Professional Documents
Culture Documents
NUMMER 3
JULI 2010
Isotachen
berekeningen op
een sigarendoosje
SOILMIX wanden
als kerende
constructies
Voorspelling maai-
veldzakking door
het in- en uittrillen
van damwanden 쑺
Enabling landfill
redevelopment
Ongedraineerde
sterkte van slappe
Nederlandse grond
inclusief
GEO
kunst
pag. 65– 80
Van de redactie
Bouwkundige
verzakking? Beste lezers
Martin de Kant
Namens de redactie en uitgever
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdsponsor
Stieltjesweg 2
2628 CK Delft
Tel. 015 - 269 35 00 www.deltares.nl
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Sub-sponsors
Kleidijk 35
3161 EK Rhoon
Tel. 010 - 503 02 00
Galvanistraat 15 Rijksstraatweg 22F
www.mosgeo.com
Veurse Achterweg 10 3029 AD Rotterdam 2171 AL Sassenheim
2264 SG Leidschendam Tel. 010 - 489 69 22 Tel. 071-301 92 51
Tel. 070 - 311 13 33 www.fugro.com www.gw.rotterdam.nl www.geo-explorer.nl
INPIJN-BLOKPOEL
Ingenieursbureau
Son: 0499 - 47 17 92
Sliedrecht:
0184 - 61 80 10 Gemeenschappenlaan 100 Korenmolenlaan 2
Hoofddorp: B-1200 Brussel 3447 GG Woerden
023 - 565 58 78 Klipperweg 14 Tel. 043 - 352 76 09 Tel. 0032 2 402 62 11 Tel. 0348-43 52 54
www.inpijn-blokpoel.com 6222 PC Maastricht www.huesker.com www.besix.be www.vwsgeotechniek.nl
De Holle Bilt 22
IJzerweg 4 3732 HM De Bilt Ringwade 51, 3439 LM Nieuwegein Postbus 1025, 3600 BA Maarssen
8445 PK Heerenveen Tel. 030 - 220 78 02 Postbus 1555, 3430 BN Nieuwegein Tel. 030-248 6233 Fax 030-248 66 66
Tel. 0513 - 63 13 55 Fax 030 - 220 50 84 Tel. 030 - 285 40 00 info@struktonengineering.nl
www.apvandenberg.com www.grontmij.nl www.ballast-nedam.nl www.struktonengineering.nl
Dywidag
Systems
International
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Mede-ondersteuners
Uitgeverij Educom BV
Adv
Adviseur
iseur Geot
Geotechniek
echniek
vvac.
ac. ccode
ode 10-RM-011
Je hebt
hebt g goede mondelinge
oede mondelin ge en sschriftelijke
chriftelijke vaardig-
vaardig-
heden en je je weet
weet ririsico’s
sico’s helder
helder tte
e vverwoorden.
erwoorden. Je
bent in staat
staat om zelfstandig
zelfstandig grondmechanische
grondmechanische
adviezen
adviezen tte eggeven.
even. Je houdt jje bezig
e bez grond-
ig met gr ond-
constructies
constructies in de breedste
breedste zzin
in vvan
an het wwoord.
oord. Het
is
is van
van belang
belang ddat
at jje
e op de hoog
hoogtete bent en b blijft
lijft van
van
Uitgeverij
de nieuwste
nieuwste ontw
ontwikkelingen.
ikkelingen.
Drukwerk
Investeringen
Marketing
Internet
Geotechniek
1 Van de Redactie 14 The Magic of Geotechnics
6 Actueel 16 Ingezonden brieven
9 Agenda 23 Vraag & Antwoord
10 Cur Bouw & Infra Info 24 Opinie
Isota
12 Leren van geotechnisch falen 29 SBR-info chen
(bela
sten
en on
tlaste
n)
Upda
te va
n equ
ivale
nte le
eftijd
30 Isotachen berekeningen op een sigarendoosje ,
:
M. Visschedijk
Kopp
ejan
(allee
n bela
34 SOILMIX wanden als kerende constructies sten)
-2
-6
diepte [m N.A.P.]
3
12 14 16 kN/m
-8
65 Geokunst -10
-12
Hubertustunnel wint ondergronds bouwen.’ onderzocht hoe de vorm van het groutlichaam
geldbedrag van 25.000 Euro en een oorkonde. Sand. Experiments, field Wanneer een grondlaag wordt verstoord (als
De onafhankelijke jury onder voorzitterschap experiences & mechanisms gevolg van de ondergrondse bouw) kan lokaal
de dichtheid van die grond afnemen.
van prof. ir. Johan W. Bosch heeft unaniem
Compenserend grouting in zo’n laag zal slechts
gekozen als winnaar de Gemeente Den Haag Compenserend grouten is ontwikkeld om zak-
een geringe efficiëntie hebben (er is veel grout
voor het project ‘Hubertustunnel’ aan te wijzen. kingen die kunnen optreden bij ondergronds
nodig om de grond iets omhoog te brengen) en
De juryvoorzitter stelde: ‘Het boren van tunnels bouwen te compenseren. Voordat begonnen
ook zijn lange termijn zettingen mogelijk.
in stedelijk gebied is met de succesvolle aanleg wordt met de ondergrondse constructie (tunnel
van de Hubertustunnel op een hoger plan of bouwput) worden stalen buizen met een dia-
gebracht. Opdrachtgever, de afdeling Stads- meter van ongeveer 7 centimeter en een lengte Houton® paal van Tauw
beheer van de Gemeente Den Haag, heeft tot 60 m horizontaal de grond ingebracht en genomineerd voor
onderkend dat de opgave meer dan alleen een wordt een monitoring systeem aangebracht. Vernufteling 2010
kwestie is van techniek. De communicatie met De buizen hebben openingen op regelmatige
de omgeving en de toepassing van grote en kleine afstanden die zijn afgedekt met rubberen Tauw is met de Houton® paal genomineerd voor
innovaties zijn een mooi voorbeeld van een ringen (TAMs). Door de openingen kan grout de Vernufteling 2010. Door de korte levensduur
geslaagde aanpak die zeker als een stimulans worden geïnjecteerd. Injecteren van grout op van hout kampt Nederland met een overschot
aan houtafval. De Houton® paal combineert de
positieve eigenschappen van afvalhout en beton.
De Houton® paal paal heeft een langere levens-
duur dan de houten variant, scoort beter op
duurzaamheidscriteria dan beton en hout, heeft
minder behoefte aan de primaire grondstoffen
zand en grind en is ook nog eens lichter dan
beton. Na gebruik is de paal te vermalen tot
een grindvervanger.
Voor de Vernufteling zijn dit jaar vijftig projecten
ingediend. Zestien zijn genomineerd. Bij het in
druk gaan van dit nummer was nog niet bekend of
Tauw de prijswinnaar is geworden. De Vernuf-
teling is een initiatief de ingenieursvereniging KIVI
NIRIA, de brancheorganisatie NLingenieurs en
technologietijdschrift De Ingenieur. Doel van de
prijs is om het werk van ingenieursbureaus meer
publieke aandacht te geven: het werk van inge-
nieursbureaus is niet alleen uit technisch oogpunt
mooi, maar ook maatschappelijk van belang.
Eurocode en damwandberekeningen
Sinds 1993 worden damwanden Deze verschillen in uitgangspunten betreft de steeds vaker gestelde meer uitgangspunt is voor CUR166,
voor met name bouwputten ont- leiden er in de praktijk toe dat vraag hoe om te gaan met geavan- ook of juist met een EEM model,
worpen volgens CUR166. In 2003 is opdrachtgevers en ontwerpers voor ceerde modellering van kademuren, bijvoorbeeld Plaxis te rekenen.
het handboek kademuren versche- dezelfde situatie soms verschillende i.e. de toepassing van de Eindige Dat heeft o.a. te maken met de
nen, CUR211, waarin het ontwerp ontwerpbenaderingen gebruiken en Elementen methode. Dan gaat het vraag hoe het effect van een ont-
van kademuren wordt beschreven dus verschillende resultaten verkrij- bijvoorbeeld ook over het nut dan lastvloer goed is te modelleren, en
met name voor het ontwerp van gen. Dat kan er in de praktijk, met wel de noodzaak om in plaats van met vragen rondom de modellering
kademuren met ontlastvloer. name in de aanbestedingsfase, toe met het verenmodel, dat min of van soms hoge bovenbelastingen
leiden dat soms onvergelijkbare
Op het eerste gezicht gaat het daar- ontwerpen worden aangeboden
bij om vergelijkbare constructies wat natuurlijk van invloed is op de
met, naar je zou verwachten, een prijsvorming. Dit is een voor alle Type belasting Combinatie- Frequentie- Quasi statische
factor waarde waarde
vergelijkbare aanpak. Als je echter partijen ongewenste situatie. ψ0 ψ1 ψ2
in wat meer detail gaat kijken, dan
blijkt dat de ontwerp-filosofieën in Een tweede aanleiding voor overleg Gronddrukken 1,0 1,0 1,0
beide CUR publicaties nog de nodige over de ontwerpmethoden voor Waterdrukken 1,01 1,02 1,03
verschillen vertonen. In CUR166 kademuren is, dat in 2011 de Euro- Var. nuttige belastingen – verkeer, kranen 0,6 0,4 0
wordt bijvoorbeeld gerekend met code van toepassing zal worden Var. nuttige belastingen - opslag 0,7 0,5 0,3
partiële factoren voor de grond- verklaard. Daarbij is in de Neder- Meteorologische belastingen,
parameters, terwijl daar in CUR211 landse Nationale Bijlage opgenomen stoot- en troskrachten4 0,7 0,3 0
niet voor is gekozen, maar wordt dat voor alle geotechnische bereke-
Tabel 2 ψ - factoren voor belastingen
gewerkt met representatieve para- ningen ontwerpbenadering 3 (OB 3)
meters (partiële factoren op grond- moet worden toegepast, dat wil 1. Baseren op 85% van de karakteristieke waarde van het waterstandsverschil, in
parameters gelijk aan 1,0) en wordt zeggen met partiële factoren op rekening te brengen op de buitenwaterstand.
de veiligheid verkregen door op de de belastingen en de grondpara- 2. Baseren op 80% van de karakteristieke waarde van het waterstandsverschil, in
doorsnede-berekening (moment, meters. rekening te brengen op de buitenwaterstand.
ankerkracht, passieve weerstand) Samenhangend maar niet geheel 3. Baseren op 60% van de karakteristieke waarde van het waterstandsverschil, in
een factor toe te passen. overlappende met voorgaande rekening te brengen op de buitenwaterstand.
4. Onder meteorologische belastingen worden verstaan belastingen door wind,
golven, temperatuur, ijs, aardbevingen, stoot- en troskrachten.
Parameter Δ a (m) 2
RC1 RC2 RC3 Veiligheidsklassen RC 0 RC 1 RC 2 RC 3
Kerende hoogte [m] 1 0,30 0,35 0,35 Parameter β = 2,5 β =3,3 β = 3,8 β = 4,3
(Grond)waterstand lage zijde [m NAP] 0,20 0,25 0,25 Effectieve cohesie c′ 1,00 1,15 1,25 1,40
(Grond)waterstand hoge zijde [m NAP] 0,05 0,05 0,05 Inwendige wrijving tan φ' 1,05 1,13 1,17 1,20
Tabel 1 De aan te houden geometrische toeslagen ǵ a voor berekening Tabel 3 Partiële factoren voor grondparameters
en toetsing van in de grond ingebedde wanden worden, De RC (Reliability Classes) zijn gekoppeld aan de Gevolgklasses CC
afhankelijk van de reliability class, aangepast. (Concequence Classes), zoals beschreven in NEN-EN 1990:2002 bijlage B3.
Programma Nieuw vertraging opgelopen. De afron- 2010 afgerond en krijgt een vervolg ringen zal fase 1 afgerond worden
Perspectief in Funderingen ding van het rapport en de daaraan in het programma Blijvend Vlakke en zal fase 2, als onderdeel van het
en Bouwputten gekoppelde praktijktest vragen Wegen in de Praktijk. Meer weten: vervolgtraject Blijvend Vlakke
Het programma Nieuw perspectief meer tijd dan gedacht. In juni 2010 ton.siemerink@curbouweninfra.nl Wegen in de Praktijk, opgestart
in Funderingen en Bouwputten zal de laatste commissievergadering worden. Naar verwachting zal de
heeft met de ontwerprichtlijn Door plaats vinden. Daarna volgt de laat- Commissie volledige richtlijn ‘Grondonderzoek
grond Horizontaal belaste palen ste redactieslag en het drukproces. Paalmatrassystemen in de tenderfase’ eind 2010/ begin
haar eerste eindproduct opgele- Verwacht wordt dat de richtlijn in De ‘Ontwerprichtlijn Paalmatras- 2011 beschikbaar komen.
verd. Op korte termijn volgen de het 3e kwartaal 2010 in drukvorm systemen’ (CUR-publicatie 226, Meer weten:
richtlijn Meten en Monitoring van beschikbaar zal komen. samen met Delft Cluster en CROW) ton.siemerink@curbouweninfra.nl
Bouwputten en het eindrapport Meer weten: is in april beschikbaar gekomen. In
Axiaal belaste Palen. In het 3e ton.siemerink@curbouweninfra.nl juni 2010 krijgt het onderwerp een Programma Blijvend Vlakke
kwartaal wordt het laatste product, vervolg in de praktijkcommissie Wegen in de Praktijk
de richtlijn Snelle paaltesten Commissie Door grond Paalmatrassystemen, onderdeel van Op basis van de onlangs verkregen
opgeleverd. horizontaal belaste palen het nieuwe programma Blijvend bijdragen van Rijkswaterstaat en de
Op basis van de opgedane ervaringen Vlakke Wegen in de Praktijk. reeds beschikbare bijdrage van het
Commissie Axiaal in het op 1 december 2009 gehou- Meer weten: ton.siemerink@curbou- Fonds Collectief Onderzoek GWW
belaste palen den avondcollege in Woerden zijn weninfra.nl is het nieuwe kennisprogramma
De commissie Axiaal belaste palen de afgelopen maanden een aantal Blijvend Vlakke Wegen in de
heeft haar activiteiten afgerond. aanpassingen in het rapport door- Grondonderzoek Praktijk daadwerkelijk opgestart.
Het CUR/Delft Cluster rapport (in de tenderfase) De komende maanden zal op diverse
gevoerd. De richtlijn is nu beschik-
Axiaal Belaste palen zal in juni 2010 De werkzaamheden aan fase 1 van bijeenkomsten de belangstelling
baar als CUR-publicatie 228
in drukvorm beschikbaar komen. het project zijn nu in de eindfase. van de sector gepeild worden en
‘Ontwerprichtlijn door grond
Meer weten: De afzonderlijke onderdelen zijn in zal, mede op basis van de belang-
horizontaal belaste palen’ (samen
ton.siemerink@curbouweninfra.nl een eerste concept samengevoegd. stelling, het programma nader
met Delft Cluster). Meer weten:
In de komende commissievergade- worden uitgewerkt.
Commissie Meten en ton.siemerink@curbouweninfra.nl
Monitoren van Bouwputten
De commissie Meten en Monitoring Programma Blijvend
van Bouwputten heeft haar activi- Vlakke Wegen
teiten beëindigd. In april zijn de In het eerste kwartaal 2010 is het
laatste redactie en opmaak activi- eerste eindproduct van het pro-
teiten voor het rapport uitgevoerd. gramma Blijvend Vlakke Wegen, Postbus 420
Het CUR/ Delft Clusterrapport de ontwerprichtlijn Paalmatras- 2800 AK GOUDA
‘Meten en monitoren van bouw- systemen opgeleverd. De komende Bezoekadres
putten’ komt in mei 2010 in druk- maanden volgen nog de eindpro- Groningenweg 10
vorm beschikbaar. Meer weten: ducten van de drie CROW werk- 2803 PV Gouda
ton.siemerink@curbouweninfra.nl groepen, Integraal wegontwerp,
Effectieve overgangsconstructies Tel. 0182-540620 / 0182-540630
Commissie Snelle Paaltesten en Reële langsvlakheidseisen. Fax 0182-540621
De werkzaamheden aan de richtlijn Het programma Blijvend Vlakke secretariaat@curbouweninfra.nl
‘Snelle Paaltesten’ hebben enige Wegen wordt in het 2e kwartaal www.curbouweninfra.nl
Case
Museumparkgarage
Inleiding
Bij de bouw van de Museumparkgarage in Rotter-
dam zijn twee verschuivingen van belendingen
opgetreden. De bouw is enige tijd stilgelegd,
het ontwerp is aangepast, het contract met de
aannemer is veranderd, het budget moest flink
worden verhoogd en de politiek heeft een raads-
enquête uitgevoerd om de gang van zaken boven
water te krijgen. Uiteindelijk is de bouw hervat en
in 2010 moet de garage gereed zijn. In dit artikel
worden vanuit de technische invalshoek de pro-
blemen en oorzaken van falen beschreven.
Angst
Minister Cramer van VROM benoemde Dirk
Jan van den Berg, voorzitter van het CvB van de
TU Delft tot Rijksvertegenwoordiger en vroeg
Duurzaamheid
De discussie ging verder over het begrip
duurzaamheid zelf. Duurzaamheid zit niet
alleen in de gebouwen. In de visie Zuidas
wordt veel aandacht besteed aan flexibiliteit
in functie waarbij de gebouwcasco’s zowel aan
kantoren als aan woningen plaats kunnen
bieden. Daarnaast is energiezuinigheid een
belangrijk issue en wordt ingezet op warmte-
koude opslag. Maar bij duurzaamheid speelt
ook het ruimtelijk ontwerp een rol. Voor de
leefbaarheid moet er voldoende groen en water
zijn. Het urban heat effect dat verwacht kan
worden in steden als gevolg van de klimaat-
verandering kun je heel goed tegengaan met
duurzame maatregelen en vooral met water.
Maar duurzaamheid kun je niet concentreren
op een klein gebiedje, groene daken mogen
geen excuustruus zijn voor duurzaamheid.
Statnamic proeven op Casing boorpalen gevallen waarbij de resultaten van UPM en SLT
beschikbaar waren (bijv. [4,5] voor een proef in
Geotechniek april 2010 vergelijkbare grondslag)
Paul Hölscher, Hans Brinkman Deltares Peter Middendorp Profound
Hoefsloot e.a. passen een andere methode toe.
Deze methode lijkt op de zogenaamde c4 methode,
In het artikel Statnamic proeven op casing Het Unloading Point ligt op de belastingstak maar is het niet. De c4 methode veronderstelt
boorpalen van Hoefsloot e.a. in de Geotechniek van het lastzakingsdiagram: het geeft immers dat de paal in het Unloading Point ruimschoots
van april 2010 [1], wordt een Statnamic proef de reactiekracht uit de grond bij de maximale geotechnisch bezweken is en dat er een dempings-
geanalyseerd. Wij hebben grote waardering verplaatsing. factor bestaat, die constant is over een voldoende
voor het feit dat VWS Geotechniek en Fugro groot deel van het belastingstraject, waarover de
dit project gestart hebben voor dit innovatieve Er is nog wel een beperkte correctie voor de paal als bezweken beschouwd kan worden.
paaltype en de grondige analyse van de resultaten. snelheidsafhankelijkheid van de materiaaleigen- Onder deze voorwaarden kan de dempingsfactor
De werkwijze in dit artikel geeft ons aanleiding schappen (in klei) of voor de waterspannings- c4 berekend worden. Echter, het resultaat dat
tot een aantal kritische kanttekeningen. generatie (in zand) nodig. Voor palen in klei ligt Hoefsloot e.a. presenteren (zie hun figuur 9),
deze correctie in de orde van een factor 0,5, voor geeft aan dat de kracht in het Unloading point
De DC-CUR commissie H410 ‘Snelle paaltesten’ grondverdringende palen in zand wordt 0,9 aan- helemaal niet gelijk is aan de bezwijkkracht van
stelt momenteel een richtlijn op voor de interpre- gehouden. De beschikbare literatuur suggereert de paal, en het Unloading point ligt helemaal niet
tatie van snelle paaltesten (RLT Rapid Load Test). voor niet grondverdringende palen een factor meer op het last-zakkingsdiagram. De oorspron-
Het achterliggende doel van deze richtlijn is het 1,1 (dat wil zeggen dat in dat geval de Statnamic kelijke c4 methode is in dit geval dan ook niet
faciliteren van een andere beproevingsmethode proef het draagvermogen 10% onderschat). toepasbaar.
voor palen dan de statische paalproef (SLT Static Naast het paaltype hangt deze coefficent nog
Load Test). De snelle proef is vaak sneller en af van de doorlatendheid van de grond, paal- De door Hoefsloot e.a. toegepaste methode
goedkoper uitvoerbaar dan een statische proef, diameter en grootte van de vervorming. gaat uit van een constante dempingsparameter
en er zijn eenvoudiger hogere draagvermogens
mee te testen. Daarmee wordt het misschien
mogelijk om betere αp en αs factoren voor
Figuur 1 Drie
nieuwe paalsystemen te bepalen. De door
statische testen en Kracht [MN]
Hoefsloot e.a. gerapporteerde proef is hierin 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
de resultaten van de
een belangrijke bijdrage, waarin de haken en 0
Statnamic test.
ogen van de aanpak goed geïllustreerd worden.
Deze brief gaat in op de toegepaste methode,
10
de vergelijking van verschillende resultaten en
de risico’s van extrapolatie van de resultaten
Verplaatsing [mm]
Interpretatie methode
30
In de interpretatie-richtlijn van de commissie
H410 wordt onder andere de Unloading Point
methode toegepast voor de interpretatie van de 40
gedurende de hele belasting, die zo gekozen dan de proefpaal die Statnamisch belast is. geeft aan hoe extreem de extrapolatie is vanuit
wordt dat op het oog een redelijke resultaat Uitgaande van een initiële stijfheid van 1,0*109 de beschikbare meetresultaten. Dit lijkt ons geen
wordt gevonden. Dit is subjectief, waardoor het N/m en het door Hoefsloot bepaalde Unloading toelaatbare manier van werken.
een slechte basis is om de proef te interpreteren. Point (verplaatsing 50 mm met belasting 6,4 MN)
Voor de commissie H410 was dit aanleiding om is conform de concept richtlijn het last-zakkings- Het paaldraagvermogen mag, zoals auteurs ook
de richtlijn te beperken tot empirische methodes, diagram bepaald. De berekening is gedaan voor aangeven, nooit worden bepaald op basis van
waarmee de resultaten in de praktijk goed klop- zowel een grondverdringende als een grond- extrapolaties. Het is volgens ons beter om aan
ten met SLT resutaten en die volledig objectief verwijderende paal in zand, dus met een empiri- te geven dat de reactie in het Unloading Point
gedefinieerd kunnen worden. Daardoor ontstaat sche factor voor snelheidseffecten van 0,9 en 1,1. een gegarandeerde ondergrens van het paal-
er naderhand geen discussie over aannames en Onderstaande figuur 1 toont het resultaat, draagvermogen is. Hoeveel hoger het kan
analyses. samen met de resultaten van de oudere statische worden bij grotere verplaatsingen, daar is
proeven en de curve die door Hoefsloot bepaald is. niets over te zeggen.
Wat ons zorgen baart in de analyse is het feit dat Opvallend in deze figuur is het feit dat de kortere
het Unloading Point (6,4 MN) in de dynamische paal een veel kleinere stijfheid heeft dan de Conclusie
Plaxis berekening niet op de oorspronkelijke statisch proefbelaste 3 m langere paal. Het De in de richtlijn voorgestelde Unloading Point
belastingscurve in de Plaxis berekeningen ligt (zie draagvermogen van de paal voor RLT lijkt lager methode met de hyperbolische benadering van
figuur 9b). Ook het verschil tussen het gevonden dan statisch gemeten, wat gedeeltelijk verklaar- het last-zakkingsdiagram geeft in de beschreven
Unloading Point en de last-zakkingscurve van baar is gezien de geringere lengte van deze case een goede benadering van het begin van
de langere met SLT geteste palen is groter dan palen. Tevens betreft het hier opgespannen in het statische last-zakkingsdiagram. De door
verwacht. Wat hier de oorzaak van is moet uit- de grond gevormde palen, die van nature stijver Hoefsloot e.a. voorgestelde dempingsmethode
gezocht worden. Het wijkt echter sterk af van zijn dan niet-opgespannen palen. Door de grotere wijkt daar sterker af.
de ervaringen met veldmetingen tot nu toe. stijfheid en het aangenomen hyperbolische
Mogelijk spelen de voorspanning, de extreme verloop leidt dit tot een minder realistisch vlak Op basis van de UPM methode komen we op
lengte-diameter verhouding of de opgetreden verloop van de curve in het Unloading Point. een geschat minimaal draagvermogen van 6 à 7
traagheidskracht (die groter is dan volgens de MN bij een verplaatsing van 50 mm. Dat lijkt op
richtlijn wenselijk is) hierbij een rol. Extrapolatie basis van de statische beproevingen met langere
De proefpalen zijn tijdens de proef tot 50 mm palen wat laag. Het werkelijke draagvermogen
Vergelijking meetresultaten weggedrukt. Dit is 3% van de diameter, terwijl zal bij grotere verplaatsingen hoger zijn, maar
Eerst vergelijken we het last-zakkingsdiagram op voor geotechnisch bezwijken een verplaatsing onbekend is hoeveel. Voor opgespannen palen
basis van de Statnamic proef geïnterpreteerd van ongeveer 10% van de diameter noodzakelijk loopt de hyperbolische interpolatie curve bij het
volgens de nieuwe richtlijn met de eerder gepu- is. Het is verleidelijk de meetresultaten te extra- Unloading Point vermoedelijk te vlak door de
bliceerde statische last-zakkingsdiagrammen [3]. poleren naar grotere verplaatsingen, maar daar hoge initiële stijfheid. Voor het draagvermogen
Bij de vergelijking van de resultaten moet reke- zijn grote risico’s aan verbonden. Figuur 11 van van deze paal kan daarom alleen een ondergrens
ning gehouden worden met het feit dat de sta- Hoefsloot e.a. geeft al de invloed van de gekozen afgegeven worden.
tisch geteste palen ongeveer 3 m langer waren extrapolatie functie weer. Onderstaande figuur 2
De reden dat het Unloading Point voor de met
RLT geteste palen niet dichterbij de last-zak-
Figuur 2 Schets van kingscurve van de langere met SLT geteste
de extrapolatie. palen ligt en de onverwachte Plaxis resultaten,
Kracht [MN]
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18
zouden nader onderzocht moeten worden.
0
Referenties
50
[1] F. Hoefsloot, E. de Jong, K,J. Bakker
Statnamic proeven op Casing boorpalen
Verplaatsing [mm]
100
Dijkverzwaring geen medeoorzaak Alle aanwijzingen uit een integrale analyse van de
verschillende typen beschikbare data, inclusief
van bodemdaling ter plaatse van de de NAP-peilmerk data, die duiden op een diepe,
geologische oorzaak van de bodemdaling, wor-
den door Prof. Barends genegeerd.
Hondsbossche en Pettemer Zeewering
Prof. Barends geeft zijn analyse van de stabiliteit
van de peilmerken in Barends, 2008; in RWS/
Deltares/TUDelft, 2008: Hst. 4.3, waarvan zijn
Reactie op: ingezonden brief van gevolgtrekkingen in zijn ingezonden brief
Professor dr ir F.B.J. Barends herhaald worden. De schrijvers van het artikel
(Geotechniek nr. 2, april 2010) hebben geen aandacht besteed aan deze analyse,
Door de auteurs omdat de uitgangspunten onjuist zijn, de
gebruikte analyse modellen niet toereikend
dr ir F. Schokking,
en de gevolgde redeneringen niet voldoen.
GeoConsult B.V. en De schrijvers van het artikel hebben alle peil-
dr D.A. Nieuwland, merken van het in het profiel van figuren 2 en 3
NewTec B.V. van het artikel beoordeeld en als stabiele peil-
merken kunnen classificeren1. Uitsluitend over
peilmerk 14C160 zou enige twijfel kunnen
bestaan, omdat dit peilmerk aan ter plaatse van
de voorgevel van een oude boerderij bevestigd
is, die in het verleden enige verticale deformatie
ondergaan heeft (zie tabel 1).
aantal jaren na de ophoging plaatsvindt en dat den tussen de 0 en 3 cm/eeuw. Er moet geconclu- het talud ligt. Dit peilmerk laat duidelijk de
daarna de secundaire zetting de dalingsnelheid deerd worden, dat sprake is van processen in de periodiciteit zien, die ook in de overige delen
bepaald, terwijl de ophoging ter plaatse van de diepe ondergrond die minimaal 93 % van de van het gebied, zowel de duinen als in de polder,
peilmerken al tussen 1977 en 1978 werd aange- waargenomen bodemdaling veroorzaken. Een wordt waargenomen.
bracht, was de zakkingsnelheid ter plaatse van de andere aanwijzing, dat dit inderdaad het geval is,
peilmerken in 1980 ten gevolge van de ophoging blijkt uit de minder grote dalingsnelheden die bij De peilmerken 14C110, 159 en 036, die alle op
van de dijk niet groter dan 0,1 cm/eeuw (0,01 de peilmerken 14C124 en 14C126 worden waar- grote afstand van de zeewering liggen, vertonen
mm/jaar). De peilmerken liggen zo ver weg van genomen. De geotechnische omstandigheden ook de periodiciteit. Opvallend is, dat 14C110,
de insteek van het talud, dat de spanningtoe- verschillen niet van die bij peilmerk 14C125. 160 en 159 gezamenlijk de kanteling van de hele
name ten gevolge van de ophoging van de dijk In de beide andere peilmerken had dan dezelfde dijk volgen, die uit de InSAR waarnemingen volgt
uiterst gering is. maximum dalingsnelheid gemeten moeten worden en tevens hetzelfde bewegingspatroon in het
als Prof. Barends gelijk zou hebben. Dit is echter Laat-Pleistoceen, dat te deduceren is uit het
Men moet zich realiseren, dat de genoemde peil- niet het geval. Men moet constateren dat deze seismisch profiel (beide in figuur 6 in het artikel).
merken aan de oostkant van de huidige weg liggen, punten minder zakken omdat ze in het locale Dat peilmerk 14C159 geen beweging vertoont
die nu als fietspad dienst doet. Gedurende de tektonische zakkingbeeld passen, dat naar het komt, omdat dit juist ligt op het scharnierpunt
uitvoering werd de weg aangelegd in 1977, vóór noorden en zuiden minder zakking aangeeft. tussen het gebied van daling van de Hondsbos-
de eigenlijke ophoging, en de weg werd tijdens Ook de historische dalinggegevens (1880 – 1966) sche Zeewering dat naar het zuiden kantelt en
het aanbrengen van de dijk belast met zwaar en de InSAR metingen bevestigen dit beeld. dat van de Pettemer Zeewering, die in noorde-
werkverkeer. Er is door de auteurs een zetting- lijke richting toenemende zakking vertoont.
berekening uitgevoerd, inclusief de ophoging Het gedrag van de andere peilmerken uit tabel 1 Dit laatste treedt op in de slenkstuctuur boven
van de dijk zelf, waaruit het tijd-zetting verloop en figuur 6 van ons artikel bevestigen dit laatste de inzakking in de Zechstein zoutlagen.
volgt. De berekening toont aan dat tussen 2008 evenzeer. Ten onrechte stelt Prof Barends, dat
en 2005 het secundaire traject reeds bereikt was. peilmerk 14C114, omdat ‘het achterland van de Prof. Barends suggereert, dat de beschikbare
De snelheid van de restzetting komt volgens de dijk in mindere mate mee zakt’ (Barends, 1980; InSAR-data (Hanssen et al., 2008 in RWS/ Delta-
berekening op 3 cm/eeuw (0,3 mm/jaar). Omdat in RWS/Deltares/TUDelft, 1980: Hst. 4.3) dit res/TUDelft, 2008; Hst. 4.5) door de auteurs
de werkweg gedurende de uitvoering voor zwaar peilmerk zou bewegen onder invloed van de verkeerd geïnterpreteerd zou zijn. Zowel de
transport gebruikt was, zal er vóór 2008 daardoor ophoging. Deze vaststelling is onjuist, omdat waterpasgegevens, de historische daling, als het
al een additionele consolidatie opgetreden zijn dit peilmerk op een afstand van meer dan 100 m seismische profiel laten een zone zien waar een
en moet rekening worden gehouden met waar- van de kruin en ca. 65 m van de onderkant van kanteling optreedt, van peilmerk 14C159, het
scharnierpunt, tot peilmerk 14C124. Tussen peil-
merk 14C124 en 14C114 is de zone te zien die
begrensd wordt door een kleine zijbreuk en de
listrische breuk, die vanaf het oppervlak tot in
Beoordeling stabiliteit Periodiciteit
de zoutlagen loopt (Artikel, figuur 6) en waarin
14C114 Gemonteeerd op gevel huis; stabiel; Afstand tot onderkant de maximale dalingsnelheid optreedt. In deze
talud dijk 100 m, tot zandaanvulling t.p.v. fietspad 65 m. zone volgen de auteurs het patroon van de
Geen beïnvloeding door ophoging dijk mogelijk Ja foutenstaafjes, resulterend in een maximale
14C126 Oost van fietspad langs dijk, in zandaanvulling van werkweg dalingsnelheid van 27,5 cm/eeuw (2,75 mm/jaar).
van ophoging van 1977. Secundair zettingtraject gedurende 1980 Dat deze snelheid tussen 2003 tot 2008 wordt
tot heden 0 – 3 cm/eeuw (0 – 0,3 mm/jaar) Ja waargenomen en niet gedurende de metingen
van 1992 tot 2000 is nu precies wat de in de
14C125 Oost van fietspad langs dijk, in zandaanvulling van werkweg
waterpassingen aangetoonde periodiciteit
van ophoging van 1977. Secundair zettingtraject gedurende
representeert. De dalingsnelheid neemt in het
1980 tot heden 0 – 3 cm/eeuw (0 – 0,3 mm/jaar) Ja
gehele gebied af tot 2001 om dan, vlak na de
14C124 Oost van fietspad langs dijk, in zandaanvulling van werkweg optredende aardbevingen, toe te nemen!!
van ophoging van 1977. Secundair zettingtraject gedurende
1980 tot heden 0 – 3 cm/eeuw (0 – 0,3 mm/jaar) Ja Prof. Barends stelt, dat de in de TVD’s waarge-
14C110 Gemonteerd op duiker; stabiel Ja nomen periodiciteit binnen de foutenmarge ligt.
14C083 Gemonteerd op duiker; stabiel Ja Er wordt daarbij niet aangegeven over welke
14C160 Gemonteerd op gevel van oude boerderij. Enige verticale deformatie fouten dit gaat: meetfouten, referentiefouten,
van fundering bij voor- en achtergevel. Bout geplaatst in 1980, interpolatiefouten of toewijzingsfouten?
Uiteraard kan er een foutenanalyse worden
dus waarschijnlijk wel stabiel. Onduidelijk
uitgevoerd, waarbij met foutenstaafjes een
14C159 Gemonteerd op transformatorhuisje; stabiel Ja gebied aangegeven wordt waarbinnen de
waarden zouden kunnen variëren. Ook dan kan
Tabel 1 Beoordeling NAP-peilmerken er een trend aangegeven worden die dan de
periodiciteit laat zien. Men kan ook een redena- dat alles wat er te zien is een grondmechanische over het al dan niet natuurlijk zijn van de bodem-
tie volgen, waarbij men zich afvraagt hoe het oorzaak heeft en door de mens veroorzaakt daling, zoals Prof. Barends dat naar voren brengt,
mogelijk is, dat in een tektonisch actief gebied wordt. dan lijkt het van groot belang definitief greep te
de continuïteit van een beweging met een afne- krijgen op wat er speelt. Deskundigen in
mende snelheid over een aantal epochen met een Uit ons artikel en uit deze reactie op de inge- Nederland dan wel in het buitenland, uit de
interval van ca. 3 tot 5 jaar zo’n duidelijke curve zonden brief van Prof. Barends blijkt ons inziens, betrokken vakgebieden: geologie, geomechanica
laat zien en tevens een versnelling na het optre- dat er met een redelijke zekerheid vast gesteld en geodesie, dient met klem om een uitspraak
den van een reeks aardbevingen!! Men kan zich kan worden, dat we te maken hebben met gevraagd te worden, opdat de juiste adviezen
daarnaast afvragen of het overeenkomen van het extreem grote bodemdalingsnelheden, met een over de problematiek aan het Ministerie van
bewegingspatroon van peilmerk 14C025 met het diepe, natuurlijke oorzaak, die nog nooit elders Verkeer & Waterstaat, Rijkswaterstaat, de
bewegingspatroon in de laboratoriumtest, die in de wereld waargenomen en beschreven zijn. Deltacommissie 2008 en de betrokken provincies
de schuiving langs breuken simuleert, op toeval De bewegingsnelheden zijn van dezelfde orde en waterschappen gegeven kunnen worden.
berust. Zouden alle fouten die eventueel op kun- van grootte als de zeespiegelrijzing die de eerste
nen treden in de peilmerkmetingen zodanig uit helft van deze eeuw verwacht wordt ten gevolge dr ir F. Schokking, GeoConsult B.V. en dr D.A.
zijn gevallen, dat die overeenkomst ontstaat? van opwarming van de aarde. Nieuwland, NewTec B.V.
De auteurs zijn van mening, dat het optreden van
Het lijkt de auteurs zinvoller de werking van het dergelijke natuurlijke bodemdaling belangrijke
tektonisch systeem proberen te begrijpen door consequenties heeft voor de kustveiligheid en 1 In figuur 3 van het artikel is door een verwisseling
bijvoorbeeld een structureel geologische analyse kustontwikkeling in Noord-Holland en mogelijk van de figuur tijdens het compilatieproces helaas
van de beschikbare 3D seismische informatie, in ook op andere locaties langs de kust, waar verge- een verkeerde grootheid voor de bodemdaling-
plaats van uit alle macht te trachten aan te tonen, lijkbare geologische omstandigheden aanwezig snelheid weergegeven. Dit dient cm/eeuw te zijn.
dat er niets gebeurd in de diepere ondergrond en zijn. Indien er een verschil van mening bestaat Onze welgemeende excuses voor deze vergissing.
Ten behoeve van de aanleg van een riolering representatieve waarde van een aantal Antwoorden bij vraagstuk B jan. 2009
in een (binnen)stedelijke omgeving dient een grondparameters: Vol gew. in kN/m3
tijdelijke sleuf te worden gegraven tot een 5. Welke belangrijke randvoorwaarde ligt 1. van 0 tot -0,5: zand 20
diepte van 3,5 m -NAP. De breedte van de ten grondslag aan het gebruik van tabel 1 van -0,5 tot -1,5: klei 15
sleuf bedraagt ca 3 m. De tijdelijke damwanden van NEN 6740? van -1,5 tot -4: veen 11
zullen worden ingetrild tot een diepte van van -4 tot -6: klei, zandhoudend 17
ca. 8 m –NAP. Om de 5 m zal er een stempel Ten behoeve van het ontwerp van de damwand van -6 tot -7: zand, kleihoudend 18
worden aangebracht tussen de damwanden. worden 5 sonderingen gemaakt, waaruit van -7 tot -8,5: zand 20
De afstand van de sleuf tot de naastliggende een nagenoeg gelijke opbouw van de 2. Zie boven naast 1.
bebouwing bedraagt ongeveer 8 m. ondergrond kan worden afgeleid. 3. Phi waarde: met Vb’
De grondslag ter plaatse wordt weergegeven 6. Welke grenstoestanden moet u bij het De bepaling van de effectieve verticale
door de sondering op figuur 1. De grondwater- ontwerp verifiëren? spanning tot het midden van de laag;
stand bedraagt 0,5 m -NAP. 7. Gaat u bij de bepaling van de representatie- 0,5 x 16 = 8
ve waarden van de grondparameters (uit de 1 x 5 = 5
1. Geef aan de hand van de sondering een 5 sonderingen) uit van de ‘zwakste schakel’ 2,5 x 1 = 2,5
beschrijving van de grondlagen tot 8,5 m -NAP. methode of van de ‘gemiddelde waarde’ 2 x 7 = 14
2. Geef van elke laag een schatting van benadering? Motiveer uw antwoord. 1 x 8 = 8
het natte volumegewicht. 8. Wat is dan bij uw keuze de algemene formule 1 x 10 = 10
3. Ten behoeve van het voorontwerp voor de bepaling van de representatieve Totaal: 48 kN/m2 dan is
van de damwand: bepaal de phi waarde van waarde indien u bij elke van de vijf Vb’= qc : 48 = 2500 kN/m2 : 48 kN/m2 = 52
de laag tussen 7 en 8,5 m –NAP op basis van sonderingen één waarde voor de Uit de correlatiegrafiek volgt dan
correlatie met de sondeerwaarden. betreffende parameter hebt afgeleid? voor phi: ca. 25 - 270
4. Welke methoden staan ter beschikking 9. Hoe brengt U bij het ontwerp van de 4. - Tabel van 6740
voor de phi waarde bepaling van de laag constructie het vereiste veiligheidsniveau - lokale ervaring
tussen 2 en 4 m –NAP ten behoeve van het in rekening? - proefverzameling
definitief ontwerp? Aan welke methode 10. Wat is het minimaal vereiste veiligheids- 5. Er worden in de tabel representatieve
geeft u hier de voorkeur en waarom? niveau; en bij welke grenstoestand wordt waarden voor het gemiddelde gegeven.
Bij het voorontwerp van de damwand gebruikt dat niveau vereist? 6. Grenstoestanden 1A en 2.
u tabel 1 van NEN 6740 ter bepaling van de 7. Voor een slappe damwand: uitgaan van de
zwakste schakelmethode.
8. Voor n=5 en de zwakste schakelbenadering:
Xrep = Xgem – 2,01 . s . V6/5
9. Via de partiële factor op de representatieve
waarde.
10. Minimaal vereiste nivo: daar waar de
partiële factor = 1, daar wordt dan
gerekend met de representatieve waarde:
dus bij grenstoestand 2.
Figuur 1 Figuur 2
Waterkeren:
programma’s.
Hierbij dient de langere termijn niet uit het oog
verloren te worden. Innovatieve technieken die
De uitdaging
In Nederland wordt jaarlijks ca. 700 miljoen euro
aan aanleg en onderhoud van waterkeringen
besteed. Willen we in Nederland gesteld staan
voor de opgave uit het Deltaprogramma, is
dat zeker nog meer. We gaan de uitdaging
aan dat door innovatie een kostenreductie van
10 % haalbaar moet zijn of dat voor dezelfde
investering 10 % maatschappelijke meerwaarde
kan worden gecreëerd.
De innovaties van nu dienen een voorzet te zijn
voor innovaties in het Deltaprogramma.
Grondstoffen Per concept is gekeken naar de fase waarin deze gemeente Tiel. Hier ziet men een klimaatdijk
30 % van de aanlegkosten besteden we aan zich bevindt. Sommige concepten zijn nog als oplossing bij de ontwikkeling van Tiel-Oost.
grondstoffen. Mogelijk door toepassing van slechts een idee, terwijl andere gereed zijn voor Hierdoor wordt er geanticipeerd op de wens
andere materialen is een winst te behalen. een praktijkproef (schaal 1:1). uit het advies van Veerman om te komen tot
Kwel, reductie waterdruk een robuust dijkconcept, de klimaatdijk.
Nu is 30 % van de problemen gerelateerd aan het Vormvaste concepten Ook in Rotterdam wordt gekeken of en hoe ruim-
grondwater, kwel, piping en opdrijven. Bij een Twee vormvaste concepten zijn in de zomer van telijke ordening en waterveiligheid hand in hand
stijging van waterspiegel wordt dit alleen maar 2009 als praktijkproef nabij Nieuw-Lekkerland kunnen gaan. Enerzijds om de waterveiligheid
meer. De dimensionering van constructies wordt uitgevoerd. Vanuit het Waterschap Rivierenland te garanderen, maar ook om te kijken hoe het
sterk gedomineerd door de sterkte die nodig is werd gezocht naar de meest optimale oplossing stedelijk gebied hier vorm gegeven kan worden.
voor het installeren. Een slimme oplossing die gegeven de locatie (bebouwing nabij de dijk). In Noordwijk wordt een dijk in de duin gelegd.
deze benodigde installatiesterkte reduceert, kan Na bestudering van verscheidene alternatieven
een aanzienlijke kostenbesparing betekenen. en gesprekken met belanghebbenden bleek dit
Eco-engineering (groene sterkte) de beste oplossing om landschappelijke met
Natuurontwikkeling in de vooroever kan de veiligheidsmotieven met elkaar te combineren.
hydraulische belasting c.q. de golfaanval reduceren
en daarmee de vereiste omvang van de water- Bekledingen/Eco-engineering
kering. De waterkering hoeft niet te worden De moderne bekleding van een dijk bestaat uit
versterkt wanneer eco-engineering wordt een constructie van elementen van asfalt, beton
ingezet en daardoor worden kosten bespaard. of breuksteen al dan niet ingegoten met asfalt of
Innovaties op dit gebied zijn een belangrijke beton. Vroeger werd vaak natuursteen gebruikt,
bijdrage aan de maatschappelijke meerwaarde maar dit voldoet nu niet meer aan de eisen of is
die wordt gecreëerd bij het verhogen van de niet meer voorhanden. Natuursteenbekleding
veiligheid van onze waterkering. moet dus veelal worden vervangen of worden
Gebruikmaken van multifunctionaliteit versterkt. Projectbureau Zeeweringen test,
De dijk kan als plek fungeren om meerdere in dit kader, diverse typen bekledingen in de
functies te combineren, zoals wonen, werken, provincie Zeeland.
recreatie en natuur. Door functiecombinaties
worden de investeringskosten gereduceerd. Ook kan gedacht worden aan maatregelen om
Door de grotere belevingswaarde wordt de de golfoploop te verminderen, bijvoorbeeld door
maatschappelijke acceptatie vergroot. biobouwers. Hier worden levende organismen,
zoals riet en schelpdieren, ingezet om water-
Inventarisatie concepten keringen te versterken, door de genoemde
Het afgelopen decennium zijn veel nieuwe water- golfoploop te beperken. Deze natuur kan in
kerenconcepten ontwikkeld. Om een overzicht een brede zone rond de waterkering worden
te krijgen heeft WINN in 2009 een inventarisatie gecreëerd, waardoor het voorland voor de dijk
uitgevoerd. Er worden vier categorieën onder- de golfaanval kan reduceren.
scheiden: De traditionele oplossingen gaven een zekere
1. Vormvaste concepten, de dijk wordt versterkt mate van overlast; innovatieve concepten boden Vraaggestuurde ontwikkelingen
zonder dat de vorm van de dijk veranderd; een oplossing. De evaluaties van de proeven zijn Met behulp van vraaggestuurde ontwikkelingen
2. Bekledingen, richten zich op de buitenkant in juni afgerond. Voor de vormvaste concepten, is de sector in staat om de optimale oplossing
van de dijk. Dit kan zich uiten in het gebruik van korte damwand en dijkvernagelling wordt nog voor een specifieke locatie te implementeren.
andere grondstoffen en/of materiaal, of in het naar proeflocaties gezocht. Voor enkele vragen uit de waterbeheerderssector
toepassen van andere vormen; bestaan al oplossingen, maar soms ontbreekt
3. Ruimtelijke concepten, waar samenhang Ruimtelijke concepten deze. Iedereen die denkt een ontwikkeling/ inno-
wordt gezocht tussen dijkversterking, ecologie Tot voor kort was de dijk een scheiding tussen vatie te hebben die bijdraagt aan de beantwoor-
en dubbel ruimtegebruik; het water en de polder. Het beeld van een dijk ding van de vragen uit deze sector is welkom zich
4. Tijdelijke maatregelen, die tot doel hebben met de enige functie ‘waterkeren’, verschuift bij de auteurs te melden. Dit kan door een email
van het verhogen van de waterkerende hoogte naar een dijk als verbinding tussen het water en te sturen naar ellen.tromp@deltares.nl. Wij wil-
van de relatief kleinere dijken en het overbrug- landschap. De dijk kan als plek fungeren om len graag samen met de markt op zoek gaan naar
gen van een tijdelijke situatie. meerdere functies te combineren, zoals wonen, innovatieve oplossingen, door bijvoorbeeld
werken, recreatie en natuur. Soms wordt dit expertsessies te organiseren en de haalbaarheid
Binnen elke categorie zijn meerdere concepten ingegeven vanuit de ruimtelijke druk, soms en kansrijkheid van ideeën te toetsen.
te onderscheiden. Dit overzicht is niet volledig omdat het een landschappelijke meerwaarde
en dient als tijdsopname gezien te worden. heeft. Concrete plannen zijn er bijvoorbeeld bij
Grondstoffen Per concept is gekeken naar de fase waarin deze gemeente Tiel. Hier ziet men een klimaatdijk
30 % van de aanlegkosten besteden we aan zich bevindt. Sommige concepten zijn nog als oplossing bij de ontwikkeling van Tiel-Oost.
grondstoffen. Mogelijk door toepassing van slechts een idee, terwijl andere gereed zijn voor Hierdoor wordt er geanticipeerd op de wens
andere materialen is een winst te behalen. een praktijkproef (schaal 1:1). uit het advies van Veerman om te komen tot
Kwel, reductie waterdruk een robuust dijkconcept, de klimaatdijk.
Nu is 30 % van de problemen gerelateerd aan het Vormvaste concepten Ook in Rotterdam wordt gekeken of en hoe ruim-
grondwater, kwel, piping en opdrijven. Bij een Twee vormvaste concepten zijn in de zomer van telijke ordening en waterveiligheid hand in hand
stijging van waterspiegel wordt dit alleen maar 2009 als praktijkproef nabij Nieuw-Lekkerland kunnen gaan. Enerzijds om de waterveiligheid
meer. De dimensionering van constructies wordt uitgevoerd. Vanuit het Waterschap Rivierenland te garanderen, maar ook om te kijken hoe het
sterk gedomineerd door de sterkte die nodig is werd gezocht naar de meest optimale oplossing stedelijk gebied hier vorm gegeven kan worden.
voor het installeren. Een slimme oplossing die gegeven de locatie (bebouwing nabij de dijk). In Noordwijk wordt een dijk in de duin gelegd.
deze benodigde installatiesterkte reduceert, kan Na bestudering van verscheidene alternatieven
een aanzienlijke kostenbesparing betekenen. en gesprekken met belanghebbenden bleek dit
Eco-engineering (groene sterkte) de beste oplossing om landschappelijke met
Natuurontwikkeling in de vooroever kan de veiligheidsmotieven met elkaar te combineren.
hydraulische belasting c.q. de golfaanval reduceren
en daarmee de vereiste omvang van de water- Bekledingen/Eco-engineering
kering. De waterkering hoeft niet te worden De moderne bekleding van een dijk bestaat uit
versterkt wanneer eco-engineering wordt een constructie van elementen van asfalt, beton
ingezet en daardoor worden kosten bespaard. of breuksteen al dan niet ingegoten met asfalt of
Innovaties op dit gebied zijn een belangrijke beton. Vroeger werd vaak natuursteen gebruikt,
bijdrage aan de maatschappelijke meerwaarde maar dit voldoet nu niet meer aan de eisen of is
die wordt gecreëerd bij het verhogen van de niet meer voorhanden. Natuursteenbekleding
veiligheid van onze waterkering. moet dus veelal worden vervangen of worden
Gebruikmaken van multifunctionaliteit versterkt. Projectbureau Zeeweringen test,
De dijk kan als plek fungeren om meerdere in dit kader, diverse typen bekledingen in de
functies te combineren, zoals wonen, werken, provincie Zeeland.
recreatie en natuur. Door functiecombinaties
worden de investeringskosten gereduceerd. Ook kan gedacht worden aan maatregelen om
Door de grotere belevingswaarde wordt de de golfoploop te verminderen, bijvoorbeeld door
maatschappelijke acceptatie vergroot. biobouwers. Hier worden levende organismen,
zoals riet en schelpdieren, ingezet om water-
Inventarisatie concepten keringen te versterken, door de genoemde
Het afgelopen decennium zijn veel nieuwe water- golfoploop te beperken. Deze natuur kan in
kerenconcepten ontwikkeld. Om een overzicht een brede zone rond de waterkering worden
te krijgen heeft WINN in 2009 een inventarisatie gecreëerd, waardoor het voorland voor de dijk
uitgevoerd. Er worden vier categorieën onder- de golfaanval kan reduceren.
scheiden: De traditionele oplossingen gaven een zekere
1. Vormvaste concepten, de dijk wordt versterkt mate van overlast; innovatieve concepten boden Vraaggestuurde ontwikkelingen
zonder dat de vorm van de dijk veranderd; een oplossing. De evaluaties van de proeven zijn Met behulp van vraaggestuurde ontwikkelingen
2. Bekledingen, richten zich op de buitenkant in juni afgerond. Voor de vormvaste concepten, is de sector in staat om de optimale oplossing
van de dijk. Dit kan zich uiten in het gebruik van korte damwand en dijkvernagelling wordt nog voor een specifieke locatie te implementeren.
andere grondstoffen en/of materiaal, of in het naar proeflocaties gezocht. Voor enkele vragen uit de waterbeheerderssector
toepassen van andere vormen; bestaan al oplossingen, maar soms ontbreekt
3. Ruimtelijke concepten, waar samenhang Ruimtelijke concepten deze. Iedereen die denkt een ontwikkeling/ inno-
wordt gezocht tussen dijkversterking, ecologie Tot voor kort was de dijk een scheiding tussen vatie te hebben die bijdraagt aan de beantwoor-
en dubbel ruimtegebruik; het water en de polder. Het beeld van een dijk ding van de vragen uit deze sector is welkom zich
4. Tijdelijke maatregelen, die tot doel hebben met de enige functie ‘waterkeren’, verschuift bij de auteurs te melden. Dit kan door een email
van het verhogen van de waterkerende hoogte naar een dijk als verbinding tussen het water en te sturen naar ellen.tromp@deltares.nl. Wij wil-
van de relatief kleinere dijken en het overbrug- landschap. De dijk kan als plek fungeren om len graag samen met de markt op zoek gaan naar
gen van een tijdelijke situatie. meerdere functies te combineren, zoals wonen, innovatieve oplossingen, door bijvoorbeeld
werken, recreatie en natuur. Soms wordt dit expertsessies te organiseren en de haalbaarheid
Binnen elke categorie zijn meerdere concepten ingegeven vanuit de ruimtelijke druk, soms en kansrijkheid van ideeën te toetsen.
te onderscheiden. Dit overzicht is niet volledig omdat het een landschappelijke meerwaarde
en dient als tijdsopname gezien te worden. heeft. Concrete plannen zijn er bijvoorbeeld bij
crisis in de geotechniek
Op bovenbeschreven manier kan vaak op een
paar duizend euro voor onderzoeks- en advies-
kosten worden beknibbeld, terwijl de schade,
als bijvoorbeeld een verkeerde bouwmethode
wordt gekozen, in de tonnen, zo niet miljoenen,
kan lopen.
Om de kosten nog verder te drukken worden
deelopdrachten vaak aan een aantal verschillende
partijen vergeven (aanbesteedt). Of alle bouw-
stenen goed op elkaar passen is dan zeker de
vraag. Als dan ook nog de risico’s bij verschillende
partijen worden weggelegd is er een basis gelegd
voor fouten gedurende het project en daarmee
een vergrote kans op faalkosten! Je kunt deze
situatie vergelijken met de discussie rond het
herinvoeren van de hoofdconstructeur. Ook het
inkoopgedrag zou moeten worden getoetst door
een persoon met een ‘helicopterview’.
inderdaad af of dat trillingsvrij systeem nu alle- Waar ging het nu mis? periode van een project staan de vraagstukken
maal wel nodig is, want het zijn toch wel dure Uit een analyse achteraf blijkt dat op verzoek over het uitwerken van de projectplannen veel
palen die erin gaan. Men vraagt vijf bureaus van de constructeur het paalstramien niet is minder onder tijdsdruk dan wanneer de uitvoe-
om een aanbieding voor het opstellen van een gewijzigd, want ingrijpende aanpassing van de ring al aanstaande is. Voor de verandering van
trillingsprognose. Bureau Y is de goedkoopste en constructieve berekening in een laat stadium bouwplannen na gunning moet onder (soms
krijgt de opdracht. Er is wel wat haast geboden, komt in de planning altijd erg slecht uit. De onverantwoord) hoge tijdsdruk worden gewerkt
dus wordt bij opdracht verzocht om binnen 14 gemeente heeft alle berekeningen en tekeningen aan ingrepen die van cruciale invloed kunnen zijn
dagen een compleet rapport te leveren. Veel bovendien eindelijk goed gekeurd. Het budget op een succesvol verloop van een werk. Toch doet
informatie over de belendingen rondom de van de constructeur is inmiddels ook op door iedereen mee aan de veldslag om de laagste prijs.
projectlocatie is er nog niet verzameld, want er enkele ingrijpende last-minute aanpassingen
was immers besloten om voor een trillingsvrij die op verzoek van de opdrachtgever ‘als service’ In dit geval koste de voorbereiding voor het ont-
systeem te kiezen. zijn doorgevoerd. Om extra budget vragen ligt werp van de fundering de prijs voor een aantal
De trillingsprognose, die met hangen en wurgen wat moeilijk, want de constructeur is al ver in sonderingen en een ‘standaard funderingsad-
op tijd wordt geleverd, wijst uit dat er met in de onderhandelingen over een mooie vervolg- vies’. Eenmaal besloten dat er alsnog project-
acht name van wat randvoorwaarden wel geheid opdracht voor diezelfde opdrachtgever. budget vrij werd gemaakt om te optimaliseren,
kan worden. De toplaag moet worden voorge- Bureau X is dus gevraagd om het funderings- diende er natuurlijk wel een besparing te komen,
boord en er moeten ‘uitgebreide trillingsmetingen’ advies snel om te bouwen van 'schroeven' naar want ‘de baas zijn centen zijn immers niet van
volgens de SBR worden gedaan. Ook moeten de ‘heien’ zonder toelichting waarom. De randvoor- blik’. Met een uitgebreider funderingsadvies
randpalen (die zich het dichtst bij de gevoelige in het voortraject, waarbij bureau X wat meer
belendingen bevinden) niet te diep budget zou zijn toebedeeld om een
in het draagkrachtige zand worden doordacht funderingsplan uit te werken
geheid om de trillingsintensiteit met de constructeur, hadden veel pro-
zoveel mogelijk te beperken.
Tenslotte wordt aanbevolen om een
In de beginfase van blemen kunnen worden voorkomen.
Het lokaal aanpassen van het aantal
plan B te bedenken voor het geval het
met de trillingen tegen valt.
een project investeren: palen en het inheiniveau heeft dan nog
weinig consequenties op de rest van het
constructieve ontwerp. De risico’s die
De projectorganisatie besluit het daar is qua kansen en op de loer liggen bij dergelijke optimali-
funderingsontwerp aan te passen. satie trajecten zijn niet nieuw, maar van
Bureau X krijgt opdracht om snel risico’s veel te winnen. alle tijden. Door de economische crisis
het funderingsadvies van trillingsvrij wordt de bereidheid om meer risico te
naar een geheid systeem aanpassen. nemen echter wel groter, zodat meer
Omdat keuze vrijheid in het inkooptraject waarden uit de trillingsprognose van bureau Y zorgvuldigheid geboden is.
gewenst is worden geprefabriceerde betonpalen zijn hierdoor bij bureau X niet bekend. De prefab
en Vibropalen in het nieuwe funderingsadvies palen zijn behoorlijk lang en zwaar uitgevallen, Belangrijke strategische beslissingen voor een
opgenomen. maar dit is weer niet terug gekoppeld naar de project behoren in een vroeg stadium op basis
uitgangspunten van de trillingsprognose van van juiste en voldoende informatie te worden
De projectorganisatie vraagt vervolgens prijzen bureau Y. Het nadenken over Plan B is door genomen. Door structureel in het voortraject
aan bij verschillende heibedrijven. Prefab-palen tijdgebrek tussen de wal en het schip geraakt. meer energie te steken in het onderzoek naar
blijken in dit geval goedkoper dan Vibro-palen Het uitvoeren van de trillingsmetingen heeft de technische en economische haalbaarheid van
en aldus wordt besloten. de projectorganisatie bij het heibedrijf onder mogelijke oplossingen neemt de kwaliteit van
gebracht. Dan kost het alleen de huur van de ieder plan onmiskenbaar toe en het risicoprofiel
Na het heien van de eerste palen springen de meter en men is toch de hele dag op het werk navenant af.
scheuren in de muren van een nabij gelegen kerk aanwezig. In overleg is besloten om de moeilijk- Door de rol van de geotechnisch adviseur in het
en het werk moet worden stil gelegd. Wat ging er ste locatie het eerste uit te voeren. ‘Dat hebben voortraject meer inhoud te geven dan louter het
mis; alles was toch goed voorbereid? Bureau Y en we dan tenminste maar gehad; bureau Y zegt dat beantwoorden van (deel)vragen voor de laagste
het heibedrijf worden op het matje geroepen om het kan; kijk maar, hier staat het.’ De argumenten prijs kan er nog een grote stap worden gemaakt
tekst en uitleg te komen geven, want er zal wel van de individuele partijen lijken volstrekt legi- naar een hogere kwaliteit van projecten en
slecht werk geleverd zijn. De prefab palen liggen tiem, maar uiteindelijk loopt het project ondanks een lager risicoprofiel tijdens de uitvoering.
kant en klaar op het werk, maar kunnen niet meer alle goede bedoelingen toch uit op een financiële Dit houdt in dat er een wat groter deel van het
worden ingezet. Er moeten alsnog trillingsvrije ramp en bekoelde zakelijke relaties tussen de projectbudget in de voorbereiding moet worden
palen worden geïnstalleerd, voordat men weer betrokken partijen onderling. geïnvesteerd. Het lijkt onlogisch om in deze
verder kan met bouwen. Een flinke plannings- periode van economisch zwaar weer meer te
achterstand en veel extra kosten zijn het trieste Wat kunnen we hier nu van leren? investeren in de voorbereiding, maar uiteindelijk
gevolg. Het toverwoord is ‘doseren’. In de voorbereidings- verdient dit zichzelf terug.
Plannen met een laag detailniveau in de voor- De maatschappij vaart dus wel bij een goede wordt bereikt door de aanpak zoals die bij de
bereiding dienen door iedere gegadigde te projectvoorbereiding. spoedprojecten wordt gehanteerd. Best Value
worden gescand op (financiële en technische) De geotechnicus zelf kan zich, ondanks de vaak Procurement, ofwel prestatie-inkoop kan leiden
risico’s. De economische crisis leidt tot een hoge tijdsdruk waaronder gewerkt moet worden, tot een betere waardering van kwaliteit. En daar
groter aantal gegadigden voor ieder project. onderscheiden door bij zijn projecten door te gaat het ten slotte om: kwalitatief hoogstaande
Dezelfde werkzaamheden worden dus in een blijven vragen naar randvoorwaarden en uit- adviezen en producten en daarmee een reductie
veelvoud gedaan, terwijl slechts één partij de gangspunten en in een vroeg stadium actief van de faalkosten. Want investeren in deze
opdracht verwerft. Dit zijn kosten die linksom of kansen en bedreigingen naar voren te brengen. faalkosten zal door geen enkele partij worden
rechtsom door de samenleving moeten worden toegejuicht.
gedragen. Tenslotte
Tenslotte is bij projecten met een laag detail- De hierboven omschreven handelwijze is ten dele Uiteraard is met dit relaas een aantal zaken uit
niveau in de voorbereiding de kans op budget- oud en helaas bekend gedrag, maar wordt terdege de dagelijkse praktijk van de auteurs uitgelicht.
overschrijding bij de inschrijving reëel, omdat versterkt door de economische crisis. Heeft u andere ervaringen of een geheel andere
risico's zich direct vertalen in een conservatieve mening over dit onderwerp? Wij nodigen de
inschrijving. Ook bij het aanbesteden van werken voor aan- lezers van dit blad van harte hierbij uit om op
nemers zie je dit gedrag terug. Gelukkig zijn er dit artikel te reageren.
Door in de voorbereiding van bouwplannen het ook steeds vaker projecten, waarbij in ieder
samenspel tussen opdrachtgever, constructeur geval de kwaliteit van de aanbieding in meer
en geotechnicus te stimuleren en te budgetteren of mindere mate meespeelt. De RWS en Prorail
neemt de kwaliteit van projectplannen toe en contracten, waarbij de EMVI (Economisch
het risicoprofiel dus af. De kosten voor project- Meest Voordelige Inschrijving) score wordt
verwerving, die uiteindelijk altijd door de maat- gehanteerd, zijn daar een goed voorbeeld van.
schappij moeten worden gedragen, nemen af. Een verdere terugdringing van het ‘prijsvechten’
KIVI NIRIA is dé Nederlandse beroepsvereniging sen werkzaam op het vakgebied, mensen die het vak
van en voor ingenieurs, opgeleid aan universi- studeren en andere geïnteresseerden. Dit netwerk
teiten en hogescholen, en vormt een hoog- strekt zich uit over de grenzen van ons land en uit zich
waardig technisch kennis- en kennissennet- in nauwe samenwerking met soortgelijke verenigin-
werk. Hiermee maakt KIVI NIRIA, het Koninklijk gen binnen Europa.
Instituut Van Ingenieurs, het belang van tech- Jaarlijks organiseert de afdeling tal van activiteiten,
niek zichtbaar in onze samenleving en onder- waarvan een aantal op Europees niveau in samenwer-
steunt ingenieurs bij het uitoefenen van hun king met anderen. KIVI NIRIA Geotechniek is tevens
founding partner van Geonet, het onafhankelijk plat-
belangrijke taak. Ingenieurs staan aan de basis
form voor interactief geotechnisch Nederland
van innovatie, doordat zij hun technische
(www.geonet.nl). Alle leden van KIVI NIRIA Geo-
kennis weten toe te passen ten behoeve van
techniek kunnen zich gratis abonneren op het vakblad
ontwikkeling in de maatschappij.
Geotechniek. Geotechniek is een informatief/promoti-
oneel onafhankelijk vakblad dat beoogt, kennis en
Waarom een Afdeling Geotechniek?
ervaring uit te wisselen, inzicht te bevorderen en
Geotechniek volgens Van Dale: de toegepaste weten-
belangstelling voor het gehele, geotechnisch vakge-
schap die zich bezighoudt met het gedrag van grond
bied te kweken. Het vakblad verschijnt vier maal per
en rots ten behoeve van het ontwerpen en uitvoeren
jaar (excl. specials).
van grond- en kunstwerken. Dit klinkt erg abstract,
maar in de praktijk zijn er maar weinig ingenieurs die
Aanmelden of meer informatie Activiteiten
niet met geotechniek te maken krijgen. Denk maar
over KIVI NIRIA Geotechniek ? De Afdeling Geotechiek geeft steun aan wetenschap-
Meer informatie over de eens aan de fundering van een weg of gebouw, het
Afdeling Geotechniek
pelijk onderzoek en helpt mee aan de ontwikkeling
aanbrengen van waterdichte schermen bij een bodem-
kunt u vinden op www.kiviniria.nl/geo van diverse cursussen op het vakgebied. Daarnaast
sanering of het verplaatsen van grond bij het bagge-
of bij Marty Herrmann, organiseert de afdeling de Funderingsdag en de Geo-
KIVI NIRIA Kamer TU Eindhoven, ren of boren van een tunnel. Daarom dus een Afdeling
techniekdag en vele excursies, lezingen en symposia.
Tel. 040-247 29 49 Geotechniek.
(ma t/m vrij 10 - 14 uur), Ook voor jonge leden is de afdeling actief. Zo levert zij
E-mail kiviniria@tue.nl een bijdrage aan de Young Geotechnical Engineers
Netwerk en Communicatie
www.kiviniria.nl Conference en er is een speciale afstudeerdersmiddag.
De Afdeling Geotechniek vormt een netwerk van men-
Samenvatting
met:
n aantal belastingstappen; Elastische rek en kruiprek Equivalente leeftijd en reksnelheid
tref referentietijd (1 dag) voor de Isotachen modellen gaan er van uit dat een De reksnelheid is omgekeerd evenredig met de
logaritmische kruiprek; rekverandering kan bestaan uit een elastische equivalente leeftijd = t - tn + n.
tn tijdstip van aanbrengen bijdrage en een kruipbijdrage. Dat blijkt Dat wordt duidelijk door de rekuitdrukking op
belastingstappen; wanneer we de formules op het sigarendoosje het sigarendoosje te differentiëren naar de tijd.
lineaire rek omwerken naar een incrementele vorm.
n equivalente leeftijd net na De elastische bijdrage treedt bij spannings-
aanbrengen van belastingstap n; verandering direct op en is reversibel.
’n effectieve spanning na De equivalente leeftijd is daarom op te vatten als
belastingstap n; de tijd die grond na sedimentatie zonder verdere
p grensspanning; spanningsverandering nodig zou hebben gehad
’0 initiële spanning; De kruipbijdrage treedt op in de tijd en is om tot de actuele reksnelheid te komen.
RR, CR, Cα irreversibel. De zogenaamde primaire rek wordt bereikt
parameters NEN-Bjerrum bij een equivalente leeftijd = tref.
Isotachen model:
– RR: primaire samendrukbaarheid
voor de grensspanning,
– CR: primaire samendrukbaarheid na de
grensspanning,
– Cα: secundaire samendrukbaarheid
na de grensspanning (kruip);
meer toelichting volgt onder
NEN-Bjerrum parameters;
Cp, Cp’, Cs, Cs’
parameters Koppejan model.
Figuur 2 Geschiedenis van effectieve spanningen in rekenvoorbeeld. Tabel 2 Spanningen, equivalente leeftijden en rekken voor verschillende tijdstippen.
Rek [-]
0,45
0,55
In tegenstelling tot Koppejan is de primaire Figuur 3 Rek versus tijd volgens Isotachen en Koppejan, bij gedraineerd gedrag.
samendrukbaarheid RR dus niet alleen van
betekenis voor situaties onder de oorspronkelijke
grensspanning, maar ook voor situaties met
ontlasten/herbelasten. volgens Koppejan is nul. De initiële kruip-
snelheid volgens Isotachen volgt uit de
8. Rek bij t=10000, ’ =80 overconsolidatiegraad.
2. Helling kruiptak bij belasten. De helling van n is de rek 1 dag na het aanbrengen van
de kruiptak volgens Koppejan is afhankelijk belastingtrap n. Voor de belastingtrappen
van de grootte van de spanning en de tijd boven de grensspanning is de equivalente
Na het opveren op 400 dagen voorspelt sinds belasten. In het Isotachen model is de leeftijd dan ook ongeveer 1 dag.
Isotachen nog zo’n 3 % rek tussen 400 en helling alleen afhankelijk van de equivalente
10.000 dagen. leeftijd. De Isotachen aanname is in het Secundaire (seculaire) samendrukbaarheid
buitenland het meest gangbaar. ná de grensspanning.
Figuur 3 laat het gedraineerde Isotachen resul- De kruipparameter C bij belastingstap n
taat zien in de tijd, samen met het vergelijkbare 3. Gedrag na ontlasten. Isotachen vindt na volgt uit de helling van de kruiptak in het (t–tn)
Koppejan resultaat (zonder de ontlaststap). ontlasten als asymptoot de zettingslijn die diagram aan het eind van elke belastingtrap
In figuur 3 zijn gestippeld ook de lijnen geplot was gevolgd wanneer de tijdelijke belasting boven de grensspanning.
voor de gevallen dat na 80 en 100 kPa geen span- nooit aanwezig was geweest. Het Koppejan
ningsverandering zou hebben plaatsgevonden. model is voor ontlasten niet gedefinieerd.
De Isotachen grafiek laat zien dat de helling van
beide lijnen gelijk is, in tegenstelling tot Koppe-
jan. Daar is de helling bij 100 kPa licht steiler dan NEN-Bjerrum parameters
NEN-Bjerrum parameters worden in binnen- en Omrekenen uit Koppejan
de helling bij 80 kPa. Vanuit experimenten volgt
buitenland tegenwoordig standaard geleverd Ook oude Koppejan parameters zijn om te rekenen.
overigens meer bewijs voor de Isotachen aanna-
door de laboratoria. Ook het leveren van a/b/c Voor de kruipparameter moeten dan liefst wel
me dan voor de Koppejan aanname [Lit 1].
parameters is in Nederland geen probleem. de belastingtrappen na de grensspanning
De parameterbepaling is ten opzichte van bekend zijn. De omrekenformules volgen hierna.
Verder blijkt uit de Isotachen grafiek dat de zet-
Koppejan eenvoudiger, omdat geen rekening De volledige afleiding is te vinden in Lit 2.
ting na het wegnemen van de tijdelijke voorbe-
lasting uiteindelijk weer de lijn volgt die ook zou hoeft te worden gehouden met superpositie
Primaire samendrukbaarheid vóór de grensspanning.
zijn gevonden indien de voorbelasting nooit aan- van kruiprekbijdragen. Hierna wordt dat
De berekening van de primaire samendrukbaar-
wezig was. Koppejan gebruikers zullen daarin de uitgewerkt voor de NEN-Bjerrum parameters.
heid voor de grensspanning is eenvoudig:
aanname herkennen die zij doen om het zettings-
verloop na ontlasten handmatig af te schatten. Primaire samendrukbaarheid vóór de grensspanning.
Koppejan op de totale rek in mindering moet Voorbeeld omrekening rapportages on-line beschikbaar gemaakt [Lit 2,
worden gebracht alvorens uit het restant de C’p.i Gegeven: Grensspanning p = 18, Lit 3]. Deze illustreren de effecten van diverse
parameter te bepalen. Vereenvoudigingen zijn en Koppejan parameters uit tabel 1, modelkeuzes aan de hand van de case ‘A2
echter goed mogelijk door de theoretische Belastingniveaus boven grensspanning: Holendrecht Maarssen’. Ze bevatten bovendien
Koppejan kruip voor de grensspanning te 1 = 35, 2 = 80, 3 = 170 ook aanbevelingen voor bovengenoemde
verwaarlozen, en door verder aan te nemen dat modelleringaspecten.
de belasting in de proef elke dag verdubbelt.
Is het totale aantal maagdelijke belastingstappen
in de proef gelijk aan m, dan is de volgende uit- Het is duidelijk dat de werkelijkheid zich altijd
drukking af te leiden: anders gedraagt dan welk model dan ook.
Een voorspelling is daarom per definitie een
benadering. Vooral de langeduur voorspelling is
onzeker, omdat voor validatie nog onvoldoende
Bij 3 belastingstappen boven de grensspanning experimenten en praktijkmetingen beschikbaar
(m = 3) is het eindresultaat: zijn. Restzettingsvoorspellingen zijn er echter
wel van afhankelijk, evenals de relatie tussen
OCR en beginsnelheid.
Samenvatting
Diepte [m]
zand).
verticale as met ongeveer 100 tpm en versnijdt
de grond dus op mechanische wijze.
Tegelijkertijd wordt het mengsel van water en
bindmiddel (de verhouding water\bindmiddel -2
ligt tussen 0,6 en 0,8) geïnjecteerd onder lage
druk (< 5 bar). De geïnjecteerde hoeveelheid
bindmiddel bedraagt meestal 350 tot 450 kg
-3
bindmiddel/m³ in functie van het grondtype.
Het bindmiddel keert gedeeltelijk (tussen 0%
en 30%) terug naar het oppervlak in de retour-
specie.
De resulterende soilmix elementen zijn cilinder- varieert tussen 0,8 en 1,4 m (1,2 en 2,1 m). Op met jet-grouting is de beperkte hoeveelheid
vormige kolommen. De diameter van de soilmix deze manier wordt de productiesnelheid retourspecie.
kolommen is de diameter van de menggereed- verhoogd tot ongeveer 180 (twin) en 250 m2
schap: namelijk een nominale diameter van (triple) soilmix wand per dag. Testprogramma
tussen 0,43 en 1,03 m. Als de soilmix techniek In deze fase van het onderzoek werden soilmix
gebruikt wordt voor een kerende constructie, CUT TER SOILMIX (CSM) kernen werden horizontaal geboord op 23 ver-
bedraagt de productiesnelheid ongeveer Een CSM-toestel is commercieel verkrijgbaar. schillende werven in België met een verschillende
160 m3 soilmix wand per dag. Het maakt gebruik van twee snijwielen die grondtype en met verschillende types van soilmix
onafhankelijk rond een horizontale as draaien systemen. In totaal werden 950 uniaxiale druk-
Om de productiesnelheid te verhogen, wordt en de grond versnijden. Tegelijkertijd wordt het proeven en 100 elasticiteitsmodulustesten uitge-
een CVR Twinmix® en een CVR Triple C-MIX® mengsel van water en bindmiddel geïnjecteerd voerd op deze kernen. Er werden ook monsters
gebruikt. Een twinmix heeft twee mengboor- onder lage druk (< 5 bar). De verhouding water/ die ontnomen werden uit de verse soil mix (wet
koppen die twee overlappende cilindervormige bindmiddel bedraagt tussen 0,6 en 1,2. De grab) en in laboratorium gemengde monsters
kolommen (totale muurlengte van 0,8 tot 1,2 m) geïnjecteerde hoeveelheid bindmiddel bedraagt getest.
tegelijkertijd mengen. De dagelijkse productie meestal 200 tot 400 kg bindmiddel/m3 in functie
stijgt tot 210 m3. Een CVR Triple C-mix® heeft van het grondtype. Een deel van het bindmiddel U I T VO E R I N G VA N U N I A X I A L E
drie mengboorkoppen in lijn met een totale (tussen 0% en 30%) keert terug naar het opper- DRUKPROEVEN EN ELASTICITEITS-
muurlengte van 1,5 tot 1,8 m. De productiesnel- vlak in de retourspecie. M O D U LU S T E S T E N
heid neemt hierbij toe tot 300 m3 per dag. De resulterende soilmix elementen zijn recht- De laboratoriumproef om de uniaxiale druksterkte
hoekige panelen. In België hebben deze panelen (UCS = ‘unconfined compressive strentgh’) te
TUBULAR SOILMIX ( TSM) een lengte van 2,4 m en een dikte van 0,55 m bepalen, werd uitgevoerd volgens EN 206.
De TSM-techniek berust op een mechanische en hoewel frezen met andere afmetingen interna- De monsters hadden een diameter tussen 85 mm
hydraulische menging. Naast de (rond de verticale tionaal verkrijgbaar zijn. De productiesnelheid en 115 mm. De verhouding tussen de hoogte
as) draaiende mengboorkop wordt de grond bedraagt ongeveer 100 m2 tot 250 m2 per dag. en de diameter bedroeg 1. De resultaten van de
versneden door de injectie onder hoge druk proefmonsters met grondinsluitingen > 1/6 van
(tot 500 bar) van het mengsel van water en bind- VO O R D E L E N VA N S O I L M I X WA N D E N de diameter werden verworpen op voorwaarde
middel. De verhouding water/bindmiddel van het A LS K E R E N D E CO N S T R U C T I E S dat niet meer dan 15% van de proefmonsters
mengsel ligt tussen 0,6 en 1,2. De geïnjecteerde De toepassing van soilmix wanden als grond- van één specifieke werf verworpen werden.
hoeveelheid mengsel van water en bindmiddel en/of waterkerende constructies levert enkele Deze mogelijkheid om resultaten van proefmon-
bedraagt meestal 200 tot 450 kg bindmiddel/m3 specifieke voordelen op. sters te verwerpen, resulteert uit de overweging
in functie van het grondtype. Een deel van het Er worden geen grote trillingen veroorzaakt dat een grondinsluiting van 20 mm of minder
bindmiddel (tussen 0% en 30%) keert terug tijdens de toepassing van de soilmix techniek. het gedrag van een soilmix constructie niet zal
naar het oppervlak in de retourspecie. Omdat de ontspanning van de grond beperkt beïnvloeden. Maar een grondinsluiting van 20
De resulterende soilmix elementen zijn cilinder- is, kan de soilmix techniek dichtbij bestaande mm in een proefmonster met een diameter van
vormige kolommen met een diameter tussen constructies uitgevoerd worden. 100 mm zal het testresultaat wel aanzienlijk
0,38 en 0,73 m. De productiesnelheid bedraagt In tegenstelling tot secanspalenwanden in beton beïnvloeden. Natuurlijk is deze voorwaarde
ongeveer 80 m2 soilmix wand per dag. heeft de uitvoering van soilmix wanden minder enkel van toepassing als wordt aangenomen
Ook hier bestaat er een twin en triple versie. last van vertragingen veroorzaakt door bv. dat er in de soilmix constructie geen grond-
De totale muurlengte van de twee (drie) cilinder- verkeersopstoppingen van het onverharde beton. insluitingen voorkomen die groter zijn dan
vormige kolommen van een twin (triple) versie Nog een interessant voordeel in vergelijking 1/6 van de breedte van de soil mix constructie.
Frequentie
soilmix monsters hebben een UCS na 28 dagen en tertiair zand bij een 30
die hoger is dan 4,5 MPa (zand), 3,0 MPa (leem) TSM, CSM of CVR
C-mix®. De test- 20
en 1,7 MPa (klei). Ook de grote variatie van de
resultaten zijn 10
UCS, onafhankelijk van het grondtype, valt op. gecorrigeerd naar
4.2.Elasticiteitsmodulus van soilmix materiaal een uithardingstijd 0
De secant elasticiteitsmodulus werd bepaald van van 28 dagen. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 >20
100 gekernde soilmix monsters. Na de cyclische TSM CSM I C-mix UCS [MPa] cilinder
belasting ter bepaling van de elasticiteitsmodu-
lus werd de test voortgezet tot breuk om de UCS
te definiëren. Deze monsters werden gekernd in
soilmix wanden op 17 werven in een verschillen- Figuur 6 Histogram
de grondtype en verschillende uitvoeringspara- van de UCS [MPa] van
Leem
meters. De uithardingstijd van de geteste soilmix kernmonsters van 30
monsters varieerde tussen 14 dagen en 180 soilmix materiaal 25
Frequentie
dagen. Omdat het doel van deze paragraaf is de gemengd in leem-
20
correlatie tussen de elasticiteitsmodulus en de grond bij een CSM
of CVR C-mix®. 15
UCS van het soilmix materiaal te bepalen, zijn de
De testresultaten zijn 10
testresultaten in deze paragraaf niet gecorri-
gecorrigeerd naar 5
geerd naar de uithardingstijd. een uithardingstijd 0
van 28 dagen. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 >20
Figuur 8 geeft de elasticiteitsmodulus weer als LeemII
CSM C-mix UCS [MPa] cilinder
een functie van de UCS van het geteste soilmix
materiaal zonder een onderscheid te maken
voor de grondsoort. Een lineaire relatie tussen
de elasticiteitsmodulus en de UCS wordt gefit.
Figuur 7 Histogram
Zodoende is de beste geschatte waarde van de
van de UCS [MPa]
elasticiteitsmodulus van het soilmix materiaal
van kernmonsters
Klei
40
ongeveer: van soilmix materiaal
Frequentie
18
monsters gekernd op de werf den (indien de uitvoeringsparameters gelijkaar-
Gent KII (TSM in tertiair zand). 6
dig zijn). Hierbij dient men wel nog rekening te
4 houden met conversiefactoren tussen druksterk-
tes bekomen op cilinders en kubussen en de
2
invloed van lange termijn effecten zoals kruip en
krimp. Na de uitvoering van de soil mix elemen-
0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1 1,1 1,2 1,3 1,4 1,5 1,6 >
1,7 ten moeten er laboratoriumproeven uitgevoerd
LOG (UCS [M Pa])
worden op in situ gekernd soilmix materiaal om
Site Soilmix Grond Gemiddelde Standaardafw. Variatiecoëf. Aantal geteste 5% fractiel 5% fractiel 5% fractiel
systeem waarde van de van de UCS- [%] monsters [-] karakt. UCS- karakt. UCS- karakt. UCS-
UCS-testresul. testresul. [MPa] waarde [MPa] waarde[MPa] waarde [MPa]
[MPa] (testpopulatie) (Gaussiaans) (lognormale)
Brugge CSM Kwartair zand 6,3 1,6 25,4 39 4,1 3,8 4,0
Zeebrugge CSM Kwartair zand 6,5 0,8 12,3 38 4,8 5,3 5,3
Gent KI TSM Tertiair zand 4,6 46,9 60 3,6 2,3 3,6
9,8
Gent KII TSM Tertiair zand 17,2 10,9 63,4 52 6,3 -0,7 5,0
Antwerpen CVR C-mix® Kwartair zand 11,9 4,1 34,5 50 6,5 5,2 6,4
Lommel CVR C-mix® Kwartair zand 18,6 3,9 21,0 39 11,6 12,2 12,4
Tongeren CSM Leem 5,3 1,6 30,2 33 2,8 2,7 2,7
Sint-Lievens CVR C-mix® Leem 10,8 4,9 45,4 31 4,8 2,7 4,5
Houtem
Limelette C-mix® CVR Leem 14,8 5,4 36,5 38 7,4 6,0 7,8
Anderlecht C-mix® CVR Leem 8,0 5,8 72,5 64 2,0 -1,6 1,9
Gent C-mix® CVR Alluviale klei 8,6 7,0 81,4 41 1,5 -2,8 1,6
Borgloon C-mix® CVR Alluviale klei 5,7 3,1 54,4 26 1,0 0,6 1,4
Knokke C-mix® CVR Klei 7,3 7,2 98,6 25 0,5 -4,5 0,9
Erembodegem C-mix® Alluviale klei 8,0 4,6 57,5 25 2,3 0,4 2,4
Tabel 2 Vergelijking van de 5% karakteristieke waarde van de UCS-waarden, getest op cilindervormige soilmix monsters, bepaald
door uit te gaan van een Gaussiaanse verdeling en een lognormale verdeling. Per werf worden de UCS-proeven uitgevoerd op
monsters gekernd op dezelfde diepte (± 0,2 m) met ongeveer dezelfde uithardingstijd. Monsters van verschillende werven
kunnen op meerdere dieptes gekernd worden of kunnen een verschillende uithardingstijd hebben.
de geschatte parameters te bevestigen. Daarom wordt uitgevoerd in samenwerking met de – NBN EN 206-1, 2006. Concrete – Part 1:
wordt een procedure voorgesteld en gevalideerd Katholieke Universiteit van Leuven en de Specification performance, production and
om de karakteristieke UCS-waarde van soilmix Belgische Vereniging Aannemers Funderings- conformity. NBN.
materiaal te bepalen. Dit onderzoek wordt finan- werken (ABEF) en wordt financieel ondersteund – Larsson, S. 2005. State of Practise Report -
cieel gesteund door het Belgisch Instituut voor door het Agentschap voor Innovatie door Weten- Execution, monitoring and quality control. In
Normalisatie (NBN; WTCB, 2009 – 2010). schap en Technologie van het Vlaamse gewest International Conference on Deep Mixing.
De kwestie van een aangepaste methodologie (IWT; WTCB 2009-2013). Best Practise and Recent Advances; Proceedings
voor de mechanische berekening van soilmix of the International Conference on Deep Mixing
constructies rekening houdend met de heteroge- Referenties (Deep mixing ’05), Stockholm, Sweden, May
niteit en de grondinsluitingen, blijft momenteel – WTCB, 2009. SOIL MIX in constructieve en 23-25, 2005, pp. 732-786. Swedish Deep
echter nog open. Hierdoor startte het WTCB eind permanente toepassingen – Karakterisatie van Stabilization Research Centre.
2009 een onderzoeksproject over de berekenings- het materiaal en ontwikkeling van nieuwe – NBN B15-203, 1990. Proeven op beton –
methodologie van soilmix materiaal met vooral mechanische wetmatigheden IWT 080736 . Statische elasticiteitsmodulus bij druk. NBN.
aandacht voor: – WTCB, 2009. BESCHOEIINGEN – Richtlijnen – Probaha, A. 1998. State of the art in deep mixing
1. druksterkte van soilmix constructies rekening voor het ontwerp, de uitvoering en de monitoring technology: part I. Basic concepts and overview.
houdend met de invloed van grondinsluitingen, van klassieke en nieuwe beschoeiingstechnieken. Ground Improvement, Vol. 2, pp. 81-92.
2. hechting tussen het soilmix materiaal en NBN CC CCN/PN/NBN – 613 . – Probaha, A., Tanaka H. & Kobayashi M. 1998.
de stalen wapeningselementen, – Eurosoilstab. 2002. Development of design and State of the art in deep mixing technology, part II.
3. duurzaamheid van soilmix materiaal, construction methods to stabilise soft organic soils. Applications. Ground Improvement Journal, Vol.
4. doorlaatendheid. Design Guide Soft Soil Stabilisation. 3, pp. 125-139.
Het doel is een berekeningsmethodologie EC project BE 96-3177. – Rutherford C.J., Biscontin G., Koutsoftas D. &
voor de soilmix constructie te verkrijgen waarbij – EN 1992-1-1, 2004. Eurocode 2: Design of Briaud J.L. 2007. Design process of deep soil
rekening gehouden wordt met de aanwezigheid concrete structures – Part 1-1: General rules mixed walls for excavation support. International
van de heterogeniteit en de grondinsluitsels als- and rules for buildings. CEN Journal of Geoengineering Case Histories,
ook de tijds- en schaaleffecten zoals uithardings- – EN 14679, 2005. Execution of special geotechni- Vol. 1, pp. 56-72.
tijd en kruip. Dit nieuwe onderzoeksproject cal works – Deep mixing. CEN TC 288 WI 011.
HUESKER geokunststoffen –
betrouwbaar door ervaring.
FUNDERING LANDHOOFD
OP GEWAPENDE GROND
www.huesker.com
Agent voor Nederland
Fortrac® geogrids CECO B.V. HUESKER Netherlands
is de wapening voor de op info@cecobv.nl huesker.brok@hccnet.nl
staal gefundeerde landhoofden Tel.: 043 - 352 76 09 Tel.: 073 - 503 06 53
van kunstwerk B en O in de
N242 bij Alkmaar
GEOTECHNIEK WEGENBOUW WATERBOUW MILIEUTECHNIEK
P. Meijers A.F. van Tol
Deltares Technische Universiteit
Delft, Deltares
Samenvatting
Voorspelling
spoorwegen. Om de zakking te kunnen
voorspellen is een numeriek model
ontwikkeld dat de verschillende
maaiveldzakking
deelprocessen in rekening brengt.
In dit artikel wordt het model, inclusief
de verschillende deelprocessen,
beschreven. Het model is gevalideerd
van damwanden
Figuur 1 Zakking bij intrillen van een damwand.
Inleiding niet gewenst omdat dit leidt tot verzakkingen. geen onderscheid is gemaakt naar de verschillende
Damwanden worden vaak gebruikt voor de verti- Dit kan weer tot schade veroorzaken zoals grondslagen die in Nederland aanwezig zijn.
cale begrenzing van bouwputten. Vergeleken verzakking van wegen en spoorwegen, scheur- Het aantal beschikbare gerapporteerde (geme-
met andere technieken als diepwand, palenwand, vorming in gebouwen en breuk van leidingen. ten) ervaringen in Geobrain is nog onvoldoende
grondinjectie en grondbevriezing zijn ze relatief om een zinvolle verdeling van de ervaringsdata
goedkoop, eenvoudig te plaatsen en terug te Door Deltares worden de ervaringen tijdens over de grondslag te maken. Als de database
winnen. De methode kent ook een aantal nadelen het in- en uittrillen van damwand systematisch verder wordt gevuld kan dit mogelijk in de toe-
zoals geluid, trillingen en zakkingen in de omge- verzameld met Geobrain (Bles et al 2008). komst wel. Vooralsnog is het voorspellen van de
ving. In de huidige situatie, waarbij een toenemend Eén van de verzamelde ervaringen betreft de maaiveldzakking op basis van alleen ervaringen
aantal bouwprojecten in binnenstedelijk gebied opgetreden zakking. In figuur 2 zijn de gerappor- in de meeste gevallen niet mogelijk en zal een
plaats vindt en bewoners steeds minder overlast teerde zakkingen bij het intrillen van damwan- numerieke voorspelling nodig zijn.
accepteren, wordt het goed voorspellen van deze den, zoals deze eind 2008 beschikbaar waren,
aspecten steeds belangrijker. Het is dan ook niet grafisch weergegeven. Alleen projecten waarbij Bestaande modellen
verwonderlijk dat deze aspecten onderwerp van het invoerveld maaiveldzakking is ingevuld zijn Door diverse onderzoekers is een rekenmodel
onderzoek zijn. meegenomen. Op de horizontale as staat de voorgesteld om de zakkingen te bepalen. In
In dit artikel wordt ingegaan op een nieuw reken- afstand tot de damwand, genormeerd met de Nederland is het door R. Hergarden opgestelde
model om de zakkingen te voorspellen. Het lengte van de damwand in de grond, en op de model het meest bekend (Hergarden, Tol 2001).
model wordt beschreven. Voorspellingen met het verticale as de gerapporteerde maaiveldzakking. Ook in het buitenland zijn door diverse onderzoe-
nieuwe model worden vergeleken met gemeten In een aantal gevallen betreft dit gemeten kers modellen opgesteld om de zakking te voor-
maaiveldzakkingen. Tot slot wordt met een aan- zakkingen, maar in de meeste gevallen is het spellen (Drabkin et al. 1996), (Massarsch 1992),
tal voorbeelden mogelijke toepassingen van het een visuele schatting van de rapporteur. In onge- (Massarsch 2004), (Bement, Selby 1997). Alle
model beschreven. veer 25% van de gevallen wordt een nulzakking modellen veronderstellen dat in granulair materi-
gerapporteerd. De ervaring is dat een zakking aal verdichting optreedt. Voor cohesieve lagen
Problemen door verzakkingen van enige centimeters in het terrein niet wordt wordt impliciet verondersteld dat daarin geen
In- en uittrillen van damwanden gaat gepaard herkend. Waarschijnlijk zijn de werkelijke verdichting door cyclische belasting zal optre-
met, zoals de naam al aangeeft, trillingen. zakkingen groter dan men visueel heeft geschat. den. Het model van R. Hergarden is het enige
In de weg- en waterbouw is het verdichten van In figuur 2 zijn deze ervaringen weergegeven model dat expliciet het effect van het damwand-
zand door trillingen een beproefde methode. als een zakking van 1 cm. De zakking kan grote volume op de zakking meeneemt, de overige
Daarbij is de verdichting een gewenst resultaat. waarden (tot 1 m) aannemen. onderzoekers maken geen melding van het
Bij het in- en uittrillen van damwanden treden De spreiding in de gerapporteerde zakkingen is mogelijke effect hiervan op de maaiveldzakking.
ook trillingen op. Hierbij is verdichting vaak juist groot. Voor een deel komt dit doordat in figuur 2 Geen van deze modellen neemt de opbouw
100
90
80
70
60
z [cm]
50
40
7
30
5
20
10
1 2 3,4
0
0 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 6
Afstand tot damwand/lengte damwand [-]
data punt
50% onderschrijding 95% onderschrijding
De plastische volume rek volgt uit de blijvende Validatie rekenmodel met resultaten De totale maaiveldzakking kan worden geschreven
verdichting die wil optreden. De elastische volu- damwandproef raamsdonksveer als de som van een zakking door verdichting en
merek volgt uit een ontspanning van het korrel- Het beschreven model is niet meer handmatig een bijdrage door het volume van de damwand.
skelet en kan als volgt worden uitgedrukt: of met eenvoudige grafieken uit te werken. Om Bij het plaatsen van de damwand compenseren
8 0 120
6
-1
4
Maaiveldzakking [cm]
100
Maaiveldzakking [cm]
-2
2
-3
Gemeten [mm]
80
0
-4
-2
60
-4 -5
-6 -6 40
-8 -7
20
-10 -8
0 2 4 6 8 10 0 2 4 6 8 10
Afstand tot hart damwand [m] Afstand tot hart damwand [m] 0
berekend, berekend, berekend, 0 20 40 60 80 100 120
berekend,
aandeel aandeel aandeel aandeel Be reke nd [m m ]
verdichting damwandvolume verdichting damwandvolume
berekend, gemeten
totaal berekend, gemeten
totaal
60 0
50 -0.01
40
[mm] [mm] [mm]
Zetting [m]
-0.03
1. Plaatsen damwand 10 21* 23 30
-0.04
2. Ontgraven 27 66 71
20
3. Verwijderen damwand 16 31** 35 -0.05
Totaal na ontgraven 37 87 94 10
-0.06
0 1 2 3 4 5
Totaal na verwijderen 53 118 129 r [m]
0
* T.g.v. verdichting 40 mm, t.g.v. 0 10 20 30 40 50 60 t.g.v. verdichting t.g.v. verwijderen totaal
damwandvolume
ingebracht damwand volume -19 mm. Berekend [mm]
** T.g.v. verdichting 12 mm, t.g.v.
verwijderen damwand volume +19 mm.
Figuur 9 Vergelijking gemeten en berekende Figuur 10 Berekende zakking op leidingni-
Tabel 1 Berekende grondverplaatsingen. maaiveldzakking door plaatsen damwand voor veau, bij verwijderen van 1 damwandscherm.
5 cases, alleen effect verdichting.
Voorbeeld zakking in leidingsleuf het plaatsen van een damwand is inzicht in deze Referenties
Voor de aanleg van een leiding wordt met twee wateroverspanningen gewenst. [1] Bement, R.A.P., Selby, A.R., Compaction of
damwandschermen een twee meter brede en Als de wateroverspanningen te groot worden granular soils by uniform vibration equivalent to
5,5 m diepe leidingsleuf gemaakt. De plankleng- is een alternatieve uitvoeringsmethode om de vibrodriving of piles. Geotechnical and Geological
te is 12 m. De grondslag is zand. Na de aanleg planken te heien in plaats van te trillen. Om de Engineering, 15, 1997, pagina 121-143.
van de leiding wordt de damwand getrokken. situatie van heien te modelleren zijn een aantal [2] Drabkin, S., Lacy, H., Kim, D.S., Estimating
parameters (o.a. de frequentie en de triltijd) settlement of sand caused by construction vibration.
De vraag is nu wat dit betekent voor de ligging aangepast. In figuur 11 is een voorbeeld van Journal of Geotechnical Engineering, November
van de leiding. In deze situatie zijn de zakkingen de berekende relatieve wateroverspanningen 1996, pagina 920 - 928.
bij het plaatsen van de damwand niet relevant. gegeven. Voor de grondslag is uitgegaan van [3] Bles, T.J., Korff, M., Guis, C., Schouten, C.P.,
Volstaan kan worden met het beschouwen van zand met een relatieve dichtheid van 50 %. Uitvoeringscheck cruciaal bij funderingsontwerpen,
de zakkingen op het niveau onderkant leiding bij De relatieve wateroverspanning is de verhouding Geotechniek, december 2008.
het verwijderen van de damwanden. De zakking tussen de wateroverspanning en de effectieve [4] Hergarden, R.H., Tol, A.F. van, Zakkingen
wordt veroorzaakt door het verwijderen van het verticale spanning voordat met het plaatsen van tijdens het trillend trekken van damwanden.
damwandvolume en enige extra verdichting door de damwand wordt begonnen. Een waarde van Geotechniek, juli 2001, pagina 84 - 90.
het trillen bij het verwijderen van de damwand. nul betekent geen wateroverspanning en een [5] Holeyman, A.E., Legrand, C.L., Huybrechts,
De laatste component is bepaald uit het verschil waarde van 1 betekent volledige verweking. N., Methode voor de voorspelling van de
in verdichting bij een triltijd van inbrengen plus Zoals verwacht geeft heien een lagere water- intrilbaarheid van palen. Geotechniek,
verwijderen en de verdichting bij een triltijd voor overspanning dan intrillen. april 1998, pagina 18-22.
inbrengen. [6] Massarsch, K.R., Static and dynamic soil
Overige mogelijke toepassingen displacements caused by pile driving. Proceedings
De voorspelde zakking op 1 m uit de damwand, Het model is opgesteld en gevalideerd voor in- 4th Int. Conference Application of Stress-wave
bij het hart van de leiding, door het verwijderen en uittrillen damwandplanken. Met een aange- Theory to Piles, Den Haag 1992, pagina 15-24.
van 1 wand is 2 cm, zie figuur 10. De zakking paste keuze van diverse parameters is het model [7] Massarsch, K.R., Vibrations caused by Pile
wordt grotendeels veroorzaakt doordat er dam- ook te gebruiken voor andere situaties zoals het Driving. The Magazine of Deep Foundations
wand volume uit de grond wordt verwijderd. intrillen van buispalen of het heien van planken. Institute, najaar 2004, pagina 39-42.
Omdat de zakkingstroggen van de twee dam- Daarbij moet wel worden bedacht dat het model [8] Meijers, P. Tol, A.F. van, Densification of sand
wanden elkaar overlappen moet de invloed ook voor die situaties nog niet is gevalideerd. caused by vibratory sheetpiling In Th. Triantafyllidis
worden opgeteld. Dit geeft dat in dit geval een (ed.), Cyclic Behaviour of Soils and Liquefaction
zakking van de leiding door het verwijderen Conclusie Phenomena, Proceedings CBS04, Bochum 2004,
van de damwanden van 4 cm wordt voorspeld. Er is een numeriek model ontwikkeld om de pagina 523-532.
zakking bij het intrillen van damwanden te [9] Meijers, P., Invloed inbrengen en verwijderen
Voorbeeld wateroverspanning voorspellen. In dit model wordt de bron-pad- van damwanden op omgeving. Geotechniek,
Een bijproduct van het model is dat tevens water- object benadering gevolgd. In het model oktober 2004, pagina 8-13.
overspanningen rond de damwand bij het intril- wordt de opbouw en dissipatie van water- [10] Meijers, P., Settlement during vibratory sheet
len worden berekend. Bij het beschouwen van overspanningen meegenomen. Het model is piling. Dissertatie TU Delft, december 2007.
bijvoorbeeld de stabiliteit van een talud tijdens gevalideerd met beschikbare meetgegevens [11] Meijers, P. Tol, A.F. van, Damwandproef
van 5 cases en blijkt daarbij bruikbare Raamsdonksveer, observaties tijdens het in- en uit-
resultaten te geven. trillen van damwanden, Geotechniek, april 2009,
pagina 40-44.
Afsluiting [12] Niemunis, A., Helm, J., Settlement of
1.0 De in dit artikel beschreven rekenmodel is a strip foundation due to cyclic loading.
0.9 opgesteld als onderdeel van het Delft Cluster Centrifuge model and FE-calculations. Proc.
0.8 programma ‘Delft Beheerst ondergronds’. XV ICSMFE, Istanbul, 2001, pp 761-764.
0.7 Het is de bedoeling dat het rekenmodel binnen- [13] Nijs, R.E.P. de, Het trillen van damwanden
0.6
kort voor de adviespraktijk beschikbaar komt. in granulaire bodem. Geotechniek, oktober 2003,
ru [-]
0.5
pagina 56-64.
0.4
De auteurs bedanken GeoDelft (nu Deltares), [14] Sawicki, A., Swidzinski, W., Zadroga, B.,
0.3
0.2
Delft Cluster, Rijkswaterstaat, Gemeentewerken Settlement of shallow foundation due to cyclic
0. Rotterdam, Volker Wessels Stevin en Ballast Nedam vertical force. Soils and foundations Vol. 38.
0 voor hun bijdragen die het ontwikkelen en valideren
0 2 4 6 8 10 12
van dit model mogelijk heeft gemaakt.
A fstand tot plank [-]
intrillen inheien
Tevens bedanken de auteurs allen die meetdata
voor de validatie van het model ter beschikking
hebben gesteld.
11
Figuur 11 Berekende wateroverspanning bij
intrillen en bij heien.
Summary
redevelopment
disposal site. Since construction on a
waste disposal site is relatively new, a
geotechnical risk management approach
was adopted for the feasibility study of
the project.
It was found that residual settlement of
the landfill and stability of structures
on and near the slopes impose the
largest risks to the technical feasibility
of the project.
Temporary embankments acting as
equivalent building loads have been
constructed and geotechnical monitoring
was carried out to retrieve geotechnical
properties of the site. These data
combined with results from geotechnical
analyses have been used to quantify
the risks, determine required measures
and optimize the design.
Figure 1 Former waste disposal site ‘Bavelse Berg’, areal view from Southeast to Northwest.
Introduction Pilot testing for the determination of settlement stability issues of constructing buildings on
Near Breda, the Netherlands, Grontmij has parameters has been performed. A worst case the slopes of the landfill are also addressed.
planned commercial development on top of approach in stability analysis gave satisfying
the former waste disposal site ‘Bavelse Berg’ answers for construction on gentle slopes. History and commercial development
(figure 1). Since construction on a waste disposal This article starts with a short description of the Until 1968, the project site was used for loam
site is relatively new, parties involved adopted history of landfilling and planned commercial excavation for the brick industry. From 1968
a risk management approach for the feasibility development at the site. Next, it elaborates until 1982, the site has been used as a waste
study of the project. The urge was felt to resolve successively on the risk management approach, dump. Later on, regulations that were more
the lack of data for a number of geotechnical and characterization of the waste material. stringent came into practice, and the site has
mechanisms. The aspect of foundation design and various been in operation as a regulated landfill until
1992. Capping the site with a geomembrane and
a mineral layer was realized during 3 phases from
1995/1996 to 2000/2001. Everlasting aftercare is
Figure 2 guaranteed by Grontmij.
De Bavelse Berg, preliminary
design urban development,
The overall area of the site is approximately 35
Vera Yanovshtchinsky
hectares. Different types of waste have been
architecten BV and
KarresenBrands dumped, varying from waste with high organic
Landschapsarchitecten, content to waste originating from construction.
2009. Gasses emitted from the landfill are actively
withdrawn under the capping layers. With these
gasses electricity is produced at a local power
plant. Leachate is collected and treated in a
water treatment plant.
Test loads
Geotechnical monitoring of test loads was
proposed to determine compressibility and
creep behaviour of waste material for different
sections of the landfill. Implementing these data
in the geotechnical and structural design would
then facilitate the reduction of risks regarding
excessive (differential) settlement of future
Figure 3 Expected virgin creep settlements Figure 4 Lay out monitoring test loads.
buildings.
over landfill - ranging from less than 0.1 m
(green) to a maximum of 0.3 m (dark brown) It was proposed to place several loads on the
in 50 years. landfill, varying from 2x2 m2 (2 locations), 4x4 m2
Safety factor
1.5
0.5
foundations and its superstructures for members can be vertically adjusted, makes it failure of the geomembrane);
buildings to be realized on the Bavelse Berg. possible to reduce the bending moments. sliding over the geomembrane;
Generally, settlements and stresses caused in This type of building foundation will consist of insufficient bearing capacity.
the sealing membrane by differential settlements several individual shallow foundations on which
are considered acceptable. the bearing members (columns, beams) can be Apart from these mechanisms, a design philoso-
hydraulically jacked when necessary. In this way, phy for the so-called ‘domino effect’ has to be
Foundation design of buildings adjustments can be made and vertical differential determined. This effect is described as failure of
For the foundation design, the following items settlements can be reduced, resulting in a dec- or excessive damage to a construction initiated
relating to the subsoil are relevant: rease of bending moments in horizontal structural by failure of another construction. This can be
1. The (low) bearing capacity of the landfill. members (figure 5). It is important to minimize the case when several buildings are constructed
2. The (high) compressibility of the landfill. the number of times a building has to be adjus- at a limited distance downhill from each other on
3. Large heterogeneity of the landfill with ted. The following measures can assist in this the slopes of the landfill, in a way that instability
regard to compressibility. process: of a single building can lead to instability of or
4. Characteristics of the landfill gathered A foundation design in which the individual damage to the next building downhill.
from the pilot project’s data. shallow foundations are designed for a specific
5. Preloading the landfill will decrease building load, resulting in more or less the As the shear strength properties of the soil cover
residual settlement. same settlements. on top of the geomembrane are less favorable
6. Damage to or intrusion into the sealing Carefully monitoring settlements caused by than those of the impermeable layer (sandben-
membrane cannot be tolerated from the preloading, to make it possible to predict resi- tonite with added polymer), sliding over the
point of view of aftercare requirements. dual settlements. geomembrane was analyzed. In the following
Adding additional stiffness to the construction three sections, sliding over the geomembrame,
Items 1 and 6 lead to the choice for shallow results in distribution of loads and minimizes insufficient bearing capacity, and the design
foundations and light-weight constructions. the effects caused by differential settlements. philosophy of the domino effect are described.
To deal with low bearing capacity requires
large foundation areas. To determine necessary Stability of buildings on and near slopes Sliding over the geomembrame
preloading measures for these structures, For landfill De Bavelse Berg one storey buildings Sliding of the foundation including the soil
information on compressibility is required with an acting load of 20, 30 and 50 kN/m2 are cover over the geomembrane (figure 7) as well as
for each building location (items 2 to 5). foreseen. The buildings will have shallow foun- bearing capacity of the soil cover just beneath
dations. Overall stability of the buildings on the building load have been analyzed using
Construction of buildings on large shallow plate and near the slopes of the landfill has to be constitutive models. Mechanisms have been veri-
foundations (dimensions equal to the buildings’ guaranteed for a reliability index β = 4.3. fied using the FEM computer program Plaxis.
floors) however, will lead to excessive bending
moments (item 3 and 4). This will result in Based on the construction of the landfill (the pre- The driving force is the part of the load of the
an expensive structure for the foundation. sence of different seal and cover layers) (figure 6), building parallel to the slope. The majority of the
However, this option can be an economically the following mechanisms, which could result in resisting force is the mobilized friction between
feasible option for small buildings with instability of the buildings’ foundations, have the grains of the cover soil and the membrane,
accompanying small loads. to be analyzed: when no (limited) passive resistance is taken
The choice for a foundation in which the bearing sliding over the impermeable layer (after into account.
Safety factor
1.5
0.5
Figure 9 Bearing capacity of soil cover layer under building load. 3 4 5 6 7 8
Slope [1:n]
Sliding 20 k N/m 2 Squeez ing 20 kN/m 2
50 k N/m 2 50 kN/m 2
Figure 10 Safety factor on slope.
Table 2 Material safety factors for domino effect Figure 11 Domino effect – sliding, tilting.
The interface friction angle (δ) can be determined Bearing capacity out in an example, assuming that consequences
from Direct Simple Shear tests in which the Bearing capacity of the soil was analyzed as well. associated with multiple buildings being unstable
maximum friction between the cover soil and Bearing capacity is more or less limited due to are larger than the consequences associated
an interface is determined. (Test data on the the development of some sort of squeezing with a single building being unstable.
interface friction angle was not yet available mechanism caused by insufficient passive
at the time of writing.) resistance at the toe of a placed load (figure 9). Risk = Likelihood x Consequence
fβ = correction factor on partial Preloading of locations where building founda- such as additional laboratory testing have been
material factor; tions will be constructed is essential to minimize proposed to complete this data gap.
γR;β1 = partial material factor associated settlements and to quantify residual settlements.
with reliability index β1; Settlements can be accommodated by using Acknowledgements
γR;β0 = partial material factor associated adaptable foundation frames in which the The authors like to acknowledge Grontmij
with reliability index β0; bearing members can be vertically adjusted. for its support.
VR = coefficient of variation; A reasoned worst case assumption of waste
αR = influence factor shear strength characteristics, full saturation of the cover layer Literature
(assumed at 1.0; conservative) of the landfill combined with stability analyses – Pereboom, D., 2007 Stakeholder’s
led to the conclusion that one storey high contribution towards SufalNet’s Model Strategy,
The resulting material safety factors have been buildings can be constructed on the gentle European Large Geotechnical Institutes
listed in table 2 and should be used for the slopes of the landfill and deformation of the Platform. Presentation, SufalNet final
geotechnical design of all structures that could sealing membrane is limited. Higher material conference, 14 November 2007, Brussels.
trigger a ‘domino’ effect. safety factors were determined in order to deal – Pereboom, D., L. Tiggelman, P. Litjens
with the ‘domino’ effect. and M. van Staveren, 2007 Geotechnisch
Conclusions Risicomanagement. Conceptueel, jaargang 16,
A risk driven approach in accordance with Nevertheless, if areas of the landfill with steeper nummer 3, juni 2007, blz. 34-37,
GeoQ was used to identify risks associated slopes will be used, there is a need to further Studievereniging Concept, Universiteit Twente.
with constructing buildings on a former waste clarify uncertainties and assumptions relating to – Staveren, M. van, 2006 Uncertainty and
disposal. Risks related to geotechnical aspects the friction characteristics between the grains of ground conditions, a risk management approach.
were considered important and additional the cover soil and the membrane, and between Elsevier, ISBN-13: 978-0-75-066958-0. 쐽
analyses were required to quantify these risks in the membrane and the trisoplast (sandbentonite
order to determine the (geo)technical feasibility. with added polymer). Risk remediation measures
systemen met veen, is deze toerit zettingsvrij uitgevoerd waardoor effecten naar de omgeving geminimaliseerd zijn.
Deze toerit wordt tevens doorsneden door een tunneltje welke als toevoer dienst gaat doen voor het
Fortrac geogrids ® erachter gelegen nog te bouwen winkelcomplex. De toerit is begin 2007 gerealiseerd. Zoals in de teke-
ning is te zien bestaat de constructie uit 3 verschillende typen gewapende grond constructies, namelijk:
- Zettingsvrije constructie bestaande uit betonpalen met een paalkap met
en Stabilenka ®
een overbruggingsconstructie met Fortrac® M geogrids;
- Een nette wand bestaande uit een blokkenwand van Allan-Bocks
Conclusies
De nieuwe CUR richtlijn biedt duidelijkheid aan
opdrachtgevers en aannemers. In deze richtlijn is Overgangsconstructie landhoofden KW9 A2 te Beesd
tevens een projectoverzicht van 1999 tot en met 2009 Voor de kunstwerken aan de oostzijde van KW9, onderdeel van de verbreding van de Rijksweg 2
weergegeven bestaande uit 23 projecten. Bij de (A2) Culemborg – Deil, is gekozen voor een paalmatrassysteem. Daardoor is de beinvloeding van
ontwikkeling van de richtlijn is gebruik gemaakt van (de paalfundering van) een bestaand en in gebruik zijnd kunstwerk beperkt, en een gecompliceerde
ervaringen en kennis opgedaan bij deze projecten, uitvoeringsfasering vermeden.
waarvan 16 zijn uitgevoerd met hoge sterkte weefsels Bij een van de doorsneden is de matras verder doorgezet om de momenten in de randpalen onder de
en geogrids van HUESKER, marktleider in dit soort matras te reduceren en een gelijkmatiger overgang tussen paalmatras en het conventionele baanlichaam
innovatieve systemen. (drains+overhoogte) te realiseren.
Samenvatting
Deel 1
Momenteel wordt door diverse partijen in
0 1.0 MPa
4
twee locaties is gegeven in figuren 1 en 2, alsook
de sondeerweerstand qc en het volumieke
2
gewicht van geboorde monsters. De Lekdijk
0 bij dijkpaal 182 wordt niet getoond omdat die
dijkmateriaal
& Duinkerkenkle
grotendeels gelijk is (maar in het algemeen iets
-2 minder slap) aan dijkpaal 190 die 1400m verder-
op ligt. Het peil van het Markermeer is ongeveer
Z [mNAP]
-4
-0.15 m N.A.P. Bij de Lekdijk variëert het getij
veen
-6
tussen ongeveer -0.15 en +1.2 mN.A.P.
kN/m3 20 10 Een schatting van de freatische lijnen is in
-8 de figuren ingetekend.
Calaisklei
-10 1 2 3 4 5 De samendrukking van de slappe lagen door de
dijk is in beide gevallen goed zichtbaar. De Calais
-12
gelaagde Calaisklei en Duinkerken kleien bij de Markermeerdijk zijn
-14 van oorsprong marien; de Gorcum en Tiel kleien
-15 0 15 30 45 60 bij de Lekdijk zijn rivierkleien. De Calais klei is
X [m] niet of licht humeus, zwart en siltig en heeft een
geleiachtige consistentie. De diepere Calais klei
Figuur 1 Dwarsdoorsnede, Markermeerdijk dp 63. wordt doorsneden door tal van dunne zand en
qt = qc + (1-a)u2
-6 -6
qnet = qt – σv0
diepte [m N.A.P.]
diepte [m N.A.P.]
su = qnet /Nc
-14 -14
2 standaard 2 gevoelig 4 standaard 4 gevoelig
Figuur 5
Figuur 3a, b Vergelijking van gewone en gevoelige sonderingen, verticalen 2 en 4, Markermeerdijk. Kleine
diameter
bolsonde
met
anti-
q c, q net , q bol [MPa] wrijvings-
0.0 0.2 0.4 mantel.
-2
-4
-6
diepte [m N.A.P.]
3
12 14 16 kN/m
-8
-10
-12
-14
qc qnet Bol
diepte [m N.A.P.]
waarin qpen. de gemeten weerstand is en Npen. de
-6 -6
draagvermogenfactor van de betreffende sonde.
-8 -8
NΔu = 8).
-10 -10
Daarop is een kleine bol ontwikkeld met tevens Markermeerdijk Verticaal 1 (kruin) Verticaal 2 (teen) Verticaal 4 (polder)
een anti-wrijvingsmantel. Deze is in de tweede n Nbol c.v. % n Nbol c.v. % n Nbol c.v. %
meetronde toegepast. Figuur 5 laat een doorsne-
Dijkmateriaal 14 11.5 22 - - - - - -
de ervan zien. De boldiameter is 80 mm en het
Veen 6 9.7 18 - - - 2 8.3 13
geprojecteerde oppervlak dus 50 cm2, de helft
Calais klei 11 9.1 14 16 8.5 13 16 8.5 10
van de standaard bol. Hierdoor komt de ‘indruk-
baarheid’ binnen praktisch acceptabele propor- Lekdijk Verticaal 6 (kruin) Verticaal 8 (teen) Verticaal 9 (polder)
ties terwijl nog altijd een factor 5 winst in nauw- n Nbol c.v. % n Nbol c.v. % n Nbol c.v. %
keurigheid overblijft. De niet-lineariteit van het
Dijkmateriaal 15 16.1 65 - - - - - -
meetlichaam wordt 10 kPa, zodat su tot op 1 kPa
Tiel klei 2 13.4 2 - - - 1 5.4 -
nauwkeurig wordt gemeten (uiteraard exclusief
de onzekerheid in Npen). De belasting op de bol Veen 9 7.4 22 10 10 46 6 6.2 11
wordt via een dunne en 400 mm lange stang Gorcum licht klei 5 10.5 29 6 (6.5) (74) 6 6.1 20
overgebracht naar het meetelement. Om de Gorcum zwaar klei - - - 4 10.4 9 3 9.1 10
stang heen is een anti-wrijvingsmantel aange- Basisveen - - - 2 8.1 26 1 7.8 -
bracht. Deze heeft een diameter van 25 mm, n: aantal punten / Nbol: bolfactor / c.v. : variatiecoëfficiënt
hetgeen een dwarsdoorsnede oplevert van Tabel 3 Correlatie van veldvinsterkte en bolweerstand.
10% van het geprojecteerde boloppervlak.
15
NBol = 13 Op kleine afstand van de kleine-bolmetingen
N Bol
S t Bol
5
schatting van de gemiddeld gemobiliseerde
sterkte langs een glijvlak. Daar zit dan een 4
toenemende reductie van de schuifsterkte in
naarmate de dichtheid afneemt. Dus wordt 3
su,mob = qbol/13 2
max - ) Ȣ0 a + ᒎ / Ȣu
200 200
V/V
su waarin Ȣ de pressiometerdruk is. In figuur 10 is
de formule toegelicht. De gebruikte parameter-
[kPa]
40
sterkte in alle grondsoorten, maar su is ongeveer
15% van pl in de Nederlandse grondsoorten ter-
30 wijl dat voor de Bothkennar klei slechts 7.5% is.
diepte [mNAP]
Slot van Deel I
De beide meetcampagnes hebben veel inzichten -6
opgeleverd, die alle samengevat kunnen worden
onder de noemer: de ongedraineerde sterkte van
-8
slappe Nederlandse grond laat zich moeilijk
nauwkeurig meten. Onder bestaande dijken is
-10
dat door de inhomogeniteit, spanningsspreiding
en de vlakke vervormingstoestand nog weer
-12
moeilijker. Bovendien heeft de draaiïng van de
spanningstensor bij dijken tijdens de aanleg en
de aangroei van de waterbelasting effect op de -14
ongedraineerde sterkte. De kleine bolsonde lijkt
verticaal 2 verticaal 4
echter met de relatie
su,mob = qbol / 13
p1, p1,// [-]
0.6 0.8 1.0 1.2 1.4
mogelijkheden te bieden om op simpele wijze de 0
gemiddeld langs een glijvlak ontwikkelde onge-
draineerde schuifsterkte te bepalen. De kleine -2
bol paart voldoende nauwkeurigheid aan vol-
doende ‘indrukbaarheid’, en lage kosten aan
-4
hoge resolutie. In Deel II komen de uitvoering
diepte [mNAP]
Oosterschelde
en Venetië: vergelijkbare technologie – andere schaal
ontwerp en aanleg in de praktijk Gewapende
taluds en
ondersteunings-
constructies
Geokunst wordt mede De collectieve leden van de NGO zijn:
mogelijk gemaakt door:
1. Bonar Technical Fabrics NV, Zele 21. Quality Services BV, Bennekom
Sub-sponsors 2. Rijkswaterstaat, 22. Robusta BV, Genemuiden
Dienst Infrastructuur Utrecht 23. Schmitz Foam Products BV,
Colbond BV
3. Cofra B.V. Amsterdam Roermond
Postbus 9600
4. Colbond BV, Arnhem 24. Geoblock, Zaltbommel
6800 TC Arnhem
Tel. 026 - 366 4600 5. CURNET CUR Bouw & Infra, Gouda 25. Ten Cate Geosynthetics
Fax 026 - 366 5812 6. Enviro Advice BV, Nieuwegein Netherlands BV, Almelo
E-mail geosynthetics@colbond.com 7. Fugro Ingenieursbureau BV, 26. Tensar International BV,
www.colbond-geosynthetics.com Leidschendam Oostvoorne
8. Deltares, Delft 27. Terre Armee BV, Waddinxveen
NAUE GmbH & Co. KG 9. Rijkswaterstaat DVS (Dienst Verkeer 28. TNO Ind. Div. Prod Onderzoek,
Gewerbestr. 2, 32339 Espelkamp-Fiestel en Scheepvaart), Delft Eindhoven
Germany 10. Geopex Product (Europe) BV, 29. T&F Handelsonderneming BV,
Tel. +49 5743 41-0 Gouderak Oosteinde
Fax +49 5743 41-240 11. Movares Nederland BV, Utrecht 30. Trisoplast Mineral Liners,
info@naue.com 12. Intercodam Infra BV, Almere Velddriel
www.naue.com
13. InfraDelft BV, Delft 31. Texion Geokunststoffen NV,
14. Joosten Kunststoffen, Gendt Antwerpen
15. Kem Products NV, 32. Van Oord Nederland BV,
TEXION Geokunststoffen NV
Heist op den Berg (B) Gorinchem
Admiraal de Boisotstraat 13
B-2000 Antwerpen – Belgium 16. Kiwa NV, Rijswijk 33. Voorbij Funderingstechniek BV,
Tel. + 32 (0)3 210 91 91 17. NAUE Benelux, Espelkamp-Fiestel Amsterdam
Fax + 32 (0)3 210 91 92 18. Ooms Nederland Holding, Scharwoude 34. Zinkcon Boskalis Baggermij.,
www.texion.be 19. Pelt & Hooykaas BV, Rotterdam Papendrecht
www.geogrid.be 20. Prosé Kunststoffen BV, Britsum 35. Ceco BV, Maastricht
Grip op grond
Colbond bv • tel.: 026 366 4600 • fax: 026 366 5812 • geosynthetics@colbond.com • www.colbond.com • www.colbond-geosynthetics.nl
Van de redactie
Beste Geokunst lezers,
De rode draad van deze Geokunst is de ontwikkeling van technieken Het tweede artikel is afkomstig uit Duitsland. Lars Vollmert (BG
en ideeën, die met wisselend succes in het verleden zijn bedacht Bauberatung Geokunststoffe GmbH & Co. KG) en Walter Ewert
en toegepast en waarop wordt voortgebouwd in nieuwe (Naue GmbH & Co. KG) laten in een artikel over het bouwen van stei-
projecten. Met andere woorden: Innovatie en evolutie van le taluds zien, dat het niet altijd goed gaat met steile ophogingen.
de toepassing van geokunststoffen door doorontwikkeling ‘Es gibt Verfahren, die müssen eingehalten werden,’ lijken ze wel
van successen en leren van fouten in het verleden. te zeggen. En gelijk hebben ze! Ze geven voorbeelden van steile
ophogingen die doorgerekend zijn en ook van
We beginnen met Hollands Glorie: het constructies waar minder aandacht is besteed.
project, dat de moeder wordt genoemd van U zult er dan niet van opkijken, dat wanneer
de toepassing van geokunststoffen in de er bezuinigd wordt op het doorrekenen van
waterbouw: de Deltawerken. Frans de bepaalde glijvlakken, het mis kan gaan. De
Meerleer, directeur van Texion en vertegen- voorbeelden, hier gegeven, zijn in Duitsland,
woordiger van Maccaferri, leverde geokunst- maar ik weet uit eigen ervaring, dat ook in
stoffen voor de REA – (Riequilibrio E Ambiente) Nederland taluds, waarbij een drainagelaag
en de MOSE (Modulo Sperimentale Elettro- van zand is aangebracht op gladde folie op een
meccanico – verwijst ook naar Bijbelse figuur talud van 1:3, binnen 24 uur zijn afgeschoven.
Mozes) projecten in Venetië. Samen met zijn
collega Delta-veteranen Hans Dorr (toen ‘Meten is weten’ en ‘kennis is macht’ zijn one
aannemer, nu consultant en medeoprichter liners, die door technici vaak worden gebruikt.
van de NGO) en Arie Boon (bouwer van Het belang van meten en kennis wordt duidelijk
pontons) schrijft hij over deze Italiaanse gemaakt in het artikel van Lars en Walter. De
projecten, die onlangs zijn uitgevoerd. pionieren van de Delta werken, konden niet op
ervaring steunen en beschikten ook niet over
Deze projecten zijn mogelijk gemaakt door rekenprogramma’s. Wat zij hadden was visie en
de ervaringen, die opgedaan zijn in de Delta- moed om de plannen door te zetten. Ze hebben
werken. De materialen en het materieel de lat voor zichzelf erg hoog gelegd, hebben een
(de pontons) zijn doorontwikkelingen van onovertroffen project uitgevoerd en daarmee
Deltawerk innovaties. Weliswaar op een veel ook de basis gelegd voor de evolutie van
kleinere schaal, maar de stamboom is duidelijk geokunststoffen in de waterbouw.
te herkennen.
Deze projecten, waarin moderne geokunst- Ik wens u veel leesplezier met deze Geokunst.
stoffen een hoofdrol spelen zullen wellicht
bijdragen aan het redden van het culturele Shaun O’Hagan
erfgoed van Venetië. Eindredacteur Geokunst
Colofon Geokunst wordt uitgegeven door de Een abonnement kan Tekstredactie C. Sloots
Nederlandse Geotextiel-organisatie. worden aangevraagd bij:
Eindredactie S. O’Hagan
Het is bedoeld voor beleidsmakers, Nederlandse Geotextielorganisatie (NGO)
opdrachtgevers, ontwerpers, Postbus 7053 Redactieraad C. Brok, A. Bezuijen,
M. Dus̆kov, J. van Dijk,
aannemers en uitvoerders van werken 3430 JB Nieuwegein
W. Kragten
in de grond-, weg- en waterbouw Tel. 030 - 605 6399
en de milieutechniek. Geokunst Fax 030 - 605 5249 Productie Uitgeverij Educom BV
verschijnt vier maal per jaar en www.ngo.nl Rotterdam
wordt op aanvraag toegezonden.
Samenvatting
zouden hierdoor bedreigd worden. (stabiliteit vulling) werd opgelegd door het ontwerp: voorkomen
Als bodembescherming worden BFM (Ballast fijn grind van optillen als gecombineerd gevolg van
Filtering Mattresses) geplaatst op de zeebodem. dubbel getordeerd zeskant vlechtwerk golfwerking en stroming.
De BFM matras dient in contact te blijven met (wapening)
de ondergrond zodat onderloopsheid en erosie niet geweven PP geotextiel (filter) Ponton
worden voorkomen. Eens geplaatst wordt deze Om de 0,33m h.o.h. worden HDPE pennen met De ponton voor de plaatsing van de matrassen
matras afgestort met breuksteen 10-60 kg afsluitringen door de structuur aangebracht en is U-vormig en samengesteld uit standaardonder-
(0,60m) en daarna met breuksteen 500-2000 kg aangespannen. Aan één langszijde van de matras delen. De ponton is 44 meter lang en 23 meter
(2,35m). is er een extra breedte van 0,60m geotextiel breed. De hoogte van de ponton is 2,40 meter,
voorzien. Deze wordt onder de aanliggende de gemiddelde diepgang is 0,90 meter.
Productie van de BFM grindmatras matras geplaatst zodat er een continuïteit en De belangrijkste onderdelen van de ponton zijn:
Op de oever wordt een productie opgezet waar gronddichtheid verzekerd is tussen de verschil- 2 generatoren t.b.v. de energievoorziening
de 4 componenten worden samengesteld tot lende breedtes. 6 lieren t.b.v. de beweging van de ponton
één matras. De laagopbouw ziet er als volgt uit: Het gewicht van de BFM matras bedraagt 50 tijdens plaatsen matrassen
niet geweven PP geotextiel (filter) kg/m2 in droge toestand en minstens 25 kg/m2 armconstructie t.b.v. de verbinding van de
3-D structuur PP monofilamenten onder water. Het minimale gewicht onder water trommel aan de ponton
Steenasfalt- en blokkenmatten
Figuur 9 Voor de afsluiting van de Oosterschelde werden
Detail trommel als bodembescherming de steenasfalt- en de
met BFM
blokkenmatten ontwikkeld. De steenasfaltmat-
matras.
ten bestonden uit een filterweefsel, een gaas,
versterkt met staaldraad en een laag open
steenasfalt met een dikte van 12 cm.
De blokkenmatten bestonden uit een polypropy-
leen dragerweefsel, vervolgens een niet geweven
verzwaarde geotextiel met daarop gehechte
betonblokken met een gewicht van 600 kg per
m2. Kenmerkend voor beide systemen was dat
ze werden opgerold op een grote trommel en
verticaal werden afgezonken. Dit in tegenstelling
tot eerdere systemen die steeds gestrekt werden
gepositioneerd en afgezonken. Nadat gekozen
werd voor een pijlerdam werden beide systemen
op grote schaal toegepast voor de constructie
van de stortebedden en de bodem erosiebescher-
ming.
De pijlerdam
De pijlerdam bestaat uit 66 geprefabriceerde
Figuur 14
Italië.
Filtermat
Met de ervaring die was opgedaan bij de toe-
passing van de blokkenmat en de steenasfalt
mat kon worden gewerkt aan het ontwerp van
een geprefabriceerd fundatiebed dat al gauw
benoemd werd als filtermat.
Behalve hydraulische belastingen en constructie-
ve eisen was de duurzaamheid van groot belang.
In die periode was de lange termijn duurzaam-
heid van meer dan 200 jaar voor geotextielen nog
geen bewezen feit. Het gebruik van geotextielen
als filterconstructie kon daarom niet als enige
Tabel 1
De productiecyclus van de filtermattenfabriek
was telkens 10 minuten voor 2 meter. Tegelijk
met de productie werd de mat opgerold op een
drijvende rol met een diameter van ca 15 meter.
de Oosterschelde ter plaatse van de sluitgaten gebeurt door afrolpontons.
Er waren twee rollen beschikbaar zodat min of
was constant in beweging. Toch moesten de
meer continu kon worden gewerkt. Deze rollen,
genaamd Ensis en Twensis, werden in bedwang
fundatiebedden met grote nauwkeurigheid in Verschillen
verticale richting worden geplaatst. Er is één groot verschil de dimensie: de filtermat
gehouden door de beladingslieren. De mat werd
gebruikt in Venetië kan gezien worden als een
gekoppeld aan een kopbalk en een staartbalk,
De Cardium werd ontworpen om deze matten schaalmodel van de filtermat gebruikt op de
waarmee de krachten voor het oprollen en het
te leggen. Dit vaartuig werd uitgerust met zuig- Oosterschelde.
afrollen konden worden overgedragen op het
monden, die op het laatste moment voor het De filtermat van de Oosterschelde werd uitgerold
dragerweefsel. De ontwikkeling van het systeem
leggen van de mat de bodem zijn uiteindelijke vanaf de ponton, hierdoor ontstond de situatie
om deze krachten over te dragen (meer dan 200
vlakke profiel moesten geven. De ingezette dat de stroming (hoe klein ook) voor- en na het
kN per m1) was, naast allerlei andere ontwikke-
cyclus was dus positioneren, profileren, matten- kenteren van het tij, een druk uitoefende op
lingen, een bijzonder staaltje van samenwerking
rol invaren, koppelen en afzinken. Dit allemaal op de mat (breedte x diepte). In Venetië wordt de
tussen Rijkswaterstaat als opdrachtgever,
een zodanig tijdstip dat tijdens het afzinken de filtermat boven de bodem uitgerold, zodat de
Dosbouw als aannemer en diverse leveranciers,
stroomsnelheid niet groter was dan 0,5 m/sec. oppervlakte waarop de stroming drukt veel
waarbij onder tijdsdruk een groot aantal proeven
kleiner wordt (breedte x diameter) van de rol.
werden uitgevoerd en systemen in situ werden
getest.
Vergelijking De bouw van de Oosterschelde kering is wereld-
Oosterschelde – Venetië project (tabel 1) wijd een mijlpaal in de geschiedenis van de
waterbouw. Innoverende technieken voor
Nadat de rol beladen was met een mat met
een gewicht van ca 5.500 ton werd hij getrans-
Overeenkomsten productie en plaatsen van erosiematten vinden
In beide gevallen is gebruik gemaakt van een nog steeds navolging en dragen bij tot het
porteerd naar de ponton Cardium. Op dat
oprolbaar prefab systeem. Geotextiel speelt beveiligen van bewoonde gebieden tegen
moment werd een tijdschema in gang gezet
een essentiële rol en de plaatsing onder water overstromingen.
dat beheerst werd door het getij. De bodem van
vakbladen
nieuws-
brieven
speciale uitgaven
restyling bestaande
uitgaven
Ontwat
ate
at er
eren
van
an slib
sl
Wapene
pene
enne
en
van
nggrond
Beton-
Beto n
n-
wap
pe
peeni
ning Erosiecont
c nttrole
role Oever-
Oev er-
er-
van
an g
en
gro
rond
n rotse
o senn
verde
ded
ded
e iging
Optimale inzet
Sportveld
v eld
e lde n
van kennis en
e pa
en p arkings
par
Weten
do
doo
en
oor
oo
o o
meten
ervaring met
geokunststoffen:
A ich
Afd cht
htitingen
hti
ht
tin
G uidsw
Gel dsw
swanden
sw
w
ontdek de
Drainage
ai ge
en
en
inff i ltrat
rat
atie
ie
‘TEXION-touch’.
Weg
Wegen
We
eg
e gen
Asfalt
altt-
alt
alt-
wap
wapening
ap
pen g
Besc e rmi
Besche rrm
m i ng
mi
zee
e b od em
TEXION GEOKUNSTSTOFFEN NV - Admiraal de Boisotstraat 13 - 2000 Antwerpen - België - Tel. +32 (0)3 210 91 91 - Fax +32 (0)3 210 91 92 - www.texion.be
Dipl.-Ing Lars Vollmert Dipl.-Ing Walter Ewert
BBG Bauberatung Naue GmbH & Co. KG
Geokunststoffe
GmbH & Co. KG
Samenvatting
van het traject zijn gebruikt in taludbewapening en vertragen het afstromen van het hemelwater spuitgietbeton is uit esthetische en ecologische
en als verticale draagelementen. Onderzoeken aanzienlijk (zie figuur 8). Structuurmatten wor- overwegingen meestal niet acceptabel, kabel-
hebben aangetoond, dat geokunststoffen den daarom vaak ingezet als erosiebescherming, systemen en staaldraadnetten hebben te grote
hierbij ook bijdragen aan demping bij trillingen, in het bijzonder bij steile taluds, zonder starre maaswijdte om fijnkorrelige grond vast te houden.
waardoor de belastingen op de ondergrond bekleding (zie figuur 6 en figuur 9). Een bruikbaar alternatief hiervoor is de combi-
verminderen. [U8] natie van grondverankering en geogrid, die het
Bij het gebruik van structuurmatten is het van talud overspant[U9].
Erosiebescherming wezenlijk belang dat er overal een goed contact In de buurt van de verankeringskop kan het talud
Essentieel voor de levensduur van een talud is de is tussen de structuurmat en de ondergrond. licht verdiept worden aangebracht, om een voor-
erosiebescherming, die in de praktijk regelmatig In [U5] worden hiervoor tot 4 grondpennen/m2 spanning in de oppervlaktewapening te verkrijgen.
verwaarloosd wordt. Verteerbare erosiebescher- aanbevolen. Gebogen bouwstaal (U-krammen) De verankeringsschotels zijn zo aan te brengen
mingsproducten worden als ecologisch verant- met steekeinden van ≥ 0,3 m hebben zich in de dat schuifspanningen op het geogrid verminderd
woorde oplossingen gezien, maar de bescher- praktijk al bewezen als geschikte grondpennen. worden. Speciale conische ankerschotels en/of
mende functie wordt binnen enkele jaren over- dikke, mechanisch gebonden vliezen ≥ 800 g/m2
genomen door de wortels van de begroeiing. Verankering van bestaande taluds als tussenlaag geven een adequate bescherming.
Hier moet dan rekening mee worden gehouden De stabilisatie van bestaande en in grond uit- Ook hier kunnen structuurmatten uitkomst
met het ontwerp. Geokunststoffen zijn in de gegraven taluds kan, als alternatief voor nieuw- bieden.
regel voldoende UV gestabiliseerd, om ook na bouw, door een klassieke grondverankering
jaren nog een minimum aan bescherming te plaatsvinden. Onbevredigend zijn hierbij de tot Taluds met afdichtingssystemen
bieden. Structuurmatten zijn te vergelijken met op heden gebruikte systemen voor het talud- Een veel voorkomend probleem is het aanbrengen
een driedimensionaal kunstmatig wortelstelsel oppervlak van losse steekblokken. Een schil van van teelaarde op een talud, die is voorzien van
een combinatieafdichting bestaande uit folie men, die steiler zijn dan 1:1,5 , zijn zowel Literatuur
op een minerale laag. Het scheidingsvlak tussen rekenkundig als bouwkundig een probleem. [U1] Göbel, C. & Grossmann, S. (2006)
de folie en de teelaarde is daarbij de zwakke Normaal gesproken kan met grond taluds met Geokunststoffbewehrte Erde unter dynamischer
schakel. De gangbare Richtlijnen en Aanbeve- een gradiënt van maximaal 1:3 en 1:2 worden Belastung – Weiterentwicklung des Systems.
lingen voor het ontwerpen van bijvoorbeeld gerealiseerd. Dan nog is het meestal nodig om Tagungsband zur 7. Bautex 2006, Chemnitz.
regenopvangbekkens gaan meestal niet in op geogrids bovenop de afdichtingslagen toe te [U2] Pachomow, D., Vollmert, L. & Herold, A.
de maatgevende stabiliteitscriteria ter plaatse passen om een voldoende hoger wrijvings- (2007) Der Ansatz des horizontalen Erddrucks
van dit natuurlijke glijvlak. De aanbevelingen coëfficiënt te creëren tussen de overgang grond/ auf die Front von KBE – Systemen. Tagungsband
uit EBGEO [U6] zal deze leemte in de toekomst folie. Een goede verankering van de geogrids is zur 10. FS – KGEO 2007, München.
gaan opvullen. Belangrijk daarbij is allereerst de dan essentieel. Kraalmatten zonder vaste bereke- [U3] Bussert, F. (2006) Verformungsverhalten
juiste beoordeling van de wrijvingseigenschap- ningmethode conform [U5] zijn geen wapenings- geokunststofbewehrter Erdstützkörper.
pen tussen de grensvlakken. Hierbij kan gebruik elementen in de zin van de Richtlijnen [U5][U6]. Dissertation. Institut für Markscheidewesen,
gemaakt worden van productspecifieke wrijvings- Aanbevolen wordt zowel in het ontwerp als in Heft 13/2006, TU Clausthal.
parameters, die meestal door de geokunststof- de besteksomschrijving onderscheid te maken [U4] Saathoff, F., Vollmert, L. & Klompmaker, J.
fabrikant worden aangereikt. Maar, de interactie tussen wapeningselementen, zoals geogrids (2002) Geogitterbewehrte Böschung in der Altstadt
tussen de kunststof en de grond hangt voor een en erosiebeschermingsmatten en rekening te von Idstein. Strassen & Tiefbau, 10/2002.
groot deel van de eigenschappen van de grond houden met hun functie in het lagensysteem [U5] M GEOK E – Merkblatt für die Anwendung
af en moeten dus per grondsoort door onderzoek (figuur 10). von Geokunststoffen im Erdbau des Strassenbaus
worden vastgesteld. Taluds met afdichtingssyste- (FGSV, Ausgabe 2005).
[U6] EBGEO – Empfehlungen für Bewehrungen aus Schichtsystemen über Weichschichten bei [U10] Feuerbach, H.-M., Tarnowski, J. & Vollmert,
Geokunststoffen. Hrsg. Deutsche Gesellschaft für Eisenbahnstrecken. Tagungsband zum 5. Geo- L. (2003) Oberflächenentwässerung und Grund-
Geotechnik. Fassung 2008 (in Vorbereitung). kunststoff – Kolloquium 01/2007, Bad Lauterberg. wasserschutz in einem Gewerbegebiet nach
[U7] Gülzow, H.-G., Köhler, M. & von Maubeuge, Hrsg. Naue GmbH & Co. KG, Espelkamp. ATV – DVWK – M 153 Tagungsband zur 8.
K. (2003): Wirksamkeit von Erosionsschutz- [U9] Müller-Rochholz , J., Recker, Ch. & Herold, FS – KGEO 2003, München.
systemen. Strassen- und Tiefbau, 1/2003. A. (2005): Geokunststoffe und Böschungs- [U11] Toepassingsnormen, DIN EN 13249,
[U8] Lieberenz, K. & Weisemann, U. (2007): vernagelung – Berechnungen, Versuche, Beispiele. DIN EN 13250, DIN EN 13251, DIN EN 13254
Untersuchungen von geokunststoffbewehrten Tagungsband zur 9. FS – KGEO 2005, München. zie bijlagen.
Geef vorm aan uw innovatieprojecten
Vlaams Project van Thematische Innovatiestimulering
‘Speciale Funderingstechnieken’