You are on page 1of 11

De oorsprong van de Futhark,

Ogham en Gotische runen


Joannes Richter

Abstract
In een video Origin of the Runes vraagt Jackson Crawford zich af of de runenreeksen wellicht ouder
of jonger zijn dan de Latijnse en/of Griekse alfabetten. Volgens Crawford werd de oudste
runenreeks (“de Elder Futhark”) via handelscontacten uit een van de talloze Griekse
alfabetvarianten afgeleid1. Een bewijs daarvoor ontbreekt echter nog om deze these te verifiëren.
Het is nu de vraag of men uit de pentagrammen voor de Latijnse, resp. Griekse alfabetten, de
Futhark en de ogham runenreeksen een sleutel kan aflezen, die een gemeenschappelijke oorsprong
voor de bovenstaande alfabetten oplevert.
Voor de bewijsvoering plaats ik een handvol beduidende alfabettabellen naast elkaar en vergelijk de
bijbehorende symboolreeksen met elkaar. De linkertabel bevat het Latijnse alfabet, dat in
tegenstelling tot de vele Griekse varianten als gestandaardiseerd geldt. In het midden plaats ik het
Elder Futhark en rechts daarnaast de Ogham runenreeks2.
Opvallend zijn de drie door een zwarte rand gemarkeerde godennamen, die zich op verschillende
tabelregels bevinden, en wel:
• op tabelregel 2 van het Latijnse alfabet de godennaam ÞIΕVS (of ÞIΕUS),
• op tabelregel 3 van de Futhark runenreeks de godennaam TIÆWS en
• op tabelregel 4 van de Ogham runenreeks de godennaam TIΕU(ᚕ) of TIΕU(X)
Wellicht vormt de weergave van een theonym in de bovenstaande, “categoriserende” tabellenvorm
een gemeenschappelijk doel, dat men door een passende volgorde van de lettersymbolen in het
alfabet (respectievelijk runenreeks) kan bereiken.
De gemeenschappelijke architectuur van het Latijnse alfabet en de twee runenreeksen duidt op een
gemeenschappelijk doel om een godennaam eeuwenlang onopvallend in de geheime lettertabellen
te bewaren.
De architectuur van de Elder Futhark en Ogham runenreeksen baseert kennelijk op het Oegaritisch
en eventueel het Hebreeuwse, Griekse en Latijnse alfabet, waarbij de ontwerpen zich op de
godennamen en de toevoeging van de benodigde klinkers concentreren.
1 Bron: In de video Origin of the Runes vanaf 11:00
2 De drie letterreeks zijn gedocumenteerd in het voorafgaande essay The Pentagrams in Names Unveiled.
Inleiding
Voor alle letterreeksen gelden als categorieën: de lingualen: D, Þ L, N, T, palatalen: C, G, I, J, K, Q,
X, the gutturalen: A, Ε, H, O, Y, labialen: B, ϝ3 - V, M, P, U, W en de dentalen: Z, S, R.
De volgorde van de kolommen is in alle drie tabellen gesynchroniseerd: linguaal, palataal, gutturaal,
labiaal en dentaal. Dit is een teken, dat de drie systemen op elkaar afgestemd zijn. De lettertekens
zijn echter nogal chaotisch geordend. Het Latijnse alfabet bevat een groot aantal labialen, maar een
relatief gering aantal palatalen. Alle alfabetten bevatten slechts drie dentalen.
Het opvullen van de tabellen met lettertekens is relatief eenvoudig en voor alle alfabetten gelijk.
Men neme een lege tabel met vijf kolommen en 5 of 6 regels. Het opvullen vindt plaats in de
volgorde van het alfabet, respectievelijk runenreeks, waarbij de letters van regel 1 tot 5 of 6 in de
passende kolom aangevuld worden.

Opvallend zijn de drie door een zwarte rand gemarkeerde godennamen, die zich op verschillende
tabelregels bevinden, en wel:
• op tabelregel 2 van het Latijnse alfabet de godennaam ÞIΕVS (of ÞIΕUS),
• op tabelregel 3 van de Futhark runenreeks de godennaam TIÆWS en
• op tabelregel 4 van de Ogham runenreeks de godennaam TIΕU(ᚕ) of TIΕU(X)

3 Digamma (ϝ) - an archaic letter of the Greek alphabet , may be exchanged by /W/, /F/, /U/, /V/
De rol van het Hebreeuwse alfabet
Opvallend is ook, dat het Hebreeuwse alfabet eveneens op de tweede tabelregel twee denkbare
godennamen afbeeldt: I10-Ε5-V6 en T9-I10-Ε5-V6-S15, waarvan de laatste op de theonymen van het
Latijnse alfabet (ÞIΕUS) en de runenreeksen (TIÆWS, respectievelijk TIΕUX) overeenkomt.
Omdat het Hebreeuwse alfabet over twee tot drie varianten van de T-, S- en G-klanken beschikt,
werden de letters in de tabel van een index voorzien, die de volgorde in het alfabet aanduiden.
Daarnaast werd in de tabel ook de officiële naam van de letters (Aleph, Bet, Gimel, ….)
gespecificeerd:

lingualen palatalen gutturalen labialen dentalen


5 Taw T22 Shin S21
4 Nun N14 Qoph K19 Ayin Gh16 Pe Ph17 Resh R20
3 Lamedh L12 Kaph Ch11 Heth H8 Mem M13 Tsade Ts18
2 Teth T9 Yodh I10 He Ε5 Waw V6 Samekh S15
1 Dalet D4 Gimel G3 Aleph Æ1 Bet B2 Zayin Z7
Tabel 1 De theonymen I10-Ε5-V6 en T9-I10-Ε5-V6-S15 in het Hebreeuwse alfabet
In tabellenvorm lijken de eerste drie rijen van het Latijnse, Griekse en Hebreeuwse alfabet op
elkaar. Zowel het Latijnse en het Hebreeuwse alfabet baseren kennelijk op een gemeenschappelijk
fundament.
In de volgende tabel voor het Griekse alfabet worden de overeenkomstige letters voorzien van de
index voor de bijbehorende letter uit het Hebreeuwse alfabet. Met behulp van de index kan men de
passende volgorde van de Griekse letters in het alfabet vastleggen. Opvallend is de afsluitende letter
s15 voor de theonym (ΘΙΕΥs), die in het Hebreeuwse alfabet vóór de letter R20 geplaatst wordt.
Deze letter is uit het alfabet weggevallen, maar behoort in de lettertabel nog als afsluitende dentaal
tot het theonym (ΘΙΕΥs).

lingualen palatalen gutturalen labialen dentalen #


5 Τ22 Σ21 1
4 Ν14 Q19 Ο16 Π17 Ρ20 5
3 Λ12 Κ11 Η8 Μ13 (Ts18) 5
2 Θ9 Ι10 Ε5 Υ6 (s15) 5
1 Δ4 Γ3 Α1 Β2 Ζ7 5
# 5 4 4 4 4 21
Tabel 2 Weergaven van het Griekse theonym (ΘΙΕΥs)
in het Helleense alfabet (in Griekse hoofdletters)
Ook in de volgende tabel voor het Latijnse alfabet worden de overeenkomstige letters voorzien van
de index voor de bijbehorende letter uit het Hebreeuwse alfabet. Met behulp van deze index kan
men de passende volgorde van de Latijnse letters in het alfabet vastleggen. Opvallend is de letter
S15, die in het Hebreeuwse alfabet vóór de letter R20 geplaatst wordt.
Deze letter is uit het alfabet weggevallen, maar behoort in de lettertabel nog als afsluitende dentaal
tot het theonym Þ-I-Ε-V–s (of Þ-I-Ε-U–s).

lingualen palatalen gutturalen labialen dentalen


6 (W)
5 T22 (X) (Y) (U) S21
4 N14 Q19 O16 P17 R20
3 L12 K11 H8 M13 (Ts18)
2 Þ9 I10(J10) Ε5 (ϝ6) → V6 (s15)
1 D4 G3 → G3 A1 B2 Z7
Tabel 3: Het Latijnse alfabet met een zwart gemarkeerde 2e tabelregel
met het theonym Þ-I-Ε-V–S (respectievelijk Þ-I-Ε-U–S )

Problemen ontstaan in deze alfabetten als men in de onderste twee regels een nieuwe letter wil
invoegen of op de tweede tabelregel een symbool wil veranderen. Een dergelijk probleem is er in
het Latijnse alfabet opgetreden. De problematiek van de meervoudige rol van de digamma (ϝ), die
door de ϝ6 (F6 respectievelijk V6) en vervolgens U en W werd vervangen en verschoven naar het
einde van het alfabet.

Voor de tabelvorm wordt de categorisatie en de volgorde van het Latijnse alfabet volgens de
volgende tabel gestructureerd:

Index 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
Transcription
Oegaritisch 30
ʾa b g ḫ d h w z ḥ ṭ y k š l mḏ n ẓ s ʿ p ṣ q r s ġ t ʾi ʾu s2
alfabet
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
Hebreeuws 22
‫ג ב א‬ ‫כ י טח ז ו הד‬ ‫מל‬ ‫נ‬ ‫שרק צ פ ע ס‬ ‫ת‬
Oud-Grieks 21 A B Γ Δ Ε Υ Ζ ΗΘ Ι Κ ΛΜ Ν ΟΠ s q Ρ Σ Τ
klassiek
21 A B Γ Δ Ε Ζ ΗΘ Ι Κ ΛΜ Ν ΟΠ Ρ Σ Τ YXΩ
Grieks
1 2 3 4 5 6 7 8 9 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21-26
C Ϝ I V,U,W,
Latijn 26 A B DE Z H Þ K LM N O P s QR S T
G V J X,Y,Z
Tabel 4 Het Oegaritische abecedaria (1) van de "Noordelijke Semitische Volgorde" (27-30 letters)
(gecategoriseerd volgens de Hebreeuwse standaard in het commentaar van Rabbi Saadia Gaon)
De evolutie der alfabetten en runenreeksen
In de onderstaande symbolenvolgorde zijn geen zinvolle woorden afleesbaar, die in de reeksen een
ongewenste invloed op de gebruikers veroorzaken.
De drie godennamen, die de tabellenvorm op de tweede, derde en vierde rij afbeelden, bestaan voor
een groot deel uit de klinkers. In het Latijnse alfabet concentreren de klinkers zich in de tweede
tabellenregel, in de Elder Futhark runen in de derde en in de Ogham runenreeks in de vierde
tabellenregel.

Het Latijnse alfabet


In dit essay geldt voor het Latijnse alfabet de volgende categorisatie de (5) lingualen: D, Þ L, N, T,
de (7) palatalen: C, G, I, J, K, Q, X, de (5) gutturalen: A, Ε, H, O, Y, de (6) labialen: B, ϝ4 - V, M, P, U,
W en de (3) dentalen: Z, S, R.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21-26
C Ϝ I V,U,W,
Latijn 26 A B DE Z HÞ K LM N O P s QR S T
G V J X,Y,Z
Tabel 5 De categorisatie van het Latijnse alfabet
De zesde letter is de Digamma (ϝ), die kennelijk in de loop der tijden door een groot aantal
derivaten werd vervangen. Dit symbool heeft kennelijk de belangrijkste rol bij de ontwikkeling van
de runenreeksen gespeeld.

De Futhark runenreeks
Opvallend is het tweetal labialen F en U, waarmee de Elder Futhark runenreeks geopend wordt. De
Futhark runenreeks wijkt van het Latijnse alfabet door de opdeling van diverse functies, die de
labiale Digamma als klinker U , halfklinker W en medeklinker F verenigt.
Voor de Futhark runenreeks wordt de categorisatie en volgorde als volgt gedefinieerd:

Index 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
Elder ᚠ ᚢ ᚦ ᚨ ᚱ ᚲ ᚷ ᚹ ᚺ ᚾ ᛁ ᛃ ᛇ ᛈ ᛉ ᛊ ᛏ ᛒ ᛖ ᛗ ᛚ ᛜ ᛟ ᛞ
Futhark F U Þ A R K G W H N I J Æ P Z S T B E M L Ŋ O D
ætts "Freyr's ætt" "Hagal's ætt" Tyr's ('Mars') ætt
Tabel 6 De categorisatie van de Elder Futhark runenreeks (24 symbolen)

De Keltische Ogham runenreeks


In de Keltische Ogham runenreeks bevindt zich het tweetal labialen F en U in de eerste sectie. De
klinkers worden gebundeld in de vierde Aicme aan het slot van de runenreeks.
In de Ogham runenreeks wordt de categorisatie en de Goidelic volgorde als volgt gedefinieerd:
Aicme Beithe hÚatha Muine Ailme (klinkers)
Index 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Ogham reeks B L N F/V S H D T C Q M G NG SS R A O U Ε I

Tabel 7 De categorisatie van de Ogham runenreeks (20 symbolen)


met als forfeda : CH, TH, P, Ph, X-SK, and/or EA, OI, UI, IA, AE.

4 Digamma (ϝ) - an archaic letter of the Greek alphabet , may be exchanged by /W/, /F/, /U/, /V/
Men zou verwachten, dat de ontwerpers de godennamen op een vergelijkbare regelhoogte plaatsen,
om de communicatie tussen handelscontacten te vereenvoudigen. Dit is echter niet het geval.
Het aantal letters op de onder de regel met de godennaam neemt vanaf het Latijnse alfabet drastisch
toe.
• In het Latijnse alfabet bevinden zich 5 letters (D,C,A,B,Z) onder de godennaam ÞIΕVS (of
ÞIΕUS).
• In de Elder Futhark runenreeks worden 10 symbolen (Th,K,A,F,R,N,G,H,U,Z) onder de
godennaam TIÆWS ondergebracht.
• In de Ogham runenreeks bevinden zich 15 symbolen (L,C,H,B,S,N,Q,A,F,Z,D,G,O,M en R)
onder de godennaam TIΕU(ᚕ) of TIΕU(X).
De godennamen lijken veel op elkaar en verschillen slechts in nuances zoals de varianten tussen de
lingualen Þ en T. en de keuze tussen de labialen F, V, U en W.

De volgorde der alfabetten en runenreeksen


De ontwikkeling der alfabetten en runenreeksen begint met een Oegaritisch alfabet en een theonym
ÞIΕVS (of ÞIΕUS) op de tweede tabellenregel, dat in het Hebreeuwse alfabet vrij nauwkeurig wordt
overgenomen.
In deze archaïsche architectuur worden de klinkers kennelijk nog als medeklinkers gedefinieerd,
waaraan de klinkersfuncties door ervaring en/of markeringen (de “Moeders”) werden toegevoegd.
De architectuur van de Elder Futhark runenreeks scheidde de diverse klankbeelden van de digamma
in zelfstandige medeklinkers en klinkers. De toevoeging van het benodigde aantal klinkers en de
afbeelding van een eigen godennaam TIÆWS, respectievelijk TIVAR was niet compatibel met de
tabellenstructuur van het Latijnse alfabet.
De Keltische Ogham runenreeks genereert op een vierde tabellenregel een godennaam TIΕU, die
correleert met het Provençaalse theonym Diéu, respectievelijk het Franse theonym Dieu. De
afsluitende “S”-klank kan eventueel met een forfeda toegevoegd worden.
De architectuur van de Elder Futhark en Ogham runenreeksen baseert kennelijk op het Oegaritisch
en eventueel het Hebreeuwse, Griekse en Latijnse alfabet, waarbij de ontwerpen zich op de
godennamen en de toevoeging van de benodigde klinkers concentreren.
Evolutionaire veranderingen
In de loop der tijden zijn er verschillende pogingen ondernomen, die storende effecten in de
alfabetten uitoefenden en soms nog steeds storen. In de oudheid werden taalhervormingen door
vorsten persoonlijk uitgevoerd. Tot de bekende evolutionaire veranderingen behoren de drie Letters
van de Romeinse keizer Claudius, de vier letters van de Frankische koning Chilperic I en in het
Nederlands wellicht ook de lange IJ.

De drie Letters van keizer Claudius


Voordat hij als keizer aantrad, ontwierp Claudius (10 v.Chr. – 54) drie nieuwe letters,
die korte tijd gebruikt werden in enkele officiële documenten. Na de dood van de keizer
vielen ze geheel in onbruik.

De voorstellen van Claudius betreffen niet alleen lettercombinatie zoals "BS" of "PS", maar ook de
scheiding van de Latijnse letter "V", die op dat moment zowel de klinker "U" als de medeklinker
"V" aanduidde. De nieuwe letter zou gebruikt worden om een als medeklinker gebruikte "V" aan te
duiden). De derde, nieuwe letter werd gedefinieerd om een klank tussen "I" en "U" weer te geven.
Op dat moment bestond de "Y" nog niet in het Latijnse alfabet.5
Het probleem, dat de introductie van de “Y” begeleidt is de categorisatie, die wellicht net als de
gutturalen “A”, “E” en “O” een positie tussen de palataal "I" en labiaal "U" inneemt. De invoering
van een alternatieve overgangsklinker kan ook als de lange IJ in het Nederlands gedefinieerd
worden.

De vier letters van koning Chilperik I


De Frankische koning Chilperic I (c. 539 – 584) besloot het alfabet te hervormen door vier letters
aan het Latijnse alfabet toe te voegen die pasten bij de Frankische taal. Destijds werden de in de
Frankische taal mondeling geformuleerde wetten in schriftelijke vorm gedocumenteerd.
De betreffende letters (ᚹΘZΨ of ΔΘZΨ6) werden door historici beschreven.
Koning Chilperic_I heeft wellicht de correlatie tussen de theonymen (Þ)IΕU(R) in de Latijnse
tabellenregel en TÆIWS in de Germaanse Futhark waargenomen. De nieuwe letters T, Æ en W
werden wellicht gedefinieerd om in het Latijnse alfabet de godennaam met de Þ, E en V in de
tweede tabellenregel te kunnen vervangen.7

5 Letters van Claudius


6 King Chilperic I's letters (ΔΘZΨ) may be found at the beginning Futha of the runic alphabet and at the end WIJZAE
of the Danish alphabet....
7 The Purpose of Chilperic's Additional Letters (30.3.2021)
De lange IJ in het Nederlands
Ook de lange IJ in het Nederlands behoort tot de merkwaardige en onbegrepen aanpassingen van
het alfabet8. De lange IJ wordt als een zelfstandige letter en niet als lettercombinatie van de klinker I
en medeklinker J beschouwd.
De ij is van oorsprong een dubbele i, die in het Middelnederlands de lange [iː]?
voorstelde. Toen werd de i nog vaak zonder punt geschreven en kon de digraaf ιι
gemakkelijk met de u verward worden. Om de leesbaarheid te vergroten kreeg de
tweede i een staart, wat ook bij Romeinse cijfers als iij werd gebruikt. De lange ij werd
in 1804 officieel geïntroduceerd. 9

De lange I (Long I) is een speciale Latijnse letter, die in inscripties grafisch als langer symbool
afgebeeld werd om een lange klinker te symboliseren:
Long i (Latin: i longum or [littera] i longa), written ⟨ꟾ⟩, is a variant of the letter i found
in ancient and early medieval forms of the Latin script10.

Het Nederlandse alfabet wijkt door de lange IJ op de 25e plaats af van het Latijnse alfabet. De
toevoeging van afwijkende letters aan een alfabet baseert vaak op een onderliggende religieuze
betekenis, die men bij het invoeren van de schrifttekens wilde bewaren.
Ook de Nederlandse letter IJ kan als klinker een dergelijke belangrijke rol gespeeld hebben.
Rivieren werden in de oude culturen als goden vereerd en vaak met lange klinkers (Aa11, Ee) in de
naam benoemd. De rivieren IJ en IJssel dragen een dergelijke naam en werden wellicht net als de
Aa en Ee met een lange klinkersnaam geëerd. De naam IJ is verwant aan het (West-)Friese Ae, Ee
of Die. Dit betekent 'water' (vergelijk het Franse eau).
Het toeval wil, dat men in een van de oude Mesopotamische alfabetten (het Ugaritische alfabet) in
spijkerschrift de letter IJ op een speciale plaats tussen de H en K terugvindt. De stadstaat Ugarit,
met een internationale haven, was een van de eerste plaatsen waar een alfabetisch spijkerschrift tot
ontwikkeling kwam. Dit laat bronstijd alfabet bestond uit 30 tekens, 27 voor consonanten, 3 voor a
i o wat uitzonderlijk was in het Semitisch systeem.

8 Over de oorsprong van de „lange IJ“ in het Nederlandse alfabet


9 Oorsprong van de IJ (digraaf)
10 Long I
11 Aa (waternaam)
Het Gotische alfabet

Het Gotische alfabet


Natuurlijk baseert het Gotische alfabet op het Griekse alfabet en behoorde dus niet tot de
onbegrepen runenreeksen. Na het inzicht in de ware concepten der alfabetten is er voor de specialist
geen verschil meer tussen normale alfabetten en runenreeksen.
In het voorafgaande essay “Overview of the Alphabetic Arrays” worden dan ook alle signaries (of
“alfabetten”) samengevat in één overzicht.
In dit kader behoort echter na de Germaanse en Keltische runen ook het Gotische alfabet tot de
Europese verzameling signaries, die voldoen aan de wet, dat de symbooltabel een afleesbare
godennaam moet kunnen bevatten. In de tweede tabellenregel van het Gotische alfabet is dat het
pentagram ΦΕΙϚR (ÞEIVR) .
Ϛ G S, Ϝ Ω Ͳ
Gotisch alfabet ΑΒΓΔΕ Ζ Η Φ Ψ Ι Κ Λ Μ Ν ᚢΠ Ϙ R ΤΥ Χ Θ
ϰ ᛃ Σ F ᛟ Ϡ
Transliteratie a b g d e g z h þ i k l mn j up Q r s t w f xƕ o
↓ ↓ ↓
Grieks alfabet Α Β Γ Δ Ε Υ Ζ Η Θ Ι ΚΛ ΜΝ Ξ ΟΠ Q Ρ Σ Τ Υ X Ω
Oud Latijn A DE F H I K MN O S V
C F
Latijns alfabet A B G DE V Z H (θ) I KL MN OP Q v S Τ u v w x y z
getalwaarde 1 2 3 4 5 6 7 8 9
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Gotisch alfabet 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0

Tabel 8 Categorisatie van het Gotische alfabet van Ulfila (bisschop der Wisigoten)

Het theonym ΦΕΙϚR (ÞEIVR)

linguals gutturals palatals labials dentals #


6 ᛏ, Ͳ (Ϡ) ? Ω -Ω Χ -X Ϝ -F 3

5 Τ -Τ Θ – Ƕ/Y Ϙ -Q Υ- W 4

4 Ν -N ᚢ- O G -J Π -P 4

3 Λ -L Η -H Κ -K Μ -M S -S 5

2 ΦΨ -Þ Ε -E Ι -I Ϛ- F/V12 R -R 5

1 Δ- D Α-A Γ -G Β -B Ζ -Z 5

# 5 6 6 6 3 26
Tabel 9 Het Gotisch theonym ΦΕΙϚR (ÞEIVR) in de Gotische runenreeks
(in Gotische letters en Latijnse Transliteraties)

12 Digamma (ϝ)
Conclusies
In een video Origin of the Runes vraagt Jackson Crawford zich af of de runenreeksen wellicht ouder
of jonger zijn dan de Latijnse en/of Griekse alfabetten. Volgens Crawford werd de oudste
runenreeks (“de Elder Futhark”) via handelscontacten uit een van de talloze Griekse
alfabetvarianten afgeleid13. Een bewijs daarvoor ontbreekt echter nog om deze these te verifiëren.
Uit de drie Letters van de Romeinse keizer Claudius en de vier letters van de Frankische koning
Chilperic I kan men afleiden, dat er in de loop van de tijden problemen zijn ontstaan met de
afstemming van de alfabetten op de talen.
Het is nu de vraag of men uit de pentagrammen voor de Latijnse, resp. Griekse alfabetten, de
Futhark en de ogham runenreeksen een sleutel kan aflezen, die een gemeenschappelijke oorsprong
voor de bovenstaande alfabetten oplevert.
Wellicht duidt de gemeenschappelijke architectuur van het Latijnse alfabet en de twee runenreeksen
(Futhark en Ogham) op een gemeenschappelijk doel om een godennaam, variërend van ÞIΕUR tot
TÆIWS, eeuwenlang onopvallend in de geheime lettertabellen te bewaren.
De architectuur van de Elder Futhark en Ogham runenreeksen baseert kennelijk op het Oegaritisch
en eventueel het Hebreeuwse, Griekse en Latijnse alfabet, waarbij de ontwerpen zich op de
godennamen en de toevoeging van de benodigde klinkers concentreren.
In dit kader behoort echter na de Germaanse en Keltische runen ook het Gotische alfabet tot de
Europese verzameling signaries, die voldoen aan de wet, dat de symbooltabel een afleesbare
godennaam moet kunnen bevatten. In de tweede tabellenregel van het Gotische alfabet is dat het
pentagram ΦΕΙϚR (ÞEIVR) .

13 Bron: In de video Origin of the Runes vanaf 11:00


Inhoud
Abstract.................................................................................................................................................1
Inleiding................................................................................................................................................2
De rol van het Hebreeuwse alfabet.......................................................................................................3
De evolutie der alfabetten en runenreeksen.....................................................................................5
Het Latijnse alfabet.....................................................................................................................5
De Futhark runenreeks ...............................................................................................................5
De Keltische Ogham runenreeks.................................................................................................5
De volgorde der alfabetten en runenreeksen...............................................................................6
Evolutionaire veranderingen................................................................................................................7
De drie Letters van keizer Claudius ................................................................................................7
De vier letters van koning Chilperik I ............................................................................................7
De lange IJ in het Nederlands..........................................................................................................8
Het Gotische alfabet.............................................................................................................................9
Het Gotische alfabet.........................................................................................................................9
Het theonym ΦΕΙϚR (ÞEIVR) ......................................................................................................9
Conclusies...........................................................................................................................................10

You might also like