geleidelijk zou openklappen, kan er schade ontstaan door de
klap die het zonnepaneel dan zou maken. Dit model is geheel door de Dutchspace ontworpen en
wordt veel gebruikt bij Europese satellieten.

Eén etage lager was de cleanroom, waar we toch nog even langsliepen. Paul liet ons door een
raampje nog even gluren, waar we nog snel een glimps van een uitklappend zonnepaneel hebben
kunnen zien. Dit zonnepaneel hing aan een stellage die op een band lag waar voortdurend lucht
doorheen werd gedrukt, waardoor hij eigenlijk in de lucht zweefde. Hierdoor is er zo min mogelijk
wrijvingskracht aanwezig.

We hebben het ook nog gehad over de innovatie die plaatsvind in de ruimtevaart. Volgens Paul
gebeurt er bijna niets aan het uitvinden van nieuwe onderdelen.
Bij Dutchspace wordt er wel veel gewerkt aan een beter ontwerp van hun specialiteit, de
zonnepanelen. Deze innovatie houdt in het vernieuwen van de materialen die gebruikt worden, maar
ook de grootte van het product. Wat ons nog wel het meest opviel aan deze innovatie was het
weghalen van zoveel mogelijk onnodig materiaal. Je zag bijvoorbeeld bij het ( ingenieuze ) uitklapper
van de zonnepanelen vele gaten zitten. Deze gaten zaten er op een model van 10 jaar terug nog niet,
in ieder geval nog niet zo groot.

Wat Paul wel wist is dat ESA een bepaald budget opzij zet voor innovatie in nieuwe technologieën,
maar dat het voor Dutchspace simpelweg niet mogelijk is om deze innovatie aan te gaan, vanwege
de kosten. Eens in de zoveel jaar wordt er wel gekeken naar iets nieuws, maar dan moet de engineer
er wel heel zeker van zijn dat het geld kan opleveren, want alle testen en materialen zijn natuurlijk
niet goedkoop!

51
Bijlage
Open dag ESTEC

Zondag 7 oktober stonden wij om half elf ’s ochtends klaar voor de open dag van de ESTEC. Grote
drukte hadden we niet verwacht omdat wij nergens grootse aankondigingen hadden gezien. We
hadden het (jammer genoeg) mis, het zag als zwart van de mensen toen we er aan kwamen. Gelukkig
liep het allemaal vrij snel door en konden we binnen no-time naar binnen. Eenmaal binnen konden
we een ronde lopen die alles liet zien wat voor het publiek toegankelijk was.

Zo liepen we door gangen waar aan weerszijden foto’s en miniaturen waren van satellieten, raketten
en een paar van ruimtestations. Drie informatieboekjes rijker kwamen we aan bij het testcentrum.
Hier is alles wat nodig is om een ruimtevaartuig te testen tegen wat deze tegenkomt in de ruimte. Zo
is er een cabine die vacuüm wordt gezogen, waarna het vaartuig wordt blootgesteld aan
temperaturen van -100 °C tot +100 °C. Even verderop stond een enorme trilplaat die trillingen kan
nabootsen die gelijk staan aan de trillingen die een ruimtevaartuig bij de lancering ondervindt. Helaas
mochten we in deze ruimte geen foto’s maken.

Niet veel later stond André Kuipers op het podium, klaar om zijn verhaal te vertellen met behulp van
een film, grotendeels gemaakt vanuit de ruimte. Daarna konden van te voren uitgekozen kinderen
een aantal vragen stellen aan André, variërend van ‘Heeft u een huisdier?’ tot redelijk serieuze
vragen als ‘Zou u met uw vrouw en kinderen op een andere planeet willen wonen als dat kan?’.

De dag vloog om, na nog een film over Europese ruimtemissies te hebben gekeken was het tijd om
weer richting huis te gaan. Veel bruikbare informatie voor in ons profielwerkstuk hadden we niet,
maar toch heeft deze dag zeker wat bijgedragen aan ons besef hoe belangrijk de ruimte eigenlijk wel
niet is en de belangstelling van anderen hierin.

We hadden erg veel geluk dat de ESTEC juist dit jaar een open dag hield, de vorige open dag was in
1993, 19 jaar geleden. Erg raar dat wij het druk vonden was het niet, er waren over de hele dag
namelijk 8500 bezoekers. Op dit grote aantal had de ESTEC zelf ook niet gerekend.

André Kuipers tijdens zijn presentatie

52
Bijlage
Golden Spike’s Moon landing Plan

53
Bijlage
Protocol

Protocol hitte behandeling van aluminium legering


1. Inleiding
Dit protocol bevat de specifieke criteria en aanbevelingen voor de hitte behandeling van aluminium
legeringen.

2. Bruikbare documenten

2.1 Binnenhuis documenten


Documenten die bruikbaar zijn tijdens het volgen van dit protocol, die door de bedrijven gemaakt zijn
die samenwerken met het project.
2.2 Buitenhuis documenten
Documenten die bruikbaar zijn tijdens het volgen van dit protocol, die door bedrijven gemaakt zijn
buiten de samenwerkende bedrijven van dit project.
2.3 Prioriteitvolgorde
Dit document heeft de prioriteit over alle andere documenten. In geval van confronterende
beweringen van de bruikbare documenten met het protocol, wordt het protocol gevolgd, tenzij het in
tegenstrijd is met een wet.

3. Benodigdheden

3.1 Opstelling voorbereiden


Voor de productie moeten er volledig bekwame uitrusting ter plekke zijn voor de hitte behandeling.
3.1.1 Aankondigen van de test aan de afgevaardigde
In het geval dat een afgevaardigde de test wil overzien, moet deze een week van te voren worden
aangekondigd.
3.2 Maandelijkse uitrusting controles
Hitte behandeling uitrusting en procedures moeten maandelijks getest worden.
3.3 3-maandelijkse product controles
Om de 3 maanden moeten de producten getest worden op stabiliteit en op criteria die gepaard gaan
met de aluminium legeringen.
3.4 Hitte behandeling van onderdelen
Hitte behandelingen van gesmeed aluminium moet behandeld worden volgens AMS 2770.
Onbewerkt aluminium zal worden behandeld volgens de toepasselijke eisen.
3.5 Uitrusting
3.5.1 Ovens
Elk type oven is toegestaan voor de hitte behandeling van de aluminium legeringen, mits het product
niet aangetast wordt. Het gebruik van vlam-verwarming is niet toegestaan.
3.5.1.1. Luchtkamer ovens
Luchtkamer ovens waarin het product in contact komt met een metaal, mag gebruikt worden als door
tests is aangetoond dat de oven de legering en het metaal niet aantast. (zie 3.2.2.1 en 6.5.5).
3.5.1.2 Zoutbaden
Zoutbaden mogen niet reageren met de aluminium regering (zie 6.3.1).
3.5.1.3 Andere apparaten voor verhardende behandelingen
Andere apparaten voor verhardende hitte behandelingen mogen gebruikt worden mits ze de criteria
halen, waarin het apparaat de legering niet aantast.

54
Logboek Anouk

Week Aantal uren Omschrijving


25 8 In deze week hebben we op school voorbereid, het onderwerp, de deelvragen en de
hoofdvraag bedacht. Ook hebben we een verdeling gemaakt en zijn we boeken gaan
halen in de bibliotheek.
32 5 In deze week heb ik de boeken gelezen die ik nodig had voor de deelvraag
‘geschiedenis van de ruimtevaart’.
33 6 In deze week heb ik de aantekeningen die ik bij het lezen van de boeken gemaakt
het verwerkt tot de deelvraag ‘geschiedenis van de ruimtevaart’. De deelvraag was
hierna nog niet af.
34 9 In deze week heb ik de aantekeningen die ik bij het lezen van de boeken gemaakt
het verwerkt tot de deelvraag ‘geschiedenis van de ruimtevaart’. De deelvraag was
hierna bijna af.
35 11 In deze week heb ik de aantekeningen die ik bij het lezen van de boeken gemaakt
het verwerkt tot de deelvraag ‘geschiedenis van de ruimtevaart’. De deelvraag was
hierna af. Ook hebben we contact gehad met Leiden en hebben Fabian en ik
overlegd over onderzoeken. Hiernaast hebben we bij universiteit Delft gevraagd
naar mogelijkheden om daar ons onderzoek te doen.
36 8 In deze week hebben we bericht gekregen van Delft dat we geen onderzoek kunnen
doen in Delft. Daarnaast heb ik nieuwe aantekeningen gemaakt voor de deelvragen
welke betrekking hebben tot de commerciële ruimtevaart, om hier redelijk bekend
mee te raken.
37 10 In deze week hebben we in Leiden onze eerste kennismakingsmiddag gehad, waarbij
we gebrainstormd hebben om een onderzoek te bedenken en verdere afspraken te
maken. Ook hebben we fase 1 officieel ingeleverd.
39 2 In deze week heb ik veel overleg gehad met Fabian, vooral over onze samenwerking.
Daarnaast ben ik verder gegaan met me te verdiepen in de commerciële
ruimtevaart, dit bleek nog een lastiger onderwerp dan gedacht.
40 9 Deze week zijn Fabian en ik naar de open dag van de ESTEC geweest, daar hebben
we ons ook uitgebreid op voorbereid in de hoop een afspraak te kunnen maken. Ons
verslag van de open dag kan u lezen in bijlage 1.
41 4 In deze week heb ik het verslag gemaakt van de open dag en zijn Fabian en ik tot de
conclusie gekomen dat we hier in relatie tot ons profielwerkstuk niet veel aan
hebben gehad. Ook hebben we met Leiden overlegd en zijn we tot een onderzoek
gekomen.
43 8 In deze week hebben we de laatste ideeën met Leiden over en weer gebracht en
hebben we geskyped met onze begeleider aldaar. Hiernaast hebben we afgesproken
dat we als specialistisch onderzoek waarschijnlijk de lichtsnelheid gaan meten.
45 14 In deze week hebben we ons onderzoek verder voorbereid en hebben we deze
uitgevoerd in Leiden. Zoals in ons verslag te lezen viel is het onderzoek uiteindelijk
anders afgelopen dan van tevoren gedacht, maar over het resultaat waren we nog
steeds positief!
46 15 In deze week hebben we twee interviews in Leiden afgenomen, één met Paul
Zevenbergen en één met Harmen Jousma. Het interview met Harmen Jousma heb ik
meteen verwerkt tot een verhaal. Ook zijn suggestie van een economisch onderzoek
ben ik gaan bekijken en daar ben ik uiteindelijk ook mee begonnen.
47 3 In deze week ben ik verder gegaan met het economische onderzoek en hebben we
overleg gehad over fase 2, welke we in deze week ook ingeleverd hebben.
50 2 In deze week kregen we fase 2 terug en bleek dat er nog aardig wat gedaan moest
worden. Fabian en ik hebben even goed overlegd. Ook hebben we met Leiden nog
overleg gehad over ons specialistisch onderzoek.

55
52 3 In deze week heeft onze begeleider uit Leiden ons uitgelegd wat we bij ons
specialistisch onderzoek zouden gaan doen. Ook heb ik nog enkele cijfers voor het
economische onderzoek opgezocht.
01 6 In deze week heb ik het economisch onderzoek afgemaakt. Hiernaast hebben Fabian
en ik overlegd en zijn we tot de conclusie gekomen dat het nodig is om onze
hoofdvraag te veranderen. Ook heb ik een volledig bestand inclusief kaft
aangemaakt om zo een beter overzicht te krijgen met wat er nog gedaan moet
worden.
03 19 In deze week hebben we uit Leiden te horen gekregen dat ons specialistische
onderzoek niet meer doorgaat in verband met tijdgebrek aan beide kanten. Ook heb
ik de aantekeningen eerder gemaakt met betrekking tot commerciële ruimtevaart
verwerkt tot de deelvragen welke rol de commerciële ruimtevaart speelt en de vraag
of investeringen in de ruimtevaart worden terugverdiend. Ook heb ik het voorwoord
geschreven.
04 7 In deze week hebben Fabian en ik onze beschrijvingen van het onderzoek in Leiden
naast elkaar gelegd en verwerkt tot één kloppend verslag van ons onderzoek aldaar.
Ook hebben we de inleiding geschreven. Hiernaast heb ik een deel van ons
profielwerkstuk bij meneer Sels ingeleverd en heb ik zijn commentaar ten harte
genomen en een deel veranderd.
05 3 In deze week hebben Fabian en ik de conclusie geschreven en de laatste puntjes op
de i gezet.
06 4 In deze week hebben de fase 3 van ons PWS teruggekregen van meneer Sels en
hebben we daar even overlegd. Ook hebben Fabian en ik overlegd over fase 4, het
gebruikt van bronnen en afbeeldingen.
07 13 In deze week hebben we fase 3 van het PWS teruggekregen van meneer Beindorff.
Met het commentaar ben ik aan de slag gegaan. Ook heb ik overal de
bronverwijzingen bijgezet en heb ik voor de afbeeldingen gezorgd. Spelfouten zijn
gecontroleerd en verbeterd.
08 11 Deze week heb ik alles doorgelezen, taalfouten verbeterd en sommige zinsbouw
opnieuw gedaan. Ook heb ik gecontroleerd of alle literatuur klopte, de laatste
dingetjes aan de opmaak veranderd (paginanummering ed) en uiteindelijk geprint!
181

56
Logboek Fabian
Week Aantal uren Omschrijving
25 8 In deze week hebben we op school voorbereid, het onderwerp, de deelvragen en de
hoofdvraag bedacht. Ook hebben we een verdeling gemaakt en zijn we boeken gaan
halen in de bibliotheek.
32 8 In deze week heb ik literatuur in boeken en internetsites opgezocht en gescand.
Aantal van deze boeken naar aantekeningen verwerkt.
35 8 Anouk en ik hebben overlegd over onderzoeken, en gemaild naar Leiden voor de
begeleiding van ons profielwerkstuk. Hiernaast hebben we bij universiteit Delft
gevraagd naar mogelijkheden om daar ons onderzoek te doen.
36 1 We hebben hier het treurige nieuws gekregen dat we geen proeven konden doen bij
de TU Delft
37 10 In deze week hebben we in Leiden onze eerste kennismakingsmiddag gehad, waarbij
we gebrainstormd hebben om een onderzoek te bedenken en verdere afspraken te
maken. Ook hebben we fase 1 officieel ingeleverd.
39 2 Veel overleg gehad met Anouk over de samenwerking en planning voor het
komende jaar.
40 9 Deze week zijn Anouk en ik naar de open dag van de ESTEC geweest, daar hebben
we ons ook uitgebreid op voorbereid in de hoop een afspraak te kunnen maken. Ons
verslag van de open dag kan u lezen in bijlage 1.
41 1 Anouk en ik zijn in deze week tot de conclusie gekomen dat we niet veel aan de
open dag van ESTEC hadden in relatie tot ons profielwerkstuk. Het was overigens
wel heel leuk! Ook hebben we met Leiden overlegd en zijn we tot een onderzoek
gekomen.
43 8 In deze week hebben we de laatste ideeën met Leiden over en weer gebracht en
hebben we geskyped met onze begeleider aldaar. Hiernaast hebben we afgesproken
dat we als specialistisch onderzoek waarschijnlijk de lichtsnelheid gaan meten.
45 14 In deze week hebben we ons onderzoek verder voorbereid en hebben we deze
uitgevoerd in Leiden. Zoals in ons verslag te lezen viel is het onderzoek uiteindelijk
anders afgelopen dan van tevoren gedacht, maar over het resultaat waren we nog
steeds positief!
46 13 In deze week hebben we twee interviews in Leiden afgenomen, één met Paul
Zevenbergen en één met Harmen Jousma. Meteen het interview van Paul
uitgewerkt, wat toch nog wel wat meer werk was dan gedacht. Het interview heeft
me wel heel veel inzicht gegeven voor mijn deelvragen.
47 7 In deze week heb ik het interview van Paul verder uitgewerkt en hebben Anouk en ik
overleg gehad over fase 2 en deze ook ingeleverd.
50 2 In deze week kregen we fase 2 terug en bleek dat er nog aardig wat gedaan moest
worden. Anouk en ik zijn daar even goed voor gaan zitten. Ook hebben we met
Leiden nog overleg gehad over ons specialistisch onderzoek.
52 1 In deze week heb ik (vanuit het mooie Oostenrijk) gemaild met onze begeleider in
Leiden over het specialistische onderzoek.
01 1 In deze week heb ik met Anouk overlegd over onze hoofdvraag en zijn we tot de
conclusie gekomen dat we deze moeten veranderen.
03 7 In deze week hebben we uit Leiden te horen gekregen dat ons specialistische
onderzoek niet meer doorgaat in verband met tijdgebrek aan beide kanten. Verder
heb ik mijn aantekeningen van het literatuuronderzoek weer doorgelezen in
voorbereiding op het schrijven van de deelvragen. Ik ben begonnen aan de
deelvraag ‘’het stationeren van een ruimtestation’’.
04 18 In deze week hebben Anouk en ik onze beschrijvingen van het onderzoek in Leiden
naast elkaar gelegd en verwerkt tot één kloppend verslag van ons onderzoek aldaar.
Ook hebben we de inleiding geschreven. Ik ben begonnen aan de deelvraag ‘’het
ontwerpen van een ruimtestation’’, en ben verder gegaan met ‘’het stationeren van

57
een ruimtestation’’.
05 19 In deze week hebben Fabian en ik de conclusie geschreven en de laatste puntjes op
de i gezet. Ik heb ‘’het ontwerpen van een ruimtestation’’ afgerond en aan de
deelvraag ‘’aan boord van een ruimtestation’’ begonnen en deze ook afgerond.
Verder gewerkt aan ‘’het stationeren van een ruimtestation’’.
06 4 In deze week hebben we fase 3 teruggekregen van meneer Sels. Anouk en ik hebben
daarover overlegd en wij hebben ook het implanteren van bronnen en afbeeldingen
besproken.
07 7 In deze week hebben we fase 3 van meneer Beindorff terug gekregen. Anouk nam
het profielwerkstuk mee naar huis en ik heb via foto’s al het een en ander gedaan
met het commentaar.
08 21 Ik heb deze week fase 3 tot mijn beschikking gekregen en ben daarmee hard aan het
werk gegaan. Ik heb alle bronvermeldingen erbij gezet, fouten hersteld en nog een
aantal alinea’s erbij geschreven.
164

58
Literatuurlijst
Boeken
1) Van Spoetnik tot spaceshuttle: de geschiedenis van de ruimtevaart - Chriet Titulaer
2) Wedloop om de ruimte - John Man
3) Astronauten zijn ook mensen : honderd vragen en antwoorden over ruimte en ruimtevaart -
Piet Smolders
4) Ruimterace in Azië : China, Japan, India - Piet Smolders
5) Geïllustreerde encyclopedie van de ruimtevaart: mensen, technologie, geschiedenis,
toekomst - Kenneth William Gatland, Chriet Titulaer, Michael Badrocke, Bart Klaauw
6) Wetenschap en techniek
7) Apollo 13 - Dina Anastasio
8) De encyclopedie van ruimtevaart - Ian Graham
9) De ruimte - Ian Graham
10) Oneindige ruimte: van aarde tot de sterren – D. Jefferis
11) Ik ga naar Mars en neem mee... : de merkwaardige wetenschap ... - Mary Roach
12) Ruimtevaart - Mark Traa
13) Design in lucht- en ruimtevaart - Anthony Springer
14) De weg naar het heelal - Peter Ackroyd
15) De ruimte in - David Owen
16) De zwaartekracht voorbij : veertig jaar ruimtevaart - Piet Smolders
17) ISS het internationale ruimtestation - David Jeffers
18) Rapporten van de NASA
19) NASA - Michael Gorn
20) Wetenschap in beeld 12/2012

Sites
21) http://www.esa.int/esaHS/SEMQ2457ESD_education_0.html
22) http://www.spacepage.be/artikelen/ruimtevaart/algemene-info/ruimtevaart-doorheen-de-
geschiedenis
23) http://www.nasa.gov/mission_pages/station/structure/elements/sm.html
24) http://www.nasa.gov/mission_pages/station/news/index.html
25) http://www.nasa.gov/centers/kennedy/about/information/shuttle_faq.html#10
26) http://www.kijkmagazine.nl/nieuws/de-spaceshuttle-gaat-bijna-met-pensioen/
27) http://www.nasa.gov/centers/kennedy/about/information/shuttle_faq.html
28) http://www.spacex.com/
29) http://www.spacepage.be/artikelen/ruimtevaart/commerciele-ruimtevaart/golden-spike-
company-een-spoorweg-naar-de-maan
30) http://www.dutchspace.nl/pages/about/content.asp?id=174&P=4_1&PURL=%2Fpages%2Fa
bout%2Fcontent%2Easp%3Fid%3D174&PNAME=Over+Dutch+Space
31) http://abcnews.go.com/Technology/BusinessTravel/wireStory?id=4322228
32) http://www.astrium.eads.net/
33) http://www.virgingalactic.com/overview/
34) http://www.biography.com/search/article.do?id=9224520
35) http://www.spaceadventures.com/
36) http://nos.nl/artikel/198875-.html
37) http://boekruimtereis.nl/ruimteschepen/lynx-ruimteschip
38) http://www.spacexc.com/en/home/
39) http://www.bigelowaerospace.com/

59
40) http://www.sen.com/feature/bigelow-aerospace-and-the-inflatable-space-stations.html
41) http://goldenspikecompany.com
42) http://www.space.com/18805-golden-spike-private-moon-landing-graphic.html
43) http://en.wikipedia.org/wiki/Zvezda_(ISS_module)
44) http://www.nasa.gov/mission_pages/station/structure/elements/sm.html
45) http://nl.wikipedia.org/wiki/Sojoez_(ruimtecapsule)
46) http://www.spaceshiptwo.net/
47) http://www.nujij.nl/algemeen/kuipers-bezorgd-over-bezuinigingen-
kenniseconomie.18073781.lynkx
48) http://www.dutchspace.nl/uploadedFiles/General/Position%20paper%20ruimtevaart_Space
Ned_ProvZH_Noordwijk_KvK.pdf
49) http://www.mt.nl/1/711/home/komen-de-investeringen-in-de-ruimtevaart-ooit-terug.html
50) http://www.nrcnext.nl/blog/2012/07/09/next-checkt-elke-euro-voor-ruimtevaart-levert-22-
euro-op/
51) http://wp.nlr.nl/2012/12/13/investering-in-esa-programma-gunstig-voor-nederlandse-
ruimtevaartsector/
52) http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ruimtevaart
53) http://www.omroepbrabant.nl/?news/181800522/68+miljoen+voor+ruimtevaart+We+zitten
+voor+een+dubbeltje+op+de+eerste+rang.aspx
54) http://www.scientias.nl/ruimtevaart-in-nederland-is-lucratieve-zaak/76321
55) http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2012/11/14/nederlandse-ondernemers-profiteren-van-
europese-ruimtevaart.html
56) http://www.spaceoffice.nl/nl/Nieuws/1493/__Technologie_en_toepassingen_inzet_van_Ne
derlandse_ruimtevaart__.html
57) www.kennislink.nl/publicaties/ruimtevaart-levert-veel-meer-op-dan-het-kost
58) http://www.hotelastoria.nl/
59) http://www.dailyfinance.com/2010/01/18/nasa-slashes-price-for-used-space-shuttles-
assembly-required/
60) http://www.kennislink.nl/publicaties/de-maan-zit-vol-nuttig-materiaal
61) http://www.physicsclassroom.com/class/circles/u6l4a.cfm
62) http://hyperphysics.phy-astr.gsu.edu/hbase/kepler.html
63) http://en.wikipedia.org/wiki/Kepler's_laws_of_planetary_motion
64) http://www-spof.gsfc.nasa.gov/stargaze/Kep3laws.htm
65) http://www.physicsclassroom.com/mmedia/circmot/ksl.cfm
66) http://www-spof.gsfc.nasa.gov/stargaze/Skepl2nd.htm
67) http://www.heel.al/post/Vacuum/36
68) http://en.wikipedia.org/wiki/Gravitational_constant
69) http://en.wikipedia.org/wiki/Newton's_laws_of_motion
70) http://nl.wikipedia.org/wiki/Internationaal_ruimtestation_ISS
71) http://science.nasa.gov/science-news/science-at-nasa/2000/ast02nov_1/
72) http://www.sciencedaily.com/releases/2008/11/081111210838.htm
73) http://science.nasa.gov/science-news/science-at-nasa/2000/ast13nov_1/
74) http://blogs.esa.int/andre-kuipers/2011/09/27/astronautenvoedsel-kan-best-lekker-
zijn/?lang=nl#more-516
75) http://en.wikipedia.org/wiki/Space_food
76) http://science.nasa.gov/science-news/science-at-nasa/2001/ast21mar_1/
77) http://www.asc-csa.gc.ca/eng/missions/sts-097/kid_powering.asp
78) http://www.nasa.gov/centers/glenn/about/fs06grc.html
79) http://spaceflight.nasa.gov/living/spacesleep/index.html

60

You might also like