Professional Documents
Culture Documents
-1- -2-
Jezus opgepakt en veroordeeld (Lc 22; Lc 23, 1-25) Jezus gekruisigd en begraven (Lc 23,26-56)
Na de maaltijd gingen Jezus en zijn leerlingen naar de Jezus werd weggeleid. De soldaten vroegen een man
Olijfberg. Hij liet hen achter en ging bidden. Hij was om het kruis achter Jezus aan te dragen. Een grote
angstig en bad tot zijn Vader: ‘Neem de beker van mij menigte volgde. Samen met Jezus werden nog 2
weg maar laat gebeuren wat U wil’. Hij ging terug misdadigers terecht gesteld. Ze werden gekruisigd, de
naar de leerlingen maar die sliepen. Er kwam volk misdadigers elk aan een kant van Jezus. Jezus vroeg zijn
naar hen toe en Judas, één van de apostelen, gaf Jezus Vader om zijn beulen te vergeven. De soldaten
een kus. Ze grepen Jezus en brachten hem verdeelden zijn kleren onder elkaar en dreven de spot
naar de hogepriesters. Petrus volgde op met hem. Ze zeiden dat hij zichzelf moest redden als hij
afstand. Hij werd gezien maar ontkende dat de Messias van God was. Ze boden hem zure wijn aan.
hij bij Jezus was. Toen kraaide een haan. Boven het kruis hing een bordje met ‘Dit is de koning
Petrus huilde, Jezus had voorspeld dat hij der Joden’. Rond het middaguur werd het donker. Om
hem zou verloochenen. Nadat Jezus werd gegeseld en 3 uur riep Jezus ‘Vader, in uw handen leg ik mijn geest!’
bespot werd hij bij Pilatus gebracht. Ze zeiden dat Toen stierf hij. Een goed man vroeg
Jezus zichzelf koning noemde. Op de vraag van Pilatus Pilatus om het lichaam te mogen
of hij de koning der Joden was, bevestigde Jezus. begraven. Ze wikkelden het lichaam in
Pilatus vond geen schuld en zond hem naar Herodes. doeken en legden het in een rotsgraf.
Jezus gaf daar geen antwoord en hij werd terug
gestuurd naar Pilatus. Pilatus wilde Jezus vrij laten Op Goede Vrijdag herdenken we Jezus’ dood. ‘Goede’
maar het volk wilde een andere gevangene vrij. Pilatus omdat Jezus’ offer bevrijding bracht voor de mens. Op
ging in op hun eis en leverde Jezus aan hen uit. Stille Zaterdag wordt getreurd om Jezus’ dood.
-3- -4-