Professional Documents
Culture Documents
Kennistrainer
Kennistrainer
Kinderen spelen allerlei computerspelletjes met geweld. We zien dat vaak terug in het spel van de kinderen.
Hoe noemen we dit soort geweld?
A. Fictief
B. Concreet
C. Realistisch
D. Reëel
Wanneer begint de voorbereiding op de keuze voor een type voortgezet onderwijs meestal?
A. Eind groep 6
B. Begin groep 8
C. Halverwege groep 7
D. Begin groep 7
Volgens Freud bepaalt het driftleven, het gevoelsleven van een kind hoe het zich gedraagt. Freud noemt dit het 'Es'.
Tot welke leeftijd speelt dit een belangrijke rol?
A. 7 jaar
B. 6 jaar
C. 5 jaar
D. 4 jaar
D
Kolb onderscheidt vier fasen van leren en heeft daar zijn indeling van leeerstijlen op gemaakt.
Waar is een doener op gericht?
A. Een doener heeft een voorkeur voor nieuwe dingen en gaat daarmee zelf aan de slag
B. Een doener heeft een voorkeur voor nieuwe dingen, maar kijkt eerst hoe een ander het doet
C. Een doener heeft een voorkeur voor bekende dingen en laat zich graag begeleiden
D. Een doener heeft een voorkeur voor bekende dingen en gaat daarmee zelf aan de slag
Van Parreren is een Nederlandse psycholoog. Op welke ontwikkelingstheorie is de visie van Van Parreren gebaseerd?
A. Op de leertheorie van Maslow
B. Op de leertheorie van Vygotsky
C. Op de leertheorie van Kohlberg
D. Op de leertheorie van Piaget
Een kleuter tekent een mens als een cirkel voor het hoofd met daarbinnen cirkeltjes voor de mond en ogen. De lijnen
voor de armen en benen worden vanuit het hoofd straalsgewijs getrokken. Hoe noemen we zo'n figuur?
A. Voetkopper
B. Hoofdlijner
C. Kopvoeter
D. Mensfiguur
Piaget beschreef de stadia van cognitieve ontwikkeling. In welke fase zit het kind wanneer het kind nog geen oorzaak-
gevolgrelaties kan leggen en alleen denkt aan zijn eigen belang?
A. Preoperationele fase
B. Sensomotorische fase
C. Formeel-operationele fase
D. Concreet-operationele fase
Meisjes beginnen eerder aan de groeispurt dan jongens. Rond welke leeftijd begint bij meisjes de groeispurt?
A. Rond het 10e jaar
B. Rond het 11e jaar
C. Rond het 9e jaar
D. Rond het 12e jaar
C
Een bekende interactieanalyse is VICS. Wat betekent VICS?
A. Visuele Interactie Categorieën Systeem
B. Verbale Interactie Categorieën Systeem
C. Visuele Interpretatie Categorieën Systeem
D. Verbale Interpretatie Categorieën Systeem
De grondlegger van de ecologische pedagogiek leverde een belangrijke bijdrage aan de ontwikkelingspsychologie.
Wie was onder andere de grondlegger van de ecologische pedagogiek?
A. Langeveld
B. Bronfenbrenner
C. Gardner
D. Freud
Welke ontwikkelingspsycholoog gaat uit of welke ontwikkelingspsychologen gaan uit van een psychoanalytische
benadering?
A. Maslow
B. Freud en Erikson
C. Alleen Erikson
D. Alleen Freud
Tijdens de rekenles overhoort juf Ans de tafels. Ze ziet Tim uit het raam kijken. Juf Ans denkt dat hij niet oplet. Op de
vraag hoeveel 7 x 8 is, kan Tim niet gelijk antwoord geven. Juf Ans geeft na een paar seconden de beurt aan Sophie met
de opmerking: "Zat je weer eens niet op te letten, tsja, dan weet je het antwoord ook niet." Tim denkt ondertussen:"Ik
had de vraag wel gehoord, ik had alleen iets meer tijd nodig. Nu weet ik het antwoord wel."
Van welk mechanisme in de relatie tussen de leerkracht en de leerling is dit een voorbeeld?
A. Attributie
B. Sociale vergelijking
C. Selffulfilling prophecy
D. Schools zelfbeeld
De klas van meester Rob gaat op woensdagmiddag vaak met de hele groep naar het grasveld in de buurt van het
gemeentehuis om daar te voetballen. Hieruit valt af te leiden dat het om een groep gaat met hoge …
A. groepsgerichte rollen
B. cyclische groepsontwikkeling
C. behoefte aan sociale steun
D. cohesie
D
Hoe heet dit model?
Dimitri komt uit een laag Nederlands milieu. Vader en moeder werken in de horeca. De leerkracht verwacht niet te hoge
resultaten van Dimitri. Van welke factor die invloed heeft op sociale categorisatie is hier sprake?
A. Geen van de genoemde antwoorden is juist
B. Sociale achtergrond
C. Uiterlijke kenmerken
D. Feitelijke gedragingen
Welke bewering is juist? Als een kind een theory of mind krijgt, beseft het dat …
A. het informatie kan onthouden
B. de ander dezelfde ideeën heeft als hij
C. de ander andere ideeën kan hebben dan hij
D. het informatie kan vergeten
Hoe heet de leiderschapsstijl waarin leerlingen voor het grootste gedeelte zelf mogen bepalen hoe alles verloopt?
De leerkracht grijpt hierbij eigenlijk zelden in, gedraagt zich afstandelijk en weinig betrokken. Hij laat de klas zijn gang
gaan.
A. Autoritaire stijl
B. Laissez-faire stijl
C. Democratische stijl
D. Roos van Leary-stijl
B
In een sociogram kan de leerkracht zien wie er …
A. gepest wordt
B. buitengesloten wordt
C. betrokken is bij pestgedrag
D. buiten de groep valt
Welk probleem komt alleen voor bij victimisatie van pesten en dus niet bij daderschap van pesten?
A. Fysieke problemen
B. Sociale problemen
C. Psychiatrische problemen
D. Geen van genoemde problemen komt alleen voor bij victimisatie van pesten en niet bij daderschap van pesten.
Welke bewering over theorieën die gedrag in pestsituaties verklaren is NIET juist?
A. De ecologische systeemtheorie verbindt factoren op verschillende niveaus met elkaar en beschrijft hoe deze elkaar
wederzijds kunnen beïnvloeden
B. De sociale leertheorie wijst op motieven van pesten
C. De meervoudige intelligentietheorie van Howard Gardner wijst op oorzaken van pesten
D. De theorieën over sociale cognities en de beslissingsmodellen voor helpgedrag geven inzicht in de denkprocessen van
kinderen die betrokken zijn bij pesten
A
Welke bewering over de rollen in de rolbenadering bij pesten is juist?
A. Dader, aanmoediger en meeloper zijn statische rollen
B. Buitenstaanders spelen een belangrijke rol in het ondersteunen van pestgedrag
C. De aanmoediger moedigt het slachtoffer aan zich te verdedigen tegen pestgedrag
D. Het pestgedrag laat buitenstanders over het algemeen koud
Op school zijn er verschillende regels en afspraken. Onder welke categorie vallen de volgende activiteiten: een kind
hangt zijn tas op de gang en zet zijn pauzehapje op het aanrecht?
A. Gedrag van de leerling
B. Gebruik van lokaal, materiaal en apparatuur
C. Begin en einde van de dag
D. Zelfstandig werken en samenwerken
Het is van belang om rust en harmonie in de klas te bereiken. Wat is GEEN basisvoorwaarde?
A. Klassenmanagement
B. Consequent zijn
C. Pedagogisch klimaat
D. Grip op de groep
Op school zijn er verschillende regels en afspraken. Onder welke categorie valt de volgende activiteit: een kind legt een
hulpkaart op tafel als het hulp nodig heeft?
A. Activiteiten die door de leraar worden begeleid
B. Zelfstandig werken en samenwerken
C. Gedrag van leerlingen
D. Begin en einde van de dag
C
Een groep kinderen is meer dan een aantal individuen. Welke van de onderstaande kenmerken is GEEN groepskenmerk?
A. Elke groep heeft een leider
B. In een groep ontstaan groepsnormen
C. In elke groep vormen zich sociale rollen
D. Elke groep heeft een bepaalde status en identiteit
Ten aanzien van verschillende vormen communicatie spreekt het boek over VAK. Waar staat VAK voor?
A. Visueel, auditief en kundegericht
B. Visueel, auditief en kennisgericht
C. Visueel, auditief en kinesthetisch
D. Visueel, auditief en kwaliteitsgericht
Van Parreren is een Nederlandse psycholoog. Op welke ontwikkelingstheorie is de visie van Van Parreren gebaseerd?
A. Op de leertheorie van Piaget
B. Op de leertheorie van Kohlberg
C. Op de leertheorie van Maslow
D. Op de leertheorie van Vygotsky
De grondlegger van de ecologische pedagogiek leverde een belangrijke bijdrage aan de ontwikkelingspsychologie.
Wie was onder andere de grondlegger van de ecologische pedagogiek?
A. Freud
B. Langeveld
C. Bronfenbrenner
D. Gardner
C
Welke ontwikkelingspsycholoog gaat uit of welke ontwikkelingspsychologen gaan uit van een psychoanalytische
benadering?
A. Alleen Freud
B. Maslow
C. Alleen Erikson
D. Freud en Erikson
Hoe wordt de fase 'performing' uit de theorie van de groepsdynamiek in het Nederlands genoemd?
A. Prestatiefase
B. Performeerfase
C. Stabilisatiefase
D. Optredingsfase
Tijdens het maken van een groepswerkstuk heeft Sarah nauwelijks inbreng. Een aantal keer als er voorstellen worden
gedaan om zaken op een bepaalde manier te doen, wil Sarah daar niet aan meewerken.
Welk type rol vervult Sarah in de groep?
A. Een taakgerichte rol
B. Een aversieve rol
C. Een zelfgerichte rol
D. Een groepsgerichte rol
In verschillende groepen op de middelbare school dragen leerlingen typerende kleding om bij de groep te horen.
Waarvan is hier sprake?
A. Conformiteit
B. Self-efficacy
C. Deviantie
D. Looking-glass self
In de teamkamer vertelt een van de leerkrachten tevreden dat de klas nu eindelijk zover is dat ze maar hoeft te knippen
met haar vingers en de leerlingen weten wat ze bedoelt. Ze kan heerlijk met de klas werken.
In welke fase van de theorie van de groepsdynamiek bevindt deze klas zich?
A. De terminatiefase
B. De conflictfase
C. De prestatiefase
D. De stabilisatiefase
D
Met welk instrument kan de leerkracht de relaties binnen de klas in kaart brengen?
A. Het sociogram
B. De sociale tabel
C. Het rollenregistratiemodel
D. Het VIB-instrument
Een student verzucht na een tentamen onderwijskunde: "Het tentamen was echt te moeilijk. Het gemiddelde was een
3." Dit is een voorbeeld van ...
A. externe attributie
B. interne attributie
C. noch interne noch externe attributie
D. zowel interne als externe attributie
Welke factor is of welke factoren zijn van invloed op de vorming van het schoolse zelfbeeld?
A. Sociale vergelijking
B. Attributie
C. Alle genoemde mogelijkheden
D. Prestaties en reacties
Welke methode om pesten te meten, geeft de meeste kans op onderschatting van het pestgedrag?
A. Observaties door een onderzoeker
B. Rapportage door leeftijdsgenoten
C. Oordelen van leerkrachten en ouders
D. Interview afgenomen door een goed getrainde interviewer
D
Waarom zijn sommige jongeren agressief?
A. Agressie kan voortkomen uit een bepaalde frustratie
B. Alle genoemde antwoorden zijn juist
C. Agressie kan voortkomen uit een onplezierige situatie
D. Agressie kan een hulpmiddel zijn om rivalen te verwijderen
Welke vorm van pestgedrag komt het meeste bij meisjes voor?
A. Cyberpesten
B. Fysiek pesten
C. Racistisch pesten
D. Relationeel pesten
Welke definitie van pesten wordt het meest gehanteerd volgens de auteurs van het boek 'Pesten op school'?
A. Een leerling wordt gepest of tot slachtoffer gemaakt wanneer hij of zij bij herhaling wordt onderworpen aan de negatieve
handelingen van een of meer medeleerlingen, waarbij pesten intentioneel is en er doorgaans sprake is van een
machtsverschil tussen dader en slachtoffer
B. Pesten is een subtype van agressief gedrag, waarbij een individu bij herhaling een betrekkelijk machteloze ander aanvalt,
vernedert en/of buitensluit
C. Een leerling wordt gepest of tot slachtoffer gemaakt wanneer hij of zij wordt onderworpen aan de negatieve handelingen
van medeleerlingen, waarbij pesten niet altijd intentioneel hoeft te zijn en er altijd sprake is van een machtsverschil
tussen dader en slachtoffer
D. Pesten is een subtype van agressief gedrag, waarbij meerdere individuen bij herhaling een betrekkelijk machteloze ander
Een van de fase van groepsvorming is forming. Hoelang duurt de forming-fase ongeveer?
A. Vier weken
B. Twee weken
C. Een week
D. Drie weken
Het schooltype 'ontwikkelingsgerichte school' heeft verschillende kenmerken. Welk kenmerk is NIET juist?
A. Het uitgangspunt is het individu
B. De leerling heeft invloed op de eigen activiteiten
C. Differentiatie is gericht op het behalen van een periodedoel
D. De leraar is coach
Bij het behoeftemodel van adaptief onderwijs zien we dat kinderen bepaalde behoeftes hebben.
Welk van de onderstaande behoeftes is NIET juist?
A. Autonomie
B. Convergentie
C. Zelfsturing
D. Relatie
Relatie, competentie en autonomie zorgen ervoor dat kinderen actief vorm kunnen geven aan hun eigen leerproces.
Hoe noemen we deze 'grote drie'?
A. Zorgbehoeften
B. Basisvaardigheden
C. Tertiaire behoeften
D. Basisbehoeften
D
Wat gebeurt er in de fase van storming bij groepsvorming?
A. In deze fase ontstaat er een groepsgevoel
B. In deze fase wordt duidelijk wie de 'grappenmakers' zijn in de klas
C. In deze fase is er sprake van pestgedrag naar kwetsbare kinderen
D. In deze fase vindt er een strijd om de macht plaats