You are on page 1of 9

UNIVERSITEIT LEIDEN

FACULTEIT DER RECHTSGELEERDHEID

Tentamen Fusies en Overnames


12 maart 2021

Aanwijzingen voor de beantwoording


1. Lees de vragen zorgvuldig.
2. Motiveer altijd uw antwoord. Verwijs daarbij naar relevante wetsartikelen en
jurisprudentie.

Beschikbare tijd
Voor het tentamen heeft u drie uur de tijd.

Omvang van het tentamen


Het tentamen bestaat uit drie opgaven.

Fraude
In geval van een onregelmatigheid of fraude zal de examinator dit te allen tijde bij de
examencommissie melden.

Uitslag
Het streven is de uitslag van dit tentamen, behoudens bijzondere omstandigheden, na
uiterlijk vijftien werkdagen bekend te maken via uSis.

Nabespreking
De vorm, plaats en tijd van, alsmede de wijze van aanmelding voor, de nabespreking
zullen worden bekendgemaakt op Brighspace.

VEEL SUCCES !

1
VRAAG 1 (35 punten)

Revelinu N.V. is een aan de AEX genoteerde vennootschap. Zij is wereldwijd


toonaangevend in fast-moving consumer goods, zoals voeding, dranken,
huishoudelijke verzorging en persoonlijke verzorging. Het Amerikaanse Frakt Hienz,
actief in dezelfde bedrijfstak, toont interesse in de overname van Revelinu N.V. Frakt
Hienz brengt een bod uit op de uitstaande aandelen van Revelinu N.V., dat 20% hoger
ligt dan de huidige beurskoers ervan. Dit hogere bod vloeit voort uit het feit dat Frakt
Hienz verwacht dat de gezamenlijke nettowinst na de overname flink zal stijgen.

Vraag 1.1 (6 punten)


Geef drie mogelijke verklaringen voor de verwachte stijging van de gezamenlijke
nettowinst na de overname.

antwoord:

Vraag 1.2 (4 punten)


Welke waarderingsmethode zal Frakt Hienz bij de bepaling van de strategische
waarde van Revelinu N.V. gehanteerd hebben en waarom?

antwoord:

Ook een aantal andere vennootschappen lijkt geïnteresseerd in een overname van
Revelinu N.V. Deze gebeurtenissen leiden tot een koersopdrijvend effect bij de
overnamebieding. De overnameprijs die uiteindelijk betaald wordt kan hierdoor
afwijken van de waardering van de onderneming.

Vraag 1.3 (6 punten)


Beargumenteer welke andere factoren dan het aantal potentiële bieders in het
algemeen (dus niet op deze specifieke casus) van invloed kunnen zijn op de
uiteindelijke overnameprijs. Noem tenminste drie factoren.

antwoord:

2
Het bestuur van Frakt Hienz handelt rationeel en wil haar eigen aandeelhouders niet
duperen door teveel te bieden.

Vraag 1.4 (4 punten)


Beargumenteer onderbouwd met een formule hoeveel Frakt Hienz maximaal bereid
zal zijn te betalen voor de overname bovenop de huidige waarde van het eigen
vermogen van Revelinu N.V.

antwoord:

Het management van Revelinu N.V. reageert afhoudend op de overname.

Vraag 1.5 (4 punten)


Geef twee kenmerken van doelwitondernemingen die kunnen duiden op verschansing
tegen een overname.

antwoord:

Frakt Hienz wil voor de aandelen Revelinu N.V. contant (in ‘cash’) betalen.

Vraag 1.6 (4 punten)


Beargumenteer naar welke vorm van betaling (cash of betaling in aandelen Frakt
Hienz) de voorkeur van de aandeelhouders van Revelinu N.V. zal uitgaan.

antwoord:

Frakt Hienz wil de beoogde overname van Revelinu N.V. gedeeltelijk financieren met
een vreemdvermogenfinanciering door het bij de overname betrokken
bankensyndicaat. Het bankensyndicaat geeft een uncommitted term sheet af.

Vraag 1.7 (3 punten)


Waarom is dit uncommitted term sheet waardevol voor Frakt Hienz?

antwoord:

3
Mocht de overname succesvol zijn, dan zullen de financiële gegevens van Revelinu
N.V. worden opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Frakt Hienz.
Daarnaast publiceert Frankt Hienz een eigen vennootschappelijke jaarrekening.

Vraag 1.8 (4 punten)


a. Welke relevante informatie kunnen stakeholders vinden in de enkelvoudige
jaarrekening van de moeder?
b.Dient Revelinu N.V. nadat de overname een feit is, zelf jaarlijks nog wel een
vennootschappelijke jaarrekening op te stellen? Licht uw antwoord toe.

antwoord a:

antwoord b:

4
VRAAG 2 (30 punten)

De uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam (Netherlands


Commercial Court) van 29 april 2020 (NCC 20/014 (C/13/681900)),
ECLI:NL:RBAMS:2020:2406 , JOR 2020/223 (A tegen Tennor Holding BV) ging over
de vraag of tussen A en Tennor Holding BV een overeenkomst (transaction
agreement) tot stand was gekomen en of, indien dat niet zo zou zijn, een break-up fee
verschuldigd was.

Vraag 2.1 (7 punten)


A en Tennor Holding BV waren eind december 2019 een letter of intent (LOI)
overeengekomen. Op grond van de LOI mocht elke partij, tot het overeengekomen
moment van de signing op 2 maart 2020, de onderhandelingen beëindigen, zij het
tegen betaling van een (break-up) fee van EURO 30 miljoen aan de andere partij. De
voorzieningen rechter overweegt over de vraag of tussen A en Tennor Holding BV een
overeenkomst tot stand was gekomen: ‘Dutch law requires an offer and an acceptance
of the offer for contract formation, and allows the parties broad leeway as to how they
communicate what may or may not be construed as an offer or acceptance’. A stelt dat
een overeenkomst tot stand is gekomen, Tennor Holding BV stelt dat er geen
overeenkomst tot stand is gekomen.

Hoe onderbouwt A haar standpunt?

antwoord:

Vraag 2.2 (8 punten)


De voorzieningenrechter overweegt dat bij de beantwoording van de vraag of een
overeenkomst tot stand is gekomen bepalend is ‘what a reasonable person in the same
circumstances would have understood their communications to mean’. Toch lijkt de
voorzieningenrechter in zijn beslissing hieraan een bijzondere toepassing te geven.
Welke redenering volgt de voorzieningenrechter en wat is daarin het meest opvallende
aspect?

antwoord:

Vraag 2.3 (7 punten)


Tennor Holding stelt zich op het standpunt dat betaling van een (break-up) fee van
EURO 30 miljoen exceptioneel is en vraagt de voorzieningenrechter die (break-up) fee
5
te matigen op grond van onder meer art. 6:258 BW. Welk leerstuk is dit en onder welke
omstandigheden is dit leerstuk volgens de voorzieningenrechter in het algemeen
toepasbaar?

antwoord:

Vraag 2.4 (8 punten)


In de beslissing van de voorzieningenrechter over het verzoek van Tennor Holding BV
de (break-up) fee te matigen overweegt de voorzieningenrechter dat de (break-up) fee
‘allocates risk’, en dat de LOI een ‘binary option’ bevat. Wat bedoelt de
voorzieningenrechter daarmee en tot welke beslissing leidt dit?

antwoord:

6
VRAAG 3 (35 punten)

Een Koper en een Verkoper hebben overeenstemming bereikt over een overname van
alle aandelen in het kapitaal van ‘Tirillium B.V.’ (“Tirillium”).

De onderneming van Tirillium bestaat in hoofdzaak uit een slimme softwaretoepassing


– een ‘Tool’ – op het gebied van de automatische besturing van auto’s en vergelijkbare
voertuigen. De tool van Tirillium zorgt ervoor dat een voertuig geheel autonoom kan
rijden; een ‘zelfrijdende auto’. Het A.I.-pakket (de Tool) wordt toegevoegd c.q.
gekoppeld aan de bestaande IT-systemen (de ‘omgeving’) van een voertuig, waarna
het ervoor zorgt dat het voertuig autonoom kan opereren en rijden, en waarbij alle
relevante informatie op het dasboard van het voertuig verschijnt. De Tool is door
Tirillium al in Duitsland, China en de Verenigde Staten aan een kleine 25 grotere
autofabrikanten verkocht. Deze fabrikanten betalen Tirillium een éénmalig bedrag
(voor de licentie), en vervolgens een bedrag per voertuig en een periodiek bedrag voor
service, onderhoud en een helpdesk.

Koper en verkoper laten zich ieder bijstaan door een advocaat en een accountant.
Gezamenlijk bereiken partijen overeenstemming over de overeenkomst van koop en
verkoop (de “SPA”) van 100% van de aandelen in Tirillium B.V.

In de SPA is een garantie opgenomen die luidt als volgt:

“Tirillium is volledig rechthebbende tot alle rechten van intellectuele eigendom met
betrekking, dan wel redelijkerwijs benodigd, voor haar Tool, en deze rechten van
intellectuele eigendom maken op geen enkele wijze inbreuk op rechten van enige
derde.”

Een half jaar na de overdracht van de aandelen legt het beursgenoteerde Alphabet
Inc. (Google) een claim bij Tirillium neer, vanwege een vermeende inbreuk van Tirillium
op de IE rechten (software) van Google betreffende een onderdeel van de Tool.
Tirillium heeft de claim van de hand gewezen. Niettemin kan dit Tirillium in grote
problemen brengen, omdat juist dit onderdeel essentieel is voor het functioneren van
de Tool en dus voor de bedrijfsvoering van Tirillium.

Koper meent dat hier sprake is van een ‘inbreuk’ op deze garantie. Verkoper meent
echter van niet. Volgens Verkoper gaat het hier helemaal niet om een onderdeel dat
nodig is voor het functioneren van de Tool. Daarbij geeft Verkoper aan dat zij hiervan
niet op de hoogte was en redelijkerwijs ook niet kon zijn.

Het komt tot een rechtszaak tussen Verkoper en Koper.

Vraag 3.1 (2 punten)


Wanneer is er sprake van een ‘inbreuk’ op een garantie? Motiveer uw antwoord.

7
antwoord:

Vraag 3.2 (6 punten)


Noem drie elementen, door de Hoge Raad geïdentificeerd in HR (Meyer
Europe/Pontmeyer) en HR (DSM/Fox), die zouden kunnen maken dat aan de
taalkundige uitleg de doorslag moet worden gegeven. Motiveer uw antwoord.

antwoord:

Vraag 3.3 (3 punten)


Stel dat vaststaat dát het in de garantie door Verkoper gegarandeerde onjuist is, wat
is daarvan het (rechts)gevolg? Motiveer uw antwoord.

antwoord:

Vraag 3.4 (6 punten)


Welke mogelijke contractuele beperkingen van de reikwijdte van een garantie zouden
er kunnen zijn? Noem er tenminste drie. Motiveer uw antwoord.

antwoord:

Vraag 3.5 (8 punten)


Stel dat Koper en Verkoper een vrijwaring in plaats van een garantie in de SPA zouden
hebben opgenomen. Noem vier verschillen tussen een garantie en een vrijwaring.
Motiveer uw antwoord.

antwoord:

Verkoper maakt zich niet zo heel druk, Verkoper en Koper zijn immers
overeengekomen dat Verkoper een ‘W&I-verzekering’ zou afsluiten (‘verkoperspolis’),
waarbij Koper als (mede) begunstigde op de polis wordt geplaatst.

Vraag 3.6 (2 punten)

8
Wat is een W&I-verzekering? Motiveer uw antwoord

antwoord:

Vraag 3.7 (8 punten)


Waarvoor worden W&I-verzekeringen gebruikt? Noem vier redenen Motiveer uw
antwoord.

antwoord:

--- einde ---

You might also like