You are on page 1of 76

Montage- en VIESMANN

servicehandleiding
voor de vakman

Vitodens 100-W
type WB1C, 6,5 tot 35,0 kW
HR-gasketel als wandtoestel
Uitvoering op aardgas en propaan

Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VITODENS 100-W

5608 832 NL 9/2012 Bewaren a.u.b.!


Veiligheidsvoorschriften

Veiligheidsvoorschriften

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van licha-


melijk letsel en materiële schade.

Toelichting bij veiligheidsvoorschrif- Wat te doen bij een gaslucht


ten
Gevaar
Gevaar Ontsnappend gas kan explosies
Dit teken waarschuwt voor per- veroorzaken met zeer ernstige
soonlijk letsel. verwondingen als gevolg.
■ Niet roken! Vermijd open vuur

! Opgelet
Dit teken waarschuwt voor mate-
riële schade en schade aan het
en vonkvorming. Nooit schake-
laars van verlichting en elektri-
sche toestellen bedienen.
milieu. ■ Gasafsluitkraan sluiten.
■ Ramen en deuren openzetten.
Opmerking ■ Personen verwijderen uit de
Gegevens met het woord "Opmerking" gevarenzone.
bevatten aanvullende informatie. ■ Het energiebedrijf buiten het
gebouw waarschuwen.
Doelgroep
Wat te doen bij een rookgaslucht
Deze handleiding is alleen bedoeld voor
erkende installateurs. Gevaar
■ Werkzaamheden aan gasinstallaties Rookgassen kunnen levens-
mogen alleen door bevoegde installa- bedreigende vergiftiging veroor-
teurs worden uitgevoerd. zaken.
■ Elektrische werkzaamheden mogen ■ Installatie spanningsvrij
alleen door bevoegde elektromon- schakelen.
teurs worden uitgevoerd. ■ Open ramen en deuren
■ De eerste inbedrijfstelling moet door (buiten).
de installateur van de installatie of een ■ Deuren van woonverblijven
door hem aangewezen vakman sluiten.
plaatsvinden.
Werkzaamheden aan de installatie
Voorschriften
■ Installatie spanningsvrij schakelen.
Let bij de werkzaamheden op ■ Installatie beveiligen tegen opnieuw
■ de ARBO voorschriften, inschakelen.
■ de wettelijke voorschriften inzake ■ Bij gas als brandstof de gastoevoer
milieubescherming, afsluiten en beveiligen tegen onver-
hoeds openen.
5608 832 NL

2
Veiligheidsvoorschriften

Veiligheidsvoorschriften (vervolg)

Herstelwerkzaamheden

! Opgelet
De reparatie van onderdelen met
een veiligheidstechnische functie
brengt de veilige werking van de
installatie in gevaar.
Defecte onderdelen moeten door
orginele onderdelen van
Viessmann worden vervangen.

Accessoires, en reserve-onderdelen

! Opgelet
Reserve-onderdelen en slijtende
onderdelen die niet samen met
de verwarmingsinstallatie zijn
gekeurd, kunnen de werking van
de installatie nadelig beïnvloe-
den. Het monteren van niet-toe-
gelaten onderdelen en het uit-
voeren van niet-goedgekeurde
wijzigingen en montages kunnen
de veiligheid in gevaar brengen
en de garantie beperken.
Bij vervanging uitsluitend origi-
nele reserve-onderdelen van
Viessmann of door Viessmann
goedgekeurde reserve-onderde-
len gebruiken.
5608 832 NL

3
Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Montagehandleiding
Montagehandleiding
Productinformatie................................................................................................. 6
Montagevoorbereiding.......................................................................................... 6

Montageverloop
CV-ketel plaatsen en aansluitingen monteren...................................................... 10
Regelingbehuizing openen................................................................................... 14
Elektrische aansluitingen...................................................................................... 15

Servicehandleiding
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud.................................. 19
Aanvullende info over de stappen........................................................................ 20

Storingen oplossen
Werking en mogelijke storingen........................................................................... 35
Storingsindicatie op het display............................................................................ 36
Reparatie.............................................................................................................. 41

Gastype omzetten
Omschakeling van propaan naar aardgas........................................................... 53

Regeling
Functies en bedrijfsomstandigheden bij weersafhankelijke werking.................... 55

Schema's
Aansluit- en bedradingschema............................................................................. 56

Onderdelenlijsten
Onderdelen bestellen........................................................................................... 58
Overzicht van de modules.................................................................................... 59
Module plaatdelen................................................................................................ 60
Module warmtecel................................................................................................ 61
Module brander.................................................................................................... 63
Module hydraulica................................................................................................ 65
Module hydraulica circulatie................................................................................. 67
Bouwgroep hydraulica combi............................................................................... 68
Module regeling.................................................................................................... 69
Module overig....................................................................................................... 71
5608 832 NL

Technische gegevens........................................................................................ 72

4
Inhoudsopgave

Inhoudsopgave (vervolg)

Verklaringen
Conformiteitsverklaring......................................................................................... 73

Index.................................................................................................................... 74
5608 832 NL

5
Montagehandleiding

Productinformatie

Vitodens 100-W, WB1C

Vooraf ingesteld voor gebruik op aardgas.

Montagevoorbereiding

Productinformatie

Vitodens 100-W, type WB1C De Vitodens 100-W mag in principe


alleen in die landen geleverd worden die
Vooraf ingesteld voor gebruik op aard- op het typeplaatje staan vermeld. Voor
gas. levering in andere landen moet een
erkend bedrijf zelf voor toelating volgens
het nationale recht zorgen.

5608 832 NL

6
Montagehandleiding

Montagevoorbereiding (vervolg)

Voorbereidingen voor de montage van de CV-ketel

Afmetingen en aansluitingen

350
400
250
156
5
68

Montage
860
700

A B CD E

F
58 58 34
123 123 125

A CV-aanvoer E CV-retour
B Bij HR-soloketel: F Condenswaterafvoer / afvoer veilig-
Boileraanvoer heidsklep: kunststofslang
Bij HR-combiketel: 7 22 mm
Warm water
C Gasaansluiting
D Bij HR-soloketel:
Boilerretour
Bij HR-combiketel:
Koud water
5608 832 NL

7
Montagehandleiding

Montagevoorbereiding (vervolg)

Muurbeugel monteren

250
145
Ø10

A Montagesjabloon Vitodens
5608 832 NL

8
Montagehandleiding

Montagevoorbereiding (vervolg)

1. Meegeleverde montagesjabloon op
de wand uitlijnen.

2. Pluggaten aangeven.

3. Pluggaten van 7 10 mm boren en


meegeleverde pluggen aanbrengen.

4. Muurbeugel met meegeleverde


schroeven bevestigen.

Aansluitingen voorbereiden

Montage
! Opgelet
Om schade aan het toestel te
voorkomen,
moeten alle leidingen last- en
spanningsvrij worden aangeslo-
ten.

1. Wateraansluitingen voorbereiden.
CV-installatie spoelen.

2. Gasaansluiting voorbereiden.

3. Elektrische aansluitingen voorberei-


den.
■ Elektrische leiding
NYM-J 3 x 1,5 mm2.
■ Kabels voor accessoire:
NYM-O twee-aderig minimaal
0,5 mm2.
5608 832 NL

9
Montageverloop

CV-ketel plaatsen en aansluitingen monteren

Frontplaat demonteren en CV-ketel ophangen

3.

2.

1.
2x

1. Schroeven aan de onderkant van de 3. CV-ketel aan de muurbeugel han-


CV-ketel losdraaien, er niet volledig gen.
uitdraaien.

2. Frontplaat eraf halen.


5608 832 NL

10
Montageverloop

CV-ketel plaatsen en aansluitingen monteren (vervolg)

Wateraansluitingen monteren; respecteer de nationale voor-


schriften

Montage van de armaturen aan


CV- en tapwaterzijde zie afzon-
derlijke montagehandleiding.

Montage
A B C D E

z z

A CV-aanvoer D Bij HR-soloketel:


B Bij HR-soloketel: Boilerretour
Boileraanvoer Bij HR-combiketel:
Bij HR-combiketel: Koud water
Warm water E CV-retour
C Gasaansluiting
5608 832 NL

11
Montageverloop

CV-ketel plaatsen en aansluitingen monteren (vervolg)

Gasaansluiting

1. Gasafsluitkraan op aansluiting A
aansluiten.

2. Lekkagecontrole verrichten.

Opmerking
Voor de dichtheidscontrole uitslui-
tend geschikte en toegestane lek-
zoekmiddelen (NEN 14291) en appa-
A ratuur gebruiken. Lekzoekmiddelen
die ongeschikte stoffen bevatten (bij-
voorbeeld nitriet, sulfide) kunnen lei-
den tot materiaalschade.
Achtergebleven lekzoekmiddel na de
controle verwijderen.

! Opgelet
Verhoogde testdruk leidt tot
schade aan CV-ketel en gas-
armatuur.
Maximale testoverdruk
150 mbar. Bij hogere druk
voor het opsporen van lekka-
ges de CV-ketel en gasarma-
turen van de hoofdleiding
scheiden (schroefverbinding
losdraaien).

3. Ontlucht de gasleiding.
5608 832 NL

12
Montageverloop

CV-ketel plaatsen en aansluitingen monteren (vervolg)

Aansluiting veiligheidsklep en condenswaterafvoer

Condensaatleiding A met afschot en


beluchting op de riolering aansluiten.
Eventuele plaatselijke afvalwatervoor-
schriften in acht nemen.

Opmerking
Voor inbedrijfstelling de sifon met water
vullen.

Montage
A

Sifon met water vullen

Minstens 0,3 l water in de rookgasaan-


sluiting vullen.

! Opgelet
Uit de afvoerleiding van de con-
denswateraansluiting kan bij eer-
ste inbedrijfstelling rookgas
komen.
Voorafgaand aan de inbedrijfstel-
ling moet u beslist de sifon met
water vullen.
5608 832 NL

13
Montageverloop

CV-ketel plaatsen en aansluitingen monteren (vervolg)

Rookgas- en luchttoevoeraansluiting

Rookgas- /luchttoevoerleiding aanslui-


ten.

Montagehandleiding rookgas-
systeem.

Regelingbehuizing openen

2.

3.

4x 2x 1.
5608 832 NL

14
Montageverloop

Regelingbehuizing openen (vervolg)

! Opgelet
Door elektrostatische ontlading
kunnen elektronische modules
Voorafgaand aan de werkzaam-
heden geaarde objecten (bijvoor-
beeld CV- of waterleidingen)
beschadigd worden. aanraken om de statische lading
af te leiden.

Elektrische aansluitingen

Aanwijzing voor de aansluiting


van accessoires

Montage
Voor de aansluiting van de
accessoires de meegeleverde
aparte montagehandleidingen
respecteren.

D X1
X21 X7 GAS PUMP FAN
?LN 1 LN
X20

C E F
%
4 3 2 1

OT
A B

A Alleen bij weersafhankelijke wer- E Netaansluiting (230 V, 50 Hz).


king: Zie pagina 17.
Buitentemperatuursensor (acces- F Vitotrol 100
soires) Indien kamerthermostaat op B
B Open Therm of aan/uit thermostaat brug D verwijderen.
Bij aansluiting brug D verwijderen.
5608 832 NL

C Aansluitleiding (accessoires)
D Brug

15
Montageverloop

Elektrische aansluitingen (vervolg)

Afzonderlijke montagehand- % Boilertemperatuursensor (Niet van


leiding toepassing in NL)

Opmerking
HR-gas-solotoestel zonder warm-
waterboiler:
Bij werking zonder warmwaterboiler
draaiknop ”tw” op ”0” zetten.

Leidinginvoer

A Netsnoer, aansluitkabel (230V, 50


Hz)
B Laagspanningsleidingen (sensorlei-
dingen)

Buitentemperatuursensor (accessoires)

1. De bij de buitentemperatuursensor 2. Buitentemperatuursensor aan klem-


meegeleverde aansluitleiding in men 3 en 4 aansluiten.
steekplaats ”X21” steken.
5608 832 NL

16
Montageverloop

Elektrische aansluitingen (vervolg)

Netaansluiting

Voorschriften en richtlijnen De netaansluitkabel met maximaal 16 A


zekeren.
Gevaar
Ondeskundig uitgevoerde elektri- Gevaar
sche installaties kunnen door Ontbrekende aarding van instal-
elektrische stroom aanleiding zijn latiecomponenten kan bij een
voor ernstige verwondingen en elektrisch defect door elektrische
materiële schade. stroom tot ernstige verwondingen
leiden.
Netaansluiting en veiligheids- Toestel en leidingen moeten met

Montage
maatregelen (bijvoorbeeld aard- de potentiaalvereffening van het
lekschakelaar) moeten volgens huis verbonden zijn.
de volgende voorschriften wor-
den uitgevoerd:
■ Plaatselijke voorschriften
■ Aansluitvoorwaarden van het
plaatselijke energiebedrijf

Bovendien adviseren wij de installatie


van een universele stroomgevoelige
aardlekschakelaar (FI klasse B )
voor gelijkstroom (haperingen) die door
energie-efficiënte bedrijfsmiddelen kun-
nen ontstaan.
5608 832 NL

17
Montageverloop

Elektrische aansluitingen (vervolg)

Aansluitkabels aanbrengen en regelingsbehuizing sluiten

! Opgelet
Aansluitkabels worden bescha-
digd als ze hete componenten
Bij het ter plaatse installeren en
bevestigen van de aansluitkabels
moet erop worden gelet dat de
aanraken. toegelaten maximumtempera-
tuur van de kabels niet wordt
overschreden.

3.

2.

1.

5608 832 NL

18
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud

Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud

Zie de aangegeven pagina voor meer informatie over de te volgen stappen

Stappen voor de eerste inbedrijfstelling


Stappen voor de inspectie

Stappen voor het onderhoud Pagina

• • • 1. CV-installatie vullen........................................................ 20
• • • 2. CV-ketel door spoelen ontluchten................................ 22
• • • 3. Omschakelen naar werking met propaan..................... 22
• • • 4. Rustdruk en aansluitdruk meten................................... 23
• 5. Maximaal stookvermogen reduceren........................... 24
• 6. CO2-gehalte controleren................................................ 25
• • 7. Brander demonteren ..................................................... 28
• • 8. Branderpakking en vlambeker controleren.................. 29
• • 9. Elektrode controleren en instellen................................ 30
• • 10. Stookoppervlak reinigen................................................ 30
• • 11. Condenswaterafvoer controleren en sifon reinigen.... 31
• • 12. Brander monteren .......................................................... 32
• • 13. Membraanexpansievat en installatiedruk controleren 33
• • • 14. Alle CV- en tapwateraansluitingen op lekkage
controleren
• • • 15. Rookgassysteem op vrije doorgang en lekkage
controleren. Service
• • • 16. Controleren of alle elektrische aansluitingen goed
vast zitten
• • • 17. Gasvoerende onderdelen bij bedrijfsdruk controleren
op lekkage ...................................................................... 33
• • 18. Frontplaat monteren....................................................... 34
• 19. Instrueren van de installatiegebruiker.......................... 34
5608 832 NL

19
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud

Aanvullende info over de stappen

CV-installatie vullen

Vulwater ■ Aan het vulwater kan een spe-


ciaal voor CV-installaties

! Opgelet
Ongeschikt vulwater kan afzettin-
gen en corrosie veroorzaken en
geschikt antivriesmiddel wor-
den toegevoegd. De fabrikant
van het antivriesmiddel moet
kan leiden tot beschadiging van de geschiktheid ervan aanto-
de CV-ketel. nen.
■ CV-installatie vóór het vullen ■ Vul- en bijvulwater met een
grondig spoelen. waterhardheid boven de vol-
■ Uitsluitend water van tapwater- gende waarden moet worden
kwaliteit gebruiken. onthard, bijvoorbeeld met een
kleine onthardingsinstallatie
voor CV-water.

Toelaatbare totaalhardheid van het vulwater en bijvulwater


Totale stookca- Specifiek installatievolume
paciteit
kW < 20 l/kW ≥ 20 l/kW tot ≥ 50 l/kW
< 50 l/kW
≤ 50 ≤ 3,0 mol/m3 ≤ 2,0 mol/m3 < 0,02 mol/m3
(16,8 °dH) (11,2 °dH) (0,11 °dH)
> 50 tot ≤ 200 ≤ 2,0 mol/m3 ≤ 1,5 mol/m3 < 0,02 mol/m3
(11,2 °dH) (8,4 °dH) (0,11 °dH)
> 200 tot ≤ 600 ≤ 1,5 mol/m3 ≤ 0,02 mol/m3 < 0,02 mol/m3
(8,4 °dH) (0,11 °dH) (0,11 °dH)
> 600 < 0,02 mol/m3 < 0,02 mol/m3 < 0,02 mol/m3
(0,11 °dH) (0,11 °dH) (0,11 °dH)

1. Gaskraan sluiten.

2. Netspanning inschakelen.
5608 832 NL

20
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud

Aanvullende info over de stappen (vervolg)

3. Draaiknop ”rt” in minder dan


2 seconde tot aan de linkeraanslag
en dan opnieuw naar het rechter
regelbereik draaien.
Op het display verschijnt
”SERV”, ”r” en ”w”. Vulfunctie is
geactiveerd.
De functie wordt na 20 min automa-
tisch of na het uitschakelen van de
netschakelaar beëindigd.
r

B C A 4. Afsluitkleppen A en (indien aanwe-


zig) B openen.

5. Vulslang op de kraan C aansluiten


en kraan C openen.

6. CV-installatie vullen. (minimale


installatiedruk > 0,8 bar).

7. Kraan C sluiten.

close

open
Service
5608 832 NL

21
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud

Aanvullende info over de stappen (vervolg)

CV-ketel door spoelen ontluchten

A 1. Afvoerslang op de afsluitkraan A op
de riolering aansluiten.

2. Afsluitklep B sluiten.

3. Kraan A en C openen en met net-


druk zo lang spoelen tot er geen
luchtgeluiden meer hoorbaar zijn.

4. Eerst kraan A en dan kraan C slui-


ten.

5. Bedrijfsdruk ≥ 0,8 bar via kraan C


afstellen.

6. Afsluitklep B openen.

7. Afvoerslang eraf trekken en bewa-


ren.

CB

Omschakelen naar werking met propaan

Bij levering is de CV-ketel op werking Afzonderlijke montagehandlei-


met aardgas ingesteld. Voor de werking dingen.
met propaan moet de gasinjector wor-
den verwisseld en moet het gastype aan Omschakeling van propaan naar aard-
de regeling worden ingesteld. gas zie pagina 53.
5608 832 NL

22
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud

Aanvullende info over de stappen (vervolg)

Rustdruk en aansluitdruk meten

Gevaar 4. Rustdruk meten.


CO-vorming als gevolg van een Gewenste waarde: maximaal
verkeerde branderinstelling kan 57,5 mbar
de gezondheid ernstig bedrei-
gen. 5. CV-ketel in bedrijf nemen.
Vóór en na werkzaamheden aan
gastoestellen moet een CO- Opmerking
meting worden verricht. Bij de eerste inbedrijfstelling kan het
toestel in storing gaan, omdat er lucht
Werking op propaan in de gasleiding zit. Na circa 5 s
Propaantank bij eerste inbedrijfstelling / Reset bedienen om de brander te
vervanging tweemaal spoelen. Tank en ontgrendelen.
gasaansluitleiding na het spoelen goed
ontluchten. 6. Aansluitdruk (stromingsdruk) meten.

A Gewenste waarde:
■ aardgas: 20 mbar
■ propaan: 37 mbar

Opmerking
Voor het meten van de aansluitdruk
geschikte meetapparaten met een
resolutie van minstens 0,1mbar
gebruiken.

7. Meetwaarde in het protocol op


pagina opnemen.
Maatregelen volgens de volgende
tabel nemen.
Service

8. CV-ketel buiten bedrijf stellen, gasaf-


sluitkraan sluiten, manometer eraf
halen, meetaansluiting A met
1. Gaskraan sluiten. schroef afsluiten.

2. Schroef A in meetaansluitstuk ”IN”


op de gascombiregelaar losmaken
(niet eruit draaien) en manometer
aansluiten.
5608 832 NL

3. Open de gaskraan.

23
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud

Aanvullende info over de stappen (vervolg)

9. Gasafsluitkraan openen en toestel in Opmerking


bedrijf stellen. Het maximale drukverlies tussen
gasafsluitkraan en meetaansluitin-
Gevaar gen A aan de gascombiregelaar
Ontsnappend gas bij de meet- bedraagt 0,5 mbar.
aansluiting leidt tot explosie-
gevaar.
Gasdichtheid op de meetaan-
sluiting A controleren.

Aansluitdruk (dynamische druk) Maatregelen


bij aardgas bij propaan
onder 17,4 mbar onder 25 mbar Niet in bedrijf stellen en de gas- respec-
tievelijk propaanleverancier informeren.
17,4 tot 25 mbar 25 tot 47 mbar CV-ketel in bedrijf nemen.
boven 25 mbar boven 47 mbar Voor de installatie een afzonderlijke gas-
drukregelaar plaatsen en voordruk op
20 mbar bij aardgas respectievelijk
37 mbar bij propaan instellen. Gas- res-
pectievelijk propaanleverancier informe-
ren.

Maximaal stookvermogen reduceren

Het maximale stookvermogen kan wor-


den verlaagd conform de installatie-
eisen.

1. Aan/uit-schakelaar inschakelen.

2. Draaiknop ”tr” minder dan 2 stot


aan de rechteraanslag en dan
opnieuw naar het rechter regelbereik
draaien.
Op het display verschijnt ”SERV”
en ”A”.

r
5608 832 NL

24
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud

Aanvullende info over de stappen (vervolg)

3. Met draaiknop ”tr” het gewenste


maximale stookvermogen instellen.
Op de display knipperen balken voor
het ingestelde stookvermogen.

°C

60
A

■ Stand 1 (1 balk) = laagste vermo-


gen.
■ Stand 6 (5 balk) = bovenste vermo-
gen.

4. Ingesteld stookvermogen controle-


ren door het gasdebiet te meten.

5. Ingestelde stookvermogen overne-


men:
Draaiknop ”tw” minder dan 2 stot
aan de rechteraanslag en dan
opnieuw naar het rechter regelbereik
draaien.
In het display verschijnt tijdens de
overname ”– . – . –”. Service

6. CV-ketel buiten bedrijf stellen.

CO2-gehalte controleren

Opmerking
Toestel met onbelaste verbrandingslucht gebruiken om bedrijfsstoringen en schade
te vermijden.
5608 832 NL

25
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud

Aanvullende info over de stappen (vervolg)

01. Rookgasanalyseapparaat aan de


opening rookgas A aan het ketel-
aansluitstuk aansluiten.

02. CV-ketel in bedrijf stellen en dicht-


heid controleren.

Gevaar
Vrijkomend gas leidt tot
explosiegevaar.
A Gasvoerende onderdelen op
gaslekkage controleren.

03. Draaiknop ”tr” minder dan 2 stot


aan de rechteraanslag en dan
opnieuw naar het rechter regelbe-
reik draaien.
Op het display ver-
schijnt ”SERV”, ”A” en de ketel-
watertemperatuur wordt aangege-
ven.

04. Hoogste vermogen instellen:


Draaiknop ”tr” in het rechter
regelbereik draaien, tot op het dis-
play vijf balken voor hoogste vermo-
gen verschijnen.

05. CO2-gehalte voor hoogste vermo-


gen meten.
Het CO2-gehalte moet tussen 7,0 en
10,5% liggen.
5608 832 NL

26
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud

Aanvullende info over de stappen (vervolg)

06. Laagste vermogen instellen:


Draaiknop ”tr” in het linker regel-
bereik draaien, tot op het display 1
balk voor het laagste vermogen ver-
schijnt.

07. CO2-gehalte voor laagste vermogen


meten.
Het CO2-gehalte moet circa 0,3 tot
0,9% onder de waarde voor het
hoogste vermogen liggen.

08. ■ Als het CO2-gehalte in het aange-


geven bereik ligt, verder met punt
10.
■ Als het CO2-gehalte niet in het
aangegeven bereik ligt, dichtheid
van het rookgas-/luchttoevoer-
systeem controleren, eventuele
lekkages verhelpen.
Indien nodig, gascombiregelaar
vervangen.

09. CO2-gehalte voor hoogste en laag-


ste vermogen nogmaals meten.

10. CV-ketel buiten werking stellen,


rookgasanalysemeter verwijderen
en opening rookgas A afsluiten.
Service
11. Beide draaiknoppen ”tw”
en ”rt” weer in de oorspronkelijke
stand draaien.
5608 832 NL

27
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud

Aanvullende info over de stappen (vervolg)

Brander demonteren

F4x E D

C B A

1. Netspanning uitschakelen. 5. Schroefverbinding van de gasaan-


sluitbuis E losdraaien.
2. Gastoevoer afsluiten.
6. Vier bouten F losmaken en brander
3. Elektrische kabels van ventilatormo- verwijderen.
tor A, gasarmatuur B en elektro-
den C lostrekken.

4. Venturiverlenging D van de ventila-


! Opgelet
Om beschadigingen te voor-
komen,
5608 832 NL

tor lostrekken. brander niet op vlambeker


neerleggen!

28
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud

Aanvullende info over de stappen (vervolg)

Branderpakking en vlambeker controleren

Branderpakking A op beschadiging Indien vlambeker beschadigd, vervan-


controleren en zo nodig vervangen. gen.

E D C A

2x

B
Service

1. Elektrode B uitbouwen. 4. Nieuwe branderbuis D met nieuwe


pakking E aanbrengen en bevesti-
2. Twee torxschroeven losmaken en gen.
isolatie C afnemen. Draaimoment van de bevestigings-
schroeven: 3,5 Nm.
3. Twee torxschroeven losdraaien en
vlambeker D met pakking E ver- 5. Isolatie C monteren.
5608 832 NL

wijderen. Draaimoment van de bevestigings-


schroeven: 3,5 Nm.

29
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud

Aanvullende info over de stappen (vervolg)

6. Elektrode B monteren. Draaimoment van de bevestigings-


schroeven: 4,5 Nm.

Elektrode controleren en instellen

1. Elektrode op slijtage en vervuiling


controleren.

2. Elektrode met een kleine borstel


(geen staalborstel) of schuurpapier
reinigen.

3. Afstanden controleren. Als de afstan-


den niet goed zijn of als de elektrode
beschadigd is, elektrode met pakking
vervangen en uitlijnen. Bevestigings-
schroeven voor elektrode vasttrek-
ken met een draaimoment van
8+2

4,5 Nm.

4+0,5

Stookoppervlak reinigen

! Opgelet
Krassen op onderdelen die met rookgas in aanraking komen, kunnen tot cor-
rosie leiden.
Stookoppervlak niet afborstelen!
5608 832 NL

30
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud

Aanvullende info over de stappen (vervolg)

1. Afzettingen op het stookopper-


vlakA van de vuurhaard opzuigen.

2. Indien nodig het stookoppervlak A


met licht zure, chloridenvrije reini-
gingsmiddelen op basis van fosforzu-
ren inspuiten en minstens
20 minuten laten inwerken.

3. StookoppervlakA grondig spoelen


met water.

Condenswaterafvoer controleren en sifon reinigen

1. Sifon A naar boven uit de afvoer-


aansluiting trekken.

2. Toevoerslang B van sifon A los-


trekken.

B 3. Sifon A reinigen.

4. Toevoerslang B er weer op steken.


Service

A 5. Sifon A weer op de afvoeraanslui-


ting steken.

6. Sifon A met water vullen. Circa


0,3 l water in de verbrandingsruimte
gieten.

7. Controleren of condenswater onge-


hinderd kan wegstromen en contro-
5608 832 NL

leren op lekkage.

31
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud

Aanvullende info over de stappen (vervolg)

Brander monteren

A4x B C

F E D

1. Brander inbouwen en vier schroeven 4. Elektrische kabels op ventilatormotor


A met 8,5 Nm draaimoment kruis- D, gasarmatuur E en ontstekings-
lings vastdraaien. eenheid F aanbrengen.

2. Nieuwe pakking inleggen en schroef- 5. Gastoevoer weer openen en net-


verbinding van de gasaansluitbuis spanning inschakelen.
B vastdraaien.

3. Venturiverlenging C op de ventilator
5608 832 NL

steken.

32
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud

Aanvullende info over de stappen (vervolg)

6. Gaszijde op lekkage controleren.

Gevaar
! Opgelet
Het gebruik van lekzoekspray
kan leiden tot storingen.
Vrijkomend gas leidt tot explo- Lekzoekspray mag niet met
siegevaar. elektrische contacten in aan-
Controleer de schroefverbin- raking komen of de membraa-
ding op gaslekkage. nopening aan de gasklep
afsluiten.

Membraanexpansievat en installatiedruk controleren

Controle uitvoeren bij koude installatie. Opmerking


De gas-combiketel kan met meegele-
1. Installatie zo ver leegmaken of kap- verde sleutel A worden bijgevuld aan
ventiel op membraanexpansievat de bijvulkraan.
sluiten en druk verlagen tot manome-
ter ”0” aangeeft. A

2. Als de voordruk van het membraa-


nexpansievat lager is dan de stati-
sche druk van de installatie, stikstof
bijvullen tot de voordruk 0,1 tot
0,2 bar hoger is.

3. Water bijvullen tot bij afgekoelde


installatie de druk min. 1,0 bar
bedraagt en 0,1 tot 0,2 bar hoger is
dan de voordruk van het membraa-
nexpansievat.
Toegelaten werkdruk: 3 bar Service

Gasvoerende onderdelen bij bedrijfsdruk controleren op lek-


kage

Gevaar
Vrijkomend gas leidt tot explosie-
gevaar.
! Opgelet
Het gebruik van lekzoekspray
kan leiden tot storingen.
Gasvoerende onderdelen op Lekzoekspray mag niet met elek-
gaslekkage controleren. trische contacten in aanraking
komen of de membraanopening
aan de gasklep afsluiten.
5608 832 NL

33
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud

Aanvullende info over de stappen (vervolg)

Frontplaat monteren

1.

2.
2x

1. Frontplaat inhangen. 2. Schroeven aan de onderkant vast-


draaien.

Instrueren van de installatiegebruiker

De installateur van de installatie moet de


bedieningshandleiding overhandigen
aan de gebruiker van de installatie en de
bediening uitleggen.
5608 832 NL

34
Storingen oplossen

Werking en mogelijke storingen

Display Maatregel
Warmteaanvraag nee Gewenste waarde
door regeling verhogen, voor
warmte-afname
zorgen

ja

Ventilator start nee na circa 1 min sto- Ventilator, verbin-


ring F9 dingskabels van
de ventilator, voe-
dingsspanning op
ventilator en aan-
sturing van de ven-
tilator controleren

ja

Ontsteking nee Storing F4 Aansluiting ontste-


kingsmodule con-
troleren

ja

Gascombirege- nee Storing F4 Gascombiregelaar


laar gaat open controleren (aan-
sturing 230 V),
gasaansluitdruk
controleren Service

ja

Ionisatiestroom nee Storing F4 Ionisatiestroom


wordt opgebouwd meten, elektrode-
(groter dan 2 µA) instelling controle-
Symbool A ren en controleren
of er lucht in de
gasleiding zit.
5608 832 NL

35
Storingen oplossen

Werking en mogelijke storingen (vervolg)

ja

Brander in bedrijf nee Wordt onder de ge- Dichtheid van de


wenste ketelwater- rookgasinstallatie
temperatuur uitge- controleren (rook-
schakeld en start gasrecirculatie),
dan direct opnieuw dynamische gas-
druk controleren

Storingsindicatie op het display

Storingen worden door een knipperende


storingscode met storingssymbool ”U” op

f2 de display getoond.
Zie de volgende tabel voor de betekenis
van de storingscodes.

Storings- Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel


code op stallatie
het
scherm
10 Constante werking Kortsluiting buiten- Buitentemperatuursensor
temperatuursensor en kabel controleren (zie
pagina 42).
18 Constante werking Onderbreking bui- Buitentemperatuursensor
tentemperatuur- en kabel controleren (zie
sensor pagina 42).
30 Brander geblokkeerd Kortsluiting ketel- Keteltemperatuursensor
temperatuursensor controleren (zie pagi-
na 43).
38 Brander geblokkeerd Onderbreking ke- Keteltemperatuursensor
teltemperatuursen- controleren (zie pagi-
sor na 43).
5608 832 NL

36
Storingen oplossen

Storingsindicatie op het display (vervolg)

Storings- Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel


code op stallatie
het
scherm
50 Geen warmwaterbe- Kortsluiting boiler- Sensor controleren (zie
reiding temperatuursensor pagina 44).

51 Geen warmwaterbe- Kortsluiting uitlaat- Sensor controleren (zie


reiding temperatuursensor pagina 47).

52 Brander geblokkeerd Kortsluiting debiet- Aansluitingen en kabel


sensor controleren, eventueel
sensor vervangen.
58 Geen warmwaterbe- Onderbreking boi- Sensor controleren (zie
reiding lertemperatuursen- pagina 44).
sor
59 Geen warmwaterbe- Onderbreking uit- Sensor controleren (zie
reiding laattemperatuur- pagina 47).
sensor
5A Brander geblokkeerd Onderbreking de- Aansluitingen en kabel
bietsensor controleren, eventueel
sensor vervangen.
A9 Regelwerking zonder Communicatiefout Aansluitingen en kabel
Open Therm-toestel Open Therm-toe- controleren, eventueel
stel Open Therm-toestel ver-
vangen.
b0 Brander geblokkeerd Kortsluiting rook- Sensor controleren (zie
gastemperatuur- pagina 48).
sensor
b8 Brander geblokkeerd Onderbreking Sensor controleren (zie Service
rookgastempera- pagina 48).
tuursensor
E3 Brander op storing Fout in het veilig- Temperatuurbegrenzers
heidscircuit. en verbindingskabels
controleren (zie pagi-
na 46).
Regeling controleren, in-
dien nodig vervangen.
5608 832 NL

37
Storingen oplossen

Storingsindicatie op het display (vervolg)

Storings- Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel


code op stallatie
het
scherm
E5 Brander geblokkeerd Interne fout Ionisatie-elektrode en ver-
bindingskabels controle-
ren.
”Reset” bedienen (zie pa-
gina 40).
F0 Brander geblok- Interne fout Regeling vervangen.
keerd.
F1 Brander op storing Maximale rookgas- Niveau van de CV-instal-
temperatuur over- latie controleren. Circula-
schreden tiepomp controleren. In-
stallatie ontluchten.
”Reset” bedienen (zie pa-
gina 40).
F2 Brander op storing Temperatuurbe- Niveau van de CV-instal-
grenzer is geacti- latie controleren. Circula-
veerd tiepomp controleren. In-
stallatie ontluchten. Tem-
peratuurbegrenzers en
verbindingskabels contro-
leren (zie pagina 46).
”Reset” bedienen (zie pa-
gina 40).
F3 Brander op storing Vlamsignaal is Ionisatie-elektrode en ver-
reeds aanwezig bij bindingskabels controle-
branderstart ren.
”Reset” bedienen (zie pa-
gina 40).
F4 Brander op storing Geen vlamsignaal Ontstekingselektrode, io-
nisatie-elektrode en ver-
bindingskabel controle-
ren, gasdruk controleren,
gascombiregelaar contro-
leren, ontsteking, ontste-
kingsmodule controleren,
condenswaterafvoer con-
troleren.
”Reset” bedienen (zie pa-
5608 832 NL

gina 40).

38
Storingen oplossen

Storingsindicatie op het display (vervolg)

Storings- Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel


code op stallatie
het
scherm
F8 Brander op storing Brandstofklep sluit Gascombiregelaar con-
te laat troleren. Beide aanstuur-
trajecten controleren.
”Reset” bedienen (zie pa-
gina 40).
F9 Brander op storing Ventilatortoerental Ventilator controleren,
bij de branderstart verbindingskabels naar
te laag de ventilator controleren,
voedingsspanning op
ventilator controleren,
aansturing van de ventila-
tor controleren.
”Reset” bedienen (zie pa-
gina 40).
FA Brander op storing Ventilatorstilstand Ventilator, verbindingska-
niet bereikt bels en aansturing van de
ventilator controleren.
”Reset” bedienen (zie pa-
gina 40).
FC Brander geblokkeerd Elektrische aan- Verbindingsleidingen van
sturing ventilator de ventilator controleren
(regeling) defect en indien nodig vervan-
gen of de regeling vervan-
gen.

Service
5608 832 NL

39
Storingen oplossen

Storingsindicatie op het display (vervolg)

Storings- Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel


code op stallatie
het
scherm
Fd Brander geblokkeerd Fout automatische Ontstekingselektroden en
branderregeling verbindingskabels contro-
leren. Controleren of er
een sterk stoorveld (EMV)
in de buurt van het toestel
is.
”Reset” bedienen (zie pa-
gina 40).
Als de storing niet wordt
opgeheven, regeling ver-
vangen.
FF Brander geblokkeerd Fout automatische Ontstekingselektroden en
branderregeling verbindingskabels contro-
leren. Controleren of er
een sterk stoorveld (EMV)
in de buurt van het toestel
is.
”Reset” bedienen (zie pa-
gina 40).
Als de storing niet wordt
opgeheven, regeling ver-
vangen.

Reset bedienen

Draaiknop ”rt” minder dan 2 s op de


stand ”U RESET” draaien en dan
opnieuw terug naar het regelbereik.
5608 832 NL

40
Storingen oplossen

Reparatie

Frontplaat demonteren

2.

1.
2x
Service

1. Schroeven aan de onderkant van de 2. Frontplaat eraf halen.


CV-ketel losdraaien, er niet uit-
draaien.
5608 832 NL

41
Storingen oplossen

Reparatie (vervolg)

Buitentemperatuursensor

1. Regelingsbehuizing openen. Zie


pagina 14.
X21 X7
2. Kabels van de buitentemperatuur-
X20
sensor afklemmen.

4 3 2 1

100 3. Weerstand van de sensor meten en


80 met karakteristiek vergelijken.
60
40
4. Bij sterke afwijking sensor vervan-
Weerstand in kΩ

gen.
20

10
8
6
4
-15 -5 0 10 20 30
-10
Temperatuur in °C
5608 832 NL

42
Storingen oplossen

Reparatie (vervolg)

Keteltemperatuursensor

1. Kabels van de keteltemperatuursen-


sor A lostrekken en de weerstand
meten.

Service
5608 832 NL

43
Storingen oplossen

Reparatie (vervolg)

20 2. Weerstand van de sensor meten en


met karakteristiek vergelijken.
10
8
6 3. Bij sterke afwijking de CV-ketel aan
4 CV-waterzijde aftappen en de sensor
Weerstand in kΩ

vervangen.
2
Gevaar
1 Keteltemperatuursensor zit
0,8 direct in het CV-water (ver-
0,6
brandingsgevaar).
0,4
10 30 50 70 90 110 Voor het vervangen van de
Temperatuur in °C sensor het tapwater in de CV-
ketel aftappen.

Boilertemperatuursensor controleren (HR-soloketel, niet in NL)

X21 X7

X20

1. Stekker % van de kabelboom los-


trekken en de weerstand meten.
5608 832 NL

44
Storingen oplossen

Reparatie (vervolg)

20 2. Weerstand van de sensor met de


karakteristiek vergelijken.
10
8
6 3. Bij sterke afwijking sensor vervan-
4 gen.
Weerstand in kΩ

1
0,8
0,6
0,4
10 30 50 70 90 110
Temperatuur in °C

Service
5608 832 NL

45
Storingen oplossen

Reparatie (vervolg)

Temperatuurbegrenzer controleren

Als na het uitzetten van een storing de


brandersturing niet ontgrendeld kan wor-
den, hoewel de ketelwatertemperatuur
onder circa 95 °C ligt, de temperatuur-
begrenzer controleren.

1. Kabels van de temperatuurbegrenzer


A los trekken.

A 2. Weerstand van de temperatuurbe-


grenzer met een multimeter controle-
ren.

3. Defecte temperatuurbegrenzer
demonteren.

4. Nieuwe temperatuurbegrenzer
inbouwen.

5. Voor het ontgrendelen de ”reset” aan


de regeling bedienen (zie
pagina 40).

5608 832 NL

46
Storingen oplossen

Reparatie (vervolg)

Uittredetemperatuursensor controleren (HR-gas-combiketel)

1. Kabels van de uittredetemperatuur-


sensor A trekken.

2. Weerstand van de sensor meten en


met karakteristiek vergelijken.
A

20 3. Bij sterke afwijking sensor vervan-


gen.
10
8
6 Opmerking
4 Bij vervanging van de uittredetempe-
Weerstand in kΩ

ratuursensor kan water naar buiten


2 komen. Toevoer van het koud water
afsluiten. Warmwaterleiding en pla-
1 tenwarmtewisselaar (aan tapwater-
0,8 zijde) aftappen.
Service
0,6
0,4
10 30 50 70 90 110
Temperatuur in °C
5608 832 NL

47
Storingen oplossen

Reparatie (vervolg)

Rookgastemperatuursensor controleren

1. Kabels van de rookgastemperatuur-


sensor A trekken.
A
2. Weerstand van de sensor meten en
met karakteristiek vergelijken.

5608 832 NL

48
Storingen oplossen

Reparatie (vervolg)

20 3. Bij sterke afwijking sensor vervan-


gen.
10
8
6
4
Weerstand in kΩ

1
0,8
0,6
0,4
10 30 50 70 90 110
Temperatuur in °C

Debietbegrenzer vervangen (HR-gas-combiketel)

A 1. CV-ketel aan tapwaterzijde aftap-


pen.

B 2. Regeling omlaag klappen.

3. Bouten A losdraaien.
C
4. Kap B eraf halen.

5. Defecte debietbegrenzer C eruit


nemen.

6. Nieuwe debietbegrenzer C volgens Service


serienummer van de CV-ketel (zie
typeplaatje) en de volgende tabel kie-
zen.

7. Nieuwe debietbegrenzer C plaat-


sen.
5608 832 NL

49
Storingen oplossen

Reparatie (vervolg)

8. Bijgevoegde nieuwe kap B monte-


ren.

Fabricage- Debiet Kleur Fabricage- Debiet Kleur


nummer l/min nummer l/min
(typeplaat- (typeplaat-
je) je)
7499420 12 rood 7499436 14 bruin
7499422 14 bruin 7499438 8 wit
7499430 12 rood 7499440 10 zwart
7499431 14 bruin 7499443 12 rood
7499434 12 rood 7499447 14 bruin

5608 832 NL

50
Storingen oplossen

Reparatie (vervolg)

Platenwarmtewisselaar controleren of vervangen (HR-gas-com-


biketel)

B B

C D

F E

C Stookwateraanvoer E Koud water


Service

D Stookwaterretour F Warm water

1. CV-ketel aan CV- en tapwaterzijde 3. Twee schroeven A op de platen-


afsluiten en aftappen. warmtewisselaar B losdraaien en
platenwarmtewisselaar met pakkin-
2. Regeling omlaag klappen. gen verwijderen.

Opmerking
Bij het uitbouwen kan uit de gede-
monteerde platenwarmtewisselaar
5608 832 NL

nog wat restwater vloeien.

51
Storingen oplossen

Reparatie (vervolg)

4. Aansluitingen aan tapwaterzijde op 6. Inbouw met nieuwe pakkingen in


kalkaanslag controleren, eventueel omgekeerde volgorde.
de platenwarmtewisselaar reinigen of
vervangen. Opmerking
Bij montage op de plaats van de
5. Aansluitingen aan CV-waterzijde op bevestigingsgaten en de juiste plaats
vervuiling controleren, eventueel de van de pakkingen letten. Platen-
platenwarmtewisselaar reinigen of warmtewisselaar niet verdraaid mon-
vervangen. teren.

Zekering controleren

F4

1. Netspanning uitschakelen.

2. Regelingsbehuizing openen (zie


pagina 14).

3. Zekering F4 controleren.
5608 832 NL

52
Gastype omzetten

Omschakeling van propaan naar aardgas

Gasdiafragma demonteren

F A

C ED

1. Elektrische kabel van de gascombi- 6. Sticker gastype aan de bovenkant


regelaar A lostrekken. van de CV-ketel (naast typeplaatje)
verwijderen of onherkenbaar
2. Wartel B eraf schroeven. maken.

3. Twee bouten C losmaken en gas- 7. CV-ketel in bedrijf stellen en dicht-


combiregelaar A verwijderen. heid controleren.
Service

4. Gasdiafragma D uit gascombirege- Gevaar


laar A verwijderen. Vrijkomend gas leidt tot explo-
siegevaar.
5. Gascombiregelaar A met nieuwe Gasvoerende onderdelen op
pakkingen E en F aanbrengen. gaslekkage controleren.
Draaimoment voor bevestigings-
schroeven C: 3 Nm.
Draaimoment voor wartel B:
30 Nm.
5608 832 NL

53
Gastype omzetten

Omschakeling van propaan naar aardgas (vervolg)

Gastype aan de regeling omschakelen

1. Aan/uit-schakelaar inschakelen.

2. Beide draaiknoppen ”tw” en ”tr”


gelijktijdig naar de middelste stand
draaien.
Op het display verschijnt ”SERV”.

3. Draaiknop ”tr” binnen 2 s naar de


linker aanslag draaien.
Op het display knippert ”A” en de
ingestelde waarde.

4. Door aan de draaiknop ”tw” te


draaien de regeling naar aardgas of
propaan omschakelen.
Op het display verschijnt:
■ ”0” voor werking met aardgas
of
■ ”1” voor werking met propaan.

5. Wanneer de waarde niet meer knip-


pert, is de ingestelde modus opge-
slagen en gaat de regeling opnieuw
naar normale werking.

CO2-gehalte controleren

Zie pagina 25.


5608 832 NL

54
Regeling

Functies en bedrijfsomstandigheden bij weersafhankelijke werking

Bij weersafhankelijke werking wordt de


ketelwatertemperatuur afhankelijk van
de buitentemperatuur geregeld.

Stooklijn van de weersafhankelijke regeling

90
G
80 F
70
Ketelwater- respectievelijk

E
aanvoertemperatuur in °C

D
60
C
50
B
40
A
30

20

10

0
20 15 10 5 0 -5 -10 -15 -20
Buitentemperatuur in °C

Instelling draaiknop ”tr” Vorstbeschermingsfunctie


A =1
B =2 De vorstbeschermingsfunctie is alleen
C =3 met aangesloten buitentemperatuursen-
Service
D =4 sor mogelijk. Bij een buitentemperatuur
E = toestand bij levering van < 5°C wordt de vorstbeschermings-
F =5 functie geactiveerd. De brander wordt
G =6 ingeschakeld en de ketelwatertempera-
tuur wordt op 20 °C gehouden.
5608 832 NL

55
Schema's

Aansluit- en bedradingschema

E
B

F
A

G
H
K
L
M

A Stappenmotor omschakelklep C Vitotrol 100, type UTA en UTDB-


5608 832 NL

B Ontsteking / ionisatie RF (230V, 50 Hz)

56
Schema's

Aansluit- en bedradingschema (vervolg)

D Vitotrol 100, type RT (230V, 50 X ... Elektrische interface


Hz) § Keteltemperatuursensor
E Vitotrol 100, type UTDB (230V, $ Uittredetemperatuur (HR-gas-
50 Hz) combiketel)
F Aansluiting op het net % Boilertemperatuursensor (HR-
230 V / 50 Hz soloketel, niet NL)
G Afstandsbediening (Open- aG Rookgastemperatuursensor
Therm-toestel) sÖ Circulatiepomp 230 V~
H Buitentemperatuursensor dG Gasmagneetklep
(accessoires) fJ Temperatuurbegrenzer
K Schakelklok (accessoires) a-Ö Ventilatiemotor 230 V~
L Gasdrukbewaking (accessoi- a-Ö A Aansturing ventilator
res) aVL Debietsensor
M Printplaat in de regeling

Service
5608 832 NL

57
Onderdelenlijsten

Onderdelen bestellen

De volgende gegevens zijn nodig: Courante onderdelen zijn in de plaatse-


■ Fabricagenummer (zie typeplaatje lijke vakhandel verkrijgbaar.
A)
■ Module (uit deze onderdelenlijst)
■ Positienummer van het onderdeel bin-
nen de module (uit deze onderdelen-
lijst)

5608 832 NL

58
Onderdelenlijsten

Overzicht van de modules

E
Service

A Typeplaatje D Module regeling


5608 832 NL

B Module plaatdelen E Module hydraulica


C Module warmtecel F Module overig

59
Onderdelenlijsten

Module plaatdelen

0001 Voorplaat 0005 Luchtkastbodem


0002 Afdichtprofiel 0006 Doorvoertules (set)
0003 Logo 0007 Muurbeugel
0004 Bovendeel trekontlasting 0011 Membraandoorvoertule

0011

0007

0002

0001

0002
0003

0003
0005

0006

0004
5608 832 NL

60
Onderdelenlijsten

Module warmtecel

0001 Afdichting DN 60 0010 Gasbuis


0002 Ketelaansluitelement 0011 Afdichting 17 x 24 x 2 (set)
0003 Afsluitstop ketelaansluitstuk 0012 Brander
0004 Rookgaspakking 0013 Isolatieblok
0005 Rookgastemperatuursensor 0014 Houder warmtewisselaar (set)
0006 Warmtewisselaar 0015 Afdichtset O-ring 20,6 x 2,6
0007 Condenswaterslang 0016 Condenswaterslang 400 mm lang
0008 Sifon 0018 Condenswaterslang 10 x 2
0009 T-verbinder 0019 Pakking ketelflens

Service
5608 832 NL

61
Onderdelenlijsten

Module warmtecel (vervolg)

0001
0005

0002
0003
0019

0004

0014

0015
0006
0013
0004
0012 0013
0014
0015

0018

0010 0011
0007
0011

0008

0009

0016
5608 832 NL

62
Onderdelenlijsten

Module brander

0001 Branderpakking 0008 Pakking branderdeurflens


0002 Isolatie 0009 Radiaalventilator
0003 Cilindervlambeker 0010 Gasklep
0004 Pakking vlambeker 0012 Venturiverlenging
0005 Branderdeur 0013 Afdichting A 17 x 24 x 2 (set)
0006 Pakking ionisatie-elektrode 0014 Ombouwset G31
0007 Ontstekingselektrode en ionisa- 0015 Pakkingset G27
tie-elektrode 0016 Ombouwset G2.350/G27

Service
5608 832 NL

63
Onderdelenlijsten

Module brander (vervolg)

0003 0002 0001


0004

0007 0006 0005 0004


0006

0013

0008

0009

0010 0014
0013

0015 0012

0016
0015
5608 832 NL

64
Onderdelenlijsten

Module hydraulica

0001 Membraanexpansievat 0012 Temperatuursensor


0002 Vulling membraanexpansievat 0013 Ronde afdichtring 8 x 2
0003 Afdichting A 10 x 15 x 1,5 (set) 0014 Vormslang CV-aanvoer
0004 Aansluitleiding membraanexpan- 0015 Clip Ø 18 (5 stuks)
sievat 0016 O-ring 17 x 4 (5 stuks)
0005 Aansluitbocht CV-waterretour 0017 Manometer
0006 Vormslang CV-retour 0018 Clip Ø 8 (5 stuks)
0007 Veerbandklem DN 25 0019 Adapter slangaansluiting
0008 Clip Ø 10 (5 stuks) 0020 Thermoschakelaar
0009 Clip Ø 8 (5 stuks) 0021 Aansluitbocht CV-wateraanvoer
0010 Afdichtset O-ring 20,6 x 2,6 0022 Hydraulica
0011 Ontluchtingskraan G ⅜

Service
5608 832 NL

65
Onderdelenlijsten

Module hydraulica (vervolg)

0002

0001
0003

0005
0007
0010
0003 0010
0012 0018 0007

0021 0010 0006


0007 0020
0010 0007
0018 0004
0003
0007 0009
0011
0009
0014
0013
0007

0007
0019 0007
0007
0015 0016 0015 0019
0016 0015 0007
0015
0016
0008
0016

0022
0008
5608 832 NL

0017

66
Onderdelenlijsten

Module hydraulica circulatie

0001 Ontluchter 0020 Hydraulica


0002 O-ring 34 x 3 0021 O-ring 19,8 x 3,6 (5 stuks)
0005 Veiligheidsklep 0022 O-ring 16 x 3 (5 stuks)
0008 Pompmotor 0023 Terugslagklep
0009 Bypass-cartridge 0026 Clip Ø 18 (5 stuks)
0012 Clip Ø 16 (5 stuks) 0030 O-ring 23,7 x 3,6 (5 stuks)
0014 Adapter stappenmotor 0031 O-ring 17 x 4 (5 stuks)
0015 Lineaire stappenmotor

0020
0001
0009
0015
0021 0001 0012 0005
0026 0002
0015 0014
0031
0014

0002

0030
0022

0009 0023
0012 0012
0022 0021
0022
0023 0031

0031 0021
0012
Service

0026

0008
5608 832 NL

67
Onderdelenlijsten

Bouwgroep hydraulica combi

0001 Ontluchter 0015 Lineaire stappenmotor


0002 O-ring 34 x 3 (5 stuks) 0016 Kapafdichting ovaal (5 stuks)
0003 Platenwarmtewisselaar 0017 Waterdebietregelaar
0004 Pakkingset platenwarmtewisse- 0018 Temperatuursensor
laar 0020 Hydraulica
0005 Veiligheidsklep 0021 O-ring 19,8 x 3,6 (5 stuks)
0006 Clip Ø 8 (5 stuks) 0022 O-ring 16 x 3 (5 stuks)
0008 Pompmotor 0023 Terugslagklep
0009 Bypass-cartridge 0026 Clip Ø 18 (5 stuks)
0010 Debietsensor 0027 O-ring 9,6 x 2,4 (5 stuks)
0011 Clip Ø 10 (5 stuks) 0030 O-ring 23,7 x 3,6 (5 stuks)
0012 Clip Ø 16 (5 stuks) 0031 O-ring 17 x 4 (5 stuks)
0014 Adapter stappenmotor

5608 832 NL

68
Onderdelenlijsten

Bouwgroep hydraulica combi (vervolg)

0020
0001, 0004, 0006,
0004 0003
0009, 0010, 0011,
0004
0017, 0018, 0021,
0024, 0026, 0030
0006

0017
0018 0016
0015 0014
0016
0014

0030 0001
0023 0002
0012
0022
0002

0009 0011
0012 0022
0022
0023 0027
0010 0021 0021
0031

0012 0031
0021
0012 0005

Service

0008 0026

Module regeling

0001 Afdekking aansluitruimte 0006 Ontstekingskabel met hoekstek-


0002 Clipscharnier ker 5 kΩ
0003 Afdichtprofiel 0007 Aansluitkabel gasklep
5608 832 NL

0004 Regeling 0008 Aansluitkabel ventilator


0005 Kabelboom X20

69
Onderdelenlijsten

Module regeling (vervolg)

0009 Kabelboom stappenmotor


0010 Zekering T2,5 A 250 V

0001

0002

0010
0003

0002

0004
0002
0003
0010

0005 0006 0007 0008 0009


5608 832 NL

70
Onderdelenlijsten

Module overig

0001 Spuitbuslak, wit 0004 Gebruikershandleiding


0002 Lakstift, wit 0005 Montage- en servicehandleiding
0003 Speciaal smeervet

0001

0002

0003

0004

0005

Service
5608 832 NL

71
Technische gegevens

Technische gegevens

Nominale spanning: 230 V~ Instelling temperatuur-


Nominale frequentie: 50 Hz begrenzer: 100 °C (vast)
Nominale stroom: 2,0 A~ Beveiliging van het
Beschermingsklasse: I net: maximaal 16 A
Beschermingsgraad: IP X4 volgens
EN 60529

Toegestane omgevingstemperatuur
■ bij werking: 0 tot +40 °C
■ bij opslag en trans-
port: -20 tot +65 °C

Gasketel, categorie II 2H3P


Nominaal vermogensbereik bij
stookwerking
TV/TR 50/30 °C kW 6,5 – 19 6,5 – 26 8,8 – 35
TV/TR 80/60 °C kW 5,9 – 17,3 5,9 – 23,7 8,0 – 31,9
Nominaal vermogensbereik
kW — 5,9 – 29,3 8,0 – 35,0
bij tapwateropwarming
Nominaal vermogensbereik kW 6,1 – 17,8 6,1 – 30,5 8,2 – 36,5
Aansluitwaarden *1
Bij maximale belasting met:
- Aardgas E m3/uur 1,9 2,6 3,5
- Propaan P kg/uur 1,4 1,9 2,6
Elektr. opgen. vermogen (maxi-
maal)
- HR-gas-soloketel (niet in NL) W 82 97 141
- HR-gas-combiketel W — 104 141
HR-gas-combiketel (tapwaterop-
warming)
Toegestane werkdruk bar — 10 10
Nominale waterhoeveelheid
bij ΔT 30 K (volgens EN 13203) l/min — 11,3 15,2
bij ΔT 50 K (volgens EN 13203) l/min — 6,8 9,1
Ingesteld debiet (maximaal) l/min — 8,0 10,0
Product-identificatienummer _-0085BT0029

*1 Aansluitwaarden dienen uitsluitend voor informatie (bijvoorbeeld voor gasaan-


vraag) of voor een benaderende en volumetrische aanvullende controle van de
5608 832 NL

instelling. Wegens de fabrieksmatige instelling mogen de gasdrukken niet afwijken


van deze waarden. Referentie: 15 °C, 1013 mbar
72
Verklaringen

Conformiteitsverklaring

Conformiteitverklaring voor Vitodens 100-W

Wij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, D-35107 Allendorf, verklaren op eigen ver-
antwoordelijkheid dat het product Vitodens 100-W met de volgende normen over-
eenstemt:

EN 297 EN 55 014-2
EN 483 EN 60 335-1
EN 625 EN 60 335-2-102
EN 677 EN 61 000-3-2
EN 806 EN 61 000-3-3
EN 12 897 EN 62 233
EN 55 014-1

Overeenkomstig de bepalingen van de volgende richtlijnen wordt dit product met


_-0085 gekenmerkt:

92/42/EEG 2006/95/EG
2004/108/EG 2009/142/EG

Dit product voldoet aan de eisen van de rendementsrichtlijn.


(92/42/EEG) voor HR-ketel.

Allendorf, 1 januari 2012 Viessmann Werke GmbH&Co KG

ppa. Manfred Sommer Service


5608 832 NL

73
Index

Index

A I
Aansluitdruk.......................................23 Installatiedruk...............................21, 33
Aansluitingen.................................7, 11 Installatie vullen...........................20, 21
Aansluitschema..................................56 Ionisatie-elektrode..............................30
Aardgas................................................6
Afmetingen...........................................7 K
Keteltemperatuursensor ....................43
B
Boilertemperatuursensor ...................44 L
Brander demonteren..........................28 Luchttoevoerleiding............................14
Brander monteren..............................32
Branderpakking..................................29 M
Brandstof..............................................6 Maximaal stookvermogen..................24
Buitentemperatuursensor.............16, 42 Membraanexpansievat.......................33
Muurbeugel..........................................8
C
CO2–gehalte controleren...................25 N
Condensaat........................................13 Netaansluiting....................................17
Condenswaterafvoer....................13, 31
Conformiteitverklaring........................73 O
Onderdelenlijsten...............................58
D Ontluchten..........................................22
Debietbegrenzer................................49 Ontsteking..........................................30
Ontstekingselektrode.........................30
E Opheffen van storingen......................41
Eerste inbedrijfstelling........................20
Elektrische aansluitingen...................15 P
Platenwarmtewisselaar......................51
F Productinformatie.................................6
Frontplaat demonteren.......................10 Propaan.............................................22
Frontplaat monteren...........................34
R
G Regeling openen................................14
Gasaansluitdruk.................................23 Regeling sluiten.................................18
Gasaansluiting...................................12 Reset..................................................40
Gascombiregelaar .............................23 Rookgasleiding..................................14
Gastype instellen Rookgastemperatuursensor...............48
■ propaan..........................................22 Rustdruk.............................................23
Gastype omschakelen.......................53
■ aan de regeling...............................54 S
■ aardgas...........................................53 Sifon.............................................13, 31
5608 832 NL

Stooklijn.............................................55
Stookoppervlak reinigen....................30

74
Index

Index (vervolg)

Storingscode......................................36 Vorstbescherming..............................55
Storingsindicatie.................................36 Vorstgrens..........................................55
Vulfunctie...........................................20
T Vulwater.............................................20
Technische gegevens .......................72 Vuurhaard reinigen............................30
Temperatuurbegrenzer......................46
W
U Wandmontage......................................8
Uittredetemperatuur...........................48 Wateraansluitingen............................11
Uittredetemperatuursensor................47 Waterkwaliteit.....................................20
Weersafhankelijke werking................55
V Werking..............................................35
Veiligheidscircuit ...............................46
Veiligheidsklep...................................13 Z
Vermogen reduceren.........................24 Zekering.............................................52
Vervangende onderdelen...................58
Vlambeker..........................................29
5608 832 NL

75
Geldig voor
Technische wijzigingen voorbehouden.

Artikel nr.:
7499418 7499419 7499420 7499421
7499422 7499430 7499431 7499432
7499433 7499434 7499435 7499436
7499438 7499440 7499441 7499442
7499443 7499446 7499447

Viessmann Nederland B.V.


Postbus 322
2900 AH Capelle a/d IJssel
Tel. : 010-458 44 44
5608 832 NL

Fax : 010-458 70 72
e-mail : info-nl@viessmann.com
www.viessmann.com
76

You might also like