You are on page 1of 218

éé

Nu bu
n
Ambtenaar 2.0 | Ambtenaar 2.0 beta

in nde
l
In het boek Ambtenaar 2.0 zette Davied van Berlo uiteen wat de betekenis
is van web 2.0 voor de overheid: voor de relatie tussen overheid en burgers,
voor de interne organisatie van de overheid en voor de manier van werken
van de ambtenaar. In zijn tweede boek, Ambtenaar 2.0 beta, geeft hij daar
ook praktisch invulling aan. Het bevat actiepunten en ideeën voor overheids-
organisaties om hun eigen 2.0-strategie samen te stellen.

De afgelopen twee jaar zijn ruim 20.000 exemplaren van deze boeken ver-
spreid onder ambtenaren in Nederland. Aangezien beide boeken elkaar aan-
vullen zijn ze nu ook samengebracht in één bundel. De bundel biedt een
brede visie op overheid 2.0 en de rol van de ambtenaar 2.0 daarin, voorzien
van een groot aantal voorbeelden en praktische tips. Van Berlo slaagt erin te
inspireren met nieuwe ideeën en tegelijkertijd handvatten te bieden om aan
die ideeën uitvoering te geven.

Het netwerk Ambtenaar 2.0 is het platform voor innovatieve en initiatiefrijke


ambtenaren die aan de slag willen om de overheid te verbeteren. Met deze
bundel in de hand kunnen zij direct van start.

Davied van Berlo

Davied van Berlo is rijksambtenaar en initiatiefnemer van het platform


Ambtenaar 2.0. Ambtenaar 2.0
Nieuwe ideeën en praktische tips om te werken in overheid 2.0

Ambtenaar 2.0 beta


Actiepunten om te werken aan een overheid 2.0
www.ambtenaar20.nl | netwerk.ambtenaar20.nl | boek.ambtenaar20.nl
www.ambtenaar20.nl
Davied van Berlo
Ambtenaar 2.0
Nieuwe ideeën en praktische tips om te werken in overheid 2.0

Ambtenaar 2.0 beta


Actiepunten om te werken aan een overheid 2.0
Ambtenaar 2.0 is een netwerk van mensen, zowel ambtenaren als burgers, die de gevolgen van web 2.0 voor de
overheid willen onderzoeken en onder de aandacht brengen, daarover het gesprek aangaan om ideeën, kennis en
praktijkervaringen uit te wisselen en bijdragen aan opleiding, ondersteuning en praktische tips om als een ambte-
naar 2.0 te kunnen werken.

Ambtenaar 2.0 http://www.ambtenaar20.nl

Het netwerk van Ambtenaar 2.0 http://netwerk.ambtenaar20.nl

Het boek over Ambtenaar 2.0 http://boek.ambtenaar20.nl

Op deze uitgave is de volgende licentie van toepassing:

Creative Commons Naamsvermelding - Niet-commercieel - Geen afgeleide werken 3.0

2
Voorwoord

Beste ambtenaar 2.0,

Twee jaar geleden, op 4 december 2008, verscheen het boek Ambte-


naar 2.0. De eerste exemplaren werden uitgedeeld op de conferentie
Overheid 2.0 in Utrecht. Er bleek veel behoefte aan deze uitleg over de
gevolgen van 2.0 voor de overheid. Ondertussen is het boek toe aan zijn
vijfde druk en zijn er zo’n 20.000 exemplaren van verspreid.

Een jaar later, op 4 december 2009, verscheen Ambtenaar 2.0 beta.


Het eerste exemplaar werd aangeboden aan de toenmalige burgemees-
ter van Amsterdam, Job Cohen. Het boek bevat tientallen praktische
punten om als overheidsorganisatie aan de slag te gaan met 2.0. Ook
van dit boek zijn er duizenden besteld.

Nu zijn beide boeken samengebracht in één bundel. Hoewel er in twee


jaar veel is veranderd, is de inhoud nog even actueel als toen de boeken
voor het eerst uitkwamen. Verschillende overheidsorganisaties zijn van
start gegaan, maar we zijn nog heel ver verwijderd van een overheid
2.0. En ondertussen staan de ontwikkelingen in de samenleving niet
stil.

Als ambtenaren 2.0 moeten we dus actief blijven om collega’s te be-


trekken, ervaringen uit te wisselen en nieuwe initiatieven te nemen.
We hebben allemaal de verantwoordelijkheid om een bijdrage te leve-
ren aan een betere overheid: opener, flexibeler en interactiever. Met
deze bundel heb je daar de mogelijkheden voor in handen. Waar ga je
beginnen?

Davied van Berlo


4 december 2010

3
4
Inhoud

Voorwoord 3

Ambtenaar 2.0 7

Ambtenaar 2.0 beta 93

Bijlagen

• Civil Servant 2.0 202

• Over Pleio 203

• Bronnenlijst 204

• Overzicht verkorte internetadressen 207

• Woordenboek 210

• Met dank aan 213

• Wat kun je zoal doen op Ambtenaar 2.0? 214

5
6
Ambtenaar 2.0

Internet maakt deel


uit van ons leven
van internetsites en ons werk. Een
zorgt ervoor dat tweede generatie
daarin, fundament de samenleving,
eel verandert. Deze en de rol van de
ontwikkeling wordt overheid
de naam web 2.0. samengevat onder

Davied van Berlo


zet in dit boek zijn
van web 2.0 voor ideeën uiteen over
de overheid: voor wat de gevolgen
voor de interne organ de relatie tussen zijn
isatie van de overh overheid en burge
van de ambtenaar eid en voor de manie rs,
. Daarbij spreekt r van werken
aan en gaat het gespr hij zijn collega-am
ek aan over de betek btenaren rechtstree
hun werk. enis van deze veran ks
deringen voor

Maar hij geeft in


dit boek ook een
meer dan alleen een aantal tips mee.
prikkelend betoog, Dat maakt het boek
nuttige sites en prakt het is ook een handi tot
ische handreiking g naslagwerk met
en.

Davied van Berlo


is ambtenaar bij
Voedselkwaliteit het ministerie van
en initiatiefnemer Landbouw, Natuu
van het platform r en
Ambtenaar 2.0.
Davied van Berlo

Ambtenaar 2.0
Nieuwe ideeën en
www.ambtenaar20.n om te werken in praktische tips
l | netwerk.ambte
naar20.nl | boek.ambtenaar
20.nl
overheid 2.0
www.ambtenaar
20.nl

Davied van Berl


o

Ambtenaar 2.0
Nieuwe ideeën en praktische tips om te werken in overheid 2.0

4 december 2008

Ambtenaar 2.0 (2008) | 7


8 | Ambtenaar 2.0 (2008)
Inhoudsopgave Ambtenaar 2.0

Hoofdstuk 1. Introductie 14

Hoofdstuk 2. Internet en web 2.0, een ander perspectief 16

Hoofdstuk 3. Kenmerken van web 2.0 25

Hoofdstuk 4. Web 2.0 en de impact op de samenleving 33

Hoofdstuk 5. Wat betekent web 2.0 voor de overheid? 39

Hoofdstuk 6. Overheid 2.0: de relatie tussen burger en overheid 46

Hoofdstuk 7. Organisatie 2.0: de interne werkwijze van de overheid 62

Hoofdstuk 8. Medewerker 2.0: de manier van werken van de ambtenaar 75

Hoofdstuk 9. Het einde is het begin 83

Hoofdstuk 10. Waarom ik? 86

Kaderteksten

Wat is Twitter? 24

Handiger informatie verzamelen met rss 32

eParticipatie op de kaart 38

BDplaza, het sociale netwerk van de Belastingdienst 45

Smallingerland bouwt een wiki-wijk 49

Guus.net: werken via een community 55

De Britten doen het beter 61

Flexibel werken bij Microsoft Nederland 69

Aan de slag als manager 2.0 74

Omgaan met informatie 78

Ambtenaar 2.0 (2008) | 9


Volledige inhoudsopgave

Voorwoord

Hoofdstuk 1. Introductie 14
Opmerkingen vooraf 15

Hoofdstuk 2. Internet en web 2.0, een ander perspectief 16


Een wereld zonder plaats en tijd 16
Overweldigd door het aanbod 16
Dilemma’s van een nieuwe werkelijkheid 17
1. P
 ersonaliseer je wereld 17
The Long Tail 18
Iedereen is een niche 18
2. V
 inden en gevonden worden 19
a. Menselijke zeef 19
b. Sociale zeef 19
c. De algoritmische zeef 19
3. M
 assasamenwerking 20
Wikinomics 20
Crowdsourcing 22
Samenvatting 23

Hoofdstuk 3. Kenmerken van web 2.0 25


Definities 25
1. O
 pen 26
Transparant zijn 27
Open staan voor andere ideeën 27
2. Sociaal 27
Een internet van mensen 28
Horizontale netwerken 28
Zelforganisatie en zelfsturing 29
3.Gebruiker centraal 30
Creëer je persoonlijke dashboard 30
User generated content 30
Gebruikers de ruimte geven 31
Samenvatting 31

Hoofdstuk 4. Web 2.0 en de impact op de samenleving 33


Wat is er veranderd door internet en web 2.0? 33
1. De integratie van digitaal 33
2. Democratisering van het debat 34
3. Het maatschappelijk potentieel 35
Vragen voor de overheid 35
Waar te beginnen? 36

Hoofdstuk 5. Wat betekent web 2.0 voor de overheid? 39


Zoeken naar je meerwaarde 39
De overheid merkt snel de gevolgen 39
Waar raakt web 2.0 ons werk? 40
1. D
 e relatie tussen burger en overheid 41
Het maatschappelijk debat 41
Communities rond thema’s 41
Massasamenwerking 42
Open Overheid 42

10 | Ambtenaar 2.0 (2008)


2. D
 e interne organisatie van de overheid 42
Ruimte aan medewerkers 42
Werken in netwerken 42
Management 43
Een transparante organisatie 43
3. D
 e manier van werken van de ambtenaar 43
De beschikbaarheid van middelen en instrumenten 43
Ontwikkelen van vaardigheden 43
Positie van de ambtenaar 44
Balans tussen werk en vrije tijd 44
Samenvatting 44

Hoofdstuk 6. Overheid 2.0: de relatie tussen burger en overheid 46


TNO-onderzoek “User generated State” 46
Aanbevelingen 46
Vragen en risico’s 46
1. W
 erken met massasamenwerking 47
Being open, ofwel open zijn 47
Peering, ofwel uitgaan van gelijkwaardigheid 48
Sharing, ofwel delen 48
Acting globally, ofwel over grenzen heen werken 48
2. C
 ommunities 50
Waarom werken via communities? 50
Geen internetconsultaties, maar communities 51
Vragen om jezelf vooraf te stellen 52
Waar moet je vervolgens op letten? 53
Maak gebruik van de mogelijkheden 54
3. O
 pen Overheid 56
Een voorbeeld: de (on)toegankelijkheid van parlementaire informatie 56
Wat is Open Overheid? 57
Het potentieel 57
Open Overheid Principes 58
Samenvatting 59

Hoofdstuk 7.
Organisatie 2.0: de interne werkwijze van de overheid 62
Wie moet aan de slag met organisatie 2.0? 62
1. O
 penheid 64
Een transparante organisatie is een voorwaarde voor samenwerking 64
Een gesloten werkwijze leidt niet tot meerwaarde 64
Verantwoordelijkheid nemen begint bij het hebben van voldoende informatie 65
2. N
 etwerken 65
Complexiteit vraagt om flexibiliteit 65
Werken in steeds weer andere netwerkteams 66
Wat je niet weet moet je via anderen vernemen 66
Organisatiestructuur en flexibiliteit 67
3. D
 e medewerker centraal 67
Gebruik het potentieel van je medewerkers 67
Geef medewerkers de voorzieningen die ze nodig hebben 68
Personalisatie van je manier van werken 68
Samenvatting 69
Hoe richt je een organisatie 2.0 in? 70
Zoek collega’s die open staan voor dit experiment 70
Investeren in kennis en goede afspraken 71
Een strategie bedenken voor je omgeving 71
Je werk is ook persoonlijk 72
Manager 2.0 72
Samenvatting 73

Ambtenaar 2.0 (2008) | 11


Hoofdstuk 8. Medewerker 2.0: de manier van werken van de ambtenaar 75
Empowerment: weten wat je kan 75
Instrumenten moeten bestaande werkzaamheden ondersteunen 76
Waar kun je dit leren? 77
Empowerment: weten wat je mag 78
Civil service code 78
Informatiebeveiliging en archivering 80
Wie is medewerker 2.0? 80
Medewerker 2.0 zoekt naar zingeving 80
Intern ondernemerschap 81
Personal branding en persoonlijke ontwikkeling 81
Hiërarchie is een restant uit het verleden 81
Kennis delen is vermenigvuldigen 81
Samenvatting 82

Hoofdstuk 9. Het einde is het begin 83


Economische voordelen 83
Een veranderende samenleving 84
Platform Ambtenaar 2.0 84

Hoofdstuk 10. Waarom ik? 86


1. D
 eel uitmaken van de samenleving 86
Een efficiëntere en interactievere overheid 86
2. M
 ijn netwerk is mijn organisatie 87
Kennisdelen 87
Personal branding 87
3. D
 e wereld onder handbereik 88
Persoonlijk dashboard 88
Dat kan ik helemaal zelf 88

12 | Ambtenaar 2.0 (2008)


You must be the change you want to see in the world.
Mahatma Ghandi

Ambtenaar 2.0 (2008) | 13


Hoofdstuk 1. Introductie
Ik ga je meenemen op een avontuur. Mijn avontuur als zelfstandig on-
dernemende ambtenaar. Mijn reis door de urban jungle van de over-
heid. Mijn zoektocht naar ambtenaar 2.0.

Deze tocht zal je leiden langs de kloof tussen burger en overheid, en


laten zien hoeveel gemakkelijker het is geworden om daar bruggen te
bouwen. We zullen tussen de peilers van de horizontale overheidsorga-
nisaties laveren en een andere manier van samenwerking ontdekken.
En je zult iets leren: over hoe je een pad kunt banen door die alsmaar
groeiende berg informatie en hoe je je omgeving kunt inrichten op
jouw manier van werken.

Dit is een boek voor jou als ambtenaar. Als ambtenaren hebben we een
publieke taak te vervullen en dat willen we zo goed mogelijk doen. Het
speelveld voor ons werken is steeds aan verandering onderhevig, maar
er wordt ook steeds meer mogelijk. Als ambtenaar moet je open staan
voor die ontwikkelingen en nieuwsgierig zijn naar de mogelijkheden om
je werk nog beter te doen. Herken je je in die beschrijving? Dan is dit
boek voor jou bedoeld.

Wat is web 2.0? In het laatste hoofdstuk zal ik ook uitleggen wie ik ben en waarom ik dit
Ook wel het ‘sociale web’ genoemd. Web boek schrijf. Dit is namelijk een persoonlijk boek, van een ambtenaar.
2.0 is een verzamelnaam voor diverse In dit boek leg ik mijn kennis van de ontwikkelingen op internet en de
internetsites die de nadruk leggen op concepten achter web 2.0 naast mijn kijk op het werk en de manier van
interactie tussen gebruikers èn voor de werken van de overheid. Dat levert enkele prikkelende stellingen en
cultuur die dat met zich meebrengt. Dit in prangende vragen op.
tegenstelling tot internetsites die alleen
een boodschap uitzenden of dienst Maar laten we bij het eerste hoofdstuk beginnen. Daarin gaan we ont-
verlenen. dekken welke nieuwe werelden er zijn ontstaan en proberen we te
begrijpen waarin die fundamenteel verschillen van de wereld die we
kennen. We gaan onderzoeken wat web 2.0 is, hoe de ontwikkelingen
op internet effect hebben op de samenleving en wat de gevolgen en
mogelijkheden zijn voor de overheid. Gewapend met die achtergrond-
kennis kunnen we op weg.

Die kennis gaan we vervolgens toepassen op de overheid. Ik zal daar-


bij ideeën meegeven over hoe we als overheid meer in interactie met
de samenleving ons werk kunnen doen, welke mogelijkheden er zijn
om binnen en tussen overheidsorganisaties integraler te werken en hoe
medewerkers daar een centrale rol in vervullen. Daarbij zullen enkele
voorbeelden aan bod komen, maar vooral veel praktische tips en hand-
reikingen.

Het resultaat is naar ik hoop een boek dat inzicht geeft in de betekenis
van web 2.0, maar vooral ook ideeën aanlevert om anders tegen ons
werk en tegen onze organisaties aan te kijken. Het doel is om te prikke-
len, om aan het denken te zetten, om uit te proberen. Het gaat immers
om nieuwe ontwikkelingen. Er zijn geen pasklare antwoorden, alleen
door te discussiëren en te experimenteren kunnen we die eventueel
vinden. Dit boek is een aanzet tot die discussie.

Davied van Berlo

14 | Ambtenaar 2.0 (2008)


Opmerkingen vooraf
Ambtenaar 2.0 is een overheidsbreed initiatief dat is begonnen vanuit
het ministerie van LNV maar waar iedereen aan kan deelnemen. De
doelstelling is om te onderzoeken, door middel van discussies en expe-
rimenten, wat de gevolgen zijn van web 2.0 voor het werk en de manier
van werken van de overheid. Discussiestukken worden gepubliceerd op
de site www.ambtenaar20.nl, geïnteresseerden kunnen lid worden
netwerk.ambtenaar20.nl van het netwerk op netwerk.ambtenaar20.nl.

Behalve het betoog dat hierboven staat aangekondigd staan in de mar-


ge, verspreid over het boek, praktische tips en informatie over web 2.0,
over functionaliteiten en handige internetsites, over andere bronnen
om verder te lezen, etc. Dit boek is dus ook bruikbaar als naslagwerk.

In het boek zijn diverse teksten opgenomen die al zijn verschenen op


www.ambtenaar20.nl www.ambtenaar20.nl. Daarbij zijn bijdragen verwerkt van Anja Feijen,
Gerbrand Haverkamp, Paul Lanse, Ramon de Louw, Rob Oele, Arnout
Ponsioen en Jeroen Vis. Dank voor jullie inbreng. Velen anderen blijven
onvernoemd maar hebben wel inspiratie en ideeën geleverd. Ook aan
hen grote dank.

In onderstaande teksten wordt over het algemeen gebruik gemaakt van


mannelijke persoonaanduidingen (hij / zijn). Dit is gedaan voor de lees-
baarheid. Het moge duidelijk zijn dat daarmee zowel naar mannen als
vrouwen wordt verwezen.

Meer informatie over de boeken van Ambtenaar 2.0 is te vinden op


boek.ambtenaar20.nl boek.ambtenaar20.nl. Op deze uitgave is de volgende licentie van
toepassing: Creative Commons Naamsvermelding - Niet-commercieel -
Geen afgeleide werken 3.0.

Ambtenaar 2.0 (2008) | 15


Hoofdstuk 2. Internet en web 2.0, een ander perspectief
De laatste tien jaar is de wereld en ons leven fundamenteel veranderd.
Nieuwe technieken op het gebied van computers en internet hebben din-
gen mogelijk gemaakt die tot voor kort onvoorstelbaar waren. En al deze
nieuwe mogelijkheden zijn voor iedereen binnen handbereik. Hoewel
technische ontwikkelingen de aanleiding vormen, zijn de gevolgen veel
fundamenteler: voor maatschappij, voor cultuur, voor de economie en
ook voor de overheid. Om er gebruik van te kunnen maken zullen we
ook als ambtenaren moeten proberen te begrijpen wat die fundamentele
veranderingen inhouden. Dat ga ik in dit hoofdstuk onderzoeken.

Een wereld zonder plaats en tijd


In ons leven worden we begrensd door natuurwetten. De aarde is heel
erg groot en wij verplaatsen ons nu eenmaal maar zo snel. Onze ideeën
reizen echter verder en gaan sneller. We kunnen ze op schrift stellen
World Wide Web of internet? zodat ze daarheen worden gebracht waar we zelf niet komen. Sinds de
De term ‘web’ wordt vaak als synoniem uitvinding van de drukpers kunnen ze in groten getale worden gekopi-
gebruikt voor internet. Internet is letterlijk eerd en verschillende plaatsen tegelijk bereiken. En dankzij de tele-
het netwerk, waarover je vervolgens foon kunnen ze sneller worden verspreid dan iemand ze ooit zou kunnen
allerlei diensten kan laten lopen. De eerste brengen. We breken weliswaar geen natuurwetten, maar we zijn er wel
en meest bekende dienst is e-mail, het in geslaagd over de begrenzing van tijd en plaats heen te stappen.
versturen van een bericht over dat
netwerk. Een andere dienst is dus het In de materiële wereld bevindt alles zich op een plaats en om mensen
World Wide Web (www). Met deze dienst is of objecten bij elkaar te brengen, te verplaatsen, kost nu eenmaal tijd.
het mogelijk om via het netwerk informatie Tijd om afstanden te overbruggen. Maar in onze dromen kennen we
te bekijken op een andere computer. Het deze beperkingen niet. Dus laten we even wat gaan dromen. Laten we
web is uitgevonden in 1990 door Tim aannemen dat deze beperking van plaats en tijd niet meer bestaat. Dat
Berners-Lee van CERN en in 1993 alles dichtbij is en altijd beschikbaar. De hele wereld onder handbe-
vrijgegeven voor algemeen gebruik. Het reik, op elk moment van de dag. Alle informatie, alle gesprekken, alle
web is dus gratis. mensen. Stel je eens voor!

Overweldigd door het aanbod


Als je probeert zo´n wereld in te beelden, zonder plaats en tijd en met
al die informatie onder handbereik, zou je volgens mij tegen een aantal
problemen aanlopen. In de eerste plaats zou je simpelweg overweldigd
zijn door het aanbod en door de bomen het bos niet meer zien. Niet
te overzien en niet te bevatten. Onwerkbaar. Kortom, om dat enorme
aanbod behapbaar te maken zul je moeten kiezen. Wie en wat heb je
op dat moment nodig? Hoe ga je je omgeving inrichten? Welke mensen
wil je rond de tafel hebben? Welke informatie op je bureau? Welke
instrumenten bij de hand? Wat kies je?

Daarop volgt het tweede probleem: als je eenmaal hebt bedacht wat
je nodig hebt, hoe ga je het dan vinden? Je hebt iedereen bij elkaar en
je kunt alles horen wat ze zeggen en alles lezen wat ze schrijven. Maar
het is natuurlijk ondoenlijk om dat daadwerkelijk allemaal te volgen.
Dat moet gemakkelijker kunnen. Hoe breng je uit dat gigantische aan-
bod jouw persoonlijke mix van mensen, informatie en voorwerpen bij
elkaar die je nodig hebt om je taak uit te voeren? Ofwel: hoe vìnd je?

En stel dat je dan tenslotte die persoonlijke mix bij elkaar hebt. Je hebt
gekozen wat je nodig hebt en gevonden wat je zocht. Je hebt contact

16 | Ambtenaar 2.0 (2008)


The machine is us/ing us met de uitgekozen mensen, je hebt de gezochte informatie verzameld
Voor een korte, conceptuele geschiedenis en je hebt de spullen klaar om aan de slag te gaan. Hoe weet je dan
van internet en web 2.0 beveel ik het zeker dat je met de juiste personen praat? Is er niet meer informatie
filmpje “The Machine is us/ing us” aan waar je nog niet van wist? Zijn er geen betere middelen die je nog niet
van Michael Wesch. Hij geeft daarin goed kende? Hoe kun je daar meer zekerheid over krijgen?
aan op welke punten door internet iets
fundamenteels aan het veranderen is in Dilemma’s van een nieuwe werkelijkheid
onze wereld. Je kunt het o.a. vinden op Zoals hierboven beschreven lijkt het een fictieve situatie. We waren
YouTube: http://twurl.nl/vdcq5w dan ook aan het inbeelden. Maar het bestaan van internet confronteert
ons met diezelfde vragen:

1. A
 ls alles beschikbaar is, wat kies je dan? Voorbeeld: Nu ik via inter-
net in principe in verbinding sta met alle mensen die met hetzelfde
onderwerp bezig zijn als ik, aan welke mensen heb ik dan het meest
en met wie wil ik dus contact leggen? Heeft deze Australische inter-
netadviseur iets te melden waar ik mee verder kan?

2. A
 ls alles zichtbaar is, hoe vind je dan? Voorbeeld: Elders in de wereld
wordt vast al praktijkervaring opgedaan met dezelfde activiteiten
waar ik ook mee bezig ben. Maar hoe krijg ik de inzichten van die
Woordenboek: Blog, een weblog is een collega-ambtenaren boven tafel en in welke vorm zijn ze dan be-
verslag of be­schrijving van iets wat je schikbaar? Als rapport? Als blog? Als film? Heeft er eigenlijk iemand in
bezig houdt en wilt delen met anderen, de wereld al ervaring met het opzetten van een digitaal ambtenaren-
die daar vervolgens op kunnen reageren. netwerk zoals dat van Ambtenaar 2.0?

3. E
 n als je hebt verzameld wat je nodig hebt, hoe weet je dan dat je
volledig bent? Voorbeeld: Ik heb met mijn afdeling een brainstorm
gehad, waar heel wat goede ideeën uitgekomen zijn. Maar zou ik
met andere mensen, die ik toevalligerwijs niet ken, niet een nog
beter resultaat kunnen halen? Hoe kan ik andere mensen laten mee-
denken over waar ik tegenaan loop?

De wereld komt uit een periode van schaarste, waarbij een aantal pro-
fessionals in een gebouw bij elkaar werd gezet omdat dat er geen an-
dere manier was om samen te werken en een probleem aan te pakken.
Waarbij gebruik werd gemaakt van de informatie die voorhanden was,
omdat meer informatie niet te verkrijgen was. En waarbij belangenver-
tegenwoordigers werden uitgenodigd bij het oplossen van problemen
omdat het onmogelijk was alle betrokkenen zelf mee te laten denken.
Veel van wat toen niet kon, kan nu wel. Ik zal daar eens wat dieper
induiken: hieronder staan deze drie dilemma’s daarom uitgewerkt.

1. Personaliseer je wereld
In onze poging inzicht te krijgen in deze nieuwe concepten worden we
geholpen door een aantal interessante boeken. Om ons meer te ver-
diepen in het probleem van het enorme aanbod biedt “The Long Tail”
van Chris Anderson bijvoorbeeld een belangrijk inzicht. Het boek richt
zich met name op economische aspecten, maar het verklaart wel een
Chris Anderson - The Long Tail: Why the belangrijk principe. Dat principe is niet zozeer ontstaan door internet,
Future of Business is Selling Less of More maar wel daardoor alomtegenwoordig geworden aangezien op internet
(2006). beperkingen van tijd en plaats zijn verdwenen.

Ambtenaar 2.0 (2008) | 17


The Long Tail
Waar gaat het boek over? De long tail van de titel is het economische
principe dat bij een oneindig aanbod niet alleen een klein aantal goed
verkopende producten (hits) geld in het laatje brengt (veel verkopen
van weinig), maar dat de verkoop van een enorm aantal nicheproduc-
ten ook kan optellen tot een flinke omzet (weinig verkopen van veel).
Onderstaande grafiek verklaart waarom dat de ‘lange staart’ genoemd
wordt.

Een voorwaarde voor het ontstaan van deze lange staart is natuurlijk
dat het aanbod heel groot moet zijn om er voldoende omzet uit te kun-
nen halen. Daarin heeft internet voor een doorbraak gezorgd omdat
de inventaris van online winkels oneindig groot is en niet wordt be-
lemmerd door een beperkte plankruimte zoals de winkel om de hoek.
Daardoor hoeft de online winkel zich niet te concentreren op een paar
hits, maar kan het voor elk wat wils bieden. Het is de emancipatie van
de nichemarkt.

Iedereen is een niche


Dat bedrijven hun geld kunnen verdienen met nicheproducten is niet
het enige revolutionaire aan de long tail. Het betekent namelijk niet al-
leen de emancipatie van de niche, maar ook van het individu. Uiteinde-
lijk is iedereen een nichemarkt immers. De optelsom van ieders smaak,
interesses en omstandigheden is uniek. Met een oneindig aanbod aan
producten kiest ieder wat het beste bij hem past. De gemene deler is
niet meer de enige leidraad voor het aanbod, naast mass production is
er nu mass customisation.

Dit fenomeen manifesteerde zich voor het eerst op de cultuurmarkt.


Met name in die markt zijn zowel het aanbod als de verschillen in smaak
enorm: boeken, muziek, films, kleding, etc. Boek- en muziekwinkels
www.amazon.com is de grootste winkel op konden slechts een fractie bieden van het aanbod en boden dus alleen
internet. Begonnen als boekwinkel is het de best verkopende hits. Online winkels als www.amazon.com bieden
assortiment steeds verder uitgebreid: eerst een veel breder aanbod en hebben zo een groot deel van de markt
tweedehands boeken, daarna andere gepakt. Ondertussen manifesteert de long tail zich ook in andere mark-
productgroepen tot aan supermarktartikelen ten. Zo heeft Google het succesvol toegepast op de online advertentie-
toe. Tegenwoordig is het bij Amazon zelfs markt door ook kleine sites de mogelijkheid te geven advertenties te
mogelijk een compleet uitgeruste plaatsen. En kleine sites, daar zijn er heel veel van!
inter­net­winkel te huren of alleen
serverruimte om je eigen internetbedrijfje Ik kom nu terug op de oorspronkelijke vraag: als alles beschikbaar is,
te beginnen. wat kies je dan? Die keuze zal iedereen uiteraard zelf moeten maken.

18 | Ambtenaar 2.0 (2008)


Iedereen bepaalt z’n eigen niche. Maar “The Long Tail” maakt duidelijk
dat we ons niet meer hoeven te beperken tot de hits. En dat we niet
moeten verwachten dat anderen (bijv. burgers) dat doen.

2. Vinden en gevonden worden


webmessenger.msn.com is de online Hierboven schreef ik dat de meerwaarde van internetwinkels was dat
versie van MSN Messenger. MSN is in ze een groter aanbod boden dan gewone winkels. Als dat het enige was
Nederland de meest populaire software dan zouden ze niet zo ver gekomen zijn. Want als het aanbod oneindig
om te chatten (instant messaging). Als groot is, hoe vind je dan wat je wil? Kun je dan door de bomen het bos
het niet lukt om de MSN-software te nog wel zien? Een enorm groot aanbod heeft pas meerwaarde als zo’n
installeren op de computer, kun je met online winkel ook in staat is om de juiste klant bij het juiste product te
de webmessenger toch contact leggen brengen. Ofwel: nu alles via internet bereikbaar en beschikbaar is, hoe
met je netwerk. kun je eruit zeven wat je nodig hebt? Wat voor zeef heb je daarvoor
nodig? Daarin zijn drie soorten te onderscheiden.
www.twitter.com is een site om te
microbloggen: geef in 140 tekens a. Menselijke zeef
regelmatig aan waar je mee bezig bent Van oudsher is de menselijke zeef het meest bekend: de expert die
en abonneer je op de berichten van aangeeft wat goed is, bijv. de filmrecensent, het muziektijdschrift, de
anderen om te lezen waar zij mee bezig wijninkoper van Gall&Gall, de hoofdredacteur van een krant, etc. Deze
zijn. Meer informatie elders in dit boek. beroepsgroepen staan onder druk en er wordt veel gediscussieerd over
wat internet en web 2.0 voor hun vak betekenen. Deze ‘kenner’ zal z’n
www.hyves.nl is met zo’n zes miljoen functie behouden in het internettijdperk, maar hij heeft aan autoriteit
leden het grootste online sociale netwerk verloren. Mede omdat we niet meer van hem afhankelijk zijn om iets
van Nederland. Hyves biedt veel functio­ te vinden.
naliteiten, maar is meer voor persoonlijk
gebruik dan voor werk. Nederland is met b. Sociale zeef
Hyves een uitzondering in de wereld van Ook de sociale zeef is al langer bekend: vrienden, van wie je de smaak
sociale netwerken, in de meeste andere kent, bevelen films aan of zeggen dat je eens naar die en die kledingwin-
landen wordt gebruik gemaakt van kel moet gaan. Contacten met vrienden worden door bijv. MSN, Twitter
internationale sites, zoals www.myspace. of Hyves (zie het kopje ‘Mijn merken’) steeds intensiever dus groeit het
com en www.facebook.com belang van de sociale zeef. Ook wordt het begrip ‘vriend’ steeds ruimer
geïnterpreteerd. Liever dan een expert te geloven vertrouwen consu-
www.delicious.com biedt de mogelijk­ menten steeds meer op a person like me (dat is de marketingterm),
heid om online je favoriete internetsites bijv. sites met beoordelingen en waarderingen van allerlei producten
bij te houden, zodat je er vanaf elke en diensten, zoals www.iens.nl voor restaurants en www.vergelijk.nl
computer met internet­verbinding bij voor winkelproducten. Ook via persoonlijke netwerken kun je tips en
kunt. Meer informatie elders in dit boek. informatie ontvangen: berichten in forumgroepen waar je lid van bent,
of een link van iemand uit je netwerk op www.delicious.com.

c. De algoritmische zeef
De algoritmische zeef is mogelijk geworden doordat zoekmachines en
andere sites vele terabytes aan gebruikersstatistieken kunnen verwerken
en daar gedragspatronen van gebruikers uit kunnen deduceren. Internet
heeft deze algoritmische zeef mogelijk gemaakt, maar tevens het bereik
van de tweede, sociale, zeef enorm uitgebreid. Daar ligt dan ook de
meerwaarde van internetbedrijven en zoekmachines: niet alleen in het
www.last.fm is een sociaal netwerk rond aanbieden van een oneindige keus, maar juist om gebruikers in die keus
muziek en bands. Behalve de moge­lijkheid bij te staan. Amazon.com (en Bol.com) geven aan dat mensen die “The
contact te hebben met anderen en je eigen Long Tail” kochten ook “The Wisdom of the Crowds” kochten, bijvoor-
muziekvoorkeur vast te leggen, biedt de beeld. Google toont advertenties die betrekking hebben op je zoekvraag,
site een ‘radiozender’ met diverse muziek op de pagina die je bezoekt of het gmailtje dat je leest. De muzieksite
gebaseerd op jouw voorkeuren of gelijkend www.last.fm legt vast waar je naar luistert en komt met suggesties.
op een bepaalde band. Op deze manier kun je je zoekresultaat steeds verder verfijnen naar je

Ambtenaar 2.0 (2008) | 19


eigen smaak en interesse en ga je dieper de lange staart in. De conclusie
is dat de beroepsgroepen die altijd hebben gefungeerd als ‘menselijke
zeef’ momenteel hun positie in de samenleving zien verzwakken. Zij
zijn hard aan het nadenken waar hun meerwaarde (hun niche) ligt in
deze nieuwe wereld (bijv. journalisten op www.denieuwereporter.
nl) want hun werk wordt steeds vaker door andere internetgebruikers
gedaan (bijv. bloggers). Voor ambtenaren kan een vergelijkbare situ-
atie ontstaan. Ik ga daar dieper op in in Hoofdstuk 5. We zullen als
ambtenaren moeten inzien dat burgers niet meer automatisch naar de
overheid kijken voor oplossingen, maar zelf gaan rondkijken. En wij
zullen moeten onderzoeken hoe we zelf gebruik kunnen maken van die
sociale netwerken en de mogelijkheden die internet biedt om beter ons
werk te kunnen doen. Net als de bedrijven die ik als voorbeeld noemde
Don Tapscott, Anthony D. Williams - al hebben gedaan.
Wikinomics: How Mass Collaboration
Changes Everything (2006).
3. Massasamenwerking
Het is een bekend gegeven, maar misschien goed om nog eens even te
herhalen. We weten heel veel als overheid. We hebben professionals
en deskundigen aangenomen en hebben zo heel wat kennis binnen onze
muren zitten. Maar we weten niet alles. Daarom betrekken we anderen
bij ons werk: we huren bedrijven in, laten onderzoeken doen en nodi-
gen belangengroeperingen e.d. uit om mee te denken. Daarmee hopen
we – tegen heel veel geld - gaten in onze kennis op te vullen: de dingen
waarvan we weten dat we ze niet weten. Maar zelfs dan blijft er nog
een categorie kennis over: de dingen waarvan we niet weten dat we ze
niet weten. Hoe komen we daar achter?

Waarschijnlijk kan hiervoor dezelfde grafiek worden gebruikt als bij de


long tail: de beperkte groep kenners die het grootste deel van de ken-
nis en ideeën aan kunnen leveren en in de lange staart de onzichtbare
kennis en ideeën van de enorme groep mensen die je niet in beeld
hebt. Daarbij gaat het er niet om dat we de hele staart in beeld bren-
gen, maar dat we dat ene idee dat we net nodig hebben eruit kunnen
plukken. Of dat we net die persoon vinden die de juiste bijdrage kan
leveren aan een tekst, een project of wat dan ook.

De overheid moet kleiner, beter en flexibeler, vindt het kabinet. Dat


kan onder andere door taken uit te besteden aan de samenleving:
crowdsourcing, outsourcing to the crowd. Op die term kom ik in de vol-
gende paragraaf terug, maar één van de boeken waarin dit concept ver-
der wordt uitgewerkt is “Wikinomics. How mass collaboration changes
everything”, van Don Tapscott en Anthony D. Williams. Wat kunnen we
als overheid met massasamenwerking?

Wikinomics
Het boek heeft eigenlijk twee belangrijke boodschappen. De eerste is
dat om mee te kunnen in deze wereld, als je als organisatie vooraan wil
blijven lopen, je niet alleen op je eigen organisatie en medewerkers
Woordenboek: Crowdsourcing, kunt bouwen, maar ook de kennis en ideeën van buiten moet weten
‘outsourcing to the crowd’, ofwel het in te zetten. En de tweede boodschap is dat dat niet gemakkelijk is.
uitbesteden van taken aan burgers of Dat vraagt dat je mentaal de knop om zet en dat je moet leren hoe je
consumenten, dus buiten de eigen zoiets aanpakt. Maar ook dat de meest succesvolle bedrijven de meest
organisatie. radicale omslag hebben gemaakt.

20 | Ambtenaar 2.0 (2008)


Wikinomics beschrijft zeven modellen om de term massasamenwer-
king te verduidelijken. Ze zijn niet allemaal even goed inzetbaar bij
de overheid, maar ik zal proberen wat voorbeelden te benoemen om de
inzetbaarheid van zo’n model bij de overheid te verduidelijken:

Woordenboek: Wiki, online software • Peer pioneers zijn grote netwerken van vrijwilligers die gezamenlijk
waarmee personen gezamenlijk aan één snel en efficiënt tot een product komen. Voorbeelden daarvan zijn
document kunnen werken, waarbij elke natuurlijk open-source-software en Wikipedia, maar ook het Cali-
wijziging wordt gelogd. fornische initiatief om de officiële schoolboeken in een wiki te gaan
schrijven. Voorwaarde hierbij is wel dat het gaat om digitale taken
(zoals heel veel werk bij de overheid), die opgesplitst kunnen worden
in deeltaken en gemakkelijk weer samengebracht kunnen worden in
één resultaat;

Woordenboek: Open innovatie, het • Ideagoras, ofwel open innovatie, is een marktplaats van ideeën en in-
betrekken van burgers/consumenten bij novatie met twee varianten: eentje waar problemen kunnen worden
productontwik­keling met als doel kennis geplaatst (zoals www.innocentive.com) en eentje met oplossingen
of ideeën van buiten de organisatie te (bijv. www.yet2.com). Dat kunnen natuurlijk ook maatschappelijke
mobiliseren. problemen zijn;

• Prosumers zijn consumenten of klanten die verder bouwen en inno-


Woordenboek: Second Life, 3D-omgeving veren op bestaande producten, zoals het voorbeeld van Lego, dat z’n
waar gebruikers een personage kunnen klanten eigen bouwpakketten laat samenstellen en de meest populaire
aanmaken, landschappen en gebouwen ook als product uitbrengt. Maar ook Second Life, waar bijna alles wordt
kunnen inrichten en contact kunnen gebouwd door de gebruikers, of www.wuz.nl, het nieuwsplatform van
hebben. de Telegraaf, zijn goede voorbeelden. Wat zou je bijv. op basis van
overheidsinformatie aan handige internetsites kunnen bouwen? Meer
hierover in het hoofdstuk over Open Overheid, Hoofdstuk 6.

• New Alexandrians, bedrijven en wetenschappers die samenwerken en


kennis uitwisselen om grote of complexe uitdagingen aan te kunnen
gaan. Ik kan me voorstellen dat het binnen de overheid al erg zou
helpen voor de efficiëntie om een overzicht te hebben van de onder-
zoeken die alle ministeries uit hebben staan en de (tussen)resultaten
daarvan actueel en online beschikbaar te hebben;

• Platforms for participation bieden een open platform op basis waarvan


ieder zijn of haar eigen idee kan uitwerken. Google Maps is natuurlijk
een bekend voorbeeld, eventueel kun je www.flickr.com en www.you-
www.flickr.com is een site waar je foto’s tube.com er ook onder scharen. Maar ook Amazon, waar ieder een eigen
kunt opslaan en delen met anderen. Het is winkel kan beginnen met gebruikmaking van alle functionaliteiten die
daardoor één van de grootste bronnen van Amazon zelf ook heeft. De BBC heeft BBC Backstage (backstage.bbc.
fotomateriaal geworden. Zelfs nationale co.uk) geopend waar je met BBC-content zelf nieuwe programma’s
archieven (ook in Nederland) publiceren kunt samenstellen (en waar ze vervolgens de beste uit pikken);
hun historische materiaal op Flickr.
• Global Plant Floor: in “The world is flat” beschrijft de Amerikaanse
www.youtube.com is een site waar je journalist Thomas Friedman hoe bedrijven hun werkzaamheden steeds
filmpjes kunt opslaan en delen met meer wereldwijd verspreiden op basis van kosten, kennis of andere
anderen. Rijp en groen staat er door benodigdheden. Tapscott en Williams breiden dit beeld uit naar het
elkaar, van flauwe pubergrappen tot inschakelen van consumenten in het ontwerpproces (zoals BMW doet)
nieuwe kunstvormen. Diverse filmpjes en de taakverdeling tussen toeleveranciers zoals Boeing bij het sa-
bereiken een miljoenenpubliek en menstellen van vliegtuigen. Ze hebben het over een ecosysteem van
sommige programma’s worden beter bedrijven en organisaties die hun werkzaamheden en productielijnen
bekeken dan televisieprogramma’s. op elkaar afstemmen. Zo’n ecosysteem van bedrijven en organisaties

Ambtenaar 2.0 (2008) | 21


hebben overheidsorganisaties ook. Zouden we een wet of beleidsplan
ook zo kunnen samenstellen, door taken te verdelen met organisaties
om ons heen?

• Wiki workplace, over de voordelen van massasamenwerking voor de


interne organisatie: de horizontale samenwerking en co-creatie tus-
sen medewerkers over organisatiegrenzen heen, interne communica-
tie via blogs en discussiefora, het putten van ideeën van onderuit de
organisatie (bijv. Google-medewerkers die 20% van hun tijd aan eigen
plannen mogen besteden) en het gebruik van prediction markets om
besluitvorming te ondersteunen, etc. Eigenlijk brengen de auteurs
hier de andere modellen zoals peer production en ideagoras naar de
werkvloer. Daarbij beschrijven ze de gevolgen voor hiërarchie en be-
Thomas L. Friedman - The World Is Flat: sluitvorming, de voordelen van openheid en zelfsturing en de nood-
A Brief History of the Twenty-first zaak om een nieuwe balans te zoeken tussen hiërarchie en zelfsturing.
Century (2005). Meer hierover in Hoofdstuk 7.

Crowdsourcing
Een andere term die in deze context vaak wordt genoemd is crowdsour-
cing. Het is een term (en ondertussen ook een boek) van Jeff Howe.
Zoals hij het zelf uitlegt: outsourcing to the crowd. Hij stelt dat de
meeste kennis en ideeën niet binnen de eigen organisatie te vinden
zijn, hoe groot je afdeling Reseach & Development ook is. In de buiten-
wereld is altijd meer te halen, dus hoe ga je de juiste mensen vinden
die jou kunnen helpen? Open innovatie dus. Bij deze een aantal voor-
beelden uit zijn boek.

Crowdsourcing is niets nieuws. De oplossing voor het achttiende-eeuwse


probleem van de lengtegradenbepaling is misschien wel een van de eer-
Jeff Howe - Crowdsourcing. Why the ste geslaagde voorbeelden van crowdsourcing. Het navigeren op volle
Power of the Crowd is Driving the Future zee ging de zeevarende naties in die tijd dramatisch af. Zodra de kust
of Business (2008). uit het zicht verdween werd het onmogelijk de lengtegraden accuraat
te bepalen en konden schepen ver uit koers raken. Om dit zeer kostbare
probleem op te lossen stelde het Britse parlement 10.000 pond be-
schikbaar voor een geschikte oplossing. Een oplossing kwam er, echter
Meer over John Harrison op Wikipedia: niet van een ambtenaar of wetenschapper, maar van een klokken- en
http://twurl.nl/ljhpmw meubelmaker genaamd John Harrison.

Maar ook op het gebied van open innovatie heeft internet het mogelijk
gemaakt om op een veel grotere schaal te werken en crowdsourcing dus
echt in te zetten als middel in de organisatiestrategie. Een voorbeeld
Brainstormen en ideeën verzamelen hiervan is Innocentive.com, waar bedrijven complexe problemen online
Als je online wil brainstormen of anderszins zetten met een te winnen prijs. Op deze manier worden mensen uit
ideeën wil verzamelen vanuit je netwerk of totaal andere gelederen en disciplines ingeschakeld en is het mogelijk
van burgers, probeer dan www.uservoice. tussen de enorme hoeveelheid van mensen en ideeën  tegen relatief
com of www.crowdsound.com eens. Als je lage kosten de juiste te vinden. Procter & Gamble is er volgens Taps-
je aanmeldt bij de site kun je een pagina cott en Williams van overtuigd dat open innovatie in 2010 voor 50% van
aanmaken met een introductie of de innovaties zal zorgen. Een behoorlijke uitspraak voor een bedrijf dat
vraagstelling erboven. Iedereen die je zelf 9.000 R&D-mensen in dienst heeft.
uitnodigt kan vervolgens een idee lanceren.
Anderen kunnen daarop reageren en Wat opmerkelijk is in het verhaal van Jeff Howe is het accent dat hij
punten toekennen. Langzaam groeien de legt op diversiteit en uniciteit. Het gaat dus niet om een gemene de-
ideeën en komen de ideeën met de meeste ler of de middelmatigheid van een massa. Crowdsourcing moet niet
stemmen bovendrijven. worden begrepen als een mechanisme dat ‘de massa’ in staat stelt om

22 | Ambtenaar 2.0 (2008)


collectief mee te werken aan de ontwikkeling van een product (hoewel
dat soms ook een keuze kan zijn). Nee, het feit dat de hele wereld via
internet verbonden is maakt het juist mogelijk om mensen met unieke
en bijzondere kennis en eigenschappen te verbinden aan schier onop-
losbare problemen dan wel innovaties. En daarbij geldt min of meer
de stelregel: hoe verder je ervan af staat, hoe groter de kans op een
originele oplossing.

Samenvatting
Internet is een relatief nieuw fenomeen, ook in ons denken bij de over-
heid. Het brengt nieuwe vragen en concepten met zich mee. Het vraagt
dat we op een andere manier naar de wereld kijken, dat we gaan ‘om-
denken’. De aanleiding hiervoor is een technische, maar de gevolgen
zijn maatschappelijk. Dat levert nieuwe vragen en dilemma’s op, maar
ook nieuwe mogelijkheden. In dit hoofdstuk heb ik geprobeerd een aan-
tal nieuwe perspectieven te schetsen om op een andere manier tegen
de wereld van internet, en daarom ook onze wereld, aan te kijken. Ik
heb ook enkele gevolgen geschetst en de potentie die daarin verscholen
zit. Nu we de overstap maken naar web 2.0 wordt die potentie zicht-
baarder en de inzet ervan in het werk van de overheid tastbaarder.
Voordat ik daarop verder ga moeten we eerst weten wat er met de
term ‘web 2.0’ wordt bedoeld. Daarom zal ik in het volgende hoofdstuk
verder uitwerken wat web 2.0 karakteriseert.

Ambtenaar 2.0 (2008) | 23


Wat is Twitter?
Hoe vaak denk je niet: “Jammer dat ik dat niet eerder had gehoord, dan hadden we namelijk ...”

Voor iedereen is het cruciaal te weten waar je naaste collega's (bij je afdeling, binnen je organisatie, binnen de
overheid, daarbuiten, iedereen met wie je samenwerkt dus) mee bezig zijn. Dat voorkomt dat je dubbel of tegen-
strijdig werk doet en geeft de mogelijkheid om snel op andermans activiteiten in te springen en voort te bouwen.
Over grenzen heen en dwars door de verkokering heen. Dat kan door te bloggen … of te microbloggen: Twitter.

In Twitter kun je in 140 tekens aangeven waar je mee bezig bent op dat moment. Heel kort stil staan bij wat je
aan het doen bent. Wat moet je doen? Aanmelden kan op www.twitter.com. Daarna kies je andere gebruikers
uit om te volgen. En die gaan jou dan weer volgen. Kijk maar eens op www.twitter.com/davied en misschien zie
je een bekende in mijn lijst met volgers. Wil je me iets mededelen (bijv. dat je dit boek aan het lezen bent), zet
dan @davied in je bericht.

Een paar tips


• Om ritme te krijgen in het schrijven, bedenk je gewoon elk uur "Wat ben ik nu aan het doen?". Meld ook zaken
waar je trots op bent of rare dingen die je opvallen.
• Geen schroom om veel mensen te volgen, je kunt ze daarna altijd weer ‘ontvolgen’ als het teveel wordt;
• Zorg dat je mensen vindt in je omgeving die ook twitteren, zodat je er iets aan hebt in je werk/privéleven;
• Maar volg ook een paar beroemde Twitteraars om ideeën te krijgen van hoe je het nog meer kunt gebruiken;
• Integreer Twitter in je werkomgeving zoals Netvibes of iGoogle (met rss of widget), zodat je niet steeds naar
Twitter.com hoeft;
• Zorg ervoor dat je via search.twitter.com of www.twittermail.com wordt geattendeerd op berichten die aan
jou gericht zijn (@davied), zodat je die in ieder geval niet mist;
• Je kunt ook wereldwijd zoeken in Twitter met search.twitter.com. Via mail en rss kun je bericht krijgen als
iemand een term gebruikt waarin je geïnteresseerd bent;
• Het is wel heel handig om mobiel internet te hebben (bijv. op je telefoon), zodat je niet afhankelijk bent van je
werkplek om bij te lezen, maar het gewoon onder het lopen kunt doen;
• Twitter is openbaar voor de hele wereld, maar je kunt het ook afsluiten voor alleen vrienden. Als je met gevoelige
onderwerpen bezig bent is dat wel aan te raden.

Ook handig met Twitter


• Je kunt je ook abonneren op nieuwsbrieven en berichten van organisaties. Dan zie je direct wat er nieuw is. Bijv.
de blogs op Ambtenaar 2.0 (@ambtenaar20) of de persberichten van @MinOCW;
• Steeds meer politici gaan gebruik maken van Twitter. Zo zijn er leden van het Amerikaanse Congres die live be-
richten vanuit de vergaderzaal sturen. In Nederland twittert Maxime Verhagen;
• Tijdens conferenties of andere bijeenkomsten zijn vaak meerdere personen hun commentaren en inzichten bij
sprekers aan het twitteren. Als je die berichten opzoekt, leer je meer;
• Vaak vraagt een organisator een code in een twitterbericht te typen, bijv. #db. Alle berichten met die code wor-
den op een scherm getoond, waardoor zo’n bijeenkomst interactiever wordt;
• Je kunt ook zoeken in twitterberichten, op search.twitter.com. Vul je beleidsonderwerp in (bijv. ‘platteland’)
en vind wie wat zegt over jouw onderwerp. Abonneren kan ook;
• Trouwens, een twitterbericht heet een tweet.

24 | Ambtenaar 2.0 (2008)


Hoofdstuk 3. Kenmerken van web 2.0
Wat is web 2.0? Dat lijkt simpel te beantwoorden (namelijk: de tweede
versie van het world wide web), maar dat is het niet. Om twee rede-
nen: het is een verzamelnaam voor een veelheid aan ontwikkelingen
en het is een van oorsprong technische vernieuwing die echter sociale
en maatschappelijke gevolgen heeft. Dat maakt web 2.0 lastig te dui-
den. De term web 2.0 is bekend geworden door Tim O’Reilly, uitgever
van ICT-boeken en internetvisionair. Hij noemt de twee belangrijkste
eigenschappen:

1. T he network is the platform: online is waar het gebeurt en dat


Woordenboek: User generated content, brengt een andere manier van denken met zich mee;
informatie die niet door redacteuren 2. Users add value: een site of online voorziening wordt beter naarmate
maar door gebruikers is toegevoegd aan meer mensen er aan bijdragen (user generated content).
een site.
Zelf zou ik daar nog een paar andere Engelse termen aan toe willen
voegen:

3. E veryone’s connected: iedereen is aangesloten dus iedereen is


potentieel bereikbaar;
4. Van read only naar read-write: ofwel van een medium om mee te
zenden naar een interactief platform.

We hebben in het vorige hoofdstuk een aantal voorbeelden voorbij zien


komen van de gevolgen en mogelijkheden van internet en web 2.0.
Maar wat is nu web 2.0? Is er een definitie van? Wanneer is het web 2.0
en wanneer niet? Wikipedia, zelf een product van web 2.0, gebruikt de
volgende definitie:

“Web 2.0 is a term describing changing trends in the use of World Wide
Web technology and web design that aim to enhance creativity, informa-
tion sharing, and collaboration among users.” (Wikipedia, augustus 2008)

Die definitie legt erg de nadruk op de technologische achtergrond van


web 2.0 en wat die technieken mogelijk hebben gemaakt. Het is een
stuk lastiger te definiëren welke mentaliteit en cultuur daar bij horen.
In de komende paragraaf ga ik daar een aantal aspecten van benoe-
men.

Definities
Het rapport ‘Naar een user generated state’ Valerie Frissen, bijzonder hoogleraar ICT en Sociale Verandering aan de
is te vinden op de site van het ministerie van Erasmus Universiteit Rotterdam en onderzoeker bij TNO, heeft in opdracht
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: van het ministerie van BZK in het voorjaar van 2008 onderzoek gedaan naar
http://twurl.nl/hjz4k4 de gevolgen van web 2.0 voor de overheid (zie ook Hoofdstuk 6). Uiteraard
besteedt Frissen in haar rapport ‘Naar een user generated state’ ook aan-
dacht aan definiëring. Ze heeft het over het ’sociale web’, waarbij wordt
uitgegaan van netwerken, een open omgeving en ruimte voor gebruikers
om bij te dragen. Web 2.0 is volgens haar

1. h
 et ontstaan van platforms op internet waar gebruikers zich kunnen or-
ganiseren, samenwerken, vriendschappen onderhouden, delen, ruilen,
handelen en/of creëren, die

Ambtenaar 2.0 (2008) | 25


2. o pen toegankelijk zijn en decentraal georganiseerd,
3. waardoor een actieve inbreng van gebruikers mogelijk is
4. en waar alles wat op die platforms gebeurt maximaal geëxploiteerd
wordt.

Web 2.0 biedt volgens Frissen dus mogelijkheden voor burgers om zich
decentraal te organiseren, gezamenlijk aan producten te werken (co-
creatie), bijdragen (user generated concent) te verzamelen en her te
Kenmerken van web 2.0 gebruiken (remixability) en verder te bouwen op bestaande diensten.
Web 2.0 gaat over houding en cultuur van
hoe je met elkaar omgaat en samenwerkt. Uiteindelijk zijn er drie woorden die mij het meeste opvallen in deze en
Die houding laat zich kenmerken door andere definities en beschrijvingen. In onderstaande paragrafen zal ik
deze eigenschappen: van elk van deze woorden de aspecten benoemen die sterk samenhan-
1. open: toegankelijk en transparant; gen met web 2.0. Deze woorden zijn:
2. sociaal: uitgaande van mensen en de
contacten daartussen; 1. open: toegankelijk en transparant;
2. gebruiker centraal: mogelijkheden in 2. sociaal: uitgaande van mensen en de contacten daartussen;
handen van gebruikers geven om ‘hun 3. gebruiker centraal: mogelijkheden in handen van gebruikers geven
ding’ te doen. om ‘hun ding’ te doen.
Als je aan de slag wil met web 2.0 in je
werk, hou deze eigenschappen dan in je Deze opsomming heb ik altijd en overal in mijn achterhoofd. Hieronder
achterhoofd. zal ik ze alle drie verder uitwerken.

1. Open
‘Open’ is een woord dat je veel tegenkomt op internet: open source
is de bekendste, open standaarden wordt vaak in één adem genoemd,
open data is dan een logische volgende, Open API is er zodat com-
puters open data automatisch kunnen uitwisselen en OpenID om met
één wachtwoord op al die sites in te kunnen loggen. In dit boek zul je
ook open innovatie geregeld tegenkomen en in Hoofdstuk 6 komt Open
Overheid aan bod.

Kortom, open zijn is een belangrijke eigenschap van internet en met


name web 2.0. Dat laat zich ook verklaren door de geschiedenis van in-
ternet. Het van oorsprong militaire netwerk was natuurlijk allesbehalve
open toen het werd opgericht. Voornamelijk dankzij Al Gore (toen nog
als senator) is dit netwerk ook beschikbaar gekomen voor andere dan
militaire doelen, in de eerste plaats onderwijs en onderzoek. Sindsdien
is de discussie over de mate van openheid van internet en de invloed
van staten erop regelmatig onderwerp van discussie. Mensen en compu-
ters vallen onder het rechtssysteem van een land, maar internet is nog
steeds open en supranationaal.

Deze cultuur van openheid is de basis geweest voor veel innovaties op


internet: openheid maakt het mogelijk om vernieuwingen te vinden, te
verspreiden en aan te vullen. Organisaties die zich op internet te ge-
sloten en intern gericht opstellen krijgen veel kritiek. Er wordt druk op
hen uitgeoefend om opener te werk te gaan. Die roep om meer open-
heid levert ook nieuwe vragen op, bijv. rond privacy, auteursrecht en
beslotenheid (en nieuwe oplossingen daarvoor), maar het uitgangspunt
op internet is openheid. Vanuit die basis van openheid wordt vervolgens
gekeken naar eventuele beperking daarvan.

26 | Ambtenaar 2.0 (2008)


Transparant zijn
Het eerste aspect van openheid betreft de eigen manier van werken,
als individu of als organisatie. Transparantie in je handelen, je acti-
viteiten en je resultaten is een voorwaarde voor vertrouwen. Om tot
Woordenboek: Community, online samenwerking te komen, deel te nemen aan een community (online ge-
gemeenschap waar deelnemers kennis meenschap) of betrokkenheid te genereren over jouw activiteiten moet
uitwisselen, discussiëren of samenwerken je open zijn. Als je open bent, ben je echt. Geen dubbele agenda’s dus,
rond een bepaald onderwerp. maar een open vizier en een open hand.

Behalve transparant moet je ook vindbaar en toegankelijk zijn. Hier-


boven hadden we het al over de long tail. Elk project is een niche, er
zijn vast mensen die met je project mee willen doen, maar hoe vinden
ze je? Dat zal voor een groot deel afhangen van je imago: de sociale
zeef geeft alleen door wat goed wordt aangeslagen (netwerkeffect, van
mond tot mond). Een kenmerk van web 2.0-sites is ook dat ze meestal
heel gemakkelijk in het gebruik zijn, dat je snel kunt zien wat er te
doen is en dat je snel aan de slag kunt. Ook dat is een vorm van open-
heid.

Overigens betekent openheid niet dat alles maar op straat gegooid


moet worden. Er kunnen diverse redenen zijn om zaken besloten of
intern te houden en daar zal niemand raar van opkijken. Maar dat moet
wel een weloverwogen keuze zijn. Openheid hoeft ook niet de hele
wereld te betreffen, het kan ook gaan om openheid binnen een groep,
een organisatie, een netwerk of ander samenwerkingsverband. Binnen
dat verband en binnen die groep (en dat kan ook de hele wereld zijn)
wil je immers samenwerken en kennis en ideeën uitwisselen.

Open staan voor andere ideeën


Als je met mensen wil samenwerken, dan moet je daarvoor open staan.
Dat klinkt voor de hand liggend, maar dat is het niet. Open zijn vraagt
namelijk om actie. Het moet ook voor anderen duidelijk zijn dat die
ruimte er is. Het genereren van betrokkenheid bij je site of je project is
het moeilijkste wat er is. Die ruimte ontstaat als mensen bijvoorbeeld
gemakkelijk lid kunnen worden van je site, voldoende inzicht krijgen in
waar je mee bezig bent en diverse mogelijkheden krijgen om zelf bij te
dragen. Ieders bijdrage is waardevol want het versterkt de community
en de dynamiek.

Niet elke bijdrage zal direct de oplossing bieden die je zoekt, maar ergens
in die dynamiek kan wel een oplossing ontstaan. Dat kan zijn omdat iemand
die je nog niet in beeld had zich aansluit met dat ene idee, dat kan zijn
omdat iemand voortbouwt op de basis waar je zelf mee bezig was, of het
kan zijn omdat iemand naar aanleiding van de discussie of andere ideeën
de juiste connectie legt. Maar die kruisbestuiving kan alleen plaatsvinden
in een open omgeving waarin betrokken personen inzichten kunnen uitwis-
selen over jouw probleem. En voor dat idee moet je wel open staan.

2. Sociaal
Ik schreef hiervoor dat openheid cruciaal is om mensen te betrekken bij
een onderwerp, product of probleem. Daar zit de tweede eigenschap
van web 2.0: het sociale. Web 2.0 wordt ook vaak het sociale web
genoemd, aangezien het steeds minder gaat om een internet van docu-

Ambtenaar 2.0 (2008) | 27


menten en steeds meer om een internet van mensen. En omdat bijna
iedereen op internet is aangesloten kun je gemakkelijk die mensen om
je heen verzamelen die je voor een project of probleem nodig hebt. Dat
sociale aspect uit zich in web 2.0 op verschillende manieren.

Een internet van mensen


Eigenlijk kan het niet vaak genoeg gezegd worden: bij web 2.0 draait
het om mensen. Ik wil geen sites bouwen, ik wil dat mijn boodschap
overkomt bij andere mensen. Ik wil geen bijeenkomst organiseren, ik
wil dat mensen samenkomen en in gesprek gaan. Samenlevingen en or-
ganisaties bestaan uit mensen en bij hen moet het dus gebeuren. Alles
wat je als ambtenaar in je eentje doet of wil bereiken, zal nooit verder
komen als niet andere mensen ermee aan de slag gaan, het doorvertel-
len, erop voortbouwen, etc.
www.linkedin.com is een sociale-
netwerksite die zich richt op professionals De internetsites en instrumenten van web 2.0 hebben bijna allemaal een
en de werkomgeving. De site is in netwerkfunctionaliteit of krijgen het. Bekend zijn natuurlijk netwerk-
Nederland zeer populair en de laatste tijd sites als Hyves en www.linkedin.com, maar steeds meer andere sites
groeit het aantal functionaliteiten. Er is hebben een netwerk eromheen. Op YouTube kon je voorheen alleen je
ook een groep rond Ambtenaar 2.0. filmpjes uploaden, maar ondertussen kun je profielen maken, verbin-
dingen leggen met andere mensen, je op hun werk abonneren, interes-
sante filmpjes doorsturen, zien wat voor filmpjes die persoon leuk vindt,
etc. Datzelfde geldt voor muziek op last.fm, voor foto’s op Flickr.com,
www.scribd.com biedt de mogelijkheid voor documenten op www.scribd.com en bij een wiki op www.pdworks.
om documenten in bijv. Word, Powerpoint com.
of PDF te publiceren op internet en
vervolgens te embedden in je blog of site. De reden dat zoveel sites (kijk ook op netwerk.ambtenaar20.nl) een
Maar je kunt Scribd ook doorzoeken om te profiel- en netwerkmogelijkheid toevoegen is omdat het de functionali-
zien of je iemand anders’ document of teit van de sites vergroot en verdiept. Als iemand in een wiki een tekst
presentatie kunt hergebruiken. toevoegt, dan wil je immers weten wie die persoon is en wat voor ach-
tergrond hij heeft. Dan pas kun je een opmerking op waarde schatten.
www.pdworks.com is een site waar je Idem in een forumdiscussie of als je een blog leest. Het verdiept de
gemakkelijk een wiki kunt openen, samenwerking als je weet met wie je samenwerkt. Het verschijnen van
deelnemers kunt uitnodigen en discussies dergelijke profiel- en netwerkmogelijkheden op sites is de erkenning dat
kunt voeren over wat je gezamenlijk aan het gaat om mensen en hun meningen en niet slechts om stukken tekst
het schrijven bent. Het is een makkelijke (of een filmpje, foto, etc.).
en interactieve manier om een site te
bouwen. Horizontale netwerken
Het maakt dus niet uit rondom welk product of onderwerp men zich
groepeert, er ontstaan constant en overal netwerken en groepen, meer
en minder intensief, meer en minder langdurig, meer en minder seri-
eus. Zo zit iedereen, ook IRL (de internetterm voor in real life, buiten
internet dus) in meerdere groepen, netwerken en samenwerkingsver-
banden. Dat kunnen vrienden zijn of collega’s, over werk of over in-
teresses, hiërarchisch of egalitair. Dat was altijd zo, maar op internet
komen die verbanden duidelijker in beeld, bijv. in de sites waar je lid
van bent, de subgroepen daarbinnen en de verbindingen (‘vriendjes’)
die je hebt.

Opvallend aan deze netwerken en groepen is dat er nauwelijks een


ingebouwde hiërarchie in bestaat. Er is natuurlijk een sitebeheerder
en soms een redactie om de boel in de gaten te houden, maar over
het algemeen heeft iedereen in een discussie of netwerksite eenzelfde
pagina en dezelfde rechten. Dus krantenjongen of president, je hebt

28 | Ambtenaar 2.0 (2008)


Foto’s? Zet ze op Flickr of Picasa dezelfde profielpagina en je discussiebijdrage ziet er hetzelfde uit. Je
Uit ervaring weet ik dat de meeste gaat het gesprek aan in een plat vlak. Je positie in het sociale netwerk
net­werk­schijven van organisaties vol staan is voor het grootste deel gebaseerd op je bijdragen aan de community,
met de foto’s van afdelingsuitjes en je ideeën en inzet, niet je positie, opleiding of leeftijd.
afscheidsrecepties. Heel onhandig, en
kostbaar. Gelukkig kan dat ook online. Zo Het egalitaire van dergelijke groepen versterkt de betrokkenheid en
kun je bij www.flickr.com 100 megabyte creëert nieuwe vormen van contact, samenwerking en kennisuitwisse-
per maand uploaden en bij picasaweb. ling. Het is gemakkelijker om bottom up initiatieven te laten ontstaan,
google.com 1 gigabyte in totaal. Je kunt te laten groeien en er draagvlak voor te vinden. Netwerken over or-
mappen maken om een deel van je foto’s ganisatiegrenzen heen kunnen samenwerking versnellen en efficiënter
in te stoppen en deze map delen met je maken. Vanuit je netwerken kunnen ook nieuwe ideeën boven komen
collega’s. Dan kan iedereen er thuis of op drijven (à la crowdsourcing). Is het nuttig dan is het goed. Een voor-
het werk naar kijken. beeld: in Groot-Brittannië hebben een minister en een ambtenaar van
een ander ministerie elkaar gevonden rond een onderwerp en houden
ze via Twitter contact om hun onderwerp verder te brengen.

Zelforganisatie en zelfsturing
Het verdwijnen van hiërarchische structuren wil niet zeggen dat het
allemaal chaos is. Open-source-projecten hebben ook sturing nodig, de
redacteuren van Wikipedia hebben zelfs een hiërarchische structuur.
Maar die structuur is gebaseerd op de kwaliteit en kwantiteit van het
afgeleverde werk. De organisatie ontstaat dus op basis van ieders bij-
drage in de groep. Datzelfde proces is vaak te zien bij online commu-
nities: vanuit het horizontale netwerk komen de meest actieve mensen
bovendrijven en is er altijd wel iemand die ordening aanbrengt in de
online omgeving. Aangezien iedereen dezelfde middelen tot z’n be-
schikking heeft kunnen wijzigingen ook altijd worden hersteld indien
nodig. Dus als een bepaalde indeling of structuur blijft bestaan, dan
wordt die blijkbaar gedragen door de deelnemers.

Een dergelijke zelfsturing en zelforganisatie vraagt natuurlijk wel betrok-


kenheid bij de groep. De reaguurder die elke avond twintig sites langsgaat
om zijn mening rond te slingeren laat zich daardoor niet beïnvloeden.
Maar als iemand betrokken is bij een community of netwerk, dan voelt hij
zich verantwoordelijk voor wat er op z’n site gebeurt. Dan spreekt hij die
persoon erop aan (bijv. in een discussie) of herstelt hij de eventueel aan-
gerichte schade (bijv. in een wiki). Veel sites bieden hier ook een knop of
functionaliteit voor aan, zoals op Hyves ‘Dit is niet OK’. Het is een manier
om de betrokkenheid die mensen voelen bij de site of bij een onderwerp
te gebruiken om een bijdrage te leveren aan de community.

Clay Shirky - Here Comes Everybody: Clay Shirky, schrijver van het boek “Here comes everybody: The power
The Power of Organizing Without of organizing without organizations” gaat zelfs zo ver dat hij zelfstu-
Organizations (2008). rende massasamenwerking als de belangrijkste organisatievorm voor de
eenentwintigste eeuw benoemt. In de twintigste eeuw vormden cen-
traal gestuurde, hiërarchische organisaties de krachtigste organisatie-
vorm, de volgende eeuw is voor decentrale, horizontale netwerken, zo
stelt hij. Niet omdat bedrijven niet meer zullen bestaan, maar omdat
er een veelvoud aan maatschappelijke initiatieven, groepen en net-
werken zal ontstaan die zich via sociale software op internet snel kun-
nen vormen en organiseren. We zullen de komende jaren dan ook een
stijging zien van het aantal maatschappelijke activiteiten. De uitdaging
voor de overheid zal zijn om in die branding de juiste golven te vinden
om op te surfen.

Ambtenaar 2.0 (2008) | 29


Wat is lifehacking? 3.Gebruiker centraal
Lifehacking is een beweging van mensen In Hoofdstuk 2 stelde ik de digitale wereld voor als een wereld van ni-
die handige manieren en trucs (o.a. op de ches. Iedereen is z’n eigen niche omdat iedereen een verzameling van
computer) zoeken om hun leven interesses, activiteiten en contacten heeft die voor hem of haar uniek
efficiënter in te richten en naar hun hand is. Omdat alles op internet fluïde is, stelt ieder z´n eigen omgeving
te zetten. Volgens pionier Martijn Aslander samen. Je kunt die omgeving precies vormgeven zoals jij dat wil: wat
is het een mix tussen timemanagement, je nodig hebt voor je werk, wat je verder nog interessant vindt, wat je
kennismanagement en persoonlijke krijgt aangeleverd vanuit je netwerk, etc. Er is zoveel informatie en er
ontwikkeling, met een vleugje web 2.0. Je is zoveel te doen, je moet ook wel kiezen, want alles wat teveel is kost
kunt er meer over lezen en je abonneren alleen maar tijd.
op trucs via www.lifehacking.nl.
Creëer je persoonlijke dashboard
Kortom, je wil je leven en dus je omgeving zo efficiënt mogelijk inrich-
ten zodat je tijd overhoudt voor andere dingen en niet verzuipt in de
informatievloed. Daarom is lifehacking momenteel zo populair: lifehac-
kers zijn mensen die hun leven zo efficiënt mogelijk in willen richten
en tips uitwisselen over welke trucs en tools je daarvoor in kunt zetten.
En door web 2.0 kan dat ook heel gemakkelijk: er zijn diverse handige
sites die je kunt gebruiken en omdat op internet veel met standaarden
wordt gewerkt kunnen die instrumenten gemakkelijk met elkaar ver-
bonden worden.

Daarmee kun je als internetgebruiker vervolgens je computer, je toe-


gang tot de digitale wereld, personaliseren. In sites als www.netvibes.
www.netvibes.com en www.igoogle. com of www.igoogle.com breng je die informatiebronnen (dankzij rss)
com zijn gratis internetsites waar je je en die applicaties (in widgets) bij elkaar die jij nodig hebt. Je mixt wat
eigen startpagina of dashboard kunt je nodig hebt van het internet in een zodanige samenstelling dat je
creëren. Beide sites bieden de een persoonlijk dashboard bij elkaar hebt geklikt. Je computer wordt
mogelijkheid om kleine vensters te vullen zo je persoonlijke bril op de wereld. En niet alleen je computer op je
met informatie of applicaties. werk, ook je computer thuis, je mobiele telefoon, je laptop in de trein,
etc. Als je online bent, heb je je dashboard bij de hand. Any time, any
place, any device.

User generated content


Een internetgebruiker verwacht dus dat hij z’n eigen omgeving kan cre-
ëren, dat hij zijn gebruik van internet naar z’n hand kan zetten. Die
behoefte en verwachting eindigt natuurlijk niet bij zijn eigen dash-
board, eenzelfde flexibiliteit wordt verwacht van andere sites. Als het
web flexibel, remixable en personaliseerbaar is, waarom zou hij dan op
een site van een organisatie genoegen nemen met de opzet die iemand
anders verzonnen heeft en voor elke bezoeker hetzelfde is? Als ik een
internetsite met een bezoek vereer, wil ik ook daar zo snel en efficiënt
mogelijk doen wat ik daar kwam doen.
Woordenboek: Rss, de standaard
waarmee een site de tekst van een artikel Grote web 2.0-sites als YouTube en Hyves hebben dat goed begrepen.
(bijv. titel en samen­vatting) zonder Zodra je bekend bent bij de site, kom je steeds op je eigen pagina bin-
opmaak beschikbaar stelt, zodat andere nen. Vaak kun je ook je eigen kleur kiezen zodat je het gevoel krijgt
sites die tekst kunnen incorporeren. dat het jouw site is. Op die manier ontstaat een gevoel van betrokken-
heid bij de site en voel je je meer op je gemak. Dat is belangrijk omdat
Woordenboek: Widget, een bouwblok die sites willen dat je een bijdrage levert op die site. Je laat iets van
met informatie of een applicatie dat kan jezelf zien. Of dat nu foto’s of video’s zijn, je vrienden en contacten
worden geïntegreerd in een andere site of je mening of idee. Om dergelijke user generated content op tafel te
(embedden). krijgen moeten gebruikers het gevoel krijgen dat ze de ruimte hebben

30 | Ambtenaar 2.0 (2008)


Woordenboek: Bèta-versie, een om zich te uiten en controle houden over wat ze daar neerzetten. Dus
conceptversie van nieuwe software, die ook als ze alles weer willen verwijderen, dan moet dat kunnen.
wel werkt maar nog niet helemaal klaar is,
bijv. omdat er nog fouten (bugs) in zitten. Dat gevoel om als gebruiker controle te hebben over de omgeving waar
je actief in bent, werkt zelfs door in de opzet van de sites zelf. Vaak
Internetsites ‘in beta’: staat naast het logo van de site het woordje beta, bijv. bij www.gmail.
com of bij een site als www.lifestrea.ms. In de softwarewereld staat
dat voor een product dat nog niet af is, nog wordt getest en dus nog
niet wordt uitgebracht. Op internet zijn het echter wel degelijk wer-
kende versies, maar moet de perpetual beta het gevoel oproepen dat
Woordenboek: Perpetual beta omdat een de functionaliteit voortdurend wordt aangepast aan de wensen van ge-
internetsite of –dienst nooit af is en altijd bruikers. De knop om ideeën of reacties in te sturen is meestal ook
direct kan worden aangepast is er nooit een prominent aanwezig. Zo bepalen ze samen met hun gebruikers hoe de
definitieve versie (het blijft een bèta- sites eruit zien en houden ze ruimte om door te evolueren.
versie).
Gebruikers de ruimte geven
Het verschil tussen web 1.0 (hoewel indertijd niet zo genoemd natuurlijk)
en web 2.0 wordt met name geduid als de verschuiving van het initiatief
van organisaties (bedrijven, overheden, etc.) naar individuen (consu-
menten, burgers, etc.). Computers zijn goedkoper geworden, software is
vaak gratis beschikbaar (zie www.download.com) en bijna overal is een
breedband internetverbinding beschikbaar. Handige web 2.0-sites (vaak
ooit begonnen als eenmansbedrijfje of start-up) bieden functionaliteiten
waarmee je gemakkelijk online kunt publiceren en samenkomen. De ge-
bruiker heeft steeds meer middelen tot z’n beschikking (empowerment),
terwijl organisaties met hun grote systemen en logge structuren maar
traag vooruitkomen. Als ik echt iets wil doen, ga ik thuis werken.

De gebruiker / consument / burger heeft dus alle middelen tot z’n beschik-
www.myspace.com is na Facebook de king om zijn interesses uit te werken en daarmee het wereldwijde plat-
grootste sociale-netwerksites ter wereld. form te betreden. Hij kan muziek maken of mixen en publiceren op www.
De oorspronkelijke site is in 2003 in tien myspace.com. Hij kan via Hyves of www.schoolbank.nl oud-klasgenoten
dagen gebouwd en had in 2006 al 100 vinden en een reünie organiseren. Maar hij kan ook online een onderwerp
miljoen bezoekers. agenderen (zoals www.vroegopstap.nl) of een site voor z’n wijk opzetten.
Als we als overheid deze energie willen gebruiken (bijv. bij internetconsul-
www.schoolbank.nl is één van de eerste taties of bij crowdsourcing) dan moeten we nadenken hoe we een omgeving
online sociale netwerken in Nederland, creëren (of een bestaande omgeving opzoeken) waarin hij mee wil doen. De
rondom het thema scholen en communities waarmee we willen werken, bestaan uit deze gebruikers. Hoe
klasgenoten. De meeste diensten zijn geven we als overheid ruimte aan die betrokkenheid en dat potentieel?
echter betaald.

Samenvatting
‘Open, sociaal en de gebruiker centraal’, die drie begrippen liggen ten
Woordenboek: Rss-feed, de stroom van grondslag aan de verandering die op internet te zien is. Deze veran-
informatie die gebruikers kunnen dering noemen we web 2.0 of het sociale web. De drie begrippen om-
integreren in hun pagina (bijv. Netvibes) schrijven de cultuur die op internet ontstaan is en die ook voor een
om op de hoogte te blijven van nieuws. groot deel door internet en web 2.0 mogelijk gemaakt is. Maar internet
staat niet los van de rest van de samenleving. De cultuur van internet
en web 2.0 heeft steeds meer invloed op hoe we op andere gebieden
tegen de wereld, en tegen de overheid, aankijken. Web 2.0 heeft zo-
doende een steeds grotere invloed op de samenleving. In het volgende
hoofdstuk werk ik enkele aspecten daarvan uit.

Ambtenaar 2.0 (2008) | 31


Handiger informatie verzamelen met rss
De informatiestress wordt steeds groter: je bladert tijdschriften door, er komen e-mailnieuwsbrieven bin-
nen en je moet nog allerlei sites bezoeken. En dan weet je nog niet zeker of je op je vakgebied of dossier
helemaal bij bent. Informatiestress zit voor het grootste deel in het (niet) maken van keuzes. Hoeveel
artikelen in dat tijdschrift zijn nu echt relevant? En moet je echt zowel de vakspecifieke als de overkoepe-
lende mailinglist volgen?

Maar informatiestress kun je ook aanpakken door je informatievoorziening efficiënter te organiseren. Daar
is rss voor uitgevonden. Met rss zorg je ervoor dat jij niet meer naar een site toe hoeft te gaan, maar dat
de informatie van die site naar jou toe komt. Niet in een e-mail, maar overzichtelijk in een lijst waarin de
laatste nieuwtjes gemarkeerd zijn. Al die informatiestromen (feeds) breng je samen in één scherm (bijv.
Netvibes of iGoogle) en zo heb je in één oogopslag zicht op wat er nieuw is in jouw dossier.

Hoe ga je daarmee aan de slag? Ten eerste: ga naar www.netvibes.com of www.igoogle.com en schrijf
je in. Je krijgt dan jouw eigen pagina, met daarin allemaal blokjes. Die kun je vullen met informatie door
middel van rss. Ga nu naar je favoriete sites en kijk of er een rss-feed beschikbaar is, herkenbaar aan het
oranje logo. Als je daarop klikt zie je de tekst zonder opmaak. De link van die pagina kun je aan je dash-
board op Netvibes of iGoogle toevoegen zodat die informatie daar verschijnt zodra er nieuws is.

Aan dit logo kun je zien of


een rss-feed beschikbaar is
op een internetsite

32 | Ambtenaar 2.0 (2008)


Hoofdstuk 4. Web 2.0 en de impact op de samenleving
We hebben nu heel veel vernieuwingen en veranderingen voorbij zien
komen. Misschien zijn het nieuwe concepten voor je, misschien is het
gesneden koek. Mijn opzet is om je vanuit een ander perspectief naar
de wereld te laten kijken. Om je te laten doordenken over een wereld
die compleet verbonden is en een beeld te geven wat dat betekent voor
de cultuur van internet. Langzaamaan wordt de grens tussen internet
en ‘de echte wereld’ echter diffuser. Web 2.0 zorgt voor veranderingen
in de samenleving. Onderzoeksbureau Forrester heeft het in z’n topic
overview als volgt geformuleerd:

Bron: Forrester - Topic Overview: “Most of the technologies comprising Web 2.0 are evolutionary, but
Web 2.0 (2007): http://twurl.nl/d2tbzh the convergence of these technologies is resulting in revolutionary
changes in consumer behavior, business efficiency, and the technology
sector.”

Maar het gaat uiteindelijk niet om de term (hoewel het gemakkelijk is


om naar al deze ontwikkelingen te kunnen verwijzen met één woord),
de term is deels ook een hype. Het gaat ook niet specifiek over die sites
(Hyves, YouTube of Marktplaats), want daar komen weer steeds nieuwe
handige sites voor in de plaats. Waar het wel om gaat is dat fundamen-
tele veranderingen plaatsvinden door web 2.0. Wat is de impact van
deze veranderingen op de samenleving?

Wat is er veranderd door internet en web 2.0?


Zoals gezegd begon internet ooit als militair communicatienetwerk,
heeft het zich vervolgens ontwikkeld tot computernetwerk voor weten-
schappers, tot werkterrein van ICT-nerds en uiteindelijk tot een digi-
tale kopie van de werkelijkheid. Het internet is een integraal onderdeel
geworden van ons leven en onze samenleving èn tegelijkertijd een aan-
vulling daarop: nieuwe concepten die nieuwe dingen mogelijk maken.

Het vraagt van de overheid om een pas op de plaats te maken en om


zich heen te kijken. Niet alleen omdat we andere dingen moeten gaan
doen (hoewel dat ook het geval kan zijn), maar zeker omdat we de
dingen anders moeten gaan doen. Als de samenleving verandert, ver-
andert onze relatie tot de samenleving immers mee. Welke ontwik-
kelingen hebben zich voorgedaan die organisaties ertoe noodzaken om
fundamenteel na te denken over hoe ze gebruik maken van internet? Ik
benoem hieronder drie belangrijke veranderingen.

1. De integratie van digitaal


Zoals ik in de inleiding aangaf heeft het internet ook een fase doorge-
maakt waarin werd gedacht dat het een digitale kopie van de werkelijk-
heid was: We blijven dezelfde dingen doen, maar dan digitaal. Papieren
concepten vertaald naar het web. Bedrijven en instellingen die hun
bedrijfsbrochure op een internetsite plaatsten zodat iedereen op elk
moment waar ook ter wereld die informatie kon bekijken. Internet is
tijd- en plaatsonafhankelijk en dat biedt voordelen. Die aanpak leverde
echter geen nieuwe concepten op. Internet bleef een aparte wereld en
de computer bleef boven in de studeerkamer staan.

Ambtenaar 2.0 (2008) | 33


Zo was dat een paar jaar terug nog. Tegenwoordig echter is die compu-
ter een laptop die op de bank ligt, altijd onder handbereik. Of een mo-
bieltje in je binnenzak. Dat komt niet alleen omdat het aantal functio-
naliteiten en mogelijkheden enorm is gegroeid. Inderdaad, de meeste
Nederlanders doen hun bankzaken via internet, www.marktplaats.nl
heeft de ViaVia vervangen en het laatste nieuws lees je bij www.nu.nl.
Maar de reden dat we via ADSL, wifi en umts altijd online willen zijn
is omdat het deel is gaan uitmaken van ons leven. Een onderdeel en
een aanvulling. Dat is mogelijk geworden omdat nieuwe concepten zijn
www.marktplaats.nl is nuttig om de ontwikkeld die slimmer gebruik maken van de digitale mogelijkheden.
spullen van je zolder op aan te bieden, We kunnen daardoor dingen doen die we eerst niet konden: dat is echte
maar ook bijzondere verzamelobjecten meerwaarde.
zijn daar te vinden. Tegenwoordig
kunnen ook diensten worden aangeboden Met de komst van internet werden brieven vervangen door e-mail om
en gaat de site dus de concurrentie aan sociale contacten te onderhouden, maar het bleven één-op-ééncontac-
met de Gouden Gids. Marktplaats.nl staat ten. Door gebruik te maken van sociale netwerksites als Hyves komen
al geruime tijd in de top drie van best nu echter netwerken in beeld en worden nieuwe groepen gevormd en
bezochte Nederlandse internetsites. contacten gelegd. Ook kun je vanuit huis een winkel of bedrijf begin-
nen zonder te hoeven investeren in een pand. Je marketing verloopt via
Google Adware zodat je advertentie gericht wordt getoond aan mensen
die geïnteresseerd zijn in je product. Nieuwe concepten, nieuwe moge-
lijkheden, een veranderende wereld.

De integratie van internet in ons leven zal de komende jaren alleen maar
groter worden. Een paar jaar terug gingen de meeste mensen nog met
een pseudoniem online, nu geven miljoenen mensen hun leven bloot op
sociale netwerksites. Als al deze informatie met elkaar wordt verbon-
den gaat onze digitale schaduw steeds meer lijken op wie we echt zijn.
Mobiele technologie in combinatie met GPS plaatst ons niet alleen live
in Google Maps, maar kan vervolgens ook actuele informatie geven over
de plek waar we op dat moment zijn (zo´n uitbreiding van je omgeving
www.nu.nl is snel één van de grootste wordt augmented reality genoemd). We zullen dus niet alleen zelf zicht-
nieuwssites van Nederland geworden en baarder worden op internet, informatie van internet zal ook zichtbaarder
biedt nu zelfs foto’s, video’s, zakelijk worden in onze omgeving. Een boeiende ontwikkeling.
nieuws en regionaal nieuws. Het meest
opvallend is echter www.nujij.nl, waar 2. Democratisering van het debat
gebruikers hun eigen nieuwsberichten Eén van de belangrijkste maatschappelijke terreinen waar de vernieu-
kunnen plaatsen en beoordelen. wing zich manifesteert is de publicatiemacht, de mogelijkheid om je
mening kenbaar te maken aan de buitenwereld. Die mogelijkheid bleef
voor de komst van het internet vooral gereserveerd voor organisaties.
Voor individuen was er ruimte voor een beperkt aantal opiniestukken in
kranten. Of iemand kon z´n eigen blad uitbrengen en je in verband met
kosten en logistiek neerleggen bij een klein verspreidingsgebied.

Internet geeft elke gebruiker een platform om zijn mening kenbaar


te maken en daar wordt grif gebruik van gemaakt. Van diepgravende
beschouwingen en uitgewerkte plannen tot aan de onderbuikgevoelens
en scheldpartijen in reactiefora (de zogenaamde reaguurders). De een
mengt zich in nationale politieke discussies, de ander vertelt wat hij die
dag gedaan heeft en de volgende werkt met gelijkgestemden een hobby
of interesse uit. Iedereen bezit de hulpmiddelen om mee te doen.

Nu de mogelijkheid bestaat voor iedereen om z’n stem te laten horen,


groeit ook de behoefte om gehoord te worden. Om deel te mogen ne-

34 | Ambtenaar 2.0 (2008)


men aan het debat en aan de agendabouw (horizontalisering). Dit levert
voor de overheid, die zo gewend is om te werken via tussenorganisaties
(belangenverenigingen, pers, etc.), nieuwe uitdagingen en vragen op:
hoe om te gaan met al die individuen en meningen? Maar het levert ook
kansen op, namelijk om kennis uit de gehele samenleving aan te boren.
Kennis die voorheen onbereikbaar en dus niet beschikbaar was.

3. Het maatschappelijk potentieel


Voor alle duidelijkheid, het gaat hier niet over referenda of directe
democratie. Niet elk geluid hoeft geregistreerd en gebruikt te worden.
Maar elke organisatie heeft kennis en ideeën nodig om haar werk te
kunnen doen. Daarvoor worden werknemers ingezet of ingehuurd en
netwerken van personen en organisaties ingeschakeld. Bruikbare kennis
en ideeën worden eruit gezeefd en gebruikt. Misschien dat daarbuiten
ook relevante ervaringen of oplossingen aanwezig waren, maar die ble-
ven onzichtbaar. Via internet kan deze kennis wel toegankelijk worden
gemaakt. De ‘zeef’ wordt dan een stuk groter, de mogelijkheid nieuwe
kennis en ideeën op te doen dus ook.

Een voorbeeld hiervan is het mijnbouwbedrijf Goldcorp dat zijn geo-


logische data op internet zette zodat amateurgeologen mee konden
zoeken naar goudaders (waardoor uiteindelijk de opbrengst verzeven-
voudigde). Maar ook www.waarneming.nl, dat waarnemingen van die-
ren en planten verzamelt van natuurliefhebbers uit heel Nederland. Bij
planvorming in de ruimtelijke ordening worden steeds vaker simulaties
en computerspellen ingezet om de bevolking te betrekken en lokale
kennis en ervaringen aan te boren. De middelen zijn beschikbaar en
elke organisatie moet voor zichzelf bekijken hoe ze daarmee beter haar
www.waarneming.nl is een initiatief van taken kan uitvoeren.
drie natuurliefhebbers die meenden dat de
manier waarop de leefgebieden van dieren Als de geëigende overheidsorganisaties geen gebruik maken van dat
in kaart werden gebracht efficiënter kon en maatschappelijk potentieel dan is het net zo goed mogelijk dat het ini-
een site opzetten waar iedereen z’n eigen tiatief ergens anders vandaan komt. Waarneming.nl is ontstaan los van
waarneming kan melden. de natuurverenigingen waarmee het ministerie van LNV tot op heden
contacten onderhield. In Engeland is www.mysociety.org (een onaf-
www.mysociety.com is initiatiefnemer hankelijke stichting) de plek waar je losliggende stoeptegels en rond-
van verschillende internetsites die de slingerend vuil doorgeeft. En in Nederland hebben we bij de scholie-
band van burgers met overheid en politiek renakties tegen de 1040-urennorm en een initiatief als Stop Fout Vlees
versterken, bijv. www.fixmystreet.org en gezien hoe gemakkelijk en snel een beweging zich kan organiseren.
www.theyworkforyou.com

Vragen voor de overheid


In zijn boek “The world is flat” beschrijft Thomas Friedman hoe het proces
van globalisering is versterkt en versneld door de ontwikkeling van compu-
ters en computernetwerken, met name internet. Dit proces van globalise-
ring was al langer gaande, maar het krachtiger worden van computers, het
groeiende gemak waarmee gebruikers ermee omgaan en met name het feit
dat al deze mensen via een wereldwijd netwerk met elkaar verbonden zijn
boden nieuwe mogelijkheden en hebben daarmee dit proces versneld.

Eenzelfde versnelling vindt ook plaats op het werkgebied van de over-


heid. De drie ontwikkelingen die ik hiervoor heb geschetst zijn het
gevolg van de uitdagingen waar we in onze droom van Hoofdstuk 2
tegenaan liepen:

Ambtenaar 2.0 (2008) | 35


Snel de tekst van een reactie opslaan 1. Steeds meer mensen en steeds meer activiteiten zijn online omdat het
Eén van mijn grootste frustraties: je bent internet een onderdeel is gaan uitmaken van onze manier van leven,
een uitgebreide reactie aan het schrijven maar met wie gaan we samenwerken en waaraan gaan we deelnemen?
(bijv. in een discussieforum of onder een
blog) en er gaat iets mis met de browser of 2. H
 et proces van horizontalisering en de veranderende rol van de over-
de pagina. Meestal wordt de tekst die je in heid in de samenleving worden versterkt en versneld door het gemak
zo’n venster typt niet tussentijds voor burgers om via internet deel te nemen aan het maatschappe-
opgeslagen dus dan ben je alles kwijt. lijke debat (via fora, weblogs en internetstemmingen), maar hoe
Zonde van het werk en vaak een aanleiding vinden we wat het meest relevant voor ons is?
om het dan maar te laten zitten.
3. O
 ok zijn er nieuwe instrumenten beschikbaar om samenwerking te
Tussentijds opslaan kan dus niet, maar je organiseren en bijdragen te leveren aan beleidsvormings- of ontwik-
kunt wel tijdelijk je tekst in het geheugen kelprocessen (massasamenwerking). De mogelijkheden confronteren
van je computer zetten. Na het schrijven organisaties en met name de overheid met hoge verwachtingen en
van bijv. een alinea druk je op control-A een groei van het aantal  initiatieven vanuit de samenleving. Meer
(CTRL en A tegelijk indrukken) om alle dan ooit wordt van de overheid verwacht om in die horizontalise-
tekst te selecteren, vervolgens op control-C rende samenleving haar rol te nemen.
om alles te kopiëren. De tekst staat nu in
het geheugen en als er iets misgaat kun je Waar te beginnen?
met control-V de tekst weer plakken. Alle middelen die hiervoor de revue zijn gepasseerd staan ons dus ter
beschikking als we gebruik willen maken van die lange staart aan ken-
Let wel, als de computer helemaal crasht, nis, ideeën en inzet van mensen van buiten onze organisatie. Het biedt
dan ben je je tekst alsnog kwijt, maar voor de overheid een grote kans om efficiënter, effectiever en interac-
hopelijk zal dat niet zo vaak gebeuren! tiever te werken, maar tegelijkertijd biedt het zoveel nieuwe mogelijk-
heden dat we het moeilijk kunnen overzien.

Internetsites in andere talen lezen Op internet bestaan plaats en tijd niet, want informatie is altijd be-
Afstanden en grenzen zijn geen barrière schikbaar en bereikbaar in een milliseconde. Bijna alle Nederlanders en
op internet, alleen andere talen kunnen de gehele professionele wereld zijn online en met elkaar verbonden.
een belemmering zijn om echt wereldwijd Je kunt iedereen vragen om mee te denken en met nieuwe kennis en
kennis te verzamelen en samen te werken. ideeën te komen, als je het maar op de juiste manier vraagt. En al die
Google biedt de mogelijkheid om bouwstenen kun je zelf combineren totdat je de mix hebt gevonden die
specifieke teksten of hele sites te jij nodig hebt. Dat is geen droom, dat is de realiteit van dit moment.
vertalen. Kijk op translate.google.com
Zoals hiervoor al geconstateerd zijn we in een paar jaar van een situ-
atie van schaarste - van ideeën, kennis en contacten - overgegaan naar
een situatie van overvloed. Echter, deze verandering is zo groot en is
zo snel gegaan dat we nauwelijks de implicaties kunnen bevatten en
grotendeels vasthouden aan de manier van werken die we gewend zijn.
Nog steeds zitten we van negen tot vijf in één gebouw, werken we sa-
men in vergaderingen en proberen we in kleine kring de problemen op
te lossen, terwijl al die dingen die we ons in het begin voorstelden en
die we hierboven lazen ondertussen ook kunnen.

Waarom doen we dat dan niet? Als ambtenaar wil je immers je werk
goed doen, wil je je baseren op voldoende gegevens, de juiste mensen
betrekken en de meest geschikte instrumenten uitkiezen. De belem-
mering is dat we gewoon geen idee hebben wat we met deze nieuwe
mogelijkheden aanmoeten. Wat is er mogelijk? Hoe moet je het dan
aanpakken? Wat zijn de risico’s? Wie kan me helpen? Dat zijn vragen die
we als ambtenaren gezamenlijk moeten proberen te beantwoorden.

De realiteit en de realisatie dat plaats en tijd irrelevant zijn geworden,


het begrip dat elke wereldburger je kamergenoot is en dat je het dus

36 | Ambtenaar 2.0 (2008)


niet alleen hoeft op te lossen en het inzicht dat je zelf je eigen ideale
werkomgeving kunt samenstellen, het zijn concepten die ver staan van
onze huidige manier van werken, van ruimtelijke beperkingen en infor-
matieschaarste. En als je die concepten door gaat denken, dan gaat het
je al snel duizelen. Maar dit zijn wel de uitgangspunten van werken op
het web. Van werk in de 21e eeuw. Dit zullen we moeten zien te bevat-
ten als we verder willen komen.

Ambtenaar 2.0 (2008) | 37



eParticipatie op de kaart 
De overheid wil haar aanbod beter afstemmen op de wensen van burgers. Uitgangspunt is dat verbetering
van de publieke dienstverlening, het openbaar bestuur en het functioneren van de democratie alleen lukt
als je burgers inschakelt. Slimme inzet van ICT is één manier om dit te bereiken. Met veel enthousiasme,
en op grote schaal, zijn en worden allerlei zogenoemde eParticipatie-projecten gestart. Onderzoek van het
programma Burgerlink laat echter zien dat een gestructureerde aanpak veelal ontbreekt. Er blijkt grote
behoefte te zijn aan een overzicht van voorbeelden, om inspiratie op te doen en om kennis uit te wisselen.
Burgerlink komt aan deze behoefte tegemoet met de Landkaart eParticipatie in Nederland. 

In de periode mei-juni 2009 heeft het onderzoeksbureau sCompany van de Hogeschool Utrecht in opdracht
van Burgerlink onderzoek uitgevoerd naar de stand van zaken van eParticipatie bij de Nederlandse ge-
meenten. Aanleiding voor het onderzoek was het ontbreken van een duidelijk overzicht. Welke gemeenten
betrekken burgers met digitale middelen bij de vorming van beleid? Wie zet internet in voor burgerinbreng
bij het verbeteren van de wijk? En: hoe denken gemeenten over het toepassen van eParticipatie – en bren-
gen zij dit ook de praktijk? Met een respons van bijna 70 procent zijn de uitkomsten representatief voor
Nederland.

Op basis van de onderzoeksresultaten zijn er twee (communi-


catie)adviesrapporten opgesteld: voor kleine en voor grote ge-
meenten. Deze zijn te downloaden op de website van Burger-
link: www.burgerlink.nl. Maar misschien nog belangrijker: het
onderzoek levert een gedegen overzicht op. Veel initiatieven
zijn het meer dan waard om kennis van te nemen. Burgerlink
biedt hiervoor op de eigen website een google maps applica-
tie. Hiermee zetten we eParticipatie in Nederland letterlijk en
figuurlijk op de kaart.

Het overzicht is te vinden op www.burgerlink.nl/landkaart/


eparticipatie.html.

38 | Ambtenaar 2.0 (2008)


Hoofdstuk 5. Wat betekent web 2.0 voor de overheid?
Enige tijd terug vroeg iemand me of het geen onbegonnen werk was om
met web 2.0 de overheid meer interactief en omgevingsgericht te laten
werken: de stevige hiërarchische structuren, de politieke gevoeligheid
en het grote aantal oudere werknemers maakten volgens deze persoon
dat de overheid eigenlijk niet de meest voor de hand liggende plaats is
om op een web 2.0-manier te gaan werken.

Daarover zouden we natuurlijk lang kunnen discussiëren, maar uitein-


delijk is het niet waar het om gaat. De verandering komt namelijk van
buiten. Naarmate de maatschappij meer gaat werken volgens de princi-
pes van web 2.0 zal de verwachting groter worden dat de overheid ook
op die manier gaat werken. Kortom, het is geen kwestie van kiezen, het
overkomt je. En anders gebeurt het zonder je.

Zoeken naar je meerwaarde


Het deed me denken aan de muziekbranche en de krantenuitgevers.
Uiteindelijk gaat web 2.0 gevolgen hebben voor iedereen, voor elke
branche. Kijk maar naar de voorbeelden in de mijnbouw (Goldcorp),
www.1procentclub.nl biedt de schoenen (Nike), ontwikkelingshulp (1%-club) of speelgoed (LEGO).
mogelijkheid om met kleine bedragen Maar sommige organisaties lopen er eerder tegenaan dan andere. Zo
initiatieven in ontwikkelingslanden te hebben de muziekbranche en de kranten als eersten hun manier van
steunen. werken moeten aanpassen als gevolg van internet. Dat was geen vrije
keuze, hun klanten haalden hun muziek en nieuws niet meer bij hen,
maar gewoon van internet.

Het is niet onlogisch dat die branches als eerste de gevolgen ondervonden.
Hun producten zijn digitaliseerbaar en kunnen daardoor gemakkelijk via
internet worden verspreid. Aan hun producten was nog steeds behoefte,
maar aan de tussenpersoon niet meer. Voordat het internet bestond be-
paalde de muziekbranche welke muziek te koop was en de kranten welk
nieuws er gelezen werd. Die positie zijn ze kwijtgeraakt, iedereen kan nu
immers via internet muziek en nieuws publiceren of ontvangen.

Kortom, Warner en de Volkskrant zijn snel gaan nadenken hoe ze op


deze ontwikkelingen zouden reageren. Er moesten nieuwe concepten en
www.petities.nl heeft tot doel om het businessmodellen worden bedacht om weer een positie te veroveren in
Nederlanders makkelijk te maken een hun eigen branche. Waar zit eigenlijk de meerwaarde van je organisatie?
petitie te ondertekenen of te starten. En hoe ga je die uitbuiten? De Volkskrant is bijvoorbeeld multimedialer
Het is ook mogelijk voor de ontvangers geworden, betrekt mensen bij de site en probeert zo een breed platform
van petities een loket te openen in de te zijn voor debat. Ook de muziekindustrie zoekt hard naar nieuwe con-
website om petities te ontvangen en te cepten, daarbij gebruikmakend van de positie die ze nu nog hebben.
beantwoorden. Het petitierecht is één
van de oudste rechten in de Nederlandse De overheid merkt snel de gevolgen
Grondwet. Een petitie is een politiek Er zijn natuurlijk legio verschillen met bovenstaande bedrijven: zo
verzoekschrift waarmee kritiek kan heeft de overheid geen product te verkopen en er liggen geen rechts-
worden geuit op het beleid. Petities zaken rond auteursrecht in het verschiet. Maar in andere opzichten zijn
hebben zowel een belangrijke er wel wat overeenkomsten. Op een rijtje:
signaalfunctie als een symbolische
functie. Burgerlink is verantwoordelijk • het ‘product’ van de overheid is voor een heel groot deel digitaliseer-
voor de doorontwikkeling en de promotie baar: de overheid is bezig met het vinden en bijeenbrengen van kennis
van deze applicatie. en informatie, het schrijven van teksten en documenten, rapporte-

Ambtenaar 2.0 (2008) | 39


ren, samenwerken, afstemmen en netwerken: allemaal zaken die heel
goed digitaal kunnen;

• de overheid heeft een gewild ‘product’ waar veel aandacht voor is:
het gaat immers over de inrichting van Nederland. Veel mensen zijn
met onze thema’s (dossiers) bezig en hebben er ideeën over, de media
berichten er veelvuldig over en  nieuwe ontwikkelingen kunnen zich
snel verspreiden;

• de ‘klanten’ kunnen het ook zelf: diverse werkzaamheden die door
ambtenaren worden gedaan kunnen ook door anderen uitgevoerd wor-
den. Als die werkzaamheden digitaliseerbaar zijn, kunnen ze ook on-
line plaatsvinden.

Begrijp me goed, er zijn heel wat taken die onvervreemdbaar bij de


overheid liggen. Daar gaat het me niet om. Maar er zijn ook voorbeel-
den van overheidstaken die al door burgers opgepakt worden via inter-
net. Een bekend voorbeeld is www.fixmystreet.com in Groot-Brittan-
nië. Op deze site kun je meldingen over de openbare ruimte doorgeven,
bijv. rommel op straat of een kapotte lamp. De site, opgezet door een
onafhankelijke stichting, stuurt de melding door naar de gemeenten. In
Nederland hebben we www.ikregeer.nl, waar Kamervragen te vinden
zijn. Of bekijk de wiki voor een Windenergiewet eens: nu nog een idee
www.fixmystreet.com heeft in anderhalf van één iemand, maar het potentieel is veel groter. Wanneer zal de
jaar ruim 20.000 meldingen van vuil op eerste wiki-wet bij de Tweede Kamer worden ingediend?
straat, graffiti, kapotte verkeerslichten
en vernielingen in de openbare ruimte Ook binnen de overheid zijn er onderdelen die eerder met de gevol-
doorgegeven aan de locale overheid. gen van web 2.0 geconfronteerd zullen worden dan andere. Ik denk
bijvoorbeeld aan de directies en afdelingen die zich bezig houden met
inspraak en communicatie. Die zullen als eerste worden geconfronteerd
met de vraag wat web 2.0 betekent voor hun manier van werken. Maar
uiteindelijk zal iedereen zich die vraag moeten stellen, net zoals de
muziek- en krantenuitgevers. Wat betekent web 2.0 voor mijn taak,
mijn rol en mijn meerwaarde? Een actuele vraag voor de overheid. Van-
daar dat ik durf te stellen dat de overheid juist zeer geschikt is om
actief met web 2.0 aan de slag te gaan.

Waar raakt web 2.0 ons werk?


www.ikregeer.nl geeft een actueel Internet is ondertussen een integraal onderdeel geworden van de Ne-
overzicht van ‘Kamerstukken, derlandse samenleving: bijna de gehele bevolking is aangesloten en
Kamervragen en hun antwoorden’, met internet is een platform geworden voor diensten, sociale contacten en
diverse abonneermogelijkheden. De site samenwerking. Met de komst van web 2.0, het sociale en interactieve
is een initiatief van twee medewerkers web, is het aantal mogelijkheden om via dit platform te communiceren
van de Erasmus Universiteit Rotterdam. en uit te wisselen sterk uitgebreid. Ook voor de overheid zijn de moge-
lijkheden om flexibeler, interactiever en transparanter te werken gro-
ter geworden. Zowel binnen de eigen organisatie als naar buiten toe. Er
zijn kansen om slimmer te werken, om meer te doen met minder men-
sen. Hoe kan de overheid daar de komende tijd invulling aan geven?

De invloed van internet op het functioneren van het openbaar bestuur


begint zich inmiddels af te tekenen op allerlei (beleids)terreinen. Er
ontstaan niet alleen nieuwe vormen van interactie tussen burgers on-
derling, maar ook tussen burgers en de overheid en tussen ambtenaren
intern. Deze nieuwe ontwikkelingen bieden kansen om anders en beter

40 | Ambtenaar 2.0 (2008)


te gaan werken binnen de overheid en naar buiten toe, maar leveren
ook nieuwe  bedreigingen en onzekerheden op. Dit alles stelt nieuwe
eisen aan het functioneren van de overheid en van elke ambtenaar.

Dat levert in eerste instantie veel vragen op. Is de overheid wel goed
voorbereid op mogelijke verstoringen door deze ontwikkelingen? Wat zijn
de kansen en risico's? Hoe kan de overheid de mogelijkheden van web 2.0
Web 2.0 heeft niet alleen gevolgen gebruiken om op een omgevingsbewustere, interactievere en efficiën-
buiten de overheid tere manier te werken? Wat betekent dit voor de interne organisatie van
De gevolgen van web 2.0 voor de de overheid en voor de positie van de ambtenaar? De gevolgen van web
overheid liggen op drie terreinen die 2.0 manifesteren zich op drie terreinen die met elkaar samenhangen:
elkaar beïnvloeden:
1.De relatie tussen burger en overheid 1. De relatie tussen burger en overheid;
(overheid 2.0);
2. De interne organisatie van de overheid 2. De interne organisatie van de overheid;
(organisatie 2.0);
3.De manier van werken van de 3. De manier van werken van de ambtenaar.
ambtenaar (werknemer 2.0).
Het project Ambtenaar 2.0 richt zich op Deze drie onderwerpen zal ik hieronder kort uitwerken. Daarna ga ik er
alle drie deze onderwerpen. in de komende hoofdstukken dieper op in.

1. De relatie tussen burger en overheid


Nederlanders zijn eraan gewend geraakt om hun administratie (bijv.
belastingen, bankzaken) digitaal en via internet af te handelen. De
overheid investeert veel om administratieve contacten met de over-
heid steeds meer te digitaliseren. Maar behalve voor administratieve
contacten vinden burgers het ook steeds normaler om meningen, ken-
nis en informatie uit te wisselen via internet. Of om online samen te
werken in persoonlijke (bijv. Marktplaats) of maatschappelijke (bijv.
verenigingswerk) activiteiten. Ook bedrijven, overheden en andere or-
ganisaties zien steeds meer mogelijkheden om op die manier klanten,
burgers en andere betrokkenen bij hun activiteiten te betrekken. Voor
de overheid liggen deze veranderingen op vier terreinen:

Het maatschappelijk debat


Elke internetgebruiker heeft de mogelijkheid om zijn mening kenbaar
te maken via diverse online kanalen en media. Dat biedt kansen in
het opvangen van signalen uit de samenleving, maar hoe kunnen waar-
devolle bijdragen worden gefilterd uit al die megabytes die dagelijks
online worden gezet? Daarnaast zijn er nieuwe media in opkomst als
www.geenstijl.nl is een scherp weblog www.geenstijl.nl en YouTube en wordt het maatschappelijk debat har-
met een rechtse en populistische inslag. der en vluchtiger. De overheid moet nagaan hoe ze omgaat met al die
GeenStijl is één van de grootste weblogs meningen en met deze mediacratie.
van Nederland en heeft daardoor en door
de directe en confronterende aanpak een Communities rond thema’s
invloedrijke positie gekregen in het Web 2.0 heeft een versterkend effect op het platter worden van de
medialandschap. samenleving (horizontalisering) en biedt daardoor kansen voor het
versterken van de civil society. Daarbij is het ook mogelijk dat bur-
gers of samenwerkingsverbanden taken van de overheid overnemen.
Woordenboek: Social networking, Ik noemde al Fixmystreet.com in Groot-Brittannië en Waarneming.nl
internetsites waar gebruikers lid van in Nederland. De overheid moet ook nadenken hoe sociale netwerken
kunnen worden, contacten kunnen leggen slim kunnen worden ingezet voor bijv. verrijking van beleid en publieke
en groepen kunnen vormen. informatievoorziening.

Ambtenaar 2.0 (2008) | 41


Massasamenwerking
Het betrekken van burgers bij de taken en processen van de overheid
biedt veel perspectieven, bijv. bij beleidsvorming, toezicht en hand-
having, maar ook om ideeën uit de samenleving te oogsten, bijv. door
gebruik te maken van open innovatie. Web 2.0 biedt de kans om inter-
actiever en omgevingsgerichter te werken. Een voorbeeld is de inzet
van wiki's bij de plannenmakerij voor een woonwijk in Smallingerland
of www.politieonderzoeken.nl, dat burgers vraagt mee te werken aan
www.politieonderzoeken.nl probeert ... politieonderzoek. Hoe kunnen we als overheid web 2.0 benutten om
net als het televisieprogramma Opsporing verantwoordelijkheid te delen of zelfs taken uit te besteden?
Verzocht gebruik te maken van de kennis
van burgers over een misdaad of Open Overheid
verdwijning. De politie is erg actief op Om burgers de mogelijkheid te geven om te participeren in of mee te
het gebied van web 2.0 en zet werken aan de taken van de overheid is het nodig om inzicht te geven
verschillende sites en middelen in om in de processen van de overheid en is behoefte aan kennis en informa-
efficiënter en effectiever haar werk te tie. Door meer informatie (documenten, databanken, etc.) openbaar te
kunnen doen. maken ontstaan nieuwe initiatieven in de samenleving (bijv. het reeds
genoemde Ikregeer.nl) en het transparant maken van processen geeft
burgers de mogelijkheid om op het juiste moment aan te sluiten. Dat-
zelfde geldt overigens nog sterker voor transparantie binnen de orga-
nisatie. Aan de andere kant is informatie soms lastig te beveiligen en
de waarborg van veiligheid, betrouwbaarheid en privacy is dan ook een
voorwaarde om hiermee aan de slag te gaan.

2. De interne organisatie van de overheid


Om als overheid in te kunnen spelen op al deze ontwikkelingen, erop te
reageren en de mogelijkheden in te zetten om beter je werk te doen, zal
ook de interne organisatie moeten veranderen. Niet alleen om aansluiting
met de samenleving te houden, maar ook omdat nieuwe, jonge werknemers
hun opwachting maken bij de overheid. Zij zijn opgegroeid met een andere
manier van werken, samenwerken en communiceren. Welke instelling en
houding hebben managers en medewerkers nodig voor ´het nieuwe werken´
(een term die ook wel gebruikt wordt)? Welke randvoorwaarden moeten
ontwikkeld worden om ruimte te bieden aan deze 2.0-ontwikkelingen?

Ruimte aan medewerkers


De wijze van besturen en leiding geven in de ambtenarij is nog sterk in-
dustrieel ingericht, met afgebakende taken en managers die zichtbaar
controle willen uitoefenen. Kenniswerkers, aan wie je niet afziet of,
waar en hoe ze aan het werk zijn, hebben ruimte en vertrouwen nodig
om hun werk te kunnen doen. De huidige werkwijze van de ambtenaar
is nog veelal one size fits all. De organisatie moet keuzemogelijkheden
aanbieden zodat medewerkers zelf een persoonlijker en gebruikersge-
richte werkomgeving kunnen richten. Medewerkers worden onderne-
mers, managers worden ondersteuners die het kader en de verwachte
resultaten aangeven waarop de medewerker afgerekend wordt.

Werken in netwerken
Ambtenaren maken deel uit van afdelingen en directies, maar hebben
in hun werk vaak een nauwere relatie met mensen in hun netwerk die
met hetzelfde onderwerp bezig zijn. Dat kunnen collega's zijn van an-
dere directies of ministeries, maar dat kunnen ook vertegenwoordigers
zijn van maatschappelijke organisaties of actieve en betrokken bur-

42 | Ambtenaar 2.0 (2008)


gers. Werken via netwerken gaat over afdelingsgrenzen heen en vereist
daarom andere competenties en een andere manier van aansturen.

Management
Hiërarchie geeft duidelijkheid in verantwoordelijkheden binnen een or-
ganisatie, maar wordt ook vaak als sturend en belemmerend ervaren.
Werken in netwerken gaat immers over organisatiegrenzen heen: wat
zijn dan de gevolgen voor sturing en management? Als medewerkers zo-
wel fysiek als inhoudelijk overal aan het werk zijn, hoe hou je als mana-
ger overzicht over het werkterrein waar je verantwoordelijk voor bent?
En hoe stuur je erop dat aan het eind van het jaar alle opdrachten zijn
uitgevoerd? Nieuwe middelen als blogs kunnen helpen om zicht te houden
op waar medewerkers mee bezig zijn. Met open innovatie en crowdsour-
cing, binnen en buiten de eigen organisatie, kan extra kennis worden
ingezet. Dat alles vraagt wel om een andere vorm van management.

Een transparante organisatie


Een ondernemende ambtenaar heeft behoefte aan kennis en informatie
om zijn rol te kunnen vervullen. De nieuwe generatie ambtenaren ziet
kennis en informatie steeds meer als een collectief goed, niet als een
schatkist om bovenop te zitten. Ze worden ingezet op het moment dat
ze nodig zijn. En dan moet die informatie wel beschikbaar zijn en niet
op een besloten netwerkschijf staan. Als onzichtbaar is waar medewer-
kers mee bezig zijn, groeit de kans dat binnen een organisatie dubbel
werk wordt verricht. En als onduidelijk is waar de top mee bezig is,
wordt het onmogelijk voor medewerkers hun organisatie naar buiten
toe goed te vertegenwoordigen. Transparantie is een vereiste om me-
dewerkers goed en zelfstandig hun taken te laten uitvoeren.

3. De manier van werken van de ambtenaar


De kenmerken die ik eerder benoemde voor de werkwijze van web 2.0
zijn ‘open, sociaal en de gebruiker centraal’. Dat geldt ook binnen de
organisatie: er komen meer mogelijkheden voor medewerkers om zelf
hun werk vorm te geven, maar tegelijkertijd komen er ook meer ver-
antwoordelijkheden bij de medewerker te liggen.

De beschikbaarheid van middelen en instrumenten


Door web 2.0 zijn diverse sites en functionaliteiten beschikbaar gekomen
voor mensen om elkaar snel te vinden, gemakkelijk groepen en netwer-
ken te vormen en online met elkaar samen te werken. Deze instrumenten
zijn niet alleen beschikbaar voor burgers, maar geven ook ambtenaren
nieuwe mogelijkheden. Iedereen met een internetverbinding kan thuis
en op het werk gebruik maken van een groot potentieel aan nieuwe mid-
delen en instrumenten om efficiënter z’n werk in te richten, breder en
effectiever samen te werken en interactiever met burgers te werken.
Ook dat heeft nogal wat gevolgen voor onze manier van werken.

Ontwikkelen van vaardigheden


Het ligt grotendeels bij de medewerkers om deze nieuwe manier van wer-
ken gestalte te geven. Daarvoor moeten zij echter wel worden toegerust.
Dat zit enerzijds in het aanleveren van de juiste instrumenten, maar met
name ook in cursussen om kennis, competenties en e-vaardigheden te ont-
wikkelen. Daarnaast valt te denken aan opleidingen over de gevolgen van

Ambtenaar 2.0 (2008) | 43


Cursus web 2.0 web 2.0, over het gebruik van web 2.0 in het eigen werk en over de risico's
Ambtenaar 2.0 gaat over een manier van en valkuilen die daarbij komen kijken. Denk ook aan uitleg over informa-
werken, maar ook over de nieuwe tiebeveiliging, archivering, instrumenten, houding, etc. De medewerker
instrumenten waarmee je dat kunt doen. moet in staat worden gesteld om het beste uit zichzelf en zijn omgeving te
De cursus web 2.0 geeft uitleg over wat halen om zijn taken uit te kunnen voeren en zijn doelen te bereiken.
web 2.0 is en wat de gevolgen zijn voor
de overheid, maar de cursus helpt ook om Positie van de ambtenaar
de juiste sites te kiezen die kunnen De overheid is een politieke organisatie en de rol en het handelen van
ondersteunen bij de uitvoering van onze de ambtenaar in de buitenwereld is aan regels gebonden. In een orga-
taken, namelijk nisatie die steeds meer online (net)werkt en interactie heeft met de sa-
• contacten onderhouden met je menleving worden die regels steeds knellender. Actief zijn op internet
netwerk, met mensen met wie je en daar als ambtenaar je rol vervullen legt veel verantwoordelijkheid
samenwerkt in je dossier of team, bij de medewerker neer: immers, afstemmen ‘in de lijn’ is niet altijd
binnen en buiten de overheid; mogelijk terwijl je als ambtenaar staatskundig gezien wel de mening
• kennis vergaren en op de hoogte blijven van de minister verkondigt. De organisatie dient duidelijkheid te geven
van ontwikkelingen in je beleidsveld; over de professionele ruimte voor de ambtenaar om maatschappelijk
• het op de hoogte houden van je betrokken en in alle openbaarheid samen te werken, te experimente-
omgeving (collega’s, management, ren en interactief op te treden.
contacten, netwerk) van waar je mee
bezig bent; Balans tussen werk en vrije tijd
• samenwerken aan teksten (nota’s of In hoeverre ben je in het digitale leven 24 uur per dag ambtenaar? Moet
andere stukken) of aan andere een ambtenaar in het digitale leven zich altijd doel- en zelfbewust op
resultaten. internet begeven in het volle besef dat hij daar geen persoonlijke din-
gen kan schrijven over onderwerpen waar hij zich beleidsmatig mee be-
Ben je geïnteresseerd om aan deze zighoudt? In hoeverre druist die muilkorving van de digitale ambtenaar
cursus deel te nemen, kijk dan op in tegen vrijheid van meningsuiting en zelfexpressie? En als ambtenaren
cursus.ambtenaar20.nl altijd bereikbaar zijn en overal kunnen werken, hoe kunnen ze met
een gevoel van controle hun eigen tijd inrichten, zonder zich te laten
meeslepen in de ‘snel en altijd bereikbaar’-cultuur? Hierover moet de
overheid zich een mening vormen en daar bekendheid aan geven.

Samenvatting
De veranderingen die door internet en web 2.0 in gang zijn gezet zijn
merkbaar in alle drie de hiervoor genoemde peilers: de balans met de
samenleving verschuift, de complexiteit in de organisaties neemt toe en
het potentieel van de medewerker wordt groter. Niet voor niets heeft
TNO het over een disruptieve ontwikkeling. Het zal een ontwikkeling zijn
die lang gaat duren, een pad van vallen en opstaan. Maar als we als over-
heid aansluiting willen houden bij de samenleving, een aantrekkelijke
werkgever willen blijven voor (jong) talent en de efficiëntie en effectivi-
teit van werknemers willen vergroten is dat de weg die we op moeten.

Het doel van dit boek is niet om op deze vragen antwoord te geven. Het
doel is om aandacht te vragen voor de uitdagingen en een aantal inzichten
en voorbeelden mee te geven voor onderweg. In de komende hoofdstukken
zal ik die inzichten over overheid 2.0, organisatie 2.0 en werknemer 2.0
beschrijven. Daarbij zullen de hierboven genoemde onderwerpen dan ook
aan bod komen.

44 | Ambtenaar 2.0 (2008)


BDplaza, het sociale netwerk van de Belastingdienst
Op Hyves bleken al heel wat medewerkers van de Belastingdienst actief te zijn en groepjes te hebben
gevormd. Daar praatten ze over van alles en nog wat, maar ook over werk natuurlijk. Hyves is echter een
omgeving waar andere mensen ook mee kunnen lezen. Vandaar dat werd bedacht om een sociaal netwerk
voor de Belastingdienst zelf te gaan bouwen!

Wat is BDplaza?
BDplaza is een sociale netwerkomgeving, zoals de netwerksite van Ambtenaar 2.0 dat ook is. Het verschil
met de netwerksite is dat BDplaza een afgesloten omgeving is. Alleen medewerkers van de Belastingdienst
kunnen bij deze omgeving, door middel van een inlognaam en wachtwoord (alleen verkrijgbaar met een
mailadres van de Belastingdienst).

De belastingdienstmedewerker kan met collega’s informatie delen (in de vorm van blogs, foto’s, filmpjes of
andere documenten) en het is mogelijk rond thema’s een al dan niet besloten groep aan te maken en die
als groepswerkruimte te gebruiken. Er zijn geen extra gedragsregels vastgesteld. Als het uit de hand loopt
nemen de beheerders van de site contact op met de persoon die iets geplaatst heeft. Dit is tot op heden
slechts één keer gebeurd en die persoon heeft het toen ook zelf weer verwijderd.

De site draait al een tijdje en met succes. Zonder er reclame voor te maken heeft een groot deel van de
medewerkers zich ondertussen aangemeld op BDplaza. Het heeft momenteel zo’n 9000 leden en er wor-
den veel groepen aangemaakt, zowel binnen afdelingen als met mensen van verschillende afdelingen en
locaties.

Onorthodoxe aanpak
BDplaza is op een onorthodoxe wijze tot stand gekomen. De initiatiefnemers hebben geen plan van aanpak
of risico-analyse geschreven, maar in plaats van een lang implementatietraject zijn ze direct begonnen
met bouwen. Ze hebben voor hun werkwijze goedkeuring gekregen van het managementteam en kochten
vervolgens extern expertise in. De eerste demoversie stond er in twee weken, daarna ging er wel nog wat
tijd overeen om bij te schaven. De opzet is modulair, dus de site kan steeds worden uitgebreid met nieuwe
functionaliteiten.

BDplaza is een platform waar medewerkers van de Belastingdienst kunnen samenwerken en kennis uitwis-
selen. Maar het is ook gewoon een omgeving om leuke dingen te doen. Het heeft een eenzelfde functie als
de koffieautomaat, daar wordt immers ook over van alles gepraat in de minipauzes van vergaderingen. Het
managementteam staat achter deze aanpak. Het heeft ervoor gekozen uit te gaan van vertrouwen. En dat
is tot op heden niet beschaamd.

Ambtenaar 2.0 (2008) | 45


Hoofdstuk 6. Overheid 2.0: de relatie tussen burger en
overheid
Een van de kenmerken van web 2.0 is dat internetgebruikers zelf in-
Woordenboek: Tag, een woord of begrip formatie (in het Engels: content) kunnen toevoegen aan sites: foto’s,
dat wordt toegevoegd aan een tekst, filmpjes, links, commentaren, waarderingen, tags maar ook artikelen.
foto, filmpje of persoon om het te De verzamelnaam voor al deze gegevens is user generated content, dus
beschrijven en zo beter vindbaar te informatie die is bijgedragen door gebruikers.
maken.

TNO-onderzoek “User generated State”


In het voorjaar van 2008 heeft Valerie Frissen vanuit TNO onderzoek ge-
daan naar de gevolgen van web 2.0 voor de overheid (zie ook Hoofdstuk
3). De titel van dat rapport is: “Naar een user generated state”. Ofwel,
naar een overheid die werkt met bijdragen van de gebruikers. In het
onderzoek laat ze tal van voorbeelden voorbij komen op de verschil-
lende werkterreinen van de overheid:

• Democratie 2.0, door het verbeteren van de informatie-uitwisseling,


meningsvorming en mobilisatie van burgers;
• Openbare dienstverlening 2.0, waarbij burgers actief deelnemen aan
het verbeteren van publieke diensten;
• Handhaving 2.0, met burgers die een actieve bijdrage leveren aan
opsporing en handhaving;
• Toezicht 2.0, waarbij burgers steeds meer een inspectierol op zich
nemen en transparantie eisen van de overheid. Daarbij is een ver-
schuiving waar te nemen van de rol die intermediaire organisaties van
oudsher hebben.

Aanbevelingen
Hoewel er nog veel vragen zijn, kan de overheid volgens Frissen niet
stil blijven zitten: “De grootste uitdaging voor overheid en openbaar
bestuur is om hierop voorbereid te zijn.” De maatschappelijke ontwik-
kelingen vervolgen namelijk hun weg en de overheid moet aangesloten
blijven. Ze heeft daarom een aantal aanbevelingen gedaan:

1. Breng ambtenaren 1.0 in beweging: experimenteer meer!


2. Waardeer de web 2.0-competenties van de netwerkgeneratie;
www.watstemtmijnraad.nl toont het 3. Maak meer gebruik van kennis, informatie en creativiteit van bur-
stemgedrag van de gemeenteraad. gers;
Watstemtmijnraad.nl heeft als doel de 4. Breng ervaringen, voorkeuren en problemen van burgers beter in
transparantie en toegankelijkheid van de beeld;
gemeenteraad te vergroten. Je kunt niet 5. Investeer in het oplossen van enkele nijpende knelpunten;
alleen zien waarover is gestemd maar ook 6. Start experimenten met andere vormen van zelfregulering;
hoe is gestemd en door wie. Je kunt 7. Verken (praktische) consequenties van web 2.0 voor ambtenaar 2.0;
zoeken op partij, onderwerp, een 8. Breng maatschappelijke risico’s van web 2.0 in kaart.
individueel raadslid, titel van het
voorstel, datum van de raadsvergadering Vragen en risico’s
of trefwoord (tag). Watstemtmijnraad.nl Behalve de kansen die web 2.0 biedt komen ook vragen bovendrijven.
is geinspireerd op www.politix.nl, een Wat betekenen deze veranderingen bijvoorbeeld voor:
site waar je het stemgedrag van Tweede
Kamerleden kunt opvragen. Burgerlink is • legitimiteit, wanneer burgers taken van de overheid overnemen;
verantwoordelijk voor de doorontwik- • het gelijkheidsideaal, wanneer diensten steeds meer gepersonaliseerd
keling en de promotie van deze site. worden;

46 | Ambtenaar 2.0 (2008)


• privacy, als steeds meer informatie over burgers zichtbaar wordt;
• culturele fragmentatie, als ieder zijn persoonlijke media-aanbod creëert;
• de kenniskloof, tussen meer en minder mediawijze burgers;
• de accuraatheid en kwaliteit van informatie, als manipulatie gemak-
kelijker wordt en bronnen onduidelijk zijn;
• illegale content, auteursrechten en hergebruik van informatie;
• de effecten van intensief internetgebruik.

Het ministerie van BZK heeft ondertussen Ik neem aan dat dit onderzoek nog wel een vervolg zal hebben. Maar
een reactie op het rapport van Frissen belangrijker is dat we hier als ambtenaren zelf mee aan de slag gaan.
aan de Tweede Kamer gestuurd. Deze is Deze aanbevelingen en vragen hebben betrekking op ons werk. Wij zul-
te vinden op http://twurl.nl/yju63x. De len er dus iets mee moeten doen.
reactie gaat vooral over de gevolgen van
web 2.0 voor de relatie tussen burger en In de voorgaande hoofdstukken zijn al verschillende voorbeelden en
overheid, de implicaties voor verschillende manieren van interactie aan de orde gekomen. In de ko-
overheidsorganisaties en medewerkers mende paragrafen zal ik een aantal van deze vormen verder uitdiepen
komen niet aan de orde. Een gemis, en de spelregels ervan op een rij proberen te krijgen:
aangezien ook die onderwerpen tot het
beleidsterrein van BZK behoren. 1. M assasamenwerking: op basis van de spelregels die door Tapscott en
Williams in hun boek zijn opgesomd;
2. Communities: wat zijn de voordelen en de aandachtspunten bij het
werken met communities?
3. Open Overheid: overheidsinformatie als middel om creativiteit van
burgers in te zetten om onze dienstverlening te verbeteren;

1. Werken met massasamenwerking


In Hoofdstuk 2 is uitgebreid gesproken over massasamenwerking en wel-
ke vormen dat aan kan nemen. Internet heeft veel mogelijk gemaakt op
dat vlak en voor de overheid biedt het kansen om interactiever en effi-
ciënter onze taken uit te voeren in samenwerking met de samenleving.
Maar zowel voor ambtenaren als voor burgers is dit nogal een omslag
in de manier van werken. Het luistert nauw, qua onderwerpen, qua
houding, qua verwachtingen, etc. Als we hiermee willen gaan werken,
dan moeten we goed nadenken over de wijze waarop.

Tapscott en Williams hebben voor hun boek “Wikinomics. How mass


collaboration changes everything” veel mensen geïnterviewd bij bedrij-
ven die al ervaring hebben opgedaan met web 2.0. Ze bespreken bij de
vele voorbeelden ook waar de cultuuromslag voor die bedrijven heeft
gelegen. Op basis daarvan komen ze uit op een aantal voorwaarden en
adviezen voor massale samenwerking, die ik hieronder heb samengevat
en vertaald. Ik loop ze puntsgewijs langs:

Being open, ofwel open zijn


• Door meer informatie(bronnen) openbaar te maken en via een open
standaard aan te bieden kunnen anderen met hun ideeën daarop aan-
sluiten en verder bouwen;
• Je moet daarbij wel een open houding hebben, open staan voor ideeën
van buiten en niet alleen uit gaan van de kennis die je binnen je or-
ganisatie hebt;
• Transparantie geeft ook vertrouwen, een belangrijke voorwaarde als
je wil dat anderen met je mee gaan denken en tijd in jouw problemen
investeren.

Ambtenaar 2.0 (2008) | 47


Peering, ofwel uitgaan van gelijkwaardigheid
• Niet hiërarchie maar gelijkwaardigheid moet het uitgangspunt zijn indien
je mensen wil bewegen om te participeren. En zelf ook daarin meedoen
natuurlijk;
• Elk proces heeft een vorm van organisatie nodig, maar die wordt niet
van boven opgelegd. Zelforganisatie is de norm. Je kunt daarin wel een
ondersteunende rol hebben;
• Het belangrijkste voordeel van deze manier van werken is dat je aan
het eind niet naar draagvlak voor het resultaat hoeft te zoeken, die is er
namelijk al.

Sharing, ofwel delen


• Het delen van kennis leidt tot een win-win-situatie aangezien je geza-
menlijk naar één doel toewerkt;
• Door tussenresultaten en nieuwe inzichten bekend te maken kunnen an-
dere participanten daarop voortbouwen: “deze vuist op deze vuist”;
• Het zorgt ook voor een effectievere inzet van middelen omdat de deelne-
mers geen dingen dubbel gaan doen.

Acting globally, ofwel over grenzen heen werken


• Leg verantwoordelijkheid daar neer waar de kennis is en laat je niet be-
perken door de grens van je organisatie-eenheid of van je organisatie;
• De mogelijkheden daarvoor zijn immers alom beschikbaar: vanaf werk of
vanuit huis kun je op verschillende manieren met iedereen contact heb-
ben en samenwerken;
• Dat vergroot ook de behoefte aan standaard hulpmiddelen en ondersteu-
ning: een keer bouwen, overal gebruiken. Grenzen zijn immers kunst-
matig.

En, heb je mee geturfd? Hoe scoren we als overheid? Hoe doet jouw orga-
nisatie het? Het zal voor elke organisatie en voor elk project een zoektocht
zijn welke van bovenstaande punten van Tapscott en Williams meer en
minder van toepassing zijn. Ook daar moeten we dus ervaring mee op-
doen. Zie hieronder een voorbeeld waar die ervaring al wordt opgedaan.

48 | Ambtenaar 2.0 (2008)


Smallingerland bouwt een wiki-wijk
Een woonwijk met de mogelijkheden van overmorgen. Dat is wat Smallingerland, “zeg maar Drachten”,
voor ogen staat bij een nieuw te bouwen wijk. Het bijzondere van de nieuwe wijk zit hem niet alleen in de
techniek, de bebouwing of de inrichting van de openbare ruimte. Ook de manier waarop de wijk tot stand
moet komen is geheel anders dan anders: het wordt een wiki-wijk!

De gedachte is dat iedereen ter wereld, die daar zin in heeft, mee kan ontwerpen aan de nieuwe woon-
wijk. Uiteindelijk moet dat leiden tot een veelheid aan ideeën, waaruit vervolgens een keus kan worden
gemaakt. Om die ideeën boven water te krijgen werkt de gemeente samen met het bureau The Crowds. Dit
bureau zet voor de gemeente een community op.

Zoveel mogelijk mensen betrekken


De nieuwe woonwijk is gepland aan de zuidkant van het dorp Opeinde, een paar kilometer ten noordwesten
van Drachten. Normaal bepaalt de gemeente vooraf hoeveel en welk soort woningen er gebouwd moeten
worden. Op basis daarvan wordt dan een stedenbouwkundig plan gemaakt, dat de inspraak in gaat. In het
geval van Opeinde heeft de gemeente, met uitzondering van een globale begrenzing van het gebied, nog
helemaal niets op papier. Er zijn maar twee ‘harde’ randvoorwaarden: het gebied (globaal 17 hectare)
én de eis dat het een wijk voor overmorgen moet worden. Met andere woorden: de gemeente wil geen
standaard stedenbouwkundig plan, maar iets wat op zoveel mogelijk fronten revolutionair of visionair kan
worden genoemd.

Het is de uitdrukkelijke bedoeling om zoveel mogelijk mensen te betrekken bij het ontwikkelen van ver-
nieuwende ideeën. Die kunnen betrekking hebben op verkeer, bouwstijlen, techniek, duurzaamheid, inpas-
sing in het gebied en energie. Maar ook op het gebied van financiering, beheer van de (openbare) ruimte,
sociale binding, etc. Om dat proces te ondersteunen is een internetsite gebouwd, kijk daarvoor op www.
wijbouweneenwijk.nl.

Ambtenaar 2.0 (2008) | 49


2. Communities
De overheid houdt zich beleidsmatig met alles bezig. De indeling in
ministeries en de portefeuilles binnen een college zijn er om in principe
alle onderwerpen en alle thema’s af te dekken. Als een nieuwe kwestie
de kop opsteekt, dan wordt eerst nagegaan wie daar nu eigenlijk over
gaat, zodat ook dat probleem een plaats krijgt en wordt opgepakt.
Dat is ook de functie van de overheid: om overzicht te houden over
al die onderwerpen, zodat burgers zich niet in elke kwestie hoeven te
verdiepen.

Als burger beperk je je immers tot die onderwerpen die jou persoonlijk,
je werk of je omgeving aangaan. Ik ben geïnteresseerd in zaken die re-
levant zijn voor mijn werk als ambtenaar, maar ontwikkelingen in bijv.
het MKB gaan me minder aan. Ik wil betrokken worden bij wat er in
mijn wijk gebeurt, maar eenzelfde kwestie in een andere stad raakt me
minder. Ik wil bezig zijn met mijn interesses en hobbies, maar ik steek
geen tijd in andere dingen die er in de wereld te doen zijn. Kortom, ik
kies voor een beperkt aantal onderwerpen waar ik mijn energie in wil
steken.

En zo zijn nog veel meer mensen die hun energie willen steken in de
onderwerpen die mij boeien. Rondom zo’n onderwerp hebben we iets
met elkaar. Rondom zo’n onderwerp zijn er heel veel mensen met in-
teresse, kennis, ideeën en energie. Als die mensen bij elkaar kunnen
worden gebracht in een groep dan kan dat dus heel wat opleveren.
Zo’n community heeft een enorme potentie. Voordat internet bestond
kostte het veel geld en veel tijd om mensen met eenzelfde interesse of
belang bij elkaar te brengen in zo’n groep, club of vereniging: denk aan
kosten voor advertenties, administratie, postzegels, etc. Via internet is
dat echter zo gebeurd.

www.ning.com is een online platform Het gevolg is dat voor elk onderwerp en elke interesse ondertussen
waar iedereen met een paar muisklikken wel een groep te vinden is op het web. Van lokaal tot internationaal,
z’n eigen community kan bouwen. van klein tot groot, van de 11.000 leden van het wereldwijde Class-
Ondertussen zijn er op deze manier room 2.0-netwerk op www.ning.com tot de zeventien liefhebbers van
500.000 communities opgezet. Ook in chihuahua’s in Spokane, Washington, USA op www.meetup.com. Het
Nederland is de site erg populair. Het draait om mensen en het draait op mensen: het zijn vrijwilligers die
netwerk van Ambtenaar 2.0 op netwerk. hun tijd en energie steken in de onderwerpen die hen aan het hart
ambtenaar20.nl is ook in Ning gemaakt. gaan. Op dergelijke (maar misschien niet specifiek deze) communities
kunnen we als overheid ook inspringen. Die energie, kennis en ideeën
www.meetup.com biedt de mogelijkheid kunnen we gebruiken als we met een onderwerp verder willen komen.
om een netwerk te creëren rond een Maar waarom zouden we dat eigenlijk moeten doen?
evenement, bijeenkomst of activiteit. Deze
site is helaas niet gratis, maar upcoming. Waarom werken via communities?
yahoo.com biedt dezelfde voorzieningen. Zoals gezegd werken we als overheid voor alle burgers maar heeft niet
iedere burger interesse in elk onderwerp. Echter, rond elk thema of pro-
bleem is wel er een groep mensen in de samenleving actiever betrok-
ken en meer geïnteresseerd. Als ambtenaar heb je dus altijd te maken
met een meer of minder verbonden en georganiseerde maatschappelijke
groep rond jouw onderwerp of taak. Die groep kan zichzelf natuurlijk or-
ganiseren en een eigen platform creëren, maar daar kun je als overheid
ook een actieve rol in vervullen. En wel om de volgende redenen:

50 | Ambtenaar 2.0 (2008)


Je eigen community? • om externe kennis (of ideeën) in te kunnen zetten vanuit de commu-
De eerste vraag die je jezelf moet stellen nity: kennis van specialisten (niet alle kennis is binnen je organisatie
als je een site op wil gaan zetten voor je te vinden), locale kennis van bewoners of juist kennis van de laatste
netwerk of community is: “Bestaat het ontwikkelingen elders in de wereld;
niet al?” Het aantal initiatieven op
internet is enorm, dus de kans dat een • om aansluiting en contact te houden met je gebruikers (burgers, klan-
dergelijke online groep al bestaat is heel ten, etc.): enerzijds om te werken aan draagvlak en überhaupt de
groot. En als je je daarbij kunt aansluiten, communicatielijnen open te houden, maar anderzijds ook omdat ze
dan ben je al direct een eind op weg. anders hun heil elders gaan zoeken;

Vervolgens moet je goed nadenken hoe je • om efficiënter te werken: met minder mensen meer doen omdat taken
het opzetten van je community aan gaat deels worden uitbesteed aan de community;
pakken. Het is niet iets om lichtzinnig op
te pakken. In dit boek geef ik een aantal • om de samenwerking tussen verschillende partijen gemakkelijker te
handreikingen daarvoor. Het weblog van laten verlopen, doordat je als het ware gezamenlijk aan een ronde ta-
Martin Kloos bevat ook veel goede fel plaatsneemt. En daar zit je als ambtenaar dan natuurlijk ook bij!
adviezen: http://twurl.nl/7d1b4s
Het belangrijkste is echter dat je je werk niet alleen doet. Je doet het
altijd voor mensen en met mensen. En dan kun je die mensen maar
beter betrekken en betrokken houden.

Geen internetconsultaties, maar communities


Dat is dus een heel ander perspectief dan wordt gehanteerd bij de in-
ternetconsultaties die momenteel vanuit de overheid worden georgani-
seerd. De ministeries van VROM en LNV zijn er erg actief mee en Justitie
is er zelfs wetgeving voor aan het inrichten. Bij een internetconsultatie
wordt bijv. de mening van burgers gevraagd over een beleidsterrein
of over nieuwe wetgeving. Gedurende één of twee maanden is op de
internetsite van een ministerie een discussieforum geopend waar bur-
gers hun mening kenbaar kunnen maken en op elkaar kunnen reageren.
Vervolgens wordt de discussie gesloten en worden de meningen meege-
nomen in het verdere ambtelijke proces.
Mijn belangrijkste bezwaar vanuit het perspectief van web 2.0 is ei-
genlijk dat het bij internetconsultaties vooral gaat over het (beleids)
proces, een site en de teksten daarop. Maar het moet juist gaan over
de mensen en hun bijdrage. De deelnemers aan de discussie zijn nu
voorbijgangers op een site: een mening geven en dan weer weg. Terwijl
we eigenlijk de groep van geïnteresseerde burgers te pakken hebben in
zo’n consultatie. Alleen houden we die niet vast: we bouwen elke keer
een community en laten die vervolgens weer uiteen vallen.

Je moet dus beginnen bij de community van mensen die betrokken zijn
bij het desbetreffende onderwerp. Zoek ze op of breng ze bijeen. Via
de internetconsultaties hebben we heel wat mensen bij deze onderwer-
pen weten te betrekken en netwerken in beeld gekregen, dat moeten
we vasthouden, als community en als platform. Dat is de plek waar de
maatschappelijke discussie kan plaatsvinden, waar je als burger of be-
langhebbende kunt meepraten, waar je op de hoogte wordt gehouden
en waar je betrokken wordt bij de activiteiten van de overheid op dat
gebied. Met een dergelijk platform ondersteunt de overheid de maat-
schappelijke discussie en vervult ze haar rol als facilitator of provider.

Een dergelijk platform moet uiteraard wel voldoen aan de drie voorwaar-
den ‘open, sociaal en de gebruiker centraal’ (zie Hoofdstuk 3). Zo kun je

Ambtenaar 2.0 (2008) | 51


als deelnemer een profiel maken, zien wie iemand kent ('vriendjes') en
anderen uitnodigen om deel te nemen aan de discussie en het netwerk.
Maar daar wordt ook zichtbaar hoeveel je hebt gereageerd en wat ande-
ren daarvan vonden. Je kunt op de hoogte blijven over het onderwerp
doordat externe bronnen via rss getoond worden, zoals artikelen, blogs,
relevante sites, discussies elders, etc. En de gang van zaken in de Kamer
en Europa kan ook worden gevolgd, bijv. via integratie met Parlando of
Ikregeer.nl. Op deze manier ontstaat een platform waar je vervolgens
ook als overheid je vragen (internetconsultaties) in kwijt kunt.
Het ministerie van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Vragen om jezelf vooraf te stellen
betrekt al geruime tijd burgers bij de Web 2.0 en de bijbehorende mogelijkheden om meer efficiënt en inter-
idee- en beleidsvorming, bijv. bij de actief je werk te doen zijn allemaal nieuwe middelen waar we als amb-
discussie over Randstad 2040: tenaren zo goed als geen ervaring mee hebben. Er zijn nog weinig voor-
www.randstad2040.nl beelden om te kopiëren en er zijn nog geen handleidingen beschikbaar
voor hoe je zoiets aanpakt. Het is een nieuwe manier van werken. Daar
komt bij dat het opzetten van zo’n platform erg nauw luistert. Je moet
de juiste toon aanslaan. In dit boek heb ik verschillende handreikingen,
adviezen en tips opgeschreven om daarbij te helpen. Maar uiteindelijk
moet ieder zelf bepalen waar hij voor kiest in zijn werk.

Om goed te kunnen kiezen moet je jezelf de juiste vragen stellen. Tijdens


een bijeenkomst over e-participatie dit voorjaar kwam Mark van Twist,
bijzonder hoogleraar te Nijmegen en verbonden aan de Nederlandse
School voor Openbaar Bestuur, tot enkele ontwerprichtlijnen, ofwel de
Het ministerie van Landbouw, Natuur en vragen die je langs kunt lopen als je wil beginnen met een community of
Voedselkwaliteit heeft tot op heden twee andere vorm van massasamenwerking. Je moet daarbij nadenken over:
internetconsultaties georganiseerd, over
het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 1. de identificatie van deelnemers: moeten mensen die bijdragen zich
en over Landschap. identificeren of niet? Is een e-mailadres genoeg? En bij welk soort
onderwerpen is dit relevant?
2. representativiteit: streef je naar representatieve vertegenwoordi-
ging of ben je gewoon op zoek naar goede ideeën, meer kennis,
etc.?
3. dominante standpunten: wat doe je als je community gekaapt
wordt door een dominante partij of belang?
4. de motieven van deelnemers: welke belangen hebben mensen om
bij te dragen? Dat kan zijn uit betrokkenheid of plezier, om vrien-
den of contact te maken, waardering en reputatie te krijgen of om
creativiteit kwijt kunnen in een nieuwe uitdaging. Wat heb je in dat
kader te bieden?
5. transparantie: werken via een community vereist dat je proces vol-
ledig transparant wordt. Wil je dat wel? Kun je dat wel?
6. regie: werken met een community betekent dat je als overheid het
stuur op bepaalde punten en op bepaalde momenten los laat. Hoe
ga je daarmee om? Waarop blijf je wel sturen? En pak je op som-
mige momenten het stuur weer in handen als dat nodig is?
7. doel: wat wil je zelf uit de community halen? Hoe ga je de bijdragen
vertalen naar de eigen opdracht?
8. afbakening: communiceer je vooraf over de beperkingen (onder-
werp, budget, regelgeving, etc.) of laat je mensen vrij denken en
discussiëren en trechter je achteraf?
9. besluitvorming: hoe is de afstemming met de politiek en de hiërar-
chie? Hoe krijgt de community een plek in het proces?

52 | Ambtenaar 2.0 (2008)


10. o
 nderwerpen: welke onderwerpen zijn geschikt? Hoe groot of hoe
klein? Welke begrenzing?

Dus als je met communities wil gaan werken, denk dan even aan dit
vragenlijstje.

Waar moet je vervolgens op letten?


Als je als overheidsorganisatie gebruik wil maken van communities, dan
moet je rekening houden met enkele spelregels:

• Je vraagt van burgers en betrokkenen om tijd en moeite te investe-


ren in de community en in wat jij als ambtenaar wil bereiken via het
platform. Dat betekent dat je deelnemers wel de ruimte moet geven
om iets te doen (bijv. iets maken, een mening geven, etc.). En dat
betekent dan weer dat je moet kunnen loslaten, je moet controle uit
handen geven;

• Daarnaast moeten deelnemers de middelen krijgen om iets te kunnen


doen. Die middelen kunnen zijn de juiste voorzieningen op een site,
maar ook voldoende achtergrondinformatie en bijv. onderzoeksgege-
vens. Met te weinig input zal de output ook niet hoog zijn;

• Doe zelf mee: als massasamenwerking onderdeel is van je werkwijze,


dan moet je zelf ook deelnemen aan de community, op gelijke voet.
Bron: Weblog Martin Kloos - Wees ‘In the Ross Mayfield, van het bedrijf SocialText, noemt dat in-the-flow ope-
flow’, niet ‘above the flow’: http:// reren versus above-the-flow blijven zweven. Je bent zelf onderdeel
twurl.nl/n3hi88 van de community en faciliteert vanuit die positie;

• Dat faciliteren houdt onder andere in dat je de boel ook gaande moet
houden. In principe kan iedereen natuurlijk meedoen, maar niks gaat
vanzelf. Nieuwe leden verwelkomen, discussies starten, aanzetten
tot initiatieven, ambassadeurs vinden, de balans in de discussie in de
gaten houden, motiveren en enthousiasmeren, het hoort er allemaal
bij;
Een bijeenkomst organiseren met
Upcoming • Maar uiteindelijk gaat het niet om jou en de een-op-een-contacten
Je organiseert een conferentie of die je hebt, het gaat erom de community in beweging te krijgen en
bijeenkomst en nodigt daar mensen voor onderling interactie te laten hebben. Zorg ervoor dat daar moge-
uit. Eventueel krijg je dan nog lijkheden voor zijn, dat iedereen bijdragen kan leveren en dat deel-
inschrijvingen binnen, maar verder nemers elkaars bijdrage vervolgens ook kunnen beoordelen bijvoor-
gebeurt er voor die tijd niets. Eigenlijk is beeld (peer review);
dat jammer. Met upcoming.yahoo.com
kun je dat ook anders aanpakken. Je • Het is geen vrijheid, blijheid. Een lange-termijnplanning is nodig om
maakt een site voor je bijeenkomst, mensen en activiteiten te focussen, samenwerkregels en afspraken
nodigt mensen uit, maar als ze rsvp’en zijn nodig om de community te organiseren en het moet mogelijk zijn
maken ze ook direct een profiel aan op om in te grijpen als van de regels wordt afgeweken;
die site. Iedereen kan zo zien wie er
komt en wat zij te bieden hebben. Er • Met één persbericht naar de krant heb je niet je community bij el-
kunnen ook al discussies gestart worden. kaar. Dat moet groeien over een langere periode, uit verschillende
Op die manier is er al interactie voordat groepen wil je mensen bij elkaar krijgen. Walk the talk: nodig men-
de bijeenkomst plaatsvindt. En achteraf sen uit, vermeld het bestaan van de community op andere blogs, stel
kun je verder discussiëren of de foto’s een widget ter beschikking die anderen op hun site kunnen zetten,
publiceren. Zo heb je dus een instant probeer een netwerkeffect in gang te zetten (bijv. met een viral die
internetsite voor je bijeenkomst. geïnteresseerden weer doorsturen in hun netwerk), gebruik rss, etc.

Ambtenaar 2.0 (2008) | 53


Woordenboek: Embedden, het integreren • Maar het allerbelangrijkste is: wees jezelf. Wees eerlijk, open en
van informatie of een applicatie (widget) authentiek, dat levert vertrouwen op.
van de ene site in een andere site, bijv.
een YouTube-filmpje in een weblog. Maak gebruik van de mogelijkheden
Uit eigen ervaring weet ik dat we als ambtenaren vaak sterk gericht
Woordenboek: Serious game, een (online) zijn op tekst en discussie. Misschien dat dat de reden is dat voor online
computerspel met als doel al spelend een interactie vaak wordt gekozen voor een discussieforum als middel. Vaak
boodschap over te brengen of (leer)doel wordt dat een beetje saai. Niet zozeer inhoudelijk, maar wel qua dy-
te bereiken. namiek, interactiemogelijkheden, multimedialiteit, e.d. De nadruk ligt
vooral op het uitwisselen van stukjes tekst in chronologische volgorde.
Er wordt nauwelijks gebruik gemaakt van video (vanuit onszelf of via
een mogelijkheid te uploaden), geen embedded kaartmateriaal (bijv.
www.bbc.co.uk/white/spectrum.shtml een kaart van waar de reacties vandaan komen), het ontbreekt aan een
toont de resultaten van een onderzoek mogelijkheid om foto’s te uploaden (bij een discussie over wijkinrich-
naar integratie in het Verenigd ting of landschap bijv.) en ga zo maar door.
Koninkrijk. Meningen met eenzelfde
achtergrond zijn verzameld per kleur. Als je dan toch met tekst aan de slag gaat, er zijn ook meerdere manie-
Door te klikken op een cirkel verschijnt ren om meningen en discussie te visualiseren. Dat kan door de discussie
een citaat met de mogelijkheid verder te te voeren in visuelere omgevingen, bijv. een 3D-omgeving of een serious
lezen of om te reageren. game. Maar je kunt discussies ook op een andere manier weergeven dan
alleen teksten onder elkaar: rond onderwerpen, in een tijdlijn, door
www.wefeelfine.org vangt signalen op woorden te filteren, etc. Voor een verregaand voorbeeld, kijk bij BBC
uit blogs en andere uitingen op internet White Spectrum. Of de site www.wefeelfine.org, een zoekmachine die
en presenteert die met behulp van bijhoudt hoe de mensheid zich voelt door blogs te doorzoeken op het
vormen, kleuren en beweging. Door te woord feel. Ik ben erg benieuwd wat voor nieuwe vormen van menings-
klikken op een vorm verschijnt de vorming en uitwisseling de komende tijd nog zullen verschijnen.
bijbehorende tekst.

54 | Ambtenaar 2.0 (2008)


Guus.net: werken via een community
Netwerken is op het platteland niets nieuws. In de loop der tijden zijn er vele veranderingen geweest in de
aanwezige sociale en kennissystemen, van jaarmarkt tot communities of practice. Kennisuitwisseling via
deze netwerken houdt het platteland vitaal en het ministerie van LNV heeft dat dan ook altijd ondersteund,
bijvoorbeeld via de Universiteit Wageningen. Maar de komst van internet en web 2.0 vraagt om een nieuwe
aanpak. Dus: hoe stimuleert LNV kennisuitwisseling anno 2008?

Versterken netwerk veelzijdig platteland


Rond de thema’s plattelandsontwikkeling en landelijk gebied wordt op veel plaatsen kennis ontwikkeld
en uitgewisseld. De praktijk laat zien dat er verschillende aanpakken en werkwijzen ontstaan die in een
behoefte voorzien: werkplaatsen, kennisloketten, regionale innovatiecentra, schetsschuiten, countryside
exchange en dorpskernen zijn allemaal voorbeelden daarvan. Daar gebeurt al heel veel, maar de doorstro-
ming van kennis en ervaring naar bewoners en gebruikers van het platteland loopt nog niet vanzelf. Is een
online community daarvoor het juiste platform?

Uit een eerste verkenning blijkt dat een dergelijke Kennisnetwerk Vitaal Platteland
• zich moet baseren op de regionale agenda’s en initiatieven uit de praktijk;
• moet aansluiten bij de specifieke vragen uit het gebied;
• daarvoor kennis moet ontsluiten, uitwisselen en ontwikkelen;
• overzicht moet creëren en waar nodig coördineren;
• geen organisatie is maar eerder een gemeenschap of community;
• niet alleen bestaat uit virtuele netwerken maar ook bestaat uit ontmoetingen.

Een nieuw kenniscentrum is daarom geen nieuw en zeker geen statisch instituut. Het is ook geen fysiek
te bezoeken centrum, maar moet zich richten op, en vooral deel uit maken van, een levend netwerk. Het
ministerie van LNV wil een dergelijke manier van werken ondersteunen en heeft dan ook geld beschikbaar
gesteld om dit platform te bouwen. Dat platform is www.guus.net. Maar LNV gaat niet zelf aan de knoppen
zitten. De ministerieambtenaren zijn gewoon lid van de gemeenschap (community) en niet de beslissers.
Voor LNV is in dit geval dus een initiërende, stimulerende en ondersteunde rol weggelegd.

Ambtenaar 2.0 (2008) | 55


3. Open Overheid
www.politix.nl bevat alle wetsvoorstellen Sinds 2006 kunnen burgers bij de site www.politix.nl terecht om te
van de Tweede Kamer sinds januari 2003. volgen welke wetsvoorstellen naar de Tweede Kamer gaan en hoe de
Bij ieder voorstel kun je zien hoe de partijen daarop stemmen. Als je op de hoogte wil blijven welke Kamer-
partijen hier over stemmen en of het vragen er gesteld worden en wat de antwoorden daarop zijn kun je op
voorstel aangenomen of afgewezen is. www.ikregeer.nl kijken en je abonneren via rss, e-mail en Twitter.
Gebruikers kunnen ook meepraten over Beide sites maken daarbij gebruik van overheidsinformatie, maar geen
het voorstel of op het voorstel stemmen. van beide is een overheidssite. Het zijn initiatieven van betrokken bur-
gers die een bijdrage leveren aan het versterken van de democratie.
Zouden we dat niet meer willen zien?

Een voorbeeld: de (on)toegankelijkheid van parlementaire informatie


parlando.sdu.nl is het overzicht van alle De informatiebron waar deze sites gebruik van maken en waar ze naar
definitieve parlementaire publicaties en verwijzen is Parlando, de online verzameling van Officiële Publicaties
een uitgave van het bedrijf SDU. De van de Nederlandse staat. Alle publicaties zijn via deze site te vinden.
overheidssites www.overheid.nl en www. Echter, de site werkt alleen op zichzelf: de informatie kan niet op een
tweedekamer.nl verwijzen naar deze site. andere manier worden hergebruikt; Er kan zelfs geen link naar een
Kamerstuk worden gemaakt. Politix.nl hierover:

“Alle informatie komt uit Parlando, waar alle parlementaire stukken


vanaf 1995 te zien zijn. Met het dossiernummer en Kamerstuknummer
van een voorstel, kun je op Parlando het originele Kamerstuk terugvin-
den. Wij hadden deze informatie natuurlijk ook liever direct gelinkt,
maar dat is te modern en te open voor Parlando.”

Ook het veel gelezen webtijdschrift www.sargasso.nl, dat schrijft over


www.sargasso.nl is één van de betere wetenschap, politiek en cultuur, klaagt over de geslotenheid van Par-
weblogs van Nederland, bekend geworden lando:
door de diepgaande informatievoorziening
over de EU-grondwet. Ook het onderwerp “Sinds enige dagen ben ik nu bezig met de serie ‘Kamerstukken van
‘privacy’ krijgt veel aandacht op de site. de dag’, een poging mijnerzijds om politiek toegankelijker te maken
en de betrokkenheid te verhogen. Maar in die poging voel ik me al
gelijk geblokkeerd door het informatiesysteem van het parlement:
Parlando.”

Dit probleem is deels opgelost door de site www.geencommentaar.nl.


Ze hebben een site vóór Parlando gebouwd. Deze site vindt niet alleen de
benodigde Kamerstukken maar geeft ook een link naar het document die
je kunt blijven gebruiken. Een heel handige oplossing dus en ik weet dat
ook veel ambtenaren er gebruik van maken. De vraag is echter: waarom is
het nodig? Waarom zijn er drempels voor burgers om gebruik te maken van
deze informatiebron van de overheid?

www.geencommentaar.nl is een weblog De site Ikregeer.nl moest een nog grotere drempel nemen voordat ze
met een linkse inslag. Het richt zich op met hun dienst konden beginnen. Vanaf deze site wordt niet alleen
diverse politieke thema’s en probeert doorverwezen naar de Kamervragen. Om meer functionaliteit te kun-
actief een bijdrage te leveren aan het nen bieden zijn de documenten zelf allemaal van Parlando overgezet
maatschappelijk debat. naar de eigen site. Daardoor biedt de site nu een scala aan mogelijk-
heden om te abonneren, te reageren, overzichten te maken, etc. Een
aanwinst voor elke geïnteresseerde burger en ambtenaar. Sterker nog,
het ministerie van VROM gebruikt de site zelfs in z’n jaarverslag over
2007. Maar dat was dus pas mogelijk na het bouwen van een technische
omweg om de documenten te kunnen gebruiken.

56 | Ambtenaar 2.0 (2008)


Ondertussen is bij de Tweede Kamer hard gewerkt aan een parlementair
informatiesysteem (Parlis), dat de interne informatiestromen moet gaan
organiseren. Echter, zowel www.overheid.nl als www.tweedekamer.
nl verwijzen nog steeds naar Parlando voor documenten. Blijkbaar is het
lastig om een site te bouwen om die documenten goed voor burgers te
ontsluiten. Dat is overigens ook niet waar Sargasso, Politix.nl en Ikre-
geer.nl om vragen. Ze willen geen site, ze willen de documenten. Als ze
gemakkelijker toegang zouden hebben tot de informatiebronnen, zouden
ze die site en de handige functionaliteiten namelijk zelf kunnen bouwen.
Dat moet toch te doen zijn?
Woordenboek: XML, eXtensible Markup
Language, een standaard om gegevens Wat is Open Overheid?
gestructureerd vast te leggen en tekst en Open Overheid is een initiatief om meer overheidsinformatie online be-
vorm van elkaar te onderscheiden. schikbaar te stellen in een open format, zoals XML of rss, of via een API.
Natuurlijk moet de overheid ook zelf zorgdragen voor gebruikersvrien-
Woordenboek: API, application delijke internetsites waar je overheidsinformatie kunt vinden. Maar we
programming interface, een set afspraken hoeven niet alles zelf te verzinnen. Door de informatie open beschik-
waardoor sites en computers kunnen baar te stellen, kunnen anderen erop voortbouwen en met innovatieve
samenwerken en gegevens kunnen toepassingen komen, zoals Ikregeer.nl. Zo kan open overheidsinforma-
uitwisselen. tie een steun voor de democratie zijn en innovatie versterken.

Nederland kent natuurlijk al de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob).


Op de site van het Ministerie van Die geeft burgers het recht inzage te vragen in documenten van de over-
Algemene Zaken staat meer informatie heid. De onderzoekscommissies van Wallage en Wolffensperger hebben
over de commissie-Wallage, op http:// echter opgeroepen meer informatie actief vanuit de overheid openbaar
twurl.nl/585n3i, en over de commissie- te maken. Vanuit de ICTU is vervolgens begonnen met het openbaar
Wolffensperger, op http://twurl.nl/ maken van informatie via internet, vooral gericht op regelgeving, ver-
ssghpj gunningen en bekendmakingen. Ze zijn bij diverse gemeenten nu online
in te zien, maar ook deze zijn niet herbruikbaar (bijv. om in Funda te
ICTU, de ICT-Uitvoeringsorganisatie van laten zien wat er rond een huis is gebeurd of nog gaat gebeuren).
de overheid, heeft als doel overheden te
ondersteunen om innovatieve toe­pas­ Daarnaast werd door ICTU een begin gemaakt met het ontsluiten van
singen op het gebied van de informatie- databases. Het gaat in dit verband om databases waarvan de inhoud
en communicatietechnologie te volgens de Wob een openbaar karakter heeft en die bruikbaar zijn voor
ontwikkelen, te introduceren en te burgers en bedrijven. Het kan hierbij gaan over meetresultaten, statis-
implementeren. Zie www.ictu.nl tische gegevens, adressen van instellingen (bijv. scholen, gemeenten),
kaartmateriaal, etc. Dit laatste initiatief heeft helaas nog maar weinig
zichtbare voorbeelden opgeleverd. En de voorbeelden die er zijn, lenen
zich ook weer slecht voor hergebruik. Zo heeft de Voedsel en Waren
Autoriteit wat onderzoekrapportages online staan, maar ook deze zijn
alleen via een zoekmachine te gebruiken.

Het potentieel
De conclusie is dat we op verschillende fronten bezig zijn om informatie
online beschikbaar te stellen, maar dat die informatie over het alge-
meen alleen toegankelijk is via een specifieke overheidssite en als je
er specifiek naar gaat zoeken. Maar als burger wil ik helemaal niet naar
de site van de gemeente, naar de milieudienst West-Holland of naar
de VWA hoeven te gaan als ik bijv. wil weten of er problemen zijn met
een vergunning bij mij in de buurt. Al die informatie, uit verschillende
bronnen, wil ik ontvangen in een omgeving die ik zelf kies. Via mail,
via rss of op een site die daar een handige functionaliteit voor heeft
ontwikkeld.

Ambtenaar 2.0 (2008) | 57


www.buurtlink.nl is een sociale- Dat is niet iets wat de overheid hoeft te ontwikkelen. Er zijn genoeg
netwerksite voor je eigen buurt, op basis bedrijven en initiatieven die in dat gat zullen springen. Neem www.
van postcode. Er worden berichten buurtlink.nl, een site die op basis van postcode allerlei informatie en
uitgewisseld tussen buurtbewoners, voorzieningen bij elkaar brengt. Wat we wel moeten doen is de infor-
oproepen gedaan, activiteiten matie die we als overheid verzamelen beschikbaar stellen zodat een
georganiseerd, etc. Andere bedrijf als Buurtlink, of welke creatieveling dan ook, er iets mee kan
informatiebronnen rond die postcode bouwen. Dan geven we de creativiteit van burgers en de innovativiteit
worden ook getoond. Voor gemeenten en van bedrijven de ruimte. Ik ben benieuwd wat voor interessante sites
andere overheidsdiensten biedt deze site en mash-ups dat zou opleveren!
een goede mogelijkheid om contact te
houden met bewoners. Er zijn inmiddels prachtige voorbeelden die vaak, voor de persoon die
ze kan vinden, waardevolle maar ook gewoon leuke informatie opleve-
ren. Een bekende mash-up is www.everyblock.com, waar de inwoners
www.everyblock.com biedt ondertussen van diverse Amerikaanse steden informatie kunnen halen over gepleeg-
overheidsinformatie aan in de steden de misdaden in hun postcodegebied, maar zich ook kunnen informeren
Boston, Charlotte, Chicago, Los Angeles, over horecacontroles, bouwvergunningen en dergelijke. In de Neder-
Miami, New York, Philadelphia, San landse context kennen we www.misdaadkaart.nl of www.alarmerin-
Francisco, San Jose, Seattle en Washington gen.nl. Via rss kun je die informatie dan weer gebruiken in je eigen
DC. informatievoorziening. Zo krijg ik in Netvibes bericht van alle alarme-
ringen van politie en brandweer in de buurt van mijn huis.
www.misdaadkaart.nl geeft een
overzicht van overtredingen en Veel mash-ups gebruiken kaartmateriaal (bijvoorbeeld Google Maps)
politieberichten, zowel per categorie als om de informatie via een kaart te presenteren. Het moment dat Google
per locatie (op de kaart). deze informatie vrijgaf (medio 2005) kan daarom gezien worden als een
start van een nieuw tijdperk. De informatie van Google is ook beschik-
www.alarmeringen.nl geeft een actueel baar via een API, waardoor de informatie snel en gemakkelijk geïnte-
overzicht van politie- en brandweer­ greerd kan worden met andere informatie. Het resultaat daarvan is een
activiteiten. Je kunt je abonneren met de interactieve kaart die vervolgens weer in een pagina opgenomen kan
cijfers van je postcode en bijv. via rss op worden door te embedden of met widgets. Voor meer informatie over
de hoogte blijven van wat er in je Nederlandse mash-ups met kaarten, zie www.nederkaart.nl.
gemeente gebeurt.
Mijn verwachting is dat mash-ups nog maar het begin zijn een grotere
www.nederkaart.nl is een blog over ontwikkeling. De kern van de mash-up is het verzamelen, integreren en
kaarten en geo-informatie op internet. presenteren van informatie. Met alle informatie op het internet zijn de
De site bevat veel voorbeelden, ook van mogelijkheden onbeperkt. Het lijkt een kwestie van tijd te zijn voordat
overheden. via slimme interfaces (met eventueel geografische informatie) aan onze
informatiebehoefte steeds sneller en beter tegemoet wordt gekomen.
Een vraag als “welke fietspaden in mijn wijk zijn veilig” kan dan beant-
woord worden door via een kaart, voor een bepaalde periode, informa-
tie te presenteren over alarmeringen, misdaad, werkzaamheden, etc.
De techniek is er klaar voor.

Open Overheid Principes


Ook in de Verenigde Staten wordt ingezet op de openbaarmaking van
overheidsinformatie, getuige het plannen van presidentskandidaat Ba-
rack Obama: “Obama plans to make government data available online in
Bron: BarackObama.com - Barack Obama universally accessible formats to allow citizens to make use of that data
on technology and innovation: to comment, derive value, and take action in their own communities”.
http://twurl.nl/2dzogp Als we in Nederland met Open Overheid aan de slag willen dan is het na-
tuurlijk wel van belang dat we nadenken over de manier waarop we dat
gaan doen. Uiteraard dient er bij het beschikbaar stellen van informatie
rekening gehouden te worden met aspecten als privacy, maar er zijn nog
meer randvoorwaarden.

58 | Ambtenaar 2.0 (2008)


www.opengovdata.org is een wiki met In de Verenigde Staten is een Open Government Working Group opgezet
acht principes voor open die de openbaarmaking van overheidsinformatie propageert (zie www.
overheidsinformatie, opgesteld in opengovdata.org). Deze werkgroep heeft een aantal principes opgesteld
december 2007. waaraan open overheidsinformatie moet voldoen. Dit lijkt me een goede
checklist om ook in Nederland te gebruiken. Vandaar dat ik ze hier graag
citeer (in het Engels):

“Government data shall be considered open if they are made public in a


way that complies with the principles below:

1. Complete : All public data are made available. Public data are data
that are not subject to valid privacy, security or privilege limitations.

2. P rimary: Data are collected at the source, with the finest possible
level of granularity, not in aggregate or modified forms.
3. Timely: Data are made available as quickly as necessary to preserve
the value of the data.

4. A
 ccessible: Data are available to the widest range of users for the
widest range of purposes.

5. M
 achine processable: Data are reasonably structured to allow auto-
mated processing.

6. N
 on-discriminatory: Data are available to anyone, with no require-
ment of registration.
Embedden, hoe doe je dat?
Vaak zie je op sites met video’s, pre­sen­­ 7. N
 on-proprietary: Data are available in a format over which no entity
taties, foto’s of kaarten dat je wat je daa­r has exclusive control.
bekijkt ook kunt embedden. Wat houdt dat
in? Is dat alleen voor technici? Niet perse. 8. L
 icense-free: Data are not subject to any copyright, patent, trade-
Het betekent namelijk dat je een deel van mark or trade secret regulation. Reasonable privacy, security and
die site, bijv. het filmpje, de presentatie, privilege restrictions may be allowed.
de fotoreeks of kaart, in een andere pagina
kan plaatsen. Dat kan je blog zijn, maar het Compliance must be reviewable, which means:
kan vaak ook in een reactie of forum, zoals
op netwerk.ambtenaar20.nl • A contact person must be designated to respond to people trying to
use the data;
Hoe werkt het? Ga naar bijv. YouTube, • A contact person must be designated to respond to complaints about
kopieer de embed-code die je naast het violations of the principles;
filmpje ziet staan en ga naar je eigen • An administrative or judicial court must have the jurisdiction to re-
pagina op het netwerk Ambtenaar 2.0. view whether the agency has applied these principles appropriately.”
Onderaan de pagina kun je een reactie
toevoegen. Plak de embed-code in het Samenvatting
tekstveld en druk op de knop ‘opslaan’. In het begin van dit boek heb ik uitgebreid proberen te schetsen wat de
Het filmpje verschijnt nu embedded in impact is van het feit dat plaats en tijd niet meer bestaan op internet.
jouw pagina. De meeste tijd brengen we echter nog steeds door in de fysieke wereld,
waar die dimensies nog steeds bepalend zijn voor hoe we onze wereld
Woordenboek: Mash-up, een inrichten. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat vaak online een
samenvoeging van informatie uit kopie wordt gemaakt van de materiële wereld. Dat is duidelijk te zien
verschillende bronnen op internet, bijv. bij de opzet van overheidssites. Het zijn virtuele gebouwen met een in-
de combinatie van statistische gegevens gang, een organisatiestructuur en voor alles een plek. Tot in de puntjes
met Google Maps. georganiseerd volgens strikte regels.

Ambtenaar 2.0 (2008) | 59


Dat is echter steeds minder hoe de samenleving werkt. Elke burger met
enige programmeerkennis kan zo’n zelfde gebouw neerzetten, of een
beter werkende versie ervan, of een bruikbaar onderdeel ervan. Ook
hier zullen we moeten bekijken wat we als overheid zelf moeten doen
en waar we juist initiatief uit de samenleving moeten stimuleren. De
rijkdom aan informatie die de overheid bezit is een katalysator voor
dergelijke burgerinitiatieven en kan nieuwe bedrijven of zelfs bedrijfs-
takken aanzwengelen. Daarom moeten we als overheid meer nadruk
leggen op het in een open format beschikbaar stellen van overheidsin-
formatie: Open Overheid.

60 | Ambtenaar 2.0 (2008)


De Britten doen het beter
De Belgen doen het beter, dat was het motto enkele jaren geleden om de elektronische dienstverlening
vanuit de overheid steviger aan te pakken. Maar als het gaat om overheid 2.0 dan doen de Britten het
beter. Het helpt natuurlijk dat er een minister is (Tom Watson) die er erg actief bovenop zit, maar verder
maken ze gewoon gebruik van de instrumenten die op internet te vinden zijn. Hieronder zet ik een aantal
voorbeelden op een rij van waar de Britse overheid mee bezig is.

Britse 2.0-initiatieven
Dit is natuurlijk geen uitputtende lijst, maar er staan ideeën tussen die we ook in Nederland direct in kun-
nen zetten:
• Voor Britse ambtenaren is een Civil Service Code opgesteld waarin staat beschreven hoe ze zich moeten
opstellen in online discussies e.d. Zie ook Hoofdstuk 8;
• De Power of Information Taskforce (powerofinformation.wordpress.com) heeft zelf ook een blog. Net als
de eerste versie van Ambtenaar 2.0 gewoon gratis en online met WordPress. Handig om op te abonneren
als je de Britse ontwikkelingen wil volgen;
• De taskforce is een prijsvraag begonnen onder de naam Show us a better way (www.showusabetterway.
com). “Wat voor online applicatie zou jij willen bouwen met publieke informatie?” Een mooi voorbeeld
van crowdsourcing. Er komen heel veel ideeën binnen, die je kunt volgen via Twitter en waar je op kunt
reageren. Jammer dat je er niet op kunt stemmen, dat zou het werk van een jury een stuk gemakkelijker
maken;
• Om te weten welke publieke informatie beschikbaar is om op verder te bouwen is ook een lijst van in-
formatiebronnen gemaakt en werkt de taskforce hard om meer overheidsinformatie online te krijgen.
Daarnaast is er een Public Sector Information Unlocking Service (www.opsi.gov.uk/unlocking-service)
gestart waar burgers kunnen melden welke bron ze geopend willen hebben. Het ziet er helaas uit als een
standaard niet-interactieve website, maar hier kun je wel stemmen om een voorstel te ondersteunen!
• Tenslotte: het Departement of Innovation, Universities and Skills (www.dius.gov.uk) is bezig met een
internetconsultatie in de vorm van een forum en een enquête. Niet veel anders dan wat LNV en VROM
doen nu, maar ze maken wel beter gebruik van web 2.0-middelen: je kunt bijv. de enquêtevragen als
widget opnemen in je blog en de discussies volgen in Twitter en Facebook. Dat geeft geïnteresseerde
burgers de mogelijkheid om de consultatie te helpen verspreiden (een toepassing van de long tail voor de
communicatie).

De Britten doen het als het gaat om web 2.0 dus vooralsnog beter. Maar die voorsprong is te overbruggen.
Ideeën zijn er genoeg, tijd voor wat Nederlandse experimenten!

Ambtenaar 2.0 (2008) | 61


Hoofdstuk 7. Organisatie 2.0: de interne werkwijze van
de overheid
In Hoofdstuk 7 werd duidelijk wat de potentie is van web 2.0 in de rela-
tie tussen burger en overheid. Maar die overheid, dat zijn wij. Het is aan
ambtenaren om dergelijke initiatieven op te pakken (meer daarover in
Hoofdstuk 8). Daarvoor moeten ze echter wel de ruimte krijgen binnen
hun organisatie. Om op deze manier interactief te werken buiten de
eigen organisatie vraagt ook een andere manier van werken binnen de
organisatie. Het heeft gevolgen voor hiërarchie, voor management en
de organisatiecultuur. Dat wordt in dit hoofdstuk verder uitgewerkt.

Wie moet aan de slag met organisatie 2.0?


Ik ben betrokken bij diverse trajecten waarin de mogelijkheden die
hiervoor staan beschreven worden ingezet. Daarbij probeer ik uit te
leggen wat de spelregels zijn die bij die nieuwe middelen horen en
op die manier een bijdrage te leveren aan het traject. Ik benadruk
echter steeds dat de verantwoordelijkheid voor het traject ligt bij de
beleidsmedewerker zelf (of stafmedewerker, of uitvoerder, etc.). Die
kent het onderwerp, die kent de doelgroep, die weet wat hij wil berei-
ken. Ik lever alleen mijn ervaring met web 2.0 om het kennisgat dat nu
nog bestaat in te vullen. Maar jij moet het doen!

Ik ga ervan uit dat dat kennisgat een tijdelijke situatie is, dat het ge-
bruik van web 2.0-middelen op de juiste manier een standaard onder-
deel wordt van het instrumentarium van ambtenaren. Op dit moment is
dat nog niet het geval: we zitten in een periode van zoeken en experi-
menteren. Sommige organisaties en organisatieonderdelen gaan er heel
voortvarend mee om, andere minder. Grofweg zijn er drie manieren
voor organisaties om met de veranderingen van web 2.0 om te gaan:

1. A
 ls toeschouwer, bijv. door je als organisatie constant op de hoogte
te stellen van online discussies en netwerken op de eigen beleid-
sterreinen (ook wel online signalenopvang genoemd). Op dit terrein
gebeurt al heel wat. Communicatiemedewerkers en informatiespe-
cialisten verzamelen informatie voor analyses en deels om interne
nieuwsbrieven samen te stellen. Dit is een functie die binnen een
organisatie dus vaak is gecentraliseerd. Op termijn is dat echter niet
te handhaven, aangezien je als beleidsmedewerker bijv. precies wil
weten wat er binnen jouw beleidsdossier gebeurt. Van alle infor-
matie, discussies en gebeurtenissen die via internet zichtbaar zijn
geworden wil je alleen weten wat er in jouw niche gebeurt. Een
algemene knipselkrant of nieuwsbrief is dan niet specifiek genoeg en
is te indirect om erop te kunnen reageren;

2. A
 ls gebruiker, bijv. door (externe) specialistische kennis te betrek-
ken bij concrete projecten om daarvoor een web 2.0-aanpak uit te
werken en uit te voeren. Hoewel ook in de communicatie steeds
meer wordt benadrukt dat afdelingen zelf moeten nadenken hoe ze
de communicatie rond een project organiseren (communicatie in het
hart van het beleid, bijv.), wordt er meestal nog steeds een commu-
nicatiespecialist of communicatiebureau betrokken om de uitvoering
te doen van een campagne of actie. Het gevolg is dat er geen ruimte

62 | Ambtenaar 2.0 (2008)


is voor interactie met de doelgroep, aangezien een bureau weliswaar
een boodschap kan uitdragen namens je organisatie, maar niet het
gesprek aan kan gaan. Dat kun je alleen zelf. In de interactieve we-
reld van web 2.0 is die aanpak dus onvoldoende;

3. A
 ls deelnemer, wanneer de organisatie zich web 2.0 eigen heeft
gemaakt, medewerkers inzicht hebben in de betekenis en (on)moge-
lijkheden en het integraal onderdeel is van de eigen manier van wer-
ken. Pas dan kun je de manier van werken en de middelen van web
2.0 goed inzetten om meerwaarde te hebben in je werk. Dat maakt
het mogelijk om interactief met je omgeving en de samenleving je
overheidstaken uit te voeren. Daarbij is het nog steeds mogelijk om
taken uit te besteden aan specialisten, maar als ambtenaar ben je
zelf verantwoordelijk voor de invulling van je rol en voor het aan-
gaan van het gesprek. Dat kun je niet uitbesteden.

Voor de duidelijkheid heb ik de drie hierboven geschetste houdingen in


een grafiekje gezet:

Ik wil hiermee aangeven dat deze veranderende relatie tussen overheid


en burger in wezen een veranderende relatie tussen ambtenaar en bur-
ger is. Als we als overheid deel willen nemen aan het maatschappelijk
debat, als we aan willen haken bij online discussies, als we gebruik
willen maken van kennis, ideeën en inzet uit de samenleving, dan is dat
iets wat je vanuit je eigen werkterrein moet oppakken. Je zult daarvoor
zelf activiteiten in gang moeten zetten en zelf in de gaten houden hoe
de interactie verloopt.

Een dergelijke interactie verloopt dus steeds minder via de lijnen en


structuren van de hiërarchie. De ambtenaar die online participeert en
werkt in netwerken over organisatiegrenzen heen moet daarvoor de
ruimte en de vrijheid krijgen van zijn management. Dat vraagt een
andere manier van aansturing. Ook de positie van een directie Com-
municatie zal daardoor veranderen: de nadruk zal nog meer verschui-
ven van externe voorlichting naar interne ondersteuning en opleiding.
Ofwel: hoe gaat de organisatie de medewerker helpen om een zo groot
mogelijke armslag te krijgen en het maximale te halen uit zijn kennis,
netwerk en inzet?

In Hoofdstuk 6 beschreef ik wat de kerneigenschappen zijn van web


2.0: openheid, netwerken en het individu als uitgangspunt. Dat zijn de
fundamenten onder het succes van veel van de grote web 2.0-sites op

Ambtenaar 2.0 (2008) | 63


internet en de voorwaarden voor het slagen van communities en initi-
atieven voor massasamenwerking. De overheid kan in haar relatie met
de samenleving alleen op zo’n manier werken als daar intern ook de
voorwaarden voor geschapen zijn, als intern ook volgens die kerneigen-
schappen wordt gewerkt. En daar zit voor de meeste overheidsorgani-
saties nogal een uitdaging. De drie eigenschappen op een rij:

1. Openheid, de transparantie van de organisatie;


2. Netwerken, horizontale netwerken tegenover verticale hiërarchieën;
3. De medewerker centraal, in plaats van het proces of de functieom-
schrijving.

De komende drie paragrafen zal ik per eigenschap bekijken hoe de


overheid op dat vlak werkt en aangeven hoe die manier van werken
meer in lijn kan worden gebracht met de cultuur van web 2.0.

1. Openheid
Een transparante organisatie is een voorwaarde voor
samenwerking
Documenten uitwisselen In mijn werk bij het ministerie van LNV heb ik bij verschillende organi-
Heb je een presentatie gegeven, een leuk satieonderdelen gewerkt. Aangezien dat meestal korte projecten wa-
artikel geschreven of een goede nota, of ren was het belangrijk om documenten en andere informatie goed over
ben je gewoon een interessant document te dragen aan de collega’s zodat ze alles terug konden vinden. Daarom
tegengekomen, dan wil je het delen met heb ik er altijd voor gekozen om mijn dossiers niet op mijn persoonlijke
anderen. Dat kan via e-mail, maar nog netwerkschijf te zetten, maar op de schijf van het organisatieonder-
handiger is het als mensen het zelf deel. Daar zat ook een nadeel aan: daardoor kon ik geen documenten
kunnen downloaden. Maar hoe zet je een uitwisselen met andere delen van het ministerie (laat staan daarbui-
document op internet? Daar zijn ten) aangezien de netwerkschijven waren ingericht en afgesloten per
verschillende sites voor: organisatieonderdeel. En nog mooier: zodra ik doorverhuisde naar een
ander onderdeel voor mijn volgende project, had ik geen toegang meer
•w  ww.box.net is een online tot mijn eigen dossier van mijn vorige project.
netwerkschijf met een groeiend aantal
functionaliteiten eromheen, waar je Niet alleen is dit vreselijk inefficiënt, het belemmert ook de samenwer-
gratis 1 gigabyte kunt opslaan en king over organisatiegrenzen heen. Openheid, inzicht in activiteiten,
eventueel per map of document delen toegang tot informatie, het is een voorwaarde om te kunnen samen-
met anderen; werken. Wat is samenwerken immers anders dan het laten aansluiten
• www.scribd.com is een soort YouTube van je eigen werkzaamheden op die van een ander? Dan moet je dus
voor documenten: je kunt je eigen wel weten waar de ander mee bezig is, waar die zich op baseert, wat
documenten uploaden en delen, maar er al ligt. Ik weet zeker dat meer openheid en transparantie binnen
ook allerlei handige documenten van organisaties de hoeveelheid dubbel werk die gedaan wordt enorm zou
anderen vinden en embedden in je site; kunnen beperken en de werkzaamheden die worden verricht veel beter
• www.yousendit.com is voor de op elkaar zouden kunnen laten aansluiten.
verzending van zeer grote bestanden
die niet via e-mail kunnen worden Een gesloten werkwijze leidt niet tot meerwaarde
verstuurd. Je uploadt je bestand en de Behalve netwerkschijven is er nog een digitaal instrument dat veel
ontvanger krijgt een mail met een link. wordt gebruikt om samen te werken: e-mail. Binnen organisatieonder-
delen, maar zeker naar buiten toe is dat het meest gebruikte instru-
Let er overigens wel op dat je nooit ment. Het is laagdrempelig en zeer geschikt voor één-op-één-communi-
geheime of privacygevoelige informatie catie wanneer geen direct contact (telefoon, instant messaging, chat)
op deze manier deelt en dat je niet per nodig is. Maar meer dan dat zal het ook nooit worden. E-mail levert
ongeluk documenten voor meer mensen geen meerwaarde op buiten de informatieoverdracht van 1 naar 1, het
beschikbaar maakt dan je bedoeling is! is een gesloten medium.

64 | Ambtenaar 2.0 (2008)


Soms is dat natuurlijk de juiste keuze. Als je iets gericht of in vertrouwen
wil mededelen dan wil je niet dat er iemand meeleest. Maar dat is bij
de meeste berichten natuurlijk niet het geval. Vaak wordt er namelijk
een document rondgestuurd, terwijl dat beter op een plek neergezet had
kunnen worden waar iedereen het kan vinden. Of je vraagt een aantal
mensen om commentaar op een stuk, maar dat blijven één-op-één-con-
tacten omdat men van elkaar niet kan zien wat de ander heeft gerea-
geerd en er dus niet op verder kan gaan. Of je stuurt een interessante
link door naar iemand, maar misschien zijn er nog wel meer collega’s die
daar iets aan zouden hebben. Ze zullen het nooit weten.

Door te kiezen voor geslotenheid ontstaat er geen meerwaarde. Je zult


nooit méér terugkrijgen dan wat je verwacht (namelijk de reactie van
die ene persoon aan wie je iets hebt toegestuurd). Je zult geen nieuwe
inzichten krijgen uit onverwachte hoek, want die hoek heb je niet be-
trokken. Door wel open te werken en kennis te delen stel je je omge-
ving in staat om ideeën aan te dragen, is het mogelijk om activiteiten
op elkaar aan te laten sluiten en kunnen anderen voortbouwen op waar
jij mee bezig bent. Openheid is de kern van innovatie.

Verantwoordelijkheid nemen begint bij het hebben van voldoende


informatie
Een hiërarchisch organisatie is een ‘need-to-know-organisatie’. Aange-
zien elke medewerker een specifieke taak vervult in het proces (een
radertje in het systeem is), hoeft een medewerker niet meer te weten
dan wat noodzakelijk is voor de uitvoering van die taak. Die informa-
tie wordt hem dan door zijn manager meegegeven. Strikt hiërarchisch
gedacht hoeft de medewerker noch horizontaal (eerder of later in het
proces; van andere organisatieonderdelen), noch verticaal (van zijn
managementteam en daarboven) meer informatie te hebben.

Zo strikt zal het meestal niet zijn, maar het is wel hoe de meeste over-
heidsorganisaties zijn ingericht. Zelfs binnen je eigen organisatie is het
vaak moeilijk te achterhalen waar een ander organisatieonderdeel mee
bezig is en hoe in de top wordt gedacht en gesproken over de uitdagingen
waar de organisatie voor staat. Die ‘geheimzinnigheid’ maakt het erg moei-
lijk voor medewerkers om in te schatten hoe ze moeten handelen en welke
verantwoordelijkheid ze kunnen nemen. Intern, maar zeker extern.

Als de overheid meer nadruk wil leggen op interactiviteit met de sa-


menleving en het werken over organisatiegrenzen heen, dan zal geïn-
vesteerd moeten worden in ambtenaren met voldoende bestuurlijke en
politieke sensitiviteit. Maar die competentie is niet alleen een gave, die
wordt gevoed met kennis en inzicht van waar de organisatie mee bezig
is en waar de top naartoe wil. Daarmee kan een werknemer de ruimte
en verantwoordelijkheid nemen om initiatieven te ontplooien. Ook hier
is transparantie een randvoorwaarde dus.

2. Netwerken
Complexiteit vraagt om flexibiliteit
Openheid en transparantie zijn een voorwaarde om te kunnen samen-
werken, zeker als die samenwerking verder gaat dan de grenzen van
je eigen organisatieonderdeel. En wanneer is dat eigenlijk niet het ge-

Ambtenaar 2.0 (2008) | 65


Een afspraak maken met val? Elk dossier en onderwerp waar je mee bezig bent kent immers
Datumprikker.nl meerdere dimensies, met bijbehorende vertegenwoordigers: Je werkt
Als je een afspraak met collega’s wil samen met collega’s die met aangrenzende onderwerpen bezig zijn,
maken, dan is dat via Outlook snel met mensen van andere organisaties die juist met hetzelfde onderwerp
gebeurd. Maar buiten je organisatie leidt bezig zijn, met burgers of groeperingen die zich binnen je dossier be-
het meestal tot een langdurig heen-en- vinden, met managers die er iets over te zeggen hebben, etc. In elke
weer-mailen. Aanmelden bij www. taak of op elk dossier heb je een netwerk van mensen om je heen met
datumprikker.nl biedt dan uitkomst. Maak wie je moet gaan werken.
een datumprikker aan, kies een aantal
momenten dat je zelf kunt en voeg de Met het complexer worden van de uitdagingen en werkzaamheden
mailadressen toe van mensen die je uit wil van de overheid wordt ook dat netwerk steeds complexer. En door de
nodigen. De site houdt je op de hoogte van veranderende balans tussen burger en overheid gaan ook steeds meer
alle reacties. maatschappelijke partijen, groepen en burgers onderdeel uitmaken van
dat netwerk (horizontalisering). Om je taak te kunnen vervullen heb je
dus mensen nodig uit diverse organisaties, moet je samenwerken met
collega-ambtenaren, bedrijfsleven en burgers en met hen gezamenlijk
stappen maken. Dat is eigenlijk je team. Uiteraard vertegenwoordigt
elk teamlid z’n eigen belangen, maar je hebt allemaal elkaar nodig om
verder te komen.

Werken in steeds weer andere netwerkteams


Een dergelijk netwerkteam kan afhankelijk van het doel langer en kor-
ter bestaan, meer en minder ad hoc zijn, bestaan uit mensen die dicht-
bij of ver weg zijn, op jouw initiatief zijn verzameld of afkomstig zijn
van een andere organisatie of wellicht zelfs vanuit de maatschappij.
Het gaat erom dat je nagaat via welk netwerk en met welke betrok-
kenen je je taak kunt uitvoeren. In Hoofdstuk 2 schetste ik een wereld
waarin plaats en tijd afwezig zijn en informatie en mensen in beeld
komen op het moment dat je ze nodig hebt. Op eenzelfde manier ver-
zamel je een netwerkteam om je heen op het moment dat je met een
opdracht aan de slag moet.

www.google.com/sites geeft toegang tot Veel van de web 2.0-instrumenten die de laatste paar jaar beschikbaar
Google Sites dat als doel heeft om functies zijn gekomen zijn juist op deze manier van werken ingericht. Via een
als Gmail, Google Docs en Google Calendar netwerksite als LinkedIn kun je mensen vinden die ook op jouw werk-
te bundelen in één omgeving. Google wil terrein actief zijn, door blogs te lezen krijg je een indruk van wat voor
bedrijven daarmee een online ‘intranet’ inbreng ze kunnen hebben in jouw project, er zijn online werkruimten
aanbieden en zo de concurrentie aangaan beschikbaar zoals Ning.com of Google Sites, je kunt samenwerken aan
met een product als Microsoft Office. een document in een wiki, contact hebben via e-mail, instant mes-
saging (MSN), Skype (telefoon) en discussiefora, elkaar op de hoogte
houden via Twitter en YouTube en informatie uitwisselen via Delicious
of Scribd. Zo kun je snel je team samenstellen en een werkomgeving
creëren.
Je favoriete internetsites bewaren
De meeste mensen slaan hun favorieten Wat je niet weet moet je via anderen vernemen
of bookmarks op in hun browser, bijv. Zoals gezegd kun je zelf zo’n team samenstellen maar soms sluit je
Internet Explorer of FireFox. Maar als je je ook aan bij communities of groepen die al online bestaan, als dat
ergens anders achter een computer zit kan bijdragen aan je opdracht. Maar niet alleen de mensen die je zelf
kun je daar niet bij. Daarom kun je ook uitkiest kunnen een bijdrage hebben aan jouw project of dossier. Ook
gebruik maken van de site www. mensen die je niet in beeld hebt kunnen meerwaarde hebben voor je
delicious.com. Dan sla je op internet je project of dossier. Ze kunnen raakvlakken benoemen die je zelf nog
favorieten op en kun je er overal bij. Een niet had gezien, inzichten geven die je nog niet kende, kennis en idee-
bijkomend voordeel is dat je gemakkelijk ën aanleveren vanuit een ander perspectief en nieuwe netwerken en
je links kunt delen met anderen. communities in beeld brengen.

66 | Ambtenaar 2.0 (2008)


Online praten en afstemmen De meerwaarde van werken in netwerken zit niet alleen in de mogelijk-
In veel organisaties is niet standaard heid om mensen te betrekken vanuit verschillende organisaties en situ-
software geïnstalleerd om te kunnen aties om een zo goed mogelijk team samen te stellen. De meerwaarde
chatten, bijv. MSN Messenger of Google zit ook in de mogelijkheid om verder te kijken dan je eigen omgeving.
Talk. Als je toch met een groep digitaal Dat vergroot het potentieel van mensen, kennis en ideeën waar je uit
wil praten kun je Campfire (www. kunt kiezen. Via jouw netwerk bereik je de netwerken die daar weer
campfirenow.com) proberen. Daar kun achter liggen. Of ze bereiken jou natuurlijk. Zeker als je zelf ook open
je in beslotenheid praten, je kunt werkt.
bestanden uitwisselen en plaatjes tonen,
anderen uitnodigen in het gesprek, etc. Organisatiestructuur en flexibiliteit
Net alsof je in één kamer werkt, maar De vraag van dit hoofdstuk was voor welke uitdagingen overheidsor-
dan digitaal. Tot vier personen gratis, ganisaties staan om meer in de cultuur van web 2.0 te gaan werken
daarboven moet je helaas gaan betalen. binnen de eigen muren. De hiërarchische structuur van de meeste or-
ganisaties laat zich vergelijken met een archiefstructuur. Net zoals een
document maar in één map kan zitten, zo kan een onderwerp maar
bij één organisatieonderdeel horen en zo kun je als medewerker maar
in één afdeling zitten. De werkelijkheid is natuurlijk veel complexer.
Die vraagt om een specifieke combinatie van mensen en middelen om
een specifiek probleem op te lossen. En die specifieke combinatie sluit
natuurlijk nooit aan bij een inflexibele organisatiestructuur die voor
meerdere jaren wordt ingericht.

Dus ook hier passen de huidige overheidsorganisaties slecht bij de ma-


nier van werken van een organisatie 2.0. Om om te kunnen gaan met
de groter wordende complexiteit van de samenleving en onze werk-
zaamheden, als we maximaal gebruik willen maken van het potentieel
binnen onze organisaties en als we aan willen sluiten op de manier van
werken van de nieuwe generatie werknemers, dan hebben we nog een
aantal stappen te gaan. En de medewerker en zijn opdracht moeten
hiervoor het uitgangspunt zijn.

3. De medewerker centraal
In een hiërarchische organisatie heeft iedereen zijn of haar plekje. Dat
plekje staat beschreven in je functieomschrijving. Daar staat wat je
minimaal moet kunnen om die functie in het raderwerk te vervullen.
Dat woordje ‘minimaal’ is wat me intrigeert in die zin. Wat kan deze
persoon allemaal nog meer, waar we als organisatie geen gebruik van
maken? Welke kennis heeft hij, wat voor netwerk, ideeën, interesses en
energie zit er allemaal in deze medewerker waar de organisatie geen
zicht op heeft? Kunnen we daar iets mee om samen verder te komen?

Gebruik het potentieel van je medewerkers


Hierboven noemde ik al het voorbeeld van Google, dat z’n medewerkers
20% van hun tijd laat besteden aan eigen projecten. Als zij een idee
hebben waarvan ze denken dat het bedrijf er iets aan heeft, dan mogen
Twee voorbeelden van mash-ups met ze dat onder werktijd uitwerken en er helemaal voor gaan. Dat levert
Google Maps: www.flickrvision.com toont natuurlijk heel veel groene en rijpe ideeën op, maar het heeft ook
op een wereldkaart foto’s die op Flickr. een aantal fantastische innovaties opgeleverd (Orkut, Gmail en Google
com worden gepubliceerd, www. Maps zijn ooit zo begonnen). En het werkt motiverend: hoe vaak heb je
twittervision.com doet hetzelfde met live zelf niet een leuk idee gehad, maar had je geen tijd, lag het buiten je
Twitter-berichten. taakgebied of zag je baas het niet zitten?

Ambtenaar 2.0 (2008) | 67


De overheid doet te weinig met het potentieel van slimme, betrok-
ken en energieke medewerkers. Daar moet meer mee te doen zijn. In
Hoofdstuk 6 had ik het over massasamenwerking en crowdsourcing in de
samenleving, maar die middelen zijn natuurlijk net zo goed in te zetten
binnen de overheid. Geef medewerkers de mogelijkheid om meer van
zichzelf te laten zien dan alleen wat binnen hun functieomschrijving
valt. Door een aantal organisaties is onlangs www.ideeencentrale.nl
geopend om ideeën van ambtenaren te verzamelen. Waarom niet over-
heidsbreed?
www.ideeencentrale.nl is een initiatief
om binnen en tussen Geef medewerkers de voorzieningen die ze nodig hebben
overheidsorganisaties ideeën te Als je kijkt naar sites als Flickr.com en YouTube, dan is één eigenschap
verzamelen (open innovatie). De site is niet te missen: deze sites zouden niet bestaan zonder user generated
nu nog maar voor een beperkt aantal content, dus zonder de foto’s en filmpjes die de gebruikers erin hebben
organisaties, hopelijk gaat dat aantal snel gestopt. De sites zelf zijn een lege huls, gevuld door de gebruikers. Die
groeien. bedrijven beseffen dus maar al te goed hoe belangrijk de gebruiker is
en hoe belangrijk het is om het hem helemaal naar de zin te maken.
Vandaar dat web 2.0-sites zich volledig concentreren op het gebruikers-
gemak en de voorzieningen op de site. En vandaar dat ze zoveel ruimte
bieden aan gebruikers om commentaar te leveren en verbeteringen aan
te dragen. Ze blijven in beta zodat ze steeds mee kunnen blijven ver-
anderen met de wensen van de gebruikers.

De uitdaging voor overheidsorganisaties zal er de komende tijd in zitten


om te bedenken hoe medewerkers het beste geholpen en ondersteund
kunnen worden in hun werk en hun manier van werken. Ook overheids-
organisaties zijn immers afhankelijk van de inbreng van hun medewer-
kers en de productiviteit van hun arbeid. En ze worden spoedig gecon-
fronteerd met een generatie nieuwe medewerkers die qua middelen en
ruimte veel meer mogelijkheden en flexibiliteit zijn gewend en mede
daardoor heel gemakkelijk overstappen naar een andere werkgever.
Hoe kunnen organisaties hun ondernemende ambtenaren ondersteunen
en helpen verder te komen?

De laatste jaren is bij de overheid veel nadruk gelegd op standaardise-


ring. In de jaren negentig waren de kosten van ICT- en andere voorzie-
ningen en het beheer ervan de pan uitgerezen en de oplossing lag erin
om iedereen dan maar hetzelfde te geven. We zitten allemaal op een
flexplek, met dezelfde computer en dezelfde software. Op sommige
punten kan iets speciaals worden geregeld, maar dan moet de rest van
de afdeling dat eigenlijk ook hebben. Zo ben ik aan een telefoon geko-
men die voor mij te weinig mogelijkheden biedt en voor de meeste van
mijn collega’s teveel. Zo zitten we allemaal braaf als radertje op onze
plek in de machine.

Personalisatie van je manier van werken


Totdat web 2.0 zich aandiende. Via de standaard browser (Internet
Explorer 6) bleken we namelijk plotseling toegang te krijgen tot in-
formatie- en samenwerkomgevingen die we zelf in konden stellen en
waaruit we zelf onze favoriet konden kiezen. In de duisternis van te
ver doorgevoerde standaardisering brak het licht van personalisatie en
persoonlijke keuze door. Online software die mij ondersteunt in mijn
manier van werken. Gebruiksvriendelijk en rijk aan functionaliteiten.
Dat is hoe ik wil werken. Waarom kan ik mijn telefoon niet omwisselen

68 | Ambtenaar 2.0 (2008)


Werken op andere locaties voor een netbook? Waarom kan ik daarmee niet op internet inloggen
Werk vindt steeds vaker plaats op andere via wifi? Waarom mag ik op mijn werkplek geen software installeren
locaties. Niet alleen ‘op het werk’ of die ik nodig heb?
thuis, maar ook onderweg en elders, bijv.
in Den Haag bij de bibliotheek en in De Maar die personalisatie en persoonlijke keuze betreffen natuurlijk niet
Boterwaag. Een paar handige sites voor alleen de techniek. Die zit ook in de ruimte en het vertrouwen van
‘werknomaden’: mijn manager, die zit ook in de keuzevrijheid van je werktijden, van
• www.free-hotspot.com geeft een lijst je werkplek. Er worden speciale ruimtes ingericht waar je mag zitten
van plaatsen met gratis internet (wifi), als je je de hele dag moet concentreren op het schrijven van een nota,
meestal bij horecabedrijven; maar je mag niet thuis gaan zitten. Ben je een avondmens en heb je
• www.coworker.nl is een kaart met een dan je beste ideeën? Dat is jammer, want je moet om half tien binnen
overzicht van (meestal gratis) zijn en minimaal tot vier uur blijven. Ooit waren er goede redenen voor
werkplekken: soms alleen een deze regels. En voor sommige functies zullen die ook blijven gelden.
internetverbinding, soms kun je Maar nu we tijd- en plaatsonafhankelijk kunnen werken en thuis zelfs
aanschuiven bij andere co-workers; betere voorzieningen hebben dan op kantoor hoeft dat echt niet meer
• werk-gelegenheid.nl heeft ook een voor iedereen te gelden.
opsomming van handige plekken, maar
iets korter.
Samenvatting
Regels en afspraken hebben altijd hun basis in het verleden. Om mee te
kunnen groeien met de mogelijkheden en de cultuur moeten ze regelmatig
worden bijgesteld. De cultuur van web 2.0 en van de nieuwe (maar ook
huidige) generaties medewerkers vraagt om herziening van een aantal van
die regels. Ik heb in het eerste deel van dit hoofdstuk de huidige regels
en afspraken tegen het licht gehouden op basis van de drie fundamentele
kenmerken en veranderingen van web 2.0. Die veranderingen vragen erom
dat de spelregels eigenlijk opnieuw bekeken moeten worden. Waarom zijn
ze indertijd zo opgesteld en is dat nog steeds kloppend? De spelregels gaan
ook over zaken als informatiebeveiliging, contacten met de politiek, pu-
bliceren op eigen naam, de Wet Openbaarheid van Bestuur, samen werken
aan documenten op het web, contacten buiten je organisatie, etc. Het
wordt tijd om de discussie over die spelregels opnieuw aan te gaan.

In het tweede deel van dit hoofdstuk over organisatie 2.0 zal ik een voorzet
geven van hoe je als organisatie op een 2.0-manier kunt gaan werken.

Flexibel werken bij Microsoft Nederland


Sinds half mei heeft Microsoft op Schiphol een geheel nieuw gebouw betrokken waarin het nieuwe werken
zichtbaar wordt. Overal op de parterre zijn zitjes, soms met en soms zonder tafel, open en afgesloten,
hier en daar een bankstel en ook een binnenplaats en auditoria ontbreken niet. Voor elk wat wils. Op de
bovenste verdiepingen (waar overigens gasten niet mogen komen) zijn geheel flexibele werplekken. Maar
de verwachting bij Microsoft is toch vooral dat medewerkers niet op kantoor werken. Werken doe je op
locatie (bij klanten of onderweg), of anders thuis. Het gebouw is er voor de contacten.

Daardoor is er aanzienlijk minder plaats nodig in het hoofdkantoor, een grote kostenbesparing. Maar alles
bij elkaar betekent dat nogal wat voor de manier van werken. Microsoft geeft toe dat er veel overhoop is
gehaald in de organisatie. Maar daar hadden ze natuurlijk wel een bedoeling mee. Het moest wat opleve-
ren! Drie hoofdmotieven om de boel radicaal te veranderen:

Ambtenaar 2.0 (2008) | 69


• Ten eerst hoopt men op meer productiviteit doordat er veel meer interne en flexibele dwarsverbanden
ontstaan. De maatschappij wordt steeds complexer en de organisatiestructuur sloot daar steeds slechter
op aan;

• Verder streeft men naar zo groot mogelijke openheid en transparantie naar buiten toe. Voor een bedrijf
als Microsoft erg van belang gezien haar van oudsher wat naar binnen gerichte en gesloten cultuur;

• Tot slot, en dat is wellicht het belangrijkste motief: men wil aantrekkelijk zijn voor een nieuwe generatie
(digitale) medewerkers.

Hoe richt je een organisatie 2.0 in?


www.andrewmcafee.org/blog is het Andrew McAfee is professor aan de Harvard Business School en bedenker van
weblog van Andrew McAfee op de Harvard de term enterprise 2.0. Hij was dit voorjaar in Nederland voor het Enterprise
Business School. McAfee houdt zich bezig 2.0-congres in Zeist en gaf een uitgebreid overzicht van de mogelijkheden
met de invloed van informatietechnologie van sociale software voor organisaties, met wat verhalen uit de praktijk.
op bedrijven en hun leiders. Daarbij noemde hij een aantal gebieden waar sociale software voor veran-
deringen zal zorgen:
• innovation: de manier waarop nieuwe producten en diensten worden ont-
wikkeld of nieuwe ideeën tot wasdom komen;
• collaboration: samenwerking tussen medewerkers, maar ook tussen be-
drijfsonderdelen en met klanten of partners;
• knowledge sharing: het transparant delen van kennis tussen medewerkers
over nieuwe inzichten, contacten en activiteiten;
• collective intelligence: het ontwikkelen van kennis en ideeën, bijv. door
het voeren van discussies en het aanvullen van bestaande kennis;
• search and discovery: het zoeken en vinden van informatie, om inzicht te
houden waar verschillende onderdelen van de organisatie mee bezig zijn.

Dat zijn gebieden die cruciaal zijn voor het succes van een organisa-
tie: hoe kom je gezamenlijk tot nieuwe inzichten en innovatie? Maar
het zijn ook gebieden die sterk ingrijpen op de manier van werken
van medewerkers: hoe je samenwerkt, welke informatie je deelt met
elkaar, etc. Achter de voordelen die McAfee noemt zit nog een heel
ander verhaal, namelijk van mensen en cultuur. Dus laat dat prachtige
perspectief voor de organisatie maar even voor wat het is, we moeten
beginnen met de werknemers, de collega’s, en hun perspectief.
Wat is een unconference?
Een unconference is een open Zoek collega’s die open staan voor dit experiment
bijeenkomst waar geïnteresseerden uit Wie in een organisatie aan de slag wil met web 2.0 moet allereerst zoe-
verschillende hoeken bij elkaar komen ken naar collega’s die open staan voor een dergelijk experiment. We
rond een thema. Elke deelnemer wordt moeten beginnen met mensen die positief staan tegenover vernieuwin-
gevraagd wat hij bij kan dragen aan de gen en inzien dat de manier van werken van de organisatie nog beter
bijeenkomst. Het programma wordt kan. Die positieve basishouding is nodig omdat we wel wat drempels
samengesteld via een wiki waarin elke zullen moeten overwinnen. Zoals ik al eerder heb gezegd: het is een
deelnemer zijn inbreng beschrijft. Dit in proces van zoeken en uitproberen en het zal alleen werken als ieder-
tegenstelling tot een conferentie waar de een meedoet. Het vraagt een investering in tijd (om nieuwe dingen te
organisator het programma bepaalt en leren) en in houding (om anders te gaan werken) en de meerwaarde en
sprekers organiseert. resultaten volgen pas daarna.
Die betrokkenheid moet zowel van de medewerkers komen als van het

70 | Ambtenaar 2.0 (2008)


management, dat moge duidelijk zijn. Door gebruik te maken van de
manier van werken en de instrumenten van web 2.0 kunnen we efficiën-
ter gaan werken, bijv. door minder te vergaderen en andere middelen
in te zetten om tot afstemming en overeenstemming te komen. Maar als
je beide gaat doen, dan wordt het natuurlijk dubbel werk. Als iedereen
via z’n blog meldt waar hij mee bezig is, maar in een afdelingsoverleg
nog steeds een rondje monologen wordt gehouden, dan kost het meer
tijd dan het oplevert. Het kiezen van de juiste groep medewerkers om
mee te beginnen is dus van groot belang.

Investeren in kennis en goede afspraken


Deze groep gaat vervolgens een gezamenlijk traject in waarin nieuwe
afspraken gemaakt moeten worden over hoe de samenwerking ver-
loopt. Als wordt besloten dat documenten niet meer via de mail wor-
den verstuurd, maar op een toegankelijke plek beschikbaar worden
gesteld, dan moet iedereen dat natuurlijk wel weten. Met de diverse
mogelijkheden in het achterhoofd kun je samen afspraken maken hoe
de samenwerking en kennisdeling wordt ingericht. Dat zal voor iedere
Hoe begin ik een blog? groep anders zijn. Je begint immers met die functionaliteiten die goed
Wat is bloggen? Bloggen is het schrijven aansluiten op het werk en de werkwijze van de groep en waar de groot-
van een korte tekst over iets wat jou bezig ste verbetering wordt verwacht.
houdt. Online, zodat anderen het kunnen
lezen en er op kunnen reageren. Het is dus Daarnaast moet worden geïnvesteerd in kennis van de mogelijkheden:
een persoonlijk relaas en kan bestaan uit hoe kunnen wiki’s, sociale-netwerksites, rss, blogs en al die andere
twee regels of twee bladzijden. Wat jij functionaliteiten worden ingezet in de eigen organisatie? Wat werkt het
wil. Door te bloggen kun je je verhaal beste om elkaar op de hoogte te houden, om je doelen als medewerker
kwijt, breng je anderen op de hoogte en en organisatie te behalen, om je netwerk te betrekken in je werk? Dat
kunnen zij reageren met tips, ideeën of vraagt meer dan een cursus knoppenkunde. Als je als organisatie het
bijval. Vaak bevat een blog dan ook een onderste uit de kan wil halen in het gebruik van alle nieuwe mogelijk-
oproep tot reactie om andermans kijk op heden, dan moeten die mogelijkheden gezamenlijk worden uitgediept
de zaak te vernemen. en tegen het licht worden gehouden. “Is dit iets waarmee we efficiën-
ter kunnen samenwerken of meer interactie met de samenleving kun-
Waar kun je bloggen? Tegenwoordig zijn nen krijgen? Zo ja, hoe gaan we dat dan inzetten?”
daar veel mogelijkheden voor. Zo kun je
op je eigen pagina op de netwerksite van Als je vervolgens in beeld hebt welke middelen je het beste in kunt
Ambtenaar 2.0 een blog beginnen. Maar er zetten en wat je ermee wil bereiken, dan moet je het natuurlijk ook
zijn ook diverse gespecialiseerde sites die nog gaan doen. Besluit je om elkaar op de hoogte te houden van inte-
een gratis blog aanbieden, zoals www. ressante internetsites via Delicious, dan gaan we ook met z’n allen op
blogger.com en www.wordpress.com. die site een profiel aanmaken, de juiste knoppen in Internet Explorer
Inschrijven, naam verzinnen, vormgeving installeren, afspraken maken welke tags we gaan gebruiken en leren
kiezen en typen maar! In een minuut heb hoe je elkaar gemakkelijk een tip kan toezenden. Als we allemaal via
je je eigen blog. een blog gaan beschrijven waar we mee bezig zijn, dan gaan we ook re-
gelen dat iedereen via rss gemakkelijk de meest interessante blogs kan
Hoe begin je? De volgende uitdaging is om volgen. Kortom, we zullen de basisvoorzieningen ook samen moeten
ook daadwerkelijk te gaan typen. Eigenlijk regelen zodat we ermee aan de slag kunnen.
is er nooit een goed moment om te
beginnen met bloggen. Je moet het Een strategie bedenken voor je omgeving
gewoon doen dus. Desnoods begin je in Maar dat zijn de gemakkelijke dingen. Dat zijn de dingen die je met
een mailtje. Dat is ook de stijl die je moet elkaar kunt afspreken. Het kan worden georganiseerd en onder controle
hebben namelijk. Doe net alsof je iemand worden gehouden, binnen de groep. Maar ons werk ligt daarbuiten. Het
een mailtje schrijft over wat je die dag gaat er niet alleen om dat je kamergenoot je blog kan lezen, maar dat
hebt bereikt of waar je tegenaan bent anderen op je werkterrein ook via die weg kunnen aansluiten. Het gaat
gelopen. En plak die tekst dan in je blog. er niet alleen om dat je interessante links ontvangt van je collega’s,
Maak het jezelf kortom niet te moeilijk! maar juist dat je kennis en informatie uit de rest van je wereld in beeld

Ambtenaar 2.0 (2008) | 71


Duidelijke taal krijgt. Nu we afspraken hebben gemaakt hoe we als organisatie gaan
Hoewel er al veel mogelijk is met geluid samenwerken, moeten we kijken hoe we de samenwerking met het
en beeld op internet, bestaat de meeste netwerk gaan inrichten. Dat is voor elke medewerker een persoonlijk
communicatie nog uit tekst. Cruciaal pad. Hoe wil jij werken? Hoe ga jij je doel bereiken met je netwerk?
daarbij is dat je duidelijke taal spreekt. Wat werkt het beste voor jouw omgeving?
Daarom bij deze enkele tips van de
Taalridders van LNV. Voor een groot deel hangt dat af van je werkterrein en je netwerk:
zitten de betrokkenen dicht bij elkaar of juist niet? Zijn er al communi-
Als ik iets schrijf, dan … ties en samenwerkmogelijkheden, of moet je die zelf opzetten? Welke
1. bedenk ik van tevoren wat ik wil zeggen. mate van openheid en gezamenlijkheid werkt het beste? Welke taken
Wat is de boodschap van mijn tekst? kun je uitbesteden en wat moet je zelf doen? Wat is je core business
2. verplaats ik mij in de lezer. Wat wil hij en waar zit je meerwaarde? Moeten we voor de mensen in je netwerk
of zij weten? Hoeveel tijd heeft hij of zij ook cursussen organiseren of zijn ze al bekend met de middelen en
om mijn stuk te lezen? manier van werken van web 2.0? Dat vraagt om een plan de campagne
3. vertel ik mijn verhaal eerst aan een per beleidsterrein of werkgebied. Als je als afdeling of organisatie hier-
onwetende collega en probeer ik het mee begint is het goed om gezamenlijk te brainstormen over wat voor
daarna zo op te schrijven. Verzorgde eenieder het beste werkt.
spreektaal leest lekkerder dan formele
schrijftaal. Je werk is ook persoonlijk
4. val ik met de deur in huis. Bijvoorbeeld: Behalve voor je naaste collega’s en je netwerkteam moet deze werk-
“Ik heb besloten het Honden- en wijze natuurlijk ook voor jou zelf werken. Dat zit deels in de voorzie-
kattenbesluit in te trekken, omdat het ningen: kies de functionaliteiten die jou het meeste liggen en aanslui-
niet meer voldoet aan de eisen van deze ten op jouw manier van werken. Heb je een laptop nodig, of telefoon?
tijd. In deze brief leg ik u uit waarom”. Moet je veel thuis werken, of onderweg? Dat moet aansluiten op de per-
5. schrijf ik korte zinnen. Ik splits de zin bij soon. Wat heb je nodig om het maximale uit je tijd en uit je omgeving
vijftien woorden of meer. te halen? Bijvoorbeeld, de internetverbinding op mijn telefoon stelt me
6. schrijf ik actieve zinnen, dus zonder in staat om tussen besprekingen door e-mail en Twitter bij te houden,
“worden”. Dat is duidelijker en houdt zodat ik niet aan het einde van de dag als ik weer achter de computer
mijn lezers wakker. ga zitten wordt geconfronteerd met een vloed aan berichten.
7. vermijd ik moeilijke woorden. Een
slimme tekst is zo eenvoudig dat Belangrijker nog dan te bedenken welke voorzieningen je nodig hebt
iedereen ’m begrijpt. is om te proberen aan te sluiten bij je passie. Als je thuis graag met
8. voorkom ik ambtelijke narigheden, zoals video bezig bent, hoe kun je dat dan gebruiken om de interactie met
jargon, lange tussenzinnen en je netwerk te verdiepen? Als je helemaal voor de inhoud gaat, blog er
ouderwetse woorden (ter zake, alsmede, dan over en wees aanwezig in discussies. Zo lang je duidelijk bent in je
reeds). rol en functie is het een aanvulling op je ambtenaarschap en versterkt
9. schrap ik zoveel mogelijk in mijn stuk: ik het de echtheid en waarde van je boodschap. Door open te zijn in je
houd het kort en desnoods werk ik met aanpak en je beweegredenen creëer je ook begrip en geef je ruimte
bijlagen. om in gesprek te gaan. En niet onbelangrijk: door aan te sluiten op je
10. gebruik ik structuurelementen in mijn passie maak je je werk leuker. Je werk is ook persoonlijk, dat mag best
tekst: alinea’s, paragrafen en blijken. Als je een organisatie 2.0 inricht, zul je dat dus ook boven tafel
hoofdstukken. Een goede tekst heeft moeten krijgen.
een inleiding, een inhoudelijke uitleg
en een conclusie. Manager 2.0
Voor de manager is een cruciale rol weggelegd om zijn medewerkers
op het juiste spoor te zetten. Niet zozeer als manager in de letterlijke
vertaling van beheerder, maar als facilitator dus. Wat heeft elke me-
dewerker nodig om maximaal zijn kennis, zijn netwerk en zijn inzet
te kunnen benutten? Welke voorzieningen en functionaliteiten kunnen
daarvoor worden ingezet? Hoeveel ruimte en hoeveel sturing is nodig?
Hoe blijf je op de hoogte van waar je medewerkers mee bezig zijn en
hoe kun je ze stimuleren? Hoe kun je je afdeling of organisatie zodanig
inrichten dat ze zichzelf organiseert? Dat zijn interessante vragen om

72 | Ambtenaar 2.0 (2008)


eens in het managementontwikkelingstraject mee te nemen. Als voor-
zet voor die discussie heb ik hieronder vast enige tips neergezet (zie
kader).

De manager draagt ook een bepaalde eindverantwoordelijkheid. Die


ligt deels in de hiërarchische afstemming: er zijn politieke verwachtin-
gen die uitgevoerd moeten worden en het is zijn taak om in de gaten
houden of die vanuit zijn organisatie worden ingelost. Maar de manager
zal ook in de gaten moeten houden of de gezamenlijke doelen van de
afdeling worden gehaald. Als er is afgesproken om meer in interactie
met de samenleving te werken, wordt dat op elk dossier dan maximaal
uitgewerkt? Als er afspraken zijn over hoe kennis gedeeld wordt, wer-
ken die afspraken en hoe kan dat verbeterd worden? Als het doel is
om met de middelen en manier van werken van web 2.0 efficiënter te
gaan werken en taken uit te besteden, worden die doelen dan gehaald?
Kortom, de manager moet ook het overzicht houden. Dat wordt een
enorm interessante baan, manager 2.0!

Samenvatting
Ik heb op een rij gezet hoe ik het zou aanpakken als ik voor de klus
stond om een organisatie 2.0 in te richten. Hieronder voeg ik nog een
aantal praktische tips toe voor manager 2.0. Dit zijn ideeën op basis van
mijn eigen ervaringen. Die ideeën kunnen we alleen verbeteren door er
in de praktijk mee aan de slag te gaan en er verder over te discussiëren.
Ik hoop dat je meedoet in deze discussie. Dat is immers het doel van
Ambtenaar 2.0.

Ambtenaar 2.0 (2008) | 73


Aan de slag als manager 2.0
Een andere manier van werken is vooral iets wat je moet doen. Als je binnen je afdeling praktisch aan de
slag wil hiermee, dan vind je hieronder enkele handige aanwijzingen:

• Maak informatie (verslagen, rapporten, cijfers, etc.) beschikbaar binnen je afdeling, zodat medewerkers
zelf in staat zijn om zaken uit te zoeken en situaties te beoordelen;
• Beperk het aantal afdelingsvergaderingen, maar hou een blog bij waarin je je dilemma’s en gebeurtenis-
sen bespreekt;
• Geef ruimte voor discussie over die dilemma’s en beslissingen waar je voor staat;
• Stimuleer je medewerkers om via blogs hun collega’s op de hoogte te houden van waar ze mee bezig
zijn;
• Reageer op blogs, ga in discussie, vul aan en stuur op die manier op resultaat;
• Stimuleer de vorming van communities rond bepaalde thema’s (over organisatiegrenzen heen), waardoor
het zelfoplossend vermogen en sociale controle wordt vergroot;
• Reken medewerkers af op deelname aan communities en netwerken, het delen van kennis en het gebruik
van kennis van buiten (bijv. via rss);
• Werken met sociale software moet je ook leren: zorg dus voor training en coaching van medewerkers;
• Gebruik open innovatie, crowdsourcing, etc. om kennis(sen) te vinden die je nog niet kent;
• Bedenk welke instrumenten daarvoor het meest geschikt zijn, bijv. wiki’s om kennis samen te brengen
in één document;
• Wees niet bang dat het een keer misgaat, dat hoort bij experimenteren. Als je open bent in je overwe-
gingen, weet iedereen waar hij of zij aan toe is.

74 | Ambtenaar 2.0 (2008)


Hoofdstuk 8. Medewerker 2.0: de manier van werken
van de ambtenaar
In een samenleving die steeds complexer en platter wordt is het steeds
moeilijker voor de in kolommen ingedeelde overheid om maatschappe-
lijke vragen integraal aan te pakken. Die vragen gaan steeds vaker over
de grenzen van afdelingen, directies, ministeries en overheden heen.
Dat vereist dat de dossierhouder dus ook over die grenzen binnen en
buiten de overheid heen werkt. Zijn veilige plek in de hiërarchie wordt
steeds minder bepalend, maar weten hoe je als ambtenaar je weg kan
vinden, en wat je positie daarbij is, wordt juist steeds belangrijker.

Dat vraagt nogal wat van die ambtenaren. Het vraagt niet alleen hart
voor de publieke zaak, maar ook dat ze in staat zijn om invulling te
geven aan die rol naar buiten toe, in horizontale netwerken kunnen
werken binnen de overheid en daarbuiten en daar de juiste instrumen-
ten voor in weten te zetten. En ondertussen weten ze ook wanneer
de manager of directeur moet worden betrokken als het zijn of haar
verantwoordelijkheid te boven gaat. Dat is best pittig. Wat moeten
ambtenaren leren om daar klaar voor te zijn?

In Hoofdstuk 7 heb ik al een lans gebroken voor op maat gemaakte voor-


zieningen voor medewerkers. Als een organisatie het maximale uit het
potentieel van haar medewerkers wil halen moet ze hen techniek geven
die daar ondersteunend aan is. En dat is voor iedereen persoonlijk.
Maar empowerment gaat verder dan het hebben van de juiste computer
of software. Op internet zijn duizenden handige applicaties ontwikkeld
Vind je een internetadres te lang? die je kunnen helpen in je werk. Welke kun je waarvoor inzetten? Hoe
Regelmatig kom ik internetadressen tegen werkt het dan? Wat zijn de mogelijkheden en wat zijn de risico’s? Dat
die wel drie regels lang zijn, bijv. een link zijn zaken die we als ambtenaar moeten leren: wat kunnen we en wat
naar een plek in Google Maps. Gelukkig is er mogen we?
een oplossing om die links korter te maken,
namelijk met de sites www.tinyurl.com en Verder zal ik in dit hoofdstuk ingaan op de eigenschappen van ambte-
het Nederlandse www.tweetburner.com. naar 2.0. Jongeren die nu de arbeidsmarkt opkomen hebben een an-
Plak daar het lange adres in en je krijgt er dere kijk op werk en een andere manier van werken. In een krapper
een kort adres voor terug, bijv. wordende arbeidsmarkt moet de overheid daarop voorbereid zijn om
http://tinyurl.com/6y6esu. Tweetburner aantrekkelijk te blijven voor het talent van de toekomst. Ook daarvoor
doet hetzelfde, maar houdt ook bij hoeveel zal ik een voorzet doen.
mensen op jouw links klikken en geeft daar
statistieken bij.
Empowerment: weten wat je kan
Lijstjes bijhouden In de eerste plaats: wat kunnen we allemaal met 2.0-middelen? Welke
Lijstjes bijhouden, dat doen we allemaal. mogelijkheden en handige internetsites zijn er? Het antwoord: einde-
En ze weer afstrepen, dat doen we nog loos veel! Een beginnend ondernemer kan tegenwoordig heel makkelijk
liever. Dat kan in Outlook, maar dat kan een eigen internetbedrijf beginnen: er hoeft geen voorraad of produc-
ook op internet. Kijk daarvoor op tiecapaciteit ingekocht te worden, want alles is digitaal. Zelfs een win-
www.tadalist.com. Een simpele en kel of bedrijfsruimte is onnodig, want je kunt gewoon thuis beginnen.
laagdrempelige site waar je je lijsten Het enige wat je nodig hebt is een computer en een goed idee. En die
ook kunt delen met anderen. Of gebruik zijn er genoeg. Elke dag wordt er wel ergens een nieuwe interactieve
www.rememberthemilk.com. Daar zitten site gestart, in de hoop de volgende Google of YouTube te zijn. Web
nog veel meer mogelijkheden in om 2.0 bestaat mede daardoor uit een gigantisch aanbod aan handige func-
uitbreid met taakbeheer aan de slag te tionaliteit om samen te werken en kennis te delen, in welke vorm dan
gaan. ook.

Ambtenaar 2.0 (2008) | 75


En dat is handig voor ons. Waren we voorheen afhankelijk van de soft-
ware die de organisatie toevallig op de computer had geïnstalleerd, nu
is er een waaier aan mogelijkheden en kun je precies kiezen wat bij jou
past en aansluit op de taak die je te vervullen hebt. Douglas Merrill van
Google hierover:

Bron: Morgan Stanley – Technology “Fifteen years ago, enterprise technology was higher-quality than con-
Trends, June 20 2008: http://twurl.nl/ sumer technology. That’s not true anymore. It used to be that you used
j70bu7 enterprise technology because you wanted uptime, security and speed.
None of those things are as good in enterprise software anymore (as
they are in some consumer software).”

Ofwel: als je bruikbare en betrouwbare software wil, moet je niet bij


je eigen organisatie zijn, maar op internet.

Instrumenten moeten bestaande werkzaamheden ondersteunen


Nu heeft Google daar als leverancier van die software natuurlijk ook
een eigen belang bij, maar feit blijft dat er een enorm potentieel aan
instrumenten is dat je als ambtenaar in kunt zetten om je werk te
doen. Sommige zijn heel bekend, andere minder of totaal niet. Waar
het om gaat is dat je het juiste middel zoekt bij de taak die je beter of
efficiënter uit wil voeren. Ik zet hieronder wat voorbeelden op een rij:

• Contact onderhouden met je netwerk, met de mensen met wie je


samenwerkt in je dossier (binnen je directie of ministerie, van andere
ministeries of overheden of met burgers of maatschappelijke organisa-
ties): via LinkedIn kun je bijvoorbeeld je netwerk overzien en vergro-
ten, via Twitter blijf je op de hoogte van hun activiteiten en via MSN,
Google Talk of Skype neem je contact met ze op;

• Kennis vergaren en op de hoogte blijven van ontwikkelingen in je be-


leidsveld: via rss blijf je gemakkelijk op de hoogte van een groot aan-
www.wordpress.com geeft net als www. tal nieuwsbronnen; van belangrijke sites, artikelen en rapporten maak
blogger.com de mogelijkheid om gratis en je een link in Delicious zodat je er altijd en overal bij kunt en je je
gemakkelijk een blog te openen. De site kennis kunt delen met anderen;
biedt ook de mogelijkheid om de software
te downloaden en bij de eigen provider te • Het op de hoogte houden van je omgeving (collega’s, management,
installeren. Er zijn veel gratis plug-ins contacten, netwerk) van waar je mee bezig bent: dat kan door over
(extra functionaliteiten) beschikbaar om nieuwtjes, mededelingen en inzichten een kort weblog te schrijven
de site nog meer mogelijkheden te geven. (bijv. in www.wordpress.com) en door op je site of kenniskaart dui-
delijk aan te geven waar je mee bezig bent en waarvoor je aanspreek-
baar bent. Daarbij kun je natuurlijk via Flickr of YouTube ook beelden
www.zoho.com biedt online een lange lijst inzetten;
aan programma’s en software om zelf te
gebruiken of om samen te werken. General • Samenwerken aan teksten (nota’s of andere stukken) of aan andere re-
Electric, het grootste bedrijf ter wereld, sultaten: zo kun je in Rijksweb al gebruik maken van samenwerksites en
gebruikt Zoho bijvoorbeeld als intranet en van wiki’s, maar dat kan bijv. ook (en veel uitgebreider) bij respectie-
werkomgeving. velijk Ning en PBworks. Online samenwerken aan een project kan ook in
www.zoho.com, of je kunt een eigen werkomgeving bouwen in Google
Sites, incl. natuurlijk Google Docs, Google Spreadsheet, etc.;
Wisdom of the crowd: het idee dat de
opgetelde mening van een grote groep • Om inbreng te organiseren en ideeën uit je omgeving te verzame-
mensen het dichtst bij de juiste oplossing len (crowdsourcing, wisdom of the crowds, gebruik van mash-ups,
zal zitten. etc.) kun je gebruik maken van Uservoice (om ideeën te verzamelen),

76 | Ambtenaar 2.0 (2008)


www.intrade.com is een online www.intrade.com (om een prediction market te beginnen) of Google
aandelenmarkt (prediction market) waar Maps (om mensen plekken op een kaart aan te laten wijzen).
je kunt deelnemen aan bestaande markten
of zelf een markt kunt openen. Daarbij Om ambtenaren inzicht te geven in al deze mogelijkheden zijn cur-
beleg je dus niet in een bedrijf, maar bijv. sussen en opleidingen nodig. Van een beginnerscursus Ambtenaar 2.0
in de waarschijnlijkheid dat iets gebeurt, zou ik in eerste instantie verwachten dat deelnemers een beeld krijgen
bijv. dat Obama president wordt. Intrade van wat er zoal voor mogelijkheden zijn, specifiek gericht op het werk
is een platform waar je gebruik kunt dat ze uitvoeren en de werkzaamheden die ze zoal doen. Je kunt lang
maken van de wisdom of the crowd. praten over de potentie van web 2.0 voor de overheid en het werk van
ambtenaren, maar dan moet je er wel mee om leren gaan. Dat is ove-
rigens ook de reden dat dit boek in de marge verschillende praktische
tips en trucs meegeeft.

Een cursus web 2.0 kan helpen om de weg te wijzen, mensen vertrouw-
der te maken met internet en web 2.0 en praktische tips mee te geven.
Maar volgens mij zouden in de cursus deze praktische aanwijzingen
aangevuld moeten worden met:
• uitleg over de cultuur van web 2.0, bijv. de kenmerken, begrippen als
long tail, crowdsourcing en massasamenwerking, etc.;
• een aantal aanwijzingen over schrijven voor het web;
• bewustmaking over enkele risico’s en aandachtspunten, bijv. omtrent
privacy, beveiliging, archivering en je positie als ambtenaar. Daar ga
ik in de volgende paragraaf verder op in.

Waar kun je dit leren?


Om ambtenaren in staat te stellen gebruik te maken van web 2.0-mid-
delen en daar zorgvuldig mee om te gaan moet vanuit de organisatie de
mogelijkheid worden geboden om dat te leren, bij voorkeur in verschil-
lende vormen zodat ieder kan kiezen wat het beste bij hem of haar
past. Vanuit Ambtenaar 2.0 wordt gewerkt aan de volgende middelen:

• Cursus web 2.0: De cursus behandelt enerzijds handige internetsites


om te gebruiken, maar ook de impact op de relatie tussen overheid en
samenleving. Bij LNV heeft het Informatiecentrum een aantal cursus-
sen georganiseerd en ook BZK en EZ willen deze cursus gebruiken. De
Rijksvoorlichtingsdienst heeft een eigen cursus voor communicatiepro-
fessionals;
• Een online cursus kan meer mensen bereiken: Er wordt gekeken naar
het ombouwen van een online cursus over web 2.0 voor bibliotheek-
medewerkers (www.23dingen.nl) en er wordt gedacht aan een cursus
in een 3D-omgeving of serious game;
Rekenen met Google • Tips en trucs: Op de netwerksite van Ambtenaar 2.0 is een onder-
De rekenmachine op je computer is altijd deel ‘tips and trucs’ begonnen. Het idee is om hier praktische hand-
even zoeken. Het kan ook sneller: door reikingen te geven over hoe web 2.0-middelen informatiestress kun-
de som in typen in Google. nen verminderen en samenwerking kan verbeteren (zie ook de site
Rekensommen, conversies, valuta, etc. www.lifehacking.nl trouwens);
Een paar voorbeelden: • Voorbeelden: Goed voorbeeld doet volgen. Daarom worden best prac-
• 5+2*2 tices verzameld zodat anderen daar weer van kunnen leren of door
• hoeveel mijl is 1 kilometer? worden geïnspireerd.
• converteer 2 meter naar voet
• 3 minuten in seconden Ben je geïnteresseerd in een cursus web 2.0, kijk dan op cursus.amb-
• 10 USD in EUR tenaar20.nl voor het laatste nieuws.

Ambtenaar 2.0 (2008) | 77


Omgaan met informatie
De komst van de computer betekende voor de meeste organisaties een grote verandering. In het begin
vooral voor de typistes, maar uiteindelijk kreeg elke ambtenaar een eigen pc en typte ieder zijn of haar
eigen teksten. Een veel grotere verandering kwam toen die computers via een netwerk ook met elkaar
verbonden werden. Via e-mail en netwerkschijven konden documenten en andere berichten worden uit-
gewisseld. Samenwerken en informatie uitwisselen werd binnen de organisatie een stuk gemakkelijker. En
met de komst van internet ook daarbuiten.

Vooral e-mail werd heel populair. Zo populair dat het nu zelfs als bedreiging wordt gezien voor de produc-
tiviteit en de geestelijke gezondheid van medewerkers. Er worden cursussen gegeven hoe met e-mail om
te gaan, diverse bedrijven hebben e-mailloze vrijdagen ingevoerd. Dit is het eerste teken dat er iets funda-
menteel is veranderd. We zijn namelijk van een situatie van te weinig informatie, waarin je moeite moet
doen om voldoende informatie te vinden om je werk te doen, gegaan naar een situatie van overvloed: nu
de wereld door internet veel transparanter is geworden en informatie-uitwisseling zoveel gemakkelijker,
wordt het allemaal weer teveel: information overload.

Dat komt omdat de mentaliteit niet is meegegroeid met de groei van de informatietoegang en interactie-
mogelijkheden. We denken nog steeds dat we alles moeten lezen. Ofwel: we kiezen niet. Een maandelijks
vakblad met tien artikelen bevat misschien één of twee artikelen die echt relevant zijn, maar omdat het
blad toch maar eens per maand komt is het niet erg dat het blad niet zo specifiek is. Maar als je ook nog tien
e-mailnieuwsbrieven, twintig internetsites en dertig relevante blogs wil volgen, dan wordt het wat veel. De
oplossing? Eigenlijk twee: strenger kiezen en betere hulpmiddelen inschakelen (rss, Netvibes, etc.).

Geregeld spreek ik mensen die alle informatiestromen niet meer bij kunnen houden. Ze weten van het
bestaan van internetsites, blogs, discussiefora, etc. op hun vakgebied, maar ze hebben geen tijd om die
allemaal te lezen, naast het vakblad en de knipselkrant. Zij kiezen ook. Ze kiezen voor het bekende, ze
kiezen ervoor om de nieuwe vormen van informatie-uitwisseling en discussie in de samenleving niet te vol-
gen. Geen tijd! Ik vind dat jammer. Enerzijds omdat ik vind dat het een verantwoordelijkheid is voor een
ambtenaar om te weten wat er speelt. Maar ook omdat we daarmee als overheid altijd achter blijven lopen
op wat er gaande is in de maatschappij. Maar vooral omdat het slimmer kan.

Empowerment: weten wat je mag


Veel van wat ik heb geschreven over de kansen van web 2.0 om de
dialoog tussen overheid en samenleving te faciliteren vraagt om amb-
tenaren die hun werk anders inrichten. Om te voorkomen dat de on-
line dialoog verwordt tot eenzijdige burgerlijke onderonsjes hebben
we pro-actieve, naar voren tredende en bovenal zichtbare ambtenaren
nodig. Het vraagt om ambtenaren die vragen, prikkelen, luisteren en
confronteren. Ambtenaren die een duidelijk rol opeisen in de dialoog.

Een voorbeeld: om als ambtenaar actief aan online netwerken en dis-


cussies te kunnen deelnemen moet je zelf kunnen inschatten wat je wel
en niet kan en mag zeggen. Je bent dan immers een vooruitgeschoven
post en kunt je reacties niet via een interne parafenprocedure laten
lopen. Dat zal dus gevolgen hebben voor de hiërarchische afstemming,
voor sturing en management en voor de ambtenaar zelf. Daar komen
heel wat nieuwe dilemma’s uit voort.

Civil service code


Maar wat zijn dan precies de wenselijke eigenschappen van online ac-

78 | Ambtenaar 2.0 (2008)


tieve ambtenaren? In Groot-Brittannië hebben ze hier al over nage-
dacht en de Cabinet Office heeft een Guidance for online participation
opgesteld, als onderdeel van een meer omvattende Civil Service Code.
Als je je als ambtenaar als volgt gedraagt online, ben je dus goed bezig.
De letterlijke tekst in het Engels:

1. Be credible: be accurate, fair, thorough and transparent;

2. B
 e consistent: encourage constructive criticism and deliberation. Be
Bron: Civil Service Code – Guidance for cordial, honest and professional at all times;
online participation: www.civilservice.gov.
uk/iam/codes/social_media/participation. 3. Be responsive: when you gain insight, share it where appropriate;
asp
4. B
 e integrated: wherever possible, align online participation with
other offline communications;

5. B
 e a civil servant: remember that you are an ambassador for your
organisation. Wherever possible, disclose your position as a repre-
sentative of your department or agency.

Wat opvalt is dat de guidance vooral nadruk legt op algemene principes


en veel ruimte laat voor deelname van ambtenaren aan het inhoude-
lijke debat. Het laat zelfs ruimte om online toezeggingen te doen mits
dat binnen je mandaat valt. Ook opvallend is dat ze de guidance op één
A4’tje hebben gekregen!

Meer over de handreiking van de RVD is te Voor het grootste deel kunnen we deze Britse richtlijnen volgens mij
vinden op http://twurl.nl/76vegr ook in Nederland gebruiken. Vanuit het ministerie van BZK en de Rijks-
voorlichtingsdienst wordt hier ook naar gekeken. Ik heb zelf nog wel
enige aanmerkingen. Over het geheel gezien zou ik van een dergelijke
code een aantal zaken verwachten:

1. A
 mbtelijke waarden: die zijn goed vertegenwoordigd in de guidance:
“Bedenk je dat je online ook ambtenaar bent en dat betekent het
volgende”;

2. D
 e cultuur van web 2.0: ook daar zijn verwijzingen naar opgenomen,
bijv. over transparantie, delen van kennis (tenzij bij 3. alleen intern
bedoeld is), e.d. Maar het verschil met andere vormen van burger-
contact zou beter beschreven kunnen worden;

3. Valkuilen, zoals staan vermeld in het rode kader staat op de Britse site:
bijv. dat je je moet realiseren dat je herkenbaar bent op IP-adres, dat
je je manager moet vragen als je twijfelt, persoonlijke gegevens ano-
niem moet houden, auteursrecht, media, toezeggingen, etc. Ik mis hier
overigens iets over het vastleggen en archiveren van reacties en blogs;

4. Dilemma’s: hierover staat niets vermeld. Deze code is voor ambtenaren


in hun rol als ambtenaar. Die scheiding tussen werk en thuis wordt echter
steeds minder duidelijk:
a. In hoeverre mag je er ‘thuis’ online een andere mening op na houden
dan op het werk? En die mening online kenbaar maken dus?
b. Kun je vanachter je IP-adres thuis ook jezelf als ambtenaar bekend
maken?

Ambtenaar 2.0 (2008) | 79


Wachtwoorden c. O
 nline contact gaat (bijna) 24 uur per dag door. Je moet dus ook in
Er zijn heel veel handige sites op internet, de gaten houden dat je je niet teveel door die agenda laat leiden.
maar je hebt evenveel wacht­woorden nodig Maak bijvoorbeeld goede afspraken met collega’s over vervanging.
om daar binnen te komen. Voor sites die
onder Yahoo of Google vallen kun je vaak Er zijn nog heel wat vragen en discussiepunten om te bespreken rond
hetzelfde wachtwoord gebruiken, maar deze code voor ambtenaren, of dit manifest voor ambtenaar 2.0. Deze
verder is die versnippering een groot discussie zal onder andere worden opgepakt door het project Ambte-
probleem om fijn te kunnen werken. De naar van de Toekomst, onderdeel van het reorganisatieprogramma van
komende jaren zal daar wel verbetering in de rijksoverheid, Vernieuwing Rijksdienst. Daar gaan we deze punten dus
komen. Met OpenID kun je namelijk een nog wel terugzien!
wachtwoord van je favoriete site ook elders
gebruiken. Het werk een beetje als het Het ministerie van LNV heeft enige jaren geleden een boekje samenge-
IDEAL van de banken. steld, genaamd NetGedrag. Daarin staat een nuttige stelregel: “Ga in
geval van twijfel altijd bij jezelf te rade of je het aan een collega/ka-
In de tussentijd moeten we een list mergenoot zou vertellen. Zo nee, ben je dan wel goed bezig?” Die regel
verzinnen voor de wachtwoorden. Want je vind ik altijd wel handig om in het achterhoofd te houden.
hoeft niet overal een ander wachtwoord te
gebruiken. Ikzelf hanteer een aantal Informatiebeveiliging en archivering
niveau’s. Zo gebruik ik voor de meeste Werken bij de overheid betekent ook omgaan met gevoelige informatie.
websites waar ik kom min of meer hetzelfde Dat kan geheime informatie zijn (bijv. bij Defensie), maar vaak ook private
wachtwoord. Maar voor mijn e-mail gebruik gegevens (bij personeelsafdelingen) of politiek gevoelige kennis (bijv. als er
ik een heel ander wachtwoord bijvoorbeeld. wordt gewerkt aan een CAO-compromis). Als je met dergelijke informatie
En voor zeer gevoelige zaken als mijn bank van doen hebt, moet je je dus altijd van die gevoeligheid bewust zijn. Niet
weer een ander. Eén ding is duidelijk: alle informatie hoeft voor iedereen open te zijn en vaak is het onverstandig
gebruik nooit het interne wachtwoord van je om gebruik te maken van applicaties op internet om redenen van beveili-
organisatie op internet! ging. Het vraagt om bewuste en gegronde keuzes op basis van voldoende
kennis.

Het veiligste is dus altijd om te werken binnen de overheid: op je eigen


netwerkschijf of op Rijksweb. Maar dat is niet altijd mogelijk: als je wil
samenwerken en kennisdelen over de grens van je eigen organisatie heen,
dan ben je toch aangewezen op internet als platform. En het aanbod van
functionaliteiten op internet is zo groot en divers, als je daarmee efficiënter
je werk kunt doen en/of betere resultaten kunt behalen dan is het bijna
onverantwoord om die meerwaarde te laten liggen. Het is echter een keuze
om weloverwogen te maken, met de lessen van de twee paragrafen hiervoor
in het achterhoofd.

Diezelfde aandacht vraag het onderwerp archivering. Als overheid zijn we


wettelijk verplicht om ons handelen (bijv. de achtergronden van de tot-
standkoming van een wet) vast te leggen zodat de voorgeschiedenis gere-
construeerd kan worden. Naarmate meer van die voorgeschiedenis via on-
line contact en samenwerken tot stand komt wordt het ook belangrijker
dat we een oplossing vinden voor het archiveren daarvan. Zo zouden we
wiki’s en Google Docs moeten kunnen downloaden met hun geschiedenis
(dat kan vaak al). En reacties op blogs en in discussies zouden automatisch
bijgehouden moeten worden (zoals www.backtype.com doet). Hoe gaan
we dat organiseren?

Wie is medewerker 2.0?


Er wordt veel geschreven over de digitale vaardigheden van de komen-
de generatie medewerkers. Zijn ze nu wel of niet internetvaardiger?
Duidelijker is echter wel dat zij op een andere manier zullen werken

80 | Ambtenaar 2.0 (2008)


Kennis toevoegen aan Wikipedia en andere waarden en behoeften hebben. Hoe prikkelen we jongeren
Wikipedia (www.wikipedia.nl) is een online om bij de overheid te komen werken? Dat gaat verder dan vacatures
encyclopedie waar elke internet­gebruiker uitzetten via netwerken op Hyves of LinkedIn (werving 2.0), dat heeft
z’n eigen kennis aan kan toevoegen. Niet te maken met werkcultuur. Zie ook Hoofdstuk 7.
alleen is zo een enorme informatiever­
zameling ontstaan, maar het is ook één van Wat verwacht de werknemer 2.0 van zijn werkgever? Is dat zoals voor-
de best bezochte sites van Nederland. Mede heen nog steeds een goed leerbeleid, een vast contract en secondaire
omdat Google er veel­vuldig naar verwijst. arbeidsvoorwaarden? Die zullen zeker hun waarde behouden. Maar de
Kortom, dit is de plek waar heel veel verwachting is dat de nieuwe generatie meer wil. De vragen hierboven
Nederlanders op zoek gaan naar informatie, zijn nog niet beantwoord, maar de discussie is flink bezig. De volgende
ook over onze beleidsterreinen. thema’s komen in die discussie aan de orde:

Als je bij een lemma feitelijke onjuist­heden Medewerker 2.0 zoekt naar zingeving
tegenkomt over je beleids- of werkterrein is De nieuwe generatie zoekt niet naar een baan voor het leven, maar
het dus van belang om dat te corrigeren. wel naar een baan waar hij zich mee verbonden kan voelen, bijv. door
Dat is heel simpel. Op Wikipedia staat bij maatschappelijke vraagstukken uit te kunnen werken. Het is een zoek-
elk hoofdstuk en elke paragraaf rechtsboven tocht naar waarden en een collectieve ambitie binnen de organisatie.
het knopje ‘bewerk’. Als je daarop klikt, Een dergelijke cultuur en werkhouding is een reden om bij een be-
kun je de tekst aanpassen. Als je klaar bent paalde club te horen en daar helemaal voor te gaan.
krijg je een conceptversie te zien, daarna
kun je het definitief publiceren. Intern ondernemerschap
Die betrokkenheid bij een onderwerp maakt ook dat nieuwe medewer-
Let er wel op dat je vanaf je computer op kers minder snel genoegen zullen nemen met een een plek aan de lopen-
het werk herkenbaar bent met het IP-adres de band van het proces. Ze willen ruimte voor ondernemerschap binnen
van je organisatie. Je vertegenwoordigt op de organisatie. Daarbij zetten ze hun kennis, netwerk en de technologi-
dat moment je organisatie, dus zorg ervoor sche mogelijkheden maximaal in. Ze verwachten te worden afgerekend
dat je correct handelt. op resultaat en bepalen zelf grotendeels hoe ze dat bereiken.

Personal branding en persoonlijke ontwikkeling


In de optiek van de nieuwe generatie staat de medewerker dus cen-
traal. Ze profileren zich met de onderwerpen waar ze betrokken bij
zijn en de resultaten die ze behaald hebben. Ook de beloning verschilt
per persoon: de een wil meer vakantiedagen, de volgende een cursus/
seminar, of een MBA, etc. Training en opleiding zijn een onderdeel van
je baan. De nadruk ligt op het persoonlijke groeipad. Zo lang de organi-
satie de interesse weet te prikkelen en weet bij te dragen aan de groei,
blijft de werknemer bij de organisatie, maar jobhoppen hoort erbij.

Hiërarchie is een restant uit het verleden


In het enthousiasme om vanuit het eigen ondernemerschap een onder-
werp verder te krijgen kunnen machtsposities alleen maar een hinder-
nis zijn. Hiërarchie is niet interessant en niet indrukwekkend, behalve
als die is gebaseerd op expertise of bijdrage. De medewerker 2.0 richt
zich op z’n onderwerp; hiërarchische structuren, bureaucratie en in-
terne politieke spelletjes belemmeren de oplossing alleen maar.

Kennis delen is vermenigvuldigen


Eenzelfde hindernis kan worden gevormd door collega’s die bovenop
hun kennis zitten. Tegenwoordig is het altijd wel mogelijk om diezelfde
(of misschien wel betere kennis) via een andere route te verkrijgen.
Maar het is extra moeite en de desbetreffende collega zal niet snel
weer betrokken worden. Zelf zijn ze open in waar ze mee bezig zijn.
Niet in het vasthouden van hun kennis zit hun kracht, maar juist in het
laten zien wat ze in huis hebben.

Ambtenaar 2.0 (2008) | 81


Samenvatting
Een nieuwe generatie medewerkers, met een andere cultuur en een
andere manier van werken, zal de komende jaren de overhand krij-
gen binnen de overheid. Deze medewerkers pakken hun taken op een
andere manier op, maar verwachten ook andere dingen van de orga-
nisatie, van hun manager en van hun collega’s. Dat vraagt om nieuwe
vormen van organisatieontwikkeling en van managementontwikkeling.
Het is een proces dat we nu moeten aanvangen, willen we binnenkort
niet geconfronteerd worden met een generatiekloof. Deze medewer-
kers brengen de maatschappelijke veranderingen de organisatie in en
zijn dus cruciaal om mee te kunnen veranderen met de samenleving.
Meer dan ooit.

82 | Ambtenaar 2.0 (2008)


Hoofdstuk 9. Het einde is het begin
Het einde van dit boek is, naar ik hoop, het begin van de discussie.
De zoektocht die ik in de inleiding aankondigde en die we in dit boek
hebben gemaakt is nog maar het begin van de zoektocht die we als
overheid, als ambtenaren, moeten maken om de ontwikkelingen rond
web 2.0 te vertalen naar de praktijk van ons werk. Dit was een nog
grotendeels theoretische reis; het is aan ieder van ons om zelf te ont-
dekken hoe we ons werk daadwerkelijk beter kunnen doen en zodoende
de overheid beter kunnen maken.

Vanuit mijn ervaring met web 2.0 heb ik geprobeerd in dit boek enige
kennis mee te geven als bagage voor tijdens deze tocht. En ik heb ge-
probeerd deze kennis toe te passen op de overheid: op de relatie tussen
overheid en samenleving, op de interne organisatie van de overheid en
op de manier van werken van de ambtenaar zelf. Ik hoop dat deze 2.0-
kijk op ons werk en onze manier van werken ook heeft aangezet tot na-
denken en discussie. De discussie kan op www.ambtenaar20.nl worden
gevoerd, op boek.ambtenaar20.nl naar aanleiding van dit boek, maar
bij voorkeur gewoon op de werkvloer.

Want dat is het belangrijkste doel van dit boek: een aanleiding te zijn
voor ambtenaren om het gesprek aan te gaan over de betekenis van web
2.0 voor de overheid en voor hun werk. Dit boekje geeft achtergrond-
informatie en een aantal meningen over wat die betekenis zou kunnen
zijn, maar de antwoorden moeten worden gevonden op de werkvloer,
door te experimenteren en door daar het gesprek over aan te gaan.
Daar ligt de taak voor ons ambtenaren de komende tijd.

De lijnen waarlangs die discussie volgens mij gevoerd zal worden zijn
‘open’, ‘sociaal’ en de ‘gebruiker centraal’. In elk hoofdstuk van dit
boek zijn deze lijnen te herkennen in een bepaalde vorm. De kern van
web 2.0 schuilt in het creëren van een plat vlak, waar mensen op kun-
nen aansluiten, verbindingen aan kunnen gaan en zodoende in staat zijn
om meer te bereiken. Dat geldt zowel binnen organisaties als in het
werken met de samenleving: hoe kunnen we mensen empoweren om
een (grotere) bijdrage te leveren?

Economische voordelen
Net zoals de rationalisatie van de productie in fabrieken de producti-
viteit van fabrieksarbeiders enorm verhoogd heeft, zo zullen nieuwe
digitale samenwerkingsconcepten de productiviteit van kenniswerkers
(zowel binnen als buiten de eigen organisatie) naar een hoger plan til-
len. In een periode van vergrijzing en nieuwe opkomende productie-
landen ligt daar één van de oplossingen voor de komende jaren. Onze
kracht zal moeten liggen in innovatie, in onze mensen dus.

Daarbij gaat het niet alleen om een overheid die door efficiënter en
interactiever te werken verder kan krimpen. Natuurlijk liggen er moge-
lijkheden om door integralere samenwerking en handige instrumenten
met minder mensen hetzelfde werk te doen. En door meer taken bij de
samenleving neer te leggen (crowdsourcing, co-creatie, open innova-
tie) is ook voordeel te behalen. Maar belangrijker nog is dat vanuit de

Ambtenaar 2.0 (2008) | 83


overheid wordt bekeken en begrepen hoe de mogelijkheden van web
2.0 in de samenleving tot meerwaarde kunnen leiden.

Een voorbeeld daarvan is Open Overheid, het initiatief om overheidsin-


formatie in een open format beschikbaar te stellen zodat anderen erop
voort kunnen bouwen. Op basis van informatiebronnen van de overheid
kunnen immers nieuwe applicaties en sites worden gebouwd en in de
markt gezet. Start-ups of bestaande bedrijven kunnen zo met nieuwe
producten komen en hun businessmodel baseren op de informatie (en
voorwaarden) van de overheid. Open Overheid biedt de mogelijkheid
om deze bedrijfstak een stimulans te geven en tegelijkertijd de dienst-
verlening vanuit de overheid te verbeteren.

Een veranderende samenleving


De term ‘web 2.0’ is bedacht door Dale Als dit boek iets probeert duidelijk te maken dan is het dat de samenleving
Dougherty, een internetpionier en zeer sterk in verandering is. Eén van die veranderingen betreft digitalisering,
manager bij het bedrijf O’Reilly Media: internet en web 2.0. Op elk vlak is die verandering merkbaar, van de enter-
http://twurl.nl/kahqcf. tainmentsector tot de auto-industrie, van de zorg tot de politiek, van de kin-
deren in de schoolklas om de hoek tot een twitterende minister Verhagen in
het VN-gebouw in New York. Het web bestaat dit jaar zestien jaar, de term
web 2.0 is vier jaar geleden bedacht, Twitter bestaat exact twee jaar.

Wat is web 3.0? De technologische ontwikkeling, maar ook de nieuwe concepten die daar-
Ook wel het ‘semantische web’ genoemd. door mogelijk worden gemaakt, gaan steeds sneller. Er wordt al gesproken
Web 3.0 is een toekomstbeeld van een over web 3.0, waardoor een nog vollediger beeld van onze online identi-
internet waar informatie rond concepten teit ontstaat. Maar ook door mobiele technologie en GPS wordt ons bestaan
of personen met elkaar verbonden is steeds meer geïntegreerd met internet. De mogelijkheden om onafhankelijk
zodat een zo volledig mogelijk beeld en van tijd en plaats kennis te verzamelen en samen te werken worden alleen
begrip ontstaat. Dit in tegenstelling tot maar groter. En elk jaar zullen er dan ook nieuwe concepten worden verzon-
de huidige versnippering van die nen om daar invulling aan te geven. Nieuwe werelden om te ontdekken.
informatie over verschillende sites.
Overheidsorganisaties hebben vaak de neiging om schoksgewijs, bijv. via
grote reorganisaties, te veranderen. Tot dergelijke revoluties wordt meestal
besloten op het moment dat de evolutie van de samenleving een bepaald
punt heeft bereikt. De veranderingen in de samenleving volgen elkaar ech-
ter zo snel op dat de vraag boven komt drijven of deze methode voldoende
is om als overheid in de pas te blijven lopen met de samenleving. Vraagt een
constant veranderende samenleving niet om een overheid die constant mee
in verandering is?

De uitdaging zal er de komende jaren vooral in zitten om de samenleving


bij te houden in die veranderingen en te voldoen aan de verwachtingen van
burgers. Die zien namelijk wat de mogelijkheden zijn en hoe bedrijven die
mogelijkheden gebruiken om hun klanten nauwer te betrekken bij waar ze
mee bezig zijn. Dat verwachten ze van hun overheid ook. De wensen van
burgers veranderen mee met de mogelijkheden. Niet alleen als het gaat om
dienstverlening vanuit de overheid, maar ook in hoe men invloed kan heb-
ben op de werkzaamheden die de overheid voor hen aan het uitvoeren is.

Platform Ambtenaar 2.0


Er valt dus nog heel wat te ontdekken. Maar gelukkig hoeven we dat
niet alleen te doen. We zijn als ambtenaar immers met velen. Iedereen

84 | Ambtenaar 2.0 (2008)


met een goed idee kan een ander weer inspireren. Alles wat jij verzint
om met web 2.0 de overheid beter te laten werken, is ook voor jouw
collega weer leerzaam. Of je nu bij gemeente, provincie of rijk werkt,
bij een beleidsdirectie of uitvoerende dienst, we lopen allemaal tegen
de vraag aan hoe we als ambtenaar op deze ontwikkeling moeten re-
ageren.

Het enige wat we niet moeten doen is die vragen of die ideeën voor
onszelf houden. Stel die vraag, zodat anderen met je mee kunnen den-
ken. Beschrijf je idee, zodat anderen daar verder mee kunnen gaan.
Door onze ervaringen uit projecten en experimenten te delen kunnen
we van elkaar leren. Door gebruik te maken van de middelen en prin-
cipes van web 2.0 kunnen de vragen die web 2.0 voor de overheid op-
roept ook beantwoord worden. Kunnen de kansen die geboden worden
verzilverd worden.

Zoals gezegd kan die uitwisseling van ideeën en ervaringen overal gebeuren,
maar het zal in ieder geval blijven gebeuren op www.ambtenaar20.nl.
Ambtenaar 2.0 is het platform om te praten over de gevolgen van web 2.0
voor de overheid, om vragen te stellen en goede voorbeelden te tonen, om
toekomstige ontwikkelingen in beeld te brengen en initiatieven en experi-
menten tot stand te brengen. Of dat nu online is, via bijeenkomsten, of …
via een boek.

Ambtenaar 2.0 (2008) | 85


Hoofdstuk 10. Waarom ik?
In andere hoofdstukken is ruim aan bod gekomen wat web 2.0 inhoudt,
wat je ermee kunt en waarom het zo’n grote impact heeft op het werk
en de manier van werken van de overheid. Dit verhaal gaat echter niet
alleen over Ambtenaar 2.0, maar ook over mij. Ik ben als het ware mijn
eigen onderzoek en breng mijn resultaten direct weer in de praktijk.
Practice what you preach dus. Maar ook preach what you practice.
Waarom ben ik met dit onderwerp bezig?

1. Deel uitmaken van de samenleving


In 1996 afgestudeerd ben ik via een stage in het bedrijfsleven terecht-
gekomen. Ik kwam te werken bij een strategische afdeling die nadacht
over de gevolgen van het nog prille medium internet voor een uitgeve-
rij. Ik was er al vroeg bij dus. Tegelijkertijd ben ik ook maatschappelijk
actief geworden. Ik werd lid van een politieke partij en als bestuurslid
van de stichting Open Monumentendagen in Leiden heb ik jaren lang
mee mogen helpen een prachtig evenement op poten te zetten. Dat
vrijwilligerswerk gaf me veel voldoening. Een maatschappelijke vol-
doening die ik niet uit mijn werk haalde. Ik kon die twee werelden
moeilijk scheiden.

De conclusie die ik daaruit trok was dat werken in het bedrijfsleven


me onvoldoende motiveerde. Ik had meer nodig: ik wilde ook in mijn
werk een bijdrage leveren aan de samenleving. Daarom wilde ik werken
voor de overheid. Overigens bleek die bijdrage uiteindelijk betrekkelijk
indirect te zijn, maar mijn motivatie bleef hetzelfde: door de overheid
beter te laten werken ook de samenleving een beetje beter maken.
De overheid maakt deel uit van die samenleving en speelt daar een
belangrijke rol in. Zij moet er dan ook middenin staan en er actief
in participeren. Als zich een mogelijkheid voordoet om efficiënter en
interactiever te werken, dan moeten we die dus grijpen. Die verant-
woordelijkheid heeft elke ambtenaar.

Een efficiëntere en interactievere overheid


Daar ligt voor mij dus ook de motivatie om met Ambtenaar 2.0 bezig
te zijn. Er is momenteel veel politieke aandacht voor ambtenaren en
hoe ze hun werk doen. De samenleving vraagt om ambtenaren die alle
middelen inzetten om efficiënter, integraler en doelgerichter hun ta-
ken in te vullen. Dankzij de digitale middelen die ons tegenwoordig ter
beschikking staan zijn daarin grote stappen te maken.

Maar belangrijker nog dan de middelen die we als overheid inzetten is


de houding die we daarbij aannemen. Mede onder invloed van internet
is de samenleving en de rol van de overheid daarin sterk aan het veran-
deren. De balans is aan het verschuiven. En als de samenleving veran-
dert moet de overheid mee veranderen. Dat is een zoektocht waar we
nog maar net aan zijn begonnen, maar er liggen veel kansen om onze
taken veel opener en interactiever uit te voeren.

Aan die ontdekkingstocht wil ik graag meedoen. Door de komst van


internet is een heel palet aan nieuwe mogelijkheden beschikbaar geko-

86 | Ambtenaar 2.0 (2008)


men om als overheid efficiënter te werken en meer in samenhang met de
samenleving haar taken uit te voeren. Een betere overheid voor een be-
tere samenleving, daar wil ik mijn handen voor uit de mouwen steken.

2. Mijn netwerk is mijn organisatie


Mijn motivatie komt dus voor een groot deel voort uit bevlogenheid over
het onderwerp waar ik verantwoordelijk voor ben gemaakt. Ik verbind
me dan ook sterk aan een thema waar ik voor sta. Daar zet ik alle mid-
delen die ik tot mijn beschikking heb voor in en ik zoek mijn netwerk
af naar medestrevers die mee willen bouwen. Kun je een waardevolle
bijdrage leveren, kom er dan vooral bij!

Daarbij laat ik me niet beperken tot de grenzen van mijn afdeling of


ministerie. Waardevolle bijdragen kunnen ook daarbuiten gevonden
worden. Ik probeer aan te haken bij de kennis, ideeën en netwerken
van mensen binnen en buiten de organisatie die ook met dit onderwerp
bezig zijn. Dat is de groep waarmee ik werk. Daarbinnen heeft ieder
natuurlijk z’n eigen opdracht, maar je vindt elkaar in de samenwerking
aan een gemeenschappelijk maatschappelijk doel.

Kennisdelen
Mijn loyaliteit ligt niet zozeer bij een afdeling of directie, maar bij de
gehele organisatie en de mensen met wie ik samenwerk. Of beter nog:
ze ligt bij een overheid die bepaalde maatschappelijke taken zo goed
mogelijk moet vervullen. Een dergelijke manier van (samen)werken
over organisatiegrenzen heen kan natuurlijk alleen slagen als iedereen
open is over waar hij of zij mee bezig is en kennis deelt. Informatie
moet vrijelijk beschikbaar zijn.

Vroeger was ik veel tijd kwijt met het maken en ronddelen van kopie-
tjes van interessante artikelen, nu kan dat veel efficiënter via e-mail
of allerlei nog gemakkelijker middelen. Het bij elkaar brengen van de
juiste informatie is immers cruciaal voor ons werk als ambtenaren. Ook
ben ik begonnen met een blog om mijn omgeving op de hoogte te hou-
den waar ik mee bezig ben en waarheen mijn denken zich ontwikkelt.
Dat maakt het voor anderen mogelijk om aan te haken wanneer daar
aanleiding voor is. Kortom, ik werk en communiceer meer horizontaal
(in netwerken) dan verticaal (in hiërarchische lijnen).

Personal branding
Vanaf het begin ben ik aangewezen geweest op mijn eigen eigenschap-
pen en competenties om te proberen meerwaarde te genereren. Dat
maakt, tezamen met de kennis en het netwerk die ik ondertussen heb
opgebouwd, het merk Davied.

Het is wel een flinke zoektocht geweest om duidelijk te krijgen wat


dat ‘Davied’ dan inhield. Waar staat het merk voor? Wat voor diensten
kun je daarvan verwachten? Wat is de kracht en wat zijn de zwaktes?
Gedurende de afgelopen jaren sloot niet elke functie daar even goed
op aan. Maar daarmee is mijn beeld van wat dat merk wel is een stuk
duidelijker geworden. Mijn huidige functie, projectleider Ambtenaar
2.0, ligt daar dicht bij in de buurt, dat is de niche die bij mij past!

Ambtenaar 2.0 (2008) | 87


In Hoofdstuk 8 ben ik al ingegaan op wat organisatie 2.0 inhoudt en hoe
werknemer 2.0 daar z’n weg in vindt. Het is een manier van werken
die erg aansluit bij mijn persoonlijke werkwijze en motivatie. En dat
is ook het potentieel dat ik inzet om van Ambtenaar 2.0 een succes te
maken.

3. De wereld onder handbereik


Deze manier van werken heeft me een heel breed en divers netwerk
gegeven. Hoewel het heel wat oplevert, kost het ook veel tijd om bij te
houden. En hoewel mijn netwerk heel breed was, had ik nooit het idee
dat ik daarmee alle relevante mensen in beeld had. Voor mijn gevoel
hing het toch voor een groot deel van toevalligheden aan elkaar: van
wie je tegenkwam, van de onderwerpen die je dan besprak en of je op
korte termijn iets gezamenlijks kon doen, voordat je elkaar weer uit
het oog verloor en het contact verwaterde.

Sociale netwerksites hebben die manier van werken compleet op z’n


kop gezet. Als je iemand als contact hebt toegevoegd heb je altijd z’n
laatste e-mailadres en kun je ‘m altijd bereiken. Je kunt zien waar
iemand mee bezig is en samenwerking zoeken als dat interessant is. Je
krijgt inzicht in ervaring en interesses die verder gaan dan alleen de
reden dat jullie oorspronkelijk het contact zijn aangegaan. En omdat
je verder kunt kijken dan je eigen netwerk krijg je een beter inzicht
in wie er nog meer op je terrein actief zijn. Dat heeft mijn slagkracht
enorm vergroot.

Persoonlijk dashboard
Ik heb altijd al een hekel gehad aan de noodzaak van reizen. Het uit-
zicht kan mooi zijn en reizen biedt de kans om eens rustig een boek
te lezen, maar uiteindelijk wil ik niet reizen, maar wil ik ergens zijn.
Op internet is geen tijd of plaats, alles is op elk moment met elkaar
verbonden. Op de fundamentele gevolgen daarvan ben ik uitgebreid
ingegaan, maar het maakt in ieder geval mogelijk dat ik over informatie
kan beschikken wanneer ik die nodig heb, zaken kan afhandelen wan-
neer ik dat wil en dat ik contact kan hebben met mensen op een manier
die ik handig vind.

Kortom, het geeft me de kans om mijn leven, mijn werk en mijn om-
geving in te richten zoals ik dat zelf wil. Toen ik jong was zat ik altijd
met mijn neus in encyclopedieën, atlassen en woordenboeken (en ik
verzamel ze nog steeds), nu zijn al die naslagwerken altijd digitaal
onder handbereik. Ik ben altijd nieuwsgierig geweest naar alles wat er
gebeurt in mijn omgeving en op mijn interessegebieden, nu kan ik mijn
persoonlijke dashboard zodanig inrichten dat ik zo efficiënt mogelijk op
de hoogte blijf. En dat allemaal online.

Dat kan ik helemaal zelf


En het mooie is dat je dat alles helemaal zelf kan doen. Vroeger was
ik jaloers op mensen die konden programmeren. Als ze een leuk idee
hadden, konden ze dat zelf uitwerken en bouwen. Ik vind het leuk om
ideeën verder door te denken en door te spreken, maar ik wil ook graag
praktisch aan de slag. De online instrumenten die de laatste jaren be-

88 | Ambtenaar 2.0 (2008)


schikbaar zijn gekomen geven mij die mogelijkheid om snel iets op
te bouwen. Iedereen heeft middelen tot z’n beschikking gekregen die
voorheen voorbehouden waren aan grote bedrijven. Wat een potentie!

Dus toen ik begon met het project Ambtenaar 2.0 heb ik die middelen
direct ingezet. Het opzetten van een blog op WordPress kostte een paar
minuten. Dat gaf me ruimte m’n ideeën te publiceren en het aantal
abonnees schoot snel boven de honderd. Daarnaast ben ik een commu-
nity gestart om mensen te verzamelen die mee willen praten over web
2.0 en de overheid. Het aantal leden daarvan loopt ondertussen in de
honderden. Met al dit soort sites en instrumenten kun je zo aan de slag,
daarom vind je nog meer van dit soort tips in de marge van dit boek.

Of ik in aanmerking kom voor het stempel ‘Ambtenaar 2.0’, dat weet


ik niet. Maar dat is ook niet waar het om gaat. Wat ik met deze per-
soonlijke introductie wil aangeven is dat deze nieuwe wereld goed bij
mij past. Dat is mijn motivatie om dit project te doen en dit boek te
schrijven. Tegelijkertijd maak ik zelf gebruik van diverse nieuwe instru-
menten om ik mijn project ook beter uit te kunnen voeren. Dat is een
verantwoordelijkheid die elke ambtenaar heeft: om na te gaan waar
deze vernieuwingen gevolgen hebben voor je werk èn om alle middelen
te benutten die jouw werk efficiënter en effectiever maken. Dit boekje
is een gids om je daarbij te leiden. Het ligt in jouw handen.

Ambtenaar 2.0 (2008) | 89


90 | Ambtenaar 2.0 (2008)
Ambtenaar 2.0 (2008) | 91
92 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)
Ambtenaar 2.0 beta
Actiepunten om te werken aan een overheid 2.0

4 december 2009

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 93


94 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)
Inhoudsopgave Ambtenaar 2.0 beta
Hoofdstuk 1. Introductie 100
Hoofdstuk 2. Terugblik 102
Deel I. Trends voor een overheid 2.0 105
Hoofdstuk 3. Ontwikkelingen op internet 106
Hoofdstuk 4. Wat is overheid 2.0? 119
Deel II. Bouwen aan organisatie 2.0 141
Hoofdstuk 5. De drie werelden van overheid 2.0 142
Hoofdstuk 6. De overheid participeert op internet 150
Hoofdstuk 7. Een platform voor interne samenwerking 157
Hoofdstuk 8. Een participatieplatform om gezamenlijk taken op te pakken 167
Hoofdstuk 9. Een strategie voor overheid 2.0 179
Deel III. Aan het werk als ambtenaar 2.0 183
Hoofdstuk 10. Handvatten voor de ambtenaar 2.0 184
Hoofdstuk 11. Wat komt er na Ambtenaar 2.0? 200

Kaderteksten
Wat betekent web 2.0 voor de communicatieafdeling? 116
Voorbeeld: Vergunningenkaart.nl, open overheid in de praktijk 127
Voorbeeld: PIANOo-desk, online netwerk voor overheidsinkopers 130
Voorbeeld: Verbeterdebuurt.nl, participatieplatform voor de publieke ruimte 133
Wat betekent web 2.0 voor de huisvesting? 137
Wat betekent web 2.0 voor de inspecties? 148
Voorbeeld: Een minister helpen via Twitter 156
Voorbeeld: Werken 2.0 bij LNV is een leertraject 165
Voorbeeld: Innovatie
 2.0, een online community voor beleidstrajecten 177
Kunnen organisaties twitteren? 181
Voorbeeld: Een klacht opvangen via Twitter 192

Wat betekent web 2.0 voor de ICT-afdeling? 198

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 95


Volledige inhoudsopgave
Hoofdstuk 1. Introductie 100
Leeswijzer 101

Hoofdstuk 2. Terugblik 102


Waar ging het eerste boek over? 102
Wat is web 2.0? 102
Web 2.0 en de overheid 102
Overheid 2.0 102
Organisatie 2.0 103
Medewerker 2.0 103

Deel I. Trends voor een overheid 2.0 105

Hoofdstuk 3. Ontwikkelingen op internet 106


Samenkomen was nog nooit zo simpel 106
Hoe organisaties werken 107
Nieuwe vormen van samenwerken 107
Belemmeringen voor samenwerking weggenomen 108
Hoe werken netwerken? 108
Het gaat niet om techniek 109
Hoe zou Google dat aanpakken? 110
Werken volgens de regels van Google 110
De regels van Google, volgens Jarvis 110
De regels van Google, volgens Google 111
De interne regels van Google 112
Zes trends voor de overheid 2.0 113
Trend 1: Grenzen vervagen 113
Trend 2: De verniching van de samenleving 113
Trend 3: Hier en nu 114
Trend 4: Overheid als platform 114
Trend 5: Openheid als norm 114
Trend 6: Alles beta 115
Samenvatting 115

Hoofdstuk 4. Wat is overheid 2.0? 119


Zes onderzoeksrapporten 119
Gartner 119
Accenture 12
Cisco 120
Ogilvy 121
McKinsey 122
Deloitte 122
De Verenigde Staten: van campagne 2.0 naar overheid 2.0 124
De uitdagingen van Whitehouse.gov 124
Wat is er al gedaan? 125
Conclusie: het Witte Huis bouwt aan overheid 2.0 125
Australië: een taskforce gaat aan de slag 128
Politiek zet in op openheid en interactie 128
De taskforce zet overheid 2.0 op de agenda 128
Conclusie: Australië doet gedegen onderzoek naar toepassingsmogelijkheden 129

96 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Groot-Brittannië: een top 5 van prioriteiten 131
Investeer in ambtenaren 2.0 131
Maak je informatie openbaar 131
Maak interne systemen toegankelijk 131
Bouw een nationaal participatieplatform 131
Maak bij voorzieningen een digitale wachtkamer 131
Conclusie: Groot-Brittannië brengt nieuwe voorbeelden en ideeën voort 132
De Verenigde Staten: advies voor het ministerie van Defensie 134
Belemmeringen bij overheidsorganisaties 134
Aanbevelingen voor de inzet van 2.0-mogelijkheden 134
Conclusie: overheidsorganisaties lopen overal tegen dezelfde vragen aan 135
Samenvatting 135

Deel II. Bouwen aan organisatie 2.0 141

Hoofdstuk 5. De drie werelden van overheid 2.0 142


Gesprekken. Tussen mensen. Online 142
Internet is een platform voor gesprekken 142
Gesprekken zijn de basis voor kennisuitwisseling, samenwerking en processen 142
De relatie tussen overheid en samenleving op internet 143
Tegenstelling tussen overheid en samenleving? 144
Drie online werelden voor gesprekken en samenwerking 144
Hoe zien die drie werelden eruit? 145
Samenvatting 147

Hoofdstuk 6. De overheid participeert op internet 150


Participeren in gesprekken in de samenleving 150
Luisteren, deelnemen en mogelijk maken 150
De tien internetprincipes voor overheidsorganisatie 2.0 151
Samenvatting 156

Hoofdstuk 7. Een platform voor interne samenwerking 157


Een cultuurverandering binnen organisaties 157
De tien organisatieprincipes voor overheidsorganisatie 2.0 158
Samenvatting 164

Hoofdstuk 8. Een participatieplatform om gezamenlijk taken op te pakken 167


Wat is een participatieplatform? 167
Iedere overheidsorganisatie een participatieplatform 168
Een interactieve gereedschapskist voor ambtenaren 168
Tien actiepunten voor participatie 169
De tien participatieprincipes voor overheidsorganisatie 2.0 169
Samenvatting 175

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 97


Hoofdstuk 9. Een strategie voor overheid 2.0 179
Elke overheidsorganisatie kiest haar eigen strategie 179
En wat kan er worden gedaan op nationaal niveau? 180

Deel III. Aan het werk als ambtenaar 2.0 183

Hoofdstuk 10. Handvatten voor de ambtenaar 2.0 184


Leren over Ambtenaar 2.0 184
Werkprincipes voor de ambtenaar 2.0 186
De tien werkprincipes 186
Wat mag een ambtenaar op internet? 188
Kaders: de bestaande gedragsregels voor ambtenaren 189
Een handreiking voor ambtenaren online 190
Welke 2.0-instrumenten gebruik ik zoal? 192
Informatie verzamelen en bewaren 193
Kennis delen en ideeën verspreiden 194
Contacten leggen en communiceren 195
Samenwerken en organiseren 196
Kies de middelen die jou verder helpen 197

Hoofdstuk 11. Wat komt er na Ambtenaar 2.0? 200


Wat is web 3.0? 200
Komt er ook een Ambtenaar 3.0? 200

98 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


“Our commitment to openness means more than simply informing the American people about how
decisions are made. It means recognizing that government does not have all the answers, and that
public officials need to draw on what citizens know.”
Barack Obama

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 99


Hoofdstuk 1. Introductie

Hoe realiseren we een overheid 2.0?

Dat is de vraag waar we nu voor staan. Met dit boek wil ik ambtenaren
en bestuurders handvatten meegeven om met die vraag aan de slag te
gaan.

In het eerste boek Ambtenaar 2.0 heb ik beschreven wat de gevolgen


zijn van web 2.0 voor de overheid. Sindsdien hebben we diverse voor-
beelden gezien van hoe de samenleving aan het veranderen is. De over-
heid moet daarop anticiperen.

Deelnemen aan de discussie over Er wordt veel gediscussieerd (ondermeer op Ambtenaar 2.0), er worden
web 2.0 en de overheid? experimenten gestart en er is een brief naar de Tweede Kamer gegaan.
Kijk op forum.ambtenaar20.nl Maar dat alles telt nog niet op tot een strategie voor een overheid 2.0.
Alleen activiteiten ontplooien van onderop en ad hoc is niet voldoende,
overheidsorganisaties moeten nadenken over een strategie voor 2.0.

In dit boek werk ik toe naar een aantal actiepunten. Het begint met
een terugblik op het eerste boek. Vervolgens geef ik een overzicht van
trends en ontwikkelingen met betrekking tot overheid 2.0. Het grootste
deel wordt echter besteed aan de actiepunten: de bouwstenen voor
een overheid 2.0 die participeert in de samenleving, intern aan de slag
gaat met werken 2.0 en open en participatief haar taken vervult.

Maar met alleen een strategie zijn we er niet. Uiteindelijk gaat het
om ambtenaren die op een andere manier hun werk gaan doen. Een
Burgerlink probeert de voorbeelden van strategie van boven kan alleen slagen in samenwerking met een bewe-
e-participatie in Nederland in beeld te ging van onderop. Van ambtenaren die zelf initiatief nemen. Het boek
brengen, ondermeer op een kaart. Zie eindigt dan ook met een handreiking voor hen: de werkprincipes voor
http://twurl.nl/gqk7v0 de ambtenaar 2.0.

De brief over web 2.0 van het ministerie Gezamenlijk kunnen we deze volgende stap maken om de overheid te
van BZK aan de Tweede Kamer is te verbeteren. Ook jij hebt de mogelijkheden en de middelen om daar je rol
vinden op http://twurl.nl/yju63x in te vervullen. Ga het gesprek aan. Neem initiatief. Gebruik de bouwste-
nen in dit boekje. En doe het samen met andere ambtenaren 2.0.

Om in contact te komen met andere Daarom eindig ik hier met het antwoord dat een collega gaf toen zijn
ambtenaren 2.0 of vragen te stellen aan zoontje vroeg wat 2.0 eigenlijk was:
het netwerk kun je lid worden van de
netwerksite. “Samen op internet, dat is 2.0.”
Zie netwerk.ambtenaar20.nl
Davied van Berlo, november 2009

100 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Leeswijzer

Het boek begint met een terugblik op het eerste boek Ambtenaar 2.0.
De hoofdtekst bestaat uit drie delen:

Deel I. Trends voor een overheid 2.0: sinds het eerste boek is er veel
gebeurd en zijn er nieuwe inzichten ontstaan over overheid 2.0. Die
worden in dit deel op een rij gezet.

Deel II. Bouwen aan organisatie 2.0: het eerste boek leverde veel en-
thousiasme op om te gaan werken aan een overheid 2.0. Dit deel biedt
bouwstenen om daadwerkelijk aan de slag te gaan.

Deel III. Aan het werk als ambtenaar 2.0: het netwerk van Ambtenaar
2.0 groeit snel. Maar hoe breng je de nieuwe werkwijze in praktijk?
Ideeën daarvoor vind je in het derde deel.

Tussendoor staan kleinere teksten die ingaan op specifieke onderwer-


pen: in de marge wordt verwezen naar relevante internetsites, worden
termen uitgelegd en wordt extra informatie gegeven.

Er wordt over het algemeen gebruik gemaakt van mannelijke persoons­


aanduidingen. Dit is gedaan voor de leesbaarheid. Het moge duidelijk
zijn dat daarmee zowel naar mannen als vrouwen wordt verwezen.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 101


Hoofdstuk 2. Terugblik
Dit boek is een vervolg op het eerste boek Ambtenaar 2.0. Het is dan ook
aan te raden om daar te beginnen. Het boek Ambtenaar 2.0 biedt een
inleiding op het begrip web 2.0 en de betekenis daarvan voor de overheid.
Het bevat handige tips om zelf aan de slag te gaan en geeft uitleg over de
belangrijkste termen en mogelijkheden.

Waar ging het eerste boek over?


Dit hoofdstuk is bedoeld om het geheugen op te frissen en de kernbegrip-
pen uit het eerste boek nog eens de revue te laten passeren. De links onder
elke paragraaf verwijzen naar het volledige hoofdstuk in de online versie.
Een algemene introductie tot Ambtenaar Deze samenvatting is ook te lezen op over.ambtenaar20.nl.
2.0 is te lezen op over.ambtenaar20.nl
Wat is web 2.0?
Er is een fundamentele verandering gaande in de samenleving: hoe men-
sen elkaar vinden, kennis en ideeën uitwisselen en samenwerken. Deze
verandering heeft een technische aanleiding (internet, web 2.0), maar
de gevolgen zijn maatschappelijk. En daarom zijn er ook gevolgen voor
het werk en de manier van werken van de overheid: de relatie tussen
burger en overheid, de interne organisatie van de overheid en de manier
van werken van de ambtenaar.

Drie kenmerken van web 2.0 zijn cruciaal bij deze verandering:
1. Open: transparant, toegankelijk, uitwisseling;
2. Sociaal: netwerken, samenwerking, verbinden;
3. De mens centraal: empoweren, op maat, verantwoordelijkheid.

• Meer over web 2.0 op hoofdstuk3.ambtenaar20.nl

Web 2.0 en de overheid


Met die veranderingen moeten we iets als overheid. We moeten bedenken
wat het betekent voor onze manier van werken en hoe we efficiënter en in-
teractiever kunnen gaan werken door gebruik te maken van web 2.0 en in-
ternet. Daar zijn geen kant en klare antwoorden voor, ieder moet voor zijn
eigen werk invullen wat die verandering inhoudt, bij beleid, uitvoering en
inspecties. Dat is een verantwoordelijkheid die we hebben als ambtenaar. Dat
begint met discussiëren, onderzoeken en experimenteren om nieuwe wegen
te vinden.

• Meer over de maatschappelijke gevolgen van web 2.0 op


hoofdstuk4.ambtenaar20.nl

Overheid 2.0
De kracht van netwerken werd voor het ministerie van OCW duidelijk bij
de protesten tegen de 1040-urennorm. Ondanks dat overleg was geweest
 r is onderzoek gedaan naar de protesten
E met belangenorganisaties gingen scholieren massaal de straat op nadat
tegen de 1040-urennorm door de Erasmus de stakingsoproep van een 17-jarige via online netwerken was verspreid.
Universiteit: Victor Bekkers, e.a. – De De protesten werden via internet georganiseerd, OCW en belangenorga-
virtuele lont in het kruitvat. Welke rol nisaties stonden buitenspel. Initiatieven in de samenleving komen sneller
spelen de oude en nieuwe media in de op de agenda, ook buiten de overheid om. Hoe gaan we om met deze
micromobilisatie van burgers en hun nieuwe situatie? En hoe maken we zelf gebruik van deze nieuwe moge-
strijd om politiek aandacht? (2009) lijkheden om onze taken goed uit te voeren?

102 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


De rijksoverheid op Twitter • Meer over de betekenis van web 2.0 voor de overheid op
Regering.nl - twitter.com/Regering hoofdstuk6.ambtenaar20.nl
Binnenlandse Zaken - twitter.com/MinBZK
Buitenlandse Zaken - twitter.com/ Organisatie 2.0
MinBuZa Intern zijn er ook kansen voor overheidsorganisaties. Het is nu gemak-
Defensie - twitter.com/Defensie kelijker om over organisatiegrenzen heen samen te werken. Door de
Economische Zaken - twitter.com/MinEZ juiste kennis en ideeën te verzamelen rond een thema kan sneller beter
Financiën - twitter.com/Financien werk worden afgeleverd. Beschikbare kennis kan zo efficiënter wor-
Justitie - twitter.com/MinJus den ingezet en het draagvlak onder het resultaat wordt vergroot. Een
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit - dergelijke brede, flexibele en open manier van werken verandert de
twitter.com/MinLNV organisatie en de manier van leiding geven.
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen -
twitter.com/MinOCW • Meer over het werken in een organisatie 2.0 op
Sociale Zaken en Werkgelegenheid - hoofdstuk7.ambtenaar20.nl
twitter.com/MinSZW
Verkeer en Waterstaat - twitter.com/ Medewerker 2.0
VenW Door bovenstaande ontwikkelingen verandert de manier van werken
Volksgezondheid, Welzijn en Sport - van ambtenaren. Een responsieve overheid vraagt om ambtenaren die
twitter.com/MinVWS actief zijn op internet. Maar hoe werkt dat? Wat mag je als ambtenaar
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening op internet en wat kun je beter niet doen? Dat zullen we moeten leren.
en Milieu - twitter.com/MinVROM Tegelijkertijd biedt web 2.0 ook ambtenaren allerlei mogelijkheden om
efficiënter en effectiever te werken. De “zelfstandig ondernemer” bin-
nen de overheid kan door de juiste middelen in te zetten en kennis bij
elkaar te brengen juist meer bereiken op zijn werkterrein.

• Meer over de manier van werken van werknemer 2.0 op


hoofdstuk8.ambtenaar20.nl

Vanaf hier pakken we de draad weer op. Het eerste boek was de inlei-
ding, met veel uitleg en ideeën. In dit tweede boek gaan we het prak-
tisch maken. Het is een werkboek om je eigen overheidsorganisatie 2.0
samen te stellen. Tijd om het diepe in te gaan.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 103


Deel I. Trends voor een overheid 2.0

Direct de trends voor de overheid 2.0 lezen?


Ga dan naar pagina 113.

105
Hoofdstuk 3. Ontwikkelingen op internet
Web 2.0 is sociale omgang, online. Mijn eigen leidraad om me op inter-
net te gedragen is over het algemeen om een metafoor te zoeken voor
de echte wereld. Laat ik een aantal voorbeelden geven.

 oordenboek: Twitteren of micro­


W Zo heb ik bij Twitter de metafoor van het vertellen van een anekdote
bloggen is het schrijven van kleine op een feestje. Het is jouw verhaal, maar je moet het wel interessant
berichten (max. 140 tekens) over waar je maken voor je doelgroep. Niet elke anekdote is even geslaagd en alleen
mee bezig bent, die vervolgens door je over jezelf praten wordt meestal niet in dank afgenomen.
netwerk gelezen kunnen worden.
Idem bij blogs: een blog schrijf je ook voor een doelgroep, met een speci-
Woordenboek: Een blog of weblog is een fiek interessegebied. Je kunt niet zomaar een artikel, column of lezing uit
verslag of beschrijving van iets wat je een andere context doorplaatsen. Knippen, plakken, klaar! Dan ben je niet
bezig houdt en wilt delen met anderen, bezig om een gesprek aan te gaan met je doelgroep. Net alsof je mensen
die daar vervolgens op kunnen reageren. uitnodigt voor een gesprek en vervolgens steeds zelf aan het woord bent.

Of neem een Hyves-groep met jongeren in gemeente X. Hoe ga je daar


als ambtenaar aan deelnemen? Vaak zijn discussies in zo’n groep zicht-
baar en heb je wellicht de neiging om gewoon mee te gaan doen als het
over je beleidsonderwerp gaat. Dat is een beetje alsof je een jeugdhonk
binnenvalt en meteen het hoogste woord hebt. Veel beter is het om je
even netjes voor te stellen: “Ik ben Y van de gemeente. Ik zie dat jullie
het over Z hebben. Vinden jullie het goed als ik daar over meepraat?”

Niet reageren op e-mails of andere berichten die aan je gericht zijn is


in wezen hetzelfde als niet antwoorden als iemand tegen je praat. Kun
je je dat voorstellen op een receptie? Ofwel: sociale omgang online is
ook sociale omgang, dus denk aan je omgangsvormen!

Het is niet altijd gemakkelijk om een vertaling te maken naar de ons


bekende wereld. De wereld is wel degelijk fundamenteel aan het ver-
anderen en dat levert nieuwe vragen en omstandigheden op. In dit
hoofdstuk worden die veranderingen in beeld gebracht aan de hand van
de boeken van Clay Shirky en Jeff Jarvis. Het hoofdstuk eindigt met een
opsomming van zes trends waar we rekening mee moeten houden als
we aan de slag gaan met overheid 2.0

Samenkomen was nog nooit zo simpel


Het boek ‘Here comes everybody’ van Clay Shirky is snel één van de
klassiekers van de web 2.0-literatuur geworden. Hij stelt dat het door
internet belachelijk simpel is geworden om mensen bij elkaar te bren-
gen en dat dat gevolgen heeft voor hoe we dingen organiseren. En laat
dat nu net zijn waar wij ons als ambtenaren mee bezig houden: “de
dingen organiseren”.

De term die Shirky hierbij gebruikt is: “ridiculously easy group for-
ming”. Cyberspace is geen aparte plek meer. Internet verbindt mensen
met elkaar. En steeds gemakkelijker. “Group action gives human soci-
ety its particular character and anything that changes the way groups
 lay Shirky - Here comes everybody.
C get things done will effect society as a whole.” Het gaat Shirky om de
The Power of Organizing Without maatschappelijke gevolgen van internet. Zijn vraag: “What is likely to
Organizations (2008) happen to society with the spread of ridiculously easy group forming?”

106 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Hoe organisaties werken
Shirky besteedt veel tijd aan het beschrijven van het model dat hij als
contrast gebruikt: het bureaucratische organisatiemodel zoals beschre-
Meer over Ronald Coase in Wikipedia: ven door Ronald Coase in diens boek ‘The nature of the firm’ uit 1937.
http://twurl.nl/kr4csl Daarbij gaat het onder meer over de manier waarop organisaties zijn
georganiseerd: de hiërarchische verhoudingen, besloten functiegroe-
pen met specialisten, beperking van informatievoorziening afhankelijk
van je positie, etc. Dat alles is standaard onderdeel van het systeem.

Maar Shirky gaat ook in op de bestaansredenen van organisaties. Zijn


uitgangspunt daarbij: Organisaties bestaan als er meer te winnen is met
organiseren dan de kosten van het organiseren zelf. De winst van wer-
ken met een groep kan zitten in groei, in het bundelen van krachten of
in het verdelen van taken, maar dan moeten de activiteiten van al die
mensen wel worden afgestemd. De kosten zitten dus in vergaderingen,
parafencircuits, papierwerk, etc.

Door de massa-organisaties die in de twintigste eeuw zijn ontstaan zit


dit systeem vastgeklonken in onze manier van denken: in taakverdelin-
gen (wie gaat daar over?), in gezagsverhoudingen (de directeur zal het
wel weten) en in beroepsgroepen (daar ben ik in gespecialiseerd). Veel
van die “waarheden” zijn momenteel aan het verschuiven.

Nieuwe vormen van samenwerken


Organiseren in de twintigste eeuw betekende het op poten zetten van
een organisatie, of dat nu een bedrijf was, een vereniging of een over-
heidsdienst. En daarmee kwamen functies, administraties en vergade-
ringen. Kijk maar om je heen: elk probleem leidt tot een projectgroep,
die bestaat uit functioneel verantwoordelijken en die werkt via vaste
vergadermomenten.

In een wereld waar afstand een belemmering is voor samenwerking en


er dus strak gepland moet worden om momenten van samenwerking en
kennisuitwisseling te vinden is dat een logische werkwijze. Maar die be-
lemmeringen zijn voor een groot deel weggenomen. Samenwerken en
kennisdelen via internet maakt nieuwe samenwerkingsvormen mogelijk:

Woordenboek: Een wiki is online • los van tijd en plaats: via internetforums, webmeetings of wiki’s is
software waarmee personen gezamenlijk samenwerken op afstand gemakkelijker en niet meer gebonden aan
aan één document kunnen werken, specifieke tijdstippen. Gesprekken voortzetten of schrijven aan docu-
waarbij elke wijziging wordt gelogd. menten kan nu ook tussen bijeenkomsten door;

• meer betrokkenen per project: omdat reisafstand en het afstemmen


van agenda’s minder van invloed zijn op de mogelijkheid om samen te
werken, kunnen meer mensen worden betrokken die op één of andere
manier een bijdrage kunnen leveren aan oplossing van het probleem;

• kleinere bijdragen per persoon: reis- en vergadertijd leggen een


flink beslag op de tijd die je aan een project kunt bijdragen. Als die
beslaglegging minder wordt, kan meer tijd aan de inhoudelijke bij-
drage worden besteed. Of er kan met een kleinere tijdsinvestering
een even grote bijdrage worden geleverd. Daardoor wordt het moge-
lijk om met een kleine bijdrage toch op zinvolle wijze deel te nemen
aan een project;

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 107


• deelname aan meerdere groepen: deelname aan meer dan twee à
drie projectgroepen, inclusief alle bijbehorende reis- en vergadertijd,
was voorheen praktisch onmogelijk. Maar vanuit je expertise meer-
dere online discussies volgen is geen probleem. Je kunt je bijdrage
gerichter inzetten op basis van je kennis, ervaring en rol.

Het succes van open-sourceprojecten is gebaseerd op deze voordelen


van internetsamenwerking: een grote, gedistribueerde groep mensen
die grotere of kleinere bijdragen leveren aan één project (in dit geval
een softwareprogramma). Dat werkt natuurlijk alleen als er ook men-
sen zijn die meer tijd investeren en lijnen uitzetten (zie ook het boek
Wikinomics). Bij de overheid noemen we die mensen dossierhouders
of projectleiders en door internet zijn er voor hen heel wat nieuwe
Don Tapscott, Anthony D. Williams - samenwerkingsvormen mogelijk geworden.
Wikinomics: How Mass Collaboration
Changes Everything (2006) Belemmeringen voor samenwerking weggenomen
Mensen zijn sociale wezens. Contacten leggen, informatie uitwisselen,
groepen vormen en samenwerken zijn onderdeel van onze natuur. Wan-
neer de drempel om die dingen te doen wordt verlaagd, ontstaan en
groeien groepen sneller. Shirky: “Social tools don’t create collective
action – they merely remove the obstacles to it.” Het zijn ontwikkelin-
gen die we ook in de samenleving in de gaten moeten houden.

Op 1 januari 2009 begonnen Arno Bonte Niet alleen voor de overheid als organisatie zijn er mogelijkheden om
en David Rietveld een petitie tegen gebruik te maken van de lagere drempels om samen te werken. Dat
consumentenvuurwerk. Sinds die datum geldt voor elke groep in de samenleving. Dat kan elk aantal mensen zijn
zijn digitale handtekeningen ook dat iets gemeenschappelijks heeft. Shirky gaat in op twee vormen:
wettelijk toegestaan bij petities. De
vuurwerkpetitie werd binnen enkele • Collective action: mensen met een gezamenlijke interesse of doel
weken door meer dan 40.000 mensen kunnen elkaar vinden en iets op poten zetten. Dat kan van alles zijn:
ondertekend en vervolgens ingediend bij mensen die Russisch spreken in Den Haag, een vuurwerkverbod willen
de voorzitter van de Tweede Kamer. of informatie over chihuahua’s willen uitwisselen. Ze hadden altijd
Zie vuurwerk.petities.nl al deze gezamenlijke interesses of doelen, maar nu kunnen ze elkaar
vinden en zich organiseren. Shirky: “It’s easier to like people who are
Beleid 2.0 was een initiatief in 2008 om odd the same way you are odd, but it’s harder to find them.”;
met een groep mensen via een wiki een • Collaborative production: op het moment dat groepen elkaar rond
innovatieprogramma te schrijven. Enkele een doel of interesse gevonden hebben, kunnen ze eventueel ook iets
honderden mensen hebben daarin bouwen. Dat kan software zijn, maar ook een nationaal innovatieplan,
geparticipeerd. zoals de wiki van Beleid 2.0, of een encyclopedie. Wikipedia heeft
geen last van vandalen of zogenaamde “reaguurders” omdat de com-
munity van mensen die er iets mee willen veel groter is dan de groep
die het kapot wil maken.

Woordenboek: Een reaguurder is iemand Hoe werken netwerken?


die voortdurend negatief en niet- Dat vraagt wel een andere manier van werken dan we gewend zijn
opbouwend reageert op weblogs of in in ons werk. Hoe komt zo’n groep bijvoorbeeld vooruit? Hoe komen
forumdiscussies en daarmee de interactie mensen die online samenwerken tot beslissingen? Weliswaar zijn er
verstoort. geen functies, er zijn wel rollen. Iemand die maar één keer langskomt
(bijvoorbeeld om een specifiek stukje informatie toe te voegen of een
Woordenboek: Een community is een typefout te verbeteren), vervult een heel andere rol dan de actieve-
online gemeenschap waar deelnemers ling die dagelijks langskomt en het geheel overziet. Maar de snelle
kennis uitwisselen, discussiëren of informatie-uitwisseling via samenwerkinstrumenten op internet maakt
samenwerken rond een bepaald mogelijk dat groepen zich op nieuwe manieren organiseren (“group
onderwerp. coordination”).

108 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


De brandstof voor deze manier van samenwerken is “social capital”. Door-
dat mensen in een online groep elkaar leren kennen, groeit het vertrouwen.
Zo werkt het in het dagelijks leven, maar ook in online groepen. Mensen,
hun handelingen en hun authenticiteit staan daarin centraal. Er worden ver-
bindingen gelegd tussen mensen. En mensen die weer veel andere mensen
kennen, leggen weer verbindingen tussen netwerken. In Shirky’s woorden:
• bonding social capital: binnen netwerken
• bridging social capital: tussen netwerken

Meetup.com is een platform voor mensen Technisch is het beginnen van een groep op internet heel gemakkelijk,
om groepen te vormen rond een thema maar om er een succes van te maken vraagt heel wat meer. Veel net-
en vervolgens fysieke bijeenkomsten te werken worden begonnen, bijvoorbeeld op Meetup.com, maar slechts
organiseren. De site is o.a. veelvuldig enkelen slaan aan. Blijkbaar voldoen de succesvolle groepen aan een
ingezet in tijdens de presidentiële behoefte en worden ze goed beheerd. Shirky onderscheidt daarbij drie
verkiezingscampagne in de Verenigde voorwaarden voor online groepen om een succes te worden:
Staten om mensen bij elkaar te brengen
voor politieke bijeenkomsten en • Promise: de boodschap, het verhaal moet kloppen en overtuigend zijn.
toespraken. Zie www.meetup.com Door mensen aan te spreken op een gemeenschappelijke interesse of
gezamenlijk belang trek je de aandacht en raken ze betrokken;
 oordenboek: Een tag is een woord of
W • Tool: kies het juiste instrument om je groep te ondersteunen. Dat kan
begrip dat wordt toegevoegd aan een een mailinglist zijn, een discussieforum, een wiki of zelfs een tag, als
tekst, foto, filmpje of persoon om het te het maar aansluit bij de groep en wat je ermee wil bereiken;
beschrijven en zo beter vindbaar te • Bargain: welke voordeel kunnen mensen behalen door deel te nemen?
maken. Waar zit voor hen de meerwaarde, welke impliciete afspraak maak je
met je community? Hou dat goed voor ogen en richt je daarop.

Het gaat niet om techniek


Clay Shirky benadrukt dat de veranderingen die hij beschrijft in eerste
instantie niet gaan om techniek. “Revolution doesn’t happen when society
adopts new technologies – it happens when society adopts new behaviors.”
Internet maakt contacten tussen mensen laagdrempeliger. Techniek is
randvoorwaardelijk, maar de fundamentele verandering zit in ons gedrag.

Tevens maakt hij duidelijk dat het niet veel zin heeft om te discussiëren
of je nu voor of tegen deze verandering moet zijn. “When society is chang-
ing, we want to know whether the change is good or bad, but that kind of
judgment becomes meaningless with transformations this large.” Het gaat
erom dat je probeert te begrijpen wat deze transformatie betekent voor
jou en je werk en daar je handelen op aanpast.

Ofwel: het samenkomen, en dus samenwerken, van mensen was nog nooit
zo simpel. Hoe verandert dat jou werk?

Twitter wordt vaak gebruikt om verslag te doen van bij-


eenkomsten, bijvoorbeeld lezingen. Op die manier worden
meer mensen betrokken.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 109


Hoe zou Google dat aanpakken?
Google begrijpt als geen ander hoe internet in elkaar zit. Daarom is het
een van de succesvolste en snelst groeiende bedrijven ooit. Die positie
hebben ze niet bereikt via monopoliegedrag, maar door goed te begrij-
pen hoe internet werkt en wat gebruikers ervan nodig hebben. De naam
Google staat voor succes, maar ook voor gebruikersgemak, snelheid en
innovatieve oplossingen. Het is een icoon. Dus als je op internet voor
een uitdaging staat, dan kun je jezelf de vraag stellen: “Hoe zou Google
dat aanpakken?”. Dat heeft Jeff Jarvis, schrijver van het boek ‘What
would Google do?’ dan ook gedaan.

Werken volgens de regels van Google


Jeff Jarvis - What Would Google Do? (2009) Jeff Jarvis adviseert mediabedrijven, heeft zelf bedrijven opgericht,
blogt actief op zijn site Buzzmachine.com en doceert aan de Univer-
Buzzmachine is het weblog van Jeff Jarvis. Hij sity of New York, maar het meest bekend is hij eigenlijk als klant van
deelt er zijn visies over marketing en internet. computerbedrijf Dell. Let wel, een ontevreden klant. Hij blogde over
Zie www.buzzmachine.com zijn slechte ervaringen, het verhaal verspreidde zich razendsnel over
internet en zorgde zelfs voor een dalende verkoop. Uiteindelijk besloot
Dell het dan maar over een andere boeg te gooien en de klachten van
klanten meer serieus te nemen. Dell heeft sindsdien flink geïnvesteerd
in het vinden van nieuwe manieren om de mogelijkheden van inter-
net in te zetten en zo het contact met klanten te verbeteren. Het is
“Googly” geworden.

Het boek van Jarvis gaat dan ook niet alleen over Google. Behalve Dell
hebben ook bedrijven als Amazon, Facebook en Craigslist heel goed
begrepen hoe ze het nieuwe medium en de betekenis daarvan voor
de maatschappij en de economie moeten inzetten. Jarvis heeft gepro-
beerd om in beeld te brengen wat dat begrip precies inhoudt. Daarvoor
heeft hij een aantal regels opgesteld en verwijst hij naar de regels van
Facebook is een sociale netwerksite, waar je Google zelf.
een profiel met informatie over jezelf kunt
beheren en contact kunt leggen met andere De regels van Google, volgens Jarvis
gebruikers, maar ook een platform voor Google is geen site of een portaal, het is een netwerk en een platform.
samenwerking, kennisdeling en bijv. Een platform maakt dingen mogelijk, het helpt anderen om waarde te
spelletjes. Het is vergelijkbaar met het creëren. En als zij daar succesvol in zijn, dan is dat ook het succes van
Nederlandse Hyves en heeft ruim 300 miljoen de eigenaar van het platform. Daarbij gaat het om mensen en het mo-
gebruikers. Zie www.facebook.com gelijk maken van nieuwe verbindingen tussen mensen. Het gaat niet om
“organisatieharkjes” en hiërarchische structuren, maar om netwerken
en omgevingen. Jarvis roept organisaties dan ook op in kaart te brengen
welke verbindingen ze hebben en te investeren in het uitbreiden en
verdiepen ervan. Daar zit de waarde van een organisatie.

Eigenlijk doen sites als Hyves, Facebook en Craigslist hetzelfde. Mark


Zuckerberg, oprichter van Facebook, zei het als volgt: “Communities
bestaan al, maar ondersteun ze met elegant organization.” Zo creëer
je een win-win-situatie. Craig Newmark, oprichter van Craigslist, vult
aan wat je vervolgens moet doen: “Get out of the way.” Kortom, ga er
niet tussen staan, maar kijk wat er gebeurt zodat je het nog beter kunt
ondersteunen.

Zoek de bestaande verbindingen en Dat loslaten vraagt echter wel om vertrouwen in je doelgroep. David
ondersteun ze met elegant organization. Weinberger, schrijver van ‘The Cluetrain Manifesto’ en ‘Everything is
(Foto: Jaap Stiemer, Hoorn) miscellaneous’, daarover: “There’s an inverse relationship between

110 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


control and trust.” Hoe meer je wil controleren, hoe minder vertrou-
wen je zult krijgen. Maar ook andersom. De tijd van controle is voor-
bij. Iedereen heeft toegang tot nieuwe media, groepen kunnen overal
samenkomen. Jarvis verheft het zelfs tot wet: “Jarvis’ First Law: Give
the people control of media, they will use it.” Dus om vertrouwen te
winnen zul je eerst de controle uit handen moeten geven: “Once you
hand over control, you start winning.”

Hoewel Jarvis verwijst naar de eigen regels van Google komt hij ook
 raigslist is een online marktplaats
C met een door hemzelf geschreven lijst met regels (mijn vertaling):
waar gebruikers producten en diensten
kunnen aanbieden en vraag en aanbod • De klant heeft de macht. Iedereen in je doelgroep kan nu zijn of haar
bij elkaar kunnen komen. De site heeft stem laten horen en zo van invloed zijn op grotere organisaties;
een groot deel van de markt voor • Mensen kunnen elkaar via internet vinden en zich organiseren rondom
verkoop- en contactadvertenties in de jouw werkterrein. Dat kan je werk ondersteunen of juist tegenwerken;
Verenigde Staten overgenomen van de • Er is geen massamarkt meer, die is vervangen door een massa niches;
kranten. Zie www.craigslist.org • Het gaat niet meer om verkoop en marketing, maar om gesprekken.
Organisaties en hun werknemers moeten leren converseren;
• We leven in een wereld van overvloed en uitbreiding, controle over pro-
ducten of kanalen levert niet meer gegarandeerd een voorsprong op;
• Wat wel voordeel oplevert, is om je doelgroep te gebruiken om met je
mee te denken, om je verhaal te verspreiden, om je te ondersteunen;
• De meest succesvolle organisaties van dit moment zijn netwerken en de
platformen waar die zich op bevinden;
• Eigenaarschap, van kanalen, producten of auteursrecht, is niet de weg
naar succes. Openheid wel.

Dit zijn de regels die hij in zijn boek opsomt en projecteert op andere
organisaties. Samengevat komt hij overigens uit op drie termen: open-
ness, connectedness, decentralization. Lijkt dat niet erg op de termen
“open”, “sociaal” en “mens centraal” die ik in het eerste boek al had
beschreven?

 ick Levine, Christopher Locke, Doc


R De regels van Google, volgens Google
Searls, David Weinberger - The Cluetrain Tot zover Jarvis. Want wat zijn dan de regels van Google zelf? Google
Manifesto (2009) heeft goed begrepen hoe internet werkt en hoe je daar gebruik van
kunt maken. Hun hele bedrijfsfilosofie is daar op gebaseerd. Zij hante-
ren tien werkprincipes, Ten things Google has found to be true:

• Richt je op de gebruiker en de rest volgt vanzelf;


• Het beste is om één ding heel erg goed te doen;
• Snel is beter dan langzaam;
• Democratie op internet werkt;
• Niet alleen achter je bureau heb je antwoorden nodig;
• Je kunt geld verdienen zonder kwaad te doen;
• Er is altijd meer informatie te vinden;
• De behoefte aan informatie is grensoverschrijdend;
• Ook zonder pak aan kun je serieus zijn;
• Uitstekend is gewoon niet goed genoeg.

 avid Weinberger - Everything is


D De uitwerking van deze punten is te vinden op de site van Google. Zij
Miscellaneous: The Power of the New zijn er succesvol mee geworden, hoe kun je ze toepassen in je eigen
Digital Disorder (2007) organisatie? Hoe zou jij je werk anders willen doen?

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 111


De interne regels van Google
‘Ten things Google has found to be true’ is Google hanteert deze regels overigens niet alleen naar buiten toe. Ook
te vinden op http://twurl.nl/hfpz18 intern zijn er principes die zo breed mogelijk worden toegepast, zoals
Eric Schmidt, CEO van Google, vertelt (vertaling van mij):
Het interview met Eric Schmidt is te
vinden op http://twurl.nl/xvy0cy • Nieuwe mensen aannemen doe je samen. Niet alleen de mening van
de manager telt, ook diverse collega’s worden betrokken bij de be-
sluitvorming;
• Leg je medewerkers in de watten. Ze willen zich concentreren op
hun werk en dus moet je zoveel mogelijk andere zorgen bij ze weg-
nemen;
• Zet medewerkers dicht bij elkaar. Geen aparte kamers, maar grotere
ruimten waar ze bij elkaar zitten en van elkaar kunnen leren;
• Laat weten waar je mee bezig bent. Medewerkers houden hun col-
lega’s op de hoogte van wat ze doen zodat werkzaamheden goed af-
gestemd worden;
• Eat your own dog food. Bij Google werkt iedereen met de eigen soft-
ware (bijvoorbeeld Gmail), zodat ze ook constant aan het testen
zijn;
• Stimuleer creativiteit. Medewerkers mogen 20% van hun tijd besteden
aan eigen ideeën en via een interne site kan iedereen ze beoorde-
len;
• Neem besluiten op basis van consensus. In Schmidts woorden: “The
role of the manager is that of an aggregator of viewpoints, not the
dictator of decisions.”
• Don’t be evil. Het bekende motto van Google. Geld verdienen, maar
wel op basis van respect en tolerantie;
• Data drive decisions. Ook een bekend motto: door alles te berekenen,
het gebruik intensief te meten en al die cijfers te onderzoeken wordt
duidelijk waar je heen moet (meten is weten);
• Openbaarheid binnen de organisatie. Informatie, ook strategische,
wordt binnen de organisatie breed gedeeld, maar zelden gelekt. Geef
vertrouwen, krijg vertrouwen.

Niet alle regels die hierboven staan, zijn even bruikbaar voor de over-
heid. Maar je kunt er een heel eind mee komen als je ze probeert te
vertalen naar situaties in je eigen werk. Ze zeggen veel over de ver-
anderende spelregels in de samenleving en op dat gebied kunnen we
zeker leren van Google en andere organisaties die dat goed hebben
begrepen.

Maar misschien moeten we als ambtenaren wel een heel andere vraag
stellen: “What would Obama do?” Meer daarover in Hoofdstuk 4. Eerst
ga ik proberen de hiervoor beschreven ontwikkelingen samen te bren-
gen in een aantal 2.0-trends en aan te geven waarom die relevant zijn
voor de overheid.

112 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Zes trends voor de overheid 2.0
Een van de aanleidingen om te beginnen met Ambtenaar 2.0 was het boek
‘Digitale Generatie’, van Chris van ‘t Hof (Rathenau Instituut). Daarin
wordt beschreven wat het gebruik van onder andere MSN Messenger door
jongeren betekent voor hun vriendschappen, hun meningsvorming en hoe
ze leren. Door het gebruik van nieuwe technologische middelen verandert
de levenswijze van jongeren, zo stelde het rapport. En als die levenswijze
verandert, dan moet het onderwijs daar rekening mee houden.

Maar deze verandering geldt niet alleen voor jongeren en het onder-
wijs. Nu bijna de gehele bevolking regelmatig op internet is, kan wor-
den gesproken van een brede maatschappelijke verandering. Burgers en
Christian van ’t Hof, Jos de Haan - De bedrijven ontdekken de mogelijkheden van het sociale en interactieve
digitale generatie (2006) web en experimenteren met nieuwe toepassingen. Er worden nieuwe
concepten, visies en werkwijzen ontwikkeld, die ook ingezet kunnen
worden door de overheid. Dat roept verwachtingen op.
Woordenboek: MSN Messenger is een
populair programma om te chatten (instant Om in te kunnen spelen op die ontwikkelingen moeten we leren te
messaging). Over het algemeen gaat het bij begrijpen wat de kenmerken zijn van die verandering, de kenmerken
MSN om gesprekken één op één. van web 2.0 dus. Een groot deel van deze veranderingen heeft immers
online wortels. Door te kijken naar de werking van en ontwikkelingen
Woordenboek: Een mash-up is een op internet kunnen we zicht krijgen op de veranderingen in de samen-
samen­­voeging van informatie uit ver­­­­­­­schil­­ leving en daar rekening mee houden in onze beslissingen. Trends op
lende bronnen op internet, bijv. de internet worden uiteindelijk maatschappelijke trends. Daar moet de
combinatie van statistische gegevens met overheid op anticiperen.
Google Maps.
Trend 1: Grenzen vervagen
Woordenboek: Verniching is de Grenzen ontstaan vaak waar al eerder barrières bestonden, of het nu
versnippering van de samenleving in gaat om geografische, culturele of organisatorische barrières. Internet
persoonlijke niches op basis van ieders zorgt er op sommige punten voor dat die barrières minder bepalend
unieke combinatie van voorkeuren en worden: afstanden kunnen gemakkelijker worden overbrugd, informa-
interesses. tie en kennis worden breder en sneller verspreid en er worden nieuwe
samenwerkings- en organisatievormen zichtbaar. Zo zal het loket van
Woordenboek: The Long tail is het de toekomst een mash-up zijn van verschillende aanbieders.
economische principe dat een oneindig
grote groep slecht verkopende producten Het bestaan van internet heeft effect op hoe grenzen lopen, tussen
evenveel oplevert als een klein aantal mensen, groepen en organisaties. Grenzen tussen wat binnen is en wat
bestsellers. buiten, wie bij een groep hoort en wie niet, wat werk is en wat privé,
wat publiek en wat privaat. Veel van die grenzen zijn ondertussen ge-
ïnstitutionaliseerd, bijvoorbeeld in organisaties, gebouwen en regels.
Hoe gaan we om met die verschuivingen? Welke nieuwe grenzen gaan
ontstaan en waar worden die zichtbaar?

Trend 2: De verniching van de samenleving


De grenzen van groepen worden dus diffuser. Mensen blijven op zoek
naar sociale verbanden, maar ze zoeken een nauwere aansluiting bij
persoonlijke interesses en de deelname verschilt sterk in duur en in-
tensiteit. Het vormen en vinden van online groepen is zo gemakkelijk
dat voor elke interesse en elk doel wel een groep gelijkgestemden te
vinden is (The Long Tail). Op basis van eigen keuzes stelt ieder zijn
individuele sociale palet samen.
Chris Anderson - The Long Tail: Why the
Future of Business is Selling Less of More De samenleving is versnipperd in individuen en kleine groepen die door de
(2006) techniek in staat zijn gesteld om zichzelf laagdrempelig te organiseren. Zij

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 113


Aantallen webpagina’s die door Google verwachten op maat en persoonlijk geïnformeerd en benaderd te wor-
zijn geïndexeerd: den. Ook een overheidssite is maar één site te midden van miljarden
1998 : 26.000.000 (26 miljoen) andere pagina’s. Om al deze niches te bereiken moet je als organisatie
2000 : 1.000.000.000 (1 miljard) ook versnipperen en je laten verspreiden via deze netwerken. Steeds
2008 : 1.000.000.000.000 (1 biljoen) weer opnieuw, in kleine stukjes. Think distributed!

Trend 3: Hier en nu
Mensen zijn online, ze voeren gesprekken, ze werken samen. Internet
gaat niet om informatie, het gaat om leven en werken. Life is live.
Internet is niet begrensd door tijd en plaats, het gaat altijd door, real
time. Net als het leven dus. Zo kun je Wikipedia nù aanpassen. Ga zoe-
ken op Twitter en zie wat mensen op dit moment denken, doen en be-
spreken. Aanwezig zijn in en samenwerken met netwerken is constant,
niet alleen tussen negen en vijf.

Deze ontwikkeling wordt versterkt door de groei van mobiel internet.


Google Latitude is een toevoeging aan Foto’s en filmpjes van rampen en ander groot of klein nieuws gaan ra-
Google Maps op een mobiele telefoon. De zendsnel de wereld rond en dankzij een GPS-ontvanger is ook de locatie
telefoon bepaalt via GPS of GSM-masten meteen bekend. Via Google Latitude kun je zelfs je eigen locatie delen
zijn locatie en zet deze locatie op de met vrienden. Op basis van die locatie kunnen ook diensten worden
kaart. Mensen uit je contactenlijst die je ontvangen en zelfs zichtbaar gemaakt (in Google Streetview), bijvoor-
toestemming daarvoor hebt gegeven beeld de volgende tram die men kan nemen, of de dichtstbijzijnde
kunnen vervolgens zien waar je bent. pizzeria. Staan overheidsdiensten daar ook bij?
Zie http://latitude.google.com
Trend 4: Overheid als platform
Internet is een platform: het is open, anderen kunnen er op verder
bouwen en het is een enabler voor nieuwe initiatieven en innovaties.
Ook de overheid kan een dergelijke rol op heel veel vlakken (hoewel
niet alle) spelen. Geef mensen de middelen om zich te organiseren en
laat het ontstaan. Er zijn wat spelregels nodig om de interactie goed
te laten verlopen, maar verder moet je er niet tussen willen staan. Pas
dan kunnen nieuwe verbindingen ontstaan tussen mensen en groepen.

Google Streetview is een toevoeging aan Zo’n houding vraagt wel om een helder beeld van de eigen positie en de
Google Maps. Na het vinden van een locatie rol van de overheid. Voor wie of wat wil je een platform zijn? En krijg
op de kaart kan worden omgeschakeld naar je die rol ook van de samenleving? De overheid als platform om maat-
straatniveau, waar de omgeving via foto’s schappelijke partijen en belangen bij elkaar te brengen en tot besluit-
in beeld is gebracht. vorming te laten komen. Om innovatie en groei te stimuleren. Om de
Zie www.google.com/streetview beste oplossing te vinden. En de overheid levert daarbij de benodigde
voorzieningen: een platform, een locatie, financiering, kennis en data
(Open Overheid), contacten, etc.

Trend 5: Openheid als norm


Op internet is openheid de norm. Openheid maakt vinden mogelijk,
maakt verbindingen mogelijk, maakt samenwerking mogelijk. Intern en
extern. Het is een voorwaarde voor co-creatie en crowdsourcing. Door
overheidsinformatie beschikbaar te stellen kunnen anderen deelnemen
aan een proces of discussie. Of men kan voortbouwen op overheidsin-
formatie en er nieuwe diensten mee ontwikkelen. Op die manier wordt
het potentieel aan kennis en informatie vollediger benut, misschien wel
op onvoorziene manieren.
De overheid als platform wordt als begrip
actief uitgedragen door Tim O’Reilly. Zie Vanuit de samenleving is er een verwachting van openheid, van betrok-
http://twurl.nl/hephzj ken worden. Diverse bedrijven geven daarin al het voorbeeld. Het roept

114 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


 oordenboek: Co-creatie is werken aan
W de vraag op waar de nieuwe grenzen van openheid liggen. Wat moet er
een gezamenlijk product, niet door nog wel in beslotenheid besproken en uitgevoerd worden? En met welke
middel van een volgordelijk proces maar argumenten gaan we die nieuwe begrenzingen bepleiten (privacy, risi-
door simultaan bijdragen te leveren. coberoepen, onderhandelingsstrategieën)? Met openbaarheid als norm,
wat moet er dan echt besloten blijven?
Woordenboek: Crowdsourcing is
‘outsourcing to the crowd’, ofwel het Trend 6: Alles beta
uitbesteden van taken aan mensen buiten Als overheid zijn we gewend om degelijk werk af te leveren en om pas
de eigen organisatie om de juiste kennis te publiceren als alle vragen beantwoord zijn en alle aspecten behan-
of oplossing te vinden. deld. Dat zorgt echter voor vertraging: alle mogelijkheden moet immers
van tevoren uitgezocht worden, alle relevante personen betrokken. Die
Woordenboek: Een beta-versie is een manier van werken zorgt voor langdurige en complexe processen. In
conceptversie van nieuwe software, die een samenleving die steeds complexer wordt en steeds sneller veran-
wel werkt maar nog niet helemaal klaar dert, duurt dat resultaat soms te lang.
is en dus bij het gebruik nog verbeterd
kan worden. Op internet wordt vaak software openbaar gemaakt die wel werkt, maar
nog niet klaar is (een beta-versie). Op basis van gebruikerservaringen
wordt het product voortdurend aangepast en verbeterd. Een wiki doet
hetzelfde voor documenten. Door te kiezen voor een open werkwijze
kunnen constant verbeteringen en aanvullingen worden toegevoegd en
kan sneller en flexibeler gewerkt worden. Zo kan je werk in de pas
blijven lopen met actuele ontwikkelingen.

Samenvatting
In dit hoofdstuk heb ik enkele nieuwe inzichten over internet en web
2.0 op een rij gezet aan de hand van de boeken van Shirky en Jarvis.
In dat opzicht is het een vervolg op de inleidende hoofdstukken van
het eerste boek. Maar dit hoofdstuk probeert ook aan te geven dat
het inzicht in web 2.0 en de betekenis ervan voor organisaties groeit.
Er worden lijnen zichtbaar die ook naar de toekomst kunnen worden
doorgetrokken.

Met de zes trends heb ik geprobeerd om die lijnen helder te krijgen


en te vertalen naar de overheid. Met deze maatschappelijke ontwik-
kelingen krijgen we te maken. Daar zal een overheidsorganisatie 2.0 op
voorbereid moeten zijn. Maar intussen zijn ook de ideeën over overheid
2.0 in ontwikkeling. Daarover gaat Hoofdstuk 4.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 115


Wat betekent web 2.0 voor de communicatieafdeling?

In het eerste boek Ambtenaar 2.0 kwam ‘The Long Tail’ van Chris Anderson nadrukkelijk aan de orde. In dit
boek wordt beschreven hoe door het oneindige aanbod van informatie en producten via internet er een ver-
schuiving plaatsvindt, waardoor niet alleen hits en massaproducten aandacht krijgen, maar ook een massa
nicheproducten en –boodschappen plots in de belangstelling staat en bereikbaar is. Deze verschuiving heeft
effect op een groot aantal vakgebieden, bijvoorbeeld kranten en de muziekindustrie.

Maar ze heeft ook effect op de overheid. Wat zijn eigenlijk de hits in overheidscommunicatie? En wat zijn
de kanalen waarlangs die hits het publiek moeten bereiken? De “hitmakers” van de communicatie waren
tot de komst van internet natuurlijk de kranten en de televisie. De ruimte in deze kanalen is beperkt (het
aantal pagina’s van de krant, de dertig minuten van het journaal) en alleen de grootste verhalen bereikten
de voorpagina of het televisiescherm. Dat waren de hits.

De hits die uit de ministeries komen en hun weg vinden naar de burger via krant of tv zijn alleen de grote
verhalen: grote beleidswijzigingen, optredens van de minister, etc. En natuurlijk de problemen in de uit-
voering, uitgelekte plannen en andere nieuwtjes waarmee het kanaal denkt een grote doelgroep te kunnen
bereiken. De “tirannie van de hits” is ook in de overheidscommunicatie zichtbaar. Alles draait om de grote
verhalen. Kleine successen komen nauwelijks aan bod.

Het verspreiden van folders kan ervoor zorgen dat een boodschap op meerdere plaatsen bekend wordt
gemaakt. Daarmee kan de verspreiding meer worden verfijnd en houdt de communicatieprofessional meer
controle over het kanaal. Dat geeft een voordeel ten opzichte van krant en televisie, maar het is nog steeds
één boodschap die wordt verspreid. Broadcasting dus.

Twee paradigmawijzigingen
Internet heeft deze wereld op z’n kop gezet. Het aantal kanalen is oneindig groot geworden (hoewel er
nog steeds en ook weer nieuwe hitmakers bestaan, zoals grote blogs). De communicatieprofessional wordt
geconfronteerd met de vraag welke van die nieuwe kanalen hij moet gaan bedienen. En op welke manier?
En is het eigenlijk wel mogelijk om met zoveel kanalen contact te onderhouden?

Er is, met andere woorden, een grote versnippering waar te nemen in manieren om de burger van informa-
tie te voorzien. Maar dat is niet de enige versnippering ten gevolge van internet. Ook de interesse van de
burger “versnippert”. Zo lijkt het althans. De krantenlezende en televisiekijkende burger moest zich voor-
heen tevreden stellen met de hits (de grote verhalen) die hem via de media bereikten. Nu kan hij echter
kiezen uit die oneindige hoeveelheid kanalen.

De nieuwsconsument heeft de mogelijkheid om een nieuwsvoorziening samen te stellen op basis van zijn
eigen interesse. Ieder heeft zijn eigen niche. Hij kiest onderwerpen die hem aangaan, waar hij mee bezig
is, die gevolgen hebben voor zijn leven. En dat zijn niet altijd de grote verhalen die vanuit de ministeries
komen, vaak zijn het juist de kleine berichten die dichtbij komen.

Internet verandert het werk van de communicatieprofessional op twee manieren: in de kanalen die hij
kiest en de middelen die hij inzet om zijn doelgroep te bereiken, maar ook in de soort boodschap die hij
uitdraagt en hoe toegesneden hij die kan maken. Twee paradigmawijzigingen in één keer. De “long tail”
slaat twee kanten op.

De burger als zender


Het is duidelijk dat de communicatieafdelingen deze enorme hoeveelheid contactmogelijkheden niet al-
lemaal kan onderhouden. Het is “versnippering maal versnippering”. Dat kunnen ze niet in hun eentje af.
Daar hebben ze hulp bij nodig. Die hulp komt echter niet van een ingehuurd communicatiebureau. Door de
long tail is deze uitdaging ontstaan, ze zullen het dus met de long tail moeten oplossen.

116 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Web 2.0 heeft iedereen een eigen kanaal gegeven. Of iemand nu een blog bijhoudt, actief twittert of zijn
pagina op Hyves opleukt, via internet houdt hij een doelgroep op de hoogte van wat hij interessant vindt.
En die doelgroep, dat kunnen vrienden zijn, of collega’s, of de vereniging waar hij lid van is, of gewoon
mensen die het interessant vinden wat hij over een bepaald onderwerp te melden heeft. Hij is zijn eigen
kanaal, al is het maar klein.

Er zijn natuurlijk miljoenen van dit soort kleine kanalen. Dat zijn de kanalen die de boodschap moeten gaan
verspreiden. Van blog naar blog, van netwerk naar netwerk en uiteindelijk van overheid naar burger. Hoe
kunnen we zo’n keten in gang zetten? Hoe maken we de burger tot zender en het netwerk tot omroep? Hoe
kunnen we de long tail ingaan? Een paar tips:

• Maak het klein: zorg voor kleine, behapbare berichten die makkelijk door te plaatsen of door te sturen
zijn. Liever een breed scala aan berichten over specifieke onderwerpen dan één groot verhaal waar alles
in terugkomt;
• Maak het persoonlijk: niet alleen om iemand op zijn interesse aan te spreken, maar ook door de juiste
toon te kiezen: in normaal, niet te formeel taalgebruik, zonder terminologie. De blogger moet er over
willen bloggen, dan moet het dus wel “van hem” zijn;
• Maak het gemakkelijk: door het concreet te houden en het juiste taalgebruik te kiezen, maar ook door
het technisch gemakkelijk te maken, bijvoorbeeld door widgets aan te bieden die heel simpel in de eigen
pagina geplaatst kunnen worden. En door gebruik te maken van internetstandaarden.

Prosumers
Om te bereiken dat internetgebruikers een verhaal zullen doorplaatsen of -sturen is het niet alleen vol-
doende dat het concreet is, dat ze het met de inhoud eens zijn en dat ze het gemakkelijk kunnen doorplaat-
sen. Ze willen er ook iets mee doen. Dat kan zijn door er een eigen mening aan toe te voegen in een blog,
door het in een bepaalde context te plaatsen (bijvoorbeeld een widget in een Hyves-groep) of zelfs aan te
passen. Daarom wordt deze groep internetgebruikers prosumers genoemd: content wordt hergebruikt.

Dat is ook het idee achter het initiatief Open Overheid: biedt overheidsinformatie aan op internet in een
open format (op basis van open standaarden), zodat anderen (prosumers, sites of bedrijfjes) daar op voort
kunnen bouwen. Op die manier krijgen internetgebruikers ook de grondstoffen aangeboden om te gaan
delen. En op die manier wordt overheidsinformatie door hen verspreid. Zo worden de niches voorzien van
informatie en kruipen we verder “de staart” in.

Van zenden naar praten


Om als communicatieprofessional in te kunnen springen op de versnippering van kanalen en van doelgroe-
pen moet je in staat zijn om de long tail voor jou te laten werken. Je moet in staat zijn om anderen ertoe
aan te zetten jouw informatie te gaan verspreiden. Dat vraagt om een heel andere aanpak en een heel
andere houding. Uiteindelijk zal deze verandering dus ook haar weerslag moeten hebben op de functieom-
schrijvingen van communicatieprofessionals.

Een goed voorbeeld van deze nieuwe communicatieaanpak is het gebruik van Twitter door minister Verha-
gen. In de loop van de tijd is hij interactiever geworden in het gebruik: door mensen die hem volgen ook
terug te volgen, door te reageren op vragen en door het gesprek (of soms zelfs de discussie) aan te gaan
met andere gebruikers. Twitter is immers een heen-en-weer-kanaal. Alleen zenden is niet mogelijk, want
anderen praten terug.

De volgende uitdaging voor communicatiemedewerkers zal zijn het loslaten van controle: prosumers gaan
iets doen met je verhaal en daar heb je geen invloed op. Dat was natuurlijk met kranten en televisiezenders
ook al het geval, maar de schaal is veel groter: omdat er meer prosumers zijn dan nieuwsproducenten,
maar ook omdat de verschuiving verder gaat dan alleen de verandering van kanalen: creativiteit en me-
ningsuiting trekken meer aandacht van internetgebruikers dan journalistieke ethiek. Het enige wat je kunt

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 117


doen is te volgen hoe je boodschap wordt hergebruikt en daar weer op te reageren. Bijvoorbeeld door een
reactie te plaatsen op weblogs (dit staat bekend als webcare, zie ook actiepunt 7 op pagina 75).

Opleiden van medewerkers


Tenslotte heeft de communicatieafdeling ook binnen de organisatie nieuwe rollen te vervullen. Elke me-
dewerker heeft nu immers de instrumenten om via internet in contact te treden met zijn doelgroep. Daar
zit geen communicatieafdeling meer tussen. Een beleidsmedewerker kan via internet (Twitter, sociale
netwerksites, wiki’s) zijn netwerk betrekken bij waar hij mee bezig is. Of reageren op wat er op zijn be-
leidsterrein wordt besproken. Ook hier heeft de communicatieafdeling twee rollen te vervullen.

In de eerste plaats ligt er een rol op het gebied van opleiding. Medewerkers hebben de middelen om actief
te zijn in internetdiscussies, maar hoe dat werkt moet ze wel geleerd worden. Zij waren altijd al ambas-
sadeurs van de organisatie, maar ze zijn nu zichtbaarder geworden. Er ligt dus een belangrijke rol in het
opleiden en begeleiden van medewerkers voor online participatie.

Ten tweede is het mogelijk om medewerkers bij hun activiteiten op internet actief te steunen, bijvoor-
beeld door hen te wijzen op relevante discussies om aan deel te nemen en door mensen in beeld te krijgen
die in die discussies een centrale rol vervullen. Bij het ministerie van OCW is een dergelijk project al bezig.
Ook dat is een nieuwe rol voor communicatieafdelingen.

De Rijksvoorlichtingsdienst heeft in samenwerking met Carl Rohde en een groep interdepartementale


communicatieprofessionals o.l.v. Martijn de Moor een boek uitgebracht over de betekenis van web 2.0
voor communicatieafdelingen: “Ondertussen … online”. Het boek is te lezen via http://twurl.nl/x08adh

Op het Communicatieplein van de


Rijksoverheid is ook informatie te
vinden over communicatie 2.0.
Zie www.communicatieplein.nl

Joost Reus is beleidsambtenaar bij het ministerie van LNV.


Een blog op zijn eigen website werd onderwerp van debat op
Foodlog, een veelgelezen weblog over voedsel. Via Twitter
en op Ambtenaar 2.0 stelde hij de vraag hoe hij het beste
zou kunnen reageren. Daarnaast heeft hij contact opgeno-
men met de directie Communicatie van het ministerie.

118 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Hoofdstuk 4. Wat is overheid 2.0?
In september 2009 was ik in Washington voor de Gov 2.0 Expo en de Gov
2.0 Summit, waar honderden aanwezigen luisterden naar verschillende
praktijkverhalen en naar sprekers als Clay Shirky en diverse medewer-
kers van president Obama. Drie dagen lang ging het alleen maar over
overheid 2.0: over open data, participatie en de overheid als platform.
De conferentie werd georganiseerd door het bedrijf O’Reilly, waar vol-
gens de overlevering ook de term web 2.0 bedacht is. Oprichter Tim
Lees het verslag op www.ambtenaar20. O’Reilly schrijft en praat de laatste tijd regelmatig over overheid 2.0,
nl/?p=3729 vandaar deze conferentie.

Ook Don Tapscott en Anthony D. Williams, de schrijvers van het boek Wi-
kinomics, hebben zich op het onderwerp government 2.0 gestort. Waar
Wikinomics vooral over ondernemerschap ging, menen zij dat de over-
heidswereld grote mogelijkheden biedt. Daarom zijn ze een internationaal
onderzoeksprogramma gestart over overheid 2.0. En zij zijn niet de eni-
gen, zo mag uit de lijst onderzoeksrapporten in dit hoofdstuk blijken.

Bij dit alles gaat het niet om 2.0 als doel op zich. Zoals Beth Noveck,
deputy chief technology officer for open government van het Witte Huis,
aangeeft: Het gaat erom dat de uitdagingen in het land vragen om sa-
menwerking en om het gebruik van het potentieel van de gehele over-
heid en de gehele samenleving. Met 2.0 kun je problemen oplossen. Daar
Beth Noveck - Wiki Government: richt het beleid van het Witte Huis zich nu dus op. De stand van zaken in
How Technology Can Make Government de Verenigde Staten komt in dit hoofdstuk voorbij, maar ook de ideeën
Better, Democracy Stronger, and Citizens en ontwikkelingen over overheid 2.0 in Australië en Groot-Brittannië.
More Powerful (2009)
Zes onderzoeksrapporten
Er zijn tekenen waaruit je kunt afleiden of een trend een geaccepteer-
de ontwikkeling wordt. Het ontstaan van een tegenbeweging bijvoor-
beeld (zoals er regelmatig kritiek te lezen is over Twitter). Maar ook
wanneer onderzoeksbureaus zich op een onderwerp storten, dan weet
je dat een ontwikkeling mainstream aan het worden is. Verder levert
het interessante informatie en inzichten op, vandaar dat ik een aantal
rapporten op een rij zet.

Gartner
Een samenvatting van het rapport is te The Business Impact of Social Computing on Government
lezen op http://twurl.nl/ll2esq
Gartner ziet de rol en taken van overheden fundamenteel veranderen
door web 2.0: “The future of government is a very different govern-
ment and, in some cases, no government at all.” De huidige crisis helpt
bij deze ontwikkeling doordat nieuwe oplossingen worden gezocht en
sociale-netwerkoplossingen relatief goedkoop opgezet kunnen worden.
Maar het is ook een enorme uitdaging voor overheden omdat een an-
dere houding en aanpak nodig zijn.

Overheden leggen veel nadruk op controle, zekerheden en taakverdelin-


Woordenboek: Cloud computing gen. Maar tegelijkertijd wordt het steeds onduidelijker waar grenzen lig-
betekent dat in plaats van software op de gen tussen organisaties: “Boundaries in government are blurring at every
eigen computer of het eigen netwerk level.” Dat is te zien in de ICT-wereld in de vorm van cloud computing,
wordt gebruik gemaakt van ICT-diensten maar ook steeds meer financiële en bedrijfsvoeringssystemen gaan over
die centraal op internet staat. organisatiegrenzen heen. Taken worden uitbesteed, verschuiven, etc.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 119


Web 2.0 is ook een voorbeeld van het diffuser worden van organisa-
tiegrenzen. Sociale netwerken gaan over die grenzen heen. Dergelijke
netwerken bieden veel kansen voor overheden, maar tegelijkertijd
ontstaan ze zelden vanuit een overheidsinitiatief. Initiatieven vanuit
de overheid leggen vaak teveel nadruk op controle, waardoor deze
netwerken hun aantrekkingskracht verliezen. Overheden kunnen dus
beter aansluiten op bestaande netwerken. “Gartner recommends that
governments engage selected employees in finding external social net-
works relevant to the agency and its domain of government.”

Overheidsorganisaties hebben steeds minder zelf controle op proces-


sen. De rol van een ambtenaar, dossierhouder of uitvoerder zal steeds
meer liggen op het nagaan of uiteindelijk in de dienstverlening en in
de maatschappelijke en politieke verwachtingen wordt voorzien. En als
dat niet het geval is, om dan de juiste mensen bij elkaar te brengen om
die hiaten in te vullen. Een faciliterende rol dus.

Accenture
Het volledige rapport is te lezen op Leadership in Customer Service Report: Creating Shared Responsibility for
http://twurl.nl/bxz1gh Better Outcomes

Accenture constateert dat er veel beloftes zijn gemaakt over dienstverle-


ning vanuit de overheid, maar dat het resultaat nog tegenvalt. Die dienst-
verlening moet meer zijn dan alleen een transactie. Overheden moeten zich
richten op het onderhouden van een bestendige relatie met burgers, uit-
gaande van samenwerking en het delen van verantwoordelijkheid. “Clearly,
these are complex aspirations that will take time for governments to put
into practice. However, we know that not achieving these goals will lead to
eroding public confidence with government and to poor public services.”

Om die bestendige relatie te bereiken moeten overheden volgens Accenture


vier dingen doen:

• Creëer beter inzicht in wat mensen nodig hebben, zodanig dat wie onder-
steuning behoeft deze snel kan ontvangen, maar ook zodanig dat wie zelf
iets op kan pakken daar ook ruimte en mogelijkheden voor krijgt;
• Ga het contact aan met burgers: een interactieve overheid kan een begin
maken met de vertrouwensrelatie die nodig is om samen te werken aan
publieke voorzieningen en waarde;
• Zet daarbij alle middelen en relaties in, betrek belangenorganisaties,
bedrijfsleven, pressiegroepen en burgerinitiatieven om verbindingen te
leggen die elkaar aanvullen;
• Wees open in wat je doet en reageer op wat er terugkomt uit de samen-
leving. Dat is een voorwaarde om vertrouwen op te bouwen om te kun-
nen samenwerken aan publieke waarden.

Cisco
Het volledige rapport is te lezen op Realizing the Potential of the Connected Republic
http://twurl.nl/z87hg2
Voor Cisco gaat overheid 2.0 over drie dingen:

• samenwerking: het creëren van platformen om mensen binnen en


buiten de overheid bij elkaar te brengen en kennis uit te wisselen
rond maatschappelijke thema’s;

120 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


• openbaarheid: door openheid van zaken te geven wordt betrokken-
heid versterkt, maar het maakt ook belemmeringen en drempels
zichtbaar zodat die aangepakt kunnen worden;
• empowerment: de verschuiving van taken naar (groepen) burgers,
bijvoorbeeld door wijkbudgetten toe te kennen en te laten verdelen
en door mensen te helpen zichzelf te helpen.

Daar zijn de drie kenmerken van web 2.0 uit het eerste boek weer,
waarbij de eerste twee voor Cisco ondersteunend zijn aan de derde:
“Empowerment means citizens do more for themselves, and a move
away from a dependency culture can help tackle the problem of never-
ending demand for certain public services.” Ook hier verschuiven taken
van overheid naar burgers.

Ogilvy
Het volledige rapport is te lezen op Can brands have a social life? How brands in Asia can benefit from
http://twurl.nl/tnl5ud interacting with customers through social media

Wat betekent web 2.0 (sociale media) voor merken? Onderzoeksbureau


Volg het weblog van Craig Thomler op Ogilvy is daar ingedoken, althans voor Azië. Craig Thomler, de Australische
http://egovau.blogspot.com blogger over overheid en web 2.0, haalt er in zijn blog enkele hoogtepun-
ten uit. Immers, ook politici, bestuurders, de Belastingdienst en het Rijk
zijn steeds meer een merk. En steeds meer ambtenaren ook!

• De mening van consumenten en gebruikers wordt steeds belangrijker


voor het succes van je product of dienst;
• In sociale media komen de internetactiviteiten van mensen samen;
• De generatie van screenagers leeft online dus als jij ze daar niet aan-
spreekt, doet iemand anders het;
Woordenboek: Een node is een knooppunt • Op internet draait het om de “beïnvloeders”, de knooppunten of no-
in een netwerk waar verschillende des tussen de netwerken: ga het gesprek met hen aan zodat ze je
verbindingen in samenkomen, zowel in boodschap gaan verspreiden;
computernetwerken als tussen mensen. • Je moet controle over je merk loslaten. Het management moet dat
goed begrijpen en zo’n risico en investering aandurven;
• Eerlijkheid en vertrouwen zijn cruciaal om de authenticiteit en de
waarden van het merk neer te zetten. Verkooppraatjes werken niet;
• Stel je kwetsbaar op door tegenstellingen zichtbaar te maken, in te
gaan op vragen en ook negatieve feedback toe te staan. Dat verhoogt
de kans op acceptatie;
• Je moet als merk of organisatie ook zelf een bijdrage leveren op on-
line platformen, eventueel zonder direct iets terug te verwachten.

Daarnaast voorspelt Ogilvy dat zoekmachinemarketing nog belangrijker


wordt, dat online sociale netwerken niet alleen zullen groeien maar
Woordenboek: LinkedIn is een sociale ook mobiel zullen gaan, dat meningen in blogs belangrijker zullen wor-
netwerksite voor professionele contacten, den bij het aanschaffen van producten en dat de crisis groei betekent
om online contact te leggen, netwerken in voor vacaturesites en professionele netwerken als LinkedIn. Allemaal
beeld te brengen en discussiegroepen te niet zo spectaculair, maar op geen van deze gebieden vervult de over-
vormen. heid nu een voortrekkersrol.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 121


McKinsey
Een samenvatting van het rapport is te McKinsey Quarterly: Six ways to make Web 2.0 work
lezen op http://twurl.nl/b6tklh
Om met een 2.0-manier van werken aan de slag te gaan, moeten or-
ganisaties ook intern anders gaan werken. Daar gaat McKinsey op in.
Organisaties hebben in de 20e eeuw verschillende technologische ver-
ERP staat voor enterprise resource nieuwingen doorgevoerd om de productiviteit op te voeren: ERP, CRM,
planning, CRM voor customer relationship SCM, etc. Web 2.0 levert een nieuwe belofte voor organisaties maar
management en SCM voor supply chain verschilt fundamenteel omdat de meerwaarde niet kan worden bereikt
management. via de invoering van zware en dure techniek, maar door een andere
manier van werken aan te nemen. Om dat goed te laten verlopen komt
McKinsey met zes tips:

• De omvorming naar een 2.0-cultuur met initiatief van onderop moet
vanuit de top ondersteund worden. Dat gaat niet vanzelf, het ma-
nagement moet ruimte en het goede voorbeeld geven;
• Gebruikers weten het best hoe ze de nieuwe middelen moeten gebrui-
ken, maar hebben hulp nodig om op te schalen. Je kunt het gebruik
van 2.0-instrumenten niet opleggen, maar biedt ze aan en zie hoe het
toegepast wordt;
• Nieuwe werkwijzen en middelen worden pas gebruikt als ze onderdeel
worden van het werk. Als het alleen een leuk nieuwtje is dan neemt
het gebruik op termijn af. Alleen als medewerkers het efficiënt in
kunnen zetten in hun werk dan wordt het gebruikt;
• Speel in op de behoefte en het ego van gebruikers, want bonussen
helpen niet. Dat vraagt om andere stimulerings- en aansturingsme-
thoden, bijvoorbeeld medewerkers in het zonnetje zetten en compli-
menten uitdelen;
• De juiste mensen leveren de juiste aanpak. Betrek medewerkers die
nu al het juiste gedrag vertonen: de netwerkers, de visionairs, etc.
Kies doelgroepen binnen de organisatie;
• Zorg voor een goede balans tussen vrijheid/ruimte en sturing/regels.
Teveel regels kunnen ideeën en initiatieven indammen, maar teveel
vrijheid kan leiden tot chaos. Vind je eigen balans daarin.

Overigens denk ik dat deze tips ook van toepassing zijn op externe in-
teractie, met mensen buiten de grenzen van je organisatie. Ook daarbij
moet je de juiste mensen betrekken, verbindingen leggen, ruimte bie-
den en de middenweg vinden tussen vrijheid en sturing.

Deloitte
Het volledige rapport is te lezen op Change your world or the world will change you
http://twurl.nl/d4qchg
Voor de volledigheid vermeld ik tenslotte ook dit rapport van Deloitte,
ondanks dat het al iets ouder is. Leuk om door te bladeren en snel een
paar inzichten op te doen over overheid 2.0.

Conclusie: web 2.0 betekent een transformatie voor overheden


De rol van de overheid verandert fundamenteel door web 2.0. Daar zijn
alle onderzoekers het wel over eens. Dat heeft te maken met het vager
worden van organisatiegrenzen en het verschuiven van taken over die
grenzen heen. Bij deze herverdeling van taken komen meer verant-
woordelijkheden buiten de overheid te liggen, in de samenleving. Er
ontstaan nieuwe organisatievormen die geen overheid of bedrijf zijn,

122 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


maar wel functies en rollen vervullen die voorheen als publiek werden
beschouwd. Dat roept heel wat vragen op. Tegelijkertijd biedt web
2.0 ook een grote kans voor overheden: om de kloof tussen burger en
overheid smaller te maken en burgers in staat te stellen om maatschap-
pelijke problemen zelf aan te pakken.

Dat alles vraagt wel om een andere houding vanuit de overheid: we


moeten nieuwe rollen oppakken om dat proces te begeleiden, mensen
te betrekken, een platform te bieden, middelen en informatie ter be-
schikking te stellen, etc. Dat klinkt gemakkelijk genoeg, maar werken
met web 2.0 vraagt om een andere werkwijze dan overheden en amb-
tenaren nu gewend zijn, namelijk om controle los te laten, nauwere
relaties met burgers en groepen aan te gaan, te investeren in vertrou-
wen en responsiever te worden. Zowel in de relatie tussen burger en
overheid, maar ook tussen management en medewerkers vraagt dat om
andere eigenschappen en werkwijzen.

De belangrijkste conclusie die getrokken kan worden, is toch wel dat


deze verandering niet alleen fundamenteel is, maar ook onvermijde-
lijk. En met een nieuwe generatie die als burger of medewerker bij
de overheid aanklopt zal die ontwikkeling alleen maar sterker worden.
Web 2.0 biedt overheden een kans om de kloof tussen burger en over-
heid te versmallen, maar er niets mee doen zal die kloof zeker doen
vergroten. Die kans moeten we pakken.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 123


De Verenigde Staten: van campagne 2.0 naar
overheid 2.0
De Verenigde Staten lijken de kans te willen pakken om de kloof met
de samenleving te overbruggen. Barack Obama is door zijn verkiezings-
campagne het schoolvoorbeeld geworden van hoe je web 2.0 kunt in-
zetten om mensen te betrekken bij je campagne. Maar een campagne
2.0 is nog geen overheid 2.0. Obama wil duidelijk stappen maken, maar
hij loopt tegen verschillende praktische problemen aan.

Obama heeft zijn voornemen om een overheid 2.0 tot stand te brengen
Het memorandum ‘Transparency and open vanaf dag 1 in heldere termen uiteen gezet. Het eerste memorandum
government’ is te vinden op dat hij de deur uit deed ging over “transparancy and open govern-
http://twurl.nl/vgskns ment”. Daarbij zette hij zijn visie uiteen in drie alinea’s:

• Government should be transparent;


• Government should be participatory;
• Government should be collaborative.

De Amerikaanse overheid maakt via In de praktijk heeft dat geleid tot de sites Data.gov (waar overheidsin-
internet gegevensverzamelingen formatie beschikbaar wordt gesteld in een herbruikbare vorm) en USAs-
beschikbaar zodat bedrijven en individuen pending.gov (ook bekend als Transparency.gov), “where Americans can
diensten en internetsites kunnen bouwen see where their money goes”. Daar zijn veel gegevens (data) te vinden
op basis van die data. Zie www.data.gov over overheidsuitgaven, zelfs herbruikbaar door middel van een API.
Dat alles wordt ondersteund door de site Recovery.gov met meer uitleg
De Amerikaanse begroting is via internet over de doelstellingen en activiteiten van de economische herstelmaat-
inzichtelijk gemaakt, inclusief regelen.
gedetailleerde informatie over de grootste
ontvangers. Zie www.usaspending.gov of De uitdagingen van Whitehouse.gov
www.transparency.gov Het Center for American Progress, een Amerikaanse denktank, heeft
gerapporteerd waar Obama zoal tegenaan loopt als hij begint te bou-
Alle investeringen van de Amerikaanse wen aan een overheid 2.0. Sowieso kan Obama niet meer beschikken
overheid naar aanleiding van de over 170 campagnemedewerkers die zich met sociale media bezighou-
kredietcrisis zijn op internet in beeld den, maar moet hij het doen met tien medewerkers op het Witte Huis.
gebracht, zie www.recovery.gov Maar dat is niet het enige probleem. Het verschil tussen campagne 2.0
en overheid 2.0 zit ook in:
Woordenboek: API staat voor application
programming interface, een set afspraken • schaalgrootte: met beperktere middelen moet hij een grotere doel-
waardoor sites en computers kunnen groep bedienen, namelijk de gehele Amerikaanse bevolking;
samenwerken en gegevens kunnen • afstemming: een campagnemedewerker die een foute uitspraak doet
uitwisselen. levert een lastige situatie op, maar een verkeerde uitspraak vanuit de
overheid kan veel grotere gevolgen hebben;
• verantwoordelijkheid: vrijwilligers op pad sturen namens een cam-
pagne is goed mogelijk, maar namens de overheid is een heel ander
verhaal.

Daar komt bij dat de overheid werkt op basis van een aantal standaar-
den en reglementen. Op de eigen site zijn er voldoende mogelijkheden
om daaraan te voldoen, maar de doelgroep bevindt zich elders. Hoe
maak je als overheidsorganisatie gebruik van de gratis software (You-
Tube, Twitter, Facebook, etc.) die op internet wordt aangeboden? Ook
daar richt één van de rapporten zich op.

De uitdaging voor het Witte Huis is om de normen die voor de overheid


zijn afgesproken ook toe te passen in de 2.0-wereld:

124 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


• privacy: de overheid hanteert regels m.b.t. de opslag van persoonsgege-
vens, gelden die ook bij een YouTube-site van overheid?
• webrichtlijnen: niet alle 2.0-diensten zijn even toegankelijk waar het gaat
om lid worden en gebruiksvriendelijkheid. Hoe garanderen we dat ieder-
een erbij kan?
• reclame: overheidssites zijn natuurlijk niet voorzien van reclame, maar
het gebruik van een bepaalde site door een overheid mag ook niet als
goedkeuringsstempel worden geïnterpreteerd;
• voorwaarden: zijn de gebruikersvoorwaarden van een 2.0-site wel in over-
De Amerikaanse overheid heeft met een eenstemming met de doelstelling en standaarden van de overheid?
groot aantal 2.0-sites aparte contracten • archiefwet: hoe zorgen we ervoor dat het overheidshandelen en relevante
(terms of agreement) afgesloten. Een uitspraken worden vastgelegd en bewaard (verantwoording)?
overzicht van deze contracten is te vinden • beveiliging: zijn de sites voldoende beveiligd zodat bijvoorbeeld geen wij-
op http://twurl.nl/tkg1z6 zigingen aangebracht kunnen worden?

Ook het gebruik van 2.0-sites door ambtenaren komt aan de orde, aan-
gezien veel organisaties toegang tot die sites juist afsluiten voor hun
medewerkers.

Wat is er al gedaan?
De belangrijkste boodschap van de denktank is dat web 2.0 enorm veel
mogelijkheden biedt voor openheid en participatie en dat een overheid
die middelen moet aangrijpen. Maar dat moet wel gebeuren binnen
de kaders en standaarden die ze aan haar handelen stelt. De vraag is
echter: hoe? Het rapport eindigt dan ook met de oproep om vooral te
ontdekken en experimenteren: hoe gebruik kan worden gemaakt van
deze nieuwe middelen en hoe dat kan met inachtneming van de princi-
pes van goed overheidshandelen en good governance.

Een van de middelen die het Witte Huis al veelvuldig inzet is video (bij
voorkeur via meerdere platformen). Het voordeel van video is dat het
een laagdrempelig medium (toegankelijkheid) is waar weinig interactie
bij komt kijken (schaalbaarheid), maar dat toch persoonlijk overkomt.
Vandaar dat je kunt doorklikken naar de wekelijkse toespraken op You-
Tube (na een bericht dat je de site van het Witte Huis verlaat).

Obama heeft ook interactieve middelen ingezet. Via interactieve dis-


cussiesites (‘Open for Questions’) heeft hij vragen en wensen verzameld
vanuit de samenleving. Het resultaat: “92,937 people have submitted
103,978 questions and cast 1,782,650 votes.” Uiteraard kan het Witte
Huis niet ruim 100.000 vragen beantwoorden, maar doordat mensen
konden stemmen op de vragen kwamen de beste vragen bovendrijven.

Het verhaal vertelt dat Obama elke avond tien vragen voorgelegd kreeg
om zicht te houden op wat er speelt in de samenleving. Uiteindelijk zijn
de vragen waarop het meest is gestemd beantwoord door ambtenaren.

Conclusie: het Witte Huis bouwt aan overheid 2.0


De verwachtingen waren groot toen Obama president werd. Hoe zou hij
invulling gaan geven aan een overheid 2.0? Daar worden wel degelijk
stappen gezet, grotere stappen dan hier in Nederland. Het is inspire-
rend om te zien wat Obama al heeft bereikt: met Open for Questions,
Transparancy.gov, Data.gov, de inzet van 2.0-sites en de videobood-
schappen.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 125


Zeker zo inspirerend is het om een kijkje te krijgen in de achterliggende
discussies. De Amerikaanse ambtenaren lopen immers tegen dezelfde
vragen aan als wij, wanneer we aan de slag gaan met overheid 2.0.
Hoe gaan Amerikaanse ambtenaren om met die cultuurveranderingen?
Van de ervaringen die de Amerikanen opdoen met hun experimenten
en de daaruit voortkomende rapporten kunnen wij weer leren. En als
wij klaar zijn voor de volgende stap, dan kunnen we die kennis in ieder
geval inzetten.

126 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Voorbeeld: Vergunningenkaart.nl, open overheid in de praktijk

Overheden geven vergunningen uit, bijvoorbeeld voor verbouwingen. Die verbouwingen kunnen immers ef-
fect hebben op de omgeving en daarom moeten ze in de gaten gehouden worden. Door de ambtenaar, maar
ook door de omgeving zelf, door de burgers. Als mijn overbuurman gaat verbouwen zou het handig zijn als
ik daar informatie over zou krijgen. Liefst via een e-mail of via rss. Zo ver is het nog niet, maar het achter-
halen van vergunningen uit de buurt is wel handiger geworden, met dank aan www.vergunningenkaart.nl.
Geen overheidssite, wel een mooi voorbeeld van Open Overheid.

Vergunningen en bekendmakingen op internet zetten


Vergunningen en bekendmakingen van bijvoorbeeld gemeenten vormen een mooi voorbeeld van een infor-
matiebron van de overheid waar je als inwoner direct baat bij kunt hebben. Denk hierbij aan bouwvergun-
ningen, kapvergunningen en wijzigingen op het bestemmingsplan bij jou in de buurt. Deze worden voor een
deel van de gemeenten gepubliceerd via Overheid.nl. Als je daar je postcode intypt, krijg je alle vergun-
ningen voor je hele gemeente.

Dat kan echter veel beter. Overheid.nl is voortdurend bezig om deze dienstverlening verder te verbeteren,
maar daarnaast zijn er allerlei bedrijfjes die ook goede ideeën hebben en op basis van overheidsinformatie
handige sites kunnen bouwen. Bijvoorbeeld het plaatsen van vergunningen op een kaart. Dat is het idee
achter Vergunningenkaart.nl. Waar liepen de makers zoal tegenaan bij het bouwen van hun site? Hieronder
een kort interview.

Hoe werkt vergunningenkaart?


“Wij maken gebruik van de zoekdienst ‘Bekendmakingen’ van Overheid.nl. Bij deze site kun je zoeken via
een formulier en er is een e-mailservice, maar gek genoeg is er geen webservice of API waarmee je deze
informatie gemakkelijk op kunt vragen en in andere applicaties kunt verwerken. Dit is gek omdat de ge-
meenten wel alle bekendmakingen geautomatiseerd als XML aanleveren.

Wat wij doen is met een script de zoekmachine per gemeente uitlezen, de resultaten met veel reguliere
expressies omzetten naar XML en vervolgens de locaties geocoderen en invoeren in onze eigen database.”

Je moet dus zelf wat knutselen, maar dan heb je de informatie. Kun je er dan zo mee aan de slag?
“Wat ook gek is: hoewel er een vrij strak XML-schema (de structuur waarin gegevens worden opgeslagen)
is voor het aanleveren van bekendmakingen, is er toch veel verschil tussen hoe gemeenten de individuele
bekendmakingen aanleveren. Veel gemeenten clusteren verschillende bekendmakingen binnen één record
waardoor het voor ons onmogelijk is die bekendmaking te herleiden naar een individueel adres. Je hebt ook
weinig aan een XML-definitie als niet iedereen deze op dezelfde manier gebruikt.”

Jullie hebben nu ervaring met het voortbouwen op overheidsinformatie. Heb je nog tips?
“Om het succes van het project Bekendmakingen te vergroten moeten er naar ons idee twee zaken ge-
beuren. Er moet een webservice/API komen en er moet meer consistentie komen in de wijze waarop de
gemeenten hun bekendmakingen in de XML zetten. Wij hopen dat Vergunningenkaart.nl een aanmoediging
is om overheidsinformatie nog beter te ontsluiten.”

Meer informatie over en voorbeelden van


Open Overheid zijn te vinden via
openoverheid.ambtenaar20.nl. Uitleg
over de termen is te vinden in het
Woordenboek, achterin dit boek.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 127


Australië: een taskforce gaat aan de slag
Het rapport ‘Power of Information Review’ Zoals in Groot-Brittannië het rapport ‘Power of Information review’ heeft
is te vinden op geleid tot de Power of Information Taskforce (zie het eerste boek), zo is in
http://twurl.nl/yxc48s Australië het rapport ‘VenturousAustralia – Building strength in innovation’
de aanleiding geweest om een Government 2.0 Taskforce op te zetten.
Het rapport ‘VenturousAustralia. Building Waar is deze taskforce mee bezig en wat gebeurt er nog meer in Australië
strength in innovation’ is te vinden op op het gebied van overheid 2.0?
http://twurl.nl/jm2qq3
Politiek zet in op openheid en interactie
Kevin Rudd, de premier van Australië, zit op Twitter (hoewel hij dat
volgens mij niet zelf doet) en hij blogt. Je kunt met hem in discussie
over het milieu en de gezondheidszorg. Ook is er een fotogalerij en zijn
er video’s te vinden van de premier terwijl hij praat met Al Gore en
terwijl hij de voorzitter interviewt van een onderzoekscommissie voor
de zorg. De Australische regering zoekt duidelijk naar manieren om
een brug te slaan tussen politiek en burgers. Zo reist het kabinet ook
regelmatig Australië rond, het Community Cabinet.

Meer verslaglegging van PublicSphere 2 Senator Kate Lundy draagt ook bij aan het tot stand brengen van over-
over overheid 2.0 is te vinden op heid 2.0 door een aantal bijeenkomsten over internet en innovatie te
http://twurl.nl/1ocnou organiseren: PublicSphere. Ze heeft daar Pia Waugh bij betrokken, een
activist op het gebied van open overheid en open source met een duide-
lijke visie op de aanpak van overheid 2.0. Daarnaast is er een uitgebreide
wiki waar input wordt verzameld om mee te geven aan de Government
2.0 Taskforce.

Die taskforce is het resultaat van een onderzoek van het Australische
Department of Innovation, Industry, Science and Research. Dat minis-
terie heeft begin dit jaar een uitgebreid rapport gepubliceerd over het
innovatiebeleid tot 2020. Een aantal aanbevelingen betrof ook overheid
2.0. Zo was er het advies om overheidsinformatie een creative commons-
licentie mee te geven en om een taskforce op te zetten: “An advisory
committee of web 2.0 practitioners should be established to propose and
help steer governments as they experiment with web 2.0 technologies
and ideas.”

Pia Waugh blogt over overheid 2.0 en De taskforce zet overheid 2.0 op de agenda
open overheid. Zie www.pipka.org De site van de taskforce is in juni 2009 open gegaan, inclusief een weblog,
en heeft zich als doel gesteld om niet alleen met een advies te komen
maar ook om initiatieven te steunen die een voorbeeld zijn van een over-
heid 2.0. In juli is een issue paper gepubliceerd, eerst in een beta-versie
om reacties te verzamelen en vervolgens pas de definitieve versie. Reage-
ren kon op verschillende manieren, niet alleen online. Sebastian Chan, één
Creative Commons (CC) is initiatief om van de leden van de taskforce, zegt hierover: “We need to make sure that
hergebruik en verspreiding van creatieve Government 2.0 isn’t creating another niche lobby group”.
producten te bevorderen. In plaats van
traditioneel auteursrecht of copyright De taskforce komt met 35 vragen om verder uit te werken, gebaseerd op
worden verschillende licentievormen de OECD-principes voor informatievoorziening in de publieke sector: open-
aangeboden waaruit een auteur of maker baarheid, toegankelijkheid en inzichtelijke voorwaarden voor hergebruik,
kan kiezen. Zie www.creativecommons.nl overzichten, kwaliteit, integriteit, nieuwe technologieën en archivering
op de lange termijn, auteursrecht, kosten, concurrentiebeding, reactie-
Blogs en andere publicaties van de Gov 2.0 mogelijkheden, publiek-private samenwerking, internationale toegang en
Taskforce zijn te vinden op gebruik en voorbeeldprojecten. Enkele belangrijke vragen waar de task-
http://gov2.net.au force mee aan de slag gaat:

128 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


• Hoe kan worden gebouwd aan een cultuur van openheid en innovatie
binnen overheidsorganisaties?
• Wat zijn juridische en privacy-belemmeringen en hoe kunnen die aan-
gepast worden?
• Wat moet er gebeuren om de interne informatie op orde te krijgen
voor publicatie op internet?
• Hoe kan de drempel voor interactie met de overheid zo laag mogelijk
gemaakt worden?
• Hoe kan gebruik worden gemaakt van ideeën en energie die al in de
samenleving zijn?

Dat gaat een breed en uitgebreid advies opleveren, waar we ook in


Nederland van kunnen leren.

Conclusie: Australië doet gedegen onderzoek naar


toepassingsmogelijkheden
Ik heb het idee dat politiek en overheid in Australië nadrukkelijk
kiezen voor openheid en interactie in hun werkwijze, zoals de stad
Melbourne die burgers via internet betrekt bij de ontwikkeling van de stad
(FutureMelbourne). Ook in Australië zijn nog heel wat hobbels te ne-
men, maar er worden zeker stappen gezet. Wellicht helpt het ook dat
De Australische stad Melbourne heeft de Australische ambtenaren kunnen beschikken over een overheidsbre-
zijn internetsite opgezet als een wiki. de samenwerkomgeving (met forums, wiki’s, etc.).
Zie www.futuremelbourne.com.au
Het is in ieder geval leerzaam om de ontwikkelingen in Australië te
blijven volgen. De resultaten van de taskforce kunnen ons zeker van
nut zijn, maar ook de open en interactieve werkwijze van de taskforce
is heel aansprekend. Is het niet tijd om ook in Nederland zo’n taskforce
op te gaan zetten?

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 129


Voorbeeld: PIANOo-desk, online netwerk voor overheidsinkopers
Door Kees Tazelaar

PIANOo-desk is in 2002 opgericht als virtuele community voor overheidsinkopers en -aanbesteders. PIANOo
heeft weinig met muziek te maken, maar staat voor Professioneel en Innovatief Aanbesteden, Netwerk voor
Overheidsopdrachtgevers. PIANOo is onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken en in de nasleep
van de bouwfraude opgericht naar aanleiding van de slechte resultaten van het naleven van Europese aan-
bestedingsregels door de Nederlandse overheid.

PIANOo-desk was in het begin alleen toegankelijk voor rijksambtenaren, maar al snel opengezet voor ieder-
een binnen de overheid die met dit vakgebied te maken heeft. En dat bleken er heel veel te zijn. In 2005
waren er ongeveer 1700 deelnemers. Nu zijn dit bijna 2800, actieve, deelnemers.

Een platform om kennis en informatie uit te wisselen


Actief wil zeggen: de laatste vier maanden minstens één maal ingelogd. Wij gaan er namelijk van uit dat
alleen kijken ook een vorm van activiteit is, omdat wij hopen dat er dan in ieder geval weer wat kennis is
opgedaan. Het belangrijkste deel van de site is de discussiemogelijkheid. Hier wordt erg veel gebruik van
gemaakt. In onze hoofdgroep verschijnen gemiddeld dertig nieuwe vragen/discussies per maand en zo’n
120 antwoorden.

Daarnaast worden ook veel documenten geplaatst. Veel gebruikt is ook het adressenboek met de bijbe-
horende profielkaart en foto. Binnen PIANOo-desk bestaan er zo’n vijftig subgroepen, bijvoorbeeld per
organisatie (Rijk, gemeente, provincie, politie), interesse (elektronisch veilen, juridisch, ICT) of regionale
samenwerking. Binnen deze groepen, die in meer of mindere mate actief zijn, wordt ook nog wel eens de
agendafunctie gebruikt. Functionaliteiten als chat, enquête, poll of blog worden niet gebruikt.

In de afgelopen jaren heeft PIANOo-desk zich ontwikkeld tot hét platform op aanbestedingsgebied. Het
heeft er mede voor gezorgd dat ambtenaren in heel Nederland met elkaar, onafhankelijk van plaats en tijd,
in contact komen en kennis uitwisselen. En die kennis is hard nodig om miljarden euro’s belastinggeld op
een verantwoorde manier uit te kunnen geven.

130 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Groot-Brittannië: een top 5 van prioriteiten
mySociety is initiatiefnemer van Tom Steinberg is de oprichter van de Britse organisatie mySociety. Deze
verschillende internetsites die als doel club vrijwilligers heeft in Groot-Brittannië heel wat online initiatieven
hebben de band van burgers met overheid op poten gezet om dienstverlening van de overheid toegankelijker te
en politiek te versterken, bijv. www. maken (bijvoorbeeld Fixmystreet.com) en democratische processen in-
fixmystreet.org en www.theyworkforyou. zichtelijker (bijvoorbeeld Theyworkforyou.co.uk). Daarnaast adviseert
co.uk. Zie ook www.mysociety.com Steinberg de Britse overheid over de inzet van sociale media en inter-
net. Enige tijd geleden schreef hij een blog over wat de vijf prioritei-
ten moeten zijn van een overheid 2.0. Die gelden natuurlijk ook voor
Nederland, vandaar dat ik ze hier herhaal en vertaal.

De vijf prioriteiten zijn flink ambitieus. In willekeurige volgorde:

Investeer in ambtenaren 2.0


De veranderingen op internet gaan razendsnel en de verwachtingen die
burgers stellen aan hun overheid veranderen even snel mee. Zonder vol-
doende goede ambtenaren met de vinger aan de digitale pols gaat het niet
lukken om die veranderingen bij te houden en zal de kloof tussen burger en
overheid blijven groeien. Dus investeer in ambtenaren 2.0, door ambtena-
ren op te leiden, maar ook door een nieuwe generatie ambtenaren 2.0 aan
te nemen, voordat de achterstand te groot is geworden.

Maak je informatie openbaar


Zet alle data en informatie op internet op basis van open standaarden
(behalve privacy-gevoelige informatie natuurlijk). Begin met kaartma-
teriaal en geografische data, maar ook niet-privacygevoelige informatie
van openbare diensten en uitvoeringsinstanties. Ga ervan uit dat je
daarmee innovatie ondersteunt: als iemand vraagt om het vrijgeven
van complexe databronnen, dan heeft hij waarschijnlijk een innovatief
concept in zijn hoofd.

Het ministerie van BZK is begin 2009 Maak interne systemen toegankelijk
begonnen met een eerste onderzoek naar Tenzij het schade of hinder veroorzaakt, moeten externe partijen toe-
kansen en belemmeringen van Open gang kunnen krijgen tot interne systemen, zoals patiëntgegevens (met
Overheid en open data. Het onderzoek toestemming van de patiënt natuurlijk), de klachtendatabank van ge-
wordt uitgevoerd door meenten, voortgangssystemen van burgervragen en subsidieaanvragen,
Ton Zijlstra en James Burke. gebruikscijfers van voorzieningen. Op die manier komen haperingen of
Zie www.vrijedata.nl problemen bij overheidsorganisaties snel aan het licht en kunnen ze ook
snel aangepakt worden. Weigering van toegang moet worden bestraft.

Bouw een nationaal participatieplatform


Om burgers te betrekken bij beleidsontwikkeling moeten beleidsvragen
via internet bespreekbaar worden gemaakt vóórdat de oplossingsrichting
is vastgelegd. Daarvoor moet een online participatieplatform worden in-
gericht waar burgers een bijdrage kunnen leveren en waar ze ook horen
op welke wijze hun reacties hebben bijgedragen aan het uiteindelijke
beleid. Zodra hiermee ervaring is opgedaan, kan deze vorm van partici-
patie wettelijk worden vastgelegd net als verkiezingen en referenda.

Maak bij voorzieningen een digitale wachtkamer


Zorg bij online voorzieningen en formulieren voor een mogelijkheid
voor burgers om contact met elkaar te hebben. Ze kunnen elkaar dan
helpen en tips uitwisselen, eventueel ook commentaar geven en tot

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 131


verbeteringen komen. Op die manier kunnen gebruikers van overheids-
diensten sneller (en zonder een beroep te doen op een drukbezette ba-
lie) een antwoord krijgen. Daar komt bij dat wanneer overheidsorgani-
saties meekijken (en meedoen!) in de discussieruimte er snel een beeld
ontstaat hoe de dienstverlening nog verder kan worden verbeterd.

Conclusie: Groot-Brittannië brengt nieuwe


voorbeelden en ideeën voort
Als ik kijk naar waar we in Nederland mee bezig zijn dan zie ik veel
(hoewel nog prille) activiteit op de tweede en vierde aanbeveling. Het
ministerie van BZK en Ambtenaar 2.0 zijn actief om meer informatie
beschikbaar te krijgen op internet en vanuit Justitie wordt getrokken
aan internetconsultaties.

Ik denk dat de derde aanbeveling het meest ambitieus is en het meest


ingrijpend om in te voeren. De digitale wachtkamer is echter een voor-
Internetconsultatie.nl is een initiatief van ziening waarmee we zo kunnen beginnen. Zie daarvoor de actiepunten
het ministerie van Justitie om wetgeving in Hoofdstuk 8.
voor te leggen aan het publiek alvorens
deze naar de Tweede Kamer te verzenden. Maar elke verbetering moet beginnen bij aanbeveling 1. Het zijn de
Zie www.internetconsultatie.nl ambtenaren die het moeten doen, dus: investeer in ambtenaren 2.0!

Monique Roosen (provincie Noord-Brabant) wijst haar vol-


gers op een interessante column (zie de link) van Matt Poel-
mans, directeur van Burgerlink.

132 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Voorbeeld: Verbeterdebuurt.nl, participatieplatform voor de publieke ruimte
Met Verbeterdebuurt.nl kunnen buurtbewoners zelf actie ondernemen om de buurt te verbeteren: de site
biedt een platform aan bewoners om problemen en ideeën over de openbare ruimte aan te kaarten bij hun
gemeente. Verbeterdebuurt is de Nederlandse versie van het Britse Fixmystreet.org: crowdsourcing in de
publieke ruimte.

Verbeterdebuurt.nl maakt gebruik van Google Maps. Door het invullen van de postcode kan een burger
gemakkelijk de eigen buurt vinden en vervolgens een idee of probleem op de kaart zetten. Vervolgens gaat
er een bericht naar de gemeente, die aan de slag kan om het probleem te verhelpen.

Problemen melden, maar ook nieuwe ideeën ontwikkelen


De internetsite is gelanceerd om bewoners en gemeenten dichter bij elkaar te laten komen. Voor bewoners
wordt het zo gemakkelijker om meldingen over de openbare ruimte te doen (”problemen”) en om ideeën
aan te dragen. Problemen worden doorgestuurd naar de gemeente en daardoor krijgen gemeenten inzicht
in wat relevante problemen in de buurt zijn. De ideeën worden pas doorgestuurd bij voldoende steun en
hebben daardoor een petitie-element in zich. Bewoners kunnen namelijk stemmen en reageren op elk pro-
bleem of idee. Zo komt er discussie op gang over de publieke ruimte.

Verbeterdebuurt.nl kan op dit moment nog niet garanderen dat alle Nederlandse gemeenten daadwerkelijk
met de meldingen aan de slag gaan, wel dat ze hun weg naar de gemeente zullen vinden. Daarna is het aan
de gemeente om te bepalen of ze ermee aan de slag gaan.

Kortom, het is een mooi initiatief, test het zelf maar eens. Ligt er ergens vuilnis of liggen er stoeptegels
los, maak een melding! Verbeterdebuurt.nl biedt een mogelijkheid voor burgers en ambtenaren om geza-
menlijk de openbare ruimte te beheren en ontwikkelen.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 133


De Verenigde Staten: advies voor het ministerie
van Defensie
Mark Drapeau is onderzoeker bij de universiteit van het Amerikaanse
ministerie van Defensie (Department of Defense, DoD) en blogt regel-
matig over web 2.0 en de overheid. Samen met collega Linton Wells II
Het rapport ‘Social Software and National heeft hij het rapport ‘Social Software and National Security: An Initial
Security: An Initial Net Assessment’ is te Net Assessment’ geschreven. Het rapport gaat eerst in op de theorie en
vinden op http://twurl.nl/lhshw4 vervolgens op de praktijk (en belemmeringen) van 2.0 bij overheids-
organisaties. Er worden veel voorbeelden aangedragen van overheid
2.0, maar ook van de inzet van sociale media in conflictgebieden (bij-
voorbeeld Georgië, Mumbai, Moldavië). Het rapport eindigt met tien
aanbevelingen en zes randvoorwaarden.

Belemmeringen bij overheidsorganisaties


Drapeau begint met het schetsen van een model van interactie en uit-
wisseling binnen en tussen overheidsorganisaties: inward, outward,
Inbound en outbound sharing. Daar kom ik in Hoofdstuk 5 op terug.
Daarnaast schetst hij enkele belemmeringen voor deze manieren van
samenwerking en kennisdeling bij de overheid. Hij noemt er zeven:

• Uitwisseling over de grenzen van overheidsorganisatie heen verloopt


moeizaam, medewerkers zijn intern gericht;
• Bureaucratische regels over toegang tot internet en specifieke sites
verschillen per organisatie of zelfs organisatieonderdeel;
• Behalve nieuwe mogelijkheden zorgt web 2.0 ook voor nieuwe risico’s,
maar beveiliging moet ook weer niet leiden tot passiviteit;
• Verouderde technische infrastructuur bij verschillende overheidsor-
ganisaties (of delen daarvan), zowel in hardware en software als in
netwerken;
Woordenboek: Digital natives zijn mensen • Demografische omstandigheden: veel ouderen, weinig flexibiliteit en
die na 1985 zijn geboren. Deze generatie is nauwelijks aanwas van digital natives;
opgegroeid met computers en internet en • Politieke en organisatorische veranderingen zorgen voor een gebrek
beschouwt de digitale wereld als een aan stabiliteit en ondersteuning voor creatieve processen;
gegeven. • Dat wordt nog versterkt door de beperkte budgetten en de jaarplan-
cyclus die planning op de lange termijn moeilijk maakt.

Deze belemmeringen verminderen niet alleen de slagkracht van een


organisatie, maar kunnen een cruciale achterstand opleveren waardoor
organisatiedoelen niet bereikt worden.

Aanbevelingen voor de inzet van 2.0-mogelijkheden


Het rapport eindigt met de oproep dat het DoD het belang van web
2.0 moet onderkennen en er een strategie voor moet ontwikkelen: aan
welke voorwaarden moet voldaan worden en hoe kan het ministerie in-
spelen op de verbrede interactiemogelijkheden en verhoogde snelheid
van ontwikkelingen? Om te helpen zo’n strategie op te stellen geeft
Drapeau een aantal concrete aanbevelingen mee:

• Loop voorop waar het gaat om de inzet van web 2.0, en wel ministerie-
breed en van top tot basis;
• Onderzoek wat de balans moet zijn tussen beveiliging enerzijds en ken-
nisdeling en samenwerking over organisatiegrenzen heen anderzijds;
• Zorg ervoor dat er ruimte is voor experimenteren met 2.0-mogelijkhe-
den. Dan zal blijken wat werkt en wie er gevoel voor heeft;

134 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


• Leg verbinding met de creatieve sector, internetbedrijfjes en innova-
Woordenboek: Een zzp’er is een tieve zzp’ers om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen;
zelfstandige zonder personeel, ook wel • Bereid je erop voor dat af en toe processen aangepast of regels om-
freelancer genoemd. Veel zzp’ers zeild moeten worden om iets van de grond te krijgen;
vergroten hun slagkracht door • Persoonlijk gebruik van 2.0-middelen door medewerkers heeft ook
gebruikmaking van 2.0-middelen. voordelen voor de organisatie. Maak het dus mogelijk;
• Maak gebruik van het enorme potentieel aan kennis, ideeën en inzet
van de hele organisatie en het ecosysteem eromheen;
• Op internet zijn doorlopend gesprekken en communities bezig dus
maak gebruik van de informatie en meningen die daar worden ge-
deeld;
• Informatie delen en online contacten zijn een duurzame investering in
relaties met mensen. Probeer dat ook inzichtelijk te maken;
• Schuif medewerkers, producten of organisatieonderdelen naar voren
als herkenbaar, interactief merk op internet.

Uiteindelijk moet dat leiden tot een nieuwe werkwijze van het minis-
terie van Defensie. Daarvoor moet echter aan een aantal voorwaarden
worden voldaan:

• Er moet nieuw beleid worden afgesproken over hoe het ministerie om-
gaat met web 2.0 (inward, outward, Inbound en outbound sharing);
• Investeer in opleiding en zorg voor de juiste incentives om medewer-
kers te stimuleren om 2.0-middelen en -werkwijzen te gebruiken;
• Er moet onderzocht worden welke middelen in welke processen het
beste ingezet kunnen worden en hoe het effect ervan nog vergroot
kan worden;
• Schrijf een visie op de integratie van 2.0-middelen in bestaande pro-
cessen;
• Het beveiligingsbeleid moet uit meerdere beveiligingsniveaus gaan
bestaan, zodat bij gebruikers duidelijkheid bestaat over eventuele
risico’s;
• Ontwikkel een nieuwe strategie voor de rol van participatie en het
betrekken van burgers bij het werk van het ministerie.

Conclusie: overheidsorganisaties lopen overal tegen


dezelfde vragen aan
Tot zover de resultaten van het onderzoek van Mark Drapeau. Een groot
aantal opsommingen, maar met waardevolle informatie en inzichten.
Ik heb de punten ingekort en veralgemeniseerd, zodat ze ook in Neder-
land en voor andere overheidsorganisaties bruikbaar zijn. In het rap-
port zelf kun je de meer specifieke interpretatie voor het Amerikaanse
ministerie van Defensie lezen. Op een aantal punten verschilt het DoD
natuurlijk van andere overheidsorganisaties, maar de overeenkomsten
en herkenningspunten zijn veel groter. En vergeet niet: dit is de orga-
nisatie waar ooit het internet is uitgevonden!

Samenvatting
Nu web 2.0 een gevestigde term is, wordt ook overheid 2.0 serieus
onder de loep genomen. Er wordt onderzoek naar gedaan, er worden
conferenties georganiseerd en initiatieven genomen. Met name de Ver-
enigde Staten bieden een inspirerend voorbeeld. Een opener en par-
ticipatievere overheid spreekt velen aan en dat leidt wereldwijd tot

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 135


vernieuwende ideeën en activiteiten. Het zal de komende jaren inte-
ressant zijn om te zien hoe al deze vernieuwingen zich gaan ontwik-
kelen en wat voor veranderingen ze gaan brengen in de manier waarop
overheden werken en samenwerken.

Ook in Nederland zijn al veel voorbeelden op te noemen, van organisa-


ties met vooruitstrevende plannen en activiteiten (zie de voorbeelden
die in dit boekje zijn opgenomen) tot individuele ambtenaren die nieu-
Voorbeelden van ambtenaren die bezig zijn we initiatieven ontplooien en met behulp van de nieuwe hulpmiddelen
met een 2.0-manier van werken, zijn te hun werk op een andere manier invullen. Op die ambtenaren 2.0 komen
vinden op het netwerk Ambtenaar 2.0. we in deel III terug, nu gaan we eerst kijken hoe overheidsorganisaties
Zie lidvandeweek.ambtenaar20.nl kunnen werken aan hun strategie 2.0.

@cheeky_geeky is de Twitter-naam van Mark Drapeau.

136 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Wat betekent web 2.0 voor de huisvesting?
Het woord huis-vesting heeft iets tegenstrijdigs: overheidsgebouwen hebben inderdaad meestal iets van een
vesting, maar ze zijn verre van huiselijk. Deze kenmerken sluiten slecht aan op de kenmerken die werken 2.0
met zich meebrengt: de openheid, het werken in netwerken en uitgaan van de medewerker. Waar kom je uit
als je die kenmerken toepast op onze werkomgeving? Laat ik hieronder wat ideeën uiteenzetten.

De werkplek verandert
De computernetwerken van organisaties zijn over het algemeen opgezet als een fort. Intern heel veilig,
maar contact met buiten wordt gezien als een risico. Ofwel, “Jericho styled security”. Deze muren van Je-
richo zijn niet alleen opgetrokken in de digitale wereld, ook overheidsgebouwen kun je zo karakteriseren.
Alle beveiligingsmaatregelen maken het niet echt gemakkelijk om mensen uit te nodigen of bij collega’s
van andere overheidsorganisaties binnen te lopen.

De maatschappelijke trends wijzen een andere kant op. Door internet en web 2.0 vervagen grenzen tussen
en binnen organisaties, stellen overheden zich opener op naar de samenleving en werken medewerkers
meer buiten het kantoor. De overheid manifesteert zich vaker als facilitator van maatschappelijke proces-
sen en ondersteuner van initiatieven uit de samenleving. Wat voor huisvesting en werkomgeving vragen
deze ontwikkelingen? En welke ondersteuning en voorzieningen vragen deze ambtenaren?

Thuiswerken kan al sinds jaar en dag, al wordt het zelden gestimuleerd. De meeste ambtenaren (behalve
controleurs en dergelijke) zitten nog steeds van negen tot vijf in een kantoorgebouw, in een gang met col-
lega’s van dezelfde afdeling en vaak ook nog op een kamer met een vaste collega. Dat zijn ze nu eenmaal
zo gewend. Er zijn echter ook structurele redenen waarom zo ambtenaren vast zitten aan die ene locatie:

• Efficiënt samenwerken: met twee of meer mensen in eenzelfde ruimte is voor de meeste activiteiten een
efficiënte manier van samenwerken. De nadelen daarvan (de afhankelijkheid van een plaats en een tijdstip,
het daardoor buitensluiten van mensen, de beperking van de mogelijkheid van anderen om deel te nemen)
wegen vaak niet op tegen de voordelen. Maar daar is wel een verschuiving gaande. Steeds meer taken kunnen
efficiënter zonder samen te komen: samenwerken aan een document in een wiki, contact houden met een
verspreid netwerk via Twitter, een brede groep op de hoogte brengen en hun reacties peilen via een blog, et
cetera. Waarom zou je 100% van je tijd op kantoor moeten zijn, als dit niet meer in 100% van de gevallen het
meest efficiënt is? Zeker niet als je de overstap wil maken naar een interactieve en transparante werkwijze;

• Zichtbaar aan het werk: belangrijk is ook dat je zichtbaar aan het werk bent: dat je collega’s zien dat je
hard werkt, maar vooral dat je baas kan zien dat je je uren maakt. Vaak een behoefte van de baas, maar
ook van medewerkers zelf. Zichtbaar aanwezig zijn en achter een computer zitten is geen garantie van
werk (laat staan goed werk) natuurlijk. Als manager 2.0 stuur je op resultaat. Maar er zijn ook andere ma-
nieren om te voorzien in de behoefte om zichtbaar aan het werk te zijn. Daarbij denk ik niet zozeer aan
webcams, maar wel aan Twitter (om regelmatig te melden waar je mee bezig bent), aan MSN Messenger
(zodat anderen weten wanneer je beschikbaar bent), een kort blogje (om te vermelden welke stappen je
hebt gezet) of je bijdragen in een wiki. Open werken vervult ook de behoefte van managers om te weten
waar hun medewerkers mee bezig zijn;

• Gezelligheid en groepsvorming: niet te onderschatten is de noodzaak om elkaar ook daadwerkelijk te


zien en te spreken. Er gaat niets boven samen op een terras zitten of een bakkie doen. Daar is bij Ambte-
naar 2.0 bijvoorbeeld de Open Koffie voor, of onze borrel 2.0. Dat wil niet zeggen dat online contact niet
gezellig kan zijn: je spreekt daar met dezelfde mensen met dezelfde humor. Maar het is niet hetzelfde
als fysieke aanwezigheid natuurlijk. Hoe goed je contact en samenwerking via internet ook is, je moet
altijd zorgen voor regelmatige face time, zoals dat heet. Voor de gezelligheid, voor de moeilijker en
persoonlijker zaken en voor de groepsvorming. Alleen is die groep niet per se gelijk aan de afdeling met
wie je nu je gang deelt.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 137


Je werkplek is mobiel
Je kunt je dus sterk afvragen of het nodig is om 40 uur per week in hetzelfde gebouw aanwezig te zijn. Er
zijn voldoende alternatieven om voor een groot deel van je tijd niet afhankelijk te zijn van die ene locatie.
Dat geeft ruimte om je werk anders te organiseren. Door thuis te werken kun je misschien rustiger werken
en de verdeling tussen werk en vrije tijd gemakkelijker verschuiven: door als avondmens ’s avonds dingen
te doen en ’s ochtends rustig wakker te worden, of door doordeweeks de boodschappen te doen in plaats
van op zaterdagmiddag. Maar behalve thuiswerken kun je ook op andere plekken werken. Je werkplek is
mobiel. Waar kies jij om te werken?

Met een laptop en mobiele internetverbinding kun je overal neerstrijken en toch in contact blijven en sa-
menwerken met je netwerk en collega’s. We hebben geconstateerd dat je voor een groot deel van je tijd
de vrijheid hebt om zelf je werkplek te bepalen. Hoe kun je die vrijheid inzetten om beter en efficiënter
je werk te doen? Een aantal mogelijke locaties:

• Onderweg: in de trein, op een station, in een wegrestaurant, etc., wanneer je onderweg bent naar kan-
toor of naar een afspraak;
• Bij andere collega’s: ga eens bij collega’s van een ander organisatieonderdeel op de gang zitten, of bij
een andere gemeente, provincie of ministerie, als je daar toch al afspraken hebt. Je hoort nieuwe dingen
en ontmoet nieuwe mensen;
• Dicht bij huis: als je specifieke voorzieningen nodig hebt maar ver van je vaste kantoor woont, waarom
ga je dan niet naar een overheidsdienst dichtbij: een gemeente of een lokaal kantoor;
• Centraal gelegen: voor een afspraak met mensen uit verschillende delen van het land kun je een centrale
plek kiezen en daar je locatie van die dag van maken. Dat kan zijn bij een ander overheidsgebouw, maar
er zijn ook steeds meer co-werkplekken, zoals Seats2Meet in Utrecht;
• Aansprekend: gewoon een leuke plek kiezen om te zitten, waar je met plezier werkt. Bijvoorbeeld op
een terras of in een café met wifi. Het is ook een veel leukere plek om mensen te ontmoeten en je hoeft
niemand aan te melden bij de beveiliging.

Mobiel werken maakt het mogelijk om nieuwe contacten aan te gaan, efficiënter met je tijd om te gaan
en plezieriger te werken. En in principe kun je daar nu al mee beginnen. Maar het is nog handiger als een
aantal voorzieningen dan geregeld is:

• Op maat: ofwel de technische voorzieningen die je nodig hebt. Medewerkers moeten binnen een bepaald budget
kunnen kiezen wat ze nodig hebben om het beste hun werk te kunnen doen. Willen ze investeren in een laptop,
een mobiele telefoon, een betere thuiswerkplek?
• Mobiele werkplek: om mobiel te kunnen werken heb je een goede en lichte laptop nodig die altijd toegang heeft
tot internet (always connected);
• Online voorzieningen: mogelijkheden voor contact en samenwerking zijn op internet al veelvuldig aanwezig,
maar er zijn ook betrouwbare en gebruiksvriendelijke voorzieningen nodig vanuit de werkgever/overheid zelf:
toegang tot netwerk en e-mail, maar ook MSN Messenger en laagdrempelige videomogelijkheden, en eigen soci-
ale netwerksites en wiki’s;
• GPS-techniek (+ augmented reality): waar is je collega, waar moet je heen, welke voorzieningen zijn dichtbij?
• Arbo-eisen: thuis en in overheidsgebouwen moet worden gezorgd voor instelbare stoelen en bureaus natuurlijk,
maar ook voor losse toetsenborden, muizen en grote hoge beeldschermen om gemakkelijk de laptop op aan te
sluiten;
• Kosten onderweg: denk bijvoorbeeld aan een trein-/buskaart, maar ook aan kosten voor koffie/thee en even-
tueel printjes. Kunnen er afspraken gemaakt worden met grote aanbieders, bijvoorbeeld LaPlace of Regardz?
Wat zouden de kosten van een dag werken in La Place zijn in vergelijking met de kosten van werkplekken en
gebouw?

Deze voorzieningen zijn over het algemeen nog niet geregeld. Dat hoeft geen belemmering te zijn om wel
nu al zo te gaan werken. Ik gebruik zelf mijn persoonlijke laptop (een netbook), spreek af en toe in een

138 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


café af en betaal dan mijn eigen koffie. Maar om dit als werkwijze in te voeren als organisatie, moeten
bovenstaande zaken wel geregeld worden. Dan investeer je in een open, flexibele, interactieve organisatie
en bespaar je op huisvestingskosten.

Een ministerstoren, ambtenarenclubs, agora-gebouwen en een satellietennetwerk


Tot zover een perspectief op de manier waarop je als ambtenaar 2.0 kan gaan werken. Uitgangspunt daar-
bij is dat we minder gebonden zullen zijn aan één gebouw en daardoor de vrijheid kunnen nemen om zelf
te kiezen waar we werken. Mits daar goede voorzieningen voor worden georganiseerd.

Een visie op huisvesting is niet alleen gebaseerd op de werkwijze van ambtenaren, maar ook op de rol die
de overheid vervult in de samenleving. Die rol bepaalt onze verschijningsvorm als organisatie:

• een open overheid, ook wat betreft gebouwen transparant en toegankelijk;


• een interactieve en responsieve overheid, die onderdeel is van de samenleving;
• de overheid als platform, dus als ondersteuner en facilitator van maatschappelijke processen.

Als ik bovenstaande ideeën afweeg, ontstaan enkele beelden. Ik heb ze een prikkelende naam meegegeven:

• Satellietennetwerk: Nederland staat vol met overheidsgebouwen: van gemeenten en provincies, maar
ook van de uitvoerende diensten en inspecties van ministeries. Elk van deze gebouwen biedt een werk-
plek, vergadermogelijkheden en voorzieningen, maar niet voor mij. Waarom gebruiken we dit enorme
potentieel niet efficiënter? Een dicht netwerk van toegankelijke gebouwen verspreid over Nederland zou
mij de mogelijkheid bieden om te werken waar ik ben, afspraken te maken waar het handig is en bijeen-
komsten te organiseren (bijvoorbeeld een Open Koffie) waar de meeste mensen zijn. Gewoon een werk-
plek waar ik met mijn laptop plaats kan nemen, een gelegenheid om even snel af te spreken en grotere
ruimten met voldoende voorzieningen om gemakkelijk groepen mensen bij elkaar te brengen. Van groot
tot klein. De kosten kunnen onderling tussen de organisaties worden verrekend;

• Agora-gebouwen: Zo’n werkwijze vraagt om gebouwen die gedeeltelijk openbaar zijn. Geen “muur van
Jericho” eromheen, met bewaking bij de ingang, maar gebouwen die half open, half gesloten zijn, met
de bewaking ertussenin. Het openbare gedeelte is een agora met diverse voorzieningen, mogelijkheden
om te werken en om te ontmoeten, een plaats waar ambtenaren en burgers kunnen afspreken zonder
al te hoge drempels. In het besloten gedeelte kan dan meer gefocust worden op beveiliging. Eventueel
kunnen de openbare ruimtes en voorzieningen ook beschikbaar worden gesteld aan lokale verenigingen
en initiatieven. Denk ook aan hoe de grote stations zich de laatste jaren hebben ontwikkeld met winkels
en horeca. Overweeg samenwerking met bedrijven als de Coffee Company om de aantrekkelijkheid van
de gebouwen te vergroten;

• Ambtenarenclubs: Als je rustig wil werken ga je thuis zitten en als je met mensen wil afspreken kies je
een handige locatie. Maar je wil ook nog af en toe je collega’s tegenkomen. Gewoon toevallig. Om bij te
praten, nieuwe dingen te horen, de vinger aan de pols te houden in de groep. Met “ambtenarenclub” be-
doel ik niet dat er besloten achterkamertjes gecreëerd moeten worden, maar wel dat locaties waar amb-
tenaren werken meer mogelijkheden moeten bieden voor sociale interactie. De functie van het kantoor
moet verschuiven van werkplaats naar ontmoetingsplaats. Behalve werkplekken en vergaderzalen (die
deels in het “agora”-gedeelte te vinden zullen zijn) zijn er plekken nodig waar toevallige ontmoetingen
en uitwisseling plaats kan vinden. De koffieautomaat alleen is niet meer voldoende, ook een biljart- of
tafeltennistafel, een uitzichtpunt en tentoonstellingsruimten kunnen daar toe dienen;

• Ministerstoren: Door verschuivingen in werkplek en werktijd kunnen we met aanzienlijk minder werk-
plekken toe in de toekomst, met name bij de ministeries. De vraag is zelfs of bij een dergelijke taakver-
deling een gebouwindeling naar ministerie logisch is. Op dit moment worden al gebouwen gebundeld,
evenals voorzieningen en bedrijfsvoeringsfuncties (net als bij veel gemeenten). Met een lokaal netwerk

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 139


aan overheidsgebouwen, met ambtenaren die hun werkplek van die dag kiezen op basis van het werk van
die dag, en met gebouwen die ook een maatschappelijke en een meer sociale functie vervullen, zijn grote
gebouwen per ministerie ook minder nodig. Dat biedt ook de mogelijkheid voor ministers om als team
dichter bij elkaar te zitten. De ambtelijke ondersteuning is immers beschikbaar en bereikbaar via diverse
multimediale voorzieningen.

Tot zover mijn schets van hoe de huisvesting en werkomgeving van ambtenaren 2.0 eruit ziet als ik de
beschreven ontwikkelingen doortrek naar de toekomst. Met de beelden hierboven kunnen we nu al aan de
slag. Zo is het project Ambtenaar voor de Toekomst al bezig met het maken van een kaart van alle (rijks)
overheidsgebouwen in Nederland en met het creëren van “hubs”, waar mensen kunnen samenwerken rond
maatschappelijke thema’s. Maar als ambtenaar kun je ook zelf alvast op die manier gaan werken. De mid-
delen en mogelijkheden zijn er, nu de mentaliteit nog.

140 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Deel II. Bouwen aan organisatie 2.0

Direct de actiepunten voor een overheidsorganisatie 2.0 lezen?


Ga dan naar pagina 149.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 141


Hoofdstuk 5. De drie werelden van overheid 2.0
Gesprekken. Tussen mensen. Online
In 1999 werd het ‘Cluetrain Manifesto’ geschreven door onder andere
David Weinberger, ook de schrijver van ‘Everything is miscellaneous’.
In 95 stellingen zetten zij uiteen wat de impact van internet zal zijn
op de economie (de samenleving) en op organisaties. De eerste stelling
luidt: “Markets are conversations.” Conversaties, interacties, gesprek-
ken, dat is waar het om draait.

Clay Shirky onderschrijft dat uitgangspunt in zijn boek ‘Here comes


everybody’ (zie Hoofdstuk 3). Mensen zijn sociale wezens en communi-
catie is een belangrijk aspect van hoe we die sociale interactie invul-
len. Gesprekken leiden tot de uitwisseling van kennis en ideeën en tot
samenwerking om gezamenlijk iets te bereiken. En internet maakt deze
gesprekken gemakkelijker dan ooit.

Internet is een platform voor gesprekken


Internet kan worden gezien als een enorme verzameling van gesprek-
ken. In heel abstracte vorm is eigenlijk elke link op een internetpagina
een interactie met een andere internetpagina. Google telt al die ver-
bindingen, zodat ze hun zoekresultaten kunnen verbeteren. Elke link is
immers door iemand aangebracht en vertelt iets over de pagina daar-
achter.

Maar internet is ook letterlijk een platform voor gesprekken. E-mail-


conversaties zijn natuurlijk een duidelijk voorbeeld, maar ook discus-
sies op forums, in weblogs (en eventuele reacties daarop), op Twitter,
alle gesprekken die worden gevoerd en verbindingen die worden gelegd
op netwerksites als Hyves en LinkedIn, filmpjes op YouTube, wiki’s,
etc. Internet is één grote conversatie.

Deze gesprekken gaan over alle onderwerpen waar mensen interesse in


hebben. Over de meerwaarde van sommige van die gesprekken kun je
een mening hebben, maar blijkbaar was die meerwaarde er op dat mo-
ment voor die personen. Of je zelf wil deelnemen aan zo’n discussie, is
je eigen keuze. Maar dàt die gesprekken plaatsvinden is een gegeven.

Gesprekken zijn de basis voor kennisuitwisseling,


samenwerking en processen
Gesprekken op internet kunnen allerlei vormen hebben: gesprekken
De tien punten van de zoals bij de koffieautomaat, maar ook vergaderingen. Gesprekken om
BurgerServiceCode gezamenlijk iets te organiseren noemen we samenwerking. Heeft de
1. Keuzevrijheid contactkanaal samenwerking een duidelijke richting, dan heet het een proces. Groe-
2. Vindbare overheidsproducten pen mensen (bijvoorbeeld organisaties) stemmen hun werkzaamheden
3. Begrijpelijke voorzieningen af door middel van gesprekken, en wel in drie vormen:
4. Persoonlijke informatieservice
5. Gemakkelijke dienstverlening • kennisuitwisseling: zelfs vrijblijvende gesprekken zijn een vorm van
6. Transparante werkwijzen kennisuitwisseling. Elke interactie bevat informatie en kennis. Niet
7. Digitale betrouwbaarheid alleen de inhoud van het gesprek, maar ook tijd en plaats, de vorm,
8. Ontvankelijk bestuur wie de gesprekspartners waren, etc. Uit gesprekken kun je iets leren
9. Verantwoordelijk beheer over meningen, over omstandigheden, over betrokkenen en netwer-
10. Actieve betrokkenheid ken. Alles begint met een gesprek;
Meer informatie op www.burgerlink.nl • samenwerking: als uit gesprekken en de uitwisseling van kennis en

142 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


ideeën blijkt dat er een aanleiding is om gezamenlijk iets te organise-
ren, dan worden activiteiten afgestemd om te komen tot samenwer-
king. Om een doel te bereiken worden de juiste personen betrokken
en afspraken gemaakt over taakverdeling;
• processen: veel samenwerking is vastgelegd in processen, waarbij
min of meer is bepaald welke stappen genomen moeten worden, hoe
die genomen moeten worden en met wie. Deze processen zijn gericht
op een specifiek einddoel of concreet product. Maar ook deze sa-
menwerking bestaat uit (deels van tevoren afgesproken) interacties,
transacties en gesprekken.

Gesprekken, tussen mensen, dat is waar de samenleving en organisaties


uit zijn opgebouwd.

Waarom ga ik hier zo uitgebreid op in? Een semantische discussie, kun


je zeggen. Maar we moeten terug naar de basis van menselijke omgang
om de maatschappelijke en organisatorische veranderingen die plaats-
vinden door internet goed te begrijpen. Internet verandert de aard van
gesprekken op een fundamentele manier. En als we daar als overheid
bij aan willen sluiten, dan moeten we beginnen bij het begin.

De relatie tussen overheid en samenleving op internet


Een betere en efficiëntere overheid moet zich richten op het verbete-
ren van gesprekken en het efficiënter maken van samenwerking en daar
de juiste mensen en de juiste instrumenten voor zoeken. Meer en meer
zal dat gebeuren via internet: online gesprekken, online samenwerking
en online processen, over grenzen van organisaties heen.

Hoewel grenzen op internet lastig te trekken zijn en steeds transparan-


ter worden, helpt het de discussie als er af en toe duidelijk onderscheid
Het artikel van John Geraci is te lezen op wordt gemaakt tussen overheid en samenleving. John Geraci, werk-
http://twurl.nl/m561gt zaam bij de Amerikaanse uitgeverij O’Reilly, benoemt op die manier
vier gebieden waar interactie plaatsvindt. In zijn woorden:

• Government to Citizen (G2C): overheidsinformatie toegankelijk maken


voor de samenleving;
• Citizen to Government (C2G): mogelijkheden aanbieden voor burgers
om “terug te praten”;
• Citizen to Citizen (C2C): platformen voor burgers om onderling informa-
tie uit te wisselen en samen te werken;
• Government to Government (G2G): gegevens en informatie uitwisselen
tussen overheidsorganisaties.

Een heldere indeling natuurlijk, maar toch wat te beperkt om onze


aanpak als overheid in deze nieuwe omstandigheden goed te richten.
Mark Drapeau, onderzoeker bij de universiteit van het Amerikaanse mi-
nisterie van Defensie (DoD), beschrijft ook een model en onderscheidt
daarbij de richting van de interactie vanuit en binnen de overheid (zie
ook Hoofdstuk 4):

• Inward sharing: het delen van informatie binnen het ministerie, zowel
operationele kennis en informatie als bedrijfsvoering en samenwerking;
• Outward sharing: het delen van informatie met andere organisaties
en personen (het ecosysteem van een organisatie), bijvoorbeeld an-

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 143


dere overheidsorganen en -lagen, politie, relevante bedrijven en
maatschappelijke organisaties of invloedrijke personen;
• Inbound sharing: het verzamelen van inbreng van burgers, bijvoor-
beeld het peilen van actuele meningen over onderwerpen, stemmin-
gen houden of crowdsourcing inzetten (kennis of ideeën van burgers
gebruiken);
• Outbound sharing: het communiceren met burgers en ze van informa-
tie voorzien, bijvoorbeeld het inzetten van multimedia om kennis en
informatie te delen of data online zetten om andere partijen vooruit
te helpen.

De blik van Drapeau is meer dan die van Geraci vanuit een overheids-
instantie, maar ook in deze indeling mis ik iets. Overheidsinstanties
lijken van buiten soms op burchten. Voor burgers lijken ze gesloten
organisaties. In geval van een ministerie van Defensie is dat misschien
nog wel logisch, maar voor gemeenten, provincies, waterschappen en
de meeste andere ministeries is dat minder van toepassing. Die organi-
saties zouden veel opener kunnen werken.

“Transparancy is the new Tegenstelling tussen overheid en samenleving?


objectivity” Vanuit de samenleving wordt vaak naar de overheid gekeken als één
David Weinberger illustreert het verschil blok. In werkelijkheid bestaat de overheid natuurlijk uit een veelheid
tussen het papieren en het hyperlinked aan organisaties. En belangrijker nog: die organisaties bestaan weer
tijdperk aan de hand van een vraag aan gewoon uit mensen. Contact met “de overheid” betekent uiteindelijk
een journalist. Weinberger vroeg hem dat je contact hebt met één of meerdere ambtenaren. Gewone mensen
welke kandidaat hij steunde voor de met wie je een gesprek kunt voeren.
presidentsverkiezingen. Zijn antwoord
kwam neer op: “Als ik je dat vertel, hoe Geraci en Drapeau schetsen twee blokken, “overheid” en “samenle-
kun je dan vertrouwen wat ik schrijf?”, ving”, en trekken pijlen met informatiestromen daartussen. Waarom
waarop Weinberger de tegenvraag stelde: toch steeds de nadruk op die scheiding? Daar zijn natuurlijk redenen
“Als je dat niet vertelt, hoe kan ik dan voor. De hiërarchische en intern gerichte cultuur en de focus van over-
vertrouwen wat je schrijft?”. De heidsorganisaties op hun politieke ambtsdragers is daar deels debet
transparantie om te vermelden vanuit aan. En minstens zo belangrijk is dat onze gebouwen en ICT-inrichting
welk standpunt je schrijft geeft de lezer samenwerking buiten de eigen organisatie belemmeren. Ambtenaren
de mogelijkheid om te compenseren voor zitten als het ware opgesloten.
de vooringenomenheid van een schrijver
of journalist. Ofwel: transparantie is de Gebouwen kun je verlaten, om de samenleving in te gaan en met ie-
nieuwe objectiviteit. mand af te spreken. Je kunt mensen uitnodigen om in een overheids-
gebouw op bezoek te komen. Je moet er wat moeite voor doen, maar
het kan allemaal wel. Dat kan met de ICT-omgeving van een organisatie
meestal niet, althans tot voor kort. Internet biedt nu de mogelijkheid
om via digitale middelen in gesprek te komen met mensen van buiten
je organisatie. Een nieuw speelveld ligt open.

Drie online werelden voor gesprekken en samenwerking


Contacten tussen samenleving en overheid, tussen burgers en ambte-
naren, zijn er altijd al geweest. Daar is niets vreemds aan. Dagelijks
vinden heel veel gesprekken (meestal offline) plaats tussen burgers en
ambtenaren: gemeenteambtenaren gaan de wijk in, beleidsambtena-
ren werken samen met vertegenwoordigers van organisaties en bedrij-
ven, mensen aan loketten beantwoorden vragen en ga zo maar door. Er
zijn loketten en postbussen, er zijn participatieprocessen (inspraak) en
samenwerkingsverbanden, borrels en feestelijkheden, etc., etc.

144 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Geraci en Drapeau beschrijven dit speelveld in de vorm van informatie-
stromen tussen overheid en samenleving, danwel binnen de overheid en
in de samenleving (op internet). Daarmee benadrukken ze in wezen de
tegenstelling daartussen, de tegenstelling tussen burgers en ambtena-
ren. Ik denk dat dat onnodig is, zo niet ongewenst.

Ik denk dat we moeten kijken waar gesprekken plaatsvinden en die


ondersteunen.

Vanuit de overheid bezien vinden die gesprekken plaats in drie online


werelden, drie verzamelingen van platformen:

• In de samenleving: Internet is het participatieplatform voor gesprek-


ken tussen burgers. Mensen praten met elkaar, werken online samen
en maken gebruik van processen en transacties via internet. Van dis-
Slechte Dekking is een initiatief van Jaap cussieforums over files en samenwerking om mobiele dekking in kaart
Stronks om gaten in de dekkingsgebieden te brengen tot bijvoorbeeld banktransacties;
van mobiele-telefoonaanbieders in kaart te • Voor de overheid: Om de taken van de overheid te vervullen vinden
brengen. Gebruikers kunnen de locaties ook allerlei gesprekken plaats: kennisuitwisseling, samenwerking en
waar ze geen bereik hebben aan Google processen binnen overheden, tussen overheden en met externe par-
Maps toevoegen. De kaarten worden tijen en personen die betrokken zijn. Al die partijen vervullen een rol
vervolgens getoond op de site. in het laten functioneren van de overheid;
Zie www.slechtedekking.nl • In participatie: Door internet is het gemakkelijker geworden om over-
heidstaken in samenwerking met burgers en maatschappelijke organi-
saties op te pakken. Het agenderen van onderwerpen, het uitwisselen
van ideeën en het betrekken van kennis uit de samenleving bieden
mogelijkheden voor de overheid om beter en efficiënter te gaan wer-
ken.

Het gaat niet om het benadrukken van het verschil en de afstand tussen
overheid en samenleving. De uitdaging zit juist in het ondersteunen van
de interactie daartussen. In elk van de drie online werelden hebben
ambtenaren en overheidsorganisaties een rol te vervullen. Om te luis-
teren, deel te nemen aan het gesprek, mee te werken aan wat wordt
gecreëerd of om juist een platform te bieden om deze gesprekken en
samenwerkingen te ondersteunen.

Hoe zien die drie werelden eruit?


De komende tijd zullen overheidsorganisaties die participatieve rol in
moeten gaan vullen en er actie op moeten gaan ontplooien. Maar voor
ik dieper in ga op de nieuwe rol van de overheid in de drie online
werelden, zal ik eerst beschrijven hoe deze werelden er nu uit zien.
Welke platformen zijn er die mensen bij elkaar brengen en gesprek-
ken mogelijk maken? In de samenleving, binnen de overheid en voor
participatie?

Een platform is alles wat binnen die drie online werelden het gesprek
tussen mensen ondersteunt en stimuleert. Het is een plat vlak met zo
min mogelijk belemmeringen voor interactie en zoveel mogelijk ma-
nieren om tot nieuwe verbindingen te komen. Een platform kan allerlei
vormen aannemen, als het maar aan die voorwaarde voldoet.

Daar waar gesprekken plaatsvinden is een platform dat die gesprekken


ondersteunt.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 145


Woordenboek: Rss is de standaard 1. De online wereld van burgers: internet
waarmee een site de tekst van een artikel Voor gesprekken en samenwerking tussen burgers is internet het super-
(bijv. titel en samenvatting) zonder platform. Internet is vrij toegankelijk, er zijn enorm veel mogelijkhe-
opmaak beschikbaar stelt voor anderen. den om gesprekken aan te gaan en iedereen kan daar iets ondernemen:
open, sociaal en de gebruiker staat centraal (de 2.0-kenmerken). Dat
Woordenboek: Embedden is het alles met dank aan een groot aantal sites, bedrijven en instellingen
integreren van informatie of een applicatie die deze mogelijkheden aanbieden. In diverse vormen, keuze te over.
(widget) van de ene site in een andere site, Internet maakt veel nieuwe verbindingen en gesprekken mogelijk.
bijv. een YouTube-filmpje in een weblog.
De kracht van internet is dat de verschillende sites en platformen die
Woordenboek: Een widget is een worden gebouwd met elkaar in verbinding staan. Dat kan zijn sim-
bouwblok met informatie of een applicatie pelweg via links (hypertekst), maar ook via open standaarden (zoals
dat kan worden geïntegreerd in een andere rss), via mash-ups (bijvoorbeeld het embedden van Google Maps), via
site (embedden). widgets en andere modules (zie hoe Netvibes en iGoogle werken), via
gezamenlijke logins (zoals OpenID en Facebook Connect) en ga zo maar
Woordenboek: Virtuele teams zijn door. Al die verbindingen versterken de platformfunctie en maakt uit-
projectgroepen met mensen uit wisseling gemakkelijker.
verschillende organisaties of afdelingen die
in een online werkomgeving gezamenlijk Deze ontwikkeling is voor internetgebruikers niet altijd even zichtbaar,
aan een taak werken. maar het is steeds gemakkelijker om bij elkaar te komen en het gesprek
aan te gaan. Of je een blog start op een platform als Hyves of gebruik
maakt van een aparte site als WordPress, het maakt niet uit. Beide bie-
den rss, de mogelijkheid YouTube-filmpjes te embedden en reactiemo-
gelijkheden. Met een paar keer klikken zet je je verhaal op internet. Het
Om jezelf bekend te maken bij een site online gesprek wordt steeds laagdrempeliger.
maak je een account aan, waarmee je
vervolgens inlogt. Elke internetgebruiker • Meer over de internetprincipes in Hoofdstuk 6.
verzamelt zo een veelheid aan loginnamen
en wachtwoorden. Heel onhandig. Om dat 2. D
 e online wereld voor de overheid ligt grotendeels
te beperken is een onafhankelijk initiatief braak
gestart (OpenID) om met één account Op internet zijn voldoende sites en platformen om aan de slag te gaan,
meerdere sites te kunnen benaderen. Soms maar voor de interne wereld van de overheid is het minder gemakkelijk om
is het ook mogelijk om op een site in te online in contact te komen en gebruik te maken van samenwerkvoorzienin-
loggen met de account van een andere gen. Elke organisatie heeft een eigen intranet (of meerdere), maar vaak
site, bijv. Facebook of Twitter. Die site bieden deze niet de mogelijkheid om met een aantal mensen bij elkaar te
heeft dan de rol van sleutelbewaarder. komen, het gesprek aan te gaan en iets op poten te gaan zetten.

Binnen de rijksoverheid is een zogenaamd Rijksweb ingericht (dit wordt


spoedig vervangen door de Digitale Werkplek Rijk, DWR), inclusief de
mogelijkheid om mensen van buiten uit te nodigen. Maar het aantal
De Ideeëncentrale is een initiatief van de belemmeringen om hiermee aan de slag te gaan is enorm (voor een van
gemeenten Dordrecht, Zwolle, Oss, buiten toegankelijke werkgroep moet zelfs betaald worden). Het richt
Rotterdam en het Ministerie van zich vooral op het uitwisselen van documenten, niet op het voeren van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. gesprekken of co-creatie.
Ambtenaren van de deelnemende
organisaties kunnen er ideeën plaatsen en Voor gesprekken en samenwerking binnen de overheid en met partners
uitwisselen. Zie www.ideeencentrale.nl (virtuele teams) bestaat er geen platform en zijn er nauwelijks voor-
zieningen. De Ideeëncentrale is weliswaar een platform om ideeën uit
Neemtiniatief is opgezet door het project te wisselen tussen enkele gemeenten en het ministerie van BZK, maar
Ambtenaar voor de Toekomst. Ambtenaren verder helaas gesloten. Een site als Neemtinitiatief.nl heeft wel een
kunnen hier initiatieven en ideeën dergelijke platformfunctie en brengt initiatiefnemers uit de hele over-
plaatsen, waarna anderen kunnen reageren heid bij elkaar om ideeën uit te wisselen.
of hun steun aan kunnen bieden.
Zie www.neemtinitiatief.nl • Meer over de organisatieprincipes in Hoofdstuk 7.

146 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


3. Een online wereld voor participatie bouwen
Platformen voor gesprekken en samenwerking hebben op internet een enor-
me vlucht genomen. Tegelijkertijd is te zien dat de overheid sterk achter-
loopt om die voordelen en mogelijkheden intern goed in te zetten om beter
en efficiënter te gaan werken. Het is zo goed als onmogelijk om binnen de
overheid online een groep te vormen en een gesprek of samenwerking te be-
ginnen met een paar collega’s en/of partners. Even snel een gesprek bij een
virtuele koffieautomaat of in een online vergaderzaaltje is er niet bij.

Eenzelfde achterstand ontstaat nu bij de inzet van internet om het po-


tentieel van de samenleving te benutten. Hoe start je als ambtenaar een
online community rond je beleidsthema? Is er een platform om gemak-
kelijk een beleidstraject inzichtelijk te maken en mensen daarbij te be-
trekken? Hoe zet je een ideeënbus op om oplossingen te crowdsourcen
voor een maatschappelijk probleem? Waar maak je documenten of data
beschikbaar voor de samenleving?

Overheid 2.0 is een site van het ministerie Een paar prille voorbeelden zijn al te noemen. De mogelijkheden van de in-
van BZK waar ambtenaren projectsites ternetconsultaties rond wetgeving zijn zeer beperkt, maar het is een begin.
kunnen maken voor samenwerking in Vanuit BZK is de site Overheid 2.0 opgezet, met de mogelijkheid voor amb-
groepen. De sites beschikken over rss, blogs tenaren om groepen te openen. Ook is er particulier initiatief op dit gebied,
en wiki’s. Zie www.overheid20.nl zoals Overheidswidgets.nl, Verbeterdebuurt.nl en Jij en de overheid. Het
zijn allemaal platformen voor laagdrempeliger contact tussen maatschap-
OverheidsWidgets is het pij en overheid, tussen burgers en ambtenaren, maar er is op dit gebied nog
samenwerkingsplatform voor overheden om een lange weg te gaan.
informatie via internet aan te bieden,
herbruikbaar en in diverse vormen. • Meer over de participatieprincipes in Hoofdstuk 8.
Zie www.overheidswidgets.nl
Samenvatting
Jijendeoverheid wil informatie over Internet biedt enorm veel mogelijkheden om als overheid interactiever en
politiek en openbaar bestuur op alle efficiënter te gaan werken: door deel te nemen aan wat er gebeurt in de sa-
niveaus op een simpele en open manier te menleving, voor interne samenwerking en voor het betrekken van burgers bij
presenteren aan burgers in de vorm van de taken van de overheid. Op dit moment wordt die rol maar zeer spaarzaam
een portal. Zie www.jijendeoverheid.nl ingevuld, elk van die drie gebieden. De overheid van de 21e eeuw moet daar
invulling aan gaan geven. De overheid van deze eeuw is een overheid 2.0.

Voordat ik daar mee verder ga, maak ik even een pas op de plaats om mijn
verhaal tot op heden op een rij te zetten. Een puntsgewijze samenvatting:
• Gesprekken zijn de basis voor menselijke interactie en door internet veran-
dert dit fundamenteel;
• Gesprekken kunnen de vorm aannemen van kennisuitwisseling, samenwer-
king of gerichte processen;
• Daar waar gesprekken plaatsvinden is een platform dat gesprekken onder-
steunt.
• Vanuit de overheid bezien zijn er drie online werelden waar gesprekken
plaatsvinden en waar de overheid een rol in heeft;
• Internet is het platform voor gesprekken in de samenleving en de overheid
participeert daarin;
• Efficiëntere samenwerking binnen de overheid en met partners wordt be-
lemmerd door gebrek aan goede platformen;
• Participatie: mogelijkheden om burgers te laten participeren en het poten-
tieel van burgers in te zetten;
• De overheid heeft behoefte aan een strategie om op deze drie gebie-
den als een overheid 2.0 te gaan werken.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 147


Wat betekent web 2.0 voor de inspecties?
Albert Meijer (Universiteit Utrecht) en Vincent Homburg (Erasmus Universiteit Rotterdam) hebben het boek
‘Op weg naar Toezicht 2.0’ geschreven (2007). Aan de hand van enkele voorbeelden in binnen- en buiten-
land hebben ze geprobeerd in kaart te brengen wat het resultaat is van transparantie bij de inspecties.
Wat voor gevolgen heeft de openbaarmaking van inspectiegegevens gehad in Nederland, Denemarken en
Groot-Brittannië?

Ze hebben onderzoek gedaan bij de volgende organisaties:

• De Nederlandse Arbeidsinspectie zet inspectierapporten van bedrijven op internet;


• De Deense voedselinspectie zet onderzoeksgegevens online en maakt de informatie inzichtelijk door ge-
bruik te maken van smileys. Deze smileys zijn ook te vinden op kaarten in restaurants en winkels;
• De Limburgse milieudienst heeft een Klachten Top Tien en toont klachten over overlast op een Milieukaart
waar burgers op postcode in kunnen zoeken;
• Het Britse Environmental Agency brengt een rapport uit en publiceert scores van bedrijven op het gebied
van milieu en vervuiling.

De organisaties die Meijer en Homburg beschrijven, hebben een flinke stap gemaakt door hun inspectiege-
gevens op internet te zetten en hun organisaties erop in te richten om kwalitatief hoogstaande en actuele
informatie te kunnen bieden. Maar uiteindelijk is dit toezicht 1.0, zo concluderen zij: de informatie wordt
weliswaar online gezet, maar er wordt geen gebruik gemaakt van 2.0-mogelijkheden. De gegevens zijn
moeilijk te verspreiden en er zijn geen interactiemogelijkheden.

Daarom voegen de onderzoekers een aantal aanbevelingen toe voor toezichthoudende organisaties, bij-
voorbeeld om te werken vanuit een rijker beeld van de burger:
• Zet burgers in bij het signaleren van misstanden (bijvoorbeeld de bezoekers van restaurants);
• Stimuleer burgers om hun mening kenbaar te maken aan bedrijven of instellingen die minder goed scoren;
• Vul je rol in als informatiemakelaar, bijvoorbeeld door informatie in een open format aan te bieden aan
andere partijen (zoals omgevingsinformatie aan Funda.nl of horecagegevens aan Iens.nl);
• Maak het mogelijk voor burgers om ook te reageren op het werk van de toezichthouder zelf.

En een aantal aanbevelingen over de aanpak:


• Onderken de diversiteit aan burgers: er is een strategie nodig om verschillende doelgroepen te bereiken
via meerdere media dan alleen internet;
• Beschouw transparantie als een element in een mix van toezichtsinstrumenten: openbaarmaking van
gegevens kan helpen om je doel te bereiken;
• Maak procedures openbaar: maak inzichtelijk welke methodes, termijnen en beoordelingen de toezicht-
houder gebruikt;
• Breng verschillende lagen van transparantie aan, bijvoorbeeld de overzichtelijke smileys uit Denemarken
waarbij kan worden doorgeklikt naar uitgebreidere gegevens.

Burgers en inspectie hebben een gezamenlijk belang in goede en veilige producten en diensten. Die poten-
tiële samenwerking wordt door toezichthouders nog te weinig onderschreven. De belofte die in het boek
wordt voorgehouden om met minder controleurs een betere toezichtrol in te kunnen vullen ligt nog ver in
de toekomst. De aanbevelingen zijn een goede opmaat voor de inspectiediensten om te komen met hun
strategie voor toezicht 2.0. Daar is een wereld te winnen.

148 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


In de komende drie hoofdstukken worden 30 actiepunten gepresenteerd om te werken aan een
overheidsorganisatie 2.0. Bij deze actiepunten staan verschillende ideeën genoemd om praktisch mee
aan de slag te gaan. Maar er zijn nog meer ideeën te verzinnen. Mis je jouw idee in de opsomming,
voeg dan een reactie toe op actiepunten.ambtenaar20.nl

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 149


Hoofdstuk 6. De overheid participeert op internet
De overheid heeft behoefte aan een strategie om in de drie werelden
als een overheid 2.0 te gaan werken. Op die strategie wil ik nu verder
ingaan. In de komende drie hoofdstukken zal ik toewerken naar drie
lijsten met actiepunten voor overheidsorganisaties om daadwerkelijk
aan de slag te gaan met 2.0: om actief aanwezig te zijn in de online
samenleving, om zelf als organisatie 2.0 te opereren en om mensen te
betrekken bij de taken van de overheid.

Participeren in gesprekken in de samenleving


Gesprekken en samenwerking zijn mensen eigen. De samenleving is eruit
opgebouwd. In de samenleving zit de dynamiek: sociaal, economisch,
politiek, etc. De overheid heeft daar een rol in te vervullen. Soms is die
rol stimulerend, soms beperkend, soms alleen toeschouwend en soms
faciliterend. Om deze rol te vervullen hebben overheden diverse mid-
delen tot hun beschikking, zoals subsidies en wetten, maar ook kennis,
agendering, begeleiding, besluitvorming en andere ondersteuning.

Eenzelfde rol hebben overheidsorganisaties te vervullen in de online sa-


menleving. Ook daar is Nederlandse wetgeving (bijvoorbeeld tegen stalken
of rond privacy) van toepassing en speuren digitale rechercheurs naar over-
Digitale Pioniers is een stimulerings­regeling treders. De regels en de praktijk van handhaving worden aangepast aan de
van het ministerie van OCW om innovatieve werking en de cultuur van het web. Zo zet de politie sociale netwerksites
maatschappelijke internet­initiatieven te in om burgers bij onderzoeken te betrekken (met name YouTube) en wordt
ondersteunen. internet afgezocht naar tips en bewijsvoering (bijvoorbeeld op Hyves).
Zie www.digitalepioniers.nl
Aan politie 2.0 wordt hard gewerkt, net als aan wetgeving en handhaving
Digivaardig & Digibewust is een initiatief rond privacy of auteursrecht op internet, maar de stimulerende en faci-
van overheid, bedrijfsleven en instellingen literende rol van de overheid wordt nog maar beperkt ingevuld. Er zijn
om te stimuleren dat meer mensen gebruik weliswaar subsidies voor goede ideeën (bijvoorbeeld Digitale Pioniers),
kunnen maken van digitale voorzieningen campagnes voor digivaardigheid (door ECP-EPN) en een beleidstraject
op een veilige manier. voor mediawijsheid (vanuit het ministerie van OCW), maar welke over-
Zie www.digivaardigdigibewust.nl heidsorganisaties zijn nu zelf actief in de online samenleving?

Luisteren, deelnemen en mogelijk maken


Op internet zijn doorlopend gesprekken bezig en communities actief. Over-
heidsorganisaties kunnen gebruik maken van de informatie en de menin-
gen die daar worden gedeeld. Mensen kunnen elkaar via internet vinden en
zich organiseren rondom jouw werkterrein. Dat kan je werk ondersteunen
of juist tegenwerken. Hoe kun je die betrokkenheid van mensen gebruiken
in je voordeel, en tegelijkertijd voorkomen dat het werkt in je nadeel?
Waarin moet je investeren en waar moet je beginnen?

De overheid heeft vanuit een 2.0-perspectief drie rollen in deze maat-


schappelijke discussies:

• luisteren: waarover wordt gesproken en wat kan daaruit worden ge-


leerd? Je kunt meeluisteren bij specifieke gesprekken of geaggregeer-
de informatie filteren uit gesprekken in de hele samenleving. Daarbij
gaat het niet alleen om de inhoud van de gesprekken, maar ook over
waar ze plaatsvinden en wie bepalende sprekers zijn rond een onder-
werp (bloggers bijvoorbeeld);

150 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


• deelnemen: er zijn momenten om ook deel te nemen aan gesprekken,
bijvoorbeeld als je wordt aangesproken of als er een relevante discus-
sie bezig is. Ambtenaren moeten daarbij ondersteund worden en er
de ruimte voor krijgen. Op deze manier vervult de overheid zichtbaar
haar rol in de (online) samenleving;
• faciliteren: overheidsorganisaties kunnen online gesprekken, discus-
sies en samenwerking ook faciliteren. Dat kan door er een platform
voor aan te bieden (zoals Guus.net), door een bestaand platform te
Guus.net is opgezet door het ministerie van ondersteunen (bijvoorbeeld met aandacht en betrokkenheid of door
LNV als platform voor kennisuit­wisseling op kennis en informatie in te brengen) of zelfs door het initiatief te ne-
het platteland. Meer over Guus.net is te men tot een discussie.
vinden in het eerste boek Ambtenaar 2.0.
Zie www.guus.net Om deze rollen in de gesprekken, samenwerking en processen op inter-
net te gaan vervullen kunnen overheidsorganisaties van start gaan met
de volgende actiepunten:

De tien internetprincipes voor


overheidsorganisatie 2.0
1. Breng in beeld waar gesprekken plaatsvinden
2. Wees aanwezig op drukke plekken
3. Vertrouw je medewerkers
4. Begeleid medewerkers online
5. Zorg voor goede voorzieningen
6. Investeer in online platformen
7. Zoek problemen op
8. Stel vragen en initieer gesprekken
9. Wees menselijk
10. Analyseer online data

Hieronder worden deze punten verder uitgewerkt.

1. Breng in beeld waar gesprekken plaatsvinden


Overal op internet komen mensen samen om te praten over onder-
werpen waarmee overheden ook actief zijn. Als je wil meeluisteren of
deelnemen aan die gesprekken of samenwerking, dan moeten die plaat-
sen wel eerst gevonden worden. Waar gebeurt het? Wat zijn relevante
ontwikkelingen? Wie zijn daarin actief? Het landschap is voortdurend in
beweging en vraagt om constante aandacht.

“It’s not information overload, but • Laat informatiespecialisten een overzicht creëren van discussies,
filter failure” groepen, forums, etc. op internet die relevant zijn voor de eigen over-
Clay Shirky plaatst het probleem van heidsorganisatie en maak dit overzicht ook op internet beschikbaar;
informatie-overload in perspectief: “If you • Stel zoekprofielen in om gesprekken en groepen in beeld te brengen
have the same problem for a long time, op diverse platformen. Snel op de hoogte zijn is een voorwaarde om
maybe it’s not a problem. Maybe it’s a tijdig te kunnen reageren;
fact. That’s information overload. Talking • Breng ook in kaart wie op een onderwerp actief zijn en de aandacht
about it and especially talking about it as if krijgen. Zij zijn de knooppunten in de online netwerken met wie
it explains or excuses anything is actually a eventueel samengewerkt kan worden.
distraction. We’ve had information
over­load in some form or other since the 15 2. Wees aanwezig op drukke plekken
hundreds, what changes now is that the Ambtenaren moeten niet alleen van een afstand toekijken, maar ook
filters we’ve used for most of those 500 zichtbaar en aanspreekbaar zijn op openbare plekken. Afhankelijk van
years are breaking.” de soort groep die online bijeen is en de discussies die er gevoerd wor-
Zie ook http://twurl.nl/wodhx2 den, is het mogelijk om op deze manier toegankelijker te zijn als over-

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 151


heid. Dat kan door lid te worden van online groepen, maar ook door in
overleg met een sitebeheerder een soort loketfunctie aan te bieden op
een site.

• Laat medewerkers lid worden van relevante communities en groepen.


Laat zien dat je aanwezig bent en dat je beschikbaar bent voor vragen
of opmerkingen;
• Beoordeel in overleg met de communicatieafdeling wat het karakter
is van forums en groepen en wat voor soort aanwezigheid daar op z’n
plaats is;
• Neem in overleg met de communicatieafdeling contact op met de
beheerders van een site of community om afspraken te maken over
aanwezigheid daar. Niet als reclamebanner, maar als aanspreekpunt.

3. Vertrouw je medewerkers
Medewerkers zijn de ambassadeurs van de organisatie, zowel als ze op
werkbezoek ergens heen gaan als wanneer ze op internet actief zijn. Het
zijn professionals aan wie belangrijke taken zijn toevertrouwd. Je mag
er als manager van uitgaan dat zij zich ook op internet professioneel en
als ambtenaar gedragen. Maar het zijn ook mensen en het kan ook eens
verkeerd gaan. Een investering in opleiding en begeleiding helpt om dat
risico te verkleinen. Medewerkers maken de organisatie, ook online.

• Steun medewerkers indien ongemakkelijke situaties ontstaan. Amb-


tenaren proberen zo goed mogelijk hun werk te doen voor de samen-
leving, maar er gaan vast eens dingen mis. Val medewerkers niet af,
maar los het probleem gezamenlijk op en leer van elk voorval;
• Discussies en interactie op internet zijn snel en regelmatig en ze gaan
de hele dag door. Geef medewerkers informatie en ruimte om deel
te nemen zonder voortdurend toestemming te hoeven vragen, maar
wees als manager wel steeds (online) bereikbaar voor advies;
• Zorg dat medewerkers goed geïnformeerd zijn. Als intern informatie
wordt achtergehouden is het onmogelijk voor medewerkers om goede
De Handreiking Ambtenaar 2.0 (te vinden afwegingen te maken en hun organisatie goed te vertegenwoordigen;
op handreiking.ambtenaar20.nl) heeft ook • Maak fouten en leer ervan. Natuurlijk gaat er wel eens iets mis. Zorg dat
een discussieforum waar vragen of ervaringen (successen, maar vooral ook fouten) gedeeld en besproken
ervaringen gedeeld kunnen worden. worden zodat ervan geleerd kan worden. Daarvoor kan bijvoorbeeld het
Zie http://twurl.nl/evrzww discussieforum van de Handreiking gebruikt worden.

4. Begeleid medewerkers online


Ambtenaren zullen op een andere manier hun werk gaan doen en kun-
nen daar hulp bij gebruiken. Dat kan vooraf plaatsvinden in de vorm van
opleidingen en aanwijzingen waar te beginnen. Maar dat kan ook in de
vorm van een netwerk van collega’s aan wie ze vragen kunnen stellen
of kenners in de buurt die hen kunnen helpen bij specifieke problemen
of vragen. Een afdeling Communicatie kan hier een belangrijke rol in
vervullen.

• Organiseer opleidingen voor medewerkers om meer te leren over de


technische mogelijkheden en over de aard van online gesprekken en
samenwerking;
• Zorg ervoor dat de overzichten van discussies en groepen op hun werk-
gebied beschikbaar en actueel zijn zodat medewerkers in staat zijn
om juist en tijdig te reageren;

152 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


• Zet een intern netwerk op om vragen aan te kunnen stellen. Behalve de
medewerkers die op internet participeren moeten er 2.0-kenners in het
netwerk aanwezig zijn om waar nodig te helpen bij lastige situaties.
Uiteraard wordt dit netwerk ondersteund door een online platform;
• Wie springen eruit? Vind de medewerkers die het extra goed doen on-
line en schuif ze naar voren. In overleg met de communicatieafdeling
kunnen ze een vooruitgeschoven positie innemen (een soort woordvoer-
der in het veld). Intern kunnen ze als buddy hun collega’s helpen;
• De Handreiking van Ambtenaar 2.0 helpt om bespreekbaar te maken
hoe ambtenaren zich op internet zouden moeten gedragen. Gebruik
de aanwijzingen die erin staan en ga intern de discussie aan hierover.
Nieuwe inzichten kunnen aan de Handreiking worden toegevoegd.

5. Zorg voor goede voorzieningen


Als je op pad gaat, dan heb je een goede uitrusting nodig. Dat geldt ook
voor ambtenaren online. Computers en toebehoren (zoals een webcam)
moeten goed genoeg functioneren, met actuele software en de mogelijk-
heid benodigde plug-ins toe te voegen. Dat is standaard. Maar voor amb-
tenaren die actief op internet de organisatie vertegenwoordigen moet
bijzondere aandacht zijn voor beveiliging, archivering en efficiëntie.

• Ambtenaren moeten zich veilig weten. Het risico dat accounts worden
gehackt en onbevoegden zich als ambtenaar kunnen profileren moet
geminimaliseerd worden. Behalve uitleg over beveiliging en wacht-
woorden kan de ICT-afdeling helpen met slimme programmaatjes
(bijvoorbeeld voor wachtwoorden). Richt voor dit onderwerp ook een
meldpunt op;
• Online gesprekken vinden plaats op sites van anderen. De overheid
heeft geen controle over deze sites. Om overzicht te houden over
wie wat waar heeft gezegd (om consistent te zijn in je reacties en
om te voorkomen dat woorden worden verdraaid) moeten bijdragen
BackType doorzoekt reacties en discussies gearchiveerd kunnen worden (bijvoorbeeld met BackType) of gemak-
online. Als je bent ingelogd vind je een kelijk gedownload en opgeslagen (in geval van wiki’s) in een intern
overzicht van reacties die je zelf hebt beheersysteem;
geplaatst op verschillende internetsites. De • Er zijn enorm veel manieren om op internet efficiënter te werken en
site is ook te gebruiken om te zoeken naar overzicht te houden over wat er gebeurt, bijvoorbeeld met rss en de
vermeldingen van bepaalde onderwerpen juiste software en instellingen. De dynamiek op internet bestaat uit
of namen. Zie www.backtype.com heel veel kleine interacties, dus het vinden, volgen en deelnemen aan
die interacties mag ook niet teveel tijd in beslag nemen. De ICT-afde-
ling moet onderzoeken hoe dat werk nog meer versneld kan worden.
Dit is een cruciale functie!

6. Investeer in online platformen


Als een onderwerp ze aanspreekt, dan willen mensen het daar over
hebben. Ook online. Maar dan moet er wel een goed platform voor zijn.
Een soort online buurtkroeg of een digitaal buurthuis. Meestal bestaan
deze platformen al, soms niet. De overheid kan de maatschappelijke
discussie over onderwerpen stimuleren door platformen te steunen of
op te (laten) richten.

• Inventariseer op basis van de eigen beleidsprioriteiten wat de platfor-


men zijn waar het gesprek over die onderwerpen plaatsvindt. Bepaal
vervolgens in welke platformen investeringen nodig zijn om contac-
ten, discussie of samenwerking te stimuleren;

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 153


• Inventariseer op welke manier een platform ondersteund kan wor-
den. Dat kan zijn via een financiële bijdrage, maar eerder met ken-
nis (schriftelijk of in de vorm van deskundigen die aan zo’n platform
kunnen deelnemen), data (Open Overheid), aandacht en bekendheid,
contacten en netwerk, etc.;
• Binnen de overheid is enorm veel kennis voorhanden. Steeds meer
mensen zijn op zoek naar kennis via internet. Door de kennis van amb-
tenaren op internet te zetten (bijvoorbeeld op Wikipedia of Scribd.
com) wordt de meerwaarde ervan voor de samenleving vergroot. Zorg
Scribd is een wereldwijde bibliotheek om er dus voor dat kennisafdelingen hun kennis ook online delen en vast-
digitale documenten te zoeken en leggen;
eventueel te hergebruiken. De site biedt • Een bestaand platform heeft sterk de voorkeur, maar eventueel kan
veel mogelijkheden om documenten te er vanuit de overheid een platform rond een thema worden opgezet
lezen en te verspreiden en embedden. (zoals Guus.net) om een gesprek of samenwerking in gang te zetten of
Zie www.scribd.com nieuwe verbindingen te leggen tussen betrokkenen. Bouw geen buurt-
centrum als de buurt er geen behoefte aan heeft! En als wel: leg dan
het beheer bij de gemeenschap. Loslaten dus.
Woordenboek: Webcare is een proactieve
online klantenservice die hulp aanbiedt 7. Zoek problemen op
wanneer op blogs of in tweets wordt Ambtenaren zijn er om problemen op te lossen. Maar voordat je met
geklaagd over een product of dienst. die problemen aan de slag kan gaan, moet je ze eerst opzoeken (dat
is iets anders dan problemen maken!). Een melding hoeft niet altijd
via een loket binnen te komen. Internet is in hoge mate transparant,
dus ook impliciete meldingen zijn zichtbaar (bijvoorbeeld iemand die
op Twitter zegt niet uit de belastingopgave te komen). Het bekendste
voorbeeld van dergelijke webcare in Nederland is het bedrijf UPC, we-
reldwijd is dat Dell (bijvoorbeeld via @StefanieAtDell op Twitter).

• Stel attenderingen in bij zoekmachines e.d. op de namen van je or-


ganisatie, producten en personen (bewindspersonen, bestuurders,
bekende medewerkers, etc.). Als iemand je aanspreekt, moet je wel
luisteren;
• Organiseer intern (bijvoorbeeld bij de afdeling Communicatie of de
loketfunctie) dat dergelijke vragen, meldingen of bijdragen op de
Stefanie spreekt mensen aan die op Twitter juiste plek terechtkomen en dat iemand ermee aan de slag gaat;
klagen over producten van Dell en vraagt of • Reageer. Laat zien dat je geluisterd hebt en wat er met de opmerking
ze ergens mee kan helpen. of informatie is gedaan;
Zie www.twitter.com/StefanieAtDell • Maak zichtbaar wat de resultaten zijn van de webcare-activiteiten.
Daar kunnen anderen weer van leren en het is goede pr;
• Verzamel opmerkingen, vragen, bijdragen en klachten en probeer
daar lessen uit te halen over hoe processen, producten en communi-
catie verbeterd kunnen worden.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en 8. Stel vragen en initieer gesprekken


Milieu (RIVM) startte in 2008 met het De overheid heeft zelf ook een verhaal te vertellen. Niet door overal op
oproepen van twaalfjarige meisjes om zich internet die boodschap achter te laten (Kilroy was here) en discussies
te laten inenten tegen baarmoederhals- te spammen, maar wel door op relevante plekken het gesprek aan te
kanker. Tegenstanders van de inenting gaan over thema’s die spelen. Als gemeenteambtenaar op een wijksite,
begonnen echter een tegencampagne via als beleidsambtenaar in een themadiscussie of als medewerker van een
internet, waarna zij de discussies in de uitvoeringsorganisatie op een klantenforum kun je onderwerpen aan-
online netwerken en daardoor op het kaarten en vragen stellen over zaken die op dat moment hoog op de
schoolplein beheersten. In plaats van de agenda staan. De mislukte RIVM-campagne voor de baarmoederhalskan-
beoogde 70% kwam slechts 49% opdagen. kerprik heeft aangetoond dat gesprekken op internet tot ongewenste
Zie http://twurl.nl/fbhjii effecten kunnen leiden als je er niet aan deelneemt.

154 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


• Inventariseer op welke manier een onderwerp aangesneden kan worden
in communities zonder de eigenheid ervan te verstoren. Wat werkt wel en
wat werkt niet? Deze kennis moet beschikbaar zijn bij de afdelingen com-
municatie van overheidsorganisaties;
• Medewerkers moeten weten wat de prioriteiten zijn van de organisatie en
er enige kennis van hebben, zodat ze deze kennis mee kunnen nemen in
gesprekken op internet;
Google Trends brengt op basis van • Tijdens een campagne kan gericht het gesprek worden aangegaan op plat-
zoekgedrag en nieuws maatschappelijke formen ter ondersteuning van de campagne. Dit is wel een aanpak die
ontwikkelingen in beeld. spaarzaam ingezet moet worden en is sterk afhankelijk van de soort doel-
Zie www.google.nl/trends groep;
• De communicatieafdeling of beleidsafdelingen kunnen laagdrempelig ma-
teriaal aanbieden (bijvoorbeeld een korte uitleg op YouTube, een widget,
Aan het eind van het jaar wordt terug­­ links, etc.) waar ambtenaren online naar kunnen verwijzen en die anderen
gekeken op de ontwikkelingen en de data, vervolgens weer verder kunnen verspreiden.
waarna een interpretatie en opsomming
wordt samengesteld, de Year-End Zeitgeist. 9. Wees menselijk
Zie http://twurl.nl/7t5w7c Internet is een platte wereld. Online gesprekken en samenwerking vin-
den plaats tussen mensen. Een blog of een bericht op Twitter is geen
anoniem persbericht, maar een persoonlijke bijdrage aan een discussie.
Internet is persoonlijk en vraagt dus een persoonlijke aanpak, anders val
je door de mand. Wees authentiek en aanspreekbaar, ook als organisatie
(lees ook: Kunnen organisaties twitteren?).

• Reageer als normaal mens, in normaal taalgebruik. Voor organisaties be-


tekent dat een investering, bijvoorbeeld door helder en herkenbaar taal-
gebruik intern bespreekbaar te maken en door boekjes te verspreiden
BBC White Spectrum toont de resultaten van of opleiding te geven. Het onderwerp “taal” is bij overheidsorganisaties
een onderzoek naar integratie in het door web 2.0 actueler dan ooit;
Verenigd Koninkrijk. Meningen met eenzelfde • Gebruik eigennamen. Maak duidelijk dat je namens een organisatie
achtergrond zijn verzameld per kleur. Door spreekt, maar doe dat als jezelf, zoals @StefanieAtDell het doet of via
te klikken op een cirkel verschijnt een citaat een profielpagina (zie ook de Handreiking in Hoofdstuk 10). Ook als onder
met de mogelijkheid verder te lezen of om de naam van de organisatie wordt gecommuniceerd moeten de namen
te reageren. van de mensen erachter terug te vinden zijn;
Zie www.bbc.co.uk/white/spectrum.shtml • Help mensen ook door ze door te verwijzen. Ben je in gesprek en krijg
je een vraag waar je vanuit je eigen organisatie geen antwoord op hebt,
“verbind” dan de vraag even door naar iemand bij de juiste organisatie.

10. Analyseer online data


Niet alleen uitspraken en teksten zeggen iets over de stand van zaken in
Nederland, een provincie of een gemeente, maar ook online gedrag en
verbindingen leveren nuttige data op. Zo brengt Google met ‘Trends’
en ‘Zeitgeist’ de spirit of the times in beeld en doet het bedrijf bij-
voorbeeld voorspellingen over de verspreiding van griep op basis van
zoekgedrag. Twitter heeft trending topics, Delicious heeft fresh book-
Debategraph is een project om de marks. Door gegevens van internetgebruik te analyseren ontstaat een
verschillende kanten van maatschappelijke thermometer in de samenleving.
discussies te visualiseren op internet.
Zie www.debategraph.org • Ontwikkel manieren om maatschappelijke discussies inzichtelijk te
maken (bijvoorbeeld BBC White spectrum of Debategraph) of merkbe-
Brandwatch is een bedrijf dat online leving te peilen (zoals het bedrijf Brandwatch doet);
discussies en ontwikkelingen rond merken • Laat in overleg met informatiespecialisten onderzoek doen naar de
volgt en in beeld brengt. mogelijkheden van Google Trends rond de beleidsprioriteiten van je
Zie www.brandwatch.net organisatie;

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 155


• Geaggregeerde informatie over je doelgroep op internet is strategi-
sche informatie. Agendeer het ook als zodanig en verspreid de lessen
eruit binnen de organisatie.

Samenvatting
Om stappen te maken naar een overheid 2.0 moet er heel wat werk
worden verzet, dat is wel duidelijk. Maar het zal de investering waard
zijn. Web 2.0 biedt veel mogelijkheden om als overheid weer bena-
derbaar te worden en dichterbij te komen. De actiepunten hierboven
kunnen overheidsorganisaties daarbij op weg helpen.

Voorbeeld: Een minister helpen via Twitter

156 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Hoofdstuk 7. Een platform voor interne samenwerking
In het vorige hoofdstuk heb ik de actiepunten benoemd waarmee over-
heidsorganisaties hun rol in kunnen vullen op internet, in de online pu-
blieke ruimte. In dit hoofdstuk ga ik in op veranderingen in de interne
wereld van overheidsorganisaties. Ook daarvoor zijn tien actiepunten te
benoemen waar organisaties mee aan de slag kunnen om een organisatie
2.0 te worden.

De afgelopen decennia zijn er binnen organisaties verschillende ver-


nieuwingen doorgevoerd die hun oorsprong vonden in de nieuwe moge-
lijkheden die ICT bood: van digitale dienstverlening en internetloketten
tot CRM (customer relationship management), DMS (documentmanage-
mentsystemen) en HRM-pakketten voor personeelszaken (human re-
source management, zoals P-direct bij de rijksoverheid). Dat waren
weliswaar grote veranderingen, maar tevens veranderingen die uit één
vakgebied of afdeling voortkwamen.

Hoewel stafafdelingen een rol te vervullen hebben op de weg naar orga-


nisatie 2.0 kan deze verandering niet door één afdeling worden getrok-
ken en uitgerold over de organisatie. Het gaat om een andere manier
van werken voor iedereen, vooral in de kernprocessen van organisaties.
Stafafdelingen hebben hier een ondersteunende rol bij, maar uiteinde-
lijk gaat het om een nieuwe organisatiestrategie en werkwijze.

Een cultuurverandering binnen organisaties


Woordenboek: Het Nieuwe Werken is een Organisatie 2.0, werken 2.0, Het Nieuwe Werken, het zijn termen die een
beweging om organisaties flexibeler en volgende stap aangeven in een al langer durend veranderingsproces binnen
mensgerichter in te richten en op die organisaties. Culturele, maar ook technologische vernieuwingen die aan
manier de productiviteit van kenniswerkers dit proces vooraf gingen hebben geleid tot hogere productie van (onder
te verhogen. anderen) kenniswerkers en tot verplatting in de organisatie. E-mail is een
goed voorbeeld van een technische innovatie die binnen organisaties voor
grote veranderingen in werkwijze en verhoudingen heeft gezorgd. Het be-
gon als “elektronische post”, maar al snel leverde het een heel andere
manier van werken op, zowel intern als naar buiten toe.

Web 2.0 kondigt de volgende fase aan in die ontwikkeling van de manier
waarop organisaties werken. Ook daarin gaat het niet zozeer om de
introductie van nieuwe technologie, maar om de betekenis voor hoe we
samenwerken en hoe de organisatie haar doelen realiseert. Net als bij
e-mail worden andere samenwerkingsvormen mogelijk en ontstaat er
een andere samenwerkcultuur. Een aantal verschillen met de introduc-
tie van e-mail zijn echter ook zichtbaar:

• het gaat bij web 2.0 niet om één functionaliteit, maar om een heel
Een paradigmaverschuiving binnen palet aan nieuwe mogelijkheden, van chat, blogs en Twitter tot soci-
organisaties: ale netwerken en wiki’s. Het is dus lastiger om te leren;
• v an organisatiestructuren naar • de verspreiding gaat veel sneller dan bij e-mail waardoor het lastiger
platformen om samen te werken; is voor medewerkers om veranderingen bij te houden en er aansluiting
• v an documenten naar ontmoetingen en bij te vinden;
gesprekken; • behalve een organisatorische verandering betekent 2.0 ook een maat-
• v an werken als functionaris naar werken schappelijke verandering, die inhoudelijk een andere werkwijze ver-
als persoon. eist en verwachtingen oproept vanuit de samenleving.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 157


De organisatorische veranderingen van de laatste jaren worden ver-
sneld en versterkt door web 2.0. Ze zorgen bij overheidsorganisaties
zowel intern voor uitdagingen, als extern bij de uitvoering van hun
maatschappelijke taak. Over dat laatste gingen de vorige tien actie-
punten. Bij deze de tien actiepunten voor overheidsorganisaties over
hun interne manier van werken.

De tien organisatieprincipes voor


overheidsorganisatie 2.0
11. Informatie is open en ieders werk is zichtbaar;
12. Faciliteer online gesprekken en groepsvorming van medewerkers;
13. Investeer in ambtenaren 2.0;
14. Ondersteun medewerkers in hun manier van werken;
15. Maak medewerkers ondernemers op hun werkgebied;
16. Benut het potentieel van je medewerkers;
17. Flexibiliteit als organisatiestructuur;
18. Maak ruimte voor innovatie;
19.Leiderschap 2.0 is randvoorwaardelijk;
20. Maak het leuk.

Hieronder worden deze punten verder uitgewerkt.

11. Informatie is open en ieders werk is zichtbaar


Een overheidsorganisatie 2.0 is een transparante organisatie. Binnen
de organisatie is zichtbaar wie waarmee bezig is en welke informatie
er beschikbaar is. Om met de juiste mensen te kunnen samenwerken,
moet je ze immers eerst weten te vinden. Om te kunnen uitdragen waar
de organisatie voor staat en mee bezig is, moet die kennis beschikbaar
en vindbaar zijn in de hele organisatie. Een transparante organisatie is
een voorwaarde voor samenwerking en kennisdeling (en het voorkomen
van dubbel werk). Het is tevens een teken van vertrouwen in medewer-
Woordenboek: Een rss-feed is de stroom van kers en een investering in betrokkenheid.
informatie die gebruikers kunnen integreren
in hun pagina (bijv. Netvibes) om op de • Zorg dat alle informatie (documenten, netwerkschijven, archieven,
hoogte te blijven van nieuws. databanken, etc.) toegankelijk en ontsloten zijn voor iedereen in de
organisatie (met uitzondering van privacy-gevoelige gegevens zoals in
Woordenboek: Status updates zijn korte personeelssystemen). Open werken moet medewerkers zo min moge-
berichten die mensen op sociale netwerksites lijk extra werk opleveren;
plaatsen om te vertellen waar ze mee bezig • Maak een actualiteitspagina waarop automatisch zichtbaar wordt
zijn, zoals op Twitter of Yammer, maar ook waar de organisatie mee bezig is en wat de actuele beslissingen zijn,
de WieWatWaar op Hyves. bijvoorbeeld door verslagen, nieuwe documenten, discussies, blogs
en andere nieuwtjes bijeen te brengen (met rss-feeds en dergelijke);
Yammer is vergelijkbaar met Twitter: het • Biedt een systeem aan voor status updates (bijvoorbeeld Twitter of
biedt de mogelijkheid om zogenaamde Yammer), waar medewerkers mede kunnen delen waar ze mee bezig
statusberichten te delen met anderen die op zijn of welke vragen ze hebben, zodat anderen die kunnen vinden en
jouw berichten geabonneerd zijn. Het erop reageren (enkele directies bij de ministeries van BZK en EZ zijn
verschil is dat Yammer ingezet kan worden hier al mee gestart);
binnen een organisatie (mensen met • Investeer in betere zoekmachinetechnologie om relevante informatie
eenzelfde e-mailadres). binnen en buiten de organisatie te inventariseren en zo laagdrempelig
Zie www.yammer.com mogelijk aan te bieden (ook in feeds, als e-mailattendering, etc.).

158 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


12. F
 aciliteer online gesprekken en groepsvorming
van medewerkers
Mensen zoeken elkaar op om zaken te bespreken en om samen te wer-
ken. Dat moet online ook mogelijk zijn. Rondom elk onderwerp moeten
mensen bij elkaar kunnen komen en het gesprek aan kunnen gaan. Van
online vergaderzaal tot digitale koffieautomaat of werkplaats. Virtuele
teams moeten worden voorzien van een palet aan digitale middelen om
te kunnen samenwerken (wiki’s, discussieforums, mindmaps, chatruim-
tes, Skype, etc.). Op deze manier ontstaan nieuwe teams over organi-
satiegrenzen heen, ook met mensen van buiten de eigen organisatie.

Basisvoorwaarden voor online • Verbouw het intranet tot een platform voor verbindingen, een sociale
samenwerking: netwerksite waar niet de informatie centraal staat maar gesprekken
1. een zo laagdrempelig mogelijk platform tussen mensen. De informatie is ondersteunend aan de online groepen
dat interactie stimuleert; en samenwerking;
2. mensen die gesprekken aanzwengelen • Stimuleer dat mensen bij elkaar komen en in gesprek gaan online, bij-
en verbindingen leggen (community- voorbeeld door voorbeeldgedrag, het wegnemen van zoveel mogelijk
managers). drempels en belemmeringen, het creëren van een goede sfeer, etc.:
gesprekken hoeven niet altijd over werk te gaan!
• Gebruik online discussiegroepen die al bestaan rond thema’s ook bij het
uitvoeren van werkzaamheden, bijvoorbeeld door ze een taak en bij-
behorende ondersteuning te geven. Daarbij kun je voortbouwen op de
rollen die de deelnemers al hebben in zo’n groep. Organiseer processen
rond de mensen en de energie, niet andersom;
• Denk na over het toegankelijk maken van informatie en platformen
voor externen die betrokken zijn bij virtuele teams (bijvoorbeeld door
middel van schillen van toegankelijkheid in systemen);
• Onderzoek wat deze werkvormen (netwerkorganisatie) voor gevolgen
hebben voor management, aansturing en besluitvorming.

13. Investeer in ambtenaren 2.0


Het zijn de medewerkers die het moeten gaan doen. Werken 2.0 kan niet
worden uitbesteed aan een externe of staforganisatie. Een organisatie 2.0
ontstaat dankzij haar medewerkers 2.0. De medewerkers vormen immers
de organisatie en leveren de kennis en ideeën voor samenwerking. En zij
treden naar buiten en vertegenwoordigen extern hun organisatie. Empower
medewerkers door ze de juiste kennis en vaardigheden mee te geven om
als ambtenaar 2.0 aan het werk te gaan. Voor sommige medewerkers zal de
overgang gemakkelijker gaan dan voor anderen. Dat vraagt om aandacht en
investering, ondermeer via opleidingen maar ook op andere manieren.

• Laat de afdeling P&O met een strategie komen voor het ontwikkelen van
het 2.0-vermogen van de organisatie, door opleiding, nieuwe medewer-
kers en cultuur- en organisatieverandering;
• Investeer in opleidingen om medewerkers bekend te maken met de in-
strumenten en de werkwijze van werken 2.0, bijvoorbeeld door alle me-
dewerkers, een afdeling of andere groepen gespecialiseerde cursussen
te laten volgen;
• Zorg dat 2.0-opleidingen worden verankerd in het leerbeleid van de
organisatie en dat het gedachtegoed van 2.0 wordt geïntegreerd met
het bestaande cursusaanbod: in een groot aantal cursussen kunnen de
nieuwe mogelijkheden en werkwijze immers worden meegenomen;
• Beoordeel nieuwe medewerkers op 2.0-capaciteiten en neem die als
voorwaarde op in vacatureteksten en sollicitatieprocedures;

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 159


• Breng in beeld wie nu al actief is met sociale media, zet ze in bij
zichtbare trajecten en gebruik ze als voorbeeld of buddy;
• Onderzoek welke competenties, capaciteiten en eigenschappen het
beste passen in een organisatie 2.0.

14. Ondersteun medewerkers in hun manier van werken


De meeste organisaties bieden hun medewerkers ondersteunende in-
strumenten aan op basis van een algemene standaard, een functietype
of hiërarchisch niveau (bijvoorbeeld een mobiele telefoon voor het
management). Maar om medewerkers maximaal te laten presteren is
behoefte aan een instrumentarium op maat. Om tijd-, plaats- en ap-
paraatonafhankelijk te kunnen werken heeft iedereen een ander soort
ondersteuning nodig, wat betreft techniek, management en werkomge-
ving. Het empoweren van medewerkers om het meeste uit zichzelf te
kunnen halen, is goed voor de organisatie èn voor de medewerker.

• Geef elke medewerker een persoonlijk budget om zijn technische onder-


steuning in te vullen. Binnen dat budget kan gekozen worden uit diverse
soorten en merken apparatuur, te kiezen via een internetomgeving;
• Bied voorzieningen aan om tijd-, plaats- en apparaatonafhankelijk te
kunnen werken, bijvoorbeeld toegang tot de werkomgeving van de orga-
nisatie, mobiele internetverbindingen, generieke toepassingen, etc.;
• Maak ook het persoonlijk gebruik van 2.0-middelen door medewerkers
mogelijk. Zo krijgen medewerkers meer ervaring met deze middelen;
• Geef de informatieafdeling opdracht om een strategie te ontwikkelen
voor de invoering van persoonsgebonden facilitering van medewerkers.

15. M
 aak medewerkers ondernemers op hun
werkgebied
Woordenboek: Een zoa is een zelfstandig Een zelfstandig ondernemende ambtenaar (zoa) voert zijn werk uit op
ondernemende ambtenaar, die als een basis van zijn persoonlijke kennis, capaciteiten en netwerk. Ambtena-
zzp’er binnen de overheid alle beschikbare ren zijn professionele medewerkers die zelfstandig een oplossing kun-
middelen inzet om zijn taak te vervullen. nen vinden voor de taken waar ze voor staan. Geef medewerkers dat
vertrouwen en geef ze de middelen en ruimte om hun eigen, passende
aanpak te kiezen. Het koppelen van medewerkers aan onderwerpen
waar ze zich betrokken bij voelen, vergroot het werkplezier en levert
een beter resultaat op voor de organisatie.

• Maak een online marktplaats met projecten en werkzaamheden en laat


medewerkers intekenen en beargumenteren waarom zij het meest ge-
schikt zijn;
• Leg de verantwoordelijkheid voor een taakgebied, dossier of onder-
werp bij één persoon (en vraag vervolgens met wie in zijn virtuele team
hij dit gaat oppakken);
• Stuur op resultaat en faciliteer medewerkers waar nodig bij het vin-
den en uitvoeren van hun eigen aanpak;
• De overheid zoekt ambtenaren die betrokken zijn bij de publieke
zaak. Maak daar gebruik van door niet alleen taken te verdelen op
basis van geschiktheid maar ook op mate van betrokkenheid.

16. Benut het potentieel van je medewerkers


Overheidsorganisaties zijn vaak grote organisaties met veel medewer-
kers. De interne verdeling in organisatieonderdelen en vervolgens in
afdelingen of clusters (of welke naam dan ook) zorgt echter voor ver-

160 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Wat is er nodig in een online snippering van dat potentieel. Organisaties huren regelmatig kennis,
samenwerkplatform? ideeën, capaciteiten en inzet extern in terwijl die elders binnen de
Internet is een platform geworden om overheid ook voorhanden zijn (inbesteden). Ook hebben medewerkers
elkaar te vinden, het gesprek aan te gaan meer in hun mars dan wat er in hun functieomschrijving staat of waar
en eventueel in een groep samen te gaan hun afdeling verantwoordelijk voor is. Als we ook het “ecosysteem”
werken. Net als in de fysieke ruimte van bedrijven en maatschappelijke organisaties om de overheid heen
(bijvoorbeeld een kantoorgebouw) moet betrekken, zijn de mogelijkheden nog groter. We laten een enorm po-
online ook de mogelijkheid worden tentieel ongebruikt. Hoe kunnen we daar beter gebruik van maken?
gecreëerd om in gesprek te raken (zoals bij
een koffieautomaat) en bij elkaar te gaan • Stimuleer het gebruik van online platformen als Neemtinitiatief.nl en
zitten (net als in een vergaderzaal, Ideeëncentrale.nl om vraag en aanbod van klussen en ideeën over or-
inclusief een aantal hulpmiddelen). Kijkend ganisatiegrenzen heen bij elkaar te brengen (interne crowdsourcing).
naar de mogelijkheden die op internet Op deze manier kunnen ook virtuele teams worden samengesteld;
worden aangeboden, wat zou je • Breng netwerken rond collega’s in kaart (bijvoorbeeld op LinkedIn) en
verwachten van een online platform voor ontsluit ze. Om de juiste persoon te vinden voor een taak of bij een
interne samenwerking? projectgroep kan immers gebruik worden gemaakt van alle mensen
die je collega’s al kennen;
• Een profielmogelijkheid, zodat je je kunt • Hou contact met medewerkers die elders binnen of buiten de overheid
presenteren met je functie, activiteiten, gaan werken en bouw daarmee een actief netwerk op (vergelijkbaar
kennis en ervaring; met alumni-netwerken);
• Statusberichten en blogfunctie om elkaar • Onderzoek hoe prediction markets (online aandelenmarkten rond on-
op de hoogte te houden en in contact te derwerpen of vragen, zoals Intrade.com) kunnen worden ingezet bin-
blijven; nen de organisatie, bijvoorbeeld om de ontwikkeling van een project
• Groepen maken, zodat je bij elkaar kunt te monitoren of besluitvorming voor te bereiden;
gaan zitten en een virtueel team kunt • Door online en open te werken in virtuele teams kunnen meer men-
creëren; sen iets toevoegen aan een project. Ook kleine bijdragen zijn nuttig,
• Een discussieforum, om ideeën uit te zoals een idee, een ontbrekend stuk kennis of desnoods slechts het
wisselen en tot gezamenlijke beeld- en verbeteren van een typefout. Voor zo’n bijdrage moet dan wel de
besluitvorming te komen; mogelijkheid zijn;
• Een wiki, waarin aan teksten kan worden • Zet handboeken, handleidingen, draaiboeken, etc. in wiki’s op het
gewerkt en er gezamenlijk verhaal intranet zodat ze actueel gehouden kunnen worden door degenen met
ontstaat. praktijkervaring. De rol van de beheerder verandert dan van schrijver
in controleur;
Eventuele aanvullingen zouden kunnen zijn • Veel medewerkers verzamelen kennis, rapporten of voorbeelden op
een (video)chatfunctie en de mogelijkheid internet en bewaren die in de vorm van favorieten of bookmarks. Door
om foto’s en video te tonen, om bestanden deze links niet op de eigen computer op te slaan maar op Delicious
toe te voegen of om een eigen dashboard ontstaat automatisch een grote actuele en waardevolle kennisbank.
te creëren (zoals Netvibes of iGoogle). Wat
kun je zoal verwachten in een online 17. Flexibiliteit als organisatiestructuur
vergaderzaal? De samenleving wordt steeds meer chaotisch en versnipperd en veran-
dert snel. Het is steeds lastiger om de organisatiestructuur aan te laten
sluiten op een eventuele indeling van de maatschappij. Om in te kunnen
spelen op nieuwe ontwikkelingen moeten overheidsorganisaties zich snel
aan kunnen passen. Dat kan door flexibel nieuwe kennis te betrekken, de
juiste mensen bij elkaar te zetten (zie ook punt 16) en daar vervolgens
ondersteuning aan te bieden (zie ook punt 12). Virtuele teams kunnen
snel bij elkaar worden gebracht en worden voorzien van de juiste voor-
zieningen om aan de slag te gaan. Overheidsorganisaties moeten zich
organiseren rond een probleem, niet rond een organisatiestructuur.
Woordenboek: Delicious is een
internetdienst waar gebruikers hun • Zorg voor een modulaire inrichting van techniek en online voorzie-
favoriete internetsites kunnen opslaan en ningen, zodat snel gereageerd kan worden op ontwikkelingen en ge-
delen en op elke computer kunnen makkelijk nieuwe mogelijkheden kunnen worden toegevoegd. Maak
raadplegen. daartoe altijd gebruik van open standaarden;

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 161


• De toewijzing van medewerkers (aantallen fte) aan organisatieonder-
delen en afdelingen beperkt de mobiliteit en de brede inzetbaarheid
van medewerkers. Organiseer dat medewerkers in dienst zijn van de
organisatie (bijvoorbeeld het Rijk) en verdeel ze vervolgens over taken
en werkzaamheden waar nodig;
• Voorzieningen als huisvesting, vergaderzalen, catering, computers, etc.
zijn voorbehouden aan medewerkers van de eigen organisatie. Ambte-
naren die over organisatiegrenzen heen werken hebben geen toegang
tot die voorzieningen. Hoe kan dat toch mogelijk gemaakt worden?
• Breng in kaart welke kennis en ondersteuning beschikbaar is buiten de
Open Koffie is een open bijeenkomst van organisatie (bijvoorbeeld bedrijven, zzp’ers, co-creatie met burgers,
Ambtenaar 2.0 (met koffie!) die elke twee etc.). Die hulptroepen moeten snel betrokken en ingezet kunnen wor-
weken wordt georganiseerd. Er is ruimte den bij projecten en in virtuele teams.
voor kennismaking en gesprekken, maar
over het algemeen wordt ook een spreker 18. Maak ruimte voor innovatie
uitgenodigd voor een korte lezing. Zie Organisaties hebben behalve flexibiliteit om zich aan te kunnen passen
openkoffie.ambtenaar20.nl aan maatschappelijke veranderingen ook innovatief vermogen nodig:
creativiteit en nieuwe ideeën om daadwerkelijk op die veranderingen
in te spelen en met nieuwe oplossingen en methoden te komen. Over-
heidsorganisaties zijn altijd sterk gericht geweest op het beperken van
risico en het beheersen van uitgaven. Het zijn command and control-
organisaties geworden. Deze tijd vraagt op heel veel gebieden juist
Woordenboek: Guerillamarketing is een om innovatie en ondernemerschap om de publieke rol van de overheid
manier om met korte, opvallende en goed te kunnen vervullen. Dus geen periodiek veranderproject: innova-
meestal ludieke acties de aandacht te tief vermogen moet worden geborgd in de organisatie. Hoe blijft je als
trekken van een doelgroep voor een nieuw organisatie in beweging?
product of idee.
• Ideeën en innovaties komen van medewerkers die hun vak en hun om-
De Tigers zijn een groep medewerkers die geving kennen. Zorg dat zij ruimte hebben voor het uitwerken van
door het inzetten van creatieve technieken ideeën, bijvoorbeeld door medewerkers tijd te geven (zoals bij Google)
tijdens workshops tot vernieuwende en voor eigen projecten of dingen die beter kunnen;
verrassende oplossingen proberen te • Stimuleer verbindingen en uitwisseling van ideeën, bijvoorbeeld door
komen. De Tigers vervullen daarbij de rol open inspiratiesessies te organiseren (zoals Open Koffie), regelmatig
van facilitator en tooien zich met de titel sprekers van buiten uit te nodigen, medewerkers te verbinden via
“Ambassadeurs voor creativiteit”. interesses, etc. Maak iemand vrij voor deze rol!
• Zet nieuwe, rare, frisse, prikkelende ideeën in de schijnwerpers of op
een podium (via het personeelsblad, internet, guerilla-marketing) zo-
dat ze verspreid worden en op andere plekken in de organisatie kunnen
landen;
• Identificeer de creatievelingen binnen de organisatie, zet ze bij elkaar
en faciliteer ze om hun ideeën en hun aanpak te verspreiden binnen de
organisatie (zoals de “Tigers” bij de ministeries van BZK en EZ);
• Zorg voor een innovatiebudget om experimenten te kunnen doen (zo-
als bij Rotterdam Idee). Gebruik een online platform om ideeën te
verzamelen. Laat vervolgens medewerkers erop stemmen, erover dis-
cussiëren en met aanvullingen en bijdragen komen;
Rotterdam Idee is een project van de • Maak innovatie en de inzet van nieuwe werkwijzen een onderdeel van
gemeente Rotterdam om initiatieven van het functioneringsgesprek en neem activiteiten op dat vlak nadrukke-
bewoners om de stad leefbaarder te maken lijk mee bij beoordelingen voor “bewust belonen” of bonussen.
te ondersteunen. Ideeën kunnen op een
site worden geplaatst zodat andere 19. Leiderschap 2.0 is randvoorwaardelijk
bewoners of bedrijven het idee kunnen Ook het management maakt deel uit van de organisatie. Om een orga-
aanvullen of sponsoren. nisatie 2.0 te worden moeten niet alleen de medewerkers in beweging
Zie www.rotterdamidee.nl komen maar ook hun leidinggevenden (de sandwich-methode). Hun rol

162 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


verandert en ook die omslag vereist een investering. Zij moeten ruimte
geven aan medewerkers en open staan voor nieuwe initiatieven, maar
tegelijkertijd ook hun huidige productie blijven leveren. Hoe halen ze
het maximale uit hun medewerkers en sturen ze tevens aan op een
goed resultaat? Om daar inzicht in te krijgen zullen managers zelf ook
aan de slag moeten met 2.0: om zichzelf en hun afdeling te empowe-
ren. De nieuwe middelen maken deze nieuwe aanpak mogelijk.

• Focus op wat je wil bereiken en zet de grote lijnen uit waar medewer-
kers mee verder kunnen. De lijnen moeten blijvend worden uitgedra-
gen en besproken zodat ze ook beleefd worden;
• Praat niet alleen met woorden maar vooral met daden. Voorbeeldgedrag
is cruciaal om mensen mee te krijgen en de boodschap over te brengen.
Niet teveel erover praten, maar vooral doen en mogelijk maken;
• Maak keuzes. Weet wat je meerwaarde is als organisatie en zorg dat je
daar gewoon goed in bent. Werk vervolgens samen met anderen om een
volledige dienstverlening aan te kunnen bieden. Jeff Jarvis daarover:
“Do what you do best and link to the rest!”;
• Leid managers op tot facilitator van medewerkers en teams. Zij zor-
gen dat medewerkers in staat zijn om maximaal te presteren en dat
er consensus ontstaat over beslissingen. Zoals in de interne regels van
Google staat: “The role of the manager is that of an aggregator of
viewpoints, not the dictator of decisions.”
• Laat managers ook op een 2.0-manier werken, niet alleen als voor-
beeldgedrag, maar om zelf empowerd te worden via netwerken en
efficiënte instrumenten. Creëer managers 2.0.

20. Maak het leuk


Maak samenwerken en kennis delen zo simpel en leuk mogelijk. Het
moet geen verplichting zijn, medewerkers moeten worden verleid om
te verbinden en te delen. Als het doel leuk is, dan komt de beweging
vanzelf. Mensen die samenkomen voor een gesprek of samenwerken
aan een product hebben behoefte aan de juiste ambiance, ook online.
Dat zal de grootste uitdaging zijn voor organisaties, om zo’n omgeving
te recreëren op het intranet. Werk hoeft niet in een onpersoonlijke om-
geving plaats te vinden. Een leuke werkomgeving maakt ook het werk
leuker … en beter.

• Maak instrumenten en sites om samen te werken en kennis te delen sim-


pel (elke belemmering is er één teveel) en leuk (zoals de aap die grapjes
maakt bij Mailchimp). Creëer ook online gezelligheid en dynamiek, net
Mailchimp is een online dienst om een als in het bedrijfsrestaurant of in het centrum van een stad;
uitgebreide nieuwsbrief op te zetten, met • Blijf voorzieningen aanpassen en verbeteren. Door continu het gebruik
veel statistieken over het gebruik en de (en misbruik) te monitoren en gebruikers te betrekken bij het dooront-
mogelijkheid om de aanmelding van wikkelen kunnen voorzieningen voortdurend bijgesteld worden. Dat moet
abonnees te automatiseren. Gebruikers worden ingeregeld in het beheer!
worden op de site begeleid door een aapje • Zorg voor de juiste stimulerings- en aansturingsmethoden (incentives) om
dat informatie geeft en aanmoedigingen medewerkers te bewegen om 2.0-middelen en -werkwijzen te gebruiken,
doet. Zie www.mailchimp.com bijvoorbeeld aandacht en complimenten, entertainment, waardering (door
sterren toe te kennen), status of een prijs (voor het leukste idee);
• De juiste mensen leveren de juiste aanpak. Betrek medewerkers die
nu al het juiste gedrag vertonen: de netwerkers, de initiatiefnemers
en dergelijke. Medewerkers die het nu al leuk vinden, blijven dat ook
leuk vinden en kunnen het ook overdragen.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 163


Samenvatting
Tot zover de actiepunten voor de organisatie 2.0. Deze actiepunten
kunnen los worden gezien, maar ze hangen ook met elkaar samen. Ze
versterken elkaar. Zo is het gemakkelijker om een ambtenaar als “zelf-
standig ondernemer” te laten werken (punt 15) als tegelijkertijd zicht-
baar is waar hij mee bezig is en hoe zijn voortgang is (punt 11). Om toe
te werken naar een organisatie 2.0 moeten op alle actiepunten stappen
worden gezet. Daarin kunnen organisaties wel hun eigen strategie en
route bepalen. Die moet immers passen bij de organisatie en de mede-
werkers. Dat vraagt om een visie en een invoeringsstrategie.

Er zijn nog veel meer creatieve dingen te verzinnen om deze actiepun-


ten verder te brengen: praktische ideeën om de organisatie flexibeler
en wendbaarder te maken of om innovaties de ruimte te geven. Gebruik
het potentieel van de organisatie om nog meer ideeën te verzinnen,
laat medewerkers stemmen op de punten die zij het belangrijkst vinden
en zoek vrijwilligers die ermee aan de slag willen. Alleen door mede-
werkers te betrekken bij deze veranderingen kunnen zij (en dus de
organisatie) in beweging worden gebracht. Toon leiderschap 2.0!

164 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Voorbeeld: Werken 2.0 bij LNV is een leertraject
Door Marie Louise Borsje

Het ministerie van LNV experimenteert met web 2.0-instrumenten en -principes. Wat betekent web 2.0
voor het ambtelijk werk? Wat moet er in de organisatie veranderen om 2.0 te worden? Wat ga je anders
doen als je gaat werken volgens 2.0-principes? En vooral, hoe begin je met het toepassen van web 2.0 in
het beleidswerk? De eerste pogingen leveren al wat interessante inzichten op.

Experimenten met online samenwerkplatformen


LNV is momenteel bezig met een grote veranderingsoperatie. Niet alleen de organisatiestructuur veran-
dert, maar er wordt ook gekeken naar nieuwe manieren van werken. Om de daad bij het woord te voegen
heeft een aantal directies eigen samenwerkplatformen opgezet. Zo hebben twee directies gepoogd om de
discussie over de reorganisatie ook online te voeren. Daarvoor hebben ze Ning gebruikt.

De twee Ning-sites zijn nogal verschillend. De één is bijzonder levendig. Het management start er discus-
sies, schrijft blogs en reageert. Medewerkers zijn er actief. Deze site wordt onder de aandacht gebracht via
e-mail en er is een wisselwerking met de zeepkistbijeenkomsten die regelmatig op de gang plaatsvinden.
En het leuke is dat ook medewerkers van andere directies mogen meediscussiëren.

De Ning-site van de andere directie is rustiger: Minder inbreng van het management, minder leden, min-
der actie. Waar ligt dat aan? Wil je een communitysite laten werken, dan moet je er net zoveel energie
in steken als je moet doen om een groep op een 1.0-manier te vormen. In dit geval ontbrak het aan zo’n
trekker, aan een communitymanager. Bij verandertrajecten geldt nog steeds: voorbeeldgedrag van het
management is het sleutelwoord.

Een doorlopend online werkoverleg


Een andere directie wilde graag samen werken aan documenten, discussiëren, bloggen en documenten de-
len. Een intern platform om dit te ondersteunen was er nog niet, maar men wilde wel een goed beveiligde
omgeving. Daarom is deze directie in zee gegaan met SocialText, een wiki-platform met diverse 2.0-moge-
lijkheden eromheen. Van alle medewerkers van de directie wordt verwacht deel te nemen aan dit platform
en iedereen heeft daartoe een korte cursus gedaan.

Het resultaat: documenten worden gedeeld en er wordt geblogd. Dat bloggen is prettig. Nu kun je nalezen
waar je collega geweest is en wat hij daar gedaan heeft. Dat betekent ook dat de werkoverleggen een stuk
korter kunnen: je kunt meteen de diepte in. Daarnaast worden de eerste ervaringen opgedaan met het
samenwerken aan documenten. Dat is best eng: dat een ander je werk kan veranderen! Het discussiëren via
internet komt minder snel van de grond. Het is een overzichtelijke groep, medewerkers zitten bij elkaar in
de buurt. Bijpraten bij het koffieapparaat is functioneler.

Tegelijkertijd zien ze welke andere mogelijkheden het platform nog te bieden heeft en dat er meer in zit
dan er nu gebruikt wordt. Na jaren gebruik te hebben gemaakt van een step hebben ze nu een fiets gekre-
gen. In eerste instantie gaan ze daar gewoon mee steppen, maar op een gegeven moment vragen ze zich
toch af waar al die andere onderdelen voor zijn. Dat zijn ze nu aan het ontdekken.

Negen constateringen
Het is zoeken naar manieren om werken 2.0 goed te laten aanslaan. Het vraagt nogal wat: je moet er ener-
gie instoppen, een andere omgangsvorm aanleren als medewerker en als leidinggevende, een goed gevoel
hebben van waar de grenzen van de organisatie liggen (organisatiesensitiviteit) en vooral veel fantasie en
creativiteit! Welke combinaties kun je maken om te zorgen voor meerwaarde?

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 165


In totaal zijn er nu zo’n tien directies en projecten bij LNV die aan de slag zijn met 2.0-instrumenten:
Ning, wiki’s, SocialText, Twitter, etc. Het gaat vooral om groepsvorming, bloggen en de mogelijkheid om
discussies te voeren via internet. De eerste vraag van de meeste gebruikers was welk instrument zij kunnen
gebruiken. Belangrijker is echter om te weten wat de principes zijn van web 2.0. Leer te werken met wat
basistools en kies dan zelf wat passend is. Pas dan gaan de ingezette tools ook echt leven. Via de cursus
‘Werken met web 2.0’ krijg je meer inzicht in de mogelijkheden (zie cursus.ambtenaar20.nl).

De diverse proefprojecten hebben vooralsnog tot een aantal constateringen geleid, namelijk dat

• er bij medewerkers veel belangstelling is voor het verkennen van 2.0-instrumenten,
• de instrumenten worden gebruikt voor kennisdeling,
• sociale media vooral gebruikt worden voor interne processen,
• er steun is vanuit het management om 2.0 te verkennen,
• de 2.0-middelen maar weinig worden gebruikt om een virtuele werkplek te kunnen creëren,
• stafdirecties nog niet toegerust zijn om andere directies en diensten te ondersteunen,
• extern het beeld is dat LNV in vergelijking met andere ministeries voorop loopt in het gebruik van sociale
media,
• de ambtenaar 2.0 niet bij uitstek jong en dynamisch is, en
• een focus voor het werken met 2.0 ontbreekt.

En zo blijven we leren.

166 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Hoofdstuk 8. Een participatieplatform om
gezamenlijk taken op te pakken
In Hoofdstuk 5 heb ik uiteen gezet dat een overheid 2.0 op drie ge-
bieden een rol te vervullen heeft: op internet (in de samenleving dus,
zie Hoofdstuk 6), bij interne samenwerking (inclusief betrokkenen van
buiten de organisatie, zie Hoofdstuk 7) en in samenwerking met de
samenleving (via een online participatieplatform).

Op de internetsites van overheidsorganisaties is over het algemeen veel


informatie te vinden (bijvoorbeeld de persberichten en andere mede-
delingen) en er kunnen transacties worden verricht (een digitaal loket,
bijvoorbeeld voor het aanvragen van een vergunning). Het ontbreekt
echter aan mogelijkheden voor burgers en ambtenaren om gezamenlijk
te werken aan maatschappelijke vraagstukken. De huidige internetsites
zijn geen platform voor samenwerking, maar vormen eerder een muur
tussen overheid en samenleving, soms met een loket erin.

Uiteindelijk zouden overheidsorganisaties drie soorten sites moeten


hebben:

• een internetsite, waar staat wat de organisatie voor de samenleving


21 manieren om een blogpost te doet en heeft gedaan;
schrijven die interessant is voor je • een loketfunctie, waar te vinden is wat de organisatie voor individu-
lezers ele burgers kan betekenen;
1. Schrijf iets nuttigs; • een participatieplatform, waar taken staan die gezamenlijk opgepakt
2. Schrijf iets unieks; kunnen worden.
3. Schrijf iets nieuwswaardig;
4. Schrijf iets als eerste; Wat is een participatieplatform?
5. Schrijf iets wat degene die het leest Web 2.0 heeft het aantal mogelijkheden om los van tijd en plaats samen te
slimmer maakt; komen en samen te werken enorm uitgebreid. Ambtenaren kunnen partici-
6. Schrijf iets controversieels; peren in de maatschappelijke discussie en mensen van buiten de organisatie
7. Schrijf iets inzichtelijks; kunnen gemakkelijker worden betrokken bij virtuele teams. Maar het is ook
8. Schrijf iets wat op een angst van mensen mogelijk om werkzaamheden en uitdagingen gezamenlijk op te pakken door
inspeelt; op internet plaatsen te creëren waar het potentieel van kennis, ideeën en
9. Schrijf iets wat mensen helpt iets te energie in de samenleving bijeengebracht en benut kan worden.
bereiken;
10. Schrijf iets wat een reactie uitlokt; Dit participatieplatform is niet één grote site die centraal wordt neer-
11. Schrijf iets wat een gevoel geeft dat gezet voor de hele overheid. Het gaat er niet om een nieuwe moloch
mensen ergens bij horen; te creëren. Wat dan wel? Een dergelijk platform en de voorzieningen
12. Schrijf iets gepassioneerds; daarop moeten voldoen aan een aantal voorwaarden:
13. Schrijf iets wat nieuws interpreteert of
vertaalt voor mensen; • Het is een netwerk van internetsites, functionaliteiten en verbindin-
14. Schrijf iets wat inspireert; gen die in samenhang een platform vormen voor samenwerking tussen
15. Schrijf iets wat een verhaal vertelt; overheidsorganisaties en betrokken burgers en bedrijven;
16. Schrijf iets wat een probleem oplost; • De voorzieningen en sites zijn met elkaar verbonden en geïntegreerd
17. Schijf iets lachwekkends; via internet, bijvoorbeeld door middel van links, widgets, api’s en
18. Schrijf iets wat mensen tijd of geld feeds. Alle sites en onderdelen zijn dus modulair en gebouwd op basis
bespaart; van standaarden;
19. Schrijf iets eigenzinnigs; • Deze diensten en voorzieningen kunnen zowel door overheidsorgani-
20. Schrijf iets wat een hulpbron is; saties worden gebouwd als door particuliere partijen (bedrijven of
21. Schrijf iets over iets ‘cools’. burgers). Zo is Verbeterdebuurt.nl zich momenteel aan het ontwik-
Alex Vermeule, Auteursrichtlijnen Het kelen tot het platform om meldingen over rommel en vernieling in de
Nieuwe Werken Blog. openbare ruimte te verzamelen en erover terug te koppelen;

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 167


• Elke overheidsorganisatie kan op basis van deze modules en eigen en
externe content een participatieplatform samenstellen waar zicht-
baar wordt op welke onderwerpen samengewerkt kan worden.

Iedere overheidsorganisatie een participatieplatform


Kortom, de bouwstenen die op deze manier worden gecreëerd kunnen
door elke organisatie worden gebouwd en door elke andere organisatie
worden verzameld en ingezet. De lokale kaart van Verbeterdebuurt.nl
kan immers ook worden geplaatst op de site van de dienst Milieu en
Beheer van een gemeente. Een applicatie die door de ene gemeente
is gebouwd is waarschijnlijk voor anderen ook nuttig en kan zo worden
hergebruikt. Overheidsorganisaties verzamelen vervolgens alle manie-
ren waarop met hun organisatie samengewerkt kan worden op één pa-
gina. Zo ontstaat een lokaal participatieplatform.

Dit platform is een verzamelsite, een overzicht van voorzieningen en


mogelijkheden om als burger een bijdrage te leveren aan een maat-
Verbeterdebuurt.nl schappelijk vraagstuk, aan de samenleving. Tegelijkertijd is het een
manier voor een organisatie om zich te profileren als overheid die in
gezamenlijkheid problemen wil aanpakken en oplossingen die burgers
aandragen waardeert. Daarbij valt te denken aan verschillende functi-
onaliteiten:

• anderen iets laten bouwen op basis van overheidsinformatie: door


op het participatieplatform databronnen aan te bieden in een her-
bruikbare vorm kunnen bedrijven of andere initiatiefnemers nieuwe
diensten of voorzieningen ontwikkelen;
• betrokkenen bij elkaar brengen rond onderwerpen: het platform
moet de mogelijkheid bieden om rond een (beleids)thema communi-
Woordenboek: Ning is een internet­dienst ties te bouwen (met functionaliteiten zoals bij Ning), mits die niet al
waar een eigen sociale netwerksite kan elders op internet bestaan natuurlijk!
worden gestart. Anderen kunnen daar lid • open en interactief beleidstrajecten doen: een voorziening voor be-
van worden, discussiëren, bloggen, etc. leidsambtenaren om een beleidstraject en de stappen daarin inzich-
telijk te maken, de stand van zaken door te geven, kennis en ideeën
vanuit de samenleving te betrekken en over het resultaat terug te
koppelen;
• meer gebruik maken van crowdsourcing bij uitvoering en controle:
burgers zijn een natuurlijke partner bij uitvoering en controle. Ze zijn
overal en hebben vaak hetzelfde belang. Standaard voorzieningen om
bijvoorbeeld kennis of ideeën in te winnen zouden handig zijn;
• een overzicht bieden van activiteiten op internet: waar vinden nog
meer relevante discussies plaats waar ambtenaren in actief zijn? Aan
welke voorzieningen doet de organisatie nog meer mee? Op het par-
ticipatieplatform moet het volledige overzicht van participatiemoge-
lijkheden staan.

Een interactieve gereedschapskist voor ambtenaren


Door een dergelijk flexibel en modulair systeem aan te bieden kun-
nen ambtenaren gemakkelijk aan de slag om burgers en bedrijven te
betrekken bij hun werkzaamheden. Er ontstaat een gereedschapskist
met instrumenten van de eigen en andere organisaties waarmee amb-
tenaren en afdelingen een omgeving kunnen samenstellen die nodig is
voor een bepaalde taak. Daar kan de communicatieafdeling een bege-
leidende rol bij spelen.

168 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Elke overheidsorganisatie kan aan de slag met het opzetten van een
eigen site met participatiemogelijkheden, met het gebruik van be-
staande online voorzieningen en diensten en het ontwikkelen en be-
schikbaar stellen van eigen modules en mogelijkheden. Elke bijdrage
levert een puzzelstuk waarmee uiteindelijk een participatieplatform
voor de hele overheid ontstaat. Een platform waar zichtbaar wordt hoe
vanuit overheid en burgers gezamenlijk wordt gewerkt aan het verbe-
teren van de samenleving.

Tien actiepunten voor participatie


Dit hoofdstuk bevat tien actiepunten voor de overheidsorganisatie 2.0
die bepaalde taken en processen in samenwerking met de samenle-
ving wil gaan uitvoeren: van beleidsvorming tot uitvoering en van com-
Jeff Howe - Crowdsourcing. Why the Power munities tot crowdsourcing. Ook deze tien actiepunten zullen worden
of the Crowd is Driving the Future of voorzien van praktische aanbevelingen waar een overheidsorganisatie
Business (2008) zo mee aan de slag kan.

De tien participatieprincipes voor


overheidsorganisatie 2.0
21. Z
 org dat de organisatie kan beschikken over een participatieplat-
form;
22. Maak overheidsinformatie online beschikbaar;
23. Laat burgers bijdragen aan beleidsvormingsprocessen;
24. Betrek burgers bij de uitvoering van overheidstaken;
25. Creëer digitale wachtkamers bij online dienstverlening;
26. Faciliteer communities rond de werkgebieden van je organisatie;
27. Maak deelname zo gemakkelijk mogelijk;
28. Zorg dat alles gedeeld en verspreid kan worden op internet;
29. Organiseer dynamiek;
30. Gebruik alle inbreng en koppel terug over het resultaat.

Hieronder worden deze punten verder uitgewerkt.

21. Z
 org dat de organisatie kan beschikken over een
participatieplatform
Zonder fundament kun je niet bouwen. Begin dus met het creëren van
een participatieplatform naast de bestaande internetsite als basis om
op verder te bouwen. Deze site werkt ook als aankondiging van een
nieuwe aanpak, namelijk om bepaalde taken en uitdagingen gezamen-
lijk op te gaan pakken. Behalve de introductie kan de site alvast infor-
matiebronnen bevatten, een overzicht van communities waar ambte-
naren in participeren en online voorzieningen waar de organisatie aan
meedoet, zoals Verbeterdebuurt.nl of Watstemtmijnraad.nl.

Wat stemt mijn raad geeft inzicht in het • Kom op korte termijn met een aanpak of strategie over de opzet van
stemgedrag van de gemeenteraad. De een participatieplatform en het betrekken van burgers bij werkzaam-
website is een initiatief van het ministerie heden en verantwoordelijkheden;
van BZK in samenwerking met de • Zet alvast een fundament neer voor een participatieplatform, als
gemeenten Almere, Groningen, Enschede aankondiging en om een basis te hebben waar op voortgebouwd kan
en Woerden. Gemeenten die deel willen worden;
nemen kunnen contact opnemen met • Inventariseer welke voorzieningen, afspraken en modules al bestaan
aanmelden@watstemtmijnraad.nl. Zie op internet en bij andere organisaties en zet ze in (organisaties als
www.watstemtmijnraad.nl VNG of Burgerlink kunnen hier een bemiddelende rol in vervullen);

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 169


Burgerlink, een programma van de stichting • Ontwikkel modules en voorzieningen voor interactie en samenwerking
ICTU, wil een ‘schakel tussen burger en (bijvoorbeeld voor communities, crowdsourcing of beleidstrajecten
overheid’ zijn. Het programma reikt via internet) en maak ze herbruikbaar voor andere overheidsorgani-
jaarlijks de eParticipatie Award uit: een saties;
erkenning voor de getoonde inzet van • Maak afspraken met leveranciers van voorzieningen om daar gebruik
burgers en overheden op het gebied van van te kunnen maken en om aan de kwaliteitsvoorwaarden van de
digitale betrokkenheid. Verder ontwikkelt overheid te kunnen voldoen met betrekking tot privacy, bestendig-
Burgerlink vier e-participatie-instrumenten heid, toegankelijkheid en archivering (denk daarbij ook aan Google,
waaronder Petities.nl en Watstemtmijnraad. Ning of Hyves);
nl. De instrumenten zijn gratis beschikbaar • Meet het gebruik en trek er conclusies uit voor de doorontwikkeling en
voor burgers, gemeenten en aanpassing van het platform en de voorzieningen.
overheidsorganisaties.
Zie www.burgerlink.nl 22. Maak overheidsinformatie online beschikbaar
Wees open en maak als organisatie zichtbaar waar je mee bezig bent.
Een voorwaarde voor betrokkenheid en een kwalitatieve deelname van
burgers aan processen en taken is een goede en actuele informatievoor-
ziening. Alleen als burgers en maatschappelijke organisaties beschikken
over dezelfde informatie is het mogelijk om een goede bijdrage te leve-
ren. Een open overheid stelt publieke informatie overzichtelijk en her-
bruikbaar (volgens open standaarden) beschikbaar aan de samenleving
en maakt inzichtelijk hoe processen lopen en wat de stand van zaken is.
Op deze manier kan overheidsinformatie zelfs worden aangevuld (zoals
bij het Nationaal Archief) en gecontroleerd op fouten.

• Laat de afdeling informatie of communicatie komen met een visie en


Het Nationaal Archief publiceert sinds strategie op Open Overheid voor de eigen organisatie: het via inter-
oktober 2008 foto’s op Flickr.com. Via de net beschikbaar stellen van informatiebronnen en databanken in een
reacties, tags of via e-mail kunnen open format (XML, API’s) zodat ze kunnen worden hergebruikt;
bezoekers informatie toevoegen over de • Zorg dat je intern je informatie op orde hebt zodat het gemakkelijk
foto’s. Zie http://twurl.nl/1feid5 beheerd en beschikbaar gesteld kan worden;
• Publiceer een lijst van databronnen die beschikbaar zijn;
• Breng in kaart aan welke informatiebronnen behoefte is in de sa-
menleving, bijvoorbeeld door daar bij organisaties en burgers navraag
over te doen (zoals de Britse ‘Unlocking Service’);
• Begin simpel, met bronnen die gemakkelijk online te zetten zijn. Op
Het Britse Office of Public Sector die manier ontstaat snel volume waar mensen mee aan de slag kun-
Information biedt de mogelijkheid om de nen;
openbaarmaking van informatiebronnen aan • Investeer tijd en energie die nu wordt besteed aan het beantwoorden
te vragen via internet, de Public Sector van individuele WOB-verzoeken aan het online voor iedereen beschik-
Information Unlocking Service (beta). baar stellen van de gehele informatiebron;
Zie http://twurl.nl/ozvhpr • Maak zoveel mogelijk gebruik van de ‘Open Data Principles’ als leidraad
om informatie beschikbaar te stellen en hergebruik te promoten.
De Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB)
regelt de inzage in documenten van de 23. L
 aat burgers bijdragen aan
overheid en de openbaarheid van over­heids­ beleidsvormingsprocessen
informatie. Elke burger heeft het recht een Er is de laatste decennia veel ervaring opgedaan met inspraak en in-
verzoek tot inzage te doen, een wob-verzoek teractieve beleidsvorming. Web 2.0 biedt de mogelijkheid om nog een
(ook bekend onder de term “wobben”). stap verder te gaan en een kans om een aantal van de waargenomen
belemmeringen weg te nemen. Door vanaf het begin van een (beleids)
Enkele voorlopers op het gebied van overheid proces inzicht te geven in de vraagstelling, de aanwezige kennis en
2.0 in de Verenigde Staten hebben een lijst de fasen van het traject worden burgers meegenomen in het proces.
principes opgesteld waar online Per fase kunnen andere manieren worden ingezet om ideeën, kennis
overheidsinformatie idealiter aan zou moeten of inzet van burgers te benutten en diverse prikkels (incentives) om
voldoen. Zie http://twurl.nl/zo87m2 mensen te trekken. De verantwoordelijke ambtenaar of afdeling treedt

170 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


op als procesbegeleider om mensen te benaderen, stappen te maken en
terugkoppeling te geven.

• Er is meer kennis buiten dan binnen de organisatie. Investeer in kennis


over crowdsourcing en online processen en de inzet ervan in over-
heidsorganisaties. Een dergelijke expertisefunctie zou bij de afdeling
Communicatie of Kennis opgehangen kunnen worden;
• Maak via internet inzichtelijk met welke projecten en werkzaamheden de
organisatie bezig is en geef de mogelijkheid om daar op te reageren (bij-
Woordenboek: Rating is de mogelijkheid voorbeeld via rating). Op die manier wordt duidelijk welke onderwerpen
om in beeld te brengen wat het meest het meest geschikt zijn om mee van start te gaan;
populaire of gewaardeerde onderdeel is • Begin met het inzichtelijk maken van de fasen van enkele beleidstrajec-
door mensen erop te laten stemmen ten, de informatie die beschikbaar is, wie erbij betrokken zijn en welke de
(raten). beslissingen worden genomen. Start met een laagdrempelig onderwerp;
• Zorg voor een intern opleidingstraject voor beleidsmedewerkers om
op te kunnen treden als procesbegeleiders van online beleidstrajec-
ten. Medewerkers die deze cursus hebben gevolgd kunnen vervolgens
een online kennisnetwerk vormen om ervaringen uit te wisselen;
• Kies een geschikt traject (op basis van inhoud, doelgroep en mede-
werkers) en begin gewoon. Stel je als organisatie open op en vraag
ook om feedback over de aanpak en vorm van het traject;
• Biedt ambtenaren de mogelijkheid om op het participatieplatform
regelmatig en laagdrempelig status updates te geven (bijvoorbeeld
via Twitter) van lopende trajecten. Deze kunnen bijvoorbeeld worden
doorgeplaatst op sites van betrokken communities of bij buurtsites.

24. Betrek burgers bij de uitvoering van overheidstaken


Niet alleen in de beleidsvorming kan gebruik worden gemaakt van de
kennis, ideeën en energie van burgers, ook bij uitvoering en controle kan
dat. Burgers zijn overal en zien veel. Hoe kan dat worden ingezet in de
bedrijfsvoering? Ik noemde al Verbeterdebuurt.nl als platform waar burgers
schade en grof vuil in de openbare ruimte kunnen melden. Op Iens.nl
Iens is een online restaurantgids waar geven mensen commentaar op de kwaliteit van horeca (hoewel dit nog niet
bezoekers een waardering en commentaar structureel wordt gebruikt door de Voedsel en Waren Autoriteit). Door laag-
kunnen achterlaten over een restaurant. drempelige mogelijkheden te bieden voor burgers om hun ervaringen en
Zie www.iens.nl waarnemingen te delen kan veel kennis worden verzameld en verwerkt.

• Inventariseer welke bruikbare voorzieningen al bestaan op internet,


bijvoorbeeld initiatieven van particulieren of van andere overheids-
organisaties. Deze kunnen vaak snel worden toegepast voor de eigen
organisatie;
• Ga samenwerking aan met sites waar doelgroepen zich al bevinden
(bijvoorbeeld restaurantbezoekers op Iens.nl) en integreer reactie-
mogelijkheden en/of databronnen in die voorzieningen;
• Begin een openbare online brainstorm (bijvoorbeeld via de site
‘Battle of Concepts’) om ideeën te verzamelen hoe crowdsourcing
kan worden ingezet en burgers betrokken bij bepaalde taken (zie ook
Battle of Concepts is een crowdsourcing­ Ideastorm.com van Dell of MyStarbucksIdea.com van Starbucks);
platform waar bedrijven en andere • Kies enkele ideeën uit om snel mee van start te gaan, zodat ervarin-
organisaties een vraag kunnen stellen en gen opgedaan kunnen worden en de eerste dynamiek ontstaat;
voor een goed antwoord een geldbedrag ter • Investeer in kennis over crowdsourcing en de inzet ervan bij uit-
beschikking kunnen stellen. Diverse voering en toezicht. Uitvoerende en toezichthoudende organisaties
overheidsorganisaties maken er al gebruik zouden een apart expertisecentrum moeten inrichten om concepten
van. Zie www.battleofconcepts.nl te ontwikkelen en afdelingen te begeleiden;

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 171


• Biedt een platform voor mensen om laagdrempelig waarnemingen te
melden die zij relevant vinden (bijvoorbeeld via een tag op Twitter of
een mailadres om foto’s heen te sturen).

25. C
 reëer digitale wachtkamers bij online
dienstverlening
Aan de loketten van overheidsorganisaties worden alle vragen indivi-
dueel behandeld. Maar niet elke vraag is uniek. Soms zijn er meerdere
personen met dezelfde vraag. Of misschien hebben andere personen
het antwoord al en is de tussenkomst van een ambtenaar niet meer
nodig. Door een digitale wachtkamer te creëren vóór het loket kunnen
burgers met elkaar contact hebben over een specifieke overheidsdienst-
verlening, elkaar helpen en ideeën uitwisselen. Ambtenaren kunnen par-
ticiperen in deze gesprekken. Een site als Getsatisfaction.com is een
bekend platform voor “people powered customer service”. Het ontlast
Getsatisfaction biedt een platform voor een de helpdesk en er ontstaan automatisch communities van gebruikers.
online klantenservice. Mensen kunnen
vragen stellen en anderen kunnen die • Creëer digitale wachtkamers bij online dienstverlening van je organi-
vragen ondersteunen, aanvullen of satie. Bied een mogelijkheid om groepen te vormen, vragen te stellen
beantwoorden. Medewerkers en hun of klachten te melden en daarop te reageren;
antwoorden zijn als zodanig herkenbaar. • Zorg ervoor dat medewerkers in staat zijn deel te nemen aan deze ge-
Zie www.getsatisfaction.com sprekken (zowel qua ondersteuning als qua begeleiding en opleiding)
en goed herkenbaar zijn als woordvoerder van de organisatie;
• Trek conclusies uit de gesprekken in de digitale wachtkamers, bij-
voorbeeld voor de ontwikkeling van nieuwe dienstverlening of aanpas-
sing van bestaande diensten.

26. F
 aciliteer communities rond de werkgebieden van
je organisatie
Niet alleen rond dienstverlening kunnen mensen worden verzameld.
Waar je organisatie ook mee bezig is, er zijn altijd geïnteresseerden
te vinden die op de hoogte willen blijven, een verhaal kwijt willen,
ideeën of relevante kennis hebben en betrokken willen zijn. Wellicht
bestaan daar op internet zelfs al communities voor (zie Hoofdstuk 6).
Door mensen een platform te bieden rond hun interessegebied is het
mogelijk om deze kennis, ideeën en betrokkenheid te verzamelen en in
te zetten (zoals Obama heeft gedaan voor zijn plannen met de gezond-
heidszorg). Bied mensen een platform om het gesprek aan te gaan met
elkaar, faciliteer deze communities en leer ervan.

• Bied een platform voor mensen om bij elkaar te komen rond beleids-
thema’s of andere onderwerpen waar de organisatie mee bezig is (bij-
voorbeeld rond gebieden, wijken of projecten). De initiatiefnemer
kan een ambtenaar of burger zijn, als het maar laagdrempelig is;
• Steun en faciliteer online communities, door ze een functionalitei-
ten en platform te bieden, maar ook informatie, aandacht, discussie-
punten en begeleiding. Denk na hoe een specifieke gemeenschap het
beste verder geholpen kan worden;
• De rol van de ambtenaar is steeds meer die van communitymanager:
Woordenboek: De communitymanagers het faciliteren van online communities en discussies en het inzetten
zijn de facilitatoren en gastheren van een daarvan voor de werkzaamheden van de organisatie. Dat vraagt om
online gemeenschap die interactie specifieke capaciteiten en dus om specifieke opleidingen;
stimuleren, op de sfeer letten en • Het verder ontwikkelen van de community is ook openbaar: leg vragen
ontwikkelingen agenderen. over te nemen stappen voor, betrek leden bij de doorontwikkeling van

172 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


het platform, etc. Voer elk gesprek over de community ook daadwer-
kelijk op het platform en met de leden van de community;
• Maak duidelijk dat de discussies niet de mening van de organisatie
weerspiegelen maar dat de organisatie de maatschappelijke discus-
sie stimuleert door er een platform voor te bieden. Zorg wel voor
duidelijke spelregels (bijvoorbeeld die van Innovatie 2.0 bij het
ministerie van EZ);
Voor de spelregels van EZ, zie pagina 164. • Trek conclusies uit de discussies, de achtergrond van deelnemers en
de data van het gebruik en verspreid deze kennis binnen de organisa-
tie. Dit is waardevolle informatie bij strategische en tactische beslis-
singen.

27. Maak deelname zo gemakkelijk mogelijk


Hoe groter de deelname, hoe meer informatie en data om gebruik van
te maken en conclusies uit te trekken. Mensen moeten worden uit-
genodigd tot participatie. Toegankelijkheid van informatie en sites
heeft deels te maken met techniek, vormgeving en taalgebruik (zie ook
Webrichtlijnen.nl is een site van de de ‘Webrichtlijnen’), maar ook met sfeer en prikkelingen om deel te
Nederlandse overheid met een opsomming nemen en te reageren. Deelname moet zo gemakkelijk mogelijk zijn,
van 125 kwaliteitseisen op het gebied van maar ook leuk en vertrouwd. Dat vraagt om een ander soort vormgeving
toegankelijkheid. Alle overheidswebsites en om een flexibele opzet die kan meegroeien met nieuwe vragen en
moeten hieraan voldoen. inzichten (perpetual beta).
Zie www.webrichtlijnen.nl
• Maak het platform zo toegankelijk en simpel mogelijk. Neem eenvoud
Woordenboek: Een perpetual beta heeft, voor de gebruiker als uitgangspunt (zoals Google). Let daarbij niet al-
omdat een internetsite of –dienst nooit af is leen op vorm en tekst, maar geef ook duidelijke handvatten om deel
en altijd direct kan worden aangepast, te nemen (“Reageer hierop”);
nooit een definitieve versie (het blijft een • Spreek mensen aan, stel vragen, betrek ze bij de discussie. Kortom,
bèta-versie). wees een discussieleider en verleid mensen tot participatie;
• De huisstijl van internetsites is over het algemeen ontwikkeld met het
doel informatie te presenteren, niet om een omgeving te creëren voor
gesprekken en samenwerking. Zorg dus dat er een speciale variant op
de huisstijl wordt gemaakt voor participatieve omgevingen;
Woordenboek: Een serious game is een • Gebruik ook andere vormen om mensen te betrekken, zoals serious
(online) computerspel met als doel al gaming. Wees creatief en zoek de vorm die het beste past bij onder-
spelend een boodschap over te brengen of werp en doelgroep;
(leer)doel te bereiken. •Z org dat belangrijke sites en pagina’s te bereiken zijn via simpele en logi-
sche links (zoals in geval van cursus.ambtenaar20.nl of www.volkskrant.
nl/binnenland) waar mensen gemakkelijk naar kunnen verwijzen.

28. Z
 org dat alles gedeeld en verspreid kan worden
op internet
Het aanbod aan informatie en aan internetsites wordt steeds groter.
Het aantal kanalen versnippert en er is steeds meer concurrentie om
Wordpress is een internetdienst waar aandacht. Iedereen kan publiceren. Een gratis blog bij WordPress is
gebruikers gratis en zonder reclame een even goed bereikbaar als een site waar veel geld in is geïnvesteerd.
eigen blog kunnen starten. Om mensen te bereiken en te betrekken moet juist gebruik worden
Zie www.wordpress.com. De online gemaakt van het feit dat iedereen kan publiceren. Een boodschap die
software kan ook bij de eigen internet- via netwerken wordt verspreid is krachtiger omdat vertrouwen wordt
aanbieder geïnstalleerd worden. Zie gesteld in de afzender (iemand die je kent). Om dat effect te bereiken
daarvoor www.wordpress.org moet het zo gemakkelijk mogelijk worden gemaakt om links, teksten of
functionaliteiten te verspreiden. Op die manier kan verbinding worden
gelegd met je product, dienst of merk en wordt het participatieplat-
form verbonden met de maatschappelijke discussie online.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 173


• Zorg ervoor dat alles op de site “widgetable” is zodat het door an-
deren kan worden verspreid via internet (zoals het embedden van
filmpjes van YouTube of knopjes om onderdelen toe te voegen aan
Delicious, iGoogle of aan iemands blog);
• Bouw modulair en op basis van standaarden;
• Zorg ervoor dat de onderdelen ook intern verspreid kunnen worden,
via intranet, interne blogs en platformen;
• Breng actief informatie over en delen van het participatieplatform
naar mensen en groepen, ook offline. Dat vraagt om een communica-
tieplan 2.0 in samenwerking met de communicatieafdeling;
Woordenboek: Re-usability is het zodanig • Doe onderzoek naar de “re-usability” van internetsites en -platfor-
inrichten van internetpagina’s dat men: hoe kan op de site hergebruik worden gestimuleerd? Welke on-
gemakkelijk onderdelen kunnen worden derdelen worden het meest gedeeld en waarom? Welke vormgeving,
doorgeplaatst of hergebruikt (vgl. usability). woorden en functies werken het best?
• Schuif medewerkers, producten of organisatieonderdelen naar voren
als herkenbaar, interactief merk op internet;
• Werk via netwerken: hou contact met de nodes in de netwerken
(sleutelfiguren, stemmingmakers, etc.) om de impact te verbreden en
meer mensen te bereiken.

29. Organiseer dynamiek


De eParticipatie Award wordt jaarlijks In een leeg café wil niemand zitten. Op een participatieplatform moet
uitgereikt door Burgerlink. De wedstrijd dus wat te doen zijn: gezelligheid, dynamiek. Om aandacht te trekken,
brengt een aantal mooie voorbeelden uit de communities actief te houden en interactie te creëren moet er buzz
overheid en samenleving bij elkaar. De zijn, beweging. Dat vraagt een investering van de communitymanager,
winnaars van 2008 waren Rotterdam Idee en bijvoorbeeld door mensen uit te nodigen om bij te dragen of door iets
BuurtLink. In 2009: De Amstel verandert en te organiseren. Maar een juiste inrichting van het platform helpt daar
verbeterdebuurt.nl ook bij, bijvoorbeeld door mogelijkheden te bieden om te personalise-
ren en te abonneren (met mail of rss). Zowel expliciete als impliciete
(geaggregeerde) informatie kan worden gebruikt (bijvoorbeeld best
bezochte pagina’s, “kijk ook eens op”, etc.). Naar buiten toe kan die
dynamiek ook worden uitgedragen.

• Creëer op het platform dynamiek en reuring: veel veranderingen,


nieuwtjes, etc. Zorg dat het interessant blijft en dat mensen een
reden hebben om regelmatig terug te komen;
• Maak een planning voor de site of groep om regelmatig met iets nieuws
te komen en beweging te houden;
• Betrek leden of aanwezigen op de site door ze een rol te geven. Op
die manier worden mensen gestimuleerd om terug te komen en bij te
dragen;
• Organiseer wedstrijden en gebeurtenissen waarbij wordt gevraagd om
bijdragen, bijvoorbeeld een poll, een prijsvraag (voor een goed idee of
om iets te bouwen of schrijven) of reacties op een actuele kwestie;
• Zorg dat ambtenaren die actief op internet zijn (of via andere kanalen)
op de hoogte zijn van wat er wordt georganiseerd en wat op het partici-
patieplatform wordt aangeboden, zodat ze ernaar kunnen verwijzen.

174 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


30. G
 ebruik alle inbreng en koppel terug over het
resultaat
Twitter Maxime Verhagen: Veel burgers zijn genegen om mee te denken en te praten over zaken
www.twitter.com/maximeverhagen die hen aan het hart gaan of waar ze interesse in hebben, dus ook de
Virtueel Apeldoorn: thema’s waar we als ambtenaren mee bezig zijn. Het vraagt van mensen
www.virtueelapeldoorn.nl een investering in tijd en moeite om zo’n bijdrage te leveren. Daar wil-
Wat stemt mijn raad: len ze wel iets van terug zien. Niet perse dat er iets mee wordt gedaan,
www.watstemtmijnraad.nl maar in ieder geval een bevestiging dat ze gehoord zijn. Samenwerken
Weblog Harmen Binnema: kan alleen op basis van vertrouwen en respect. Dat vraagt van betrokken
harmenbinnema.web-log.nl ambtenaren om duidelijkheid en authenticiteit (zie ook de werkprincipes
Wij bouwen een wijk: in Hoofdstuk 10). Denk vooraf goed aan verwachtingenmanagement en
www.wijbouweneenwijk.nl koppel achteraf terug wat er met bijdragen is gedaan en waarom.
Zo’n burgemeester wil Almelo:
www.zonburgemeesterwilalmelo.nl • Elke bijdrage is waardevol en moet zichtbaar zijn en meegenomen
worden (met uitzondering natuurlijk van schuttingtaal en niet-rele-
In de categorie samenleving: vante of beledigende teksten). Wees dus zeer voorzichtig met het
150 Volksvertegenwoordigers: verwijderen of weigeren van bijdragen. Reageren op basis van argu-
www.150vv.nl menten is sterker;
De Nationale Dialoog: • Eerlijkheid en vertrouwen zijn cruciaal om de authenticiteit en de
www.denationaledialoog.nl waarden van een organisatie of merk neer te zetten en mensen te
Droombeek: betrekken en betrokkenen te houden. Kom met een strategie om dat
www.droombeek.nl imago te verbreden en een plan om het waar te maken;
Eerlijke Bankwijzer: • Maak alle bijdragen zichtbaar en stop niets weg;
www.eerlijkebankwijzer.nl • Denk van tevoren na over verwachtingenmanagement en geef aan wat
Fiets in de knel: de positie en fase is van een samenwerking of discussie in de context
www.fietsindeknel.nl van waar overheid en politiek staan rond dat thema;
Flitsservice.nl: • Zorg voor terugkoppeling. Een online traject loopt van het eerste be-
www.flitsservice.nl gin tot de laatste stap. Hou betrokkenen gedurende het gehele traject
Geheugen van Oost: op de hoogte van de stand van zaken, de besluitvorming en afwikke-
www.geheugenvanoost.nl ling en laat zien wat er met ieders bijdrage gedaan is.
Greenpeace Hyve:
greenpeace.hyves.nl
HNS Developersomgeving: Samenvatting
dev.hetnieuwestemmen.nl Een ruimte waar overheid en samenleving, ambtenaren en burgers, ge-
Kamertweets: zamenlijk kunnen bouwen aan oplossingen is een nieuw concept. De
www.kamertweets.nl organisatie is daar nog nauwelijks op ingericht, gebouwen zijn daar
Kieskompas: nauwelijks op ingericht, en ook online zijn daar geen voorzieningen
www.kieskompas.nl voor. Die moeten we echter wel creëren. Er moeten platformen worden
Meet my street: gecreëerd waar de nieuwe mogelijkheden van web 2.0, co-creatie en
www.meetmystreet.nl crowdsourcing kunnen worden ingezet. Ambtenaren en burgers moeten
OCO sterren 2.0: de instrumenten aangereikt krijgen om ermee aan de slag te gaan en
www.onderwijsconsument.nl nieuwe oplossingen en werkwijzen te vinden. Het zijn manieren om de
Petities.nl: kloof met de samenleving te overbruggen.
www.petities.nl
Verbeter de buurt: Dat vraagt wel om een andere manier van werken, zowel intern als naar
www.verbeterdebuurt.nl buiten toe. Stafafdelingen kunnen daarbij ondersteunen, maar uiteindelijk
moet het beheer (het communitymanagement) bij de verantwoordelijke af-
Zie www.burgerlink.nl deling liggen. Aan overheidsorganisaties de taak om daar goed over na te
denken en er een strategie voor te ontwikkelen. In het kort komt dat neer
op vier stappen:

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 175


• Maak alle informatie online beschikbaar en geef inzicht in je werkzaam-
heden;
• Biedt een platform voor mensen om bij elkaar te komen en bij te dragen;
• Organiseer dynamiek en zorg dat het gaat leven en verspreid wordt;
• Zorg dat alle inbreng verwerkt wordt en koppel terug over het resul-
taat.

Dit is een nieuwe wereld voor overheid en samenleving, maar een cruci-
ale factor om naar een overheid 2.0 en een samenleving 2.0 te groeien.
De vraag is niet of we taken samen gaan oppakken, maar hoe en wan-
neer. Prof. Valerie Frissen sprak recentelijk over een nieuwe kloof: tus-
sen een samenleving 2.0 die al onderweg is en een overheid 2.0 die nog
maar net van start is. Met deze actiepunten (en de twintig hiervoor)
kunnen overheidsorganisaties beginnen met de achtervolging.

Eén van de aanwezigen bij de Innovation Lecture 2008 (#IL08)


stelde voor om het innovatiebeleid van het ministerie van
EZ te crowdsourcen. De minister ging daar enthousiast op in.
Uiteraard werd dat nieuws direct verspreid. Meer hierover
op http://twurl.nl/g0xuyg

176 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Voorbeeld: Innovatie 2.0, een online community voor beleidstrajecten
Door Linda van Duivenbode

Bij het organiseren van de ‘Innovation Lecture’ van het ministerie van EZ in 2008 hadden we niet kunnen
denken dat “Innovatie 2.0” het resultaat zou zijn. Onze gastspreker Charles Leadbeater gaf zijn visie op
het belang van het benutten van kennis binnen en buiten de organisatie. En hij gaf aan dat op internet al
volop communities bezig waren met deze nieuwe vormen van samenwerking. Dat leverde een interessante
discussie op en de vraag of EZ zelf ook op deze manier zou moeten samenwerken om innovatiebeleid tot
stand te laten komen. Goede vraag!

Weer op kantoor gingen we met die vraag aan de slag, geholpen door het netwerk Ambtenaar 2.0. Met
een goedgekeurd plan van aanpak zijn we aan de slag gegaan met het proefproject ‘Innovatie 2.0’. Zonder
verkenning, haalbaarheidsstudie, agenda of budget.

Wat wilden we bereiken met innovatie 2.0?


Onze doelstellingen waren om inhoudelijk bijdragen aan de beleidsontwikkeling te verzamelen en al doen-
de te leren hoe de inzet van web 2.0-middelen (sociale netwerksites, forums, wiki’s) kan worden toegepast
voor beleidsontwikkeling. Met als beoogde resultaten om

• in co-creatie met de deelnemers (bouwstenen voor) innovatie- en ondernemerschapsbeleid te ontwik-


kelen;
• de bekendheid met en het draagvlak voor innovatie- en ondernemerschapsbeleid bij de doelgroep te doen
toenemen, doordat dit beleid samen met de doelgroep is ontwikkeld;
• EZ meer inzicht te geven in platformen en informatiegemeenschappen op internet, waarop beleid per
geval in co-creatie kan worden ontwikkeld;
• beleidsambtenaren te laten leren om web 2.0-middelen in te zetten voor beleidsontwikkeling, zodat co-
creatie via het web standaard meegenomen wordt bij het betrekken van stakeholders bij beleidsontwik-
keling en zodat het wordt ingebed in de ‘Wegwijzer Beleidscommunicatie’.

Er valt zeker nog meer te leren, maar inmiddels is duidelijk dat web 2.0 een belangrijke rol te vervullen
heeft bij beleidscommunicatie, beleidsvorming en kennismanagement. De volgende stap is om te zorgen
voor verankering van 2.0 in het primaire beleidsproces.

Wat hebben we dan gedaan?


Terugkijkend op het afgelopen jaar is er heel wat gebeurd. De volgende zaken hebben we op poten ge-
zet:

• We hebben een groep ‘Innovatie 2.0 – Community of Talents’ opgezet op LinkedIn als communicatiekanaal
en discussiegroep. Deze groep is buiten verwachting succesvol met bijna 3000 leden en organiseert eigen
bijeenkomsten;
• Daar hebben we input gevraagd op twee beleidsvragen. De opbrengst was respectievelijk vijftig en hon-
derd zeer serieuze en uitgebreide antwoorden in een periode van vier tot zes weken;
• De sector is betrokken bij het tot stand komen van het innovatieprogramma Creatieve Industrie. Dit is een
langduriger en meer complex traject waarbij bijeenkomsten worden afgewisseld met online dialoog;
• We hebben een traject gedaan met het crowdsourcen van concepten over diensteninnovatie onder stu-
denten en young professionals (t/m 30 jaar) via het netwerk van Battle of Concepts.

Enkele leerpunten
Samenvattend kan worden gesteld dat inderdaad snel en laagdrempelig input voor beleid verkregen kan
worden. Web 2.0 biedt een manier om snel kennis en ervaring van buiten naar binnen te krijgen. De
kwaliteit en hoeveelheid van de input hangt sterk samen met de helderheid van de vraagstelling en het

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 177


kunnen bereiken van de doelgroep. Er is veel enthousiasme en het platform waar men de dialoog met de
overheid kan aangaan lijkt zeer gewaardeerd te worden. Voor ambtenaren is het een kans om het netwerk
te vergroten en ervaringen te delen. De zichtbaarheid (en hopelijk het begrip) voor de rol van ambtenaar
worden erdoor vergroot.

Een dergelijke 2.0-aanpak vereist wel dat de organisatie open staat voor en kan omgaan met meningen
die wellicht niet die van de “gevestigde orde” zijn. Naast input op gedefinieerde beleidsvragen leveren de
discussies veel inzicht op in de beleving van innovatie onder mensen die bewust met innovatie en onderne-
merschap bezig zijn. Een punt van aandacht is hoe we hiermee omgaan (willen we deze signalen zien?) en
praktisch verwerken (op LinkedIn lopen ruim 100 discussies waarvan sommige met tientallen reacties). De
keuze voor platformen en instrumenten vraagt ook aandacht: het moet de beleidsmedewerker wel gemak-
kelijk gemaakt worden om met de nieuwe mogelijkheden aan de slag te gaan.

Spelregels van het ministerie van EZ voor Innovation 2.0


• Het ministerie van Economische Zaken (EZ ) nodigt u uit om inhoudelijke
bijdragen te leveren voor de ontwikkeling van beleid op de drie genoemde
onderwerpen. Het doel is om nieuwe antwoorden te vinden op concrete
beleidsvragen en zo effectiever innovatie- en ondernemers­beleid te
ontwikkelen;
• De medewerkers van EZ bereiden een standpunt voor van de minister van EZ
en verzamelen daarvoor informatie en opinies. Niet iedere bijdrage door
deel­­­nemers zal door EZ worden overge­nomen. De uit­­einde­­lijke visie van EZ
wordt bepaald door de minister. Deze visie zal worden teruggekoppeld aan de
deel­nemers;
• We vragen deelnemers transparant te maken wie ze zijn en welke expertise ze
hebben; dat geldt ook voor deelnemende ambtenaren van EZ;
• Iedere deelnemer aan de discussie is verantwoordelijk voor zijn eigen
bijdragen. Deelnemers kunnen niet zelf discussies beginnen. De deelnemende
ambtenaren zullen niet deelnemen aan de discussie, tenzij hun expliciet een
vraag wordt gesteld. In hun antwoord zullen de ambtenaren zich beperken tot
het verstrekken van openbare en feitelijke informatie en zich onthouden van
hun persoonlijke mening;
• EZ verwijdert geen bijdrage, tenzij het om spam gaat. EZ definieert spam als
een bijdrage in een discussie te interpreteren is als acquisitie, promotie en/of
reclame voor uw bedrijf, product, dienst of bijeenkomst. Bij herhaling wordt
de deelnemer die spamt uitgesloten van de discussie.

178 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Hoofdstuk 9. Een strategie voor overheid 2.0
Internet maakt gesprekken mogelijk, onafhankelijk van tijd en plaats.
Gesprekken leiden tot samenwerking, over grenzen heen. En via samen-
werking kunnen we iets bereiken en tot stand brengen, met bijdragen van
diverse kanten. Soms vinden deze gesprekken, samenwerking en processen
plaats in de samenleving en kunnen we daar als ambtenaren aan bijdra-
gen. Soms gaat het om interne taken en komen mensen uit verschillende
delen van de organisatie bij elkaar. En soms zijn het uitdagingen die het
beste gezamenlijk opgepakt kunnen worden, op een participatieplatform.

Elke overheidsorganisatie kiest haar eigen


strategie
Al deze nieuwe mogelijkheden veranderen het werk van de overheid
en van ambtenaren fundamenteel. In het eerste boek Ambtenaar 2.0
staat uitgebreid beschreven wat deze veranderingen zijn en waar ze
gevolgen hebben voor de overheid. Dit boek is een vervolg daarop. Het
bevat praktische actiepunten voor overheidsorganisaties om aan de slag
te gaan: om te deel te nemen aan maatschappelijke discussies op in-
ternet, om interne online samenwerking mogelijk te maken en om het
potentieel van betrokken burgers in te zetten. De aanbevelingen bij
de actiepunten geven handvatten om uitvoering te geven aan overheid
2.0. Dit boek is echter geen plan van aanpak.

Hoewel er samenhang is tussen de punten en de concepten daarachter,


is het aan organisaties zelf om een strategie samen te stellen die pas-
send is. Dat is afhankelijk van de taken en doelstellingen van de organi-
satie, maar ook van management, medewerkers en organisatiecultuur.
De volgende stap is om een eigen strategie op te stellen om meer 2.0
te worden. Welke route is voor jouw organisatie het meest geschikt en
past het beste? Met welke actiepunten begin je? Welke rol spelen staf-
afdelingen, beleidsafdelingen en uitvoerders? Intern beginnen of juist
extern? Welke informatiebronnen kunnen nu al online worden gezet?

Wat die strategie ook gaat worden, duidelijk is dat niet aan een over-
heid 2.0 gewerkt kan worden door de verantwoordelijkheid alleen te
beleggen bij een afdeling Communicatie of de ICT-afdeling. Werken 2.0
vraagt om een organisatieverandering, een cultuurverandering, die op
iedereen effect zal hebben. Bedenk dus hoe het onderdeel kan worden
van het dagelijkse werk, van de bestaande processen. Als het wordt ge-
presenteerd als een leuk nieuwtje dan beklijft het niet. Alleen als me-
dewerkers werken 2.0 efficiënt in kunnen zetten voor hun eigen werk
en er de meerwaarde van in leren zien, dan wordt het gebruikt.

Belangrijk is ook om vast te stellen dat een strategie zich niet kan rich-
ten op één van de drie in de vorige hoofdstukken beschreven werelden.
De kracht zit juist in de verbinding: Ambtenaren die op internet actief
zijn maken ook deel uit van interne virtuele teams. Modules voor een
online beleidstraject kunnen via widgets ook in bestaande communities
worden geplaatst om de juiste kennis aan te spreken. En deze modu-
les zijn ook bruikbaar om intern in te zetten. Een strategie bevat een
brede visie en aanpak om onderweg te gaan naar overheid 2.0 (dus niet
alleen online). Dit boek is een oproep aan overheidsorganisaties, aan
bestuurders en ambtenaren, om met zo’n strategie te komen.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 179


En wat kan er worden gedaan op nationaal niveau?
Elke overheidsorganisatie zal zelf met een strategie voor overheid 2.0
moeten komen, op maat gemaakt voor de eigen organisatie. Maar wat
moet er op nationaal niveau gebeuren om te komen tot een overheid
2.0? Twee voorzieningen die centraal ondersteund zouden kunnen wor-
den:

• platformen en modules: op internet is alles deelbaar en herbruik-


baar. Werkwijzen en ervaringen kunnen gedeeld worden (bijvoorbeeld
via Ambtenaar 2.0), maar modules (bijvoorbeeld voor participatie)
kunnen ook hergebruikt worden. Overheidsorganisaties kunnen hun
modules delen, maar op centraal niveau kunnen ook modules worden
ontwikkeld en klaargezet;
• adviesteams: door ervaringen en documenten uit te wisselen of door
vragen te stellen op Ambtenaar 2.0 kan heel wat worden geleerd,
maar het zou nog mooier zijn als iemand langs zou kunnen komen om
het uit te leggen, toegepast op de eigen organisatie. Net zoals de i-
teams van EGEM zouden 2.0-teams ingezet kunnen worden.

En daarnaast kunnen we leren wat in andere landen al gebeurt, zoals de


initiatieven van president Obama in de Verenigde staten en de aftrap
die Australië gedaan heeft:

• een commissie Overheid 2.0: een commissie, dat klinkt misschien


niet zo vooruitstrevend, maar het is een manier om een brede groep
mensen bij elkaar te brengen om zo een landelijk advies voor te be-
reiden en het onderwerp te agenderen. Zoals de Australische Gov 2.0
Taskforce dus. En uiteraard gaat deze taskforce aan de slag volgens
de principes van een organisatie 2.0!

En dat lijkt me een mooie oproep om dit deel mee te eindigen.

Veel overheidsorganisaties gebruiken nog Internet Explorer


6 (IE6) als internetbrowser. Veel internetsites zijn daardoor
niet toegankelijk of slecht te gebruiken. Oude software
vormt zo een belemmering voor ambtenaren om efficiënt te
werken. Vandaar deze oproep om een campagne te beginnen
tegen het gebruik van Internet Explorer 6.

180 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Kunnen organisaties twitteren?
Er zijn al heel wat handleidingen verschenen over hoe je Twitter kunt gebruiken. Maar nu is er ook een
handleiding speciaal voor ambtenaren. Althans, voor (de communicatieafdelingen van) overheidsorganisa-
ties. Kan dat eigenlijk wel, twitterende overheidsorganisaties?

Er zijn natuurlijk genoeg ministeries en gemeenten die twitteren. Maar eigenlijk is dat raar. Organisaties
twitteren namelijk niet, dat doen mensen. Welke mensen zijn in een organisatie met Twitter actief? Dat
kan in principe iedereen zijn. Van ministers, burgemeesters, gemeentesecretarissen en wethouders tot
elke ambtenaar aan toe, zoals ik. Soms persoonlijk, soms zakelijk, soms ertussenin. Twitter is een persoon-
lijk medium om iets te vertellen en om gesprekken te voeren. Hoe vertaal je dat uitgangspunt naar een
overheidsorganisatie?

Neil Williams, hoofd van de digitale kanalen van het Britse Department for Business, Innovation and Skills,
heeft geprobeerd dat uiteen te zetten, in een handleiding van twintig pagina’s: de ‘Template Twitter
strategy for Departments’.

Hoofdpunten
Het document gaat uit van de communicatiedoelen die een organisatie wil bereiken, te weten:
• het verspreiden van de eigen boodschap;
• begrip creëren door toegankelijk taalgebruik;
• inhoudelijke geloofwaardigheid en autoriteit opbouwen;
• actief zijn op het gebied van sociale media;
• het bieden van een laagdrempelige reactiemogelijkheid;
• mogelijkheden aanbieden om te abonneren op nieuws;
• monitoren wat over de organisatie wordt gezegd en daar op reageren;
• live verslag doen van gebeurtenissen of bijeenkomsten.

Daarnaast leveren diverse monitoringinstrumenten manieren om het gebruik te analyseren en daarvan te


leren. Er is ook aandacht voor de risico’s, zoals verkeerd gebruik van het middel, misbruik (bijvoorbeeld
hacking) of problemen of veranderingen bij Twitter zelf. Die risico’s kunnen zorgen voor een negatieve uit-
straling voor de organisatie en al het opgebouwde krediet weer tenietdoen. Het raken van de juiste snaar
is dus cruciaal. Williams noemt een aantal voorwaarden waar tweets aan moeten voldoen:

•  iversiteit: het moet afwisselend zijn en interessant om te blijven volgen;


d
• menselijk: normaal taalgebruik en geen automatische feeds;
• regelmaat: niet teveel maar ook niet te weinig;
• retweetable: zorg ervoor dat volgers tweets kunnen doorsturen (retweeten);
• actueel: Twitter is “hier en nu”, dus alleen actuele nieuwtjes;
• geloofwaardig: een grapje mag, maar blijf verder bij je leest;
• betrekkend: ook relevante informatie van anderen doorplaatsen;
• gericht: hou je bij je onderwerp, voor andere functies zijn andere kanalen.

Wat staat er verder in het stuk?


• tips over wat voor soort informatie kan worden verspreid via Twitter;
• een aantal voorbeelden van internetsites die webadressen verkorten;
• wat betekenen termen als dm, retweet en hashtag?
• het maken van specifieke Twitter-kanalen voor bijvoorbeeld campagnes;
• waarom is Twitter belangrijk en hoeveel mensen gebruiken het?
• Twitter-adressen van overheidsorganisaties, politiek, media, etc. (in Groot-Brittannië);
• hoeveel tijd besteden andere overheidsorganisaties aan Twitter?
• een voorbeeld van het Twitter-beleid van een organisatie.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 181


Het stuk is twintig pagina’s in totaal, elke communicatieafdeling kan er zo mee aan de slag. En dat is ook
de bedoeling. Wil je als organisatie beginnen met het gebruik van Twitter, dan ben je met dit document
al een heel eind op weg!

Drie gemiste punten


De vraag uit de titel was: ‘Kunnen organisaties twitteren?’ Twitteren in de letterlijke betekenis van “kwet-
teren” of “babbelen” dus. In de handleiding beschrijft Williams een aantal manieren om als organisatie
menselijk over te komen, bijvoorbeeld door normale taal te gebruiken, niet teveel automatisch door te
plaatsen, vragen te beantwoorden, etc. Maar Williams kiest er toch voor om een instantie te blijven en
geen mens (of groep mensen) te worden. Deze instantie is namelijk alleen open tussen negen en vijf, volgt
automatisch iedereen terug en het is onbekend met welke personen je te maken hebt.

Kortom, veel valkuilen worden ontweken in deze Twitter-strategie voor organisaties, maar er blijven er
nog drie over:

• Maak bekend wie er toegang hebben tot het Twitter-account van de organisatie. Iedereen weet dat er
mensen achter zitten, laat even weten wie;
• Automatisch terugvolgen betekent dat er een computer achter zit en niet een mens. Sommige mensen
zijn relevant om te volgen voor een organisatie en dat kun je ook zichtbaar maken;
• Een vraag, klacht of melding uren of zelfs dagen laten liggen is niet in de geest van Twitter. Het is best
mogelijk om met het team af te spreken om regelmatig na te kijken of je wordt aangesproken (de re-
plies).

En alle andere medewerkers dan?


Twitter heeft ondertussen een zodanige omvang dat je ervan uit kunt gaan dat elke overheidsorganisatie
meerdere twitteraars onder haar medewerkers heeft. Het is natuurlijk prima dat er ook voor de organisatie
een kanaal op Twitter geopend wordt, maar vergeet niet dat elke medewerker op internet een ambassa-
deur is van je organisatie. Ze hebben hetzelfde middel tot hun beschikking en gebruiken het waarschijnlijk
de hele dag door. Is dat niet relevant voor een Twitter-strategie?

Het toevoegen van een nieuw kanaal aan de communicatiemix van de organisatie is niet moeilijk. Maar
dat is niet waar het bij web 2.0 om gaat. Het speelveld is veranderd: van overheidsorganisaties wordt ver-
wacht dat ze meedoen aan het gesprek online. Daarbij kan de communicatieafdeling niet meer als enige
de organisatie vertegenwoordigen, dat moeten alle medewerkers gezamenlijk doen. Dat is je nieuwe com-
municatiestrategie.

Het Twitter-beleid van het


Britse Department for
Business, Innovation
and Skills is te vinden op
http://twurl.nl/x6js5t

182 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Deel III. Aan het werk als ambtenaar 2.0

Direct de werkprincipes voor de ambtenaar 2.0 lezen?


Ga dan naar pagina 186.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 183


Hoofdstuk 10. Handvatten voor de ambtenaar 2.0
De wereld is snel aan het veranderen en voor ambtenaren is die veran-
dering misschien nog wel fundamenteler dan voor andere beroepsgroe-
pen. Dat betekent dat overheidsorganisaties moeten gaan investeren
in de 2.0-vaardigheden van ambtenaren. Dat lukt niet in één keer, dat
moet stukje bij beetje. Ambtenaar 2.0 heeft een aantal middelen om
collega-ambtenaren in kleine stappen in te leiden in de wereld van 2.0.
Daarover gaat de eerste paragraaf.

Sinds het uitkomen van het eerste boek heb ik veel vragen gekregen
over hoe je als ambtenaar 2.0 aan de slag kunt bij je eigen organisa-
tie. Hoe werk je eigenlijk als ambtenaar 2.0? Waarin is dat anders dan
anders? Om daarbij te helpen zijn de werkprincipes voor de ambtenaar
2.0 opgesteld. Geen gedragsrichtlijnen, maar hulpmiddelen om op een
moderne manier zoveel mogelijk te bereiken in je werk.

Ook vragen veel ambtenaren zich af wat ze wel en niet mogen op in-
ternet. Behalve de werkprincipes is daarom ook een Handreiking Amb-
tenaar 2.0 opgesteld. Als ambtenaar heb je je aan bepaalde gedragsre-
gels te houden. Dat was altijd al zo. Die gelden ook op internet. Maar
een online samenleving vraagt ook interactie vanuit de overheid. Hoe
ga je daarmee om? De Handreiking helpt daarbij.

De werkprincipes en de handreiking gaan vooral in op de houding en


werkwijze van de ambtenaar 2.0. Ze zeggen echter weinig over de
technische middelen en online instrumenten die zo’n manier van wer-
ken kunnen ondersteunen. In het eerste boek kun je daar meer voor-
beelden van vinden. Om daar toch een indruk van te geven heb ik op
een rij gezet welke middelen ik zelf zoal inzet. Dat is de laatste para-
graaf van dit hoofdstuk.

Leren over Ambtenaar 2.0


Lifehacking is een beweging van mensen Er wordt veel geschreven over Ambtenaar 2.0 en nog wel meer over
die handige manieren en trucs (o.a. op de web 2.0 in het algemeen. Daar helpen alle leden van Ambtenaar 2.0
computer) zoeken om hun leven efficiënter zelf ook aan mee. Aandacht vragen voor de gevolgen van web 2.0 voor
in te richten en naar hun hand te zetten. de overheid en de ambtenaar is één van onze doelstellingen. Vervol-
Volgens pionier Martijn Aslander is het een gens moeten we ermee aan de slag. En dat kan een flinke drempel zijn
mix tussen timemanagement, als je voor het eerst met al die nieuwe mogelijkheden wordt geconfron-
kennismanagement en persoonlijke teerd. Daarom biedt Ambtenaar 2.0 een palet aan middelen om meer te
ontwikkeling, met een vleugje web 2.0. leren over 2.0 en wat je ermee kunt. Voor jezelf, of om aan je collega’s
Zie www.lifehacking.nl aan te bieden.

1. Lees het boek


Men kan beginnen met het lezen van het eerste boek natuurlijk. Daarin
staat beschreven wat web 2.0 is en waar dat gevolgen heeft voor de
overheid en voor ons als ambtenaar. Met voorbeelden en allerlei prak-
tische tips en sites. Het boek is online beschikbaar maar ook gratis te
bestellen. Daarmee krijgen geïnteresseerden in één keer een overzicht.
boek.ambtenaar20.nl Kijk verder op boek.ambtenaar20.nl.

2. Nodig een spreker uit


Maar het werkt nog beter als iemand het komt uitleggen. Als je geïnte-
resseerd bent geraakt in web 2.0 en je afvraagt wat het voor gevolgen en

184 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


mogelijkheden heeft voor jezelf of je organisatie, dan kun je een spreker
uitnodigen om er meer over te vertellen. Daarvoor is het sprekersnetwerk
van Ambtenaar 2.0. Vul op een formulier in wat je zoekt en wij zoeken er
sprekers.ambtenaar20.nl een goede spreker bij. Kijk verder op sprekers.ambtenaar20.nl.

3. Kom naar de Open Koffie


Het gaat pas echt leven als je erover kunt praten. Met collega’s binnen de
eigen organisatie, maar ook met collega’s elders binnen de overheid. Dat
Kijk voor de bijeenkomsten van Ambtenaar kan online op de netwerksite van Ambtenaar 2.0, maar ook op bijeenkom-
2.0 in de agenda: agenda.ambtenaar20.nl sten die worden georganiseerd: de Open Koffie elke tweede maandag in
Den Haag, de maandelijkse borrel 2.0 en bijeenkomsten elders in het land.
Die bijeenkomsten geven de mogelijkheid elkaar te ontmoeten en ideeën
openkoffie.ambtenaar20.nl uit te wisselen. Kijk verder op openkoffie.ambtenaar20.nl.

4. Volg de cursus
Als je je verder wil verdiepen in het werken met web 2.0, de cultuur,
de instrumenten en de spelregels, dan is er de cursus ‘Werken met web
2.0’. Deze cursus gaat specifiek in op de werkzaamheden van ambtena-
ren en voorbeelden uit de overheid. Het is een praktische cursus met
cursus.ambtenaar20.nl veel ruimte voor discussie. Kijk verder op cursus.ambtenaar20.nl.

5. Leer wat tips en trucs


Na het volgen van de cursus kunnen deelnemers gebruik maken van een
aantal instrumenten en kunnen ze beter inschatten hoe ze ermee om
moeten gaan. Maar uiteindelijk leer je door het te doen. Door handige
tips te verzamelen en te verspreiden kun je je verder ontwikkelen als
ambtenaar 2.0. Lifehacking en workhacking voor ambtenaren. Kijk ver-
tips.ambtenaar20.nl der op tips.ambtenaar20.nl.

6. Stel een vraag in het forum


Als je daarna nog vragen hebt, over het gebruik van de handigste sites
en instrumenten of over hoe je 2.0 kunt inzetten voor je project of
organisatie, dan kun je een vraag stellen in het forum. De ruim 2500
leden van Ambtenaar 2.0 hebben met elkaar heel wat kennis, ideeën en
ervaring over overheid 2.0 ondertussen, dus er is vast iemand die je op
forum.ambtenaar20.nl weg kan helpen. Kijk verder op forum.ambtenaar20.nl.

7. Betrek je collega’s erbij


Er zijn nieuwe manieren om samen te werken. Daar kun je natuurlijk
niet in je eentje mee beginnen. Wil je Ambtenaar 2.0 promoten binnen
je eigen organisatie dan kan dat natuurlijk ook:

• Neem contact op zodat we ideeën kunnen uitwisselen:


contact.ambtenaar20.nl;
• Zet een artikel over Ambtenaar 2.0 in het personeelsblad of op het
intranet: teksten.ambtenaar20.nl;
• Maak een groep aan voor jouw organisatie en nodig je collega’s uit:
groepen.ambtenaar20.nl;
• Organiseer een bijeenkomst met een van onze sprekers:
sprekers.ambtenaar20.nl;
• Maak gebruik van bestaande materialen om te printen en te versprei-
den: materialen.ambtenaar20.nl.

organisatie.ambtenaar20.nl Kijk verder op organisatie.ambtenaar20.nl.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 185


Op Twitter wordt ondertussen ook een jargon ontwikkeld
om uitgebreide boodschappen toch in 140 tekens te pas-
sen. In dit geval beaamt (RT) Erik Jonker de uitspraak van
Niels Leerentveld dat het een goede tip was van het bedrijf
Evernote (@MyEn) hoe hun programma aan Twitter gekop-
peld kan worden, inclusief een link naar meer uitleg. Erik
stuurt dit bericht niet alleen naar zijn netwerk op Twitter,
maar ook naar zijn BZK-collega’s die gebruik maken van
Yammer (#yam), een soort Twitter voor intern gebruik.

Werkprincipes voor de ambtenaar 2.0


Van collega’s bij ministeries, gemeenten, provincies en waterschap-
pen krijg ik regelmatig de reactie dat ze weliswaar het boek hebben
gelezen, maar niet zo goed weten waar ze nu moeten beginnen. “Ik
wil wel, maar mijn omgeving is nog niet 2.0.” Als je collega’s hebt die
al 2.0 werken, dan is het een stuk gemakkelijker natuurlijk. Maar het
is geen voorwaarde. Het moet ergens beginnen en dat kan net zo goed
bij jou zijn. Om je op weg te helpen heb ik tien “werkprincipes voor de
ambtenaar 2.0” opgesteld. Dus: hoe werkt een ambtenaar 2.0?

Bij het opstellen van deze lijst heb ik geprobeerd om zelf volgens de
werkprincipes te werken. Ik heb ideeën verzameld uit mijn netwerk en
daartoe diverse instrumenten ingezet. Enkele tientallen mensen heb-
ben een bijdrage geleverd. Nu gaat het erom deze werkprincipes in te
zetten bij het dagelijks werk van de overheid, van jou als ambtenaar.
Doe er je voordeel mee!

De tien werkprincipes
1. Wees open en zichtbaar
2. Bepaal je eigen grenzen
3. Zorg dat anderen mee kunnen doen
4. Het proces is je product
5. Het kan altijd nog duidelijker en nog simpeler
6. Al het grote bestaat uit heel veel kleine delen
7. Het leven is altijd en overal
8. Neem initiatief
Bij de provincie Noord-Brabant hangen de 9. Ga voor oplossingen en resultaten
werkprincipes op het prikbord, zodat ze 10. Werk is persoonlijk
voor iedereen makkelijk na te slaan zijn.
Zie http://twurl.nl/m8jg27. Hieronder worden deze punten verder uitgewerkt.

1. Wees open en zichtbaar


Open werken is een voorwaarde voor anderen om bij te kunnen dragen.
Maak dus zichtbaar waar je mee bezig bent. Bijdragen kunnen immers
uit onverwachte hoek komen. Open werken leidt tot vertrouwen en
betrokkenheid. Het maakt verbindingen mogelijk. Op die manier neem
je mensen mee in je proces, zodat ze zich aan kunnen sluiten. Het
maakt je ook beter vindbaar op internet, waardoor je je impact kunt
verbreden. Het begint bij openheid.

186 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


2. Bepaal je eigen grenzen
Grenzen bestaan niet, die kies je. Ga niet uit van organisaties, dossiers
of functieomschrijvingen, maar van mensen, thema’s en netwerken.
Focus op het onderwerp en zoek daar de juiste mensen bij. Kijk door
de structuren heen en gebruik wat je nodig hebt om je doel te berei-
ken. Vergeet daarbij niet om je eigen grenzen te bepalen: je rol, taak
en doel. Wees daar realistisch in. Richt je op waar je meerwaarde en
kracht ligt en laat anderen de rest aanvullen.

3. Zorg dat anderen mee kunnen doen


Doe niets alleen, maar maak mogelijk dat anderen een bijdrage kunnen
leveren. In je netwerk zitten mensen met kennis, ideeën en energie en
daar kun je gebruik van maken. Die bijdrage kan groot of klein zijn en
in allerlei vormen komen. Wat voor de ene persoon een kleine bijdrage
is kan voor een ander van cruciaal belang zijn. Daar moet je niet alleen
voor open staan, dat moet je ondersteunen. Wat voor platform of mid-
delen moet je bieden om anderen te kunnen laten bijdragen? Van dat
proces ben jij de facilitator.

4. Het proces is je product


Niets is ooit klaar, maar het bestaat al vanaf het moment dat je begint.
En vanaf dat moment begint dus ook je werk: maak het zichtbaar en
betrek anderen. Zelfs een eerste idee kan het begin zijn van een groter
proces. Daarna kan het groeien en steeds verder uitgebouwd worden
tot een volwaardig product. Maar het kan altijd nog beter. Zorg er dus
voor dat je werk verder aangepast en verbeterd kan worden. De wereld
om je heen is immers continu in ontwikkeling.

5. Het kan altijd nog duidelijker en nog simpeler


Maak je werk toegankelijk en laagdrempelig, zodat anderen er gebruik
van kunnen maken en eraan deel kunnen nemen. Neem ze bij de hand
en leidt ze met kleine stapjes naar binnen. Hoe minder drempels, hoe
meer mensen je kunt betrekken. Kijk door de bril van je doelgroep en
maak het voor hen zo gemakkelijk mogelijk. Duidelijkheid levert ook
tijd op: vraag door, maak helder, communiceer precies en relevant en
maak duidelijk wat de mogelijkheden en jouw verwachtingen zijn.

6. Al het grote bestaat uit heel veel kleine delen


Denk groot, maar werk klein. Alleen met veel kleine stappen kun je je
doel bereiken. Frapper toujours! Maar incrementeel werken maakt je
ook flexibel, zodat je je koers kunt aanpassen naar aanleiding van nieu-
we ontwikkelingen. En door kleine delen zichtbaar te maken worden ze
behapbaar voor anderen om op te pakken. Je bereikt niets wanneer je
alles inzet op één grote klapper. Elk steentje dat wordt bijgedragen is
een deel van het gebouw.

7. Het leven is altijd en overal


Op internet is geen tijd of plaats. Virtueel kun je dus altijd en overal
zijn. Zorg dat je daar bent waar het gebeurt, waar de mensen zijn.
Door de online samenleving van een afstand te bekijken zie je hoe
de paadjes lopen, waar de dynamiek zit. Kijk door de chaos heen en
zie patronen. Zo kun je aansluiten op de ontwikkelingen. En die gaan
steeds sneller. Als je daarin een rol wil blijven vervullen, dan moet je
mee in dat tempo. Sneller is beter dus!

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 187


8. Neem initiatief
Heb je een idee, ga ermee aan de slag. Wacht niet teveel op anderen
om iets te ondernemen, maar betrek ze er wel bij. Door initiatief te
nemen, bepaal je het speelveld. Anderen kunnen zich dan later bij je
voegen. Gebruik je creativiteit, experimenteer en leer ervan. Alleen
door het te doen kun je leren. Dat vraagt om ondernemerschap: de wil
om iets te bereiken, om de overheid en het werk van de overheid een
beetje beter te maken. Het begint bij jezelf.

9. Ga voor oplossingen en resultaten


Wees positief, zie kansen. Er zijn meer mogelijkheden dan je denkt,
maar je moet het wel organiseren. Hou je ogen open voor risico’s en
belemmeringen, maar neem oplossingen als uitgangspunt en zoek de
weg daar naartoe. Uiteindelijk gaat het niet om je werk maar om de
werking die je hebt, concreet en praktisch. Zorg ervoor dat je stappen
maakt en dingen bereikt. Pas dan is het resultaat van je werk bruikbaar
en hebben anderen er iets aan.

10. Werk is persoonlijk


Ook de overheid is mensenwerk. Laat zien dat er een mens zit achter
je functie. Reageer als je wordt aangesproken en wees open, eerlijk en
jezelf. Sociale omgangsvormen zijn ook in je functie en op internet van
toepassing. Neem je persoonlijkheid dus mee naar je werk, want daarin
zit je kracht. Maak gebruik van je capaciteiten, je betrokkenheid, je
inzet en je netwerk en wees daar uniek in. Werk vanuit je persoonlijke
motivatie, maar vergeet niet af en toe te relativeren!

Floor Drees bereidt zich voor op een interview en gebruikt


crowdsourcing om tot goede vragen te komen.

Wat mag een ambtenaar op internet?


Door Pierre Deen

Na het leren over web 2.0 en de discussies die daarbij horen, ligt de uit-
daging natuurlijk in de inzet van deze nieuwe kennis in de praktijk. Niet
alleen in de samenwerking met andere ambtenaren, maar ook daarbui-
ten, op internet. De samenleving verwacht steeds vaker een responsie-
ve en interactieve overheid. Wat is de rol die we als ambtenaar daarbij
moeten vervullen? Wat mogen we online doen en zeggen? Waar moeten
we mee aan de slag? Daar is de Handreiking Ambtenaar 2.0 voor.

188 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


De handreiking bestaat uit drie onderdelen:
• De kaders: een opsomming van bestaande gedragsregels voor ambte-
naren en waar je ze kunt vinden;
• De Handreiking: vijf richtsnoeren om je te helpen bij het online func-
tioneren als ambtenaar;
• Veelgestelde vragen: vragen en antwoorden die je wellicht kunnen
helpen.

Hieronder staan de kader en de Handreiking beschreven. De veelge-


stelde vragen zijn op internet na te lezen. Daar is ook een discussiefo-
rum waar je andere vragen kwijt kunt. Kijk daarvoor op handreiking.
handreiking.ambtenaar20.nl ambtenaar20.nl.

Het antwoord van Maxime Verhagen op de vraag of ambte-


naren mogen twitteren.

Kaders: de bestaande gedragsregels voor ambtenaren


Een ambtenaar moet zich, net als andere werknemers, houden aan be-
paalde regels en afspraken. Dit zijn de kaders waarbinnen een ambte-
naar opereert. Dit geldt ook voor de omgang met sociale media zoals
weblogs en discussieforums. Hierna vind je de regels en kaders waar we
ons als ambtenaren aan dienen te houden.

Ambtenarenwet, artikel 125a


De Ambtenarenwet is te vinden op In de ambtenarenwet staan de rechten en plichten beschreven van
http://twurl.nl/m4j83b ambtenaren. Met name artikel 125a gaat in op het uiten van meningen
door ambtenaren in het publieke domein:

1. “ De ambtenaar dient zich te onthouden van het openbaren van ge-


dachten of gevoelens of van de uitoefening van het recht tot vereni-
ging, tot vergadering en tot betoging, indien door de uitoefening van
deze rechten de goede vervulling van zijn functie of de goede func-
tionering van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat
met zijn functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd.
2. Het eerste lid is, voor wat betreft het recht van vereniging, niet
van toepassing op het lidmaatschap van: a. een politieke groepering,
waarvan de aanduiding is ingeschreven overeenkomstig de Kieswet
of b. een vakvereniging.
3. De ambtenaar is verplicht tot geheimhouding van hetgeen hem in
verband met zijn functie ter kennis is gekomen, voor zover die ver-
plichting uit de aard der zaak volgt.”

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 189


Aanwijzingen externe contacten rijksambtenaren
De ‘Aanwijzingen externe contacten In 1998 was er onenigheid tussen de minister van Justitie en de ambte-
rijksambtenaren’ zijn te vinden op lijke top van het Openbaar Ministerie. De communicatie hierover ver-
http://twurl.nl/khfpwu liep deels via de media. Als reactie hierop werden de ‘Aanwijzingen
externe contacten rijksambtenaren’ opgesteld, in de wandelgangen
ook de Oekaze-Kok genoemd.

Hoewel oekaze doet vermoeden dat het een ferme beteugeling van de
bewegingsvrijheid van (rijks)ambtenaren betreft, valt dit in de praktijk
mee. Het is vooral een uitwerking van artikel 125a van de Ambtenarenwet:

“De aanwijzingen beogen in de eerste plaats meer duidelijkheid te


scheppen ten aanzien van de te volgen gedragslijn bij functionele con-
tacten tussen ambtenaren en derden. Ook beogen de nieuwe aanwijzin-
gen meer duidelijkheid te scheppen over de gelding van het grondrecht
op vrije meningsuiting bij het optreden van ambtenaren buiten zijn
functie (al dan niet als privé-persoon). De nieuwe aanwijzingen beogen
op dit punt door het geven van meer duidelijkheid de vrije meningsuiting
door ambtenaren te bevorderen. In een democratische rechtsstaat is
het van belang dat ambtenaren zich niet onnodig belemmerd voelen om
hun mening te geven over onderwerpen die het overheidsbeleid betref-
fen. Omdat in de praktijk de meeste vragen zich voordoen bij contac-
ten tussen (leden van) de Staten-Generaal en ambtenaren, wordt in de
nieuwe aanwijzingen op die contacten het meest uitvoerig ingegaan.”

Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR)


Het ARAR is een uitwerking van de ambtenarenwet van de materiële
rechten en plichten van de ambtenaren werkzaam bij het Rijk. Het
ARAR kent geen bepalingen over uitingen in de publieke ruimte of om-
gang met externe partijen.

Een handreiking voor ambtenaren online


Ook op internet dient een ambtenaar zich te gedragen als een amb-
tenaar. Dat moge duidelijk zijn. Maar een nieuwe omgeving stelt ook
weer nieuwe eisen: er zijn nieuwe verwachtingen en andere omstan-
digheden. De Handreiking Ambtenaar 2.0 probeert in te gaan op deze
De Britse ‘Principles for participation vragen en daar wat richtsnoeren voor mee te geven. Daarbij zijn de
online’ zijn te vinden op Britse ‘Principles for Participation Online’ als voorbeeld gebruikt. Zie
http://twurl.nl/rukuyq hieronder de vertaling.

Wees geloofwaardig
Als ambtenaar ben je accuraat, eerlijk, transparant en betrouwbaar in
één-op-één-contacten en tijdens open discussies met meerdere deelne-
mers. De uitlatingen die je doet, zijn uit naam van jouw organisatie.

Wees consistent en constructief


Je gedrag en houding richting anderen is consistent. Stimuleer anderen
door constructief te reageren en reacties aan te moedigen.

Wees open en ontvankelijk


Deel je expertise en maak duidelijk wat je van anderen nodig hebt en
wilt weten. Verwijs waar mogelijk door naar anderen. Laat merken dat
je luistert. Maak duidelijk dat je optreedt namens jouw organisatie.

190 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Integreer online en offline communicatie
Verbind waar mogelijk online met offline vormen van communicatie
(multi-channel). Sluit je deelname op internet aan bij je reguliere (off-
line) werkzaamheden. Documenteer je bijdragen. Maak tijd vrij voor
online participatie, want het kost tijd.

Wees een ambtenaar


Je bent een ambassadeur van je organisatie. Gedraag je als een goed
ambtenaar: zorgvuldig, onkreukbaar en betrouwbaar.

En denk verder aan:


• De Handreiking Ambtenaar 2.0 gaat over jouw online participatie als amb-
tenaar. Handel op dezelfde wijze als je zou doen ten opzichte van andere
media of publieke optredens zoals het spreken op een conferentie;
• Maak je rol duidelijk als vertegenwoordiger van je organisatie tenzij er
bijzondere omstandigheden zijn, zoals een potentiële bedreiging van je
persoonlijke veiligheid. Geef nooit persoonlijke gegevens vrij zoals je huis-
adres en telefoonnummers;
• Bijdragen op internet blijven altijd vindbaar, ook persoonlijke informatie,
en deze kunnen door andere media worden overgenomen. Blijf binnen de
wettelijke kaders van het auteursrecht en onthoud je van mogelijk bele-
digende uitspraken;
• Dit betekent ook dat je geen informatie vrijgeeft, toezeggingen doet noch
deelneemt aan activiteiten in naam van je organisatie zonder dat je daar
toe bevoegd bent;
• Het kan voorkomen dat je als individu in de belangstelling van de media
komt. Ga dan zorgvuldig om met je uitlatingen, of het nu in de officiële
dan wel in de privésfeer gebeurt. Stem in geval van twijfel altijd je bijdra-
ge af met collega’s, direct leidinggevende of de directie Communicatie;
• Veel organisaties hebben een gedragscode voor internet. Zoek die op en
houd je daaraan.

Meer informatie vind je in de FAQ (de veelgestelde vragen) van de


Handreiking. Ook kun je vragen stellen in het bijbehorende forum. Zie
daarvoor handreiking.ambtenaar20.nl.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 191


Voorbeeld: Een klacht opvangen via Twitter

Via internet kun je ook bijhouden wat er over je


organisatie wordt gezegd.

Ik attendeerde enkele collega-ambtenaren bij de


gemeente Den Haag hierop.

Uiteindelijk is dit voorval door iemand gemeld bij


het afdelingshoofd.

Welke 2.0-instrumenten gebruik ik zoal?


Web 2.0 (of “sociale media”) is een verzamelnaam voor een nieuwe
generatie internetsites die iedereen in staat stellen om online informa-
tie te verzamelen of te delen, het gesprek aan te gaan met anderen of
samen te werken. Er is een gigantische verzameling van dit soort sites
Go2web20 biedt een uitgebreid overzicht ontstaan (kijk maar eens op go2web20.net), van klein tot groot. En als
van bestaande en nieuwe 2.0-sites. Zie je de juiste weet te vinden, kan het je enorm veel armslag geven in je
www.go2web20.net werk. Dit is hoe ik het heb aangepakt.

Door gebruik te maken van allerlei 2.0-sites en -instrumenten ben ik zo-


wel efficiënter als interactiever gaan werken. Ik ben in staat om meer

192 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


www.gmail.com is het e-mailprogramma informatie te verwerken en sneller de juiste informatie te vinden, maar
van Google en draait online. Het programma ik ben ook meer gaan delen en meer met anderen gaan samenwerken.
biedt geen mogelijkheid om informatie in Beide aspecten hebben ertoe bijgedragen dat ik meer heb kunnen be-
mappen in te delen, maar gebruikt labels reiken. Zelf ben ik niet veranderd natuurlijk, maar ik heb meer kunnen
(tags dus), sterren (favorieten) en een snelle halen uit de kwaliteiten die ik al had.
zoekmachine om informatie te ordenen.
Berichten worden per conversatie bij elkaar De meerwaarde van 2.0-instrumenten ligt voor mij vooral in
gezet en via plug-ins kunnen handige • informatie verzamelen en bewaren,
functionaliteiten worden toegevoegd. • kennis delen en ideeën verspreiden,
• contacten leggen en communiceren en
www.ning.com is een internetdienst waar • samenwerken en organiseren.
een eigen sociale netwerksite kan worden
gestart. Anderen kunnen daar lid van Aan de hand van deze categorieën zal ik mijn verhaal vertellen.
worden, discussiëren, bloggen, etc.

Woordenboek: Rss-feeds zijn stromen van


informatie die gebruikers kunnen
integreren in hun pagina (bijv. Netvibes)
om op de hoogte te blijven van nieuws.

www.frankwatching.com is een
invloedrijk weblog gericht op marketing,
het nieuwe werken en web 2.0.

www.thenextweb.com is een
internationaal georiënteerd weblog over
ontwikkelingen op internet en in web 2.0.
Screenshot Gmail
Woordenboek: Een retweet is het
doorsturen (opnieuw tweeten) van Informatie verzamelen en bewaren
andermans bericht (een tweet) naar de Ik maak eigenlijk gebruik van twee dashboards, te weten Gmail en
eigen volgers. Netvibes. In Gmail komt niet alleen e-mail binnen, maar ook diverse
meldingen bijvoorbeeld van nieuwe volgers op Twitter of reacties op
www.google.com/alerts biedt een discussies waar ik aan meedoe (op Ning of LinkedIn). Dat komt niet al-
gepersonaliseerde zoekdienst op basis van lemaal in één inbox, maar via filters wordt het ingedeeld in groepen.
woorden die je zelf ingeeft (bijv. je naam). Vervolgens verschijnen deze berichten dankzij een plug-in van Gmail in
Op het moment dat de zoekmachine een aparte, kleine venstertjes naast de inbox, zodat ik ze in een ooghoek
nieuwe pagina vindt met dat woord erin kan volgen en eventueel later kan lezen.
ontvang je een bericht via e-mail of rss.
Maar mijn echte dashboard is Netvibes.com. Hier komen diverse rss-
search.twitter.com is de zoekmachine van feeds samen. Een slow feed met enkele blogs van mensen die ik interes-
Twitter. Ook de meest recente berichten sant vind en een fast feed met enkele online magazines die regelmatig
zijn via de zoekmachine terug te vinden publiceren. Deze kijk ik echter zelden in, en wel om twee redenen:
dus discussies over een onderwerp of tag relevante sites als Frankwatching en TheNextWeb volg ik tegenwoordig
kunnen live gevolgd worden (zie bijv. de via hun berichten op Twitter. Maar belangrijker: ik vertrouw meer op
verslaglegging tijdens een Open Koffie op mijn “sociale filter”. Als ik zie dat iemand uit mijn netwerk een artikel
http://search.twitter.com/ doorstuurt (retweet) op Twitter of erover blogt, dan is de kans heel
search?q=openkoffie). Van de resultaat- groot dat het ook voor mij relevant is!
pagina is ook een rss-feed beschikbaar.
Daarnaast zoek ik informatie op basis van zoekwoorden of trefwoor-
www.delicious.com is een internetdienst den. Google Alerts meldt mij als mijn naam ergens op internet wordt
waar gebruikers hun favoriete internetsites gebruikt. Twitter Search doet hetzelfde voor mijn naam, de naam van
kunnen opslaan en delen en op elke compu- mijn werkgever en Ambtenaar 2.0. In Delicious houden honderdduizen-
ter kunnen raadplegen. den hun favoriete links bij. Als iemand daar de tag “government2.0” of

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 193


iets vergelijkbaars gebruikt, dan is dat waarschijnlijk interessant voor
mij. Van al deze bronnen en zoekresultaten kun je een rss-feed maken
www.google.com/reader is de rss-lezer en tonen in Netvibes of Google Reader.
van Google. Daarmee kunnen diverse
rss-feeds worden bijgehouden en Zoveel rss-feeds kan onoverzichtelijk worden, ook in een dashboard.
gebundeld om op die manier ontwikkelin- Maar zo’n stroompje informatie kun je gemakkelijk bundelen met an-
gen op tientallen internetsites tegelijk bij dere stroompjes om een brede informatierivier te maken. Dat kan met
te houden. Of meer. Yahoo Pipes. Daar combineer ik de stromen of “pijpen” met informatie,
haal dubbelingen eruit, filter op woorden (als ik bijvoorbeeld zelf de
pipes.yahoo.com is een platform om auteur ben, dan hoef ik mijn eigen bijdragen niet terug te zien) en
online applicaties te bouwen op een vervolgens komt er één rss-feed uit waar alles in zit. Ik gebruik waar-
simpele en overzichtelijke manier. Het schijnlijk maar 1% van alle mogelijkheden van een site als Pipes, maar
resultaat kan weer in andere sites worden op deze manier bespaar ik al heel veel tijd.
opgenomen.

Screenshot Yahoo Pipes

Kennis delen en ideeën verspreiden


Ambtenaar 2.0 begon met een weblog: om mijn ideeën over web 2.0
bij de overheid te toetsen en er feedback op te krijgen. Ik koos daar-
voor WordPress, een gratis blogprogramma zonder advertenties. Er zijn
twee versies: je kunt je blog bij je eigen provider zetten (zelf de soft-
ware downloaden en daar weer installeren) of je blog staat opgeslagen
www.feedburner.com biedt de mogelijk- bij WordPress zelf. Dan hoef je alleen maar een naam te verzinnen en
heid om automatisch een nieuwsbrief te je kunt aan de slag. Je hebt dan alleen minder mogelijkheden om func-
verzenden zodra er een nieuw bericht is op tionaliteiten toe te voegen.
de site. Feedburner biedt veel mogelijkhe-
den om de nieuwsbrieven vorm te geven, Iedereen kan zich abonneren op nieuwe blogs en reacties daarop via rss,
de verzending in te plannen en de maar er kan meer. Via Feedburner wordt een automatische mailinglist
abonnees te beheren. Geïnteresseerden gemaakt en kun je bijhouden hoeveel abonnees je hebt. Verder kan
kunnen zichzelf abonneren en afmelden. Twitterfeed ervoor zorgen dat elk blogje via je rss-feed ook op Twitter
wordt geplaatst. Je kunt ook zelf een mailinglist maken via MailChimp.
www.twitterfeed.com biedt de mogelijk- Zo kun je je op boek.ambtenaar20.nl abonneren op mijn mailinglist
heid om de informatie uit een rss-feed naar voor als je op de hoogte wil blijven van nieuwe ontwikkelingen rond
Twitter te versturen. Daardoor kunnen het boek Ambtenaar 2.0.
bijvoorbeeld nieuwe blogs automatisch
worden getwitterd of kan een twitternie- Twitter is net zo multifunctioneel als een wit vel papier. Voor mij komt
uwsdienst rond een bepaald onderwerp Twitter overal terug. Ik gebruik het ook om kennis te delen en te ver-
worden opgezet door diverse feeds van sites spreiden. Interessante twitterberichten stuur ik door (retweet), evenals
te combineren en die weer te verspreiden blogs en sites die me in het oog springen. Wil je weten wat er gebeurt
via een speciaal twitterkanaal. op het gebied van overheid en web 2.0, dan kun je volstaan met mij via
Twitter te volgen (automatisch doorgeplaatst op Facebook en Hyves).

194 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


www.flickr.com en www.picasa.com zijn Via Twitter laat ik weten waar ik mee bezig ben en wat ik belangrijk
internetsites waar gebruikers hun foto’s vind. Andere relevante sites zet ik op Delicious, dat tegenwoordig ook
kunnen plaatsen en delen. Een groot deel links naar Twitter kan doorplaatsen.
van de foto’s is openbaar toegankelijk en
soms zelfs herbruikbaar (onder licentie van Maar er is meer dan alleen geschreven tekst. Ik heb foto’s op Flickr
Creative Commons). Flickr is een onderdeel en Picasa staan, filmpjes op YouTube en Vimeo. Als ik onderweg iets
van Yahoo, Picasa van Google. tegenkom wat een foto of video waard is dan stuur ik het met de pda
direct via e-mail naar Ambtenaar 2.0 (de fotogalerie op Ning) of naar
www.youtube.com en www.vimeo.com MobyPicture, dat de foto vervolgens weer doorplaatst op Twitter en
zijn internetsites waar gebruikers hun Hyves. Presentaties staan op Slideshare, maar meestal op Scribd, waar
video’s kunnen plaatsen en delen. YouTube ik ook allerlei documenten neerzet en bruikbare materialen voor wie
is onderdeel van Google. Ambtenaar 2.0 wil promoten. En al deze foto’s, video’s en documenten
kunnen vervolgens weer geëmbed worden in andere sites, bijvoorbeeld
www.mobypicture.com is een Nederlandse mijn weblog.
site waar foto’s naartoe gestuurd kunnen
worden (via e-mail of uploaden), waarna ze Contacten leggen en communiceren
worden opgeslagen en verspreid via Twitter, Vanwege mijn vele online activiteiten ben ik goed te vinden op in-
Hyves of andere sites. ternet. Als je op mijn voornaam zoekt vind je diverse manieren om
contact met me op te nemen: via Twitter, LinkedIn, Ambtenaar 2.0,
www.slideshare.com is een platform voor etc. Vindbaarheid is belangrijk: Het levert nieuwe contacten en ken-
het delen van presentaties. De presentaties nis op. Ik heb ook een eigen site, www.davied.nl. Daar gebeurt niet
kunnen online worden afgespeeld, zoveel, alleen wat links naar andere sites waar ik te vinden ben en wat
gedownload of geëmbed. informatie over mezelf. De site is goed voor de vindbaarheid, maar om
contacten te leggen en te communiceren ga ik liever naar plekken waar
al mensen zijn.

Ik zit ook op Hyves en Facebook omdat daar veel vrienden en kennissen


lid van zijn en omdat er veel interessante dingen gebeuren, maar mijn
werkcontacten en mijn curriculum vitae kun je vinden op LinkedIn. Ik
vind het belangrijk om mijn cv hier goed bij te houden zodat anderen
kunnen zien wat ze aan me hebben. Ik keur niet elk verzoek om te
linken goed, alleen mensen die ik ken of op één of andere manier mee
samenwerk. Verder ben ik lid van diverse groepen, maar niet zo actief.
www.twittercounter.com maakt het De groepen zijn een succes op LinkedIn. Ambtenaar 2.0 probeert op al-
mogelijk om statistieken te bekijken van je lerlei platformen in ieder geval aanwezig te zijn, maar in de groep op
Twitter-account, bijvoorbeeld de LinkedIn gebeurt ook daadwerkelijk iets.
ontwikkeling van het aantal volgers.
Twittercounter biedt daarnaast de Veel mensen ontmoet ik op de netwerksite van Ambtenaar 2.0. De site
mogelijkheid een widget op je site te is gebouwd met Ning. Met Ning kun je heel simpel je eigen netwerksite
zetten, zodat zichtbaar wordt welke bouwen rond een specifiek thema. Op die manier verzamel je mensen
andere gebruikers daar aanwezig zijn of om je heen met dezelfde interesse. In het geval van Ambtenaar 2.0
zijn geweest. zo’n 2500, maar er zijn nog veel grotere netwerken. De meeste leden
vullen ook hun profiel in, zodat je meteen weet met wie je te maken
Woordenboek: Een dm is een bericht in hebt. Ook handig is Twittercounter: als je die op je site zet kun je zien
Twitter dat niet voor iedereen zichtbaar is welke twitteraars (tweeps) je site aan het lezen zijn.
maar direct van persoon naar persoon
wordt gestuurd. Dm staat voor direct Voor direct contact gebruik ik toch het meest e-mail, maar dat neemt
message. aanzienlijk af. Via LinkedIn, Ning, Hyves of Twitter (via een dm) kun je
immers ook heel gemakkelijk een bericht sturen. Het middel is voor mij
Woordenboek: Instant messaging, ofwel steeds minder relevant. Gedurende de dag praat ik echter het meeste
chatten, is het voeren van een gesprek via Twitter. Chatten (instant messaging) via MSN Messenger doe ik wei-
door het versturen van korte tekstberichten nig en Skype is alleen voor als mijn ouders in het buitenland zijn. Ik vind
tussen personen die tegelijkertijd online de programma’s te zwaar (installeren, opstarten, etc.). Google Talk is
zijn. gemakkelijker, dat werkt gewoon in je browser en binnen Gmail. Voor

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 195


www.tokbox.com is een site waar videobellen zou ik Tokbox, dat ook online werkt, misschien meer kun-
gebruikers kunnen chatten of videobellen nen gebruiken.
zonder aparte programma’s op de
computer te hoeven installeren. De site
maakt gebruik van bestaande contactperso-
nen uit MSN, Google Talk of Yahoo
Messenger.

addons.mozilla.org is de site waar add-ons


of plug-ins kunnen worden toegevoegd aan
de Firefox-browser. Er zijn ruim 5000
aanvullingen te vinden om Firefox aan te
passen aan het eigen werk. Screenshot LinkedIn

Woordenboek: Een wiki is online software


waarmee personen gezamenlijk aan één Samenwerken en organiseren
document kunnen werken, waarbij elke Mijn netwerk zit verspreid over heel Nederland, dus samenwerking moet
wijziging wordt gelogd. wel online gebeuren. Behalve als iemand recht tegenover je zit in de-
zelfde kamer, is er op internet altijd een contactmogelijkheid te vinden
www.pbworks.com is een gratis online die laagdrempeliger is dan opstaan en helemaal naar iemand toe gaan.
wiki. De site is gemakkelijk te gebruiken en Ik gebruik (ook op het werk!) Firefox als browser en twee plug-ins maken
bevat geen reclames (in tegenstelling tot Twitter nog simpeler dan het al is. Met Twitterbar kun je via de adres-
www.wetpaint.com). balk van je browser berichten plaatsen en Echofon (voorheen Twitterfox)
toont berichten rechts onderin je beeldscherm, in je ooghoek dus. Voor
groups.google.com is een platform om een mijn gevoel werk ik zo constant met tientallen mensen samen.
eigen mailinglist op te starten. Een e-mail
die naar de mailinglist wordt gestuurd Samenwerken gaat niet altijd in korte berichten. Soms werk je samen
wordt verspreid onder iedereen die lid is aan een gemeenschappelijke tekst of plan. Daarvoor zijn wiki’s ideaal. Ik
van de lijst. Online wordt een archief schrijf bijna al mijn teksten in wiki’s, zodat anderen er altijd aanvullin-
bewaard van alle berichten. gen op kunnen doen en mee kunnen denken terwijl ik aan het schrijven
ben. Voor wie actief bezig is met Ambtenaar 2.0 is er een zogenaamde
www.friendfeed.com is een veelzijdige “werkplaats” ingericht. Daar worden achtergrondteksten bewaard en
internetsite waar je je kunt abonneren op bijgehouden en er worden ideeën en projecten uitgewerkt en nieuwe
berichten van anderen, groepen kunt teksten (bijvoorbeeld de wekelijkse mailings) geschreven. Voor de werk-
vormen en discussies kunt voeren. plaats gebruiken we Wetpaint, maar Pbworks is ook heel geschikt als
wiki.
docs.google.com is een online tekstver-
werkingsprogramma, waar documenten Ambtenaar 2.0 heeft ook een redactie van vrijwilligers die beheerklus-
geschreven kunnen worden en gedeeld met sen doen. De redactie houdt contact via een verzendlijst in Google
anderen. Behalve voor documenten zijn er Groups. Een mail daarheen wordt automatisch aan alle redactieleden
ook versies om samen te werken aan verspreid en er wordt een archief bijgehouden. Voor technische kwes-
spreadsheets, presentaties, formulieren, ties wordt FriendFeed gebruikt, een soort online discussiestroom die
etc. via mail, rss en op diverse andere manieren te volgen is. Behalve de
werkplaats-wiki wordt soms Google Docs ingezet om samen aan een
www.mindmeister.com is een online tekst te werken. Maar meestal praten de redactieleden gewoon mee in
programma om mindmaps te maken. De alle discussies en de reacties op Ning natuurlijk.
mindmaps kunnen worden gedeeld met
anderen of openbaar worden gemaakt, De laatste tijd heb ik veel gebruik gemaakt van de mindmaps van Mind-
zodat meerdere gebruikers een bijdrage meister om ideeën te ordenen, maar ook om bijdragen van anderen te
kunnen leveren aan de brainstorm. verzamelen. Nadat ik een opzet in Mindmeister had geschreven, heb ik

196 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


www.surveymonkey.com biedt ruime de mindmap open gezet en via Twitter anderen opgeroepen om ideeën
mogelijkheden om een enquête online te of commentaar toe te voegen. Later ben ik die ideeën gaan uitwerken
zetten en de resultaten te beheren, in een wiki (ook weer open) en is het uiteindelijk een blog geworden.
interpreteren en verspreiden. Andere manieren om zo kennis en bijdragen van anderen te verzamelen:
open een enquête op Surveymonkey of maak een formulier met Wufoo.
www.wufoo.com is een site waar Alle antwoorden worden opgeslagen in een eigen database.
veelzijdige formulieren kunnen worden
gebouwd en beheerd voor diverse
doeleinden.

Screenshot Mindmeister

Kies de middelen die jou verder helpen


Dat was de opsomming van site en programma’s die ik regelmatig ge-
bruik. Een lange lijst en wellicht zie je door de bomen het bos ondertus-
sen niet meer. Maar het gaat erom dat je eruit plukt wat je zelf kunt
gebruiken. En elke keer leer je weer iets nieuws en voeg je het toe aan
je gereedschapskist. Alles wat ik hiervoor het opgesomd is gratis (soms
met reclame) en zonder technische kennis te gebruiken. Met logisch na-
denken, niet teveel angst en een beetje gevoel voor computers kom je
een heel eind. En anders zijn er genoeg online forums om een antwoord
te krijgen op je vraag, zoals tips.ambtenaar20.nl.

Belangrijker nog dan kennis van al deze tools is mensenkennis. De soci-


ale omgangsvormen zijn soms net iets anders dan in de fysieke wereld,
maar uiteindelijk gaat het gewoon om mensen. Achter elk Twitter-ac-
count, achter elke reactie, achter elk blog en elke site zit gewoon een
mens als jij en ik. Via deze sociale media kun je hem of haar bereiken,
maar echt contact hebben en samenwerken, dat moet je zelf doen.

Ben je ambtenaar en wil je meer leren over werken met web 2.0, kijk
dan op cursus.ambtenaar20.nl.

Screenshot Netvibes

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 197


Wat betekent web 2.0 voor de ICT-afdeling?

De groei van het internetgebruik bij organisaties levert allerlei nieuwe uitdagingen op, bijvoorbeeld rond-
om bandbreedte. Maar daarnaast leveren web 2.0 en de vele beschikbare applicaties die op internet be-
schikbaar zijn (cloud computing) ook strategische vragen op waar ICT-afdelingen zich voor gesteld zien.
Een aantal overwegingen.

Een flinke (overheids)organisatie is al snel met enkele honderden applicaties en softwarepakketten in de


weer. Niet alleen Windows en Word, maar ook allerlei grote en kleine bedrijfssystemen, serversoftware
en databanken. Dit brengt hoge kosten met zich mee voor licenties, onderhoud en installatie van updates.
Daarbij moet de benodigde kennis worden bijgehouden en het moet ook nog allemaal met elkaar samen-
werken.

De ICT-afdelingen hebben de afgelopen jaren veel moeite gedaan om het aantal applicaties te beperken.
Dus als er een vraag is wordt er eerst gekeken of het met bestaande applicaties opgelost kan worden. Het
ligt voor de hand dat het willekeurig downloaden van freeware of shareware niet wordt gestimuleerd: dat
geeft immers allerlei risico’s qua beveiliging, aansprakelijkheid en beheer.

Waarom zou je online software gebruiken?


Bij de beoordeling van nieuwe applicaties wordt gekeken naar de functionaliteit. Wil je internetsites bekij-
ken, dan krijg je een browser (bij de meeste ministeries Internet Explorer 6). Wil je documenten schrijven,
dan krijg je een tekstverwerkingsprogramma (meestal Microsoft Word). Tot voor kort had je daar niets in
te kiezen en moest je het doen met wat je aangeleverd kreeg. Maar door web 2.0 zijn er nu ook online
tekstverwerkers (“software as a service”) zoals Zoho Writer en Google Docs. Je kunt kiezen!

Het heeft natuurlijk meerwaarde om gebruik te maken van het standaardproduct: al je collega’s gebruiken
het en je kunt de ICT-afdeling bellen voor ondersteuning. Waarom zou je een online Word gaan gebruiken?
Dat kan zijn omdat je het persoonlijk handiger vindt en er efficiënter mee werkt, of omdat het meer mo-
gelijkheden biedt. Zo kun je in Google Docs met anderen samenwerken aan documenten, zelfs van buiten
je organisatie. Die functionaliteit biedt je standaard werkplek niet.

Kring of Ning?
Je kunt natuurlijk zeggen: deze sites staan toch allemaal buiten de organisatie, waarom zou de ICT-afdeling
zich daar zorgen over moeten maken? Zo simpel is het niet. Je loopt immers nog steeds tegen vraagstuk-
ken van beveiliging, archivering, opleiding, ondersteuning en uitwisseling aan. Het gebruik van software op
internet is in grote mate een eigen verantwoordelijkheid: dat je veilig omgaat met wachtwoorden, dat je
ontwikkelingen en beslissingen in bijvoorbeeld beleidsontwikkeling vastlegt en archiveert, etc. Dat wordt
allemaal niet voor je geregeld.

Dus toch maar wachten tot de ICT-afdeling die functionaliteit gaat aanbieden? Rijksweb, het intranet van
de rijksoverheid, biedt een wiki-functionaliteit, maar die is erg gebruikersonvriendelijk. Ook is geruime tijd
gewerkt aan “Kringen”, waar je online kunt discussiëren en samenwerken (zoiets als Ning). Behalve dat je
daarmee niet kunt samenwerken buiten de rijksoverheid is het probleem dat deze functionaliteiten altijd
achter zullen lopen bij de ontwikkelingen op internet. Daar gebeurt het.

Actiepunten voor de ICT-afdeling


Kortom, ik denk dat het gebruik van online software en 2.0-sites door ambtenaren voorlopig nog wel zal
blijven groeien: omdat het functionaliteiten biedt waar interne software niet in kan voorzien, omdat men-
sen graag zelf kiezen hoe en waarmee ze het meest efficiënt en effectief kunnen werken en omdat het
zo goed als onmogelijk is om de snelheid van de ontwikkelingen op internet bij te houden. ICT-afdelingen
zullen na moeten gaan hoe ze met dit vooruitzicht omgaan. Wat wordt de strategie?

198 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Het is moeilijk om alle aspecten en bijkomstigheden daarvan te overzien, maar twee denkrichtingen wil ik
wel noemen. Ten eerste kun je constateren dat er enkele grote aanbieders zijn waar veel ambtenaren nu al
mee werken, bijvoorbeeld Google Docs en Ning. Het heeft dus meerwaarde om bijvoorbeeld de beveiliging
van die aanbieders te onderzoeken en van een goedkeuring of extra aandachtspunten te voorzien (zoals
LNV nu doet met SocialText, dat voor de proefprojecten van werken 2.0 wordt gebruikt). Bij het onderzoe-
ken van dergelijke sites moet worden gelet op:

• de veiligheid van de verbinding: is het mogelijk een (veiliger) https-verbinding aan te gaan, zodat infor-
matie tussen je computer en de site niet onderschept kunnen worden?
• de beveiliging van de voorziening: hoe wordt informatie opgeslagen door een leverancier, hoe vaak
wordt een back-up gemaakt, wie kan bij welke informatie?
• informatiebeheer in Europa: de Amerikaanse overheid kan toegang krijgen tot databanken op Ameri-
kaanse grondgebied, ook van internetsites. Is het mogelijk gebruik te maken van databanken in Europa?
• de toekomstbestendigheid van de leverancier: het kan altijd gebeuren dat een leverancier over de kop
gaat, maar met start-ups misschien nog iets sneller.

Dat zijn volgens mij zaken die ICT-afdelingen nu al op kunnen pakken. Daarnaast zullen ze zich voor de
lange termijn moeten inrichten op deze nieuwe situatie, bijvoorbeeld door:

• contracten af te sluiten met leveranciers, bijvoorbeeld over extra veiligheidsmaatregelen, over het ge-
bruik van een eigen deel van de site of over het intern op het eigen netwerk hosten van de voorziening;
• nieuwe opleidingen en informatievoorziening aan gebruikers te geven, bijvoorbeeld over veiligheid, archi-
vering en natuurlijk het gebruik van de voorziening zelf;
• beheer en ondersteuning te organiseren en de helpdesk op te leiden in het ondersteunen van de belang-
rijkste online voorzieningen;
• online voorzieningen te integreren in de eigen omgeving, bijvoorbeeld periodieke back-ups, de inzet van
handige plug-ins en add-ons.

Ondersteuning voor ambtenaren online?


Hierboven heb ik het vooral gehad over het gebruik van online software: sites die een handige functiona-
liteit bieden om samen te werken. Maar veel online activiteit van ambtenaren vindt ook op andere sites
plaats, bijvoorbeeld als ze reacties geven op blogs, deelnemen aan een discussieforum of een aanpassing
doen in Wikipedia. Al die reacties staan verspreid over internet, niet in één site. Ook dat levert vragen op.
Hoe kun je als ambtenaar een overzicht bijhouden van je reacties? Wat als die reacties worden veranderd
door de sitebeheerder?

Ook daarbij kan de ICT-afdeling helpen, bijvoorbeeld met software die online reacties en bijdragen verza-
melt en opslaat. Niet voor controle door de baas, maar voor je eigen overzicht en dus in jouw eigen beheer.
Een voorbeeld van een site die dat doet is BackType. Erg handig, maar alleen te gebruiken op internet.
Maar is BackType veilig? Is het bedrijf toekomstbestendig? De ICT-afdeling gaat het nog druk krijgen!

Blijkbaar had Chido een probleem waarbij een tekst die


hij net online had getypt (bijvoorbeeld een reactie op een
blog) was verdwenen doordat op moment van verzending
de internetverbinding haperde. Ingmar verwijst naar een
tip in het eerste boek Ambtenaar 2.0 om dat soort situaties
te voorkomen.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 199


Hoofdstuk 11. Wat komt er na Ambtenaar 2.0?
Een vraag die me ook vaak gesteld wordt: Wat komt er na Ambtenaar
2.0? Ambtenaar 3.0 zeggen sommigen. Aan web 3.0 wordt toch ook ge-
werkt nu? Grappenmakers zeggen dat dit het jaar is voor versie 2.009.
Op de conferentie Overheid 2.0 op 4 Er is zelfs een initiatief gelanceerd om maar te beginnen met overheid
december 2008 is ook het initiatief Overheid 1.7, want 2.0 is toch te hoog gegrepen. Hoe dan ook: als dit Ambtenaar
1.7 gelanceerd. Zie www.overheid17.nl 2.0 is, dan moet er toch iets na komen?

Wat is web 3.0?


Web 1.0 was het internet van informatie, van de digitale brochures en
formulieren. De naam is pas later bedacht, analoog aan de term web
2.0. Die term werd namelijk gelanceerd om aan te geven dat er op
internet iets aan het veranderen was. Dat het ging om een internet van
mensen, een sociaal web, waar elke internetgebruiker zichzelf kon la-
ten horen, meepraten met discussies, bijdragen leveren aan een online
encyclopedie, etc.

Woordenboek: Second Life is een Toen de term web 2.0 eenmaal was verzonnen moest er ook een web
3D-omgeving waar gebruikers een 3.0 zijn natuurlijk. Verschillende ontwikkelingen op internet zijn al
personage kunnen aanmaken, landschap- getooid met die term: driedimensionale omgevingen als Second Life,
pen en gebouwen kunnen inrichten en mobiele en geografische mogelijkheden (GPS), netwerken in huis en je
contact kunnen hebben. directe omgeving (ambient intelligence) en het tonen van internetin-
formatie in de werkelijke omgeving (augmented reality). Kortom, op
Woordenboek: Ambient intelligence, ook alle ontwikkelingen die voor ons liggen. Maar meestal wordt met web
bekend als het internet der dingen, is het 3.0 het semantische web bedoeld.
samenwerken van allerlei apparaten in je
omgeving (bijv. thuis) via draadloze Web 3.0 in de zin van het semantische web is een toekomstbeeld van
netwerken. een internet waar informatie rond concepten of personen met elkaar
verbonden is zodat een zo volledig mogelijk beeld en begrip ontstaat.
Woordenboek: Augmented reality is de Dit in tegenstelling tot de huidige versnippering van die informatie over
toevoeging van extra informatie of beelden verschillende sites. Bedenk maar eens waar er zoal informatie over jou
(bijv. van internet) aan een live beeld te vinden is.
(zichtbaar via bijv. een webcam) van de
omgeving. Komt er ook een Ambtenaar 3.0?
Ontwikkelingen op internet, en dus in de samenleving, hebben een ef-
fect op het werken van de overheid. Bij elke technische ontwikkeling
moet worden gekeken hoe dat het werk van de overheid kan verbete-
ren. Want dat is waar het bij web 3.0 om gaat: een technische ontwik-
keling. Eentje die vragen op kan roepen over privacy en beveiliging,
maar verder zal de maatschappelijke impact minder groot zijn.

Daar zit het verschil met web 2.0 en sociale media. De technologische
vernieuwingen zijn interessant en nuttig, maar de maatschappelijke
gevolgen ervan gaan veel verder. Internetgebruikers hebben een enorm
potentieel aan mogelijkheden erbij gekregen om van zich te laten ho-
ren en zich te organiseren. De balans tussen bedrijf en consument,
maar ook tussen overheid en burger is fundamenteel veranderd. Dat
vraagt om nieuwe concepten, nieuwe werkwijzen en een andere hou-
ding en aanpak van ambtenaren.

Dus komt er een Ambtenaar 3.0? Nee. Laten we eerst doorgronden wat
2.0 voor de overheid betekent. Die uitdaging is de komende tijd al groot
genoeg. We beginnen met ambtenaar 2.0 beta.

200 | Ambtenaar 2.0 beta (2009)


Bijlagen
van Ambtenaar 2.0 en Ambtenaar 2.0 beta

Direct naar het woordenboek?


Ga dan naar pagina 210.

Ambtenaar 2.0 beta (2009) | 201


Civil Servant 2.0
Informatie over Ambtenaar 2.0 in het Engels In this section of the book you will find some information on Civil Servant 2.0
is te vinden op about.ambtenaar20.nl in English. More information can be found at about.ambtenaar20.nl and an
English version of the site can be viewed at english.ambtenaar20.nl (online
Een Engelse vertaling van de internetsite translation by Google Translate). In 2010 an English translation of the first
van Ambtenaar 2.0 is te vinden op Civil Servant 2.0 book will become available online and in print.
english.ambtenaar20.nl
About Civil Servant 2.0
Het vertalen van woorden of internetsites kan Civil Servant 2.0 is a platform and a network for civil servants and
via Google Translate: translate.google.com civilians to discuss the effect that web 2.0 has on government and the
public sector. The changes that web 2.0 brings will not only affect the
relationship between citizens and government, but also the internal
structure of governmental organizations and the way civil servants work.

The role of the Civil Servant 2.0 platform and network is to create
awareness and alert civil servants to these changes and possibilities, to
discuss them and to stimulate pilot experiments in order to implement
the ideas. By sharing these experiences and supporting initiatives we
hope to improve the successive workings and the work of the Dutch
government. The ultimate goal is to optimize (online) public service
for Dutch society.

Civil Servant 2.0 is mostly run on a voluntary basis by civil servants and
others who are committed to improving government with the tools and
mindset of web 2.0. For this we make use of free online software to
share knowledge and ideas and collaborate on new plans.

Reasons for starting Civil Servant 2.0


March 2008, the Dutch ministry of Agriculture, Nature and Food Quality
decided to start a research project called Civil Servant 2.0 regarding the
effect of web 2.0 on the ministry. In the spirit of web 2.0 the project
manager started a public blog site to discuss developments and share
knowledge. This site soon attracted civil servants from other national and
local governmental institutions and became the focal point for discussing
the future of government 2.0 in The Netherlands.

Besides doing research and exploring the possibilities of web 2.0 for
government, the project focuses on educating civil servants in using
internet tools and adapting to the mindset of a web 2.0 society. This will
empower civil servants to work more efficiently and openly but also to
cooperate more easily and interactively with other government officials
and with civilians. This will lead to a government that is transparent,
accessible and responsive.

Thank you for your interest in Civil Servant 2.0.

202 | Bijlagen
Over Pleio
Als we willen bouwen aan een overheid 2.0, dan hebben we in ieder geval
een overheidsbreed samenwerkingsplatform nodig, een plek waar je gemak-
kelijk een online vergaderzaal kan boeken voor de mensen met wie je sa-
menwerkt, over organisatiegrenzen heen. Daarom is vanuit Ambtenaar 2.0
gestart met Pleio, Plein Overheid.

Platform bieden
In het boek Ambtenaar 2.0 beta staan diverse ideeën beschreven voor over-
heidsorganisaties om in de praktijk met 2.0-mogelijkheden aan de slag te
gaan. Het ontbreekt echter vaak aan een platform, zowel binnen als buiten
de organisatie, om deze initiatieven te ondersteunen.

Pleio voorziet in die behoefte. Het is een platform voor ambtenaren om


met elkaar in contact te komen, het gesprek te voeren en samen te werken
binnen organisaties of over organisatiegrenzen heen. Maar het is tevens een
plek om samen met burgers zaken op te pakken.

Gebruiker centraal
Het uitgangspunt blijft dat de gebruiker in het platform een centrale positie
inneemt en in staat wordt gesteld om online de juiste mensen bij elkaar te
brengen en het gesprek mee aan te gaan. Het platform faciliteert medewer-
kers in hun manier van werken, binnen en buiten hun organisatie.

Zowel ambtenaren als burgers kunnen een account aanmaken op het plat-
form en gebruik maken van de faciliteiten. Maar er wordt wel onderscheid
gemaakt in toegankelijkheid: voor collega’s binnen een organisatie, voor
alle ambtenaren of voor iedereen.

Werken in netwerken
Ambtenaren werken samen in verschillende teams, groepen en netwerken.
Ze maken deel uit van een organisatie, maar kunnen ook lid zijn van netwer-
ken op hun vakgebied. Per organisatie of netwerk (bijv. Ambtenaar 2.0) kan
een apart deelplatform worden ingericht, open of besloten.

Daarnaast is het soms handig om met een specifieke groep mensen bij elkaar
te gaan zitten in een online vergaderzaal of teamruimte. Zo’n ruimte biedt
verschillende faciliteiten om korter of langer samen te werken. Dat kan zo-
wel binnen een organisatie of met mensen van buiten.

Meer weten?
www.pleio.nl

Bijlagen | 203
Bronnenlijst
In de boeken wordt verwezen naar een aantal bronnen:

Boeken
Chris Anderson - The Long Tail: Why the Future of Business is Selling
Less of More (2006)

Victor Bekkers, e.a. – De virtuele lont in het kruitvat. Welke rol spelen
de oude en nieuwe media in de micromobilisatie van burgers en hun
strijd om politiek aandacht? (2009)

Thomas L. Friedman - The World Is Flat: A Brief History of the


Twenty-first Century (2005)

Christian van ’t Hof, Jos de Haan - De digitale generatie (2006)

Jeff Howe - Crowdsourcing. Why the Power of the Crowd is Driving the
Future of Business (2008)

Jeff Jarvis – What Would Google Do? (2009)

Charles Leadbeater - We-Think (2008)

Rick Levine, Christopher Locke, Doc Searls, David Weinberger -


The Cluetrain Manifesto (2009)

Charlene Li, Josh Bernoff - Groundswell: Winning in a World


Transformed by Social Technologies (2008)

Albert Meijer, Vincent Homburg - Op weg naar Toezicht 2.0 (2008)

Martijn de Moor, Sanne van Houten - Ondertussen ... online (2009)

Beth Noveck - Wiki Government: How Technology Can Make Govern-


ment Better, Democracy Stronger, and Citizens More Powerful (2009)

Clay Shirky - Here Comes Everybody: The Power of Organizing Without


Organizations (2008)

Don Tapscott, Anthony D. Williams - Wikinomics: How Mass


Collaboration Changes Everything (2006)

Wim Veen – Homo Zappiens, opgroeien, leven en werken in een


digitaal tijdperk (2009)

David Weinberger - Everything is Miscellaneous: The Power of the


New Digital Disorder (2007)

204 | Bijlagen
Rapporten
Accenture - Leadership in Customer Service Report: Creating Shared
Responsibility for Better Outcomes - http://twurl.nl/bxz1gh

BarackObama.com - Barack Obama on technology and innovation:


http://twurl.nl/2dzogp

Cabinet Office (Groot-Brittannië) - Power of Information Review -


http://twurl.nl/yxc48s

Cisco - Realizing the Potential of the Connected Republic -


http://twurl.nl/z87hg2

Deloitte, Change your world or the world will change you -


http://twurl.nl/d4qchg

Forrester - Topic Overview: Web 2.0 (2007): http://twurl.nl/d2tbzh

Gartner - The Business Impact of Social Computing on Government -


http://twurl.nl/ll2esq

McKinsey - McKinsey Quarterly: Six ways to make Web 2.0 work -


http://twurl.nl/b6tklh

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties - Brief aan de


Tweede Kamer over Web 2.0 - http://twurl.nl/quvmrm

Morgan Stanley – Technology Trends, June 20 2008:


http://twurl.nl/ciqtvk

Ogilvy - Can brands have a social life? How brands in Asia can benefit
from interacting with customers through social media -
http://twurl.nl/tnl5ud

Center for Technology and National Security Policy (Verenigde Staten)


- Social Software and National Security: An Initial Net Assessment -
http://twurl.nl/lhshw4

Department for Business, Innovation and Skills (Groot-Brittannië) -


Template Twitter Strategy for Government Departments -
http://twurl.nl/74cz60

TNO - Naar een ‘User Generated State’? De impact van nieuwe media
voor overheid en openbaar bestuur - http://twurl.nl/s6z1hl

Bijlagen | 205
UK Civil Service Code – Guidance for online participation:
http://twurl.nl/3nkbd5

Department for Innovation, Industry, Science and Research -


(Australië), VenturousAustralia. Building strength in innovation -
http://twurl.nl/jm2qq3

Wil je meer lezen over web 2.0, kijk dan in de kennisbank van
Ambtenaar 2.0: kennisbank.ambtenaar20.nl.

206 | Bijlagen
Overzicht verkorte internetadressen
In de boeken van Ambtenaar 2.0 zijn verschillende internetadressen afgekort zodat ze beter in de tekst passen en
makkelijker over te schrijven te zijn. Op deze pagina staat een overzicht van alle verkorte links in Ambtenaar 2.0
en Ambtenaar 2.0 beta. Onder elke verkorte link staat het oorspronkelijke internetadres vermeld. Dit overzicht is
ook te vinden op de site boek.ambtenaar20.nl.

Boek: Ambtenaar 2.0 (2008)

Pagina 13, The Machine is Us/ing Us Pagina 53, Commissie-Wolffensperger


http://twurl.nl/vdcq5w http://twurl.nl/ssghpj
http://www.youtube.com/watch?v=NLlGopyXT_g http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/overheidscommunica-
tie/onderzoeken-naar-overheidscommunicatie#anker-commissie-
Pagina 18, Wikipedia: John Harrison wolffensperger
http://twurl.nl/ljhpmw
http://nl.wikipedia.org/wiki/John_Harrison Pagina 54, Barack Obama: Connecting and empowering all Ameri-
cans through technology and innovation
Pagina 21, Naar een ‘user generated state’ http://twurl.nl/2dzogp
http://twurl.nl/hjz4k4 http://obama.3cdn.net/780e0e91ccb6cdbf6e_6udymvin7.pdf
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rappor-
ten/2008/03/25/naar-een-user-generated-state-de-impact-van- Pagina 72, Rapporten over trends in online networking en social
nieuwe-media-voor-overheid-en-openbaar-bestuur.html media
http://twurl.nl/j70bu7
Pagina 29, Forrester Topic Overview: Web 2.0 http://www.martinkloos.nl/2008/05/05/rapporten-over-trends-
http://twurl.nl/d2tbzh in-online-networking-en-social-media/
http://www.forrester.com/rb/Research/topic_overview_
web_20/q/id/42027/t/2 Pagina 80, What Is Web 2.0. Design Patterns and Business Models
for the Next Generation of Software
Pagina 43, Brief aan de Tweede Kamer over Web 2.0 http://twurl.nl/kahqcf
http://twurl.nl/yju63x http://oreilly.com/web2/archive/what-is-web-20.html
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamer-
stukken/2008/10/28/brief-aan-de-tweede-kamer-over-web-2-0.
html

Pagina 47, Hoe lanceer je een enterprise online community?


http://twurl.nl/7d1b4s
http://www.martinkloos.nl/2008/10/29/hoe-lanceer-je-een-
enterprise-online-community/

Pagina 49, Wees ‘In the flow’, niet ‘above the flow’
http://twurl.nl/n3hi88
http://www.martinkloos.nl/2008/05/19/wees-in-the-flow-niet-
above-the-flow/

Pagina 53, Commissie-Wallage


http://twurl.nl/585n3i
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/overheidscommunica-
tie/onderzoeken-naar-overheidscommunicatie#anker-commissie-
wallage

Bijlagen | 207
Boek: Ambtenaar 2.0 beta (2009)

Pagina 10, Landkaart eParticipatie in Nederland Pagina 31, Ogilvy. Can brands have a social life? How brands in
http://twurl.nl/gqk7v0 Asia can benefit from interacting with customers through social
http://www.burgerlink.nl/landkaart/eparticipatie.xml media
http://twurl.nl/tnl5ud
Pagina 43, Brief aan de Tweede Kamer over Web 2.0 http://www.the-open-room.com/wp-content/uploads/2009/01/
http://twurl.nl/yju63x ogilvyone_brands-sociallife_2008.pdf
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamer-
stukken/2008/10/28/brief-aan-de-tweede-kamer-over-web-2-0. Pagina 32, McKinsey Quarterly: Six ways to make Web 2.0 work
html http://twurl.nl/b6tklh
http://www.mckinseyquarterly.com/Business_Technology/Appli-
Pagina 17, Wikipedia: Ronald Coase cation_Management/Six_ways_to_make_Web_20_work_2294
http://twurl.nl/kr4csl
http://en.wikipedia.org/wiki/Ronald_Coase Pagina 32, Deloitte. Change your world or the world will change you
http://twurl.nl/d4qchg
Pagina 22, Google: Our philosophy. Ten things we know to be http://www.deloitte.com/view/en_EC/ec/792ebd7690794210Vg
true nVCM100000ba42f00aRCRD.htm
http://twurl.nl/hfpz18
http://www.google.com/intl/en/corporate/tenthings.html Pagina 34,Transparency and Open Government
http://twurl.nl/vgskns
Pagina 22, Google: Ten Golden Rules - Newsweek http://www.whitehouse.gov/the_press_office/Transparency-
http://twurl.nl/xvy0cy andOpenGovernment
http://www.msnbc.msn.com/id/10296177/site/newsweek/
print/1/displaymode/1098/39103950 Pagina 35, Terms of Service Agreements
http://twurl.nl/tkg1z6
Pagina 24, Gov 2.0: It’s All About The Platform https://forum.webcontent.gov/Default.asp?page=TOS_agree-
http://twurl.nl/hephzj ments
http://techcrunch.com/2009/09/04/gov-20-its-all-about-the-
platform/ Pagina 38, Power of Information Review
http://twurl.nl/yxc48s
Pagina 28, Ondertussen ... online http://www.opsi.gov.uk/advice/poi/power-of-information-
http://twurl.nl/x08adh review.pdf
http://ambtenaar20.ning.com/group/kennisbank/forum/topics/
2094330:Topic:841?page=1&commentId=2094330:Comment:35083 Pagina 38, VenturousAustralia. Building strength in innovation
&x=1#2094330Comment35083 http://twurl.nl/jm2qq3
http://www.innovation.gov.au/innovationreview/Documents/
Pagina 29, Gartner. The Business Impact of Social Computing on NIS-review-web.pdf
Government
http://twurl.nl/ll2esq Pagina 38, Public Sphere 2: Government 2.0
http://www.gartner.com/it/page.jsp?id=784212 http://twurl.nl/1ocnou
http://www.katelundy.com.au/category/campaigns/publicsp-
Pagina 30, Accenture. Leadership in Customer Service Report: here/open-gov/
Creating Shared Responsibility for Better Outcomes
http://twurl.nl/bxz1gh Pagina 44, Social Software and National Security: An Initial Net
http://www.accenture.com/Global/Research_and_Insights/By_ Assessment
Industry/Government_and_Public_Service/2008LCSROutcomes. http://twurl.nl/lhshw4
htm http://www.scribd.com/doc/14347975/Social-Software-and-
National-Security-An-Initial-Net-Assessment
Pagina 30, Cisco. Realizing the Potential of the Connected
Republic Pagina 53, The Four Pillars of an Open Civic System
http://twurl.nl/z87hg2 http://twurl.nl/m561gt
http://s3.amazonaws.com/connected_republic/attachments/11/ http://radar.oreilly.com/2009/06/the-four-pillars-of-an-open-ci.
Government_2.0_WP_REV1126_NobelDraft.pdf html

208 | Bijlagen
Pagina 61, Clay Shirky: It’s not information overload, it’s filter Pagina 100, Aanwijzingen inzake externe contacten van rijks-
failure ambtenaren
http://twurl.nl/wodhx2 http://twurl.nl/khfpwu
http://ambtenaar20.ning.com/video/clay-shirky-its-not http://www.integriteitoverheid.nl/kenniscentrum/kenniscen-
trum-vervolg/thema/structuren-en-processen/entiteit/wet-en-
Pagina 62, Discussiegroep Handreiking Ambtenaar 2.0 regelgeving/details/aanwijzingen-inzake-externe-contacten-van-
http://twurl.nl/evrzww rijksambtenaren.html
http://ambtenaar20.ning.com/group/ambtelijkmeesterschap
Pagina 100, Principles for participation online
Pagina 64, RIVM, Dossier HPV Vaccinatie http://twurl.nl/rukuyq
http://twurl.nl/fbhjii http://www.civilservice.gov.uk/about/resources/participation-
http://www.rivm.nl/persberichten/2009/dossiers/ online.aspx

Pagina 65, Year-End Zeitgeist


http://twurl.nl/7t5w7c
http://www.google.com/intl/en/press/zeitgeist/yearend.html

Pagina 80, Flickr.com, Nationaal Archief


http://twurl.nl/1feid5
http://www.flickr.com/photos/nationaalarchief/
sets/72157622500820677

Pagina 80, Public Sector Information Unlocking Service (beta)


http://twurl.nl/ozvhpr
http://www.opsi.gov.uk/unlocking-service/OPSIpage.
aspx?page=UnlockIndex

Pagina 80, Open Government Data Principles


http://twurl.nl/zo87m2
http://resource.org/8_principles.html

Pagina 86, Balletjes kunnen snel rollen


http://twurl.nl/g0xuyg
http://ambtenaar20.ning.com/profiles/blogs/balletjes-kunnen-
snel-rollen

Pagina 92, Twitter policy


http://twurl.nl/x6js5t
http://www.bis.gov.uk/twitter-policy

Pagina 96, De 10 werkprincipes van Ambtenaar 2.0


http://twurl.nl/m8jg27
http://www.scribd.com/doc/17650701/De-10-Werkprincipes-
Van-Ambtenaar-20

Pagina 99, Ambtenarenwet


http://twurl.nl/m4j83b
http://mpbundels.mindef.nl/32_serie/32_100/32_100_1100.htm

Bijlagen | 209
Woordenboek
Bij de eerste vermelding van een woord in de tekst staat de verklaring in de marge. In het woordenboek zijn al
deze verklaringen verzameld.

Ambient intelligence ook bekend als het internet der dingen, het samenwerken van allerlei apparaten in
je omgeving (bijv. thuis) via draadloze netwerken;

API application programming interface, een set afspraken waardoor sites en compu-
ters kunnen samenwerken en gegevens kunnen uitwisselen;

Augmented reality de toevoeging van extra informatie of beelden (bijv. van internet) aan een live
beeld (zichtbaar via bijv. een webcam) van de omgeving;

Beta-versie een conceptversie van nieuwe software, die wel werkt maar nog niet helemaal
klaar is en dus bij het gebruik nog verbeterd kan worden;

Blog een weblog is een verslag of beschrijving van iets wat je bezig houdt en wilt delen
met anderen, die daar vervolgens op kunnen reageren;

Co-creatie werken aan een gezamenlijk product, niet door middel van een volgordelijk proces
maar door simultaan bijdragen te leveren;

Cloud computing in plaats van software op de eigen computer of het eigen netwerk wordt gebruik
gemaakt van ICT-diensten die centraal op internet staat;

Community online gemeenschap waar deelnemers kennis uitwisselen, discussiëren of samen-


werken rond een bepaald onderwerp;

Communitymanagers de facilitatoren en gastheren van een online gemeenschap die interactie stimule-
ren, op de sfeer letten en ontwikkelingen agenderen;

Crowdsourcing “outsourcing to the crowd”, ofwel het uitbesteden van taken aan mensen buiten
de eigen organisatie om de juiste kennis of oplossing te vinden;

Delicious een internetdienst waar gebruikers hun favoriete internetsites kunnen opslaan en
delen en op elke computer kunnen raadplegen;

Digital natives mensen die na 1985 zijn geboren. Deze generatie is opgegroeid met computers en
internet en beschouwt de digitale wereld als een gegeven;

Dm een bericht in Twitter dat niet voor iedereen zichtbaar is maar direct van persoon
naar persoon wordt gestuurd. Dm staat voor direct message;

Embedden het integreren van informatie of een applicatie (widget) van de ene site in een
andere site, bijv. een YouTube-filmpje in een weblog;

Geocoderen het toevoegen van plaatsgegevens, bijvoorbeeld coördinaten of postcodes, zodat


een object of gebeurtenis op de kaart kan worden gezet;

Guerilla-marketing een manier om met korte, opvallende en meestal ludieke acties de aandacht te
trekken van een doelgroep voor een nieuw product of idee;

210 | Bijlagen
Hashtag een ander woord voor tag, vooral gebruikt op Twitter om berichten over hetzelfde
onderwerp met elkaar te verbinden en vindbaar te maken;

Het Nieuwe Werken een beweging om organisaties flexibeler en mensgerichter in te richten en op die
manier de productiviteit van kenniswerkers te verhogen;

Instant messaging ook: chatten. Het voeren van een gesprek door het versturen van korte tekstberichten
tussen personen die tegelijkertijd online zijn;

LinkedIn een sociale netwerksite voor professionele contacten: om online contact te leggen,
netwerken in beeld te brengen en discussiegroepen te vormen;

Long tail het economische principe dat een oneindig grote groep slecht verkopende producten
evenveel oplevert als een klein aantal bestsellers;

Mash-up een samenvoeging van informatie uit verschillende bronnen op internet, bijvoorbeeld
de combinatie van statistische gegevens met Google Maps;

Microbloggen het schrijven van kleine berichten over waar je mee bezig bent, die vervolgens door je
netwerk gelezen kunnen worden;

MSN Messenger een populair programma om te chatten (instant messaging). Over het algemeen gaat
het bij MSN om gesprekken één op één;

Ning een internetdienst waar een eigen sociale netwerksite kan worden gestart. Anderen
kunnen daar lid van worden, discussiëren, bloggen, etc.;

Node een knooppunt in een netwerk waar verschillende verbindingen in samenkomen, zowel
in computernetwerken als tussen mensen;

Open innovatie het betrekken van burgers/consumenten bij productontwikkeling met als doel kennis
of ideeën van buiten de organisatie te mobiliseren;

Perpetual beta omdat een internetsite of –dienst nooit af is en altijd direct kan worden aangepast is
er nooit een definitieve versie (het blijft een beta-versie);

Prosumer iemand die op basis van creatieve producten die hij als consument gebruikt weer een
nieuwe creatieve uiting produceert;

Rating de mogelijkheid om in beeld te brengen wat het meest populaire of gewaardeerde
onderdeel is door mensen erop te laten stemmen (raten);

Reaguurder iemand die voortdurend negatief en niet-opbouwend reageert op weblogs of in forum-


discussies en daarmee de interactie verstoort;

Retweet het doorsturen (opnieuw tweeten) van andermans bericht (een tweet) naar de eigen
volgers;

Re-usability het zodanig inrichten van internetpagina’s dat gemakkelijk onderdelen kunnen worden
doorgeplaatst of hergebruikt (vgl. usability);

Rss de standaard waarmee een site de tekst van een artikel (bijv. titel en samenvatting)
zonder opmaak beschikbaar stelt voor anderen;

Bijlagen | 211
Rss-feed de stroom van informatie die gebruikers kunnen integreren in hun pagina
(bijv. Netvibes) om op de hoogte te blijven van nieuws;

Second Life 3D-omgeving waar gebruikers een personage kunnen aanmaken, landschappen en
gebouwen kunnen inrichten en contact kunnen hebben;

Serious game een (online) computerspel met als doel al spelend een boodschap over te brengen of
(leer)doel te bereiken;

Social bookmarking internetsites waar gebruikers hun favoriete internetsites vastleggen en met elkaar
delen, bijv. Delicious;

Social networking internetsites waar gebruikers lid van kunnen worden, contacten kunnen leggen en
groepen kunnen vormen;

Status updates korte berichten die mensen op sociale netwerksites plaatsen om te vertellen waar ze
mee bezig zijn, zoals op Twitter of de WWW op Hyves;

Tag een woord of begrip dat wordt toegevoegd aan een tekst, foto, filmpje of persoon om
het te beschrijven en zo beter vindbaar te maken;

Twitter geef in 140 tekens regelmatig aan waar je mee bezig bent en abonneer je op
berichten (tweets) van anderen om te lezen waar zij mee bezig zijn;

User generated content informatie die niet door redacteuren maar door gebruikers is toegevoegd aan een site;

Verniching de versnippering van de samenleving in persoonlijke niches op basis van ieders unieke
combinatie van voorkeuren en interesses;

Virtuele teams projectgroepen met mensen uit verschillende organisaties of afdelingen die in een
online werkomgeving gezamenlijk aan een taak werken.

Webcare een proactieve online klantenservice die hulp aanbiedt wanneer op blogs of in tweets
wordt geklaagd over een product of dienst;

Widget een bouwblok met informatie of een applicatie die kan worden geïntegreerd in een
andere site (embedden);

Wiki online software waarmee personen gezamenlijk aan één document kunnen werken,
waarbij elke wijziging wordt gelogd;

Wisdom of the crowd het idee dat de opgetelde mening van een grote groep mensen het dichtst bij de juiste
oplossing zal zitten (niet te verwarren met crowdsourcing);

XML eXtensible Markup Language, een standaard om gegevens gestructureerd vast te


leggen en inhoud en vorm van elkaar te onderscheiden;

Zoa een zelfstandig ondernemende ambtenaar, die als een zzp’er binnen de overheid alle
beschikbare middelen inzet om zijn taak te vervullen;

Zzp’er een zelfstandige zonder personeel, ook wel freelancer genoemd. Veel zzp’ers
vergroten hun slagkracht door gebruikmaking van 2.0-middelen.

De volgende woorden zijn voor dit boek gecreëerd: re-usability, verniching en zoa.

212 | Bijlagen
Met dank aan
Aan dit boek hebben heel veel mensen een bijdrage geleverd. Sommi-
gen schreven teksten, anderen lazen teksten, weer anderen inspireer-
den tot teksten. Mijn dank gaat uit naar hen allen. Een aantal van hen
noem ik hieronder:

André Leinarts, André van der Zande, Anja Feijen, Anne Marie Ijsen-
bruk, Arnout Ponsioen, Bart Borsje, Bob Kronenburg, Elise Roders, Erik
Jonker, Ger de Peuter, Gerbrand Haverkamp, Hanneke van der Krogt,
Henk Bos, Jacques Bakker, Jan Willem Duijzer, Jelle Goeman, Jeroen
de Miranda, Joost Reus, Joris Dirks, Kees Tazelaar, Kim Spinder, Krispijn
Beek, Linda van Duivenbode, Marc van der Put, Marie Louise Borsje,
Mark Dijksman, Marloes Pomp, Matt Poelmans, Mieke van Heesewijk,
Monique Roosen, Monique Wong Chung, Paul Lanse, Pierre Deen, Ramon
de Louw, Roald Lapperre, Rob Oele, Valerie Frissen. Met excuus voor
degenen die ik vergeten ben.

Bijlagen | 213
Wat kun je zoal doen op Ambtenaar 2.0?
Web 2.0 betekent een fundamentele verandering van onze manier van
werken als ambtenaren. Maar jij kunt alleen zelf bepalen hoe je met
de mogelijkheden van web 2.0 beter je werk kunt doen: door erover
te lezen in het boek Ambtenaar 2.0 (boek.ambtenaar20.nl), door de
cursus te volgen (cursus.ambtenaar20.nl) of door mee te discussiëren in
het forum (forum.ambtenaar20.nl). Daar ervaringen te delen en voor-
beelden uit te wisselen leren we van elkaar. Dat is de doelstelling van
Ambtenaar 2.0.

In één zin:

1. Ambtenaar 2.0 is een netwerk van mensen, zowel ambtenaren als


burgers,
2. die de gevolgen van web 2.0 voor de overheid willen onderzoeken
en onder de aandacht brengen,
3. daarover het gesprek aangaan om ideeën, kennis en praktijkerva-
ringen uit te wisselen
4. en bijdragen aan opleiding, ondersteuning en praktische tips om als
een ambtenaar 2.0 te kunnen werken.

Doe je mee?

Ik wil …

… lid worden van het netwerk Ambtenaar 2.0 en een eigen profiel
aanmaken.
Kijk dan op lidworden.ambtenaar20.nl

…m e abonneren op nieuwe blogs, of op discussies, nieuwe leden en


nieuwe ideeën.
Kijk dan op abonneren.ambtenaar20.nl

…n aar de tweewekelijkse open koffie komen om anderen te ontmoe-


ten.
Kijk dan op openkoffie.ambtenaar20.nl

… v ragen, kwesties of meningen in de groep gooien en reacties daarop


krijgen
Kijk dan op forum.ambtenaar20.nl

214 | Bijlagen
215
Colofon

Uitgave
Programma Ambtenaar 2.0
http://programma.ambtenaar20.nl

Vormgeving
Helen Verbeek Grafische Producties
Lettertype: Trebuchet

Tekst en fotografie
Davied van Berlo

december 2010
1e druk
éé
Nu bu
n
Ambtenaar 2.0 | Ambtenaar 2.0 beta

in nde
l
In het boek Ambtenaar 2.0 zette Davied van Berlo uiteen wat de betekenis
is van web 2.0 voor de overheid: voor de relatie tussen overheid en burgers,
voor de interne organisatie van de overheid en voor de manier van werken
van de ambtenaar. In zijn tweede boek, Ambtenaar 2.0 beta, geeft hij daar
ook praktisch invulling aan. Het bevat actiepunten en ideeën voor overheids-
organisaties om hun eigen 2.0-strategie samen te stellen.

De afgelopen twee jaar zijn ruim 20.000 exemplaren van deze boeken ver-
spreid onder ambtenaren in Nederland. Aangezien beide boeken elkaar aan-
vullen zijn ze nu ook samengebracht in één bundel. De bundel biedt een
brede visie op overheid 2.0 en de rol van de ambtenaar 2.0 daarin, voorzien
van een groot aantal voorbeelden en praktische tips. Van Berlo slaagt erin te
inspireren met nieuwe ideeën en tegelijkertijd handvatten te bieden om aan
die ideeën uitvoering te geven.

Het netwerk Ambtenaar 2.0 is het platform voor innovatieve en initiatiefrijke


ambtenaren die aan de slag willen om de overheid te verbeteren. Met deze
bundel in de hand kunnen zij direct van start.

Ambtenaar 2.0
Davied van Berlo

Davied van Berlo is rijksambtenaar en initiatiefnemer van het platform


Ambtenaar 2.0.
Nieuwe ideeën en praktische tips om te werken in overheid 2.0

Ambtenaar 2.0 beta


Actiepunten om te werken aan een overheid 2.0
www.ambtenaar20.nl | netwerk.ambtenaar20.nl | boek.ambtenaar20.nl
www.ambtenaar20.nl
Davied van Berlo

You might also like