Professional Documents
Culture Documents
Perkwunos (*perkwunos; IPA: pɛrkʷunɔs; spreek
uit: per'kwoenos; 'eikenheer') is
de hypothetische dondergod in de Proto-Indo-Europese
religie die bestaan zou hebben rond het vierde
millennium v.Chr.[1] Deze god is sinds de negentiende
eeuw gereconstrueerd door filologen en mythologen op
basis
van vergelijkend taalkundig en mythologisch onderzoek
naar de diverse Indo-Europese talen en tradities.
Dat Indo-Europeanen vermoedelijk in een dondergod
geloofd hebben, wordt onderbouwd door het karakter
van het gereconstrueerde pantheon, de Indo-
Europese woordenschat, de vele dondergoden in
geboekstaafde tradities, de kenmerken daarvan, en het
vaak voorkomende motief van een strijd tussen de
dondergod en een draak.
De Indo-Europese voorstelling van Perkwunos was
mogelijk als volgt. Hij heerste over storm, donder en
regen, en hij had een speciale band met eiken. Zo
aanbad men hem via heilige eiken. Ook zou hij bij
voorkeur leven in beboste heuvellanden of bergen.
Mogelijk had hij een baard en een geitenwagen. De god
werd als krachtig beschouwd, en zijn wapen was
de bliksemschicht. Soms werd die metaforisch
voorgesteld als een strijdhamer of steen. Daarmee
bevocht hij allerlei wezens, zoals reuzen en draken die
zorgden voor chaos, droogte, dood en armoede. De god
waarborgde dus orde, leven en vruchtbaarheid. In
verschillende tradities zou Perkwunos zich ontwikkeld
hebben tot een almaar prominentere godheid. Soms
werd hij vereenzelvigd met de oppergod, of gold hij als
de zoon daarvan.
Onderzoek heeft onvoldoende duidelijk gemaakt hoe het
Indo-Europese materiaal zich verhoudt ten opzichte van
omringende, niet-Indo-Europese culturen. Zo kenden
ook culturen uit het Oude Nabije Oosten een strijd
tussen de dondergod en een oerdraak. Ook is
onduidelijk of er sprake is van een zuiver Proto-Indo-
Europese oorsprong, of van een latere ontwikkeling
binnen bijvoorbeeld de Noord-Europese tak van de
taalfamilie, of van (zeer vroege) ontlening van naburige
culturen. Dondergoden en drakendodersmythen komen
wereldwijd in veel religies voor. Enerzijds sluit dat latere,
onafhankelijke ontwikkelingen niet uit, maar anderzijds
gebruikt men dit feit als argument voor de stelling dat
Indo-Europeanen ze dan vermoedelijk ook gekend
hebben.
Inhoud
1Indo-Europese studies
2Indo-Europese dondergoden
3Analyse
4Reconstructie
4.1*Peruh3nos
4.2*Perkwunos
4.3*Pergénjos
5Niet-verwante namen
6Eigenschappen
6.1Hamer, knots en bliksem
6.2Wagen
6.3Baard
6.4Vraatzucht
7Karakterisering
8Kosmische strijd
9Kritiek
10Taalkundige noten
11Toelichtingen
12Bronnen
13Literatuurlijst
■ Grieks
■ Romaanse talen
■ Indo-Iraanse talen
■ Keltische talen
■ Germaanse talen
■ Armeens
■ Baltische talen
■ Slavische talen
■ Albanees
■ Niet-Indo-Europese talen
Analyse[bewerken | brontekst bewerken]
Perkuns trof de eik
Met negen schichten;
Drie spleten de stam,
Zes de top.
— Slavisch gedicht[9]
Bronzen beeldje van Thor, met baard en hamer.
Beeldje van Taranis met bliksem en wiel.
Moderne variant van een Perun-idool. Restanten van oude idolen en
hun locaties zijn gevonden, bijvoorbeeld in 1951 op de heuvel Peryn,
ten zuiden van Novgorod.[62]
Zeus is niet alleen de Griekse variant van de Indo-Europese
hemelvader, maar ook dondergod. Zeus en Thetis, geschilderd door
Jean Auguste Dominique Ingres, 1811.
Neo-Hettitisch beeld van Tarhunna, Osmaniye, Zuid-Turkije.
Anatolische voorstellingen zijn beïnvloed door
Mesopotamische iconografie.
De Hettitische koning aanbidt de stormgod, die hier tevens
vruchtbaarheidsgod is. Laat-Hettitisch reliëf, achtste eeuw v.Chr.
Karakterisering[bewerken | brontekst bewerken]
Het Indo-Europese woord voor 'god', *deiwós is afgeleid
van *dyeu- 'hemel/dag', dat weer is afgeleid van
de wortel *dei 'schijnen/oplichten'. Vandaar
het Latijnse deus 'god', Germaanse *Tiwaz (→Tyr) en
het Nederlandse dag.[63] Waarschijnlijk waren Proto-
Indo-Europese goden geassocieerd met de lucht of
hemel. Enkele gereconstrueerde Proto-Indo-Europese
goden zijn dan ook de zon, zonnedochter, dageraad en
de hemelvader Dyeus. De dondergod sluit hier bij aan.
Perkwunos was de god van bliksem en storm. Hij was
sterk en actief, en vermoedelijk verbleef hij volgens de
Indo-Europeanen bij voorkeur in wouden, heuvel- en
berglanden. Sommige onderzoekers vermoeden dat hij
niet alleen een dondergod, maar ook een oorlogsgod
was.[64] Dat aspect komt althans voor in de Indiase,
Slavische, Baltische en subtieler in de Griekse en
Germaanse mythologie. In diverse tradities trad de
dondergod ook op als iemand die monsters bevocht,
zoals reuzen en draken. Die vertegenwoordigden
verwoesting, armoede, dood en chaos,[n 8] en dus was
de dondergod een beschermer en ordebewaarder.
Hij besliste tevens over regenval, die nodig was voor de
landbouw en dus voor het in stand houden van de
samenleving. Zeus[n 9] en Parjanya waren niet alleen
dondergoden, maar ook regengoden. In het Sanskriet
ging parjanya zelfs 'regenwolk' betekenen.[64] In
Hettitische rituelen werd de dondergod verzocht om
regen te laten neervallen, en zowel de Balten als de
Slaven kenden een sterke traditie van regenrituelen. Bij
de Slaven maakten meisjes daar deel van uit, en zij
droegen namen die verwezen naar Perun, zoals
Perperun.[65] Hoewel het oorspronkelijk om een aspect
ging van de hemelvader (die moeder aarde bevruchtte),
ontwikkelde zich hieruit een vruchtbaarheidsaspect bij
de dondergod. De hamer van Thor werd bijvoorbeeld
een vruchtbaarheidssymbool.
In meerdere tradities is de dondergod almaar
prominenter geworden of zelfs vereenzelvigd met de
oorspronkelijk Indo-Europese hemelvader, de oppergod.
Voorbeelden zijn Jupiter en Zeus. Zeus heeft de rol van
stormgod mogelijk overgenomen van Keraunos, de
vaste benaming voor Zeus' bliksem.[66] Voor de
Hettieten was hun dondergod de belangrijkste god.
Thor,[n 10] Perkunas[67] en Parjanya[68] golden als
zonen van de respectievelijke oppergoden. Soms
hebben helden eigenschappen van de dondergod
overgenomen, wat het geval is bij Herakles, zoon van
Zeus. Indra heeft mogelijk eigenschappen van Parjanya
overgenomen en groeide uit tot de prominentste god.
[69]
Het Proto-Indo-Europese pantheon is weleens
voorgesteld als een familie, met een hemelvader, een
moeder (aarde), zoon, dochter en kleinzoons met hun
echtgenotes. Perkwunos wordt daarbij voorgesteld als
de zoon van de hemelvader.[70] Het is mogelijk dat hij
een echtgenote had die geassocieerd was met de
aarde. Dit is het geval in de Veda's, Albanese en
Slavische tradities, waar men respectievelijk een
vrouwelijke Prendi (godin van schoonheid en liefde) en
Perperuna kende. Indien Fjörgynn inderdaad de
oorspronkelijke Germaanse dondergod was, dan ligt het
voor de hand dat Fjörgyn zijn eega was.[47]
Kosmische strijd[bewerken | brontekst bewerken]
Een vertelling uit de Edda: Thor die met Hymir gaat vissen en
vervolgens de Midgaardslang opvist.
Taalkundige noten
1. ↑ De tilde − geeft verlenging van de klinker aan. Vergelijk de uitspraak van bit tegenover beer (IP
2. ↑ Naast Perun, de naam van de Slavische god, kent het Pools ook het woord piorun "bliksem", da
3. ↑ Tussen vierkante haken betreft het de klank, niet de letter. Notatie volgens het Internationaal F
4. ↑ [ð] is de stemhebbende interdentale variant van [Þ], zoals in het Engelse bother.
5. ↑ Þ ('thorn'): interdentale wrijfklank, gemaakt met de punt van de tong tussen de tanden, zoals b
Toelichtingen
1. ↑ In een vroeg stadium verloor deze god zijn dondereigenschappen en raakte hij op de achtergro
2. ↑ Völuspá 56. 10, Hárbarðzlióð 56. 7.
3. ↑ Genoemd door Strabo, 4.6.9 C207; 7.1.3, 5 C290, 292; Caesar, Bellum Gallicum 6.24.2, 25
4. ↑ Theogonia 140. Indra's bliksem (vajra) werd eveneens door iemand gefabriceerd, namelijkTvas
5. ↑ Rig-Veda 2.12.3.
6. ↑ Rig-Veda 10.26.8.
7. ↑ Onder andere in de Saga van Olaf Tryggvason in Flateyjarbók, Saga van Erik de Rode, en Flóam
8. ↑ Zie bijvoorbeeld Karakter van de reuzen (jötun).
9. ↑ Zie bijvoorbeeld de Homerische formule hūe d'ara Zeus, 'en Zeus zond regen'. Pausanias meldt
10. ↑ Bijv. Poëtische Edda, Völuspa 55. Editie Larrington 2008, p. 11.
11. ↑ Voor de Baltische mythologie (in folklore), zie G. Beresnevičius, in Baranova 2000, p. 32. Voor d
Bronnen
Volgens recensenten is Martin L. Wests Indo-European Poetry and Myth een belangrijk naslagwerk voor ve
volgens recensenten nog veel meer bronnen kunnen gebruiken. Het werk is algemeen als uitvoerig, nuttig en
Europa: Baltische · Baskische · Bretonse · Christelijke · Etruskische
Z · Nederlandse · Samische · Thracische · Russische · Romein
Midden- Abrahamitische (waaronder joodse, christelijke en islamitische) · An
Oosten: Abrahamitische) · Mesopotamische (waaronder Sumerische, Akkadische, Baby
Azië: Chinese · Hindoeïstische/Indiase · Indonesische · Japanse · Khm
Afrika: Afrikaanse · Amazighische · Egyptische / A-Z · West-Afrikaanse
Amerika: Azteekse · Cherokee · Hopi · Inca · Inuit · Irokese · May
Oceanië: Aboriginal · Maori · Melanesische · Micronesische · Polynesisch
Indo- Dyeus · Perkwunos
Europees:
Categorieën:
Indo-Europese mythologie
Proto-Indo-Europees
Religie in de prehistorie
Navigatiemenu
Niet aangemeld
Overleg
Bijdragen
Account aanmaken
Inloggen
Artikel
Overleg
Lezen
Bewerken
Brontekst bewerken
Geschiedenis
Zoeken
窗体顶端
窗体底端
Hoofdpagina
Vind een artikel
Vandaag
Etalage
Categorieën
Recente wijzigingen
Nieuwe artikelen
Willekeurige pagina
Informatie
Gebruikersportaal
Snelcursus
Hulp en contact
Doneren
Hulpmiddelen
Links naar deze pagina
Gerelateerde wijzigingen
Bestand uploaden
Speciale pagina's
Permanente koppeling
Paginagegevens
Deze pagina citeren
Wikidata-item
Afdrukken/exporteren
Boek maken
Downloaden als PDF
Printvriendelijke versie
In andere talen
Čeština
English
Suomi
Hrvatski
한국어
Tagalog
Koppelingen bewerken
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 2 apr 2021 om 13:11.
De tekst is beschikbaar onder de licentie Creative Commons
Naamsvermelding/Gelijk delen, er kunnen aanvullende voorwaarden van toepassing
zijn. Zie de gebruiksvoorwaarden voor meer informatie.
Wikipedia® is een geregistreerd handelsmerk van de Wikimedia Foundation, Inc.,
een organisatie zonder winstoogmerk.