You are on page 1of 18

2.

1 Burgerschap in de Griekse stadstaat

1. Onderwerp en betekenis
Onderwerp

Betekenis
Tegenwoordig leven wij in West-Europa in (parlementaire) democratieën. Maar wat is een democratie,
waar komt die vandaan en wat heeft de betekenis van de democratie van toen voor de democratie
van ons nu? Daarnaast, welke alternatieve bestuursvormen zijn er en wat zijn daar de voor- of nadelen
van? In de discussie met de klas gaan we daar veel aandacht aan besteden. Spelen omstandigheden
een rol? Zo ja, welke dan? De stof pas ik aan op het niveau van de leerlingen.
1.1 Lesdoelen
In de methode staan lesdoelen opgesteld per paragraaf. De lesdoelen voor paragraaf 2.1 staan
hieronder beschreven. Er wordt gebruik gemaakt van gradaties in hoeverre je aan het lesdoel voldoet.

De lesdoelen zijn voor de leerlingen als volgt samengevat en worden behapbaar gemaakt d.m.v. de
werkvormen die ik laat zien.

Lesdoel: Kunnen uitleggen wat de begrippen democratie, tirannie, aristocratie en monarchie


inhouden.

N.B. daaronder vallen alle kenmerken die in de meest linkerkolom van de lesdoelen genoemd worden.

2. ICT-tool
Via LessonUp.app heb ik een presentatie van PowerPoint ge-upload. Deze presentatie vormt de rode
draad in mijn les. Daarnaast maak ik van de toepassingen van LessonUp gebruik door leerlingen via
hun Chromebook actief mee te laten doen. In plaats van mondeling leerlingen naar inhoud te vragen
kunnen leerlingen inhoud uploaden, kan ik zien wie wat upload en dat kan ik controleren. Ik kan dus
bijhouden wie wat invoert en zo houd ik de progressie van de leerlingen in de gaten. Dit zal per slide
nader toegelicht worden. Ook zal ik met leerlingen in discussie gaan over de stof. Zo zijn de leerlingen
meerdere malen op een andere manier met de stof bezig en maak ik van een ICT-tool gebruik om de
leerlingen de stof te laten beheersen en om bij leerlingen de stof te toetsen.
3. De lesvoorbereiding t niet springt
De dia’s van de PowerPoint heb ik in
LessonUp gezet. De slides zal ik toelichten.
Dit is de eerste slide waarbij ik het
onderwerp aankondig bij leerlingen en
waar ik uitleg ga geven over het verloop
van de les.

Daarna zal ik aan leerlingen het lesdoel


uitleggen. Het lesdoel is omschreven als
behapbaar voor de leerlingen, maar later
in de les zal duidelijk worden dat ik wel wat
eisen stel aan de uitleg van de leerlingen…

Er volgt een kleine instap waarbij ik het


onderwerp introduceer bij de leerlingen.
Ik vertel over Athene en over Sparta, twee
grote stadstaten in de klassieke Oudheid.
Ik leg uit wat een stadstaat is.

Het uitleggen wat een stadstaat is doe ik


aan de hand van de volgende
voorbeelden. Mijn werkplekbegeleider
heeft het er altijd over dat het belangrijk
is om te spelen op de belevingswereld van
leerlingen en dat probeer ik te doen door
de logo’s van de voetbalclubs AIK Athene
en Sparta Rotterdam te laten zien. Ik zal
leerlingen vragen naar de rede dat ik deze
twee clubs op het bord laat zien en vertel
erbij dat elke stadstaat een eigen leger,
rechtspraak, een eigen munt en een eigen bestuur heeft. Maar wat is een rechtspraak eigenlijk en wat
is bestuur? Dat zijn vragen die ik aan het einde van deze slide centraal stel.
Witregel

In de stadstaat Sparta is de traditionele


rolverdeling man-vrouw heel anders dan
dat de rolverdeling nu is. Waar zitten die
verschillen in en waarom komt dat?
Hierbij wil ik dat leerlingen duidelijk
kenmerken noemen die in het filmpje
genoemd worden en dat ze kenmerken
kunnen noemen van de rolverdeling
man-vrouw zoals die nu is.

Daarnaast is er nog een informatief


filmpje waarbij de strijd tussen de poleis
verfilmd is. Ik vraag leerlingen op te
letten naar het verloop van de oorlogen
en op te letten op de manier van
vechten. Wat is er aan de manier van
toen anders dan aan de manier van nu?

De uitleg is nu afgelopen en ik
introduceer een werkvorm. Deze
werkvorm is normaal gesproken goed
uit te voeren op papier. Maar tijdens
deze les heb ik gebruik gemaakt van
LessonUp als uitvoering van de
werkvorm. Middels deze werkvorm kan
ik progressie van leerlingen meten,
voorafgaand aan het formatieve
toetsmoment aan het einde van de les.
Zo houd ik en hun proces in de gaten en
kijk ik naar het gewenste eindresultaat,
wat weer te maken heeft met de lesdoelen, waar ik kan zien of de leerling individueel de stof beheerst.

Eerst vindt er een kleine introductie


plaats op de werkvorm. Ik vertel
leerlingen dat ze zich voor moeten
stellen dat in Athene leven rond 500
v.Chr. In Athene is men het niet eens
over de bestuursvorm. ‘Wat was dat
ook alweer?’, terugblikkend op het
begin van de les. Ik laat vier leerlingen
vrijwillig naar voren komen die elk één
van de bestuursvormen uiteen komt
zetten voor in de klas. Ik ken de klas en
weet daarom dat dit geen probleem zal
zijn. De vier bestuursvormen die eruit gelicht worden zijn democratie, tirannie, monarchie en
aristocratie. Deze vier bestuursvormen hebben allemaal een persoon toebedeeld gekregen om het wat
tastbaarder te maken. Deze personen gaan vertellen waarom hun bestuursvorm de beste is!

Vervolgens vraag ik de leerlingen om voor elke bestuursvorm een antwoord te sturen waarom zij juist
wel of niet voor de desbetreffende bestuursvorm zouden kiezen. De antwoorden die leerlingen geven
op deze open vraag zijn voor mij inzichtelijk waardoor ik het leren van de leerlingen in kan zien en of
ze uiteindelijk het lesdoel gehaald hebben.

Vervolgens mogen de burgers van Athene, ‘Wie waren dat ook alweer?’, stemmen. Dit stemmen doen
we via de Chromebooks van de leerlingen!

Leerlingen mogen via hun Chromebook kiezen


of ze willen dat een monarchie, aristocratie,
tirannie of democratie hen gaat besturen.
Daarbij vertel ik de leerlingen terug te denken
aan de verhalen die de heersers hebben verteld
voor de klas waarin voor- en nadelen genoemd
worden. ‘Op wie stem jij?’

Vervolgens komt het volgende scherm in beeld


en kleurt het antwoord wat het meeste is
ingevoerd, geel. Dat betekent dat voor deze
vorm het vaakst gekozen is. Ik vraag leerlingen
met welke bestuursvorm deze vorm van kiezen
te maken heeft maar laat dat voor de rest in het
midden, daar komt ik later op terug.
Er volgt nog een uitleg over de verschillende bestuursvormen in een overzicht. Dit om de leerlingen
nog een helpende hand en een goed overzicht te bieden.
Hierbij licht ik elke vorm nog even
kort toe en sta ik stil bij de
democratie. Leven wij nu in een
democratie? Wat betekent dat
voor ons in Nederland, hoe ziet het
eruit, wat vind je er van? Dat zijn
vragen die ik aan leerlingen zou
stellen.
Lesvoorbereiding 2.2: Wetenschappelijk denken in de Griekse stadstaat
Les voorbereid aan de hand van het MDI.

Vooraf aan de les


Leerdoelen:
Leerlingen kunnen aan het einde van de les het verschil tussen de begrippen mythen, sagen en
legenden uitleggen.
Leerlingen kunnen aan het einde van de les uitleggen wat de tegenreactie op de mythen, sagen en
legenden was. Dit doen ze aan de hand van de begrippen wetenschappers en filosofen.
Verbinden leerdoelen met verschillende leeractiviteiten en gewenst leergedrag:
De leerdoelen van de les worden hopelijk behaald doordat leerlingen met de leerdoelen werken in
de les. De 3 verschillende verhalen (eerste leerdoel) wordt behaald door de filmpjes en de werkvorm.
Het tweede leerdoel kunnen leerlingen uit de filmpjes en de paragraaftekst halen.
Het in grote lijnen plannen van de les in onderwijs- en leeractiviteiten
Zie hieronder de les in hoofdlijnen.

Tijdens het uitvoeren van de les Lesduur:45 min.


1: De aandacht op de doelen van de les richten, aansluiten bij voorkennis Duur: 5 min.
De les begint bij de deur: hier sta ik om de leerlingen te verwelkomen door ieder een hand te geven.
De leerlingen doen hun telefoon in de telefoontas en ik zal de aandacht erbij pakken. Ik vraag de
leerlingen om het boek erbij te pakken op bladzijde 22.
Ik zal de les openen door een terugkoppeling te maken naar de theorie van de vorige les. Door de
vakantie is een klein stukje herhaling nodig. Hierna richt ik de aandacht op de leerdoelen door deze
mee te nemen in de PowerPoint, zie hiervoor ook bijlage 1.

2: Leerlingen voorzien van informatie en voordoen van de belangrijkste elementen van het leren.
Duur: 15 min.
Ik leg uit dat de oude Grieken meerdere goden hadden, in tegenstelling tot de meeste religies die we
nu hebben. Ik vertel dat de oude Grieken vertrouwden op de goden om gebeurtenissen te verklaren.
Hierbij vraag ik aan de leerlingen welke gebeurtenissen verklaard zouden kunnen worden.
Op het bord staan 3 soorten verhalen die we kunnen onderscheiden, mythen, sagen en legenden. Ik
laat enkele goden op het bord zien ter voorbeeld. Dan laat ik 2 filmpjes zien die goed uitleggen hoe
wetenschappers en filosofen dachten in het oude Griekenland:

https://www.youtube.com/watch?v=-HAuMF_kuaE&list=PL_0Ie64bfqYePPVjxTQjj1ED2ROib3cca
Tot 1:10
https://www.youtube.com/watch?v=444zW-0rY1c
5:10 tot 7:12

3: Nagaan of de belangrijkste begrippen en terugkoppeling/feedback vaardigheden zijn


overgekomen. Duur: 5 min
In deze fase van de les vraag ik of de uitleg en de filmpjes duidelijk waren. Eventuele vragen worden
nabesproken.

Vragen die kan stellen:


Wat was er bijzonder aan Hippocrates?
Wat zijn natuurfilosofen?
Wat is rationeel?
Wat is wetenschap?
4: Instructie geven op zelfwerkzaamheid van leerlingen.
De leerlingen krijgen van mij een werkblad, zie hieronder. Dit is een samenhang tussen paragraaf 2.1
(bestuursvormen in de stadstaten) en 2.2. Leerlingen moeten zelf een stadstaat ontwerpen en een
god/goden verzinnen. Op de achterkant van het werkblad verzinnen leerlingen een ontstaansmythe
van hun stadstaat. Als ze tijd over hebben, verzinnen ze nog een legende en/of sage die zich in hun
stadstaat afspeelt. Op de les van vrijdag kunnen we dan kijken wat iedereen gemaakt heeft.

5: Leerlingen voorzien van geleide of zelfstandige oefening en het begeleiden van de leerlingen
daarbij
In deze fase van de les gaan leerlingen bezig met bovenstaande opdracht. Ik loop rond en coach
leerlingen waar nodig.
Het coachen doe ik door actief rond te lopen, vragen te beantwoorden (leerlingen steken hun vinger
op) en leerlingen die even niet bezigzijn even aanspreken. Hierbij zijn de vragen die ik stel geen
klakkeloze antwoorden maar een opbouwende manier van vragen.

6: Afsluiten van de les op kernbegrippen


De laatste 10 minuten van de les besteden we aan de afsluiting. Dit doen leerlingen op 2 manieren:
door onderstaande rubrics in te vullen en door socrative. Zie de volgende pagina voor de
verantwoording hiervan.

++ + - -- Mijn To do
beoordeling
Ik kan alle 15 begrippen uit Ik kan 12 begrippen uit Ik kan 9 begrippen uit Ik kan minder dan 9
paragraaf 2.2 uitleggen paragraaf 2.2 uitleggen paragraaf 2.2 begrippen uit paragraaf
uitleggen 2.2 uitleggen
Ik kan 5 goden noemen uit de Ik kan 4 goden uit de Griekse Ik kan 3 goden uit de Ik kan minder dan 3
Griekse Mythologie en Mythologie noemen en Griekse Mythologie goden uit de Griekse
uitleggen waarvan zij god uitleggen waarvan zij god noemen en uitleggen Mythologie noemen en
waren waren waarvan zij god waren uitleggen waarvan zij
god waren
Ik kan het verschil benoemen Ik kan niet het verschil
tussen een mythe, een sage en benoemen tussen een
legende mythe, een sage en
legende
Ik kan mijn eigen antwoord Ik kan mijn eigen antwoord Ik kan mijn eigen Ik kan mijn eigen
geven op de 3 filosofische geven op 2 van de 3 antwoord geven op 1 antwoord geven op
vragen die gesteld worden in filosofische vragen die gesteld van de 3 filosofische geen van de filosofische
de tekst worden in de tekst vragen die gesteld vragen die gesteld
worden in de tekst worden in de tekst.

Ik kan 4 voorbeelden noemen Ik kan 3 voorbeelden noemen Ik kan 2 voorbeelden Ik kan minder dan 2
van wetenschappers in het van wetenschappers in het noemen van voorbeelden noemen
oude Griekenland en uitleggen oude Griekenland en uitleggen wetenschappers in van wetenschappers in
op welk gebied zij onderzoek op welk gebied zij onderzoek het oude Griekenland het oude Griekenland
deden deden en uitleggen op welk en uitleggen op welk
gebied zij onderzoek gebied zij onderzoek
deden deden
Ik kan 3 voorbeelden noemen Ik kan 2 voorbeelden noemen Ik kan 1 voorbeeld Ik kan geen voorbeeld
van filosofen uit het oude van filosofen uit het oude noemen van filosofen noemen van filosofen
Griekenland Griekenland uit het oude uit het oude
Griekenland Griekenland
Ik kan aantonen dat ik het Ik kan niet aantonen
leerdoel (titel) van deze dat ik het leerdoel (titel)
paragraaf heb behaald van deze paragraaf heb
behaald
Bijlage 2: het werkblad
Literatuur

Wash, P. D. (2014). Taking advantage of mobile devices: Using Socrative in the classroom. Journal of
Teaching and Learning with Technology, vol.3, nr. 1. Geraadpleegd van
file:///C:/Users/jobsn/Downloads/5016-Article%20Text-32021-1-10-20140616%20(1).pdf

Coca, D. M., & Slisko, J. (2013). Software Socrative and Smartphones as Tools For Implementation of
Basic Processes of Active Physics Learning in Classroom: AnInitial Feasibility Study With Prospective
Teachers. European J of Physics Education, vol.4 (Issue 2). Geraadpleegd van
http://eujournal.org/index.php/EJPE/article/view/86/83

Why Use Socrative. (z.d.). Geraadpleegd op 10 november 2019, van


https://teacherprofessionaldevelopmentinfo.weebly.com/why-use-socrative.html
Lesvoorbereiding 2.3: De opkomst en ondergang van het Christendom in het
Romeinse rijk.
Les voorbereid aan de hand van het MDI.

Vooraf aan de les


Leerdoelen:
-Leerlingen weet hoe de opkomst en ondergang van het Christendom in het Romeinse rijk eruit zag.
Verbinden leerdoelen met verschillende leeractiviteiten en gewenst leergedrag:
De leerdoelen van de les worden hopelijk behaald doordat de leerlingen met de leerdoelen werken
in de les. Ze gaan bezig met het leerdoel door de instructie te volgen en bezig te gaan met een
verwerkingsopdracht.
Het in grote lijnen plannen van de les in onderwijs- en leeractiviteiten
Zie hieronder de les in hoofdlijnen.

Tijdens het uitvoeren van de les Lesduur: 45 min


1: De aandacht op de doelen van de les richten, aansluiten bij de voorkennis Duur: 5 min.
In het begin wacht ik de leerlingen op bij de deur. De leerlingen gaan zitten en ik vertel wat de
planning is voor vandaag. Het lesdoel staat op het bord en de leerlingen pakken hun boek erbij.

2: Leerlingen voorzien van informatie en voordoen van de belangrijkste elementen van het leren.
Duur: 15 min.
Les OWK4:

De opkomst en ondergang van het Christendom binnen het Romeinse rijk.

In het begin was het Christendom verboden in het Romeinse rijk. In de bijbel staat dat er maar 1 god
is terwijl de Romeinen meerdere goden hadden en ook de Christenen verplichtten om in de
Romeinse goden te geloof. De Christenen weigerde dit omdat dit in strijd ging met hun geloof en de
bijbel. Sommige Romeinse keizers gingen over tot vervolgingen van Christen. De Christenen werden
door de keizers gezien als bedreiging van hun rijk.

Een belangrijk persoon voor de opkomst van het Christendom was Constantijn de Grote. Hij bepaalde
dat de Christenen hun eigen godsdienst in het Romeinse rijk mochten hebben. Het verhaal gaat dat
Constantijn een droom kreeg waarin een engel verscheen en vertelde dat als hij het kruis, het
symbool van de Christenen, op de schilden van z’n soldaten zou schilderen, hij de oorlog zou winnen.
Constantijn doet wat de engel hem zei. Hij won de oorlog en bekeert zich tot het Christendom. Er
mag dus godsdienstvrijheid zijn. Dit is een enorme winst voor de Christenen.

De situatie voor de Christenen wordt nog rooskleuriger. Tijdens de regeerperiode van keizer
Theodosius werd door hem bepaald dat het Christendom de Romeinse staatsgodsdienst werd.

De Christenen werden dus eerst vervolgd, daarna was er godsdienstvrijheid en daarna werd het zelfs
de staatsgodsdienst van het Romeinse rijk.

Na de dood van keizer Theodosius waren er problemen met het Christendom in het Romeinse rijk.
Het rijk werd gesplitst tussen het Oost en het West-Romeinse rijk en daardoor ontstond er een
verwijding tussen de christenen in beide gebieden. Dit leidde tot een westelijk en oosters
Christendom. Na het concilie van Chalcedon in 451 bleef het conflict tussen de Romeinen in het
oosterse deel van het rijk voortduren. Er werd een geloofsbelijdenis opgesteld dat Christus een
menselijke en een goddelijke natuur had. Hier was veel discussie over binnen het Oost-Romeinse rijk.
Keizer Justinianus I probeerde de problemen op te lossen door het concilie van Constantinopel II in
553. Dit mislukte en de christenen in het Oost en West-Romeinse rijk raakten een stapje verder
verwijderd van elkaar. Uiteindelijk nam met de opkomst van de Arabieren het aantal Christenen af.
Toen de Arabieren binnen vielen in het Oost-Romeinse rijk/ Byzantijnse rijk, ‘vervingen’ vele
Christenen hun geloof en werden ze moslim. Dit gebeurde soms ook onder dwang maar het
Christendom was allang niet meer de staatsgodsdienst die het onder keizer Theodosius was.

Ik leg de lesstof uit met behulp van ProWise.

3: Nagaan of de belangrijkste begrippen en terugkoppeling/feedback vaardigheden zijn


overgekomen. Duur: 5 min
In deze fase van de les vraag ik of de uitleg en de afbeeldingen duidelijk waren. Eventuele vragen
worden nabesproken.

4: Instructie op de zelfwerkzaamheid van leerlingen.


Leerlingen gaan bezig met de droom van Constantijn die hem hielp de oorlog te winnen. De kinderen
schrijven een dagboekfragment over de droom van Constantijn. De leerlingen mogen dit ook doen
door middel van een tekening. Hieronder staat de werkvorm uitgewerkt.

Werkvorm over Constantijn:


Inleiding:
Tijdens de les hebben we gehad over keizer Constantijn en zijn rol over de acceptatie en uiteindelijk
de opkomst van het Christendom binnen het Romeinse rijk. Een belangrijk aspect binnen het winnen
van de oorlog was de droom die Constantijn de nacht voor de uiteindelijke beslissende slag had. Hier
zal de opdracht ook over gaan.

De opdracht:
Maak aan de hand van de lesstof een dagboekfragment over de droom van Constantijn. Gebruik hier
ook de lesstof voor. Het dagboekfragment mag een geschreven stuk zijn, maar als je heel creatief
bezig wilt gaan mag dit ook in de vorm van een tekening afgebeeld worden.

Vereisten:
-Beschrijf duidelijk wat Constantijn gedroomd heeft. Als je ervoor kiest een tekening te maken moet
het duidelijk afgebeeld zijn.
-Leg daarna uit hoe dit heeft bijgedragen aan de acceptatie en verspreiding van het Christendom.

5: Leerlingen voorzien van geleide of zelfstandige oefening en het begeleiden van de leerlingen
daarbij.
In deze fase van de les gaan de leerlingen bezig met bovenstaande opdracht. Ik loop rond en waar
nodig coach ik de leerlingen.
Het coachen doe ik door actief rond te lopen en waar nodig de leerlingen te helpen.

6: Afsluiten van de les op kernbegrippen


De laatste 10 minuten controleer ik aan de hand van de rubric hieronder of de stof voldoende is
overgekomen bij de leerlingen. Dit ga ik doen door de werkvorm te bespreken met de leerlingen. Er
worden een paar leerlingen uitgekozen die hun dagboekfragment of tekening gaan uitleggen voor de
klas. Het is belangrijk dat ze de behandelde stof goed hebben toegepast in hun uitwerking.
Lesvoorbereiding 2.4: Romeinse cultuur
Les voorbereid aan de hand van het MDI.

Voorafgaand de les
Leerdoelen:
- Leerlingen kunnen aan het einde van de les elementen uit de Romeinse cultuur benoemen.
- Leerlingen kunnen aan het einde van de les uitleggen wat cultuur inhoud
- Leerlingen weten aan het einde van de les dat cultuur een voortvloeiend ‘iets’ is.

Niveau: 1 mavo/havo
Tijdens het uitvoeren van de les Lesduur:45 min.
1: De aandacht op de doelen van de les richten, aansluiten bij voorkennis Duur: 10 min.

De les begint: dit keer niet bij de deur, omdat dit teveel tijd zal kosten voor de korte lesuur. De
leerlingen stromen binnen en direct vermelden dat zij hun mobieltjes (nog) niet hoeven te gebruiken
en dat jij deze ook niet wilt zien. De les wordt geopend met een nieuw hoofdstuk. In de
inhoudsopgave bespreken we (in het kort) wat wij deze les gaan doen, en wordt er een terugblik
gedaan naar de vorige les om te kijken wat er blijven hangen is.

In de instap stel jij de vraag: ‘wat is nou cultuur eigenlijk?’ met een PowerPoint sheet die aan deze
instap verbonden is. In deze fase kan je ongeveer in 5 minuten klassikaal bespreken wat cultuur nu is.
Wat houdt het in? Waar komt het vandaan? Etc. hierbij is er ruimte voor eventueel een klassikaal
‘debat’.

2: Leerlingen voorzien van informatie en voordoen van de belangrijkste elementen van het leren.
Duur: 25 min.

In deze fase wordt er veel besproken over de verschillende segmenten die onderdeel waren van de
Romeinse cultuur. Deze thema’s komen aan bod:

1. Romeinse cijfers
2. Verschillende staatsvormen
3. Romeinse architectuur
4. Brood en spelen
5. Arm en rijk

Het verschilt per thema hoeveel tijd eraan gegeven wordt, maar voor deze fase wordt er 25 minuten
voor uit getrokken.

1. bij Romeinse cijfers. Wordt er kort gesproken over waar deze cijfers vandaan komen. Dat wij deze
cijfers nog steeds terug zien in bijv. klokken, maar ook bij verschillende (latere) heersers (Lodewijk
XVI) bijvoorbeeld. Hierbij is een opdracht gekoppeld waaraan leerlingen hun eigen geboortedatum
kunnen schrijven in Romeinse cijfers, m.b.v. de PP sheet..Aan dit thema geef je maximaal 5 minuten.

2. bij verschillende staatsvormen kan je de leerlingen uitleggen dat gedurende tijd in de romeinse
samenleving. De samenleving verschillende staatsvormen heeft gehad. De verschillen tussen een
koninkrijk en senaat kan je klassikaal bespreken en vragen aan de leerling. Je kan bijvoorbeeld vragen
of Zadelberg
Docent: Tyrone we nog steeds een senaat kennen. Of waar de verschil ligt. Wat een verschil is tussen een dictator
23-11-2019 en een koning.
3. bij architectuur kan je doormiddel van 3 afbeeldingen laten zien waar de romeinen bekend om
stonden. Vraag wat de functies waren van die verschillende afbeeldingen. Waar komt deze bouwstijl
nou vandaan? Geleend van de Grieken?? Maak dit bespreekbaar en maak inderdaad duidelijk dat de
Romeinen hier en daar wat ‘geleend’ hebben van de Grieken. Bij deze PowerPoint zit een korte video
fragment gekoppeld over de Romeinse sauna.

4. Brood en Spelen. In deze PowerPoint kan je vragen wat brood en spelen nou betekend? Wat
denken de leerlingen? Hierna bespreek je wat dit nou eigenlijk betekend. Het volk tevreden houden
dus in een tijd van crisis. Een soort afleidingsmanoeuvre. Doormiddel van de afbeeldingen kan je
meer informatie geven. Aan deze PowerPoint zit een videofragment gekoppeld van ongeveer 2
minuten.

5. rijk en arm. Bij deze thema bespreek je dat ook in de romeinse samenleving verschillende klassen
leefden. Je kan vragen: wanneer ben je nou echt rijk? Of wanneer ben je nou echt arm? Is dit alleen
met geld en materialisme te bespreken? Doormiddel van de PP sheet kan je de 3 verschillende
klassen bespreken: de patriciër, de plebejer en de proletariër ( arme plebejer zonder bezit) je kan
meer verdieping geven door te zeggen dat een proletariër ook in sommige gevallen tot slaaf gemaakt
werden. hebben wij vandaag de dag nog steeds slaven? In de volgende sheet kunnen de leerlingen
klassikaal bespreken welke klasse welke personen zijn doormiddel van een afbeelding.

3: digitale werkvorm kahoot Duur: 5 min

In deze fase van de les bespreken we deze les doormiddel van een klassikale digitale werkvorm,
kahoot. Zo kunnen wij zien of de stof aan is gekomen op een leuke manier. Eventuele vragen worden
hierin besproken.

6: Afsluiten van de les

De laatste 5 minuten van de les besteden we aan de afsluiting. Hier kunnen eventuele
onduidelijkheden nogmaals besproken worden. Er wordt een korte teugblik gedaan op wat deze les
gebeurd is en het huiswerk wordt opgegeven.
2. Presentatie
Les : 2.8
Klas : 1 Havo
Tijdsduur les : 45 Min
Ontwikkeld door : Remi Staijen
Lesonderwerp: De ondergang van het Romeinse rijk.
Hulpmiddelen: PowerPoint, www.Youtube.com en www.Mentimeter.com
De leerlingen kunnen:
- Aan het eind van de les kunnen de Leerlingen op zijn minst 4 begrippen uit paragraaf
2.8 Uitleggen.
- De leerlingen kunnen aan de hand van Oorzaken uitleggen waarom het Romeinse
rijk tot een einde kwam.
Tijd Subdoelen Activiteiten van de leraar Activiteiten van de leerling Organisatie van de
les
0:00 – Het begroeten van Ik zal bij de deur staan en De leerlingen komen het De leerlingen zitten
0:02 de leerlingen. alle leerlingen een hand lokaal binnen en gaan op in groepjes van
geven en gedag zeggen. hun plek zitten. twee, dit is gericht
naar het bord waar
ik gebruik van zal
maken aan de hand
van een
PowerPoint/Filmpjes
en Mentimeter.
0:02 – Het belangrijkste Aan de hand van een De leerlingen luisteren “ “
0:05 doel van dit moment legenda in de PowerPoint naar de uitleg en stellen
is dat de leerlingen leg ik uit wat wij deze les waar nodig vragen.
duidelijk hebben wat gaan doen.
er deze les moet Hierna leg ik de eerste
gebeuren/van hen opdracht uit en vertel dat
verwacht wordt. dit met het gebruik van
Mentimeter is.
0:05– Omdat dit de laatste Ik vraag de leerlingen om De leerlingen pakken hun “ “
0:15 laatste paragraaf van hun telefoon te pakken en telefoon en gaan naar de
het hoofdstuk is wil naar www.Menti.com te website. Dit kan in stilte.
ik het begin van de gaan. Op het Digitale Wanneer iedereen klaar is
les gebruiken om lesboard staat een blanco zal ik vragen gaan stellen
kennis over de pagina klaar met alleen een en moeten de leerlingen
vorige paragraven te titel en een code die de deze beantwoorden. Wat
herhalen met de leerlingen moeten invoeren de leerlingen zullen
leerlingen. om toegang te krijgen. De merken is dat als
titel is het Romeinse rijk. meerdere mensen
Vanaf dit punt ga ik de hetzelfde antwoord geven
leerlingen vragen stellen de woorden groter
over de voorafgaande verschijnen. Uiteindelijk
paragrafen en op deze zullen de leerlingen samen
manier creëren we een met mij alle begrippen en
woord web op het bord. belangrijke dingen uit
Wanneer er over alle vorige paragrafen aan
paragrafen genoeg op het elkaar uitleggen.
bord staat ga ik alle
begrippen die belangrijk zijn
om te weten na bespreken.
0:15– Overbrengen van de Ik ga de leerlingen aan De leerlingen luisteren “ “
0:25 nieuwe stof over de de hand van de naar mijn uitleg en maken
val van het waar nodig
PowerPoint uitleggen
Romeinse Rijk. aantekeningen.
waarom het Romeinse
Rijk gevallen is. Hierbij zal
ik voorbeelden uit het
handboek gebruiken
zoals de grote van de te
bewaken grenzen en de
steeds terugkomende
opstanden van
overwonnen volken. Ook
ging het financieel niet zo
goed meer dat alle
grenzen bewaakt konden
worden door betaalde
legers.
0:25 – Het duidelijk maken Na mijn uitleg laat ik de De leerlingen kijken “ “
0:28 van mijn leerlingen een kort naar het filmpje.
theoretische verhaal
filmpje zien zodat zij ook
verhaal aan de hand
van een filmpje. beeldend kennis maken
met wat ik hiervoor
verteld heb. Dit doe ik
omdat de leerlingen deze
informatie op deze
manier (vaak) beter
onthouden en er zit een
vorm van herhaling in.
0:28 - Een start maken van Ik loop rond en help de De leerlingen zijn bezig “ “
0:40 het huiswerk zodat leerlingen waar nodig. met het huiswerk en
de leerlingen bezig mogen hier zacht over
kunnen met de overleggen met zijn/haar
verkregen kennis. buurman.
0:40- Herhalen van de les Ik neem kort met de De leerlingen luisteren en
0:45 leerlingen door wat er beantwoorden waar nodig
vragen.
deze les allemaal is
besproken en controleer
hierin mijn lesdoelen

Bronnen:

https://www.youtube.com/watch?v=VYR7O6seM8o

https://www.mentimeter.com/s/bae963af6ee29d802758157980131b8b/f96a7dc44db6/edit

You might also like