You are on page 1of 28

CKV Studie Film

2
Inhoudsopgave
Let op!!!!! Door het bewerken van het document, wanneer je de antwoorden
invult, zullen de bladzijden verschuiven.

Leerdoelen Blz. 3
Geschiedenis film Blz. 4
Film Blz. 4
Wat is volgens jou een goede film? Blz. 4
Opbouw van een film Blz. 5
Wat is jouw smaak Blz. 17
PO’s Blz. 20
Brainstorm en notitie’s Blz. 23
Inleverdocument Blz. 24

Leerdoelen
Dat je in films kwaliteit leert ontdekken door te kijken naar hoe een film gemaakt wordt. Wat komt
hier zoal bij kijken?

Kennismaking met de termen:


- Acteurs - mise-en-son
- regisseur - elementen: personages, handelingen,
- editor omstandigheden
- subjectieve/objectieve camerablik - visuele technieken
- vertelperspectief, cameraperspectief: - literaire technieken
v<p, v=p, v<p - verteltijd, vertelde tijd
- kikkerperspectief, vogelperspectief - ellips
- auctoriële, alwetende verteller - parallellisme
- personale vertelwijze - versnelling, vertraging
- zoekende vertelwijze - monologue interieur, stream of
- camerabeweging: pan en plan sequence consciousness
- shots: close-up, medium shot, (half-) - binnenbeelds, buitenbeelds geluid
totaal, long shot, over-the-shoulder- - voice-over
shot - storyboard
- montage en decoupage - Feit
- continuïteitsmontage - Fictie
- frame - Camerastandpunt
- cut, jump cut - Cameravoering
- 180-graden-regel - mise-en-scène

Onderzoek naar:
- geschiedenis van de film
- het maken van een film

3
Geschiedenis van de film
Van alle kunsten is film de jongste, want de eerste filmvoorstellingen dateren pas uit 1890. In het
begin werd de film vooral gebruikt op de kermis als een attractie, maar toen de populariteit steeg,
werden er al snel bioscopen geopend.

Weet jij wat de oudste film ooit is? Of wanneer filmmakers op het idee kwamen om geluid toe te
voegen aan films? Omdat er sinds het begin van de uitvinding van de film veel film ontwikkelingen
zijn geweest bekijken jullie fragment 1. Zo wordt je in een korte tijd bijgepraat over de geschiedenis
van film.

Klik op de onderstaande link


Fragment 1 Geschiedenis van de film (Vanaf minuut 0.00 – 5.42)
https://www.youtube.com/watch?v=NldBgRMCF5o
Vraag 1: Beschrijf in steekwoorden de belangrijkste ontwikkelingen van de kunstdiscipline film.

- 1890 ontstaan film


- foto´s maken
- selleroot rollen -> vloeiende beelden
- Thomas Edison
- 1910: bioscopen/theaters (zonder geluid: stomme film) wel met live muziek
- fantasie en animaties
- 1915: lange films
- werd internationaal: WOII stortte in
- Hollywood bekendste filmcentra
- 1920: geluid (jazz zingen in film)
- veel mensen ontslagen door stemgeluid
- 1960: kleur in films
- 1960: meer met computer
- Toy Story eerste film volledige met computer gemaakt
- 3D films
- 2000 opgeslagen ha
- virtueel reality

Film
Film is vaak een massaproduct, dat met grote reclamecampagnes aan de man wordt gebracht.
Dergelijke films noemen we blockbusters. Hollywood (Amerika) en Bollywoord (India) zijn de

Heerlijk een avondje naar de bioscoop, dat is een paar uur in een totaal andere wereld leven. Je
vergeet dat je met tweehonderd mensen in een donkere zaal zit en je voelt zelf even heel intens
het verdriet van het kleine meisje dat meer dan levensgroot op het witte doek huilt. De
filmregisseur bespeelt je emoties en of je wilt of niet: je moet lachen of je houdt je adem in. Dit
komt omdat film van alles doet met jouw emoties en jouw perceptie!

Voorbeeld
Omdat jij zelf doodsbang zou zijn als er iemand om je tent heen kruipt terwijl je alleen in je tent in
een pikdonker eenzaam bos zit, kun je je de angst van de personages in The Blair Witch Project goed
voorstellen. Toch weet je eigenlijk dat er acteurs aan het werk zijn...
4
Klik op de onderstaande link:
Fragment 2 The Blair Witch Project (4/8) – Please help us! (Vanaf minuut 0.00 – 3.18)
https://www.youtube.com/watch?v=nLKymV5rwAU
Vraag 2: Vertel in eigen woorden wat er bijdraagt aan de spanning van dit filmfragment.

● uitstellen
● wat je wel of niet ziet
● ervaring die je zelf hebt
● zwart wit film
● onduidelijkheid van wat je ziet
● geen extra dingen (stilte en geen special effects)
● manier van filmen
● emoties van de acteurs

Met behulp van de camera brengt de filmregisseur je naar onbekende landen of naar een
fantasiewereld die nog nooit door iemand is betreden. Natuurlijk kun je een film ook op dvd of video
bekijken in je eigen huiskamer, maar de film is gemaakt voor het grote doek en daar ervaar je de
effecten optimaal.

Wat is volgens jou een goede film?


Welke eisen stel jij aan een film? Of: wat kan voor jou een reden zijn om een film ‘echt goed’ te
noemen (in plaats van ‘leuk,’ ‘wel aardig,’ etc.)?

Vraag 3. Wat is volgens jou een goede film?! Overleg met 1 of 2 klasgenoten over deze vraag.
Verzamel met elkaar zoveel mogelijk suggesties, en maak dan een kritische selectie, uitmondend in
een top 10. Zorg dat je ‘kwaliteitseisen’ algemeen zijn. Dus bijvoorbeeld niet: ‘Jennifer Lawrence of
Leonardo Di Caprio moet erin meespelen’, maar: ‘Intrigerende en bekwame acteurs.’ Bewaar je lijst
daarna goed: die heb je later weer nodig!
Schrijf hier je antwoord:
1.populariteit
2. of je jezelf kan plaatsen in de hoofdpersonen
3. bekendheid van regisseur
4. dat het bekeken wordt door de doelgroep waarvoor het is bedoelt
5. dat er een duidelijke verhaallijn is in de film
6. als er emoties bij je loskomen
7. als er goede bekende acteurs in meespelen
8. als andere mensen er een goede mening over hebben
9. wanneer er goed gebruikt wordt gemaakt van verschillende technieken
10. als het van een genre is waar je van houd

Opbouw van een film


Een filmregisseur is een verhalenverteller met eigen verteltechnieken. Hij dwingt je te kijken naar
dingen die je misschien niet wilt zien. Hij brengt de doodsangst van een slachtoffer op je over door
5
je via diens ogen naar de moordenaar te laten kijken (kijk naar fragment witness:
https://www.youtube.com/watch?v=hPMxVJq9VPI) . Tegen de macht van de camera en de
montage van de beelden kun je nauwelijks verzetten. De middelen die de regisseur voor het maken
van zijn verhaal gebruikt zijn cameravoering, geluid en montage. Dit noem je ook wel filmische
middelen.

Bij het maken van een film kun je verschillende onderdelen onderscheiden:
1. Doel
2. Filmgenre
3. Scenario (verhaal)
4. De mise-en-scène
5. Opname (cameravoering)
6. Montage (knippen en plakken)
7. Geluid (tekst en muziek)
Deze onderdelen worden uitgewerkt in de volgende bladzijdes.

1.Doel van de film


Het doel van een film kan bijvoorbeeld zijn om te: vermaken, informeren, voorlichten, instrueren,
promoten of overtuigen (propagandafilm). Dat is belangrijk om inhoudelijk in te kunnen gaan op
bijvoorbeeld de gekozen verhaalopbouw.

Vraag 4. Vraag wat is je lieverlings film en met welke doel is deze gemaakt?

Schrijf hier je antwoord:


Mijn (Nadeera) favoriete film is Coach Carter.

3. Filmgenre
Een filmgenre beschrijft het thema van de film. Bijvoorbeeld een horror, Western, comedy enz. Niet
alle films zijn even makkelijk in te delen, omdat je veel mengvormen tegenkomt.

Vraag 5. Benoem een voorbeeld waarbij 2 genres met elkaar gemengd worden in een film.
Schrijf hier je antwoord:
Fast and Furious; Hobbs and Shaw. Daarin worden de genres komedie en sciencefiction gemengd.

4. Scenario (verhaal)
Een filmregisseur schrijft zijn scenario (verhaal). Daarbij heeft hij de volgende elementen voor nodig:
personages, handelingen en omstandigheden. De filmmaker selecteert een aantal elementen en
combineert die met andere. Vaak wordt daarbij gebruik gemaakt van tegenstellingen in een ruimte
omdat dat spanning oproept (bijv. in een kamer zitten twee mannen, de één is een zeer beschaafde
rechter maar de ander is een psychopathische moordenaar).

Klik op de onderstaande link:


6
Fragment 5 Witness (5/9) – Murder Witness (Vanaf minuut 0.00 – 2.42)
https://www.youtube.com/watch?v=J215p0P-ieA
Vraag 6. Bekijk fragment 5 van Witness. Welke personages, handelingen en omstandigheden zie jij
terug komen?

Schrijf hier je antwoord:


Personages:
1. de moordenaar
2. de getuige van de moord
3. het slachtoffer

Handelingen: Een man wordt in de wc door zijn keel gesneden en dus vermoord. Vervolgens
wordt hij beroofd.
Nadat de moord heeft plaatsgevonden werden alle wc-hokjes gecheckt om te kijken of er
iemand aanwezig is geweest. De getuige weet te ontsnappen en de moordenaar denkt dat er
geen getuigens zijn.

Omstandigheden:
Een kleine jongen heeft de moord gezien en is dus getuige van de moord.

Een scène van een film kun je onderverdelen in een begin (introductie), midden (confrontatie) en
eind (oplossing). Een film heeft als totaal een ‘spanningsboog,’ maar is meestal opgedeeld in
kleinere spanningsbogen. Waardoor wij als kijker geboeid blijven kijken naar de film.

Klik op de onderstaande link:


Fragment 6 Saturday Night Fever – Tony and Flo argue (Vanaf minuut 0.00 – 1.45)
https://www.youtube.com/watch?v=J215p0P-ieA.
Vraag 7. Bekijk fragment 6. Beschrijf uit die scène eens hoe de introductie eruitziet, waar de
confrontatie begint en hoe de oplossing komt.

Schrijf hier je antwoord:


Introductie: een gezin zit aan tafel waarbij de moeder er heel nerveus uitziet

Confrontatie: De confrontatie begint vanaf het moment waarbij de moeder aan Tony vraagt wat
hij tegen ‘father Frank jr.’ heeft gezegd en zij een discussie aangaan.

Oplossing: Het eind begint vanaf het moment Tony sorry zegt tegen zijn moeder. Hij had spijt
doordat hij compleet was uitgevallen tegen zijn moeder en heeft gezegd dat zij ‘ three shit
children’ heeft.
Om het filmverhaal te vertellen in beeld kan de regisseur gebruik maken van technieken, die je kunt
7
opsplitsen in:
1. Visuele technieken:
a. 180-graden regel (Uitleg in beeld: https://www.youtube.com/watch?v=HFz-
BPwtjD8)
b. Verteltijd (werkelijk duur van de scene), vertelde tijd (de tijd die de scène
volgens het verhaal geduurd heeft) en ellipsen (Lange handeling worden
stukjes weggeknipt)
c. Parallelisme (twee handelingen die op het eerste gezicht niet veel met elkaar te
maken lijken te hebben, maar die door de (parallel)montage met elkaar worden
verbonden)
d. Versnelling en vertraging (Door over te schakelen van een normaal tempo naar
slow motion, kan een filmmaker een stukje handeling extra benadrukken en
betekenis geven. Anderzijds: door de handeling te versnellen kan hij zijn verhaal
meer dynamiek geven).
2. Literaire technieken
a. Innerlijke monoloog (onzichtbare stem die het beeld begeleidt, zoals
monoloque interieur of voice over)
b. Tekst in beeld (ondertiteling)
c. Stream of consciousness (een veelvoud aan indrukken weer te geven die zich
aan het bewustzijn van een individu spontaan opdringen.)

Bekijk de onderstaande link:


Fragment 7 The Matrix – Dodge this (vanaf minuut 0.00 – 1.10)
https://www.youtube.com/watch?v=ggFKLxAQBbc
Vraag 8. Welke visuele techniek(en) zie jij terug in fragment 7?

Schrijf hier je antwoord:


Versnelling en Vertraging

Bekijk de onderstaande link:


Fragment 8 Dark Knight 180-graden regel (Vanaf minuut 0.00 – 3.14)
https://www.youtube.com/watch?v=KBApF81jCkc
Vraag 9. Kan jij in het fragment van de ‘Dark Knight’ de overtreding van de 180-graden regel
ontdekken? Schrijf het tijdstip op wanneer de overtreding begint.

Schrijf hier je antwoord:


1:33

Bekijk de onderstaande link:


Fragment 9 Apolypse Now (vanaf minuut 0.00 – 5.00)
https://www.youtube.com/watch?v=E-QefTioe3I
Vraag 10. Welke literaire techniek(en) zie jij terug in fragment 7?

Schrijf hier je antwoord:


- innerlijke monoloog
- Stream of consciousness

8
5. De mise-en-scène
Ofwel, het ‘in scène zetten.’

‘Every picture tells a story.’ Deze uitdrukking gaat zeker bij film op. Vragen die de regisseur zich stelt
zijn:
● Hoe wordt een handeling in scène gezet?
● Wat voor acteurs heb ik nodig?
● Welke rekwisieten en kleding zijn er nodig?
● Wat voor belichting moet worden gekozen?
● Welke handelingen laat je de acteurs verrichten?
● Hoe moeten ze hun personage uitbeelden?

Aan deze serie shots (zie hieronder) uit The Good, the Bad, and the Ugly (In beeld:
https://www.youtube.com/watch?v=E-QefTioe3I) kun je goed zien wat er allemaal is gedaan aan
de mise-en-scène: kijk maar eens naar de uitbeeldingsmiddelen (het uiterlijk van de acteur, zijn
blik, zijn lichaamshouding, de kleding, de inrichting van de omgeving (het decor) en de belichting.

Vraag 11. Denk bij opdracht 6 na over wat je ziet .‘mise-en-scene'


- 3 volwassen mannen en een kleine kind
- ouderwetse kleding
- pistolen, een jutte zak
- kleine kind is bang
- 2 volwassen mannen zelfverzekerd
- man die wordt vermoord is bang, verrassed en in de war

9
6. OPNAME (CAMERAVOERING)
Door een creatief gebruik van de camera legt de regisseur zijn eigen accent op bepaalde aspecten
van de scene. Hij stuurt dus de blik van de toeschouwer en dat heeft een groot effect op de beleving
van de film. Belangrijks hierbij zijn:
A. Camerablik
B. Camerabeweging (beeldkader)
C. Camerastandpunt (shots)

A. Camerablik
De camerablik is een van de belangrijkste aspecten aan een film. Door de manier van filmen kijk je
als kijker door de ‘blik van de regisseur’ naar de film. Je hebt 2 soorten camerablikken:
1. Subjectieve camerablik: zit vast aan een personage. Bij een subjectieve camerablik zit je als
kijker in de rol van insider, of deelnemer. Dat wil overigens niet zeggen dat een subjectieve
camerablik altijd ‘door de ogen’ van een personage is!
2. Objectieve camerablik: staat los van de personages. Een objectieve camerablik registreert
vooral. Als kijker ben je buitenstaander.
Het vertellen (wijze) van een filmverhaal gebeurt door de camera. De camera is als de pen van de
schrijver. De filmer kan de camera op verschillende manieren het verhaal laten vertellen, telkens
met andere expressieve mogelijkheden. Wiens blik geeft de camera weer? Door welke ogen kijk je?
Je hebt net als in de literatuur drie mogelijkheden. Die worden in een film vaak door elkaar heen
gebruikt, maar een goede regisseur doet dat wel heel bewust.
Als V staat voor Vertelperspectief van de camera en P voor Personage in de film, dan hebben we:
1. auctoriale vertelwijze: de camera ‘weet’ meer dan individuele personage in
de film.
2. personele vertelwijze: de camera volgt gebeurtenissen of personages door
de ogen van één personage of over de schouder van één personage. De
camera ‘weet’ evenveel als het personage.
3. zoekende vertelwijze: de camera ‘weet’ minder dan het individuele
personage dat je volgt in de film.

Bekijk de onderstaande link:


Fragment 10. Finding Nemo – Darla scene (vanaf minuut 0.00 – 1.41)
https://www.youtube.com/watch?v=fBd40bbB4nE
Vraag 12. Welk camerablik en vertelwijze zie je terug in fragment 9?

Schrijf hier je antwoord:


Objectieve camerablik
auctoriale vertelwijze

C. Camerabeweging
De filmmaker kan de camera stilhouden, maar ook laten bewegen. Soms is de beweging opvallend
zoals: Wanneer de camera vanaf een vast standpunt een grote draai langs de handeling maakt,

10
spreken we van een pan (afgeleid van ‘panorama’) of Wanneer de camera een beweging door de
ruimte maakt, waarbij (zonder cuts!) verschillende perspectieven worden afgewisseld, spreken we
van een plan sequence.

Bekijk de onderstaande link:


Fragment 11 The Good, the bad and the ugly vanaf minuut 0.00 – 3.00)
https://www.youtube.com/watch?v=ubVc2MQwMkg
Vraag 13. Bekijk het fragment. Wanneer begint en eindigt pan? Schrijft de tijdstippen op.

Schrijf hier je antwoord:


2:30 t/m 3:42

De beweging van de camera stuurt je kijkrichting, waardoor je het verschil in ruimte ervaart. Als de
camera van de top van een flatgebouw naar beneden kantelt, voel je het hoogteverschil. Tegelijk
met de camera gaat je blik langzaam over het lichaam van het dode meisje. Je krijt het idee dat je
met eigen ogen ziet wat er aan de hand is. Een camera die met een voorthollende man meerijdt,
geeft je het gevoel of je zelf meebeweegt.

Het camerastandpunt heeft dus een belangrijk effect op de beleving van de film en versterkt
gevoelens zoals angst, spanning en ontspanning.

Bekijk de onderstaande link:


Fragment 12 Camera kaders en standpunten (vanaf 0.00 – 1.49)
https://www.youtube.com/watch?v=qlVDjC5McAE
Vraag 14. Benoem de camerastandpunten die voorbij komen:

Schrijf hier je antwoord:


1. Ruim totaal
2. Totaal
3. Half totaal
4. medium close-up
5. close-up
6. extreme close-up
7. kikkerperspectief
8. vogelperspectief
9. over schouder
10. two shot

11
Voorbeeld:
Met camerabewegingen en het op een logische manier achter elkaar zetten van shots kan een
filmer zijn filmverhaal vertellen. Kijk maar eens naar de volgende frames (losse filmdia’s). In feite
gaat het om één camerabeweging: eerst kijkt de camera door het stationsraam naar de
vertrekkende vrouw en de dragers, dan zoomt de camera uit en beweegt omhoog zelfs over het
dak heen, zodat je in bijna vogelperspectief een overzicht krijgt van alles wat zich om de vrouw in
het hele westernstadje afspeelt:

Van totaal- naar long shot: camerabeweging volgt maar neemt ook afstand van de heldin (Sergio
Leone, Once Upon a Time in the West)

12
Vraag 15. En nu jij! Welke camerastandpunten zie jij bij de foto’s?

Schrijf hier je antwoord:


Foto 1:
- over de schouder
Foto 2:
- close-up
Foto 3:
- half totaal
Foto 4:
- vogelperspectief

7. MONTAGE (MONTEREN)
Als je een film wilt maken, heb je een draaiboek nodig. Daarin staat de volgorde waarin de shot
worden opgenomen. Een shot is een opname, gefilmd op één plaats vanuit één camera-instelling.
Alles hots op een locatie worden achter elkaar opgenomen, ook al liggen ze later verspreid over de
film. Als de opnames klaar zijn, worden de shots op lengte geknipt en in een bepaalde volgorde
geplakt tot scènes. Het aan elkaar plakken van shots noemen we montage. De overgang van het ene
shot naar het andere noemen we een cut. Het kleinste stukje film, één beeldje, noemen we een
frame.

Filmmakers kunnen met het monteren een film een eigen gezicht geven of zelfs door de montage
een verhaal veranderen. Door de lengte van de shots te variëren bepalen ze het ritme en de
snelheid van een film.

We kunnen twee soorten montage onderscheiden:


1. Decoupage: het aan elkaar plakken van shots uit één scene, dus met dezelfde plaats, tijd
en handeling
2. Montage: het aan elkaar plakken van scènes die verschillen in tijd, plaats en/of handeling.
Veel gebruikte montages zijn parallelmontage en continuïteitsmontage.
Vraag 16. Wat betekent een parallelmontage? Zoek de betekenis op internet!

Schrijf hier je antwoord:


Bij parallelmontage wordt er gesneden tussen twee verhaallijnen die gelijktijdig lopen. Je wordt
telkens verplaatst tussen verschillende personages of verhalen

13
Vraag 17. Wat is continuïteitsmontage? Zoek de betekenis op internet!

Schrijf hier je antwoord:


Continuïteitsmontage is een vorm van filmmontage waar speciaal aandacht wordt besteed aan
de verschillende stukjes film goed achter elkaar te plakken in de juiste volgorde, zonder dat het
duidelijk is dat het verschillende stukjes zijn die achter elkaar zijn geplakt

Bekijk de onderstaande link:


Fragment 13 Cuts and transitions (vanaf 0.00 – 11.40)
https://www.youtube.com/watch?v=OAH0MoAv2CI
Vraag 18. Vaak heb je bij continuïteitsmontage te maken me invisible montage. Bekijk het fragment
12. Benoem 2 voorbeelden van invisible montage.

Schrijf hier je antwoord:

1. ‘’cutting on action’’ overgang terwijl het over hetzelfde onderwerp gaat. Een voorbeeld hiervan
is bij het schoppen, het slaan of als het uiterlijk van de persoon verandert.

2. ‘’cross cut’’ als de persoon die edit terug gaat naar een andere locatie. Bijvoorbeeld als de
personen bellen of om aan te geven wat er gebeurt in het hoofd van de persoon.

Vraag 19. Je hebt verschillende soorten cuts in een film. Bekijk fragment 12. Zoek de juiste
betekenis achter het juiste woord. Kleur de juiste antwoorden met dezelfde kleur.

Voorbeeld:
Cutting on action Dat is een abrupt afsnijding van een shot. Zo
om de impact te vergroten.
Cut away Dat is snijden in actie. Van het ene shot naar
de andere. Zoals bv. In een schop, het draaien,
door de deur heen lopen.
Cross cut Dit lijkt op één geschoten shot. Maar door het
verschuilen in ‘zwart shot of in de beweging
van de camera’ verandert het shot naar een
nieuw shot.
Jump cut Dat is een opname van twee dezelfde
voorwerpen of handelingen, maar van twee
verschillende shots.
Match cut Dat is een actie vaststellen die tegelijkertijd
plaats vind. Bv. Telefoneren.
Smash cut Dat is een onderbreking van een continue
gefilmde actie door het invoegen van een
ander shot (uitzicht op iets anders).
Invisible cut Dat is een gesplitste bewerkingstechniek
waarbij de audio van de voorgaande scène, de
audio blijft van de volgende scène.
14
L-cut Dat is een gesplitste bewerkingstechniek
waarbij de audio van volgende scène eerder te
zien is dan de scène zelf.
J-cut Dat is na elkaar monteren van twee
filmbeelden wordt bedoeld die hetzelfde
onderwerp tonen, maar verschillend zijn in tijd

Opdracht 20. Bekijk de documentaire over montage en maak de vragen


tijdens het kijken.
Antwoord: 17
a) Tel het aantal cuts (beeldwisselingen) in het fragment uit The Matrix.

b) Wanneer werd de eerste keer montage in een film toegepast?


Antwoord: 1904 Jaws, 1975, Spielberg

c) Waarom is timing zo belangrijk bij montage?


Antwoord: Anders dan sluiten stukjes niet goed op elkaar aan en wordt het verhaal
onduidelijk en ongeorganiseerd.

d) Welke vernieuwing voerde D.W. Grifith door? Wordt zijn vinding door hedendaagse
filmmakers nog steeds toegepast?
Antwoord: Hij heeft mise-en-scene en specifieke technieken voor filmediting ingebracht, de
close-up films. Ja die worden nog steeds toegepast.

e) Wat is een ‘invisible cut,’ ofwel ‘naadloze filmmontage’? Op welke manier maakt de editor
van het fragment uit The Matrix zijn beeldwissel (bijna) onmerkbaar?
Antwoord: Als twee fragmenten zo goed met elkaar matchen dat het resultaat een bijna
onopmerkbare overgang is. Door dezelfde persoon te laten zien en de beelden heel kort op
elkaar te laten zien.

f) Waarin verschilde de montage van de revolutionaire Russische films van de Amerikaanse


manier van monteren?
Antwoord: Bij Russische films gebruikte ze montage niet alleen om scènes met elkaar te
verbinden, maar ook om het publiek bij de film te betrekken en te beïnvloeden. In
Amerikaanse film gebruikten ze de montage alleen voor de scène verbinding.

15
g) Welk belangwekkend feit toonde Lev Kuleshow aan met de beelden van zijn ‘inlevende’
acteur?
Antwoord: dat als je de beelden op een bepaalde manier monteert, de ervaring van het
publiek sterk kan worden beïnvloed.

h) Welk belangwekkend feit toonde Lev Kuleshow aan met de beelden van zijn ‘inlevende’
acteur?
Antwoord: dat als je de beelden op een bepaald manier monteert, de ervaring van het
publiek sterk kan worden beïnvloed.

i) Wat doet de editor van Terminator II in de getoonde scène met tempo?


Antwoord: Hij laat het in slow motion zien, zodat de spanning wordt opgebouwd.

j) Welke politieke rol kreeg film in de Tweede Wereldoorlog? Hebben films ook echt veel
invloed gehad?
Antwoord: Ze lieten alleen nog maar door de Duitsers goedgekeurde films zien, dus je zag
altijd de Duitsers als positief afgebeeld in films (propaganda). Daardoor konden films de
mening van mensen beïnvloeden en dat gebeurde heel veel.

k) ‘Montage is manipulatie’ zegt Michael Kahn. Wat wordt er gemanipuleerd? En wie?


Antwoord: Het beeld wordt niet laten zien zoals het echt is (montage dus) en daardoor
worden de kijkers gemanipuleerd.

8. Het geluid
Een beeld van een zonnig palmenstrand geeft direct een vakantiegevoel. Maar als je er
onheilspellende muziek bij klinkt, is het plotseling niet meer zo aantrekkelijk. En een droevige
scène wordt nog verdrietiger met trieste muziek. Dat is de macht van het geluid.
Achtergrondmuziek en geluidseffecten zijn niet alleen zee bepalend voor de sfeer, maar roepen
ook verwachtingen op en sturen de emoties van het publiek in een, door de regisseur, gewenste
richting. Geluiden helpen dus het verhaal te vertellen en als het goed is, ben je je daar nauwelijks
van bewust. Geluiden worden nauwkeurig gekozen en eventueel zelfs gecomponeerd.

Je kunt de volgende geluiden onderscheiden:


● Stemgeluiden
de stem karakteriseert het personage (bijv. lief, vreemdeling, autoritair, geleerde) of geeft
zijn stemming weer (bijv. dreigend, zenuwachtig). Stemmen kunnen ook de omgeving
karakteriseren (bijv. stadion, feest, straat).
● Achtergrondmuziek
In filmmuziek kan een leidmotief zitten. Muziek schept ook sfeer, roept herinneringen op, of
accentueert de handeling.
● Signalen en effecten
Dit zijn alle geluiden met een speciale rol in de film: het accentueren van een
16
camerabeweging of een handeling, het geven van lading aan een handeling, of het aangeven
van afstand ten opzicht van de handeling. Een krakende tak, gedruppel van water, dreigend
gerommel, plotseling gesnerp: het kan allemaal gebruikt worden als signaal.

We maken verschil tussen binnenbeelds en buitenbeelds geluid.


Het binnenbeeldse geluid moet altijd gemotiveerd zijn en dat geluid ‘zie’ je ook. Als een personage
iemand een dreun geeft moet je die ook horen, je kunt zelfs horen of die klap goed aankomt.
Bij buitenbeelds geluid kan een filmmaker zich veel permitteren, het levert zonder veel kostbare
trucs van alles op, ook humor (denk aan de toegevoegde geluiden bij de filmpjes van America’s
Funniest Home Videos). Voice-overs zijn natuurlijk buitenbeelds geluid; bij muziek hangt het er maar
van af.

Vraag 21. Zoek zelf twee voorbeelden uit jouw favoriete film of serie. Eén buitenbeelds geluid en
één binnenbeelds geluid. Zet de link erbij!

Schrijf hier je antwoord:


Buitenbeelds geluid = in de 1e scène de spannende muziek.

Binnenbeelds geluid = bij 1 min en 2 sec als Matt zijn kluisje opendoet, je ziet de actie en je hoort
het geluid ook.

https://youtu.be/aHIS7kT_QCI

Opnieuw: wat is een goede film?


Denk eens na over de volgende kwaliteiten van een filmmaker:

● Visueel vertellen, met zo weinig mogelijk literaire middelen


● Bewust een vertelperspectief kiezen en dat volhouden
● Ingenieus, eventueel vernieuwend gebruik maken van de filmische middelen
● Met filmische middelen een symbool laten ontstaan; uitstijgen boven het letterlijke verhaal
● Diepgang in verhaal en karakters bereiken; geen cliché’s
● Optimaal gebruik maken van de specifieke talenten van de acteurs, en het beste uit hen
halen
● Bijzondere en toch plausibele selectie en combinatie bereiken van elementen
● De toeschouwer verbluffen ‘by fair means’; niet proberen te imponeren met onnodige
effecten
● Ingenieus gebruik van de camera, bijvoorbeeld in een plan sequence

2. Wat is jouw smaak?


In de afgelopen lessen heb je een aantal filmbegrippen geleerd en een aantal filmscènes
bestudeerd. Je weet dus waarschijnlijk meer over film dan daarvoor. Bekijk nu opnieuw de

17
lijst van ‘kwaliteitseisen’ die je met een groepje aan het begin van deze lessen hebt
samengesteld.

Bespreek met elkaar welke eisen je zou toevoegen (zie je iets in de bovenstaande?),
misschien schrappen, of een andere plaats in de top 10 geven. Maak samen een nieuwe
lijst van kwaliteitseisen: ‘Een echt goede film heeft de volgende kenmerken: ...’.
Vraag 22:

1. Populariteit.

2. Als er emoties bij je loskomen.

3. Wanneer er goed gebruik wordt gemaakt van verschillende filmtechnieken.

4. Als er goede, bekende acteurs in meespelen.

5. Dat er een duidelijke verhaallijn in de film is.

6. Of je jezelf kan plaatsen in de hoofdpersoon.

7. Dat het een genre is waarvan je houdt.

8. Als andere mensen er een goede mening over hebben.

9. Bekendheid van regisseur.

10. Dat het bekeken wordt door de doelgroep waarvoor het is bedoelt.

18
Wat is jouw smaak?!
Vraag 23: Maak een collage met afbeeldingen van internet om jouw smaak op het gebied van film te laten
zien. Wat vind jij mooi/interessant/leuk om te zien?

19
20
Filmische effecten in een stripverhaal: Simon van de Rivier van Auclair

21
Opdracht kunstdiscipline

Film

22
CKV - PO – FILM - fotoroman

Je maakt in deze praktische opdracht, in een groep van 3 tot 5 leerlingen een fotoroman of
filmpje. Het verhaal voor de fotoroman/filmpje verzin je zelf.
Het verhaal moet binnen het thema Fictie of Non-Fictie passen, de enige voorwaarde is dat het
een emotionele ontknoping heeft.

Start fase
Stap 1: Vul de motivatie vragen in op het inleverdocument (het inleverdocument vind je helemaal
achterin deze Studie).

Divergerende fase
Stap 2: Ga eerst brainstormen. Bedenk samen een verhaal (scenario). Hoe origineler hoe beter!
Geef om te beginnen een beschrijving van de volgende elementen:
o Personages:
o Omstandigheden:
o Handelingen:
Deze beschrijvingen laat je straks ook zien in je presentatie.

Convergerende fase
Stap 3: Maak nu samen een storyboard. Dat wil zeggen een ‘stripboek’ van schetsjes waarop te
zien is uit welke beelden, en eventueel teksten, de fotoroman gaat bestaan. Hierbij pas je de
kennis toe die je hebt opgedaan in de opdrachten van de studie Film. Het storyboard en de
fotoroman moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:
o Minimaal 20, maximaal 25 beelden, exclusief teksten tussendoor;
o Pas gevarieerde camerastandpunten toe, die de actie en de emotie benadrukken.
Schrijf bij elk beeld wat voor soort camerastandpunt bedoeld is: close-up, medium
shot, over-the-shoulder shot, kikvorsperspectief, objectieve of subjectieve camera,
etc;
o Zorg voor een consequent vertelperspectief, bijv. V > P, etc;
o Als je bij de opnamen van de fotoroman van het storyboard gaat afwijken, licht dan
in het logboek toe waarom die keuze gemaakt is;
o Denk alvast aan eventuele kostuums en rekwisieten en bepaal waar je gaat
fotograferen/filmen.

Stap 4: Pas als het storyboard gereed is, begin je met het fotograferen of filmen. Schiet de beelden
met een digitale camera of met je telefoon. Op de computer kun je ze dan eventueel nog bijsnijden,
bewerken of monteren. Je mag tekst monteren in de beelden - of ‘dia’s’ tussendoor maken met
tekst, zoals vroeger bij de stomme films -, maar laat de beelden zoveel mogelijk voor zichzelf
spreken. Don’t tell them, show them!

Stap 5: Vul het Logboek in op het inleverdocument. Houd als groepje een logboek bij, waarin
staat wie wat wanneer gedaan heeft en hoe lang jullie er ongeveer mee bezig zijn geweest. Op
basis van dit logboek wordt je individuele bijdrage beoordeeld. Kom je dus nauwelijks in het
logboek voor, of is niet te bepalen wat jouw bijdrage was, dan betekent dat geen punten! Het
logboek bevat een slotwoord waarin alle groepsleden individueel beschrijven hoe de
23
samenwerking in jullie groep is verlopen en wat jullie geleerd hebben van het maken van deze
opdracht. (1 ingevuld logboek per groepje inleveren)

Slot fase
Stap 6: De presentatie van jouw creatie. Hoe ga jij jouw nagemaakte kunst aan de klas presenteren?
D.m.v. een powerpoint of anders… Tijdens deze presentatie komt aan de orde welk
vertelperspectief jullie hebben gebruikt en welke camerastandpunten.

eigen inbreng n.v.t. - max cijfer een 10


Beoordeling PO **** Naam: punten score
Culturele activiteit (ingevuld objectief/subjectief schema) Max. 10 pt.
Ingevuld studie Max. 20 pt
Ingevulde inleverdocument Max. 10 pt
Kwaliteit praktische opdracht Max. 50 pt
Presentatie praktische opdracht Max. 10 pt
Eigen inbreng n.v.t.
Totaal Max. 100 pt
Kwaliteit = Goed materiaal/ techniek gebruik, verzorging, begrijpelijk voor de toeschouwer, klopt
het eindproduct met de doelstelling? Voldoet de uitvoering aan alle gevraagde punten uit de
opdracht?
Presentatie = Uitleg van motivatie, proces en eindresultaat in minimaal 3 min.
Eigen inbreng = Extra onderdelen toegevoegd die niet beschreven staan in de opdracht. Beschrijf
deze dan ook in je motivatie. Een extra mooie gedetailleerde uitvoering kan ook een extra punt
opleveren.

24
CKV PO Inleverdocument (lever dit samen met je Studie en PO in!)

Notities (Brainstorm tijdens doorlopen van het stappenplan bij de gekozen PO) :

storyboard;

25
Naam leerling(en): Nadeera, Julia, Emma, Ela
Klas: AM4D
Kunstdiscipline: Film

Opdrachtkeuze: A/B/C/D (omcirkel welke opdracht je hebt gekozen


- fotoroman maken

Motivatie: (5 vragen)

26
Waarom heb ik/hebben wij voor deze opdracht gekozen?
- Omdat wij alle vier van film kijken houden met vrienden, familie en in ons eentje, dus
leek het ons heel interessant om hier ook nog meer over te leren

Wat is mijn/ons doel van deze opdracht?


- leren over de verschillende technieken die in films worden gebruikt

Hoe koppel ik/koppelen wij deze praktische opdracht aan het thema waar we nu mee bezig zijn?
- Het thema waarmee we nu bezig zijn is fictie en non-fictie. De studie film pas daarbij,
want er zijn ook waargebeurde en verzonnen films.

Welke onderdelen uit de studie komen terug in mijn/ons eindproduct?


- de verschillende onderwerpen die we in deze studie hebben geleerd zoals de
verschillende soorten perspectieven en montages kunnen ons helpen met het nog beter
maken van onze eigen fotoroman, als we die dan in een filmpje gaan zetten

Waarom ziet mijn/ons eindproduct er zo uit, als het er nu uitziet? Vertel hier over de keuzes die
je/jullie gemaakt heb(ben) bij het vormgeven van dit werk.
- we hebben eerst een mindmap gemaakt met verschillende ideeën. WE gingen een beetje
door de school lopen en rond ons heen kijken. Toen zagen we een brandalarm en dat
was de bron van het idee van de brand op school. Toen werkten we ons idee verder uit
en begonnen we met het storyboard. Daarna gingen we de fotos maken. een deel tijdens
de les en ook een deel na school om het als een goed eindresultaat te laten komen.

Logboek
Benodigdheden om je opdracht te maken:
- pen
- papier
- laptop/ telefoon
- edit apps (i movie en magicEraser)
- brandweerslang
- school (locatie)
Hoeveel tijd heb je nodig voor het maken van de opdracht (alles bij elkaar opgeteld).
- ongeveer 10 uur
Wat zijn de stappen die je moet doen om de opdracht te maken:
voor de studie:
- samen de eerste drie vragen maken
- plan maken van wie er wat gaat maken en wanneer dat af moet zijn
- iedereen zijn eigen vragen maken
- iedereen zijn eigen taken uitvoeren
- Filmpje maken
- samen alles checken
- samen het inleverdocument invullen
Beoogd eindresultaat:
De link van het filmpje
Vul bij samenwerking in een groep in onderstaand schema de taakverdeling in:
Wie: Taken: Tijdsduur van de taak:
27
Nadeera vragen 4 t/m 8 maken 2 uur en 30 min
storyboard maken
Ela vragen 9 t/m 13 maken 2 uur en 30 min
presentatie maken
Julia vragen 14 t/m 18 maken 2 uur en 30 min
hoofdrol filmpje plus editing
Emma vragen 19 t/m 23 maken 2 uur en 30 min
hoofdrol filmpje plus editing
voorderest hebben we alles
met elkaar gedaan en
besproken

Slotwoord: Hoe verliep de samenwerking in jullie groep? Wat heb je geleerd?

Naam: Julia Bekker. De samenwerking verliep goed. Er was een duidelijke taakverdeling en
iedereen heeft haar best gedaan. Ik heb geleerd een goede taakverdeling belangrijk is.

Naam: Emma de Koning. Ik vond dat de samenwerking erg goed verliep. We overlegden alles met
elkaar en hadden een taakverdeling. Alles was duidelijk voor iedereen. Elke les bespraken we wat
we deze les gingen doen dus dat ging ook goed. Ik heb geleerd hoe je goed de taakverdeling moet
maken en alles met elkaar te overleggen.

Naam: Ela Bagci, ik vond dat alles goed verliep. We hadden een duidelijke taakverdeling en iedereen
wist wat diegene moest doen. Als er toch iets niet lukte of je snapte iets niet, dan gingen we dat met
elkaar bespreken en proberen zo goed mogelijk te helpen. Ik heb geleerd hoe je goed moet
samenwerken en een duidelijke taakverdeling moet maken zodat alles goed verloopt.

Naam: Nadeera Manniesing.


Alles verliep gelukkig soepel en duidelijk. We hadden een overzichtelijke taakverdeling waarbij
iedereen zijn steentje bijdroeg. Allen hebben wij ons best gedaan en hadden we een goede
taakverdeling.

Inleveren: upload de studie + inleverdocument + PO in Magister


opdrachten bij het juiste PTA onderdeel!

28

You might also like