You are on page 1of 14

1.

0 Inleiding
Beste leerlingen uit 2 havo,

Eindelijk! Er komt een filmfestival op 't Rijks! De leerlingen uit 2 havo vervullen hierin een belangrijke
rol. Jullie hebben twee taken tijdens dit festival: promotor (pr) en jurylid. Als promotor zorgen jullie
ervoor dat het festival bekendheid krijgt onder de leerlingen van ‘t Rijks. Als jurylid moeten jullie
bepalen welke film van het festival de Koperen Ram krijgt voor beste film van het festival. Tijdens de
lessen krijgen jullie instructie over de onderdelen en werken jullie aan die onderdelen. Jullie werken,
net als in het echte leven, gedeeltelijk zelfstandig en gedeeltelijk samen.

Toetsing

De komende 10 lessen gaan jullie werken aan het filmfestival. Lekker films kijken en vertellen wat je
ervan vindt dus. Dat is simpel gezegd wat jullie gaan doen. Het project bestaat echter uit meer
onderdelen, die ook getoetst worden.

 Jullie maken een toets waarin de spelling van hfd. 3 t/m hfd. 6 uit je lesboek getoetst wordt.
 Jullie schrijven een recensie, waarin gelet wordt op de opbouw, structuur (die leren we je)
en inhoud, daarnaast letten we natuurlijk op spelling en grammatica. De recensie maak je in
twee lessen op school.
 Jullie schrijven een activerend artikel, maken een poster en maken een vlog ter promotie
van het filmfestival. Ook hiervoor krijg je natuurlijk een instructie.
 Jullie presenteren een juryrapport (voor de klas), volgens het stappenplan ‘presenteren
juryrapport’.

Weging

Elke toets heeft een eigen weging binnen het project. Voor het project krijg je uiteindelijk één cijfer:
het gemiddelde van alle gemaakt toetsen. In onderstaand schema vind je de weging van elke toets
binnen het project.

# Toets Weging
1 Spelling: het herkennen van spelfouten in een juryrapport. 3
2 Recensie: je bespreekt en beoordeelt drie van de getoonde films. 2
3 Activerend artikel: voor in de krant. 2
Poster: voor in de school en in de stad.
Vlog: voor youtube.
4 Presentatie: je presenteert de top 3 en je legt uit hoe je tot die keuze bent 3
gekomen a.d.h.v. beoordelingscriteria.

Eindcijfer: alle behaalde cijfers, vermenigvuldigd met de weging, gedeeld door tien. Dat cijfer wordt
in SOM gezet.

Heel veel plezier met het promoten en jureren!


2.0 Lessen

 LES 1
Werkvorm: individueel

In deze les:

 Jullie krijgen uitleg over het project.


 Jullie krijgen uitleg over het artikel, de poster en de vlog;
 We bespreken de criteria waarop we de films gaan beoordelen;
 We bekijken een korte film. De schoolgroep kijkt de film in het lokaal, de thuisgroep kijkt de
film individueel thuis; https://www.youtube.com/watch?v=07d2dXHYb94
 Jullie passen, om te oefenen, de beoordelingscriteria toe op de bekeken film. Vul het
beoordelingsschema (bijlage 1) in voor deze korte film, de getallen, maar ook de toelichting.
 Bespreken we in de klas de verschillende beoordelingen en hebben we het over hoe het
schema goed is ingevuld.
 mogen jullie leren voor de toets, als er nog tijd over is.

 LES 2
Werkvorm: individueel

In deze les:

Schoolgroep

♦ krijgt instructie over het schrijven van een recensie;


♦ maakt de toets (30 minuten);

Thuisgroep

♦ krijgt instructie over het schrijven van een recensie;


♦ kijkt de films en vult de twee beoordelingschema’s in

Huiswerk: kijk de vier onderstaande films

Coin operated https://www.youtube.com/watch?v=5L4DQfVIcdg


Lou https://www.youtube.com/watch?v=IMI67dpbd1A
Float https://www.youtube.com/watch?v=1HAGuju_yKY&t=92s
Father and daughter https://www.youtube.com/watch?v=CDprY-6IMG4

 LES 3
Werkvorm: individueel

In deze les:
Schoolgroep:

♦ Maakt de toets (30 minuten)


♦ Maakt de twee beoordelingsschema’s af
♦ Werkt aan recensie

Thuisgroep:

 Maakt de twee beoordelingsschema’s af


 Werkt aan recensie

 LES 4
Werkvorm: groepswerk

In deze les:

♦ De docent verdeelt de klas in groepen van drie of vier leerlingen. Leerlingen die thuis werken
moeten een eigen vergadering in Teams opstarten en die werken op die manier samen. Dit
is de manier waarop je het verdere project samenwerkt als je niet op school bent tijdens de
les. Dus ook als je ‘ziek’ bent, kan je op die manier aansluiten bij de groep op school.
♦ De twee beste films worden per groep genomineerd
♦ Werken aan presentatie
♦ Werken aan artikel / poster / vlog

 LES 5
Werkvorm: groepswerk

Deze les:

♦ Werken aan presentatie


♦ Werken aan artikel / poster / vlog

 LES 6
Werkvorm: groepswerk

Deze les:

♦ Werken aan presentatie


♦ Werken aan artikel / poster / vlog

 LES 7
Werkvorm: groepswerk / individueel
Deze les:

♦ Werken aan presentatie


♦ Werken aan artikel / poster / vlog
♦ Afronden recensie (individueel)

 LES 8
Werkvorm: groepswerk

Deze les:

♦ Inleveren recensie
♦ Afronden presentatie
♦ Afronden artikel / poster / vlog

 LES 9
Werkvorm: groepswerk

Deze les:

♦ Presentaties

 LES 10
Deze les wordt door jouw docent naar eigen inzicht ingevuld.

 LES 11 - RESERVE-LES
Werkvorm: groepswerk

♦ Presentaties
3.0 Bijlagen
1 Beoordelingsschema
Gebruik onderstaande schema’s om de bekeken film te beoordelen. De getallen kan je gebruiken om
je eerste mening te noteren, tijdens de film. Na de film vul je het schema in. Maak gebruik van de
toelichting die onder elke vraag staat. Probeer zo nauwkeurig mogelijk op te schrijven wat je wel en
wat je niet aanspreekt. Het is niet de bedoeling dat er een enorme hoeveelheid tekst in het schema
komt. Wel moet het genoeg zijn om af te lezen waarom je een bepaalde mening hebt. Je hebt de
beoordelingsschema's die je invult nodig bij het schrijven van je recensie. Het is dus voorbereiding
en daarom is het heel belangrijk dat je er serieus aan werkt: het scheelt je een hoop werk bij het
schrijven van de recensie.

Criteria om films te beoordelen


Film: Pip -- https://www.youtube.com/watch?v=07d2dXHYb94
1 Heeft de film je vermaakt? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10
Schrijf op: ja of nee (en alles daartussen). Leg uit wat ervoor zorgde dat je je vermaakt hebt, of
wat ervoor zorgde dat je je niet vermaakt hebt. Gebruik voorbeelden uit de film.

omdat hij bijgon niet erg goed maar hij probeerde het steeds opnieuw dat vond ik wel leuk
maar toen hij faalde was ik eigenlijk een beetje verdrietig maar ik was wel erg blij toen hij de
persoon redde

2 Vind je het thema van de film interessant? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10


Schrijf het thema op (bijvoorbeeld verraad, liefde, ruzie...). Gebruik voorbeelden uit de film om
het thema aan te tonen. Schrijf op waarom je het wel of niet een interessant thema vindt.

ja best wel want het is wel erg belangrijk voor de maatschappij

3 Heeft de film een verrassende wending? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10


Reageerden personages anders dan je verwachtte of juist niet? Waren er gebeurtenissen die niet
logisch leken, of was alles logisch? Moest je als kijker even goed nadenken over de
gebeurtenissen, of juist niet? Gebruik voorbeelden uit de film.

ja want hij haald het exam niet maar hij si wel de redder van de dag

4 Is de film geloofwaardig? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10
Gebeuren er dingen die volgens jou niet kunnen of juist wel kunnen? Gedraagt iemand zich zoals
jij dat nooit zou doen, of zoals je juist wel zou doen? Gebruik voorbeelden om je mening te
illustreren.
niet echt omdat het niet zomaar gebeurd dat een blinde vrouw exact op de plank loop op een
bouwplaats en dat ze exact in de richting kijkt van de hond
5 Is de film mooi om naar te kijken? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10
Besteed aandacht aan de manier van tekenen, de gedetailleerdheid en de kleuren. Probeer ook
uit te leggen of het past bij de film of juist niet. Geef voorbeelden uit de film.
ja want het was wel een plottwist de kleuren passen er ook goed bij alleen jammer dat het een
beetje ongeloofwaardig was
Film:
1 Heeft de film je vermaakt? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10
Schrijf op: ja of nee (en alles daartussen). Leg uit wat ervoor zorgde dat je je vermaakt hebt, of
wat ervoor zorgde dat je je niet vermaakt hebt. Gebruik voorbeelden uit de film.

2 Vind je het thema van de film interessant? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10


Schrijf het thema op (bijvoorbeeld verraad, liefde, ruzie...). Gebruik voorbeelden uit de film om
het thema aan te tonen. Schrijf op waarom je het wel of niet een interessant thema vindt.

3 Heeft de film een verrassende wending? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10


Reageerden personages anders dan je verwachtte of juist niet? Waren er gebeurtenissen die niet
logisch leken, of was alles logisch? Moest je als kijker even goed nadenken over de
gebeurtenissen, of juist niet? Gebruik voorbeelden uit de film.

4 Is de film geloofwaardig? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10
Gebeuren er dingen die volgens jou niet kunnen of juist wel kunnen? Gedraagt iemand zich zoals
jij dat nooit zou doen, of zoals je juist wel zou doen? Gebruik voorbeelden om je mening te
illustreren.

5 Is de film mooi om naar te kijken? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10


Besteed aandacht aan de manier van tekenen, de gedetailleerdheid en de kleuren. Probeer ook
uit te leggen of het past bij de film of juist niet. Geef voorbeelden uit de film.

Film:
1 Heeft de film je vermaakt? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10
Schrijf op: ja of nee (en alles daartussen). Leg uit wat ervoor zorgde dat je je vermaakt hebt, of
wat ervoor zorgde dat je je niet vermaakt hebt. Gebruik voorbeelden uit de film.

2 Vind je het thema van de film interessant? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10


Schrijf het thema op (bijvoorbeeld verraad, liefde, ruzie...). Gebruik voorbeelden uit de film om
het thema aan te tonen. Schrijf op waarom je het wel of niet een interessant thema vindt.
3 Heeft de film een verrassende wending? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10
Reageerden personages anders dan je verwachtte of juist niet? Waren er gebeurtenissen die niet
logisch leken, of was alles logisch? Moest je als kijker even goed nadenken over de
gebeurtenissen, of juist niet? Gebruik voorbeelden uit de film.

4 Is de film geloofwaardig? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10
Gebeuren er dingen die volgens jou niet kunnen of juist wel kunnen? Gedraagt iemand zich zoals
jij dat nooit zou doen, of zoals je juist wel zou doen? Gebruik voorbeelden om je mening te
illustreren.

5 Is de film mooi om naar te kijken? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10


Besteed aandacht aan de manier van tekenen, de gedetailleerdheid en de kleuren. Probeer ook
uit te leggen of het past bij de film of juist niet. Geef voorbeelden uit de film.

Film:
1 Heeft de film je vermaakt? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10
Schrijf op: ja of nee (en alles daartussen). Leg uit wat ervoor zorgde dat je je vermaakt hebt, of
wat ervoor zorgde dat je je niet vermaakt hebt. Gebruik voorbeelden uit de film.

2 Vind je het thema van de film interessant? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10


Schrijf het thema op (bijvoorbeeld verraad, liefde, ruzie...). Gebruik voorbeelden uit de film om
het thema aan te tonen. Schrijf op waarom je het wel of niet een interessant thema vindt.

3 Heeft de film een verrassende wending? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10


Reageerden personages anders dan je verwachtte of juist niet? Waren er gebeurtenissen die niet
logisch leken, of was alles logisch? Moest je als kijker even goed nadenken over de
gebeurtenissen, of juist niet? Gebruik voorbeelden uit de film.

4 Is de film geloofwaardig? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10
Gebeuren er dingen die volgens jou niet kunnen of juist wel kunnen? Gedraagt iemand zich zoals
jij dat nooit zou doen, of zoals je juist wel zou doen? Gebruik voorbeelden om je mening te
illustreren.
5 Is de film mooi om naar te kijken? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10
Besteed aandacht aan de manier van tekenen, de gedetailleerdheid en de kleuren. Probeer ook
uit te leggen of het past bij de film of juist niet. Geef voorbeelden uit de film.

Film:
1 Heeft de film je vermaakt? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10
Schrijf op: ja of nee (en alles daartussen). Leg uit wat ervoor zorgde dat je je vermaakt hebt, of
wat ervoor zorgde dat je je niet vermaakt hebt. Gebruik voorbeelden uit de film.

2 Vind je het thema van de film interessant? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10


Schrijf het thema op (bijvoorbeeld verraad, liefde, ruzie...). Gebruik voorbeelden uit de film om
het thema aan te tonen. Schrijf op waarom je het wel of niet een interessant thema vindt.

3 Heeft de film een verrassende wending? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10


Reageerden personages anders dan je verwachtte of juist niet? Waren er gebeurtenissen die niet
logisch leken, of was alles logisch? Moest je als kijker even goed nadenken over de
gebeurtenissen, of juist niet? Gebruik voorbeelden uit de film.

4 Is de film geloofwaardig? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10
Gebeuren er dingen die volgens jou niet kunnen of juist wel kunnen? Gedraagt iemand zich zoals
jij dat nooit zou doen, of zoals je juist wel zou doen? Gebruik voorbeelden om je mening te
illustreren.

5 Is de film mooi om naar te kijken? 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 - 10


Besteed aandacht aan de manier van tekenen, de gedetailleerdheid en de kleuren. Probeer ook
uit te leggen of het past bij de film of juist niet. Geef voorbeelden uit de film.
2 Opdracht artikel, poster, vlog
Elke groep moet één artikel, één poster en één vlog maken. Jullie mogen zelf bepalen hoe jullie aan
deze opdracht werken. De onderdelen kunnen verdeeld worden onder de groepsleden (elk groepslid
maakt één opdracht), maar je mag het ook met z'n drieën doen, of met verschillende tweetallen.
Houd wel in de gaten wat anderen doen, want de opdracht telt mee in de beoordeling. De opdracht
per onderdeel vind je hieronder.

-Het artikel lever je voor de presentatie in.

-De poster laten jullie zien aan het begin van de presentatie.

-De vlog laten jullie zien als onderdeel van de presentatie.

1 Onderdeel artikel

Schrijf een krantenartikel waarin je aankondigt dat er een filmfestival op 't Rijks is. Zorg dat de
inleiding, het middenstuk en het slot duidelijk te herkennen zijn. Het artikel heeft tussen de 400 en
450 woorden. Maak gebruik van de volgende aanwijzingen (bron: WikiHow). Het doel van het artikel
is dat mensen naar het festival komen, dus zorg voor voldoende informatie. Schrijf wat over de films
die vertoond worden (geen spoilers natuurlijk!) en zorg dat het een leuk artikel is om te lezen.

Bedenk een pakkende kop. De kop van je artikel moet uit een zinsfragment bestaan dat duidelijk
en beknopt de hoofdzaak van je artikel weergeeft. Gebruik pakkende woorden die de aandacht
trekken, maar zorg er wel voor dat de kop de inhoud van je artikel op de juiste manier weergeeft.
Bijvoorbeeld:
 "Ajax rouwt om overlijden populaire voetbaltrainer"
 "Krachtige aardbeving treft Noord-Groningen"
 "Premier Rutte bezoekt dit weekend Rusland"

Schrijf een introductie. De eerste zin van een krantenartikel, met een Engelse term ook wel lead
genoemd, vat in het kort de belangrijkste punten uit het verhaal samen. Ook al leest iemand niet
verder dan je introductie, hij of zij zou hierna toch de belangrijkste punten uit het artikel moeten
weten. De introductie wordt geschreven in de derde persoon en beantwoordt de bekende
topische vragen zoals je die in een nieuwsartikel kunt vinden: wie, wat, wanneer, waar, waarom
en hoe? Bekijk de volgende voorbeelden eens:
 "Een nieuwe uitbraak van vogelgriep in Noord-Brabant heeft deze week geleid tot de
ruiming van 500 kippen, zo laat het Ministerie van Economische Zaken weten."
 "Een vermist Rotterdams meisje werd maandag gevonden toen ze onderdak zocht in een
leegstaande woning in de havenstad, zo laat de Rotterdamse politie weten."

Vul je verhaal aan met verdere details. Breid het verhaal uit met achtergrondinformatie, de
meningen van de mensen die je geïnterviewd hebt en alle andere nodige feiten die je lezers
moeten weten om goed te kunnen begrijpen wat er gebeurd is. Elke alinea na de introductie
bevat één belangrijk punt van het verhaal en is niet langer dan ongeveer 50 woorden.
 Schrijf je verdere alinea's in volgorde van belangrijkheid in plaats van in chronologische
volgorde. Lezers moeten snel door het eerste deel van je artikel heen kunnen lezen en
direct aan het begin de belangrijkste informatie kunnen vinden. Als ze geïnteresseerd zijn,
kunnen ze verder lezen tot het einde van het artikel, waar ze meer uitgebreide informatie
over het onderwerp kunnen vinden.
 Neem in je verhaal uitspraken op die je verzameld hebt met je interviews, evenals
relevante cijfers en geschiedenis, zodat je al je punten goed kunt onderbouwen.

Eindig je artikel met een samenvatting. De laatste alinea rondt het verhaal af en brengt de lezer
weer bij het beginpunt. Vat de belangrijkste punten uit het verhaal samen en vermeld informatie
die de lezers nodig zouden kunnen hebben om het verhaal verder te volgen.
Blijf objectief. Objectiviteit is altijd al een van de belangrijkste eisen geweest die aan een
krantenartikel gesteld worden. Ook al is het onmogelijk om helemaal objectief te blijven--alles aan
het verhaal, van het onderwerp tot de woordkeuze, komt ten slotte van jou--toch moet je
proberen om in je artikel een volledig beeld te geven zodat je lezers hun eigen mening kunnen
vormen.
 Laat je eigen persoonlijke voorkeuren niet in je verhaal doorschijnen. Wanneer je
bijvoorbeeld over twee politieke kandidaten schrijft die het tijdens een verkiezing tegen
elkaar opnemen, beschrijf dan beide personen op een gelijke manier in plaats van je eigen
voorkeuren kenbaar te maken.
 Gebruik geen emotioneel geladen of suggestieve woorden die de mening van je lezers
over het onderwerp kunnen beïnvloeden. Vermijd stereotypen en politiek incorrect
taalgebruik.
 Overdrijf niet in je verhaal, of het nu om gebeurtenissen gaat, dingen die mensen gedaan
hebben of om andere aspecten. Het is jouw taak om te vertellen wat er echt gebeurd is,
niet om een overdreven versie van de werkelijkheid te geven.

Maak je artikel leesbaar. Schrijf je tekst met de juiste zinsstructuur en woordkeuze, zodat de
informatie duidelijk overkomt bij de lezer en geen verwarring oproept. Het doel van een
krantenartikel is om de informatie op een snelle manier over te brengen aan de lezer, en niet om
indruk te maken en mensen te amuseren (hoewel je natuurlijk niet wilt dat je artikel saai is).
Kranten worden gelezen door mensen uit alle lagen van de bevolking. Je schrijfstijl moet dus een
gevarieerd publiek aanspreken.
 Gebruik actieve zinnen in plaats van passieve taal. Dat is gemakkelijker te lezen en je
dringt direct tot de kern van de zaak door. Schrijf bijvoorbeeld "Premier Rutte hield
dinsdag een persconferentie," in plaats van "Dinsdag werd er door premier Rutte een
persconferentie gehouden."
 Geef duidelijk aan wie je geïnterviewd hebt. Is hij of zij bijvoorbeeld een dokter die een
baanbrekend wetenschappelijk onderzoek heeft uitgevoerd? Een ambtenaar? De moeder
van een man die wegens moord terechtstaat? De rol van de persoon moet duidelijk zijn
voor je lezers.
 Maak je tekst niet verwarrend door overbodige woorden te gebruiken. Als je onbekende
of moeilijke woorden gebruikt, verwart dit en leidt dit je lezers alleen maar af. Kies
woorden die bij het onderwerp van je artikel passen, in plaats van de meest overdreven
en hoogdravende woorden die je kunt vinden.

2 Onderdeel poster

Maak een aankondigende poster van het filmfestival. Op de poster moeten beeld en tekst worden
gecombineerd. Welke tekst moet er op de poster staan?

 De datum;
 de tijd;
 de plaats;
 de prijs van een kaartje en hoe je aan een kaartje kan komen;
 de twee door jullie genomineerde films (nog niet de winnaar bekendmaken!)

Het beeld dat jullie gebruiken, moeten jullie zelf bedenken. Er moet wel een overkomst zijn tussen
het festival en het beeld. Dit moeten jullie toelichten in de presentatie. Verder maak je een bewuste
keuze in lettertype, kleuren en vormen die jullie gebruiken. De poster lichten jullie toe in de
presentatie. Jullie mogen zelf bepalen of jullie tekenen, knippen en plakken, met spuitbussen
werken, stempelen, mozaïek gebruiken etc. Er moet wel duidelijk te zien zijn dat er aandacht aan
besteed is. Dus een plaatje knippen en plakken van internet, zal geen goede beoordeling opleveren.

De poster wordt samen beoordeeld met het artikel en de vlog.

Bovenstaande poster is een voorbeeld. Jullie kunnen zelf meer voorbeelden zoeken via google.

3 Onderdeel vlog

Jullie maken een vlog die mensen kunnen luisteren als ze interesse hebben in het festival. Na het
bekijken van de vlog weten de mensen:

 dat er een festival is, waar het is, wanneer het is en wat het kost en welke films vertoond
gaan worden;
 welk gevoel elke genomineerde film bij jullie losmaakte;
 het meest verrassende moment van elke genomineerde film;
 waarom jullie de film genomineerd hebben;
 voor wie de elke genomineerde film geschikt is (doelgroep) en waarom.
Jullie vlog heeft een inleiding, waarin jullie vertellen dat er een festival is, wat jullie in de vlog gaan
behandelen, een middenstuk, waarin jullie de films kort bespreken op bovenstaande onderdelen en
een slot, waarin jullie op een grappige wijze afsluiten. De vlog duurt minimaal twee en maximaal
drie minuten.

De vlog moet leuk zijn om naar te kijken en moet mensen enthousiast maken om naar het festival te
komen. De vlog wordt samen beoordeeld met het artikel en de poster.

3 Presentatie
 De presentatie duurt minimaal 7 en maximaal 8 minuten.
 De presentatie begint met het tonen van de poster en het laten zien van de vlog (maximaal 4
minuten).
 In de presentatie vertellen jullie:
o welke films genomineerd zijn;
o waarom die films genomineerd zijn (en de andere twee niet);
o welke film tweede is geworden: een positief punt en een negatief punt;
o welke film heeft gewonnen: maak gebruik van het beoordelingsschema.
 Jullie vertellen op een enthousiaste manier (houd het spannend voor de luisteraar).
 Jullie gebruiken een PowerPoint of Prezi (o.i.d.) als hulpmiddel.
 Jullie vertellen en lezen niet voor.
 Elk groepslid komt ongeveer evenveel aan het woord

De presentatie wordt op de volgende punten beoordeeld:

 Presentatievaardigheden
o Vlot presenteren (niet te langzaam, niet snel, vlotte overgangen)
o Contact met klas maken (aankijken, vragen stellen...)
o Verstaanbaarheid (articulatie, volume, toon)
 Inhoud
o Wordt elk onderdeel voldoende behandeld?
 Vorm
o Logische opbouw (inleiding – middenstuk – slot)
o Originaliteit (durf af te wijken van de andere presentaties)
o Enthousiasme

4 Recensie
Een recensie is een beoordeling van bijvoorbeeld een boek, toneelstuk of film. In jullie geval een film
dus. Het is de bedoeling dat jullie een recensie schrijven over de drie genomineerde films. Je kunt
gebruik maken van wat je hebt ingevuld op het beoordelingsschema (bijlage 1).

 De recensie heeft de indeling: inleiding – middenstuk – slot.


 In de inleiding noem je wat de aanleiding is van het schrijven (het filmfestival) en noem je de
films die je gaat bespreken. De laatste zin van de inleiding verwijst naar het vervolg van je
recensie, bijvoorbeeld: in de volgende alinea's lees je wat ik van de films vond. (Verzin zelf
een andere formulering.)
 In het middenstuk bespreek en beoordeel je in minimaal drie alinea’s de genomineerde
films. Eén film per alinea. Je begint bij de tweede en eindigt bij de nummer 1. Zorg dat er een
opsommend verband tussen de alinea’s aanwezig is. Per film geef je in maximaal twee
zinnen aan waar de film over gaat. Je beschrijft het thema, en welke personages erin
voorkomen. Vervolgens noem je drie punten waarop je de film positief of negatief
beoordeeld hebt:
o De film die als tweede eindigt heeft twee positieve oordelen en één negatief
oordeel.
o De beste film heeft drie positieve oordelen.
 In het slot trek je de conclusie dat de film die je als laatste hebt beoordeeld, de beste was en
eindig je met een grappige zin als afsluiting.
 De recensie heeft minimaal 600 woorden en maximaal 1000 woorden.
 Let op spelling en zinsbouw.
 De recensie wordt beoordeeld op die hierboven genoemde punten.

You might also like