Professional Documents
Culture Documents
HANDLEIDING
Softwareversie: 2020.20
Europe
VEILIGHEIDSINFORMATIE
De handleiding van de Model 3 is beschikbaar op het touchscreen. Om deze weer te geven, tikt u op Bediening > Service
> Handleiding.
Ga voor meer informatie over uw Model 3 naar www.tesla.com, en meld u aan bij uw Tesla-account of vraag een account
aan.
Voor vragen en opmerkingen over uw Model 3 kunt u contact opnemen met 1-877-79TESLA (1-877‑798-3752).
PRODUCTSPECIFICATIES
Alle specificaties en omschrijvingen in dit document zijn ten tijde van het ter perse gaan gecontroleerd op juistheid.
Omdat de doelstelling is om producten voortdurend te ontwikkelen en te verbeteren, behoudt Tesla zich het recht voor
om op willekeurige momenten wijzigingen door te voeren. U kunt eventuele onjuistheden of ontbrekende informatie in
dit document aan ons melden door een e-mail te sturen naar: ownersmanualfeedback@tesla.com.
Touchscreen gebruiken..................................131
Bediening.........................................................................................131
Interieur
OPMERKING: In auto's met rechtse besturing zitten veel van de bovenstaande bedieningselementen op dezelfde
plaats, maar dan gespiegeld aan de rechterzijde van de auto.
1. Knop voor portieren openen (Portieren van binnenuit openen on page 13)
2. Grootlicht (Grootlicht on page 61), richtingaanwijzers (Richtingaanwijzers on page 62), en ruitenwissers en -
sproeiers (Ruitenwissers en -sproeiers on page 68)
3. Claxon (Claxon on page 53)
4. Selectiehendel (Schakelen on page 58) , Traffic-Aware Cruise Control (Traffic-Aware Cruise Control on page
102) en Automatisch sturen (Automatisch sturen on page 108)
5. Touchscreen (Overzicht touchscreen on page 5)
6. Daklampje bestuurder (Verlichting on page 60)
7. Interieurcamera (Interieurcamera on page 25)
8. Alarmknipperlichten (Alarmknipperlichten on page 62) en SOS-knop (eCall on page 207)
9. Daklampje passagier (Verlichting on page 60)
10. Ventilatieopening climate control (zie Climate control on page 137).
11. Schakelaars ruitbediening (Ruiten on page 16)
12. Handmatige portierontgrendeling (Portieren van binnenuit openen on page 13)
13. Linker scrolltoets (Scrolltoetsen on page 52)
14. Rempedaal (Remmen en stoppen on page 69)
15. Gaspedaal (Regeneratief remmen on page 70)
16. Rechter scrolltoets (Scrolltoetsen on page 52)
17. Middenconsole (Opbergruimte en elektronica in het interieur on page 22)
2 MODEL 3 HANDLEIDING
Interieur
18. Dashboardkastje (Dashboardkastje on page 22)
Overzicht 3
Exterieur
4 MODEL 3 HANDLEIDING
Overzicht touchscreen
De functies en de informatie die u nodig hebt om met de Toont wanneer een melding van
Model 3 te rijden, worden weergegeven op het kracht is. Aanraken om informatie
touchscreen. Tijdens het rijden geeft het touchscreen rij- over de melding te tonen. Om een
informatie weer zoals de rijsnelheid, het bereik van de lijst van de meest recente
auto en waarschuwingen. Op het touchscreen kunt u meldingen weer te geven met de
diverse functies bedienen die in gewone auto's met nieuwste melding bovenaan, kunt u
fysieke knoppen worden bediend (zoals het afstellen van ook tikken op Service > Meldingen.
de spiegels). U kunt het touchscreen ook gebruiken om Zie Probleemoplossing bij
de instellingen van Model 3 aan uw voorkeuren aan te waarschuwingen on page 224.
passen.
ATTENTIE: Houd uw aandacht tijdens het rijden Toont wanneer een software-update
altijd bij de weg en het verkeer. Om de bestuurder beschikbaar is (zie Software-
zo min mogelijk af te leiden en de veiligheid van de updates on page 162).
inzittenden en andere weggebruikers te
waarborgen, moet het touchscreen niet tijdens het
rijden worden gebruikt om instellingen aan te Toont wanneer Dashcam gereed is
passen. voor gebruik (u hebt een
ondersteunde USB-stick op een
OPMERKING: De onderstaande afbeelding is uitsluitend USB-poort voorin aangesloten).
bedoeld ter verduidelijking. Afhankelijk van de opties, de Aanraken om Dashcam te bedienen.
softwareversie en het land van bestemming kan de Tik, terwijl de auto in de stand P
informatie op het touchscreen enigszins afwijken. (Parkeren) staat, op het Dashcam-
pictogram en kies "Viewer starten"
om de opgeslagen beelden van
Dashcam en Bewakingsmodus te
bekijken (zie Dashcam on page
83).
Aanraken om de Bewakingsmodus
in of uit te schakelen om de
omgeving van de auto actief te
bewaken (zie Bewakingsmodus on
page 154).
HomeLink-apparaten bedienen of
programmeren (indien aanwezig
(zie HomeLink Universal Transceiver
on page 158).
Overzicht 5
Overzicht touchscreen
2. Autostatus. Dit gedeelte is een dynamische
weergave van de huidige status van de Model 3
terwijl u rijdt, parkeert, de portieren opent, de Energie. Zie De actieradius vergroten
verlichting inschakelt, enz. Houd dit gedeelte tijdens on page 80.
het rijden in de gaten, omdat het belangrijke
informatie weergeeft zoals de rijsnelheid en
waarschuwingsberichten (zie Autostatus on page
64). Als de auto in de stand P (Parkeren) staat,
Opladen. Zie Instructies voor het
kunt u de bagageruimtes of het klepje van het
laden on page 170.
laadcontact openen.
3. Kaarten. In dit gedeelte wordt automatisch
bijgewerkte informatie weergegeven, zoals
inkomende oproepen, waarschuwingen voor de Web. Toegang tot het internet via de
veiligheidsgordels, de huidige toestand van de webbrowser (indien uitgerust met
ruitenwissers, enz. Het geeft ook snelle toegang tot premiumconnectiviteit).
de achteruitrijcamera (zie Achteruitrijcamera on
page 82), de status van het laden (zie Instructies
voor het laden on page 170), Entertainment. Blader in de volledige
spraakbedieningsopdrachten (zie Spraakbediening verzameling games en krijg toegang
on page 153), de bedieningselementen van de tot videostreamingservices - allemaal
ruitenwissers (zie Ruitenwissers on page 68) en de vanuit het touchscreen van uw auto.
waarschuwingen voor de veiligheidsgordels (zie Om deze te kunnen starten, moet de
Geluidsignalen van veiligheidsgordels on page 30). Model 3 in de stand P (Parkeren)
Veeg naar rechts of naar links voor toegang tot: staan.
◦ Ritten. U kunt de gereden afstand, het OPMERKING: Afhankelijk van de
energieverbruik en de energiezuinigheid vanaf voertuigconfiguratie en de
ieder moment of sinds de laatste keer dat de marktregio, is Entertainment, Arcade
Model 3 was opgeladen, weergeven. U kunt deze en/of Theater mogelijk niet
informatie ook weergeven voor maximaal twee beschikbaar in uw auto.
ritten. Tik op ... rechts boven in een rit om de
naam van de rit te wijzigen of de rit te resetten.
◦ Bandenspanning. Geeft de bandenspanning weer
Toybox. Easter Eggs weergeven (zie
of waarschuwingen met betrekking tot de
Easter Eggs on page 212).
bandenspanning die het toegestane bereik
overschrijden (zie Onderhoud banden on page
177).
OPMERKING: Wanneer u omhoog veegt op het
4. Bediening. Tik hierop om functies te regelen en de pictogram voor het openen van apps wordt de laatst
instellingen van de Model 3 aan te passen aan uw gebruikte app weergegeven (tenzij al een app wordt
voorkeuren (zie Bediening on page 131). weergegeven).
5. Media Player (zie Media en audio on page 147). OPMERKING: Afhankelijk van de marktregio en
6. Tik op het pictogram voor het openen van apps en voertuigopties, is uw auto mogelijk niet uitgerust
kies dan een van de volgende apps: met bepaalde functies.
6 MODEL 3 HANDLEIDING
Overzicht touchscreen
De Tesla "T"
Tik op de Tesla "T" boven in het midden van het
touchscreen als snelkoppeling naar het tabblad
Bediening > Software, waarop het volgende wordt
weergegeven:
Overzicht 7
Sleutels
Drie sleuteltypes OPMERKING: U moet ingelogd blijven op uw Tesla-
account om uw telefoon voor toegang tot de Model
3 te kunnen gebruiken.
Model 3 ondersteunt drie sleuteltypes:
3. Zorg ervoor dat de Bluetooth-instellingen van uw
• Geauthenticeerde telefoon - u kunt uw eigen telefoon zijn ingeschakeld.
smartphone instellen om deze via Bluetooth met de
Model 3 te laten communiceren. Ondersteunt De Bluetooth-instelling van uw telefoon moet
automatische vergrendeling en ontgrendeling, ingeschakeld zijn EN u moet er ook voor zorgen dat
evenals diverse andere functies met behulp van de Bluetooth is ingeschakeld in de algemene
mobiele app van Tesla. instellingen van uw telefoon voor de mobiele Tesla-
• Sleutelkaart - Tesla levert een sleutelkaart die op app. Navigeer op uw telefoon bijvoorbeeld naar
beperkte afstand communiceert met de Model 3 via Instellingen, kies de mobiele Tesla-app en zorg
RFID-signalen (Radio-Frequency Identification). De ervoor dat de instelling Bluetooth is ingeschakeld.
sleutelkaart wordt gebruikt om uw telefoon te
"authenticeren" zodat deze werkt met de Model 3, OPMERKING: Model 3 communiceert met uw
en om andere sleutelkaarten, telefoons of sleutels telefoon via Bluetooth. Om uw telefoon te
toe te voegen of te verwijderen. Indien uw authenticeren of als een sleutel te gebruiken, moet
geauthenticeerde telefoon een lege batterij heeft, of de telefoon ingeschakeld en Bluetooth geactiveerd
zoekgeraakt of gestolen is, kunt u uw sleutelkaart zijn. Let erop dat uw telefoon voldoende
gebruiken om de Model 3 te ontgrendelen, te starten batterijvermogen moet hebben om Bluetooth te
en te vergrendelen. kunnen gebruiken, en dat veel telefoons Bluetooth
uitschakelen wanneer de batterij bijna leeg is.
• Sleutel - Met de sleutel kunt u op knoppen drukken
om de voor- en achterbak te openen en de Model 3 4. Zorg ervoor dat Mobiele toegang toestaan
te ontgrendelen, te starten en te vergrendelen. De (Bediening > Veiligheid en beveiliging > Mobiele
sleutel ondersteunt tevens automatische toegang toestaan) is ingeschakeld.
vergrendeling en ontgrendeling, indien beschikbaar
5. Tik in de mobiele app van Tesla op
in uw regio (zie Passieve sleutel on page 10). Dit is
TELEFOONSLEUTEL en vervolgens op START om te
een afzonderlijk verkocht accessoire.
zoeken naar uw Model 3.
Model 3 ondersteunt in totaal 19 sleutels, waaronder Als uw Model 3 wordt gedetecteerd, vraagt de
geauthenticeerde telefoons, sleutelkaarten en maximaal mobiele app u om met uw sleutelkaart te tikken.
vier sleutel.
LET OP!: Zorg dat u altijd een sleutel bij u hebt als 6. Tik met uw sleutelkaart tegen de kaartlezer van de
u gaat rijden. U kunt wel wegrijden van de sleutel, Model 3 op de portierstijl of middenconsole (zie
maar zonder sleutel kunt u de Model 3 niet meer Sleutelkaart on page 9).
starten nadat deze wordt uitgeschakeld.
Wanneer de Model 3 uw sleutelkaart detecteert,
bevestigt de mobiele app dat uw telefoon met succes is
Geauthenticeerde telefoon geauthenticeerd. Tik op KLAAR.
Een gemakkelijke manier om toegang te krijgen tot uw Als de sleutelkaart niet binnen twee minuten met
Model 3 is via uw telefoon. Als u de auto nadert, wordt succes is gescand, wordt een foutmelding op de
het Bluetooth-signaal van uw telefoon gedetecteerd en mobiele app weergegeven. Tik opnieuw op
worden de portieren ontgrendeld wanneer u op een van TELEFOONSLEUTEL op de app om het nog eens te
de portiergrepen drukt. Wanneer u uitstapt en proberen.
wegloopt met de telefoon, zullen de portieren
automatisch worden vergrendeld (tenzij de functie Om de lijst met sleutels te bekijken waarmee thans
Wegloopvergrendeling is ingeschakeld, zoals toegang kan worden verkregen tot de Model 3 of om
beschreven in Wegloopvergrendeling on page 14). een telefoon te verwijderen, tikt u op Bediening >
Vergrendelingen (zie Sleutels beheren on page 11).
Alvorens u een telefoon kunt gebruiken om toegang te
krijgen tot de Model 3, gaat u als volgt te werk om deze OPMERKING: Door uw telefoon te authenticeren kunt u
te authenticeren: deze gebruiken als een sleutel om toegang te krijgen
tot de Model 3. Om de telefoon handsfree te gebruiken,
1. Download de mobiele app van Tesla op uw telefoon. toegang te krijgen tot de contactpersonen in uw
telefoon, er media op af te spelen enz., moet u de
2. Log in op de mobiele app van Tesla met de
telefoon ook met behulp van Bluetooth-instellingen
gebruikersnaam en het wachtwoord van uw Tesla-
koppelen (zie Telefoon on page 150).
account.
8 MODEL 3 HANDLEIDING
Sleutels
OPMERKING: Model 3 kan gelijktijdig op drie telefoons
worden aangesloten. Als dus meer dan één telefoon
wordt gedetecteerd en u een andere telefoon wilt
gebruiken of authenticeren, moet(en) de andere
aangesloten telefoon(s) buiten bereik worden geplaatst
of moet de Bluetooth-instelling worden uitgeschakeld.
OPMERKING: Anders dan bij de mobiele app is een
internetverbinding niet langer nodig om met de Model 3
te communiceren zodra een telefoon is geauthenticeerd.
Geauthenticeerde telefoons communiceren met de
Model 3 via Bluetooth.
OPMERKING: Hoewel Bluetooth-apparaten meestal een
bereik van zo'n 9 meter hebben, kunnen de prestaties
variëren afhankelijk van de telefoon die u gebruikt, de
omgevingsinterferentie enz.
OPMERKING: Als er meerdere auto's aan het Tesla-
account worden gekoppeld, moet u de mobiele app
verbinden met de auto waartoe u toegang wilt krijgen,
voordat u de telefoon als sleutel kunt gebruiken.
Openen en sluiten 9
Sleutels
Sleutel De werking van de sleutel kan verstoord worden door
radioapparatuur die dezelfde frequenties gebruikt.
Houd de sleutel in zo'n geval op minstens 30 cm
Als u een sleutel als accessoire hebt besteld (te afstand van andere elektronische apparatuur (mobiele
bestellen bij Tesla Stores of online bij http:// telefoon, laptop enz.).
www.tesla.com/shop), raakt u snel vertrouwd met deze
sleutel door deze te beschouwen als een Als de sleutel niet werkt (bijvoorbeeld als de batterij
miniatuurversie van de Model 3, met het Tesla-logo aan leeg is), kunt u de platte zijde ervan tegen de kaartlezer
de voorzijde. De sleutel heeft 3 toetsen die zachter in de portierstijl aan de bestuurderszijde houden (zoals
aanvoelen dan de rest van de behuizing. de sleutelkaart). Instructies voor het vervangen van de
batterij vindt u in Batterij in de sleutel vervangen on
page 11.
Passieve sleutel
1. Voorbak - twee keer indrukken om de voorbak te Afhankelijk van de marktregio of voertuigconfiguratie, is
openen. mogelijk geen passieve sleutel beschikbaar voor uw
auto.
2. Alles vergrendelen/ontgrendelen - één keer
indrukken om de portieren en de bagageruimten te Met uw sleutel kunt u de Model 3 gemakkelijk handsfree
vergrendelen (alle portieren en bagageruimten ontgrendelen. Ondanks het feit dat u een gekoppelde
moeten gesloten zijn). Twee keer indrukken om sleutel bij u moet dragen, hoeft u deze niet te
portieren en bagageruimten te ontgrendelen. gebruiken. Model 3 heeft sensoren rondom de auto die
3. Achterbak - twee keer indrukken om de achterbak te de aanwezigheid van de sleutel detecteren binnen een
openen. Een of twee seconden ingedrukt houden om afstand van ongeveer één meter. U kunt daarom uw
het klepje van de laadpoort te openen. sleutel in uw zak of tas houden en gewoon aan de
portiergreep trekken om de auto te ontgrendelen.
Zodra u binnen bent, start u de Model 3 door binnen Wanneer u de sleutel bij u draagt, kunt u ook de
twee minuten na het indrukken van de ontgrendelknop achterbak openen zonder de sleutel te gebruiken door
van de sleutel op het rempedaal te trappen (zie Starten op de greep van de achterbak te drukken. Als
en uitschakelen on page 56). Als u langer dan twee Wegloopvergrendeling is ingeschakeld, wordt uw auto
minuten wacht, moet u opnieuw op de ontgrendelknop automatisch vergrendeld wanneer u bent uitgestapt en
drukken of de sleutel in de nabijheid van de kaartlezer de sleutel zich niet langer binnen het detectiebereik
plaatsen. Deze bevindt zich achter de bekerhouders op bevindt (zie Wegloopvergrendeling on page 14). De
de middenconsole. Als uw sleutel wordt gedetecteerd, passieve sleutel wordt automatisch ingeschakeld
begint uw authenticatieperiode van twee minuten wanneer u uw sleutel aan uw auto koppelt.
opnieuw te lopen.
De sleutel kan slechts aan één auto tegelijk zijn
Wanneer u een Model 3 nadert of verlaat terwijl u een gekoppeld. Als u een andere auto passief wilt
sleutel bij u draagt, hoeft u de sleutel niet naar de vergrendelen en ontgrendelen met uw sleutel, raak dan
Model 3 te richten terwijl u op een knop drukt, maar u met de vlakke zijde van de sleutel de portierstijl van het
moet wel binnen bereik zijn. bestuurdersportier of de kaartlezer op de
middenconsole aan. U hoeft dit slechts één keer te
doen om de sleutel aan de gewenste auto te koppelen.
Als u de sleutel voor een andere auto gebruikt, dient u
deze opnieuw te koppelen.
10 MODEL 3 HANDLEIDING
Sleutels
OPMERKING: Alleen sleutels met het TESLA-logo op de
vlakke zijde hebben de functionaliteit voor passief
vergrendelen en ontgrendelen. Sleutels met het MODEL
3-logo op de vlakke zijde kunnen uw auto niet passief
vergrendelen en ontgrendelen.
OPMERKING: Voor extra beveiliging schakelt uw sleutel
zichzelf uit wanneer de auto vijf minuten stilstaat terwijl
de sleutel binnen bereik is maar de auto niet wordt
gebruikt. De auto wordt in dat geval niet passief
vergrendeld of ontgrendeld. Schud de sleutel of druk op
een knop van de sleutel om de sleutel weer te activeren.
Sleutels beheren
Om een lijst van alle sleutels (telefoons, sleutelkaarten
2. Verwijder de batterij door deze uit de en sleutels) weer te geven die toegang hebben tot uw
bevestigingsklemmen te lichten. Model 3, tikt u op Bediening > Vergrendelingen. Een
pictogram naast elke sleutel geeft aan of de sleutel een
telefoon, sleutelkaart of sleutel is. Gebruik deze lijst om
sleutels te beheren die toegang hebben tot uw auto. Zie
Sleutels toevoegen en verwijderen on page 12 om
sleutels toe te voegen of te verwijderen.
Openen en sluiten 11
Sleutels
OPMERKING: Model 3 ondersteunt maximaal 19 2. Zoek de sleutel die u wilt verwijderen in de
sleutels. Als deze limiet is bereikt, moet u een sleutel sleutellijst en tik vervolgens op het
verwijderen voordat u een nieuwe sleutel kunt prullenbakpictogram voor deze sleutel.
toevoegen.
3. Scan, wanneer u hierom wordt gevraagd, een al
geauthenticeerde sleutelkaart of sleutel op de
Sleutels toevoegen en verwijderen sleutelradar achter de bekerhouders boven op de
middenconsole om het verwijderen te bevestigen.
Een sleutelkaart of sleutel toevoegen: Daarna is de verwijderde sleutel niet langer
zichtbaar in de sleutellijst.
OPMERKING: Als u een sleutel toevoegt, moet deze
sleutel op kamertemperatuur zijn. Het koppelen kan OPMERKING: Voor de auto is altijd ten minste één
mislukken als de sleutel koud is. geauthenticeerde sleutelkaart of sleutel nodig. Als de
sleutellijst slechts één sleutelkaart bevat, kan deze
1. Tik in het touchscreen op Bediening > sleutel niet worden verwijderd.
Vergrendelingen en vervolgens op + in het
sleutelgedeelte.
2. Scan uw nieuwe sleutelkaart of sleutel op de
sleutelradar achter de bekerhouders boven op de
middenconsole. Verwijder de nieuwe sleutelkaart of
sleutel van de sleutelscanner wanneer deze is
herkend.
3. Scan een al geauthenticeerde sleutelkaart of sleutel
(die al toegang heeft tot de auto) op de sleutelradar
achter de bekerhouders boven op de
middenconsole.
4. Daarna wordt de nieuwe geauthenticeerde sleutel in
de sleutellijst weergegeven. U kunt de naam ervan
wijzigen door op het bijbehorende
potloodpictogram te tikken.
12 MODEL 3 HANDLEIDING
Portieren
Vergrendelen en ontgrendelen
zonder sleutel
De Model 3 kan eenvoudig worden vergrendeld en
ontgrendeld. U hoeft alleen maar uw geauthentiseerde
telefoon of gekoppelde sleutel bij u te dragen. Model 3
herkent uw geauthenticeerde telefoon of gekoppelde
sleutel en wordt automatisch ontgrendeld wanneer u op
een portiergreep drukt, en wordt vergrendeld wanneer
u de auto verlaat (zie Wegloopvergrendeling on page
14).
Portiergrepen buitenzijde
gebruiken
Duw met uw duim tegen het brede gedeelte van de
portiergreep. De greep kantelt naar u toe en u kunt het
portier openen door aan de greep of aan de rand van
het portier te trekken.
Openen en sluiten 13
Portieren
LET OP!: De handmatige portierontgrendelingen
zijn uitsluitend bedoeld voor het geval dat de
Model 3 geen stroom meer heeft. Wanneer de
Model 3 stroom heeft, gebruikt u de knop boven
op de portiergreep in het interieur.
14 MODEL 3 HANDLEIDING
Portieren
• Een portier of achterbak is niet goed gesloten.
Wegrijvergrendeling
Model 3 vergrendelt automatisch alle portieren (en de
bagageruimtes) zodra u sneller rijdt dan 8 km/h.
Kindersloten
Model 3 is uitgerust met kindersloten op de
achterportieren om te voorkomen dat kinderen deze van
binnenuit openen. Tik op het touchscreen op Bediening
> Vergrendelingen > Kindersloten.
Openen en sluiten 15
Ruiten
Openen en sluiten ATTENTIE: Zorg ervoor dat er zich geen
lichaamsdelen in de ruitopening bevinden als u de
ruiten bedient, let daarbij vooral op kinderen. Het
Druk de schakelaar in om het desbetreffende raam te negeren van deze aanwijzing vergroot de kans op
openen. De ruitschakelaars hebben een dubbele functie: ernstig letsel.
Ramen kalibreren
In het onwaarschijnlijke geval dat een raam niet naar
verwachting functioneert (raakt de lichte raamlijst, gaat
niet goed open of dicht, gaat verder open dan normaal
bij het openen van het portier, etc.), kunt u het raam
kalibreren om het probleem op te lossen.
16 MODEL 3 HANDLEIDING
Achterbak
Openen Laadvermogen
Om de achterbak te openen zorgt u ervoor dat de auto Zeker alle lading voor het verplaatsen van de Model 3,
in de stand P (Park) staat en trekt u de achterklep en plaats zware ladingen in het onderste compartiment
vervolgens open: van de achterbak.
• Tik op de bijbehorende toets OPEN op het LET OP!: Laad, om schade te voorkomen, nooit
touchscreen. meer dan 130 lbs (60 kg) op de laadvloer achter
(boven het onderste compartiment van de
• Druk de toets voor de achterbak op de achterbak) of meer dan 285 lbs (130 kg) in het
accessoiresleutel twee keer achter elkaar in. grote onderste compartiment van de achterbak.
• Tik op de toets voor de bagageruimte achter in de Het negeren van deze aanwijzing kan schade
mobiele app. veroorzaken.
• Druk, terwijl de Model 3 is ontgrendeld, op de
schakelaar onder de handgreep van de achterbak. Sluiten
Om de achterbak te sluiten drukt u de achterklep
omlaag totdat u hoort dat de vergrendeling vastklikt.
Openen en sluiten 17
Achterbak
ATTENTIE: Laat kinderen niet in de achterbak
spelen en voorkom dat ze worden ingesloten.
Kinderen die niet in een kinderzitje worden
vervoerd, lopen gevaar van ernstig of zelfs
dodelijk letsel bij een aanrijding. Een kind loopt
gevaar van uitputting door hitte wanneer het in
de auto is ingesloten, met name als de climate
control is uitgeschakeld.
LET OP!: Laad nooit meer dan 130 lbs (60 kg) op
de laadvloer achter (boven het onderste
compartiment van de achterbak) of meer dan 285
lbs (130 kg) in het onderste compartiment van de
achterbak. Het negeren van deze aanwijzing kan
schade veroorzaken.
18 MODEL 3 HANDLEIDING
Voorbak
Openen 2. Leg uw handen op de (in groen) aangegeven
plaatsen aan de voorzijde van de klep en druk deze
stevig omlaag om de vergrendelingen vast te
De voorbak openen:
klikken.
1. Zorg ervoor dat de ruimte rondom de klep vrij is van 3. Probeer voorzichtig aan de voorkant van de klep te
obstakels. trekken om te controleren of deze goed dicht zit.
2. Tik op de bijbehorende toets OPEN op het
touchscreen, dubbelklik op de toets voor de voorbak
op de accessoiresleutel, of tik op de toets voor de
voorbak op de mobiele app.
3. Trek de klep omhoog.
Als een portier of achterbak open is, LET OP!: Schade vermijden:
gaat het controlelampje op het
touchscreen branden. Op het • Oefen alleen druk uit op de groene zones die
touchscreen wordt ook aangegeven dat zijn weergegeven. Wanneer u druk uitoefent
de voorbak van de Model 3 is geopend. op de rode zones, kan schade ontstaan.
• Sluit de klep niet met één hand. Wanneer u dit
ATTENTIE: Alvorens de klep te openen of te doet, wordt de kracht op één plaats
sluiten, is het belangrijk om te controleren of de geconcentreerd wat tot deuken kan leiden.
ruimte rondom de klep vrij is van obstakels
• Oefen geen druk uit op de voorste rand van de
(mensen en objecten). Als u dit niet doet, kan dit
klep. Anders kan de rand vervormd raken.
tot schade of ernstig letsel leiden.
• Sla de klep niet dicht en laat deze ook niet
OPMERKING: De voorbak wordt vergrendeld wanneer
vallen.
deze is gesloten en u de Model 3 vergrendelt met het
touchscreen, de mobiele app of de sleutelkaart, u Model
3 verlaat terwijl u de geauthentiseerde telefoon bij u ATTENTIE: Voordat u gaat rijden, moet u
draagt (wanneer Wegloopvergrendeling ingeschakeld controleren of de klep goed is vergrendeld en
is) of als Valet Mode actief is (zie Valet Mode on page volledig is gesloten, door voorzichtig de voorkant
51). van de klep te proberen op te lichten om te zien
of deze beweegt.
Sluiten
Van binnenuit openen in
De voorklep van de Model 3 is niet zwaar genoeg om
onder zijn eigen gewicht te vergrendelen. Tevens kan
noodsituaties
schade ontstaan als u druk uitoefent op de voorste rand
of het midden van de klep. In de voorbak bevindt zich een verlichte knop waarmee
iemand die ingesloten is, zichzelf kan bevrijden.
De klep op de juiste manier sluiten:
Openen en sluiten 19
Voorbak
20 MODEL 3 HANDLEIDING
Voorbak
OPMERKING: Als12 V-voeding op deze klemmen
wordt gezet, wordt alleen de voorklep ontgrendeld. U
kunt niet de 12V-batterij opladen met deze klemmen.
Openen en sluiten 21
Opbergruimte en elektronica in het interieur
Dashboardkastje
Om het dashboardkastje te openen, tikt u op Bediening
> Dasboardkastje in de hoek onder in het touchscreen.
Het dashboardkastje gaat automatisch open en de
verlichting gaat branden.
USB-poorten
Model 3 heeft twee USB-poorten in het voorste vak van
de middenconsole. Deze poorten kunnen worden
gebruikt om uw telefoon op aan te sluiten en op te laden
(zie Oplaadkabel voor telefoons installeren on page
23), beeldmateriaal op te slaan wanneer u functies
Om het dashboardkastje te sluiten, duwt u het omhoog zoals Bewakingsmodus of Dashcam gebruikt, of
totdat het op zijn plaats klikt. audiobestanden afspeelt die zijn opgeslagen op een
telefoon of USB-apparaat (zie Media van apparaten
OPMERKING: Als u het dashboardkastje open laat, gaat afspelen on page 148).
het lampje ervan uiteindelijk uit.
Open het klepje van de middenconsole onder het
OPMERKING: Het dashboardkastje wordt afgesloten touchscreen en til de telefoondock op om toegang te
wanneer deze is gesloten en u Model 3 vergrendelt met krijgen tot de voorste USB-poorten.
de mobiele app of de sleutelkaart, u Model 3 verlaat
terwijl u de geauthentiseerde telefoon bij u draagt
(wanneer Wegloopvergrendeling ingeschakeld is) of als
Valet Mode actief is (zie Valet Mode on page 51). Het
wordt niet afgesloten wanneer u Model 3 vergrendelt
door op het vergrendelpictogram in het touchscreen te
tikken.
ATTENTIE: Houd het dashboardkastje tijdens het
rijden dicht om te voorkomen dat het deksel bij
een noodstop of een aanrijding verwondingen
veroorzaakt.
Middenconsole
Behalve een RFID-zender die de sleutels en
sleutelkaarten leest (zie Sleutelkaart on page 9), is de
middenconsole uitgerust met bekerhouders, twee
opbergvakken en een oplaaddock voor twee telefoons Aan de achterkant van de middenconsole bevinden zich
(of andere apparaten). twee extra USB-poorten. De passagiers achterin kunnen
deze poorten gebruiken om hun USB-apparaten op te
laden. Apparaten aangesloten op de achterste USB-
poorten communiceren niet met de auto.
22 MODEL 3 HANDLEIDING
Opbergruimte en elektronica in het interieur
Openen en sluiten 23
Opbergruimte en elektronica in het interieur
ATTENTIE: Om overmatige interferentie met de
voertuigelektronica te voorkomen, raadt Tesla af
om accessoires, waaronder omvormers, van een
ander merk dan Tesla aan te sluiten op het 12V-
stopcontact. Mocht u toch een accessoire van een
ander merk dan Tesla gebruiken, dan moet u bij
een storing of een afwijkende toestand, zoals een
brandend controlelampje, een
waarschuwingsbericht of een te warm geworden
accessoire, het accessoire onmiddellijk
loskoppelen van het 12V-stopcontact.
LET OP!: Probeer de Model 3 niet te starten door
startkabels op het 12V-stopcontact aan te sluiten.
Dit kan schade veroorzaken.
Achterconsole
7. Schuif de afdekking naar rechts om deze weer aan te
brengen op de onderkant van de telefoondock. Uw Model 3 heeft een achterconsole in het midden van
de rugleuning op de tweede zitrij. Trek de console
8. Zet het telefoondock omlaag en breng de rubbermat omlaag voor toegang tot de bekerhouders achterin of
weer aan. om de console te gebruiken als armleuning.
12V-stopcontact
Uw Model 3 heeft een stopcontact in het achterste
opbergvak van de middenconsole.
Kledinghangers
Uw Model 3 heeft aan weerskanten van de tweede zitrij
Het stopcontact is geschikt voor de voeding van een kledinghanger en een leeslamp. Druk op de
accessoires met een stroomsterkte van maximaal 12A kledinghanger om deze uit te schuiven. Druk er
continu (16A piek). nogmaals op om deze in te trekken.
24 MODEL 3 HANDLEIDING
Opbergruimte en elektronica in het interieur
Interieurcamera
Model 3 is uitgerust met een camera in het interieur De
camera is op dit moment niet actief, maar kan mogelijk
worden gebruikt met toekomstige functies die aan de
Model 3 kunnen worden toegevoegd bij nieuwe
software-releases.
Openen en sluiten 25
Voorstoelen en achterbank
Correcte houding De voorstoelen verstellen
De stoel, de hoofdsteun, de gordel en de airbag vormen
een combinatie die zorgt voor een optimale veiligheid.
Een juist gebruik geeft een maximale bescherming.
26 MODEL 3 HANDLEIDING
Voorstoelen en achterbank
ATTENTIE: Rijd niet met de auto als de rugleuning
van de stoel achterover gekanteld is. Dit is
gevaarlijk en kan ernstig letsel veroorzaken als u
bij een aanrijding onder de gordel doorschiet.
Zorg dat de rugleuning van de stoel onder het
rijden nooit meer dan 30 graden achterover
gekanteld is.
Neerklapbare achterbank
Model 3 heeft een in delen neerklapbare achterbank.
Hoofdsteunen
Om de achterbank in te klappen, trekt u aan de
De voorstoelen en buitenste achterstoelen zijn voorzien
desbetreffende hendel en klapt de rugleuning naar
van geïntegreerde hoofdsteunen die niet verstelbaar
voren toe neer.
zijn.
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen 27
Voorstoelen en achterbank
Een hoofdsteun verwijderen/plaatsen
Om de hoofdsteun te verwijderen:
Stoelverwarming
De voorstoelen en achterbank zijn uitgerust met
thermostatisch geregelde stoelverwarming met 3
standen (1 = laagste stand, 3 = hoogste stand). Zie
Climate control on page 137 voor de bediening van de
stoelverwarming.
28 MODEL 3 HANDLEIDING
Voorstoelen en achterbank
Stoelhoezen
ATTENTIE: Gebruik geen stoelhoezen in de Model
3. Deze zouden bij een aanrijding de goede
werking van de zijairbags in de stoelen kunnen
verstoren. Als de auto is uitgerust met een systeem
voor het detecteren van inzittenden dat wordt
gebruikt om de status van de frontairbag aan
passagierszijde te bepalen, kunnen stoelhoezen de
werking van dit systeem ook verstoren.
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen 29
Veiligheidsgordels
Veiligheidsgordels dragen
Veiligheidsgordels en kinderzitjes zijn de beste middelen
ter bescherming van de inzittenden bij een aanrijding.
Het dragen van de veiligheidsgordels is in de meeste
landen dan ook verplicht.
30 MODEL 3 HANDLEIDING
Veiligheidsgordels
ATTENTIE: Zorg er voordat u gaat rijden voor dat
de veiligheidsgordel correct is gepositioneerd en
Gordelspanners
dat het schouderankerpunt is vergrendeld. Rijden
terwijl de veiligheidsgordel onjuist is De veiligheidsgordels voorin zijn voorzien van
gepositioneerd of wanneer het schouderankerpunt gordelspanners die bij een zware frontale aanrijding
niet is vergrendeld kan de werking van de tegelijk met de airbags geactiveerd worden. De
veiligheidsgordel bij een aanrijding verminderen. gordelspanner trekt het heup- en schoudergedeelte van
de gordel automatisch strak tegen het lichaam zodat de
inzittende niet naar voren schiet.
Gordel losmaken
De buitenste zitplaatsen zijn uitgerust met
Houd de gordel vlak bij de sluiting vast om te gordelspanners om de gordel naar binnen te trekken en
voorkomen dat deze te snel losschiet en druk op de voorwaartse beweging van de inzittende te beperken.
knop van de gordelsluiting. De gordel rolt automatisch
op. Zorg dat het oprollen van de gordel op geen enkele
wijze belemmerd wordt. De gordel mag niet loshangen.
Neem contact op met Tesla als een veiligheidsgordel
niet helemaal oprolt.
Veiligheidsgordels testen
ATTENTIE: Plaats niets tussen de riem en uw U kunt op eenvoudige wijze controleren of de
lichaam om de klap van een aanrijding op te veiligheidsgordels hun werk goed doen.
vangen.
1. Maak de gordel vast en geef ter hoogte van de
sluiting een korte, felle ruk aan de riem. De gordel
moet netjes vast blijven zitten.
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen 31
Veiligheidsgordels
2. Neem de losse gordel en trek de riem helemaal uit. ATTENTIE: Voer geen wijzigingen of
Controleer of het afrollen soepel en zonder aanpassingen uit aan de veiligheidsgordels,
haperingen verloopt en controleer de riem op hierdoor zou de werking van de oprolautomaat
sporen van slijtage. Laat de gordel oprollen, verstoord kunnen worden. Een slappe gordel
controleer of de riem soepel en zonder haperingen biedt onvoldoende bescherming.
helemaal oprolt. ATTENTIE: Voer geen wijzigingen of
3. Rol de riem half uit en trek dan de gesp snel naar aanpassingen uit aan de veiligheidsgordels,
voren. De oprolautomaat moet de riem nu blokkeren. hierdoor zou de goede werking van de
veiligheidsgordels verstoord kunnen worden.
Neem onmiddellijk contact op met Tesla als een ATTENTIE: Als een gordel niet gebruikt wordt,
veiligheidsgordel niet werkt zoals hierboven is moet deze helemaal opgerold zijn, de gordel mag
beschreven. niet (gedeeltelijk) loshangen. Neem contact op
met Tesla als een veiligheidsgordel niet helemaal
Zie Veiligheidsgordels on page 185 voor informatie oprolt.
over het reinigen van veiligheidsgordels.
Waarschuwingen veiligheidsgordels
ATTENTIE: Alle inzittenden moeten op elk
moment hun veiligheidsgordel dragen, zelfs bij
een bijzonder korte afstand. Het negeren van
deze aanwijzing kan bij een aanrijding leiden tot
ernstig letsel, in sommige gevallen zelfs met
dodelijke afloop.
ATTENTIE: Plaats kinderen in een geschikt
kinderzitje zoals beschreven onder het onderwerp
Kinderzitje. Volg bij het plaatsen van een
kinderzitje in de auto altijd de aanwijzingen van
de fabrikant van het zitje.
ATTENTIE: Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels
op de juiste manier gedragen worden. Het
negeren van deze aanwijzing kan bij een
aanrijding leiden tot ernstig letsel, in sommige
gevallen zelfs met dodelijke afloop.
ATTENTIE: Leg de gordel niet over harde,
kwetsbare of scherpe voorwerpen in uw kleding
zoals pennen, sleutels, een bril enz. Deze kunnen
verwondingen veroorzaken als de gordel
gespannen wordt.
ATTENTIE: Zorg dat de riem op geen enkele
plaats gedraaid is.
ATTENTIE: Elke veiligheidsgordel mag maar door
één persoon tegelijk gedragen worden. Voer geen
kinderen mee op schoot.
ATTENTIE: Veiligheidsgordels die bij een
aanrijding gebruikt zijn, moeten door Tesla
gecontroleerd en zo nodig vervangen worden,
ook al lijkt er in eerste instantie niets aan de hand.
ATTENTIE: Laat veiligheidsgordels die sporen van
slijtage (rafels) vertonen, die gescheurd zijn of op
enige andere wijze beschadigd zijn, zo snel
mogelijk door Tesla vervangen.
ATTENTIE: Zorg dat er geen chemicaliën,
vloeistoffen, grit en reinigingsmiddelen op de
gordels terecht kunnen komen. Vervang een
veiligheidsgordel onmiddellijk als deze niet goed
oprolt of als de sluiting niet goed werkt. Neem
contact op met Tesla.
32 MODEL 3 HANDLEIDING
Kinderzitjes
Als een kind op de passagiersstoel voorin is geplaatst moet de frontairbag aan passagierszijde uitschakelen (zelfs als
het kind in een geschikt kinderzitje of op een zitverhoger is geplaatst). Bij een aanrijding kan de geactiveerde airbag
ernstig of zelfs dodelijk letsel veroorzaken, met name wanneer een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje wordt
gebruikt.
Om de frontairbag aan passagierszijde uit te schakelen, tikt u op Bediening > Veiligheid en beveiliging >
Frontairbag passagierszijde (zie De frontairbag aan passagierszijde bedienen on page 48).
ATTENTIE: Als u de frontairbag aan passagierszijde uitschakelt, vergeet deze dan niet weer in te schakelen
wanneer een volwassene op de passagiersstoel voorin plaatsneemt.
De status van de frontairbag aan passagierszijde wordt in de bovenhoek van het touchscreen aangegeven. U kunt
ook op het volgende statuspictogram tikken om de frontairbag aan passagierszijde uit of in te schakelen:
Als een kind op de passagiersstoel voorin zit, controleer dan altijd voordat u gaat rijden of de
frontairbag aan passagierszijde UIT is.
• Gebruik een kinderzitje dat geschikt is voor de leeftijd, het gewicht of de lengte van het kind (zie Aanbevolen
kinderzitjes on page 34).
• Gebruik een kinderzitje dat geschikt is voor de betreffende zitplaats in de Model 3. Elke zitplaats voor passagiers
in de Model 3 ondersteunt diverse mogelijkheden. Zie Passagiersstoel voorin on page 36, Buitenste zitplaatsen
achterin on page 38, en Middelste zitplaats achterin on page 40 voor gegevens over welk type kinderzitje op
de passagiersstoelen kan worden gebruikt.
• Plaats het kinderzitje correct volgens de instructies van de fabrikant (zie Plaatsen van kinderzitjes met
gordelbevestiging on page 41 en ISOFIX/i-Size kinderzitjes plaatsen on page 41 voor algemene richtlijnen).
Openen en sluiten 33
Kinderzitjes
Aanbevolen kinderzitjes
In de onderstaande tabel vindt u de door Tesla aanbevolen kinderzitjes op basis van de gewichtsklasse van het
kind (zoals beschreven in ECE R44 "Uniforme bepalingen met betrekking tot kinderzitjes"). Hoewel kinderen van
elke gewichtsklasse op elke zitplaats in de Model 3 kunnen zitten, kan het te gebruiken type kinderzitje per
zitplaats verschillen. Op de zitplaats midden achterin mogen bijvoorbeeld alleen kinderzitjes met
gordelbevestiging worden gebruikt (zoals beschreven in Twee plaatsingsmethoden on page 35).
34 MODEL 3 HANDLEIDING
Kinderzitjes
Grotere kinderen
Gebruik een geschikte zitverhoging als een kind te groot is voor een kinderzitje maar nog niet groot genoeg om de
veiligheidsgordel goed te kunnen gebruiken. Als kinderen een zitverhoger nodig hebben, raadt Tesla het gebruik van
de voet van de Peg Perego Viaggio 2-3 Shuttle aan. Volg exact de instructies van de fabrikant voor het plaatsen en
het gebruik van een zitverhoger.
Twee plaatsingsmethoden
OPMERKING: Om een kinderzitje te plaatsen, dient u altijd zorgvuldig de instructies van de fabrikant van het
kinderzitje te lezen en te volgen.
Hoewel er vele andere varianten zijn, zijn er in het algemeen twee soorten kinderzitjes, gebaseerd op de manier
waarop zij op de stoel worden bevestigd:
• Met gordelbevestiging - worden bevestigd met behulp van de veiligheidsgordels van de auto (zie Plaatsen van
kinderzitjes met gordelbevestiging on page 41).
• ISOFIX/i-Size - worden bevestigd aan de verankeringspunten in de stoelen van de auto (zie ISOFIX/i-Size
kinderzitjes plaatsen on page 41).
Sommige kinderzitjes kunnen op beide manieren bevestigd worden. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van
het kinderzitje om te bepalen welke plaatsingsmethode u moet gebruiken en voor aanwijzingen voor het plaatsen.
In de Model 3 kunnen systemen met gordelbevestiging op elke passagiersstoel worden geplaatst. ISOFIX/i-Size
systemen kunnen op de buitenste zitplaatsen achterin worden geplaatst. Hieronder leest u welk type kinderzitje op
welke zitplaats kan worden gebruikt.
OPMERKING: ISOFIX en i-Size zijn internationale normen voor geïntegreerde verankeringen in passagiersvoertuigen
voor de bevestiging van kinderzitjes.
ATTENTIE: Gebruik geen ISOFIX/i-Size verankeringen met een kinderzitje of zitverhogers die zijn voorzien van
een integrale veiligheidsgordel als het totale gewicht van het kind en het kinderzitje hoger is dan 33 kg.
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen 35
Kinderzitjes
Passagiersstoel voorin
ATTENTIE: Laat nooit een kind op de voorpassagiersstoel zitten wanneer de frontairbag aan passagierszijde
actief is. Dit kan tot ernstig of zelfs dodelijk letsel leiden. Zie Airbags on page 46.
ATTENTIE: Om een kinderzitje met gordelbevestiging op de voorstoel te kunnen plaatsen, moet u de stoel in
de middelhoge stand (ca. 3 cm) zetten.
Als de frontairbag aan passagierszijde is uitgeschakeld en de hoogte van de zitting in de middelste stand is gezet,
mogen kinderen op de voorstoel worden geplaatst als een van de volgende soorten kinderzitjes met
gordelbevestiging wordt gebruikt:
36 MODEL 3 HANDLEIDING
Kinderzitjes
• Tegen de rijrichting in geplaatst, universeel.
Frontairbag Frontairbag
Gewicht passagierszijde passagierszijde
Gewichtsklasse kind AAN UIT
Klasse 0 Tot 10 Niet Toegestaan
kg toegestaan
Klasse 0+ Tot 13 Niet Toegestaan
kg toegestaan
Klasse I 9 tot 18 Niet Toegestaan
kg toegestaan
Klasse II 15 tot Niet Toegestaan
25 kg toegestaan
Klasse III 22 tot Niet Toegestaan
36 kg toegestaan
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen 37
Kinderzitjes
Kinderen mogen op een buitenste zitplaats achterin worden geplaatst in een kinderzitje met gordelbevestiging of
in een ISOFIX (UI)/i-Size (i-U) kinderzitje.
OPMERKING: Op de zitplaatsen achterin wordt het gebruik van bovenste bevestigingsriemen ondersteund (zie
Bovenste riemen bevestigen on page 42).
Grotere kinderen mogen ook op een buitenste zitplaats achterin op een zitverhoger worden geplaatst, bevestigd
aan de onderste verankeringspunten of met de gordel, volgens de instructies van de fabrikant van het kinderzitje.
De buitenste zitplaatsen achterin zijn geschikt voor het gebruik van de volgende ISOFIX-lengteklassen:
OPMERKING: Om ruimte te maken voor grotere tegen de rijrichting in geplaatste ISOFIX-kinderzitjes (lengteklasse
C), dient u mogelijk de betreffende voorstoel tot halverwege naar voren te zetten (tot maximaal 13 cm vóór de
achterste stand), omhoog te zetten en de rugleuning te verstellen.
38 MODEL 3 HANDLEIDING
Kinderzitjes
ATTENTIE: Gebruik Makkelijk instappen (zoals beschreven in Bestuurdersprofielen on page 50) niet om de
bestuurdersstoel automatisch volledig naar achteren te verplaatsen, wanneer een kinderzitje is aangebracht
op de zitplaats achterin achter de bestuurdersstoel. Vanwege de beperkte ruimte, kan het verplaatsen van de
stoel de benen van een kind raken, letsel veroorzaken of het zitje loswrikken.
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen 39
Kinderzitjes
Kinderen mogen op de middelste zitplaats achterin worden geplaatst met een tegen de rijrichting in geplaatst
kinderzitje met gordelbevestiging. Kinderen mogen op de middelste zitplaats achterin worden geplaatst met een
tegen de rijrichting in geplaatst of een in de rijrichting geplaatst kinderzitje.
OPMERKING: De middelste zitplaats achterin is uitgerust met onderste verankeringspunten voor ISOFIX/i-Size
kinderzitjes.
Grotere kinderen mogen ook op een middelste zitplaats achterin op een zitverhoger worden geplaatst, volgens de
instructies van de fabrikant van het kinderzitje.
40 MODEL 3 HANDLEIDING
Kinderzitjes
Plaatsen van kinderzitjes met
gordelbevestiging
Volg altijd de gedetailleerde aanwijzingen van de
fabrikant van het kinderzitje. Volg deze algemene
richtlijnen voor kinderzitjes met gordelbevestiging:
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen 41
Kinderzitjes
Steunpoot
Druk op de achterkant van de afdekking van het
Alle zitplaatsen achterin van de Model 3 ondersteunen ankerpunt om toegang te krijgen tot het ankerpunt.
het gebruik van een kinderzitje met een steunpoot. Als
het kinderzitje is uitgerust met een steunpoot, trek de
steunpoot dan uit volgens de instructies van de
fabrikant van het kinderzitje.
42 MODEL 3 HANDLEIDING
Kinderzitjes
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen 43
Kinderzitjes
Technische informatie
ECE 16-07 Bijlage 17, Aanhangsel 3, Tabel 1
Toegestane 0, 0+, I, II, III n.v.t. 0, 0+, I, II, III 0, 0+, I, II, 0, 0+, I, II, III
gewichtsklassen III
Geschikt voor universele Ja (Opmerking 1) Nee Ja Ja Ja
gordelbevestiging?
Geschikt voor i-Size? Nee Nee Ja Nee Ja
Geschikt voor Nee Nee Nee Nee Nee
lengterichting (L1/L2)?
Grootste geschikte tegen Nee Nee R3 (Opmerking 2) Nee R3 (Opmerking 2)
de rijrichting in geplaatst
ISOFIX-zitje (R1/R2X/R2/
R3).
Grootste geschikte in de Nee Nee F3 Nee F3
rijrichting geplaatst
ISOFIX-zitje (F1/F2X/F2/
F3).
Grootste geschikte B2 Nee B3 B3 B3
zitverhoger (B2/B3).
Geschikt voor steunpoot Ja Nee Ja Ja Ja
44 MODEL 3 HANDLEIDING
Kinderzitjes
Waarschuwingen m.b.t. kinderzitjes ATTENTIE: Laat een kind nooit alleen achter, ook
niet als het kind in het zitje vastzit.
ATTENTIE: Plaats nooit een kind in een kinderzitje ATTENTIE: Gebruik nooit een kinderzitje dat
of op een zitverhoging op de passagiersstoel als eerder aan een aanrijding is blootgesteld. Voer het
de frontairbag aan passagierszijde is ingeschakeld. zitje dan af en laat het vervangen conform de
Dit kan tot ernstig of zelfs dodelijk letsel leiden. aanwijzingen van de fabrikant van het kinderzitje.
ATTENTIE: Gebruik nooit een tegen de rijrichting
in geplaatst kinderzitje op een stoel die wordt
beschermd door een actieve frontairbag aan
passagierszijde. Dit kan tot ernstig of zelfs dodelijk
letsel leiden. Raadpleeg het waarschuwingslabel
op de zonneklep.
ATTENTIE: Sommige kinderzitjes zijn zo
ontworpen dat zij op de autostoel worden
bevestigd door middel van een heupgordel of door
middel van het heupgedeelte van een
driepuntsgordel. Bij een botsing lopen kinderen
gevaar als het kinderzitje niet goed in de auto is
vastgezet.
ATTENTIE: Gebruik geen in de rijrichting geplaatst
kinderzitje totdat uw kind meer dan 9 kg weegt en
zelfstandig kan zitten. Tot de leeftijd van twee jaar
zijn de ruggengraat en nek van kinderen niet
voldoende ontwikkeld om letsel te vermijden bij
een frontale botsing.
ATTENTIE: Neem baby's en kinderen nooit op
schoot mee. Kinderen moeten altijd vervoerd
worden in een goedgekeurd en geschikt
kinderzitje.
ATTENTIE: Volg de aanwijzingen in deze
handleiding en de aanwijzingen van de fabrikant
van het kinderzitje om er zeker van te zijn dat
kinderen veilig vervoerd worden.
ATTENTIE: Kinderen moeten worden vervoerd in
een tegen de rijrichting in geplaatst. kinderzitje
waarbij zo lang mogelijk de 5-puntsgordel wordt
gebruikt totdat het kind de maximale lengte of het
maximale gewicht van het tegen de rijrichting in
geplaatste kinderzitje bereikt.
ATTENTIE: Zorg er bij het vervoer van grotere
kinderen voor dat het hoofd wordt ondersteund en
dat de veiligheidsgordels goed zijn afgesteld en
bevestigd. Het schoudergedeelte van de gordel
mag niet tegen het gezicht of de nek komen en
het heupgedeelte mag niet op de buik rusten.
ATTENTIE: Maak nooit twee kinderzitjes vast aan
één verankeringspunt. Eén verankeringspunt is
mogelijk niet sterk genoeg om bij een zware
aanrijding twee zitjes vast te houden.
ATTENTIE: Verankeringspunten van kinderzitjes
zijn alleen bestand tegen krachten die correct
geplaatste kinderzitjes er op kunnen uitoefenen.
Ze mogen in geen geval worden gebruikt voor
veiligheidsgordels van volwassenen of andere
veiligheidsriemen, of voor het bevestigen van
items of uitrusting aan de auto.
ATTENTIE: Controleer de gordels en de
bevestigingsriemen altijd op slijtage en
beschadiging.
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen 45
Airbags
Model 3 is uitgerust met een airbag en een driepuntsgordel op beide zitplaatsen voorin. Op die zitplaatsen maakt
de airbag deel uit van een aanvullend veiligheidssysteem. Alle inzittenden van de auto, waaronder de bestuurder,
moeten altijd hun veiligheidsgordels dragen ongeacht of ze aanvullend beschermd worden door een airbag op de
plaats waar ze zitten. Dit om het risico op ernstige verwonding of overlijden te minimaliseren in geval van een
botsing.
OPMERKING: Op voertuigen met rechtse besturing zijn de locatie van de passagiers- en bestuurdersairbags
omgekeerd.
1. Frontairbags
2. Zijairbags in de stoelen
3. Gordijnairbags
46 MODEL 3 HANDLEIDING
Airbags
Frontairbags zijn zodanig ontworpen dat ze gewoonlijk niet afgaan bij aanrijdingen van achteren, bij het over de kop
slaan van de auto, aanrijdingen van opzij en bij een noodstop, noch bij het rijden over drempels of gaten. Op
dezelfde wijze worden frontairbags mogelijk niet altijd geactiveerd bij alle botsingen aan de voorzijde, aan de
onderzijde, of lichte botsingen met smalle objecten (zoals palen). Het kan voorkomen dat de auto ernstig
beschadigd raakt terwijl de airbags niet afgaan en omgekeerd, dat de schade relatief beperkt blijft maar de airbags
wel geactiveerd worden. Daarom kan niet aan het uiterlijk van de auto aan de buitenkant worden vastgesteld of de
frontairbags geactiveerd hadden moeten worden.
ATTENTIE: Neem contact op met Tesla als u de auto zodanig wilt aanpassen voor een persoon met een
handicap dat dit van invloed zou kunnen zijn op de werking van het airbagssysteem.
Soorten airbags
Model 3 heeft de volgende typen airbags:
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen 47
Airbags
ATTENTIE: Als het in uw land wettelijk is toegestaan om een kind op de passagiersstoel voorin te laten
plaatsnemen, is het de verantwoordelijkheid van de bestuurder om ervoor te zorgen dat de frontairbag aan
passagierszijde is uitgeschakeld. Laat nooit een kind op de voorpassagiersstoel plaatsnemen als de airbag is
ingeschakeld, ook niet wanneer u een kinderzitje of zitverhoger gebruikt. Dit kan tot ERNSTIG of zelfs
DODELIJK LETSEL leiden.
OPMERKING: Model 3 heeft een capacitief touchscreen dat mogelijk niet werkt als u gewone handschoenen
draagt. Als het scherm bij aanraking niet reageert, doe dan uw handschoenen uit of gebruik handschoenen met
speciale vingertoppen voor touchscreens.
ATTENTIE: Als het in uw land wettelijk is toegestaan om een kind op de passagiersstoel voorin te laten
plaatsnemen, plaats dan nooit een kind in een kinderzitje of op een zitverhoging op de passagiersstoel als de
airbag actief is. Dit kan tot ernstig of zelfs dodelijk letsel leiden.
ATTENTIE: Laat niemand plaatsnemen in de passagiersstoel voorin als de frontairbag aan passagierszijde niet
lijkt te werken (bijvoorbeeld als de airbag aan is terwijl u deze hebt uitgeschakeld of omgekeerd). Neem
onmiddellijk contact op met Tesla.
48 MODEL 3 HANDLEIDING
Airbags
Effecten van het opblazen ATTENTIE: Hang niet met de armen op het
dashboard en leg ook de voeten niet op het
dashboard, als de airbag afgaat kan dit ernstige
ATTENTIE: Bij het opblazen van de airbags komt verwondingen veroorzaken.
een fijn poeder vrij. Dit poeder kan de huid
irriteren en moet met veel water zorgvuldig uit ATTENTIE: Gebruik geen stoelhoezen in de Model
ogen, schrammen en snijwonden gespoeld 3. Deze zouden bij een aanrijding de goede
worden. werking van de zijairbags in de stoelen kunnen
verstoren. Bovendien kunnen hoezen de werking
Na het opblazen lopen de airbags weer leeg om de van het systeem voor het detecteren van
inzittenden gelijkmatig op te kunnen vangen en de inzittenden verstoren, indien aanwezig.
bestuurder vrij zicht te geven. ATTENTIE: Airbags worden snel en met veel kracht
opgeblazen en dit kan tot verwondingen leiden.
Als airbags zijn geactiveerd of wanneer uw auto
Zet de voorstoelen op voldoende afstand van het
betrokken is geweest bij een aanrijding, is onderhoud
dashboard, zorg dat iedereen netjes rechtop zit en
noodzakelijk voordat de auto kan worden gestart.
de gordel op de juiste wijze draagt om de kans op
Bovendien moeten de airbags, gordelspanners en alle
verwonding door de airbags tot een minimum te
gerelateerde componenten worden gecontroleerd en,
beperken.
indien nodig, worden vervangen. Neem onmiddellijk
contact op met Tesla Service. ATTENTIE: Kinderen mogen niet op de
voorpassagiersstoel plaatsnemen tenzij dit
Als bij een aanrijding de airbags afgaan: wettelijk is toegestaan in uw land. Volg alle regels
in uw land voor het vervoer van kinderen op basis
• eCall neemt automatisch contact op met van gewicht, lengte en leeftijd. De veiligste plaats
hulpverleningsdiensten, mits de signaalsterkte van voor baby's en jonge kinderen is een zitplaats
het mobiele netwerk voldoende is en de diensten achterin. Als u een baby of kind in een tegen de
beschikbaar zijn in uw regio (zie eCall on page 207). rijrichting in geplaatst kinderzitje plaatst op een
zitplaats met een werkende airbag kan dit leiden
• Worden de portieren ontgrendeld. tot ernstig of zelfs dodelijk letsel.
• Worden de alarmknipperlichten ingeschakeld. ATTENTIE: Gebruik geen tegen de rijrichting in
• Wordt de interieurverlichting ingeschakeld. geplaatst kinderzitje op zitplaatsen waarvóór zich
een werkende airbag bevindt. Dit kan ernstig letsel
• Wordt het hoogspanningscircuit uitgeschakeld.
veroorzaken met de dood tot gevolg als de airbag
opblaast.
OPMERKING: Bij sommige aanrijdingen kan, zelfs
wanneer geen airbags zijn geactiveerd, de ATTENTIE: Zorg altijd voor voldoende afstand
hoogspanningsbatterij worden uitgeschakeld, waardoor tussen het lichaam en de zijkant van de Model 3,
u niet kunt starten en rijden. Neem onmiddellijk contact zodat de zijairbags hun werk goed kunnen doen.
op met Tesla Service. ATTENTIE: Leun niet met het hoofd tegen een
portier. Dit kan ernstig letsel veroorzaken als een
Controlelampje airbag gordijnairbag afgaat.
ATTENTIE: Plaats nooit voeten, knieën of andere
Het controlelampje op het touchscreen lichaamsdelen op of in de buurt van airbags.
blijft branden als er een storing in het ATTENTIE: Bevestig geen voorwerpen op of in de
systeem is geconstateerd. Dit lampje mag buurt van de frontairbags, op de zijkant van de
alleen even kort branden als de Model 3 voorstoelen, aan de zijkant tegen de hemel of op
wordt ingeschakeld en moet binnen enige andere plaats waardoor het opblazen van de
enkele seconden uitgaan. Neem airbag belemmerd zou kunnen worden.
onmiddellijk contact op Tesla als dit Voorwerpen kunnen ernstig letsel veroorzaken als
lampje blijft branden, en rijd niet met de het voertuig betrokken raakt bij een aanrijding die
auto. ernstig genoeg is om de airbags te activeren.
ATTENTIE: Na het opblazen kunnen sommige
Airbagwaarschuwingen onderdelen van airbags erg heet zijn. Laat ze
afkoelen voordat u ze aanraakt.
ATTENTIE: Alle inzittenden van de auto,
waaronder de bestuurder, moeten altijd hun
veiligheidsgordels dragen ongeacht of ze
aanvullend beschermd worden door een airbag op
de plaats waar ze zitten. Dit om het risico op
ernstige verwonding of overlijden te minimaliseren
in geval van een botsing.
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen 49
Bestuurdersprofielen
Een bestuurdersprofiel aanmaken bestuurdersprofiel. Als de Makkelijk instappen-instelling
is gekoppeld aan een bestuurdersprofiel, worden het
stuurwiel en de bestuurdersstoel automatisch versteld
Na het instellen van de bestuurdersstoel, het stuur of de wanneer naar de stand P (Parkeren) wordt geschakeld
buitenspiegel van de bestuurder vraagt het touchscreen en de veiligheidsgordel van de bestuurdersstoel wordt
of u een bestuurdersprofiel wilt aanmaken om deze losgemaakt, zodat het uitstappen wordt
aanpassingen op te slaan. Uw profiel bevat ook enkele vergemakkelijkt. Als u terugkeert in de auto en het
van de voorkeuren die u kunt instellen via het venster rempedaal intrapt, worden automatisch de instellingen
Bediening van het touchscreen. hersteld die zijn gebruikt door het meest recente
bestuurdersprofiel (of gebaseerd op de sleutel, als deze
is gekoppeld aan een bestuurdersprofiel).
Om een nieuw bestuurdersprofiel toe te
voegen, tikt u op het Om Makkelijk instappen te gebruiken met een
bestuurdersprofielpictogram boven in bestuurdersprofiel, moet het selectievakje Gebruik
het touchscreen. Tik vervolgens op Makkelijk instappen zijn ingeschakeld.
Nieuwe bestuurder, voer de naam van
de bestuurder in en tik op Profiel ATTENTIE: Gebruik Makkelijk instappen nooit om
aanmaken. Volg de aanwijzingen op het de bestuurdersstoel volledig naar achteren te
scherm om de stoelpositie op te slaan in verplaatsen, wanneer een kinderzitje is
het bestuurdersprofiel. U kunt ook het aangebracht op de zitplaats achterin achter de
selectievakje Use Easy Entry inschakelen bestuurdersstoel. Vanwege de beperkte ruimte,
als u Easy Entry-instellingen (hieronder kan het verplaatsen van de stoel de benen van
beschreven) wilt opslaan (of bestaande een kind raken, letsel veroorzaken of het zitje
instellingen wilt gebruiken) waarbij de loswrikken.
bestuurdersstoel en het stuurwiel
automatisch worden versteld om
gemakkelijker in of uit de Model 3 te
Bestuurdersprofiel terughalen
kunnen stappen.
Als u de Model 3 wilt aanpassen op basis
van een bestuurdersprofiel, tikt u op het
Als u na het opslaan of kiezen van een pictogram van het bestuurdersprofiel op
bestuurdersprofiel de stand van het stuur of de de statusbalk van het touchscreen. Kies
instellingen van de stoel of de buitenspiegel van de vervolgens de bestuurder en de Model 3
bestuurder verandert, verschijnt een bericht waarin u wordt ingesteld op basis van de
wordt gevraagd de nieuwe instellingen op te slaan of de instellingen die zijn opgeslagen in het
oude instellingen terug te halen (andere instellingen gekozen bestuurdersprofiel.
worden automatisch opgeslagen). Negeer dit bericht
als u een instelling wilt wijzigen zonder deze op te slaan
of te herstellen. Opgeslagen instellingen
Om de Model 3 in te stellen aan de hand van het profiel Een deel van de instellingen die u in het venster
van een bestuurder, tikt u op het pictogram van het Bediening kiest om uw Model 3 aan te passen, wordt
bestuurdersprofiel en kiest u de naam van de ook bewaard in uw bestuurdersprofiel. De instellingen
bestuurder. De opgeslagen instellingen worden die met bestuurdersprofielen worden opgeslagen,
automatisch toegepast. kunnen variëren afhankelijk van de softwareversie die
momenteel is geïnstalleerd op uw Model 3.
OPMERKING: Valet Mode is een ingebouwd
bestuurdersprofiel waarmee de snelheid en de toegang
tot bepaalde functies van de Model 3 kunnen worden
Een bestuurdersprofiel koppelen
beperkt (zie Valet Mode on page 51). aan een sleutel
OPMERKING: Als u automatische instellingen op basis
van een bestuurdersprofiel wilt stoppen, tikt u op Stop U kunt een bestuurdersprofiel koppelen aan een
in het vervolgkeuzemenu Bestuurdersprofiel. specifieke sleutel (of sleutels). De Model 3 selecteert
Automatische instellingen worden ook gestopt als u dan automatisch het juiste bestuurdersprofiel wanneer
een stoel, spiegel of het stuur handmatig versteld. de gekoppelde sleutel wordt gedetecteerd als de
bestuurder de auto nadert en het bestuurdersportier
opent. Als u een profiel aan een sleutel wilt koppelen,
Makkelijk instappen controleert u eerst of het gewenste bestuurdersprofiel
in gebruik is. Navigeer naar Bediening >
U kunt een Easy Entry-instelling definiëren waarmee het Vergrendelingen en tik op het pictogram +. U kunt een
stuurwiel en de bestuurdersstoel worden versteld om geauthenticeerde telefoon, sleutelkaart of
gemakkelijker in of uit de Model 3 te kunnen stappen. afstandsbediening toevoegen door de instructies op
Elke bestuurder kan de Makkelijk instappen-instelling het scherm te volgen. Als de koppeling is voltooid, tikt
gebruiken door deze te koppelen aan zijn of haar u op het bestuurderspictogram om de sleutel aan het
50 MODEL 3 HANDLEIDING
Bestuurdersprofielen
gewenste bestuurdersprofiel te koppelen. De naam van Wanneer Valet Mode actief is, wordt het woord Valet
het bestuurdersprofiel wordt onder de sleutel weergegeven op het touchscreen, boven de rijsnelheid,
weergegeven om aan te geven dat deze is gekoppeld. en het bestuurdersprofiel Valet Mode verschijnt op de
het touchscreen.
OPMERKING: Model 3 kan maximaal 19 gekoppelde
sleutels ondersteunen, waaronder geauthenticeerde U kunt ook de mobiele app gebruiken om Valet Mode in
telefoons, sleutelkaarten en maximaal vier en uit te schakelen (de Model 3 moet hiertoe in de
afstandsbedieningen. De Model 3 ondersteunt echter parkeerstand staan). Wanneer u de mobiele app
maximaal 10 bestuurdersprofielen. U kunt verschillende gebruikt, hoeft u geen pincode in te voeren omdat u al
sleutels koppelen aan een bestuurdersprofiel, maar niet bij de app moet inloggen met uw Tesla-account-
verschillende bestuurdersprofielen koppelen aan één gegevens.
sleutel.
OPMERKING: Als de optie PIN to Drive is ingeschakeld
(zie Pincode voor rijden on page 154), moet u de
Valet Mode pincode invoeren voordat u een Valet-pincode kunt
definiëren of invoeren. Eenmaal in Valet Mode kan met
Wanneer de Model 3 in Valet Mode staat, gelden de de Model 3 worden gereden zonder de pincode voor
volgende beperkingen: rijden in te voeren.
• Snelheid wordt beperkt tot 113 km/h. OPMERKING: De optie PIN to Drive is niet beschikbaar
wanneer Valet Mode actief is.
• Maximale acceleratie en maximaal vermogen worden
beperkt. Als u uw Valet-pincode vergeet, kunt u deze opnieuw
• De bagageruimte voor en het dashboardkastje zijn instellen door in de Model 3 plaats te nemen en uw
vergrendeld. Tesla-accountgegevens in te voeren (Valet Mode wordt
dan ook uitgeschakeld). U kunt uw pincode ook opnieuw
• De thuis- en werklocaties zijn niet beschikbaar in het instellen via de mobiele app.
navigatiesysteem.
• Spraakbediening is uitgeschakeld. ATTENTIE: Gebruik Valet Mode niet bij het trekken
van een aanhanger. De beperkingen van het
• Autopilot-comfortfuncties zijn uitgeschakeld. motorkoppel in Valet Mode kunnen het voor de
• De instelling Mobiele toegang toestaan is Model 3 moeilijk maken om een aanhanger een
uitgeschakeld. helling op te trekken.
Rijden 51
Stuur
Scrolltoetsen OPMERKING: De pijlen van de scrolltoetsen worden bij
weinig omgevingslicht verlicht. Om deze verlichting in of
uit te schakelen, tikt u op Bediening > Verlichting >
Aan beide kanten van het stuur bevindt zich een Stuurverlichting.
scrolltoets. Gebruik uw duim om deze toets naar rechts
of links te drukken. U kunt ook op de toets drukken of Om het touchscreen opnieuw op te starten, houdt u
deze omhoog of omlaag te rollen. beide scrolltoetsen ingedrukt nadat het touchscreen
zwart wordt. Zie Opnieuw starten van het touchscreen
on page 56.
2. Gebruik de rechter scrolltoets voor het volgende: 1. Tik op het touchscreen op Bediening > Rijden >
Stuurmodus.
◦ Een spraakopdracht te geven. Druk op de toets
om de spraakbediening te starten (zie 2. Selecteer één van de stuuropties:
Spraakbediening on page 153). ◦ Comfort - voor een lichtere besturing. De Model 3
◦ De ingestelde snelheid en de afstand wijzigen die stuurt licht en is gemakkelijk te parkeren.
u tot de voorligger wilt aanhouden (zie Traffic- ◦ Standaard - volgens Tesla de beste instelling voor
Aware Cruise Control on page 102). een optimale besturing en een goede respons
onder alle omstandigheden.
52 MODEL 3 HANDLEIDING
Stuur
◦ Sport - voor een zwaardere besturing. Bij hoge
snelheden geeft de Model 3 duidelijk meer
respons.
Claxon
Druk in het midden op het stuur om de claxon te
bedienen.
Rijden 53
Spiegels
Buitenspiegels verstellen Spiegels automatisch inklappen op basis
van locatie
Verstel de buitenspiegels door te tikken op Bediening >
Snelbediening > Spiegels. U kunt de spiegel selecteren Model 3 kan automatisch de buitenspiegels in- en
die u wilt verstellen door Links of Rechts op het uitklappen op basis van de locatie. Hierdoor hoeft u niet
touchscreen te kiezen. Gebruik de linker scrolltoets op telkens opnieuw de spiegels handmatig in of uit te
het stuur om de spiegel in de gewenste stand te zetten: klappen op plekken waar u regelmatig komt (zoals in
smalle garages, krappe parkeerplekken etc.).
OPMERKING: U kunt ook op de linker scrolltoets
drukken om te wijzigen welke spiegel u afstelt. De Model 3 moet langzaam rijden (lagere snelheid dan 5
km/h) of worden gestopt om dit in te stellen op de
• Draai de linker scrolltoets omhoog of omlaag om de locatie waarop de auto dit moet onthouden. Ga naar
spiegel hoger of lager te zetten. Bediening > Snelbediening > Spiegels > Spiegels altijd
inklappen op deze locatie. De volgende keer wanneer u
• Druk de linker scrolltoets naar links of naar rechts om de bewaarde locatie bezoekt, klappen uw spiegel
de spiegel naar binnen of naar buiten te bewegen. automatisch in of uit binnen 7,5 meter van de
opgegeven locatie.
54 MODEL 3 HANDLEIDING
Spiegels
Make-upspiegels
Om de make-upspiegel zichtbaar te maken en te
verlichten, trekt u de zonneklep omlaag en gebruikt u
vervolgens de lip om de afdekking van de spiegel
omlaag te zetten. Als u de afdekking van de spiegel sluit,
gaat de verlichting uit.
Rijden 55
Starten en uitschakelen
Starten Houd altijd uw geauthenticeerde telefoon en een
sleutelkaart bij u. Na het rijden is uw geauthenticeerde
telefoon of sleutelkaart nodig om de Model 3 opnieuw te
Bij het openen van een portier schakelt de Model 3 het starten nadat deze is uitgeschakeld. Bij het verlaten van
touchscreen in en kunt u alle bedieningselementen de Model 3 moet u uw geauthenticeerde telefoon of
gebruiken. sleutelkaart meenemen om de Model 3 handmatig of
automatisch te vergrendelen.
Rijden met de Model 3:
56 MODEL 3 HANDLEIDING
Starten en uitschakelen
Rijden 57
Versnellingen
Schakelen Rijden
Duw de hendel helemaal omlaag en laat deze dan los.
Als de Model 3 in stand P (Parkeren) staat, moet u eerst Het inschakelen van stand D (Rijden) is alleen mogelijk
het rempedaal intrappen om een andere versnelling in te als de Model 3 stilstaat of achteruitrijdt met een snelheid
schakelen. van minder dan 8 km/h. Trap het rempedaal in als de
snelheid van de Model 3 lager is dan 1,6 km/h, om stand
Duw de hendel omhoog of omlaag om een versnelling te
D (Rijden) in te schakelen.
kiezen.
OPMERKING: Druk de hendel in de stand D (Rijden)
helemaal omlaag en laat deze los om de Traffic-Aware
Cruise Control (zie Traffic-Aware Cruise Control on page
102). in te schakelen. Druk de hendel twee keer snel
achter elkaar helemaal omlaag om Automatisch sturen
in te schakelen (zie Automatisch sturen on page 108).
Parkeren
Druk op het uiteinde van de selectiehendel terwijl de
Model 3 stilstaat. Als de Model 3 in stand P (Parkeren)
staat, wordt ook altijd de parkeerrem aangetrokken.
Als u tijdens het rijden probeert een versnelling in te Model 3 wordt automatisch in stand P (Parkeren) gezet
schakelen die niet geschikt is vanwege de snelheid als u een laadkabel aansluit of als tegelijkertijd aan twee
waarmee u op dat moment rijdt, klinkt er een of meer van de volgende voorwaarden wordt voldaan
waarschuwingssignaal en wordt de desbetreffende terwijl u langzamer rijdt dan 2 km/h:
versnelling niet ingeschakeld.
• De veiligheidsgordel van de bestuurdersstoel wordt
Achteruit losgeklikt.
• De bezettingssensor in de bestuurdersstoel
Duw de hendel helemaal omhoog en laat deze dan los. detecteert geen inzittende.
Het inschakelen van stand R (Achteruit) is alleen
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
mogelijk als de Model 3 stilstaat of rijdt met een snelheid
van minder dan 8 km/h. Trap het rempedaal in als de
snelheid lager is dan 1,6 km/h. OPMERKING: Bovenstaande voorwaarden zijn geen
complete lijst met redenen waarom de Model 3 wel of
niet automatisch in stand P (Parkeren) wordt gezet en,
Neutraal in bepaalde gevallen wordt uw auto mogelijk in stand P
(Parkeren) gezet als aan slechts één van bovenstaande
Druk de hendel omhoog of omlaag naar de eerste stand voorwaarden is voldaan.
en houd hem langer dan 1 seconde in deze stand om
naar N (Neutraal). te schakelen. In de stand N (Neutraal) ATTENTIE: Als de remmen niet goed werken in een
kan de Model 3 vrij rollen wanneer u het rempedaal noodgeval, kunt u de knop Park op de
loslaat. schakelhendel ingedrukt houden om de auto tot
stilstand te brengen. Gebruik deze methode
Model 3 schakelt automatisch naar P (Parkeren) uitsluitend wanneer deze absoluut noodzakelijk is
wanneer u de bestuurdersstoel verlaat. Als u de auto in om de auto te stoppen.
de stand N (Neutraal) wilt laten, gebruik dan het
touchscreen om de Transportmodus (zie Aanwijzingen
voor sleepdiensten on page 208) in te schakelen.
58 MODEL 3 HANDLEIDING
Versnellingen
ATTENTIE: Het is de verantwoordelijkheid van de
bestuurder om ervoor te zorgen dat de auto vóór
het uitstappen altijd in de stand P (Parkeren) staat.
Vertrouw er nooit op dat de Model 3 automatisch
naar de stand P (Parkeren) schakelt; dit werkt
mogelijk niet onder alle omstandigheden
(bijvoorbeeld als de auto door Kruip of een helling
sneller rijdt dan ongeveer 2 km/h).
Rijden 59
Verlichting
Bediening verlichting OPMERKING: Als het in uw land verplicht is om
bepaalde buitenverlichting (bijvoorbeeld
dagrijverlichting) in te schakelen, gaat deze
Tik op Bediening > Verlichting op het touchscreen om verlichting aan tijdens het rijden, parkeren op
de verlichting te bedienen. bepaalde soorten wegen etc.
Naast de verlichting die u via het touchscreen kunt UIT De buitenverlichting gaat uit totdat u
bedienen, heeft de Model 3 voor uw gemak verlichting deze handmatig weer inschakelt of tot
die automatisch werkt op basis van wat u op dat de volgende keer dat u rijdt.
moment doet. Zo gaan bij beperkt licht de
binnenverlichting, contourverlichting, achterlichten en Alleen de parkeerlichten, achterlichten
instapverlichting branden wanneer u de Model 3 en kentekenplaatverlichting worden
ontgrendelt, een portier opent en de selectiehendel in ingeschakeld.
stand P (Parkeren) zet. Na ongeveer twee minuten gaat
de verlichting weer uit of eerder als u een versnelling
inschakelt of de Model 3 vergrendelt.
Buitenverlichting wordt ingeschakeld.
OPMERKING: De onderstaande afbeelding is uitsluitend
bedoeld ter verduidelijking. Afhankelijk van de opties, de
softwareversie en het land van bestemming kan de
informatie op het touchscreen enigszins afwijken.
60 MODEL 3 HANDLEIDING
Verlichting
5. Als u Auto High Beam inschakelt, wordt het Het grootlicht kan automatisch worden gedimd wanneer
grootlicht automatisch gedimd wanneer er licht vóór er licht vóór de Model 3 wordt gedetecteerd (bijv. van
de Model 3 wordt gedetecteerd. Zie Grootlicht on een tegenligger). Tik op Bediening > Verlichting >
page 61. Automatisch grootlicht om deze functie in of uit te
schakelen.
6. Als u Koplampen na uitstappen inschakelt, blijft de
buitenverlichting korte tijd branden nadat u bent OPMERKING: De gekozen instelling wordt bewaard tot u
gestopt met rijden en de Model 3 parkeert bij weinig deze handmatig wijzigt.
licht. Zie Koplampen na uitstappen on page 62.
In situaties waarin Automatisch grootlicht is
7. Als u Steering Wheel Lights inschakelt, worden de
ingeschakeld maar het grootlicht is uitgeschakeld omdat
pijlen die horen bij de scrolltoetsen bij weinig
er licht vóór de Model 3 wordt gedetecteerd, kunt u het
omgevingslicht verlicht.
grootlicht tijdelijk inschakelen door de hendel naar u toe
te trekken.
Grootlicht
De volgende controlelampjes zijn zichtbaar op het
touchscreen om de status van de koplampen aan te
Duw de hendel aan de linkerzijde van het stuur van u af
geven:
en laat deze los om het grootlicht continu aan te zetten.
Om te annuleren, duwt u de hendel opnieuw van u af.
Rijden 61
Verlichting
Automatisch grootlicht is ingeschakeld,
maar het grootlicht is niet ingeschakeld
omdat er licht vóór de Model 3 wordt
gedetecteerd. Wanneer er geen licht
meer wordt gedetecteerd, wordt het
grootlicht automatisch weer
ingeschakeld.
Koplampen na uitstappen
Als Koplampen na uitstappen is ingeschakeld, blijven
de koplampen aan wanneer u stopt en de Model 3 bij
weinig licht parkeert. Ze gaan na één minuut of
wanneer de Model 3 wordt vergrendeld, automatisch De richtingaanwijzers worden uitgeschakeld door het
uit. Als deze functie is uitgeschakeld, gaan de stuurwiel, door de hendel in tegengestelde richting te
koplampen uit zodra u de stand P (Parkeren) kiest en zetten of door de hendel nogmaals licht in dezelfde
een portier opent. richting te duwen.
OPMERKING: De koplampen hoeven niet te worden ATTENTIE: Als u een optioneel Autopilot-pakket
afgesteld wanneer u tijdelijk rijdt in een regio met hebt aangeschaft en Traffic-Aware Cruise Control
tegengestelde rijrichting (bijvoorbeeld wanneer u rijdt actief is, kan de Model 3 bij gebruik van de
in een regio met rechts verkeer en vervolgens in een richtingaanwijzer accelereren wanneer u in
regio met links verkeer). bepaalde situaties Traffic-Aware Cruise Control
ATTENTIE: Wees voorzichtig bij het afstellen van gebruikt (zie Acceleratie bij inhalen on page 105).
de koplampen. Tesla heeft de positie van de Als Automatisch sturen actief is op een auto met
koplampen zorgvuldig gekalibreerd voor een Auto Lane Change, kan het inschakelen van een
optimale positie in de meeste rijscenario's. Tesla richtingaanwijzer ertoe leiden dat de Model 3
raadt aan de koplampen niet af te stellen, tenzij u wisselt van rijstrook.
bekend bent met de manier waarop de
koplampen moeten worden afgesteld. Eenmaal Alarmknipperlichten
aangepast, kunt u ze niet automatisch terugzetten
naar hun oorspronkelijk gekalibreerde positie. Druk op de knop boven de achteruitkijkspiegel om de
Neem contact op met Tesla voor assistentie bij alarmknipperlichten in te schakelen. Alle
het afstellen van de koplampen. richtingaanwijzers knipperen. Druk nogmaals op de
knop om de alarmknipperlichten uit te schakelen.
Richtingaanwijzers
De richtingaanwijzers knipperen driemaal of continu,
afhankelijk van hoe ver u de hendel omhoog of omlaag
beweegt. Duw de richtingaanwijzerhendel lichtjes
omhoog of omlaag voor een reeks van drie keer
knipperen. Voor een continu signaal duwt u de hendel
helemaal omhoog of omlaag.
62 MODEL 3 HANDLEIDING
Verlichting
Rijden 63
Autostatus
Overzicht Controlelampjes
Op het touchscreen wordt altijd de status van de Model De volgende controlelampjes gaan branden om u te
3 weergegeven. Wat u ziet, is afhankelijk van of de auto: adviseren over of te waarschuwen voor een specifieke
status of toestand.
• is geparkeerd (hieronder weergegeven).
Er is een defect aan het remsysteem
• Rijden (zie Rijstatus on page 65).
vastgesteld of het remvloeistofniveau is
• wordt opgeladen (zie Laadstatus en instellingen on te laag. Zie Remmen en stoppen on page
page 172). 69. Neem onmiddellijk contact op met
Tesla.
Wanneer de Model 3 is geparkeerd, toont de statusbalk
de versnelling, het geschatte bereik en een
De parkeerrem is handmatig
bovenaanzicht van de auto met knoppen die u kunt
aangetrokken. Zie Parkeerrem on page
aanraken om de bagageruimtes en het klepje van het
71.
laadcontact te openen. Wanneer u het rempedaal
intrapt, wordt de Model 3 ingeschakeld en knipperen de
controlelampjes even langs de bovenkant. Tenzij een
controlelampje van toepassing is op de huidige situatie Er is storing van de parkeerrem
(bijvoorbeeld wanneer een veiligheidsgordel niet is gedetecteerd. Neem contact op met
vastgemaakt), moet het weer uitgaan. Neem contact op Tesla. Zie Parkeerrem on page 71.
met Tesla als een controlelampje niet brandt of niet
uitgaat.
Bandenspanningswaarschuwing . De
OPMERKING: De onderstaande afbeelding is uitsluitend bandenspanning van een van de banden
bedoeld ter verduidelijking. Afhankelijk van de is te hoog of te laag. Het lampje knippert
voertuigopties, de softwareversie en het land van als er een defect aan het
bestemming kan de informatie op het touchscreen bandenspanningscontrolesysteem
enigszins afwijken. (TPMS) is vastgesteld. Bekijk de
bandenspanning in het gedeelte
"Kaarten", onder de weergave van de
voertuigstatus in het touchscreen, zoals
beschreven in Overzicht touchscreen on
page 5. Neem bij een defect aan het
TPMS contact op met Tesla. Zie
Onderhoud banden on page 177.
64 MODEL 3 HANDLEIDING
Autostatus
Wordt weergegeven als een deel van de
Parkeerlichten (contourverlichting, opgeslagen energie in de batterij
achterlichten en mogelijk niet beschikbaar is door koude
kentekenplaatverlichting) zijn weersomstandigheden. Als de Model 3 is
ingeschakeld. Zie Verlichting on page 60. aangesloten, kunt u uw batterij
opwarmen door de climate control in te
schakelen met de mobiele app. De
sneeuwvlok verdwijnt wanneer de batterij
Dimlicht is ingeschakeld . voldoende warm is.
Rijden 65
Autostatus
6. Uw Model 3. Er verschijnen gekleurde lijnen vanuit
de afbeelding van uw Model 3 wanneer objecten
worden gedetecteerd (andere automobilisten,
vangrails, enz.). De locatie van de lijnen komt
overeen met de locatie van het gedetecteerde
object. De kleur van de lijnen (wit, geel, oranje of
rood) geeft de nabijheid van het object tot de Model
3 aan, waarbij wit het verst weg is en rood zeer
dichtbij is en onmiddellijke actie vereist. Zie Lane
Assist on page 123.
7. Wanneer Automatisch sturen actief is (indien
aanwezig) en de rijstrook detecteert, wordt de
rijstrook blauw gemarkeerd (zie Automatisch sturen
on page 108).
OPMERKING: Als Navigeren met Autopilot actief is,
wordt de rijbaan weergegeven als een enkele blauwe
lijn vóór de Model 3 (zie Navigeren met Autopilot on
page 112).
66 MODEL 3 HANDLEIDING
Autostatus
ATTENTIE: Hoewel het touchscreen het
omringende verkeer toont, worden sommige
voertuigen mogelijk niet weergegeven. Vertrouw
nooit op het touchscreen om te bepalen of een
voertuig aanwezig is (bijvoorbeeld in uw dode
hoek). Gebruik altijd uw spiegels en kijk over uw
schouder in de dode hoek.
Rijden 67
Ruitenwissers en -sproeiers
Ruitenwissers LET OP!: Controleer of de ruitenwissers zijn
uitgeschakeld voordat u de Model 3 wast, om te
voorkomen dat de wissers worden beschadigd.
Druk op de knop aan het uiteinde van de hendel aan de
linkerzijde van het stuur en laat deze onmiddellijk los om Controleer en reinig de wisserbladen regelmatig. Als een
één keer te wissen met de ruitenwissers. ruitenwisserblad is beschadig, moet het onmiddellijk
worden vervangen. Zie Ruitenwissers en -sproeiers on
Om de instellingen van de continu ingeschakelde page 187 voor details over het controleren en
ruitenwissers te wijzigen, tikt u op het vervangen van wisserbladen.
ruitenwisserpictogram in het gedeelte "Cards" op het
touchscreen (zie Overzicht touchscreen on page 5). De LET OP!: Verwijder ijs van de voorruit voordat u de
ruitenwisserkaart geeft de huidige status van de ruitenwissers inschakelt. IJs heeft scherpe kanten
ruitenwissers weer. waardoor het rubber van de wisserbladen
beschadigd kan raken.
OPMERKING: Als u de ruitenwissers inschakelt, wordt
automatisch ook het dimlicht ingeschakeld (als dat nog LET OP!: Controleer bij extreme kou altijd of de
niet het geval was). ruitenwissers niet aan de voorruit vastgevroren
zijn.
LET OP!: Om schade aan de voorklep te
voorkomen, moet deze volledig gesloten zijn
voordat u de ruitenwissers inschakelt. Sproeiers
Druk de knop op het uiteinde van de hendel aan de
linkerzijde van het stuur volledig in en houd deze
ingedrukt om de ruitensproeiers te bedienen. Tijdens het
sproeien van de ruit, worden de ruitenwissers
ingeschakeld. Als u de knop loslaat, zullen de
ruitenwissers nog twee keer wissen en dan een derde
keer enkele seconden later.
68 MODEL 3 HANDLEIDING
Remmen en stoppen
Remsystemen ATTENTIE: Houd altijd voldoende afstand tot uw
voorganger en wees bij gevaarlijke
omstandigheden extra voorzichtig. Alhoewel het
ATTENTIE: Correct werkende remsystemen zijn ABS de remweg kan verkorten, kan het de wetten
essentieel om de veiligheid te kunnen garanderen. van de natuur niet overtreden. Het voorkomt ook
Als u een probleem ondervindt met het rempedaal, geen aquaplaning (een laagje water verhindert het
de remklauw of enig ander onderdeel van een contact tussen de band en het wegdek).
Model 3 remsysteem, neem dan onmiddellijk
contact op met Tesla. Automatic Emergency Braking is ontworpen om
automatisch te remmen in situaties waarbij een botsing
Model 3 is uitgerust met ABS, een systeem dat voorkomt onvermijdelijk wordt geacht (zie Automatic Emergency
dat de wielen bij een eventuele noodstop blokkeren. Braking on page 127).
Hierdoor blijft de auto in de meeste omstandigheden
bestuurbaar. ATTENTIE: Automatic Emergency Braking is niet
ontwikkeld om een botsing te voorkomen. Het kan
Bij een noodstop controleert het ABS voortdurend de ten hoogste de gevolgen van een frontale botsing
draaisnelheid van de wielen en regelt het systeem de minimaliseren door te proberen uw rijsnelheid te
remdruk naar elk wiel aan de hand van de grip. verlagen. Als u volledig vertrouwt op Automatic
Emergency Braking om een botsing te voorkomen,
Het aanpassen van de remdruk zorgt voor een
kan dit tot ernstig letsel of de dood leiden.
pulserende beweging van het rempedaal. Dit is een
normaal verschijnsel en geeft aan dat het ABS actief is. LET OP!: Als de remmen niet goed werken in een
Houd het rempedaal stevig ingetrapt als u deze noodgeval, kunt u de knop Park op de
pulserende beweging voelt. schakelhendel ingedrukt houden om de auto tot
stilstand te brengen. Gebruik deze methode
Het gele ABS-controlelampje knippert op uitsluitend wanneer deze absoluut noodzakelijk is
het touchscreen wanneer u de Model 3 om de auto te stoppen.
voor het eerst start. Als het lampje op
enig ander moment gaat branden, is er Dynamische remlichten
een storing geconstateerd en werkt het
ABS niet. Neem contact op met Tesla. Als u bij een rijsnelheid hoger dan 50 km/h krachtig
Het remsysteem blijft normaal remt (of als Automatic Emergency Braking wordt
functioneren en wordt niet beïnvloed geactiveerd), gaan de remlichten nu snel knipperen om
door het uitvallen van het ABS. De andere weggebruikers ervoor te waarschuwen dat de
remweg kan echter langer worden. Rijd Model 3 snel vertraagt. Als de Model 3 volledig stilstaat,
voorzichtig en voorkom stevig remmen. knipperen de alarmknipperlichten. Dit knipperen gaat
door totdat u het gaspedaal indrukt of ze uitschakelt
Als op het touchscreen dit rode met de knop (zie Alarmknipperlichten on page 62).
controlelampje voor de remmen lang
wordt weergegeven wanneer u de Model OPMERKING: De dynamische remlichten knipperen niet
3 voor het eerst start, is er een defect aan wanneer Track Mode is ingeschakeld (zie Track Mode on
het remsysteem vastgesteld of is het page 77).
remvloeistofniveau te laag. Neem
OPMERKING: Als u een aanhanger trekt, zullen ook de
onmiddellijk contact op met Tesla. Trap
remlichten van de aanhanger werken zoals hierboven
het rempedaal stevig in en houd het
beschreven, zelfs wanneer de aanhanger niet is voorzien
ingetrapt om de auto tot stilstand te
van een afzonderlijk remsysteem.
brengen wanneer dat veilig is.
ATTENTIE: Vergroot altijd uw volgafstand wanneer
u een aanhanger trekt. Abrupt hard remmen kan
Noodstop slippen of scharen van de combinatie tot gevolg
hebben, waardoor u de beheersing over de
Trap bij een noodstop zo hard mogelijk op het combinatie verliest.
rempedaal en houd het pedaal ingetrapt, zelfs op
oppervlakken met weinig grip. Het ABS past de remdruk
van elk wiel aan afhankelijk van de grip die het wiel
Remdroogfunctie
heeft. Zo wordt voorkomen dat de wielen blokkeren en
Model 3 is uitgerust met een remdroogfunctie, die
kunt u op een zo veilig mogelijke manier stoppen.
automatisch helpt de remrespons onder koude en natte
weersomstandigheden te handhaven. Als dergelijke
ATTENTIE: Nooit pompend remmen. Dit verstoort
omstandigheden worden gedetecteerd, oefent de
de goede werking van het ABS en verlengt de
remdroogfunctie een niet-waarneembare remkracht uit
remweg.
om water te verwijderen van het oppervlak van de
remschijven. Dit zorgt ervoor dat de remmen zelfs onder
slechte weersomstandigheden goed reageren.
Rijden 69
Remmen en stoppen
Hydraulische fadingcompensatie ATTENTIE: Bij sneeuw of ijs ervaart de Model 3
mogelijk verlies van grip tijdens regeneratief
Uw auto is tevens uitgerust met hydraulische remmen, met name als de instelling Standaard
fadingcompensatie. Dit systeem bewaakt de remdruk actief is en/of geen winterbanden worden
van het remsysteem en de activiteit van het ABS- gebruikt. Tesla raadt aan bij sneeuw of ijs de
systeem op verminderde remprestaties. Als instelling Laag te gebruiken (zie Niveau voor
verminderde remprestaties worden gedetecteerd (als regeneratief remmen instellen on page 70) voor
gevolg van bijvoorbeeld remfading of koude of natte behoud van de voertuigstabiliteit.
omstandigheden), merkt u mogelijk dat het rempedaal
onder uw voet omlaag wordt getrokken, hoort u een De hoeveelheid energie die op deze manier wordt
geluid en merkt u dat de remkracht van de auto herwonnen en in de batterij wordt opgeslagen, is
aanzienlijk toeneemt. Blijf het rempedaal intrappen afhankelijk van de staat van de batterij en het door u
zonder het pedaal op te laten komen of te `pompen' — ingestelde laadniveau. Het regeneratief remmen kan
rem zoals u dat gewoonlijk doet. beperkt zijn wanneer de batterij al volledig is geladen
of bij een te lage omgevingstemperatuur.
LET OP!: Als de remmen niet goed werken, stop
de auto dan zo spoedig mogelijk zodra dat veilig OPMERKING: Als het regeneratief remmen is beperkt,
is en neem contact op met Tesla Service. Zie verschijnt er een gele stippellijn op de energiebalk (zie
Parkeren on page 58 voor informatie over het Rijstatus on page 65).
gebruik van de knop Park voor een noodstop.
ATTENTIE: Houd altijd voldoende afstand tot uw Niveau voor regeneratief remmen
voorligger en wees bij gevaarlijke instellen
omstandigheden extra voorzichtig. Vertrouw er
niet op dat de remdroogfunctie of hydraulische U kunt het niveau voor regeneratief remmen via het
fadingcompensatie adequaat remmen overbodig touchscreen instellen:
maken.
1. Tik op Bediening > Rijden > Regeneratief remmen.
Regeneratief remmen 2. U kunt kiezen uit twee niveaus:
◦ Standaard: Biedt de maximumhoeveelheid
Elke keer dat u tijdens het rijden in de Model 3 de voet regeneratief remmen. Als u het gas loslaat, zal de
van het gaspedaal neemt, verliest de Model 3 door Model 3 afremmen, zodat u de remmen minder
regeneratief remmen snelheid terwijl de daarbij hoeft te gebruiken.
opgewekte energie wordt gebruikt om de batterij op te
laden. ◦ Laag: Beperkt regeneratief remmen. Als u het gas
loslaat, zal de Model 3 minder sterk afremmen en
Door goed te anticiperen en tijdig gas terug te nemen, langer doorrollen dan wanneer "Standaard" is
kunt u de voordelen van regeneratief remmen optimaal ingesteld.
benutten en de actieradius vergroten. Natuurlijk is dit
geen volwaardig alternatief voor het echte remmen om
gevaarlijke situaties te voorkomen. Bij stoppen
OPMERKING: Als de Model 3 door het regeneratief De Model 3 worden afgeremd door regeneratief
remmen sterk afremt (bijvoorbeeld als uw voet volledig remmen wanneer u tijdens het rijden het gaspedaal
van het gaspedaal is genomen bij hoge snelheden), loslaat. U kunt kiezen wat de Model 3 moet doen zodra
gaan de remlichten branden om het achteropkomende de rijsnelheid is afgenomen tot een zeer lage snelheid
verkeer te waarschuwen. (bijna stilstand) en zowel het gaspedaal als het
rijsnelheid zijn losgelaten. Tik, terwijl de auto is
OPMERKING: Als winterbanden met een agressieve
geparkeerd, op Bediening > Rijden > Bij stoppen en
samenstelling en profiel zijn gemonteerd, kan het
kies een van de volgende opties:
regeneratieve remvermogen tijdelijk afnemen. Uw auto
is echter zo ontworpen, dat deze zichzelf continu
opnieuw kalibreert en na een bandenwissel zal de auto • KRUIP: Wanneer de Model 3 bijna of helemaal
steeds meer het regeneratieve remvermogen herstellen stilstaat, blijft de motor koppel overbrengen,
na enkele acceleraties met een gematigd koppel in een waardoor de auto langzaam vooruit (in de stand D)
rechte lijn. Voor de meeste bestuurders gebeurt dit na of achteruit (in de stand R) rijdt, net als bij een
een korte tijd normaal rijden, maar bestuurders die conventioneel voertuig met automatische
normaliter licht optrekken, zullen iets sneller moeten transmissie. In bepaalde situaties, zoals bij en steile
accelereren wanneer de herkalibratie wordt uitgevoerd. helling of oprit, kan het zijn dat u het gaspedaal
moet bedienen om te blijven rijden of te voorkomen
dat de Model 3 in de tegenovergestelde richting rolt.
70 MODEL 3 HANDLEIDING
Remmen en stoppen
ATTENTIE: Vertrouw nooit op KRUIP voor ATTENTIE: Vertrouw voor uw veiligheid en die van
voldoende koppel om te voorkomen dat uw uw auto niet alleen op regeneratief remmen en de
auto een helling afrolt. Houd altijd het gekozen instelling van Bij stoppen. Het remgedrag
rempedaal ingetrapt om stil te blijven staan op en de remweg van de Model 3 worden beïnvloed
een helling of bedien het gaspedaal om een door verschillende factoren, zoals het rijden met
helling op te rijden. Anders kan schade en/of zware last, op een steile helling of op een nat of
een aanrijding het gevolg zijn. bevroren wegdek. Blijf alert tijdens het rijden en
zorg ervoor dat u het rempedaal kunt bedienen
• STOP: Zorgt voor maximaal bereik en vermindert om te stoppen zoals de verkeerssituatie en
remslijtage door regeneratief te remmen bij lagere wegomstandigheden dat vereisen.
snelheden dan bij de instellingen Kruip en Rol. Als de
ATTENTIE: Forward Collision Warning en
Model 3 stopt, wordt de auto automatisch geremd
Automatic Emergency Braking zijn niet actief bij
zonder dat u uw voet op het rempedaal hoeft te
zeer lage rijsnelheden (zie Collision Avoidance
houden. Ongeacht of de auto stilstaat op een vlakke
Assist on page 126). Vertrouw er niet op dat deze
ondergrond of helling, zorgt Vehicle Hold ervoor dat
functies u waarschuwen of een botsing voorkomen
de auto geremd blijft wanneer u het gaspedaal en
of de impact ervan verminderen.
rempedaal niet bedient. Zie Vehicle Hold on page
76. OPMERKING: De gekozen instelling wordt bewaard in
uw bestuurdersprofiel totdat u deze handmatig wijzigt.
ATTENTIE: Vertrouw nooit alleen op STOP om
uw auto adequaat af te remmen of te stoppen.
Er zijn veel factoren die de remweg kunnen Parkeerrem
vergroten, zoals afdalingen, de lage instelling
van regeneratief remmen en verminderd of De parkeerrem wordt automatisch ingeschakeld als u de
beperkt regeneratief remmen (zie Regeneratief Model 3 in stand P (Parkeren) zet. De parkeerrem wordt
remmen on page 70). Zorg ervoor dat u altijd automatisch uitgeschakeld als u een andere versnelling
klaar bent om het rempedaal te gebruiken om kiest.
adequaat te remmen of te stoppen.
Rijden 71
Remmen en stoppen
Wanneer u de parkeerrem handmatig
inschakelt met het touchscreen, gaat het
rode controlelampje voor de parkeerrem
branden op het touchscreen.
Remblokslijtage
Model 3 remblokken zijn voorzien van slijtage-
indicatoren. Als het remblok is versleten, raakt een
dunne metalen strip in het remblok de remschijf en gaat
het daardoor hard piepen. Dit geluid geeft aan dat de
remblokken versleten zijn en vervangen moeten
worden. Neem contact op met Tesla Service om de
remblokken te laten vervangen.
72 MODEL 3 HANDLEIDING
Tractie Controle
Hoe het werkt
Tractie Controle is een systeem dat voortdurend de
snelheid van de voor- en achterwielen controleert. Als
de wielen van de Model 3 hun grip verliezen, wordt het
doorslippen van de wielen tegengegaan door de
remmen te bedienen en het motorvermogen te
beperken. Tractie Controle is standaard ingeschakeld.
Onder normale omstandigheden moet dit ingeschakeld
blijven om maximale veiligheid te garanderen.
Rijden 73
Parkeerhulp
Werking van parkeerhulp OPMERKING: De parkeersensoren achter worden
uitgeschakeld wanneer een fiets is gedetecteerd of de
Aanhangermodus van de Model 3 actief is.
Model 3 is uitgerust met diverse sensoren die objecten
detecteren. Als u langzaam voor- of achteruit rijdt ATTENTIE: Vertrouw nooit alleen op de informatie
(bijvoorbeeld tijdens parkeren), waarschuwen deze van de parkeerhulp maar overtuig u er zelf van
sensoren u voor eventuele objecten in de directe dat er geen personen en/of obstakels in de buurt
nabijheid van de Model 3. Er worden alleen objecten in van de auto zijn. De goede werking van de
de gekozen rijrichting gedetecteerd: objecten vóór de parkeerhulp kan verstoord worden door een
auto in de Drive (D), objecten achter de auto in R aantal externe factoren (zie Beperkingen en valse
(achteruit). waarschuwingen on page 75). Als u alleen
afgaat op de informatie van de parkeerhulp om
ATTENTIE: U wordt mogelijk niet gewaarschuwd de afstand van de Model 3 tot een obstakel te
wanneer de Model 3 vrij in de tegengestelde bepalen, bestaat de kans op schade aan de auto
richting van de gekozen versnelling rolt en/of objecten en op ernstig letsel. Houd de
(bijvoorbeeld als de Model 3 achteruit van een directe omgeving van de auto altijd zelf goed in
helling rolt terwijl Drive (D) is gekozen). de gaten. Kijk bij het achteruitrijden over uw
schouder en gebruik alle spiegels. Park Assist kan
geen kinderen, voetgangers, fietsers, dieren en
bewegende voorwerpen detecteren die zich te ver
of te dichtbij vóór, achter, boven of onder de
sensoren bevinden. De parkeerhulp helpt de
bestuurder bij het parkeren en is niet bedoeld ter
vervanging van de eigen waarnemingen van de
bestuurder. De parkeerhulp is geen garantie voor
veilig rijden.
74 MODEL 3 HANDLEIDING
Parkeerhulp
LET OP!: Zorg ervoor dat sensoren schoon zijn en • De bumper is beschadigd of hangt scheef.
vrij van sneeuw, modder en vuil. Richt een
hogedrukspuit niet rechtstreeks op de sensoren • Er iets op de bumper van de Model 3 is gemonteerd
en reinig ze niet met een scherp of schurend waardoor de sensor wordt afgedekt (bijvoorbeeld
voorwerp, dat veroorzaakt krassen en kan het een fietsendrager of bumpersticker).
oppervlak beschadigen. • Model 3 vrij in de tegengestelde richting van de
LET OP!: Plak geen stickers op de parkeersensoren gekozen versnelling rolt (bijvoorbeeld als de Model 3
en monteer ook geen accessoires voor de achteruit van een helling rolt terwijl Drive (D) is
sensoren. gekozen).
Beperkingen en valse
waarschuwingen
In de volgende omstandigheden functioneert de
parkeerhulp mogelijk niet naar behoren:
Rijden 75
Vehicle Hold
Wanneer de Model 3 is gestopt, kan Vehicle Hold de
remmen ingeschakeld laten, zelfs nadat u uw voet van
het rempedaal hebt gehaald. Rem tijdens het rijden op
een heuvel of op een vlakke weg zoals u dat normaal
zou doen. Nadat u volledig bent gestopt, trapt u
eenvoudig het rempedaal opnieuw in (totdat het Vehicle
Hold-controlelampje op het touchscreen oplicht) om
Vehicle Hold in te schakelen. Vervolgens kunt u het
rempedaal loslaten en blijft u stilstaan, zelfs op een
helling.
76 MODEL 3 HANDLEIDING
Track Mode
Track Mode is alleen beschikbaar op Model 3 3. Als u de rondetimer wilt gebruiken, volg dan de
Performance-auto's. Deze modus is bedoeld om de instructies op het scherm om een speld op de kaart
stabiliteitscontrole, Tractie Controle, regeneratief te plaatsen die de start/finish van de ronde aangeeft.
remmen en koelsystemen aan te passen om de Vervolgens dient u op START op de rondetimer te
prestaties en handling te verbeteren wanneer op drukken om uw rijsessie te starten. Na de start, begint
afgesloten circuits wordt gereden. Track Mode verbetert de rondetimer te tellen wanneer u met de Model 3
de wendbaarheid door slim gebruik te maken van de voorbij de start/finish rijdt die u hebt aangegeven
motoren, het regeneratief remmen en het normale met de speld op de kaart. Zie Gebruik van de
bedrijfsremsysteem. Als deze modus is ingeschakeld, rondetimer on page 78.
werkt het koelsysteem op een hogere capaciteit
wanneer er sportief wordt gereden en daarna, zodat de 4. Schakel naar de rijversnelling en GA!
voertuigsystemen beter bestand zijn tegen de extra
Als u de rondetimer hebt gestart, wordt de timer
warmteontwikkeling.
telkens wanneer u start/finish passeert teruggezet.
OPMERKING: Track Mode is ontworpen en gekalibreerd Zie Gebruik van de rondetimer on page 78.
voor een Performance Model 3 met Performance-
U kunt ook een real-time acceleratiemeter (G-meter)
remmen en -banden. Auto's zonder Performance-
laten weergeven door over het kaartgedeelte van het
remmen en -banden hebben mogelijk een vergelijkbaar
touchscreen te vegen. Zie G-meter on page 79.
lager prestatie- en uithoudingsvermogen.
ATTENTIE: Track Mode is uitsluitend bedoeld voor Wanneer Track Mode is ingeschakeld:
gebruik tijdens rijsessies op gesloten circuits. De
bestuurder is ervoor verantwoordelijk veilig te ◦ Alle Autopilot-functies zijn niet beschikbaar
rijden en ervoor te zorgen dat anderen niet in (inclusief veiligheidsfuncties zoals Automatic
gevaar worden gebracht. Emergency Braking, Forward Collision Warning
ATTENTIE: Track Mode is ontworpen voor gebruik etc.).
door ervaren coureurs die bekend zijn met het ◦ Instellingen zoals Slip start en Regeneratief
circuit. Gebruik deze modus niet op de openbare remmen worden genegeerd.
weg. De bestuurder is ervoor verantwoordelijk het
voertuig altijd onder controle te hebben, ook op ◦ Bij stoppen is ingesteld op de instelling Rol, waarin
het circuit. Wees voorzichtig, want het gedrag van de Model 3 vrij kan rollen bij zeer lage snelheden
de auto (inclusief Tractie Controle en wanneer een rijversnelling is gekozen en zowel het
stabiliteitscontrole) is anders bij gebruik van Track gaspedaal als het rempedaal zijn losgelaten. Zie
Mode. Bij stoppen on page 70 voor meer details.
◦ Energieverbruik neemt toe.
Gebruik van Track Mode ◦ Easter eggs waaronder games, Arcade en Tesla
Theater, zijn niet beschikbaar.
Track Mode is altijd uitgeschakeld als u de Model 3 start.
Als u Track Mode voor uw huidige rit wilt inschakelen, Gebruik de instelling op het touchscreen om Track
schakelt u naar P en volgt u de onderstaande stappen: Mode op ieder moment uit te schakelen. Als u de
Model 3 uitschakelt, wordt ook Track Mode
1. Tik op Bediening > Rijden > Track Mode. uitgeschakeld (hoewel deze mogelijk nog op het
touchscreen wordt weergegeven als koelen na rijden
Als de modys is ingeschakeld, wordt boven de wordt uitgevoerd). Als Track Mode is uitgeschakeld,
rijsnelheid op het touchscreen CIRCUIT worden alle vorige instellingen en de normale
weergegheven en verschijnt het pop-upvenster Track werking van alle functies hersteld.
Mode op de kaart. In de statusweergave op het
touchscreen verschijnt een afbeelding met
kleurcodering van uw Model 3 die u in één oogopslag
belangrijke informatie geeft over de batterij, de Track Mode aanpassen
motoren, de banden en de remmen. Zie De status van
de auto bewaken on page 78. Als u Track Mode wilt aanpassen, tikt u op Instellingen
Track Mode in het pop-upvenster Track Mode dat op de
kaart wordt weergegeven wanneer u Track Mode
2. Naar wens kunt u de instellingen van Track Mode
inschakelt. U kunt de instellingen van Track Mode ook
aanpassen door te tikken op Instellingen Track Mode
openen door te tikken op Bediening > Rijden en
in het pop-upvenster Track Mode (zie Track Mode
vervolgens op Aanpassen naast de betreffende instelling
aanpassen on page 77). U kunt de instellingen van
van Track Mode. Kies een bestaande instelling van Track
Track Mode ook openen door te tikken op Bediening
Mode in de lijst van kant-en-klare profielen van Tesla. Of
> Rijden en vervolgens op Aanpassen naast de
maak een nieuw profiel met instellingen door te tikken
betreffende instelling van Track Mode.
op Nieuwe instellingen toevoegen, een naam voor het
Rijden 77
Track Mode
instellingenprofiel in te voeren en vervolgens deze met de naam "TeslaTrackMode" (zonder de
instellingen aan uw voorkeuren of rijscenario of voor aanhalingstekens). Als deze optie is ingeschakeld,
een specifiek circuit aan te passen: slaat Track Mode een video op van elke ronde in een
rijsessie bij gebruik van de rondetimer. Track Mode
• Wegliggingsbalans - De balans van de Model 3 in slaat ook de status van de auto en
een bocht aanpassen. Neigt de Model 3 naar telemetriegegevens op met informatie over de
onderstuur, dan kunt u een onderstuurconfiguratie positie, snelheid, acceleratie, gebruik van het
met nadruk op de voorwielen kiezen. Is het moeilijk gaspedaal van de auto etc. U kunt deze gegevens,
op de auto door een bocht te sturen? Probeer dan die worden opgeslagen als .CSV-bestand op de USB-
een configuratie met nadruk op de achterwielen. U stick, vervolgens analyseren om te zien waar u tijd
kunt elke waarde selecteren in stappen van 5%, hebt gewonnen of verloren (zelfs per band).
tussen 100/0 (voor 100% nadruk op de voorwielen
voor onderstuur) en 0/100 (voor 100% nadruk op de Met Track Mode kunt u maximaal 20 Track Mode-
achterwielen voor overstuur). profielen opslaan. Als u een bepaald profiel wilt
• Stabiliteitshulp - Kies de mate waarin de systemen verwijderen, tikt u op Verwijderen onder in het
voor stabiliteitscontrole helpen om de auto onder instellingenvenster.
controle te houden. U kunt een niveau tussen -10 en
OPMERKING: U kunt kant-en-klare profielen van Tesla
+10 kiezen. Wanneer +10 wordt gekozen, worden alle
niet wijzigen of verwijderen.
stabiliteitshulpsystemen ingeschakeld voor
beheersbaarheid van de auto waarbij de
stabiliteitsystemen actief blijven. Met -10 worden alle Gebruik van de rondetimer
stabiliteitssystemen uitgeschakeld en is de stabiliteit
van de auto geheel een taak van de bestuurder. Bij Als u Track Mode inschakelt, wordt op de kaart een
de standaardinstelling 0 is er een balans waarbij de rondetimer weergegeven. Volg de instructies op het
stabiliteit voor een deel automatisch wordt geregeld scherm om een speld op de kaart te plaatsen die de
en voor een deel een taak van de bestuurder is. start/finish van de ronde aangeeft. Zodra de spelden
• Regeneratief remmen - Kies hoeveel regeneratief zijn geplaatst, drukt u op START om de rijsessie (met
remmen beschikbaar is. U kunt een waarde kiezen rondes) te starten. Als u de start/finish passeert met de
tussen 0 en 100%, in stappen van 5%. Tesla raadt de Model 3, wordt de rondetimer teruggezet en start de
instelling 100% aan, om oververhitting van de timer automatisch met het registreren van de rondetijd.
remmen te voorkomen. Het circuit wordt op de kaart gemarkeerd met de kleur
blauw.
• Koeling na het rijden - Kies AAN wanneer u wilt dat
de koelsystemen de componenten van de auto Na iedere ronde geeft de rondetimer de rondetijd weer.
blijven koelen, ook nadat u bent uitgestapt. Het Daarnaast worden ook de tijden van vorige rondes en
koelen stopt automatisch wanneer de componenten de beste rondetijden van de rijsessie weergegeven.
voldoende zijn afgekoeld of wanneer u de Model 3
uitschakelt en vervolgens weer inschakelt. Koeling na Als Dashcamclips opslaan voor rondes is ingeschakeld
het rijden is handig wanneer u de componenten snel (zie Track Mode aanpassen on page 77) en een correct
wilt koelen tussen rijsessies. Als Koeling na het rijden geformatteerde USB-stick is aangesloten op de USB-
is ingesteld op UIT, koelen de componenten poort voorin, slaat Track Mode een video van de
uiteindelijk af, maar duurt dit langer. rijsessie (opgenomen door de camera's aan de
• Compressor overklokken - Stel deze instelling in op voorzijde) op, samen met een .CSV-bestand met
AAN wanneer u het koelsysteem versneld wilt laten gedetaileerde informatie over de ronde.
werken. Op deze manier wordt het koelproces
versneld, wat handig is wanneer u met zeer korte OPMERKING: Om de timer aan het eind van uw rijsessie
tussenpozen verschillende agressieve rijsessies te stoppen, tikt u op STOP in het pop-upvenster
uitvoert. Rondetimer.
78 MODEL 3 HANDLEIDING
Track Mode
• En rem wordt blauw weergegeven als deze koud is en
rood wanneer deze heet is (een vroegtijdige
waarschuwing voor oververhitting van de remmen).
• Een motor wordt blauw weergegeven als deze koud
is en rood wanneer deze heet is.
• Een band wordt blauw weergegeven wanneer deze te
weinig wordt gebruikt en rood wanneer de maximale
grip wordt overschreden.
G-meter
In Track Mode wordt een real-time G-meter
weergegeven op het kaartgedeelte van het touchscreen
(zie Overzicht touchscreen on page 5). De G-meter is
een grafische weergave van piekwaarden van zijdelingse
krachten, acceleratie en remkrachten in de vorm van een
ronde meter. De historie van uw rit wordt aangeduid in
het gearceerde gebied. De G-meter wordt na iedere
rijsessie teruggezet.
Rijden 79
De actieradius vergroten
Rijtips om actieradius te vergroten De energiemeter op het touchscreen en in de Energie-
app (zie Energie-app on page 81) geeft informatie
over het energieverbruik. Dankzij deze informatie weet u
U kunt uw actieradius vergroten door op dezelfde al snel hoeveel invloed uw rijstijl en de externe
manier zuinig te rijden als u deed om benzine te omstandigheden hebben op het energieverbruik van de
besparen. Het energieverbruik is naast de rijstijl Model 3.
afhankelijk van externe omstandigheden (zoals extreem
lage of hoge temperaturen en het beklimmen van steile
hellingen). Doe het volgende voor een maximale Factoren die van invloed zijn op het
actieradius: energieverbruik
• Minder vaart en voorkom veelvuldig en snel
Er zijn verschillende factoren van invloed op het
accelereren. Overweeg het gebruik van de modus
energieverbruik van uw auto, zoals:
Chill (zie Bediening on page 131) en Speed Assist
(zie Speed Assist on page 129) om u te helpen bij
het beperken van uw acceleratie en snelheid. • Hellingen oprijden: Het oprijden van hellingen vergt
meer energie, waardoor de actieradius sneller
• Als dit veilig is, kunt u geleidelijk vaart minderen door afneemt. Wanneer u echter een helling afrijdt, kan uw
gas terug te nemen in plaats van het rempedaal te auto een deel van energie terugwinnen door middel
gebruiken. Elke keer dat u tijdens het rijden in de van regeneratief remmen (zie Regeneratief remmen
Model 3 het gaspedaal niet intrapt, verliest de Model on page 70).
3 door regeneratief remmen snelheid, terwijl de
daarbij opgewekte energie wordt gebruikt om de • Aangepaste instellingen Energie wordt verbruikt door
batterij op te laden (zie Regeneratief remmen on accessoires zoals verlichting, verwarming en koeling,
page 70). Media Player, Bewakingsmodus, etc.
• Stel Bij stoppen in op STOP om te profiteren van • Korte ritten: Bij het starten van de auto kost het
regeneratief remmen bij lage rijsnelheden (zie Bij energie om het interieur en de batterij op een
stoppen on page 70). bepaalde temperatuur te brengen. Bij zeer korte
ritten neemt het gemiddelde energieverbruik
• Zorg ervoor dat de banden op de aanbevolen mogelijk toe als de climate control is ingeschakeld.
spanning zijn (zie Onderhoud banden on page 177),
correct zijn uitgelijnd en indien nodig worden • Temperatuur en weersomstandigheden: Bij lage
gerouleerd. Door banden te rouleren word temperaturen kunt u de auto het beste
ongelijkmatige slijtage verminderd, waardoor de voorverwarmen voordat u gaat rijden (zie 'Best
efficiëntie van uw auto toeneemt (zie practices' bij koude weersomstandigheden on page
Onderhoudsschema on page 175). 95).
• Neem geen onnodige bagage mee. Als de Model 3 is geparkeerd, verbruikt hij ongeveer 1%
• Sluit alle ruiten volledig. energie per dag. In sommige gevallen (en afhankelijk van
de instellingen van uw auto) kan dit verbruik hoger zijn.
• Beperk het gebruik van elektrische verbruikers zoals
Om het energieverbruik te verminderen, kunt u
de verwarming, verlichting en airconditioning. Het
instellingen zoals climate control, Bewakingsmodus,
gebruik van de stoelverwarming om warm te blijven
voorverwarming (wanneer uw auto niet op de oplader is
is efficiënter dan het gebruik van de climate control
aangesloten) en eventuele aftermarket-uitrusting
om het interieur te verwarmen.
uitschakelen wanneer u deze niet nodig hebt.
• Verwarm de auto voor wanneer deze op de oplader is
aangesloten, zodat vóór aanvang van de rit het
interieur is verwarmd tot een aangename
Bereik
temperatuur en (indien nodig) de ruiten zijn
ontdooid. Gebruik de mobiele app om uw auto voor Het weergegeven bereik kan sneller afnemen dat de
te verwarmen door te tikken op Climate control > werkelijk gereden afstand. Wanneer de auto volledig is
Climate control inschakelen en uw voorkeuren in te opgeladen, is het bereik dat wordt weergegeven in een
stellen (zie Mobiele app on page 164). Tesla gebaseerd op EPA-certificering en wordt geen
rekening gehouden met uw persoonlijke rijstijl en
• Functies zoals Bewakingsmodus, Koplampen na externe omstandigheden. Als u het geschatte bereik op
uitstappen en Cabin Overheat Protection kunnen van basis van energieverbruik wilt zien, open dan de
invloed zijn op de actieradius. Schakel onnodige Energie-app om de grafiek weer te geven (zie Energie-
functies uit. app on page 81).
• Laat de auto wanneer deze niet wordt gebruikt
aangesloten op de oplader om overmatig Zoals voor alle auto's geldt, is het werkelijke bereik van
energieverbruik van de auto te voorkomen. de Model 3 voor een groot deel afhankelijk van rijstijl en
omgevingsomstandigheden.
• Beperk het gebruik van DC-laders (zoals
Superchargers) zo veel mogelijk voor een optimale
status van de batterij.
80 MODEL 3 HANDLEIDING
De actieradius vergroten
Energie-app
De Energie-app geeft een beeld van het actuele en
voorspelde energieverbruik van uw auto. Om de
Energie-app te gebruiken, navigeert u naar Application
Launcher > Energie op het touchscreen. U kunt uit twee
grafiektypen kiezen:
Bereikgarantie
Model 3 helpt u te voorkomen dat u zonder stroom komt
te zitten. Uw auto controleert continu het energieniveau
en de afstand tot bekende laadlocaties.
Rijden 81
Achteruitrijcamera
Plaats van camera ATTENTIE: Bepaal nooit op basis van de
achteruitrijcamera of de zone achter u vrij is van
voorwerpen en/of mensen wanneer u
Model 3 is uitgerust met een achteruitrijcamera die zich achteruitrijdt. Houd in gedachten dat obstakels die
boven de kentekenplaat achter bevindt. letsel of schade zouden kunnen veroorzaken,
mogelijk buiten het bereik van de camera vallen.
Daarnaast kunnen verschillende externe factoren
de prestaties van de camera beïnvloeden,
waaronder een verontreinigde of stoffige lens. Als
u alleen afgaat op de informatie van de
achteruitrijcamera, bestaat de kans op schade aan
de Model 3 en/of goederen en op ernstig letsel.
Houd de directe omgeving van de auto altijd zelf
goed in de gaten. Kijk bij het achteruitrijden over
uw schouder en gebruik alle spiegels. Gebruik de
camera alleen ter ondersteuning. Hij is niet
bedoeld ter vervanging van uw eigen controles en
vormt geen vervangingsmiddel voor voorzichtig
rijden.
De camera reinigen
Zorg ervoor dat de lens van de camera altijd schoon is
en door niets wordt geblokkeerd om een duidelijk beeld
te garanderen. Veeg de lens van de camera regelmatig
met een vochtige, zachte doek schoon.
Zodra de selectiehendel in stand R (Achteruit) wordt
gezet, wordt het beeld van de camera op het LET OP!: Gebruik geen chemische of schurende
touchscreen weergegeven. Lijnen laten uw traject zien reinigingsmiddelen. Deze kunnen het oppervlak
op basis van de positie van het stuur. Deze lijnen worden van de cameralens beschadigen.
aangepast in overeenstemming met uw
stuurbewegingen.
82 MODEL 3 HANDLEIDING
Dashcam
Over Dashcam • De USB-stick dient een constante schrijfsnelheid te
hebben van ten minste 4 MB/s. Een constante
schrijfsnelheid is iets anders dan de maximale
OPMERKING: Dashcam is een BÈTA-functie.
schrijfsnelheid. Controleer de productinformatie bij
De camera's ondersteunen de Autopilot-functies, maar uw USB-stick voor meer informatie.
kunnen daarnaast ook worden gebruikt om • De USB-stick moet compatibel zijn met USB 2.0. Als
videobeelden op te nemen op een USB-stick. Dit kan er een USB 3.0-stick wordt gebruikt, dan moet deze
nuttig zijn in situaties waarin u over een video-opname USB 2.0 ondersteunen.
van een bepaald incident wilt beschikken, zoals
• Gebruik een aparte USB-stick exclusief voor het
bijvoorbeeld een aanrijding. U kunt de video-opnamen
opslaan van videomateriaal door de
rechtstreeks vanuit het touchscreen van uw auto
bewakingsmodus.
pauzeren, hervatten en opslaan.
• De USB-stick moet correct geformatteerd zijn.
OPMERKING: Dashcam werkt alleen wanneer de Model 3
• Gebruik een USB-stick met een zo groot mogelijke
is ingeschakeld (zie Starten en uitschakelen on page 56).
opslagcapaciteit. Opslag van videomateriaal kan veel
Dashcam maakt geen video-opnamen wanneer uw auto
geheugen in beslag nemen. Tesla raadt u aan een
is uitgeschakeld.
USB-stick met minimaal 32 GB opslagruimte te
gebruiken. Sommige besturingssystemen van pc's
Gebruik van Dashcam zijn mogelijk niet in staat om USB-sticks met een
grotere capaciteit dan 32 GB te formatteren in de
Voor het opslaan en ophalen van videobeelden van indeling FAT 32. Overweeg dan een toepassing van
Dashcam is een correct geformatteerde USB-stick nodig derden te gebruiken om USB-sticks groter dan 32 GB
(zie Vereisten voor USB-sticks voor video's en opnemen te formatteren.
on page 155). Zodra een correct geformatteerde USB-
stick in een van de USB-poorten voorin in uw auto is Hoewel deze lijst niet volledig is, heeft Tesla de volgende
geplaatst, verschijnt een Dashcam-pictogram aan de USB-sticks getest en vastgesteld dat ze voldoen aan de
bovenkant van het touchscreen. Tik op het Dashcam- eisen voor het gebruik van Dashcam en de
pictogram om Dashcam te bedienen: bewakingsmodus:
Rijden 83
Dashcam
Als u een USB-stick vanuit een pc wilt formatteren, volg Nadat u USB-stick hebt geformatteerd en de map
dan de onderstaande stappen voor uw "TeslaCam" hebt aangemaakt, steekt u deze in een van
besturingssysteem. de USB-poorten voorin in de Model 3. Gebruikt de USB-
poorten achterin niet, deze zijn uitsluitend bedoeld voor
opladen. Het kan maximaal 15 seconden duren voordat
Voor MacOS: de Model 3 de USB-stick herkent. Zodra deze is
herkend, verschijnen de pictogrammen voor Dashcam
1. Plaats de USB-stick in uw pc. en Bewakingsmodus aan de bovenkant van uw
2. Ga naar Hulpprogramma's > Schijfbeheer (of zoek touchscreen (let op; u dient de bewakingsmodus
hiernaar met Spotlight Search). mogelijk nog in te schakelen via Bediening > Veiligheid
en beveiliging > Bewakingsmodus). Model 3 is klaar
3. Selecteer uw USB-stick in het linker menu. voor het opnemen van video.
4. Ga naar Wissen op de bovenste menubalk.
5. Selecteer in het uitklapmenu het juiste formaat (MS- Materiaal ophalen
DOS FAT) en klik op Wissen.
Om videomateriaal op te halen van de USB-stick,
OPMERKING: Door Wissen te selecteren worden alle
verwijdert u de USB-stick uit de USB-poort en opent u
bestaande gegevens van uw USB-stick gewist. Heeft
de bestanden op een pc of ander apparaat. Navigeer
u gegevens die u wilt bewaren, dan dient u deze
naar de map TeslaCam.
voor het wissen te verplaatsen naar een ander
apparaat.
De map TeslaCam bevat drie onderliggende mappen:
6. Navigeer nadat de USB-stick is gewist naar Finder
en selecteer uw USB-stick in het linker menu. Op de • Recente clips - Het beeldmateriaal in Recente clips
USB-stick horen geen bestanden te zijn. doorloopt continu cycli van 60 minuten wanneer de
camera's zijn geactiveerd. Het beeldmateriaal wordt
7. Klik met de rechtermuistoets in de lege ruimte van derhalve ieder uur continu overschreven tenzij u het
de USB-stick en selecteer Nieuwe map. Er verschijnt opslaat. Als een voorval wordt opgenomen, wordt
een map op uw USB-stick. voor elke camera vóór, achter , links en rechts een
8. Klik met de rechtermuistoets op de folder, selecteer aparte video opgenomen.
Hernoemen en hernoem de map in "TeslaCam" • Saved Clips - Bevat alle opnames die u handmatig
(zonder aanhalingstekens). Klik op "Opslaan". Deze hebt opgeslagen met Dashcam.
map wordt gebruikt voor opslag van alle recente en
opgeslagen clips van Bewakingsmodus en Dashcam. • Sentry Clips - Bevat alle opgeslagen beelden van
gebeurtenissen in de bewakingsmodus die
9. Verwijder de USB-stick op de juiste. automatisch zijn opgeslagen toen een
waarschuwings- of alarmstatus werd geactiveerd. De
laatste 10 minuten van de opname van een voorval
Voor Windows: wordt opgeslagen en voorzien van een unieke
tijdstempel.
1. Plaats de USB-stick in uw pc.
OPMERKING: Wanneer de USB-stick vol raakt, wordt
2. Ga naar Verkenner. het oudste beeldmateriaal in Sentry Clips verwijderd
3. Klik met de rechtermuistoets op uw USB-stick en om ruimte te maken voor nieuw beeldmateriaal.
selecteer "Formatteren...". Zodra het is verwijderd, kunt u het niet meer
herstellen. Wanneer het USB-stick vol is, kunnen de
4. Selecteer in het snelmenu een ondersteund formaat bewakingsmodus en dashcam geen videobeelden
in het gedeelte Bestandssysteem (bijvoorbeeld meer opslaan. Om te voorkomen dat de USB-stick
exFAT, FAT 32, etc.) vol raakt, dient u opgeslagen video's regelmatig
OPMERKING: U kunt uw USB-stick ook een naam kopiëren naar een ander apparaat en ze verwijderen
geven (onder Volume Label). van de USB-stick.
84 MODEL 3 HANDLEIDING
Dashcam
OPMERKING: Dashcam-opname wordt gepauzeerd
wanneer de viewer is geopend.
OPMERKING: Het is uw eigen verantwoordelijkheid om
alle plaatselijke wetten, regels en eigendomsrechten met
betrekking tot video-opnamen in acht te nemen.
OPMERKING: De camera's nemen geen geluid op.
Rijden 85
Aanhangers trekken en accessoires dragen
Trekgewicht - accessoires
Met het Towing-pakket kunt u een aanhanger trekken of accessoires (fietsen, ski's, snowboards etc.) dragen met
uw Model 3.
Het Towing-pakket bestaat uit een bestaat uit een trekhaak met een kogelkoppeling van 50 mm die een
accessoiredrager kan ondersteunen. Bij het dragen van accessoires, is de kogelkoppeling is bedoeld voor het
ondersteunen van verticale lasten met een gewicht van maximaal 55 kg. Controleer bij het vervoeren van fietsen of
andere voorwerpen op de afneembare trekhaakbeugel van de Model 3 altijd of het maximumgewicht niet wordt
overschreden. Het maximale trekgewicht van de trekhaak is afhankelijk van het aantal inzittenden in de auto:
55 kg 55 kg
Bij het berekenen van het gewicht moet het gewicht van de accessoiredrager worden meegerekend.
OPMERKING: De hiervóór vermelde gewichten gelden voor accessoiredragers die door Tesla worden aanbevolen.
Ze zijn gebaseerd op een meting van de verticale en horizontale afstand tussen de zwaartepunt van de
accessoiredrager en de kogel van de trekhaak (zie voorbeeldafbeelding in Accessoiredragers die niet door Tesla
zijn goedgekeurd on page 86).
LET OP!: Als het maximale gewicht van de Model 3 trekhaak (zoals hiervóór beschreven) wordt
overschreden, kan ernstige schade ontstaan.
LET OP!: Probeer geen drager te bevestigen aan een Model 3 die niet is uitgerust met het Towing-pakket. Het
negeren van deze aanwijzing kan aanzienlijke schade veroorzaken.
OPMERKING: Raadpleeg de productgegevens van uw accessoiredrager voor meer informatie, zoals extra gewichts-
of belastingslimieten. Schade die is veroorzaakt door het gebruik van een accessoiredrager die niet door Tesla is
goedgekeurd, wordt niet door de garantie gedekt.
86 MODEL 3 HANDLEIDING
Aanhangers trekken en accessoires dragen
Het Towing-pakket van de Model 3 bevat de benodigde bedrading voor accessoiredragers met verlichting (zie
Elektrische aansluitingen on page 93). Het pakket is tevens compatibel met de Aanhangermodus-software (zie
Aanhangermodus on page 91).
Als u de kabelboom van een accessoiredrager aansluit, detecteert de Model 3 een aansluiting voor
aanhangerverlichting en gaat de betreffende indicator op het instrumentenpaneel branden om aan te
geven dat Aanhangermodus is uitgeschakeld.
OPMERKING: Ga naar http://www.tesla.com om accessoires aan te schaffen voor uw Model 3. Hoewel er producten
van andere merken beschikbaar zijn, worden alleen door Tesla goedgekeurde producten door Tesla aanbevolen en
ondersteund (zie Onderdelen en accessoires on page 191). De accessoireproducten die beschikbaar zijn voor uw
auto verschillen per land. Controleer, voordat u een drager probeert te monteren die niet door Tesla wordt
aanbevolen, de productinformatie om te zien of deze compatibel is.
OPMERKING: Wanneer deze niet in gebruik is, dient de trekhaak te worden verwijderd. Bewaar deze op een droge
plaats om stof en corrosie te voorkomen. Breng de stofkap aan op het opnameprofiel van de trekhaakbeugel om te
voorkomen dat er vuil en stof in komt (zie De trekhaak loskoppelen on page 93).
LET OP!: Een drager kan uw zicht in de binnenspiegel en van de achteruitrijcamera('s) en/of ultrasone
sensoren belemmeren. Daarnaast kunnen ook sommige functies van Autopilot niet naar verwachting werken.
OPMERKING: Tesla aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade of letsel ten gevolge van het monteren of
gebruik van een drager voor accessoires, voor ontbrekende informatie in de bij dragers voor accessoires gevoegde
instructies en voor het niet opvolgen van de instructies door de gebruiker. Schade die is veroorzaakt door het
gebruik van een drager voor accessoires, wordt niet door de garantie gedekt.
Trekgewicht - aanhangers
Raadpleeg het conformiteitscertificaat (versterkt bij aankoop van uw auto), kenplaatje (zie Voorgeschreven plaat on
page 193) of het trekhaaklabel voor het totale aanhangergewicht (inclusief alle lading en extra uitrusting) en de
kogeldruk die de Model 3 veilig kan dragen. Naast het maximale totale aanhangergewicht en de kogeldruk, dient u
rekening te houden met de volgende richtlijnen:
• Voor aanhangers die meer dan 750 kg wegen, dient een afzonderlijk aanhangwagenremsysteem met een
onafhankelijke bediening te worden gebruikt. Volg nauwgezet de instructies van de fabrikant van het
aanhangwagenremsysteem om te waarborgen dat de aanhangwagenremmen goed worden geïnstalleerd,
afgesteld en onderhouden.
• De kogeldruk is de neerwaartse kracht die de aanhangwagenkoppeling uitoefent op de trekhaakkogel. Deze moet
ten minste 4% van de totale aanhangwagenlast bedragen. Door veel uitrusting, passagiers of lading in het
trekkende voertuig mee te nemen, wordt de toegestane kogeldruk verlaagd, waardoor ook het maximale
trekgewicht afneemt. Het maximale trekgewicht wordt berekend ervan uitgaande dat de TMM (toegestane
maximum massa) niet wordt overschreden (zie Belading on page 193).
OPMERKING: Als de informatie in het conformiteitscertificaat, op het trekhaaklabel of het kenplaatje strijdig is met
de informatie in deze handleiding, dan geldt de eerstgenoemde informatie.
Rijden 87
Aanhangers trekken en accessoires dragen
LET OP!: U mag uitsluitend een aanhanger trekken met de Model 3 wanneer u ervaring hebt met en weet hoe
dit het voertuig beïnvloedt en het voertuig en de lading veilig kunt laden, vastzetten en besturen. De instructies
van Tesla bevatten niet alle kennis en vaardigheden die nodig zijn om veilig een aanhanger te trekken. Schade
die is veroorzaakt door het trekken van een aanhanger, wordt niet door de garantie gedekt.
ATTENTIE: Belaad de auto of de aanhanger niet
te zwaar. Een te zwaar beladen auto of aanhanger
kan leiden tot slechte prestaties, schade aan de
auto en het verlies van de controle over de auto,
wat kan leiden tot ernstig letsel.
ATTENTIE: Gebruik de trekhaak niet om de Model
3 te slepen/transporteren (zie Aanwijzingen voor
sleepdiensten on page 208).
88 MODEL 3 HANDLEIDING
Aanhangers trekken en accessoires dragen
ATTENTIE: Controleer de bandenspanning met
een bandenspanningsmeter als de banden koud
zijn. Na 1,6 km rijden zijn de banden voldoende
opgewarmd om de bandenspanning te
beïnvloeden. Ook felle zon of extreem warm weer
kan de bandenspanning beïnvloeden. Wees niet
verbaasd over hogere waardes als u de
bandenspanning meet wanneer de banden warm
zijn. Laat geen lucht uit warme banden
ontsnappen om de voorgeschreven waardes die
gelden voor koude banden, te bereiken. Een
warme band met een spanning gelijk aan of lager
dan de voorgeschreven waarde voor koude
banden kan een gevaarlijk lage bandenspanning
hebben.
ATTENTIE: Probeer nooit een aanhanger te
trekken wanneer een band van een Model 3
beschadigd is of tijdelijk is gerepareerd
(bijvoorbeeld met behulp van een
bandenreparatieset). Een tijdelijk gerepareerde
band is niet geschikt voor het dragen van de
getrokken last. Het trekken van een aanhanger met
een beschadigde of tijdelijk gerepareerde band
onder de auto kan leiden tot een kapotte band of
tot gevolg hebben dat de combinatie zijn stabiliteit
verliest.
Rijden 89
Aanhangers trekken en accessoires dragen
Alvorens een aanhanger te trekken • De lading op de aanhanger gelijkmatig is verdeeld,
zodat de kogeldruk ca. 4-10% van het totale
aanhangergewicht bedraagt zonder dat de in
Alvorens een aanhanger te trekken, moet het volgende
Trekgewicht - aanhangers on page 87 genoemde
doen:
maximale kogeldruk wordt overschreden.
• Vul de banden tot de koude bandenspanning die LET OP!: Als de aanhanger niet goed wordt
wordt vermeld in Onderhoud banden on page 177. beladen (bijv. te veel lading aan de achterkant)
kan de aanhanger gaan slingeren, waardoor de
• Houd u aan de wet- en regelgeving die betrekking
auto mogelijk onbeheersbaar wordt.
heeft op het trekken van een aanhanger. Niet naleven
van wet- en regelgeving kan ertoe leiden dat uw
veiligheid in gevaar komt. ATTENTIE: Zorg er altijd voor dat de lading in de
• Stel de buitenspiegels zo in dat u een onbelemmerd aanhanger is gezekerd en niet kan gaan schuiven.
zicht naar achter hebt met een zo klein mogelijke Bewegende/schuivende lading kan ertoe leiden
dode hoek. dat de auto onbeheersbaar wordt, wat ongevallen
met ernstig letsel tot gevolg kan hebben.
• Schakel Aanhangermodus in (zie Aanhangermodus
on page 91).
Richtlijnen voor het trekken van
Controleer of: aanhangers
• Model 3 horizontaal op zijn wielen staat (niet Model 3 is in eerste instantie bedoeld en ontworpen als
doorzakt) wanneer de aanhanger is aangekoppeld. auto voor het vervoer van personen. Het trekken van een
Als de auto doorzakt (en aan de voorkant dus aanhanger zorgt voor extra belasting van de motor(en),
omhoog komt): controleer of het in Trekgewicht - de aandrijving, de remmen, de banden en de vering en
aanhangers on page 87 genoemde maximale leidt tot een veel kleiner bereik. Als u besluit een
trekgewicht en de kogeldruk niet worden aanhanger te gaan trekken, ga dan voorzichtig te werk
overschreden. en neem de volgende algemene richtlijnen in acht:
• Alle onderdelen en toebehoren van de trekhaak,
veiligheidskettingen en elektrische aansluitingen • Breng uw rijsnelheid omlaag en voorkom abrupte
(inclusief achteruitrijlicht en mistlampen, indien manoeuvres. Onthoud dat het sturen, de stabiliteit,
aanwezig) in goede staat verkeren en goed zijn de draaicirkel, de remweg en de remprestaties bij het
aangesloten. Ga niet met de aanhanger rijden als er trekken van een aanhanger anders zijn dat tijdens
problemen waarneembaar zijn. rijden zonder aanhanger.
• De verlichting van de aanhanger goed werkt • Houd ten minste een twee keer zo grote afstand aan
(remlichten, richtingaanwijzers en tot de auto voor u dan normaal. Zo kunt u situaties
contourverlichting). voorkomen waarin hard moet worden geremd.
Abrupt hard remmen kan slippen of scharen van de
OPMERKING: Als de Model 3 zich in combinatie tot gevolg hebben, waardoor u de
Aanhangermodus bevindt of een aansluiting voor beheersing over de combinatie verliest.
aanhangerverlichting heeft gedetecteerd en de Model
3 een elektrische storing detecteert in de • Voorkom scherpe bochten. In te scherpe bochten
richtingaanwijzers van de aanhanger, knipperen de kunnen de auto en de aanhanger elkaar raken,
richtingaanwijzers aan de desbetreffende kant(en) waardoor er schade ontstaat. Onthoud dat de wielen
sneller dan normaal (zie Aanhangermodus on page van de aanhanger een kortere bocht maken dan de
91). wielen van de auto. Neem bochten bij het trekken van
een aanhanger dan ook wijder dan normaal om te
• De aanhanger goed is aangekoppeld, dat wil zeggen, voorkomen dat de aanhanger de stoeprand,
de koppeling goed is bevestigd op de trekhaakkogel. verkeersborden, bomen of andere objecten raakt.
• Veiligheidskettingen correct zijn aangesloten tussen • Controleer regelmatig de verlichting en
de aanhanger en het trekkende voertuig. Kruis de richtingaanwijzers van de aanhanger op een goede
veiligheidskettingen onder de kogel van de werking.
aanhanger om te voorkomen dat de kogel de weg • Controleer regelmatig of de lading goed vastzit.
raakt wanneer deze loskomt van de trekhaak.
Bevestig de ketting met genoeg ruimte om te • Parkeer bij voorkeur niet op een helling (zie Parkeren
voorkomen dat hij in bochten strak komt te staan, met een aanhanger on page 91).
maar zorg er ook voor dat de ketting niet over de • Controleer regelmatig of alle onderdelen die te
grond sleept. maken hebben met het trekken van de aanhanger,
• Alle lading is gezekerd. nog goed vastzitten.
90 MODEL 3 HANDLEIDING
Aanhangers trekken en accessoires dragen
ATTENTIE: Bij het rijden met aanhanger dient u losgekoppeld, schakel dan
rekening te houden met een langere remweg. Aanhangermodus handmatig uit om het
Houd bij het trekken van een aanhanger een rode pictogram te laten verdwijnen.
grotere afstand aan tot de auto voor u en voorkom
situaties waarin hard remmen nodig kan zijn. Als u Als de Model 3 zich in Aanhangermodus bevindt of een
dit niet doet, kan dit tot botsingen leiden. aansluiting voor aanhangerverlichting heeft
ATTENTIE: Houd u aan de wet- en regelgeving in gedetecteerd en de auto een elektrische storing
uw regio die specifiek betrekking heeft op het detecteert in de richtingaanwijzers van de aanhanger,
trekken van een aanhanger. Niet naleven van wet- knipperen de richtingaanwijzers aan de desbetreffende
en regelgeving kan ertoe leiden dat uw veiligheid kant(en) sneller dan normaal. Als u niet meer met de
in gevaar komt. aanhanger hoeft te rijden en u de elektrische
aanhangeraansluiting hebt losgekoppeld, knipperen de
ATTENTIE: Probeer de remmen van een aanhanger richtingaanwijzers sneller dan normaal en wordt de rode
nooit aan te sluiten op het remsysteem van de aanhangerindicator weergegeven op het touchscreen
auto. Dit kan schade toebrengen aan de auto en totdat Aanhangermodus handmatig is uitgeschakeld
aan de aanhanger en kan ertoe leiden dat het
remsysteem niet goed meer werkt, wat ongevallen Sommige functies van Autopilot en de functionaliteit
met ernstig letsel tot gevolg kan hebben. van de parkeersensoren achter zijn mogelijk niet
beschikbaar wanneer Aanhangermodus is ingeschakeld.
Aanhangermodus Daarnaast verschilt de werking van de volgende
functies:
Aanhangermodus (stand aanhangwagen trekken) moet
bij het trekken van een aanhanger altijd zijn • Traffic-Aware Cruise Control vergroot de afstand tot
ingeschakeld. Als u de elektrische aansluiting van een uw voorligger.
aanhanger aansluit terwijl de auto in de stand P • Side Collision Warning is actief, maar automatisch
(Parkeren) staat, schakelt de Model 3 automatisch ingrijpen op de besturing is uitgeschakeld.
Aanhangermodus in. Als u de elektrische aansluiting van
de aanhanger loskoppelt, wordt Aanhangermodus niet • De remkracht van Automatic Emergency Braking (zie
automatisch uitgeschakeld. Tik op Bediening > Rijden > Collision Avoidance Assist on page 126) wordt
Aanhangermodus op het touchscreen om mogelijk begrensd.
Aanhangermodus handmatig in of uit te schakelen. Een
van de volgende indicatoren wordt weergegeven op het ATTENTIE: Vertrouw er niet op dat de Model 3 de
touchscreen: aanhanger detecteert en automatisch
Aanhangermodus inschakelt. Controleer altijd of
Aanhangermodus is actief. Aanhangermodus is ingeschakeld alvorens een
aanhanger te trekken.
ATTENTIE: Aanhangermodus mag tijdens het
trekken van een aanhanger nooit worden
uitgeschakeld. Dit kan tot ernstig letsel leiden.
Rijden 91
Aanhangers trekken en accessoires dragen
OPMERKING: Bij het controleren van wielkeggen, 1. Verwijder de stofkap van het opnameprofiel van de
mag Vehicle Hold (zie Vehicle Hold on page 76) niet afneembare trekhaakbeugel door een klein
ingeschakeld zijn. Wanneer de Model 3 wordt voorwerp, zoals een schroevendraaier, in de
geremd door Vehicle Hold, brandt het bijbehorende drukklemmen aan beide zijden van de stofkap te
controlelampje op het touchscreen. Trap het steken. Draai de drukklemmen naar een niet-
rempedaal in en laat het weer los om Vehicle Hold vergrendelde positie, verwijder ze, en verwijder dan
uit te schakelen. de stofkap.
De trekhaak aansluiten
Het pakket voor het trekken van aanhangers voor de
Model 3 bestaat uit een trekhaak met een
kogelkoppeling van 50 mm. Wanneer deze niet in
gebruik is, dient de trekhaak te worden verwijderd.
Bewaar deze op een droge plaats om roestvorming te
voorkomen. Breng de stofkap aan op het opnameprofiel
van de trekhaakbeugel om te voorkomen dat er vuil en
stof in komt.
De trekhaakbeugel plaatsen:
92 MODEL 3 HANDLEIDING
Aanhangers trekken en accessoires dragen
LET OP!: Ga bij het verdraaien van de
slotcilinder voorzichtig te werk. Als de cilinder
De trekhaak loskoppelen
niet in de stand “Open” wordt geborgd, keert
hij vanzelf terug in zijn oorspronkelijke stand Verwijder de trekhaak na het trekken:
“Closed”, waardoor u uw vingers kunt bezeren.
1. Plaats de sleutel en draai deze zo dat de bovenkant
4. Pak de trekhaak stevig aan de onderkant vast en lijn van de sleutel in lijn is met het pictogram Unlock.
deze uit met de overeenkomstige uitsparingen in het 2. Houd de trekhaakbeugel aan de onderkant stevig
opnameprofiel. vast om te voorkomen dat het geheel op de grond
OPMERKING: Pak niet de slotcilinder vast, want deze valt, trek de slotcilinder ca. 0,5 cm naar buiten en
moet vrij kunnen draaien. draai deze rechtsom totdat de het pictogram Lock
naar de bovenkant schuift. De slotcilinder is nu
5. Druk de trekhaakbeugel in het opnameprofiel totdat ontgrendeld in de stand “Open” en de
de slotcilinder snel naar links draait en automatisch in trekhaakbeugel valt uit het opnameprofiel.
de stand "Closed" wordt vergrendeld. ATTENTIE: Ga bij het verdraaien van de
6. Controleer of de trekhaak volledig in het profiel zit slotcilinder voorzichtig te werk. Als de cilinder
door de trekhaak omlaag te trekken. De niet in de stand “Open” wordt geborgd, keert
trekhaakbeugel mag niet vallen wanneer u deze naar hij vanzelf terug in zijn oorspronkelijke stand
beneden probeert te trekken. “Closed”, waardoor u uw vingers kunt bezeren.
OPMERKING: Als de trekhaakbeugel niet in zijn 3. Plaats de stofkap weer op het opnameprofiel voor de
opnameprofiel is vergrendeld, zal deze eruit vallen afneembare trekhaakbeugel om te voorkomen dat
wanneer u de trekhaak omlaagtrekt. zich vuil in het profiel ophoopt, door deze vast te
zetten in de drukklemmen.
7. Verdraai de sleutel totdat de pijlen in een lijn liggen
met de het pictogram Lock op de slotcilinder. 4. Breng het stofkapje weer aan op de slotcilinder van
de afneembare trekhaakbeugel en bewaar de
8. Neem de sleutel uit het slot en bewaar deze op een trekhaakbeugel op een veilige plaats.
veilige plaats (bij voorkeur in de auto).
OPMERKING: Om de trekhaakbeugel in een goede
OPMERKING: De sleutel kan alleen worden verwijderd staat te houden, dient u het oppervlak ervan
als de trekhaakbeugel is vergrendeld. Hieruit blijkt dat regelmatig in te vetten met niet-harshoudend vet.
de trekhaak goed is bevestigd. Gebruik de trekhaak
niet met de sleutel in het slot.
OPMERKING: Tesla adviseert de sleutelcode te Elektrische aansluitingen
noteren. U hebt deze sleutelcode nodig als u de
sleutels verliest en nieuwe exemplaren moet Wet- en regelgeving vereist dat alle aanhangwagens zijn
bestellen. uitgerust met achterlichten, remlichten,
contourverlichting en richtingaanwijzers. Om de
aanhangerverlichting van stroom te voorzien is een
ingebouwde 7-polige connector geleverd. Deze bevindt
zich op de meeste aanhangers bij de bedradingsstekkers
van de trekstang.
Rijden 93
Aanhangers trekken en accessoires dragen
ATTENTIE: Gebruik alleen de door Tesla
ontworpen elektrische aansluitingen. Probeer de
bedrading van een aanhanger niet te splitsen of
via een andere methode aan te sluiten. Dit kan het
elektrische systeem van de auto beschadigen en
storingen veroorzaken.
1. Linker richtingaanwijzer
2. Mistlamp achter
3. Massa voor pennen 1-8
4. Rechter richtingaanwijzer
5. Rechter achterlicht
6. Remlichten
7. Linker achterlicht
8. Achteruitrijlichten
94 MODEL 3 HANDLEIDING
'Best practices' bij koude weersomstandigheden
De volgende 'best practices' helpen u om uw auto • Model 3 past de stand van de ruiten automatisch iets
optimaal te gebruiken bij barre koude aan om de portieren makkelijker te kunnen openen
weersomstandigheden. bij lage omgevingstemperaturen.
• Gebruik de mobiele app om een afspraak te maken
Vóór het rijden voor onderhoud zodat Tesla een waterafstotende
laag kan aanbrengen op uw ruiten tegen een
Verwarm het interieur en de accu vóór vertrek voor een nominale vergoeding.
optimaal bereik en de beste prestaties. U kunt uw auto
op verschillende manieren voorverwarmen:
Spiegels
• Voorverwarmen met mobiele app: Ga in de mobiele
app naar Climate control > Climate control Als u bij het parkeren verwacht dat er ijsvorming
inschakelen en kies HOOG of stel de gewenste optreedt, schakel dan Spiegels automatisch inklappen
temperatuur in om het interieur te verwarmen. uit via Bediening > Spiegels > Automatisch inklappen.
Hierdoor wordt ook ijs op de laadpoortvergrendeling IJs kan ervoor zorgen dat buitenspiegels niet kunnen
ontdooit en indien nodig de batterij voorverwarmd worden ingeklapt of uitgeklapt.
(zie Mobiele app on page 164).
OPMERKING: De buitenspiegels worden zo nodig
• Ruitontdooien met mobiele app: Ga in de mobiele automatisch verwarmd tijdens het voorverwarmen van
app naar Climate control > Ruitontdooien om interieur en batterij, of wanneer de
sneeuw en ijs op de voorruit, de ruiten aan achterruitverwarming wordt ingeschakeld.
bestuurders- en passagierszijde, spiegels en de
laadpoort te laten smelten. De batterij wordt zo
nodig ook verwarmd. Ruitenwissers
OPMERKING: Tesla raadt aan de instellingen van de Als u bij het parkeren verwacht dat er ijsafzetting
Climate control minimaal 30-45 minuten voor optreedt, gaat u naar Bediening > Service >
vertrek in te schakelen (zie Climate control on page Ruitenwissers servicestand > AAN. Hierdoor worden de
137). De tijd die nodig is voor voorverwarming ruitenwissers opgetild zodat deze tegen de voorruit
hangt af van de omgevingstemperatuur en andere komen te liggen en ze tegelijkertijd met de voorruit
factoren. kunnen ontdooien (zie Ruitenwissers en -sproeiers on
page 68).
• Gepland vertrek: Gebruik deze functie om een
tijdstip in te stellen waarop u auto klaar moet zijn
voor vertrek (zie Gepland opladen en Gepland Winterbanden en sneeuwkettingen
vertrek on page 173).
• Gebruik winterbanden om de tractie op sneeuw en
Wanneer sneeuw en ijs zich ophopen op uw auto, is het ijs te verbeteren. U kunt winterbanden aanschaffen
mogelijk dat bewegende delen, zoals portiergrepen, op http://www.tesla.com (zie Typen seizoensbanden
ramen, spiegels en ruitenwissers vastvriezen. on page 182).
• Sneeuwkettingen bieden extra grip als u over
Portiergrepen sneeuw of ijs rijdt. Raadpleeg uw lokale regelgeving
om te controleren of het gebruik van
sneeuwkettingen wordt aanbevolen of verplicht is
• Als de portiergrepen zijn vastgevroren, kunt u het ijs
tijdens de wintermaanden. Zie Gebruik van
in de meeste gevallen verwijderen met een aantal
sneeuwkettingen on page 182 voor meer informatie.
krachtige stoten tegen de portiergreep met de
onderkant van uw vuist. Zie IJs van de portiergrepen
verwijderen on page voor meer informatie. Tijdens het rijden
• Om ijsafzetting te voorkomen, kunt u WD-40
aanbrengen op de scharnieren van de portiergrepen Koude weersomstandigheden kunnen leiden tot een
wanneer u ijzel, zware sneeuwval of vorst verwacht. verhoogd energieverbruik, omdat er meer vermogen
Breng opnieuw aan wanneer nodig (zie WD-40 nodig is voor het rijden en verwarming van het interieur
aanbrengen op scharnierpennen van portiergrepen en de batterij. Neem deze aanbevelingen in acht om het
on page ). energieverbruik te verlagen:
Rijden 95
'Best practices' bij koude weersomstandigheden
• Minder vaart en voorkom veelvuldig en snel Gepland vertrek
accelereren.
Als de auto is geparkeerd, sluit u de Model 3 aan en
stelt u een tijdstip in waarop uw auto klaar moet zijn
Regeneratief remmen voor vertrek. De auto bepaalt dan zelf het meest
geschikte tijdstip om te beginnen met opladen, zodat
Regeneratief remmen kan worden beperkt als de dit voltooid is en het interieur en de batterij zijn
batterij te koud is. Naargelang u verderrijdt, wordt de voorverwarmd op de ingestelde vertrektijd. Zie Gepland
batterij opgewarmd en neemt het regeneratieve opladen en Gepland vertrek on page 173 voor meer
vermogen toe (zie Regeneratief remmen on page 70). informatie.
OPMERKING: Beperkt regeneratief remmen kan worden
voorkomen als u uw auto voldoende laat Laadpoort
voorverwarmen of als u Gepland vertrek gebruikt
voordat u vertrekt, zoals eerder vermeld. • Als de vergrendeling van de laadpoort vastvriest en
OPMERKING: Het monteren van winterbanden kan een oplaadkabel vast komt te zitten in de laadpoort,
ertoe leiden dat het regeneratief remvermogen tijdelijk probeer dan de oplaadkabel met de hand los te
wordt beperkt, maar de Model 3 wordt nadat er even is maken. Zie Laadkabel handmatig ontgrendelen on
gereden automatisch gekalibreerd om dit te corrigeren. page 171.
• Gebruik de mobiele app om uw auto voor te
verwarmen met de stand HI om het ijs op de
Pictogram met blauwe sneeuwvlok
vergrendeling van de laadpoort te laten smelten
zodat de oplaadkabel kan worden verwijderd of
aangesloten (zie Mobiele app on page 164).
Er wordt een pictogram met een blauwe
sneeuwvlok weergegeven op het touchscreen
als een deel van de opgeslagen energie in de OPMERKING: Als de vergrendeling van de laadpoort is
batterij mogelijk niet beschikbaar is vanwege vastgevroren, kan dit ertoe leiden dat de oplaadkabel
een lage batterijtemperatuur. Dit deel van de niet wordt vergrendeld als deze wordt aangesloten. AC-
niet beschikbare energie wordt blauw opladen is dan nog mogelijk, maar dit gaat langzamer
weergegeven op de batterijmeter. wanneer de vergrendeling loszit.
Regeneratief remmen, acceleratie en
oplaadsnelheden zijn wellicht beperkt. De Opslag
sneeuwvlok verdwijnt wanneer de batterij
voldoende is opgewarmd. Als u de Model 3 gedurende langere tijd parkeert, sluit
deze dan aan op een laadpunt om verlies van nominaal
bereik te voorkomen en de batterij op een optimale
temperatuur te houden. Het is veilig om de auto
De batterij verwarmen vóór superchargen gedurende lange perioden te laten opladen.
Als u gebruikmaakt van Reisplanner (zie Reisplanner on Wanneer de Model 3 niet wordt gebruikt, schakelt deze
page 145) en naar een Supercharger-station rijdt, automatisch over naar de slaapstand om bereik en
gebruikt uw auto bij koude weersomstandigheden energie te besparen. Controleer de status van uw auto
energie om de batterij voor te verwarmen. Hierdoor minder vaak via de mobiele app. Dit zorgt er namelijk
bereikt u de Supercharger met een optimale voor dat de auto automatisch uit de slaapstand wordt
batterijtemperatuur, zodat de oplaadtijd wordt verkort. gehaald en het normale energieverbruik wordt hervat.
96 MODEL 3 HANDLEIDING
'Best practices' bij koude weersomstandigheden
LET OP!: Verwijder sieraden of andere
voorwerpen die de lak kunnen beschadigen
WD-40 aanbrengen op
voordat u deze handeling uitvoert. Gebruik geen scharnierpennen van portiergrepen
gereedschap en oefen geen overmatige kracht uit.
OPMERKING: Het preventief aanbrengen van WD-40 op Bij extreme winterse omstandigheden kan het
de scharnierpennen van de portiergrepen kan afzetting aanbrengen van WD-40 op de scharnierpennen van de
van ijs in de portiergrepen voorkomen. Raadpleeg portiergrepen helpen voorkomen dat de grepen door
WD-40 aanbrengen op scharnierpennen van ijsvorming vast komen te zitten. Overweeg het
portiergrepen on page voor instructies. aanbrengen van WD-40 op de scharnierpennen van de
portiergrepen wanneer u ijzel, zware sneeuwval of vorst
Volg de volgende stappen om ijs van de portiergrepen verwacht. Breng opnieuw aan wanneer nodig.
te verwijderen:
LET OP!: Lees de instructies en waarschuwingen
van de fabrikant van het WD-40 en neem deze in
1. Druk stevig op het achterste deel van de portiergreep
acht voordat u deze procedure uitvoert.
om te proberen de portiergreep te openen en lichte
of matige ijsafzetting los te maken.
WD-40 op de scharnierpen van de portiergreep
2. Gebruik de onderkant van uw vuist en sla krachtig aanbrengen:
tegen de omtrek van de portiergreep om de
ijsafzetting los te breken. 1. Open de portiergreep en houd deze open met een
3. Gebruik de onderkant van uw vuist en sla krachtig gevouwen handdoek of ander zacht materiaal.
tegen het achterste uiteinde van het breedste 2. Bevestig het meegeleverde rietje aan de spuitopening
gedeelte van de portiergreep. Voer de intensiteit zo van de fles met WD-40.
nodig op en herhaal stap 1 en 2 totdat het ijs is
verwijderd en de portiergreep kan worden geopend. 3. Draag oogbescherming.
LET OP!: Sla nooit dusdanig hard dat deuken 4. Plaats het uiteinde van het rietje naast de
kunnen ontstaan, gebruik dezelfde kracht als scharnierpen en spuit het middel ongeveer één
waarmee u op de voordeur van de buren zou seconde op de pen zonder het per ongeluk op
kloppen. andere onderdelen te spuiten.
OPMERKING: Laat het uiteinde van het rietje op de
bovenkant van de veer rondom de scharnierpen
rusten om de straal beter te kunnen richten.
ATTENTIE: Draag oogbescherming tijdens het
uitvoeren van deze stap.
Rijden 97
'Best practices' bij koude weersomstandigheden
OPMERKING: Laat het uiteinde van het rietje op de
bovenkant van de veer rondom de scharnierpen
rusten om de straal beter te kunnen richten.
98 MODEL 3 HANDLEIDING
Over Autopilot
OPMERKING: Zorg er vóór iedere rit voor dat alle camera's en sensoren schoon zijn. Zie Camera's en sensoren
reinigen on page 100 voor meer informatie. Vuile camera's en sensoren en omgevingsomstandigheden zoals regen
en vervaagde rijstrookmarkeringen kunnen de prestaties van Autopilot nadelig beïnvloeden.
Autopilot 99
Over Autopilot
Functies OPMERKING: Wanneer u voordat het kalibratieproces
volledig is uitgevoerd probeert een functie te gebruiken
die niet beschikbaar is, wordt de functie niet
Deze veiligheidsfuncties zijn beschikbaar op elke Model ingeschakeld en verschijnt er een bericht op het
3: touchscreen.
• Lane Assist (zie Lane Assist on page 123). OPMERKING: Model 3 moet het kalibratieproces
herhalen wanneer door Tesla onderhoud is uitgevoerd
• Collision Avoidance Assist (zie Collision Avoidance aan de camera's of, in sommige gevallen, na een
Assist on page 126). software-update.
• Speed Assist (zie Speed Assist on page 129).
• Automatisch grootlicht (zie Grootlicht on page 61). Beperkingen
Deze comfortfuncties van Autopilot zijn bedoeld om de De prestaties van de Autopilot-componenten kunnen
inspanningen van de bestuurder te verminderen: door veel factoren worden beïnvloed, waardoor ze
mogelijk niet werken zoals bedoeld. Deze factoren
• Traffic-Aware Cruise Control (zie Traffic-Aware Cruise omvatten (maar zijn niet beperkt tot):
Control on page 102)
• Slecht zicht (bij zware regenval, sneeuw, mist enz.).
• Automatisch sturen (zie Automatisch sturen on page
108) • Fel licht (door koplampen van tegenliggers, direct
zonlicht, etc.).
• Auto Lane Change (zie Auto Lane Change on page
110) • Schade of obstakels veroorzaakt door modder, ijs,
sneeuw enz.
• Automatisch inparkeren (zie Automatisch inparkeren
on page 115) • Interferentie of belemmering door object(en) die op
de auto zijn bevestigd (zoals een fietsenrek).
• Summon (zie Summon on page 117)
• Belemmering veroorzaakt door het aanbrengen van
• Smart Summon (Smart Summon on page 120) te veel lak of zelfklevende voorwerpen op de auto
• Navigeren met Autopilot (zie Navigeren met (zoals folie, stickers, rubbercoating, enz.).
Autopilot on page 112) • Smalle of slingerende wegen.
• Een beschadigde of scheve bumper.
OPMERKING: Afhankelijk van de marktregio, de
aangeschafte opties en de softwareversie is uw auto • Interferentie van andere apparatuur die ultrasonische
mogelijk niet uitgerust met alle Autopilot-functies. golven genereert.
• Extreem hoge of lage temperaturen.
U kunt enkele van deze functies in- en uitschakelen en in
sommige gevallen de werking ervan bepalen. Tik op
Bediening > Autopilot om toegang te krijgen tot de ATTENTIE: De bovenstaande lijst met situaties die
instellingen. de goede werking van Autopilot-componenten
kunnen verstoren, is niet volledig. Vertrouw nooit
alleen op deze componenten om uw veiligheid te
Rijden om camera's te kalibreren waarborgen. Het is de verantwoordelijkheid van de
bestuurder om alert te blijven, veilig te rijden en de
Model 3 moet met veel precisie manoeuvreren wanneer auto te allen tijde onder controle te hebben.
Autopilot-functies worden gebruikt. Daarom moeten
enkele camera's een zelfkalibratieproces uitvoeren LET OP!: Als de voorruit moet worden vervangen,
voordat bepaalde functies (bijvoorbeeld Traffic-Aware breng uw auto dan naar Tesla Service. Zo wordt de
Cruise Control of Automatisch sturen) voor de eerste juiste hantering en montage van de camera('s)
keer of na bepaalde servicereparaties kunnen worden gegarandeerd. Als u dit niet doet, werken een of
gebruikt. Voor uw gemak verschijnt er een meer functies voor Autopilot mogelijk niet meer
waarschuwing op het touchscreen. naar behoren.
Autopilot 101
Traffic-Aware Cruise Control
OPMERKING: Traffic-Aware Cruise Control is een BÈTA-
functie.
Traffic-Aware Cruise Control
OPMERKING: Als uw auto niet is uitgerust met een
gebruiken
optioneel Autopilot-pakket, raadpleeg dan de
handleiding op het touchscreen van uw auto voor Om Traffic-Aware Cruise Control te kunnen gebruiken.
instructies voor het gebruik van de cruise control. moet uw rijsnelheid ten minste 30 km/h zijn, tenzij een
voorligger is gedetecteerd. Als er een voorligger is
Traffic-Aware Cruise Control (indien aanwezig) gebruikt gedetecteerd, kunt u Traffic-Aware Cruise Control bij
de naar voren gerichte camera's en de radarsensor om elke snelheid gebruiken, zelfs als de auto stilstaat, mits
te bepalen of zich vóór u een voertuig bevindt in de afstand van de Model 3 tot het gedetecteerde
dezelfde rijstrook. Als het gebied vóór de Model 3 vrij is, voertuig ten minste 150 cm is.
houdt Traffic-Aware Cruise Control een ingestelde
snelheid aan. Als er een auto wordt gedetecteerd, zorgt Wanneer Traffic-Aware Cruise Control
Traffic-Aware Cruise Control ervoor dat de Model 3 beschikbaar is, maar niet actief is bij een
indien nodig afremt om een tijdgerelateerde afstand te bepaalde ingestelde snelheid, wordt op
behouden tot de voorligger, tot aan de ingestelde het touchscreen een grijs
snelheid. Met Traffic-Aware Cruise Control blijft het snelheidsmeterpictogram weergegeven,
noodzakelijk om op de weg voor u te letten en indien onder uw huidige rijsnelheid. Het grijze
nodig zelf te remmen. getal dat wordt weergegeven, is uw
huidige rijsnelheid of de snelheidslimiet
Traffic-Aware Cruise Control is hoofdzakelijk bedoeld die door Speed Assist is bepaald (zie
voor rijden op droge, rechte wegen, zoals snelwegen. Speed Assist instellen on page 129),
Cruise control mag niet in de stad gebruikt worden. welke van de twee het hoogst is. Als u
Traffic-Aware Cruise Control inschakelt,
LET OP!: Zorg er vóór iedere rit voor dat alle dan is dit de cruisesnelheid die wordt
camera's en sensoren schoon zijn. Vuile camera's ingesteld.
en sensoren en omgevingsomstandigheden zoals
regen en vervaagde rijstrookmarkeringen kunnen OPMERKING: Op wegen waar de kaartinformatie
de prestaties van Autopilot nadelig beïnvloeden. aangeeft dat een voorwaardelijke snelheidslimiet van
toepassing is (bijvoorbeeld een snelheidslimiet vanwege
ATTENTIE: Traffic-Aware Cruise Control is
tijdstip of weersomstandigheden), verschijnt onder de
uitsluitend bedoeld om uw rijcomfort en gemak te
eerste snelheidslimiet een tweede snelheidslimiet. Het is
vergroten en is geen waarschuwings- of
de verantwoordelijkheid van de bestuurder om te
vermijdingssysteem voor botsingen. Het is uw
bepalen of de voorwaardelijke snelheidslimiet van
verantwoordelijkheid om alert te blijven, veilig te
toepassing is en de rijsnelheid aan te passen.
rijden en de auto te allen tijde onder controle te
hebben. Vertrouw nooit alleen op Traffic-Aware
Cruise Control om de Model 3 voldoende af te De cruisesnelheid instellen
remmen. Blijf altijd op de weg voor u letten en
zorg ervoor dat u klaar bent om in te grijpen. Als u Om de cruisesnelheid in te stellen, beweegt u de cruise
dit niet doet, kan dit tot ernstig of zelfs dodelijk control-hendel volledig omlaag en laat u deze los. De
letsel leiden. cruisesnelheid wordt nu ingesteld op de gedetecteerde
ATTENTIE: Ondanks dat Traffic-Aware Cruise snelheidslimiet (inclusief eventuele marges die u hebt
Control in staat is voetgangers en fietsers te ingesteld met Speed Assist, zoals beschreven inSpeed
detecteren, mag u er nooit op vertrouwen dat Assist instellen on page 129) of op uw huidige
Traffic-Aware Cruise Control de Model 3 voldoende rijsnelheid, welke van de twee het hoogst is.
voor ze afremt. Blijf altijd op de weg voor u letten
en zorg ervoor dat u klaar bent om in te grijpen.
Als u dit niet doet, kan dit tot ernstig of zelfs
dodelijk letsel leiden.
ATTENTIE: Gebruik Traffic-Aware Cruise Control
niet op straten in de bebouwde kom of op wegen
waar de verkeerssituatie voortdurend verandert.
ATTENTIE: Gebruik Traffic-Aware Cruise Control
niet op slingerende wegen met scherpe bochten,
op ijzige of gladde wegen, of als de
weersomstandigheden (zoals zware regenval,
sneeuw, mist, etc.) een constante snelheid niet
toelaten. Traffic-Aware Cruise Control past de
rijsnelheid niet aan de toestand van de weg en
andere omstandigheden aan.
Autopilot 103
Traffic-Aware Cruise Control
Voertuigen inhalen in niet- snelheid opnieuw te verlagen/verhogen, moet u de
plustoets (+) of mintoets (-) loslaten en vervolgens
inhaalstroken opnieuw indrukken.
Autopilot 105
Traffic-Aware Cruise Control
accelereren naar de snelheid die u hebt ingesteld,
zonder dat u het gaspedaal hoeft in te trappen. Als de
Onderbreken en hervatten
richtingaanwijzer wordt gebruikt, accelereert de auto
alleen als aan alle volgende voorwaarden is voldaan: Beweeg de schakelhendel omhoog en laat deze los of
trap het rempedaal in om Traffic-Aware Cruise Control
handmatig te onderbreken. Het
• Traffic-Aware Cruise Control is ingeschakeld en
snelheidsmeterpictogram op het touchscreen wordt
detecteert een voorligger.
grijs om aan te geven dat Traffic-Aware Cruise Control
• Er zijn geen obstakels of voertuigen gedetecteerd in niet langer actief is.
de beoogde rijstrook.
ATTENTIE: Houd de schakelhendel niet langer dan
• Model 3 rijdt langzamer dan de ingestelde snelheid,
een seconde omhoog. Anders wordt Traffic-
maar sneller dan 72 km/h.
Aware Cruise Control geannuleerd en wordt de
Model 3 in de stand N (Neutraal) gezet.
Inhaalacceleratie is bedoeld als hulpmiddel bij het
inhalen van een voorligger. Als u de richtingaanwijzer
inschakelt, blijft Traffic-Aware Cruise Control afstand
houden tot uw voorligger, maar staat het u toe iets
dichter op het voertuig te rijden dan de gekozen
afstand.
OF
Beperkingen
De kans dat Traffic-Aware Cruise Control niet naar
behoren functioneert is met name in de volgende
situaties zeer groot:
Autopilot 107
Automatisch sturen
OPMERKING: Automatisch sturen is een BÈTA-functie.
Autopilot 109
Automatisch sturen
ATTENTIE: Vertrouw nooit alleen op Auto Lane
Change om een geschikt rijspoor te bepalen. Let
altijd goed op door naar de weg en het verkeer
vóór u te kijken, de omgeving in het oog te
houden, en op waarschuwingen op het
touchscreen te letten. Zorg ervoor dat u indien
Automatisch sturen uitschakelen nodig onmiddellijk kunt ingrijpen.
ATTENTIE: Gebruik Auto Lane Change niet in de
Automatisch sturen wordt geannuleerd wanneer: stad of op wegen waar de
verkeersomstandigheden continu veranderen en
• u (zelfs maar iets) aan het stuur draait; waar u fietsers en voetgangers kunt tegenkomen.
• u het rempedaal intrapt; ATTENTIE: De prestaties van Auto Lane Change
• u sneller rijdt dan de maximumsnelheid die wordt zijn afhankelijk van het vermogen van de
ondersteund door Automatisch sturen 150 km/h; camera('s) om wegmarkeringen te herkennen.
• u de versnellingshendel naar boven beweegt. ATTENTIE: Gebruik Auto Lane Change niet op
slingerende wegen met scherpe bochten, ijzige of
• Een portier wordt geopend. gladde wegen, of wanneer de
• Automatic Emergency Braking wordt ingeschakeld weersomstandigheden (zoals zware regenval,
(zie Collision Avoidance Assist on page 126). sneeuw, mist enz.) het zicht van de camera('s) of
sensoren kunnen belemmeren.
Nadat Automatisch sturen is geannuleerd, klinkt er een ATTENTIE: Het niet opvolgen van alle
geluidssignaal en wordt het Automatisch sturen- waarschuwingen en instructies kan tot materiële
pictogram grijs om aan te geven dat Automatisch schade en ernstig of zelfs dodelijk letsel leiden.
sturen niet meer actief is, of verdwijnt het pictogram
om aan te geven dat Automatisch sturen momenteel
niet beschikbaar is. Auto Lane Change gebruiken
OPMERKING: Als Automatisch sturen is geannuleerd Auto Lane Change is beschikbaar wanneer Automatisch
doordat u aan het stuur hebt gedraaid, blijft Traffic- sturen geactiveerd is. Van rijstrook wisselen met behulp
Aware Cruise Control actief. Schakel Traffic-Aware van Auto Lane Change:
Cruise Control uit zoals u normaal gesproken zou doen,
door de schakelhendel omhoog te zetten of het 1. Voer visuele controles uit om er zeker van te zijn dat
rempedaal in te trappen. het veilig en gepast is om naar de beoogde rijstrook
te gaan
OPMERKING: Als u de schakelhendel omhoog beweegt
en langer dan één seconde vasthoudt, schakelt de 2. Schakel de betreffende richtingaanwijzer volledig in
Model 3 naar N (Neutraal) nadat Automatisch sturen is en begin met het wisselen van rijstrook door uw
geannuleerd. handen aan het stuur te houden.
3. Schakel de richtingaanwijzer uit zodra u in de
Om Automatisch sturen uit te schakelen, zodat de bedoelde rijstrook rijdt.
functie niet langer beschikbaar is, tikt u op Bediening >
Autopilot > Automatisch sturen (bèta).
OPMERKING: Auto Lane Change wordt geannuleerd
wanneer het wisselen van rijstrook niet binnen vijf
Auto Lane Change seconden kan worden voltooid.
Wanneer Automatisch sturen is geactiveerd op een Auto Lane Change helpt bij het verplaatsen van de
auto die is uitgerust met Auto Lane Change, kunt u de Model 3 naar de naastgelegen rijstrook in de richting
richtingaanwijzers gebruiken om de Model 3 te van de ingeschakelde richtingaanwijzer, mits aan de
verplaatsen naar een naastgelegen rijstrook . volgende voorwaarden is voldaan:
ATTENTIE: Het is de verantwoordelijkheid van de • Auto Lane Change heeft gedetecteerd dat u uw
bestuurder om te bepalen of het wisselen van handen aan het stuur houdt.
rijstrook veilig en gepast is. Voordat u begint van
• De richtingaanwijzer is volledig ingeschakeld.
rijstrook te wisselen moet u daarom altijd de dode
hoeken, de wegmarkeringen en de weg rondom u • De ultrasone sensoren en Autopilot-camera's
controleren om er zeker van te zijn dat het veilig detecteren geen voertuigen of obstakels tot aan het
en gepast is om naar de beoogde rijstrook te midden van de beoogde rijstrook.
gaan.
• De rijstrookmarkeringen duiden aan dat wisselen van
rijstrook is toegestaan.
• Het zicht van de camera('s) wordt niet geblokkeerd.
Beperkingen
De kans dat Automatisch sturen en de gerelateerde
functies hiervan niet naar behoren functioneren is met
name in de volgende situaties zeer groot:
Autopilot 111
Navigeren met Autopilot
OPMERKING: Navigeren met Autopilot is een bèta- bereiken. De instelling LICHT is wat behoudender wat
functie en is niet in alle markregio's beschikbaar. betreft het wisselen van rijstrook en kan een iets
langere rijtijd tot gevolg hebben terwijl MAD MAX is
Wanneer u Automatisch sturen gebruikt op een weg met ontworpen om uw bestemming in de kortst mogelijke
beperkte toegang (zoals een autosnelweg of autoweg), rijtijd te bereiken. In elk geval wordt van rijstrook
dan neemt Navigeren met Autopilot automatisch afritten gewisseld als dit veilig is om te doen.
en opritten, op basis van uw navigatieroute. Op het
snelweggedeelte van een navigatieroute wisselt OPMERKING: Naast route- en snelheidgebaseerde
Navigeren met Autopilot ook van rijstrook om u voor te wisselingen van rijstrook, stelt Navigeren met Autopilot
bereiden op afritten en om de reistijd naar uw ook voor om naar de rechter rijstrook te gaan wanneer u
bestemming zo kort mogelijk te houden. geen andere voertuigen inhaalt.
ATTENTIE: Navigeren met Autopilot zorgt er niet OPMERKING: Het touchscreen toont het wisselen van
voor dat de auto zelf rijdt. U moet uw aandacht bij rijstrook op basis van route bovenaan de lijst met
de weg houden, uw handen altijd aan het stuur aanwijzingen van de kaart, om u te vertellen dat van
houden en zelf op uw navigatieroute letten. rijstrook moet worden gewisseld om op de
navigatieroute te blijven.
ATTENTIE: Zoals het geval is met normaal rijden
dient u extra voorzichtig te zijn bij blinde hoeken,
knooppunten en afritten, omdat hindernissen snel Navigeren met Autopilot bedienen
en op elk moment kunnen opduiken.
Na inschakeling verschijnt de knop Navigeren met
ATTENTIE: Het is mogelijk dat Navigeren met
Autopilot op de lijst met aanwijzingen van de kaart als
Autopilot tegemoetkomende voertuigen,
een navigatieroute actief is en de route ten minste één
stilstaande obstakels en wegen zoals fietspaden,
weg met beperkt toegang bevat. Tik op deze knop om
carpoolplaatsen en vluchtstroken niet herkent of
Navigeren met Autopilot u op uw reis te laten bijstaan.
detecteert. Blijf altijd alert, zodat u onmiddellijk
Als deze optie is ingeschakeld, is de knop voor
kunt reageren. Als u dit niet doet, kan dit tot
Navigeren met Autopilot blauw en wordt in de
schade, letsel of de dood leiden.
navigatieaanwijzingen het Automatisch sturen-
pictogram naast de manoeuvres (zoals afritten van
Navigeren met Autopilot snelwegen) weergegeven die Navigeren met Autopilot
zal uitvoeren.
inschakelen en aanpassen
Navigeren met Autopilot wordt geactiveerd en
Voor het inschakelen van Autopilot, tikt u op Bediening gedeactiveerd op basis van het soort weg waar u op
> Autopilot > Navigeren met Autopilot (bèta). Om rijdt. Als Automatisch sturen bijvoorbeeld actief is en de
Navigeren met Autopilot vervolgens aan te passen, tikt u instelling Navigeren met Autopilot is ingeschakeld,
op NAVIGEREN MET AUTOPILOT AANPASSEN: wordt Navigeren met Autopilot automatisch actief
wanneer u een ondersteund gedeelte van uw
• Inschakelen bij aanvang van elke rit: Kies of u navigatieroute bereikt.
Navigeren met Autopilot automatisch wilt laten
inschakelen voor elke navigatieroute. Als deze optie Wanneer Navigeren met Autopilot is geactiveerd, wordt
is gekozen, is de knop van Navigeren met Autopilot in op het touchscreen de rijstrook weergegeven als een
de lijst van navigatieaanwijzingen al ingedrukt aan enkele blauwe lijn aan de voorkant van de Model 3:
het begin van iedere rit.
• Wisselen van rijstrook op basis van snelheid:
Navigeren met Autopilot is ontworpen om op basis
van route en op basis van snelheid van rijstrook te
wisselen. Het wisselen van rijstrook op basis van
route is ontworpen om u op uw navigatieroute te
houden (bijvoorbeeld door u naar een naastgelegen
rijstrook te bewegen om u voor te bereiden op een
volgende afrit) terwijl het wisselen van rijstrook op
basis van snelheid is ontworpen om de rijsnelheid te
handhaven (zonder dat uw cruisesnelheid wordt
overschreden), zodat u zo min mogelijk tijd nodig
hebt om uw bestemming te bereiken (bijvoorbeeld
door u naar een naastgelegen rijstrook te bewegen
om een voertuig voor u in te halen). Het wisselen van
rijstrook op basis van snelheid is optioneel. Met deze
instelling kunt u het wisselen van rijstrook op basis
van snelheid uitschakelen of specificeren hoe
agressief u Navigeren met Autopilot van rijstrook wilt
laten wisselen om de ingestelde cruisesnelheid te
Als Navigeren met Autopilot actief is en u een afrit of Wisselen van rijstrook
knooppunt op een snelweg op uw navigatieroute nadert,
wordt de betreffende richtingaanwijzer ingeschakeld en Navigeren met Autopilot wisselt van rijstrook om de
Automatisch sturen manoeuvreert Model 3 richting afrit Model 3 voor te bereiden op een naderende afrit, om uw
of knooppunt. rijsnelheid te verhogen (zonder de ingestelde
kruissnelheid te overschrijden) of om de Model 3 uit de
ATTENTIE: Vertrouw nooit op Navigeren met linkerbaan te sturen wanneer u geen andere voertuigen
Autopilot om de geschikte rijstrook te bepalen op inhaalt. Er verschijnt een bericht bovenaan de lijst met
een afrit. Blijf waakzaam en voer visuele controles aanwijzingen op de kaart om u te laten weten dat er van
uit om er zeker van te zijn dat het veilig en gepast rijstrook gewisseld moet worden om op de
is om naar de rijstrook te gaan. navigatieroute te blijven. De lijn op het touchscreen
toont het volgende rijtraject:
Als u een weg met beperkte toegang verlaat (u verlaat
bijvoorbeeld een snelweg of u rijdt op een deel van de
router die niet meer wordt ondersteund), gaat
Navigeren met Autopilot terug naar Automatisch sturen;
er klinkt een uniek drietonig geluidssignaal en het
touchscreen geeft de lijnen van de rijstrook in het blauw
weer (in plaats van de enkele blauwe lijn voor Model 3).
Als u een afrit oprijdt, geeft het touchscreen kort een
bericht met een aftelling weer om u te waarschuwen
over de resterende afstand voordat Navigeren met
Autopilot terugkeert naar Automatisch sturen.
Autopilot 113
Navigeren met Autopilot
OPMERKING: As u een voorgestelde routeafhankelijke
rijstrookwisseling negeert (bijvoorbeeld, u rijdt op de
linker rijstrook, terwijl u een afrit nadert die zich aan de
rechterkant van de snelweg bevindt), kan Navigeren
met Autopilot niet naar de afrit sturen, en berekent het
navigatiesysteem als gevolg daarvan de route naar uw
bestemming opnieuw.
ATTENTIE: Mogelijk probeert Navigeren met
Autopilot niet altijd een afrit op te rijden of van
rijstrook te wisselen, ook niet wanneer de afrit of
het wisselen van rijstrook door de navigatieroute
is bepaald. Blijf altijd waakzaam en wees erop
voorbereid om handmatig naar een afrit te sturen
of van rijstrook te wisselen ter voorbereiding op
een afrit of knooppunt.
LET OP!: Zorg ervoor dat alle camera's en 3. Laat het stuur los, zet de Model 3 in de
sensoren schoon zijn. Vuile camera's en sensoren achteruitversnelling en tik vervolgens op Start
en omgevingsomstandigheden zoals regen en Automatisch inparkeren op het touchscreen.
vervaagde rijstrookmarkeringen kunnen de 4. Nadat het parkeren voltooid is, geeft Automatisch
prestaties van Autopilot nadelig beïnvloeden. inparkeren het bericht "Voltooid" weer.
ATTENTIE: De prestaties van Automatisch
inparkeren zijn afhankelijk van hoe goed de In situaties waarin Automatisch inparkeren niet werkt
ultrasone sensoren de afstand tussen de auto en vanwege onvoldoende sensorgegevens, wordt op het
stoepranden, voorwerpen en andere auto's touchscreen een bericht weergegeven dat aangeeft dat
kunnen bepalen. u de Model 3 zelf moet parkeren.
Autopilot 115
Automatisch inparkeren
Het parkeren annuleren
Automatisch inparkeren annuleert het parkeren als u
handmatig aan het stuur draait, naar een andere
versnelling schakelt, of op Annuleren op het
touchscreen tikt. Automatisch inparkeren annuleert het
parkeren ook wanneer:
Beperkingen
De kans dat Automatisch inparkeren niet naar behoren
functioneert, is met name in de volgende situaties zeer
groot:
Om de Model 3 een langere afstand te laten rijden en • Ingedrukt houden vereist: Standaard is voor
om objecten heen te laten sturen, kunt u Smart Summon vereist dat u een knop op de mobiele app
Summon (indien aanwezig) en uw mobiele telefoon of accessoiresleutel ingedrukt houdt om de Model 3
gebruiken. Met Smart Summon kan de auto u zoeken tijdens de parkeerprocedure te verplaatsen. Als
(of kunt u de auto naar een andere locatie naar keuze Ingedrukt houden vereist is ingesteld op NEE, kunt u
sturen). Zie Smart Summon on page 120. de knop indrukken en weer loslaten; u hoeft de knop
niet ingedrukt te houden om de auto te laten rijden.
LET OP!: Zorg ervoor dat alle camera's en Ook moet Ingedrukt houden vereist worden
sensoren schoon zijn. Vuile camera's en sensoren ingesteld op NEE als u Summon wilt bedienen met
en omgevingsomstandigheden zoals regen en de accessoiresleutel in plaats van de mobiele app
vervaagde rijstrookmarkeringen kunnen de (zie Summon bedienen met de sleutel on page 118)
prestaties van Autopilot nadelig beïnvloeden. of de parkeermanoeuvre van binnenuit in de auto
ATTENTIE: Summon is uitsluitend bedoeld voor wilt starten (zie Summon starten voordat u uitstapt
gebruik op parkeerplaatsen en opritten op eigen on page 119).
terrein, waar de omgeving vertrouwd en • Auto Homelink gebruiken (indien aanwezig): Stel
voorspelbaar is. deze instelling in op AAN als u HomeLink wil
ATTENTIE: Summon is een bètafunctie. U moet activeren om een geprogrammeerd HomeLink-
voortdurend op de auto en de omgeving blijven systeem (bijvoorbeeld een hek of garagedeur) te
letten en altijd gereed zijn om onmiddellijk in te openen/sluiten tijdens het parkeren met behulp van
grijpen. De bestuurder is verantwoordelijk voor Summon. Als deze instelling is ingeschakeld, wordt
een veilig en verantwoord gebruik van Summon, het systeem automatisch geopend en gesloten
in overeenstemming met het beoogde wanneer de Model 3 tijdens een sessie van Summon
gebruiksdoel. naar binnen of naar buiten rijdt. Bij een sessie van
Smart Summon (indien aanwezig), wordt het
ATTENTIE: De prestaties van Summon zijn systeem automatisch geopend als Smart Summon
afhankelijk van hoe goed de ultrasone sensoren aan het begin van de sessie detecteert dat de Model
de afstand tussen de auto en objecten, personen, 3 in een garage is geparkeerd.
dieren en andere voortuigen kunnen bepalen.
ATTENTIE: Controleer altijd of de Model 3 zich
volledig in of buiten de garage bevindt voordat
Voordat u Summon gebruikt HomeLink de garagedeur sluit. Summon en
Smart Summon (indien aanwezig) kan niet
Voordat u Summon kunt gebruiken, dient u het in te detecteren of een deur boven de auto wordt
schakelen op het touchscreen en de werking ervan naar gesloten.
wens in te stellen. Tik op Bediening > Autopilot > OPMERKING: Als deze instelling is ingeschakeld,
Summon en vervolgens op Aanpassen en configureer wordt het HomeLink-systeem automatisch geopend
de volgende instellingen naar wens: en gesloten bij gebruik van Summon en automatisch
geopend wanneer dat nodig is bij gebruik van
• Bumperafstand: Stel de afstand tot een gebruik van Smart Summon (indien aanwezig). Om
gedetecteerd object in waarbij u Summon wilt laten HomeLink in andere situaties automatisch te laten
stoppen (bijvoorbeeld om Summon de auto op werken (bijvoorbeeld tijdens normaal rijden), moet u
slechts enkele centimeters afstand van een de hoofdinstellingen van het HomeLink-systeem
garagemuur te laten stoppen). Deze afstand geldt wijzigen door te tikken op het HomeLink-pictogram
alleen voor objecten die Summon direct vóór de boven in het touchscreen (zie HomeLink Universal
Model 3 detecteert bij vooruitrijden of direct achter Transceiver on page 158).
de Model 3 bij achteruitrijden.
• Summon-afstand: Een maximale afstand instellen die
OPMERKING: De bovenstaande instellingen, met
Model 3 kan rijden bij het rijden in of uit een
uitzondering van HomeLink, zijn alleen van toepassing
parkeerplaats.
op Summon; niet op Smart Summon, indien aanwezig
• Zij-afstand: Kies een optie om aan te geven hoeveel (zie Vóór gebruik van Smart Summon on page 120). U
zijafstand u wilt toestaan. Krap laat de Model 3 zeer kunt de bumperafstand en zij-afstand van Smart
krappe parkeerplekken inrijden en verlaten. Summon niet wijzigen. En bij gebruik van Smart
Summon moet u altijd de knop op de mobiele app
ingedrukt houden om de Model 3 te laten rijden. Smart
Summon werkt bovendien alleen met de mobiele app;
niet met de accessoiresleutel.
Autopilot 117
Summon
OPMERKING: Alle instellingen worden bewaard tot u OPMERKING: Als u Summon de auto meerdere keren in
deze handmatig wijzigt. dezelfde richting wilt laten rijden (zonder de het
maximum van 12 meter te overschrijden), annuleert u
Summon en start u de parkeerprocedure opnieuw met
Gebruik van Summon om uw auto dezelfde richting.
te parkeren en voor te laten rijden OPMERKING: Hoewel Summon de Model 3 een korte
afstand in lengterichting kan verplaatsen om een
Volg deze stappen om uw Model 3 te parkeren met obstakel te vermijden, probeert het niet om een
Summon: obstakel te sturen om de auto terug te brengen naar
het oorspronkelijke rijtraject. Alleen Smart Summon
• Plaats de Model 3 binnen 12 meter van de (indien aanwezig) kan de auto om objecten sturen.
parkeerplaats zodat de Model 3 in een rechte lijn van
of naar de plaats kan rijden in de stand D of R. OPMERKING: Als u de knop voor de richting in de
mobiele app loslaat, stopt Summon met het verplaatsen
• Start de parkeermanoeuvre van buiten de auto door van de Model 3.
te tikken op Summon op de mobiele app en
vervolgens de knop VOORUIT of ACHTERUIT OPMERKING: Voor Summon is het vereist dat de Model
ingedrukt te houden. 3 een geldige sleutel in de directe nabijheid kan
detecteren.
OPMERKING: Indien Ingedrukt houden vereist is
ingesteld op NEE, hoeft u de knop niet ingedrukt te OPMERKING: Voor Summon moet de Model 3 een
houden; eenmaal kort indrukken is voldoende. geauthenticeerde telefoon in de buurt kunnen
detecteren.
OPMERKING: U kunt de parkeermanoeuvre ook van
binnenuit in de auto starten (zie Summon starten ATTENTIE: Model 3 kan geen obstakels
voordat u uitstapt on page 119). detecteren die lager zijn dan de bumper, erg smal
zijn of aan het plafond hangen (bijvoorbeeld
fietsen). Daarnaast kunnen uiteenlopende
Summon schakelt de Model 3 in de stand vooruit of onvoorziene omstandigheden ertoe leiden dat
achteruit (gebaseerd op de richting die u hebt Summon niet in staat is om naar behoren in en uit
opgegeven) en rijdt de parkeerplek in of uit. Als het te parkeren, waardoor de functie de Model 3
parkeren is voltooid of wanneer een obstakel is mogelijk niet juist verplaatst. Daarom moet u
gedetecteerd, schakelt Summon de Model 3 naar de voortdurend letten op de beweging van de auto
stand P. Summon schakelt de Model 3 naar de stand en de omgeving in de gaten houden, en op elk
Park wanneer: moment kunnen ingrijpen door de Model 3 tot
stilstand te brengen.
• Model 3 een obstakel op het rijtraject detecteert
(binnen de instelling van Bumperafstand die u hebt Summon bedienen met de sleutel
opgegeven).
OPMERKING: Summon werkt mogelijk niet wanneer de
• Summon de Model 3 over de maximale afstand van
batterij van de accessoiresleutel bijna leeg is.
12 meter heeft verplaatst.
• U de knop VOORUIT of ACHTERUIT loslaat Volg deze stappen om de Model 3 van buiten de auto
(wanneer Ingedrukt houden vereist is ingeschakeld). met behulp van de accessoiresleutel te parkeren:
• U op een willekeurige knop drukt om Summon te
stoppen. 1. Zorg ervoor dat op het touchscreen Ingedrukt
houden vereist is uitgeschakeld (tik op Bediening >
Autopilot > Summon > Ingedrukt houden vereist >
Als u Summon gebruikt om de Model 3 te parkeren,
NEE).
kunt u vervolgens Summon gebruiken om de Model 3
terug te laten rijden naar zijn oorspronkelijke plaats 2. Zet de Model 3 in de stand P (Parkeren), ga op
(aangenomen dat de auto in de stand P (Parkeren) is maximaal 3 meter van de auto staan en houd de
blijven staan) of de maximale Summon-afstand die u knop middenboven op de accessoiresleutel
hebt ingesteld (afhankelijk van wat het eerst wordt (ontgrendel-/vergrendelknop) ingedrukt tot de
bereikt). Geef de tegenovergestelde richting aan in de alarmknipperlichten continu knipperen.
mobiele app en Summon verplaatst de auto over het
oorspronkelijke traject, onder voorwaarde dat er geen
nieuwe obstakels zijn. Als de ultrasone sensoren een
obstakel detecteren, probeert Summon het obstakel te
vermijden en tegelijkertijd zo dicht mogelijk bij het
oorspronkelijke traject te blijven (Summon stuurt niet
om obstakels heen).
Autopilot 119
Smart Summon
Smart Summon (indien aanwezig) is bedoeld om de • Uw telefoon moet zijn verbonden met de Model 3 en
Model 3 automatisch naar uw locatie (met de GPS van moet zich binnen ongeveer 6 meter van de auto
uw telefoon als bestemming) of een andere locatie naar bevinden.
keuze te laten rijden, waarbij de auto waar nodig om
objecten manoeuvreert of voor objecten stopt. Smart • De Autopilot-camera's van de auto moeten volledig
Summon werkt samen met de mobiele Tesla-app gekalibreerd zijn (zie Rijden om camera's te
wanneer uw telefoon binnen een afstand van 6 meter kalibreren on page 100).
van de Model 3 wordt gedetecteerd. Met behulp van • U moet vrij zicht hebben op de Model 3.
ultrasone sensoren, camera's en GPS-gegevens
• Model 3 moet in de stand P (Parkeren) staan, niet
manoeuvreert Smart Summon de Model 3 uit
worden opgeladen en alle portieren en
parkeerplaatsen en om hoeken. Dit is handig om de
bagageruimtes moeten gesloten zijn.
Model 3 uit een krappe parkeerplaats of door
waterplassen te laten rijden of om de auto te laten
voorrijden wanneer u bagage draagt. U moet te allen Gebruik van Smart Summon
tijde vrij zicht hebben op de Model 3 en goed op de
auto en de omgeving blijven letten.
1. Open de mobiele Tesla-app en druk op
LET OP!: Zorg ervoor dat alle camera's en VOORRIJDEN.
sensoren schoon zijn. Vuile camera's en sensoren 2. Druk op het pictogram Smart Summon in het midden
en omgevingsomstandigheden zoals regen en van de afbeelding van uw Model 3. Het kan enkele
vervaagde rijstrookmarkeringen kunnen de seconden duren voordat Smart Summon is opgestart.
prestaties van Autopilot nadelig beïnvloeden.
OPMERKING: U kunt de stand-bymodus gebruiken
ATTENTIE: Smart Summon is uitsluitend bedoeld om de opstartvertraging van Smart Summon op te
voor gebruik op parkeerplaatsen en opritten op heffen (zie Stand-bymodus on page 121).
eigen terrein, waar de omgeving vertrouwd en
voorspelbaar is. Gebruik Smart Summon niet op de De mobiele app geeft een kaart met een blauwe
openbare weg. cirkel weer die de maximale afstand van 6 meter
ATTENTIE: Smart Summon mag uitsluitend worden aangeeft tussen uw telefoon en de Model 3. De
gebruikt op verharde ondergronden. blauwe punt op de kaart geeft uw locatie aan en de
rode pijl de locatie van de Model 3.
ATTENTIE: Smart Summon is een BÈTA-functie. U
moet voortdurend op de auto en de omgeving
blijven letten en altijd gereed zijn om onmiddellijk 3. Ga op een plaats binnen de blauwe cirkel staan waar
in te grijpen. De bestuurder is verantwoordelijk u duidelijk zicht hebt op de Model 3.
voor een veilig en verantwoord gebruik van Smart 4. U kunt Smart Summon nu op de volgende manieren
Summon, in overeenstemming met het beoogde bedienen:
gebruiksdoel. ◦ Modus KOM NAAR MIJ: Houd de knop KOM NAAR
ATTENTIE: Smart Summon stopt mogelijk niet MIJ ingedrukt. Model 3 rijdt naar uw GPS-locatie.
voor alle objecten (met name zeer lage objecten Als u naar een andere locatie loopt, volgt de
zoals sommige stoepranden of zeer hoge objecten Model 3 u. Zodra de Model 3 uw locatie bereikt,
zoals een kast) en reageert mogelijk niet op al het stopt hij en schakel hij naar P (Park).
verkeer. Smart Summon herkent niet de richting ◦ Modus GA NAAR DOEL: Tik op het dradenkruis en
van het verkeer, navigeert niet om lege versleep vervolgens de kaart om de speld op de
parkeerplaatsen en kan mogelijk niet anticiperen gewenste bestemming te plaatsen. Houd de knop
op kruisend verkeer. GA NAAR DOEL ingedrukt. Model 3 rijdt naar de
ATTENTIE: De prestaties van Smart Summon zijn bestemming. Als de locatie is bereikt, stopt de
afhankelijk van de ultrasone sensoren, het zicht Model 3 en schakel hij naar P (Parkeren). Op de
van de camera's en de beschikbaarheid van een mobiele app wordt een bericht weergegeven dat
mobiele netwerkverbinding met voldoende Summon is voltooid.
signaalsterkte en GPS-gegevens. OPMERKING: Om vervolgens de locatie te
ATTENTIE: Bij gebruik van Smart Summon moet u wijzigen, neemt u uw vinger van het scherm,
vrij zicht hebben op de Model 3 en voorbereid zijn verplaatst u de kaart en houd u GA NAAR DOEL
om de auto op elk moment te stoppen door de nogmaals ingedrukt.
knop in de mobiele app los te laten.
U kunt de Model 3 op ieder moment stoppen door de
knop KOM NAAR MIJ of GA NAAR DOEL los te laten.
Vóór gebruik van Smart Summon
Het dradenkruis op de kaart schakelt
• Download de nieuwste versie van de mobiele Tesla- tussen de modus GA NAAR DOEL en
app naar uw telefoon en zorg ervoor dat de mobiele KOM NAAR MIJ. Als de modus KOM
verbinding en GPS op uw telefoon zijn ingeschakeld. NAAR MIJ is geselecteerd, is het
pictogram blauw.
Autopilot 121
Smart Summon
• Een portiergreep wordt bediend of een portier
wordt geopend.
• U het stuur, het rempedaal, het gaspedaal of de
versnellingshendel bedient.
• Model 3 wordt geblokkeerd door een obstakel.
• Smart Summon de Model 3 de maximale afstand van
ca. 20 meter heeft verplaatst binnen een straal van 6
meter van de locatie van de telefoon. Om de auto
verder te laten rijden dan deze afstand, moet u de
Model 3 in een rijversnelling zetten (vooruit of
achteruit) en vervolgens opnieuw een sessie van
Smart Summon starten.
• Uw telefoon naar de slaapstand schakelt of geen
verbinding meer heeft met de Model 3.
Beperkingen
Het risico dat Smart Summon niet naar behoren
functioneert, is met name in de volgende situaties
groot:
Rijstrook overschrijdingspreventie
Afhankelijk van de configuratie van uw auto is deze
optie mogelijk niet beschikbaar.
Autopilot 123
Lane Assist
OPMERKING: Rijstrook overschrijdingspreventie is rijstrook aanmerkelijk lager zijn, wordt de naastgelegen
bedoeld voor uw veiligheid, maar werkt niet in elke rijstrook gemarkeerd met pijlen en worden
situatie en u moet zelf blijven opletten en de controle gedetecteerde voertuigen in die rijstrook grijs
over de auto houden. gemarkeerd op het touchscreen en remt uw auto af om
de snelheid aan te passen. Deze functionaliteit kan
ATTENTIE: Houd altijd uw handen aan het stuur.
tijdelijk worden genegeerd door het gaspedaal in te
Als de auto detecteert dat u uw handen niet aan
trappen. Vertrouw nooit alleen op Autopilot voor het
het stuur heeft, geeft de Model 3 een
bepalen van een veilige rijsnelheid; u blijft zelf
geluidssignaal weer en knipperen de
verantwoordelijk voor de auto en het naleven van de
alarmknipperlichten.
verkeersregels.
ATTENTIE: Het ingrijpen op de besturing is
minimaal en niet bedoeld om de Model 3 uit zijn
rijstrook te sturen. Vertrouw er niet op dat het
Beperkingen en onvolkomenheden
ingrijpen op de besturing een zijdelingse botsing
kan voorkomen. Lane Assist kan niet altijd duidelijk de wegmarkeringen
detecteren en in de volgende situaties ervaart u
mogelijk onnodige of ongeldige waarschuwingen:
Rijstrook overschrijdingspreventie
in noodgevallen • Zicht is slecht en wegmarkeringen zijn niet goed te
zien (bijvoorbeeld bij zware regenval, sneeuw, mist
Afhankelijk van de configuratie van uw auto is deze enz.). De exacte detectiezone van de ultrasone
optie mogelijk niet beschikbaar. sensoren kan variëren afhankelijk van
omgevingsomstandigheden.
In noodgevallen probeert Rijstrook • Fel licht (zoals van koplampen van tegenliggers of
overschrijdingspreventie in noodgevallen een mogelijke direct zonlicht) hindert het camerazicht.
aanrijding met een voertuig in een naastgelegen
rijstrook te voorkomen door de Model 3 terug te sturen • Het camerazicht wordt geblokkeerd door een
uw rijstrook bij een rijsnelheid tussen 64 en 145 km/h). voertuig vóór de Model 3.
Dit werkt wanneer de camera's de rand van de rijstrook • De voorruit belemmert het zicht van de camera('s)
kunnen detecteren, zoals de wegmarkering of (beslagen, vervuild, afgedekt door een sticker enz.).
stoeprand. Wanneer wordt ingegrepen op de besturing,
• De wegmarkeringen zijn sterk afgesleten, zijn samen
hoort u een geluidssignaal en geeft het touchscreen
met oudere markeringen zichtbaar, zijn omgelegd
een waarschuwing weer waarbij de rijstrook rood wordt
voor wegwerkzaamheden of veranderen snel
gemarkeerd totdat de Model 3 is teruggekeerd naar de
(uitvoegstroken, oversteekplaatsen of
rijstrook. Om de functie in of uit te schakelen, tikt u op
invoegstroken).
Bediening > Autopilot > Rijstrook
overschrijdingspreventie in noodgevallen. Deze functie • De weg is smal of heeft veel bochten.
wordt automatisch ingeschakeld aan het begin van
• Objecten en landschapselementen langs de weg
iedere rit.
werpen een diepe schaduw op wegmarkeringen.
Wanneer uw auto aanzienlijk sneller rijdt dan Daarnaast is het mogelijk dat Lane Assist de Model 3
voertuigen in naastgelegen rijstroken, verlaagt de niet wegstuurt van een aangrenzend voertuig of
Model 3 automatisch uw rijsnelheid. Dit is vooral handig ongewenste of verkeerde sturing biedt in de volgende
in druk verkeer of wanneer voertuigen voortdurend situaties:
invoegen in verschillende rijstroken. Wanneer de Model
3 detecteert dat de rijsnelheden op een naastgelegen
Autopilot 125
Collision Avoidance Assist
De volgende functies voor het vermijden van botsingen u rood gemarkeerd weergegeven op het touchscreen.
zijn bedoeld om de veiligheid van u en uw passagiers te Als dit gebeurt, NEEM DAN ONMIDDELLIJK
vergroten: CORRECTIEMAATREGELEN!
De naar voren gerichte camera('s) en de radarsensor zijn ATTENTIE: De prestaties van Automatic
in staat de afstand te bepalen tot een object dat zich Emergency Braking kunnen worden beïnvloed
vóór de Model 3 bevindt. Wanneer een frontale botsing door verschillende factoren waardoor het systeem
niet voorkomen kan worden, zorgt Automatic mogelijk niet remt of ongepast of vroegtijdig remt,
Emergency Braking ervoor dat de remmen worden bijvoorbeeld wanneer een voertuig zich
geactiveerd om de gevolgen van de botsing te gedeeltelijk in baan van de auto bevindt of
verminderen. wanneer er vuil op de weg is. Het is de
verantwoordelijkheid van de bestuurder om veilig
Wanneer de remmen worden geactiveerd door te rijden en te allen tijde de controle over de auto
Automatic Emergency Braking, wordt op het te behouden. Vertrouw nooit uitsluitend op
touchscreen een zichtbare waarschuwing getoond en Automatic Emergency Braking om een aanrijding
hoort u een signaal. Wellicht bemerkt u ook een abrupte te voorkomen of de gevolgen ervan te beperken.
neerwaartse beweging van het rempedaal. De ATTENTIE: Automatic Emergency Braking is
remlichten gaan branden om achteropkomend verkeer ontworpen om de gevolgen van een frontale
te waarschuwen. botsing te beperken en functioneert niet wanneer
de Model 3 achteruit rijdt.
ATTENTIE: Automatic Emergency Braking mag
nooit dienen als vervanging voor een veilige
rijafstand tussen u en de auto voor u.
ATTENTIE: Bij Automatisch remmen bij noodstop
maakt het rempedaal een abrupte neerwaartse
beweging. Zorg ervoor dat het rempedaal altijd vrij
Bij een rijsnelheid van (56 km/h) of hoger worden de
kan bewegen. Plaats geen materialen onder of
remmen vrijgegeven nadat Automatic Emergency
boven op de door Tesla geleverde vloermat
Braking de rijsnelheid heeft verlaagd met (50 km/h). Als
(waaronder een extra mat) en zorg er altijd voor
Automatic Emergency Braking de remmen bijvoorbeeld
dat de vloermat aan de bestuurderszijde goed
activeert bij een rijsnelheid van 90 km/h worden de
vastzit. Als u dit niet doet, kan dit de vrije
remmen vrijgegeven wanneer de rijsnelheid is
beweging van het rempedaal verhinderen.
teruggebracht tot 40 km/h.
Autopilot 127
Collision Avoidance Assist
Obstacle-Aware Acceleration werkt alleen als ATTENTIE: De bovenstaande lijst met
tegelijkertijd aan alle volgende voorwaarden wordt beperkingen die de goede werking van Collision
voldaan: Avoidance Assist kunnen verstoren, is niet
volledig. Er kunnen vele andere redenen zijn
• Er is een rijversnelling ingeschakeld (D of R). waarom deze functies mogelijk niet naar behoren
functioneren. De bestuurder is zelf
• Model 3 staat stil of rijdt langzamer dan 16 km/h.
verantwoordelijk voor het voorkomen van
• Model 3 detecteert een object in de rijrichting. aanrijdingen door alert te blijven, op het verkeer
te letten en zo vroeg mogelijk in te grijpen.
Om obstakelbewuste acceleratie uit te schakelen, tikt u LET OP!: Als er een storing optreedt met de
op Bediening > Autopilot > Obstacle-Aware functie Collision Avoidance Assist, geeft de Model
Acceleration. 3 een waarschuwing weer. Neem contact op met
Tesla Service.
ATTENTIE: Obstacle-Aware Acceleration is
bedoeld om de ernst van een aanrijding te
verminderen. Het is niet bedoeld om een botsing
te voorkomen.
ATTENTIE: Obstacle-Aware Acceleration verlaagt
het koppel mogelijk niet in alle situaties. Er zijn
diverse factoren die Obstacle-Aware Acceleration
kunnen beperken, vertragen of hinderen, zoals
omgevingsomstandigheden, de afstand tot een
obstakel en de handelingen van de bestuurder.
ATTENTIE: Obstacle-Aware Acceleration beperkt
het koppel wellicht niet bij het uitvoeren van een
scherpe bocht, zoals in een parkeerplaats.
ATTENTIE: Vertrouw niet uitsluitend op Obstacle-
Aware Acceleration voor de regeling van de
acceleratie of het vermijden of beperken van de
ernst van een aanrijding, en probeer Obstacle-
Aware Acceleration niet te testen. Als u dit doet,
kan dit leiden tot grote materiële schade en
ernstig of zelfs dodelijk letsel.
ATTENTIE: Er zijn diverse factoren die de werking
van Obstacle-Aware Acceleration kunnen
beïnvloeden, mogelijk met onjuiste of niet tijdige
verlaging van het motorkoppel tot gevolg. Het is
de verantwoordelijkheid van de bestuurder om
veilig te rijden en de Model 3 te allen tijde onder
controle te houden.
Beperkingen en onvolkomenheden
De functies van Collision Avoidance kunnen niet altijd
alle objecten, voertuigen, fietsers of voetgangers
detecteren en om verschillende redenen kunnen er
onnodige, ongeldige, onjuiste of gemiste
waarschuwingen optreden, met name in de volgende
situaties:
OPMERKING: Op wegen waar de kaartinformatie • Relatief - Indien gewenst kunt u een marge voor de
aangeeft dat een voorwaardelijke snelheidslimiet van snelheidslimiet instellen (+ of -) als u alleen
toepassing is (bijvoorbeeld een snelheidslimiet gewaarschuwd wilt worden wanneer u de
vanwege tijdstip of weersomstandigheden), verschijnt maximumsnelheid met een ingestelde marge
onder de eerste snelheidslimiet een tweede overschrijdt. U kunt de marge bijvoorbeeld verhogen
snelheidslimiet. Het is de verantwoordelijkheid van de naar +10 km/h, als u alleen gewaarschuwd wilt
bestuurder om te bepalen of de voorwaardelijke worden wanneer u de maximumsnelheid met
snelheidslimiet van toepassing is en de rijsnelheid aan 10 km/h overschrijdt.
te passen. Mogelijk dient u de ingeprogrammeerde
• Absoluut - Geef handmatig een maximumsnelheid
kaarten te updaten voor de weergave van
op tussen 30 en 240 km/h.
voorwaardelijke snelheidslimieten (Kaart-updates on
page 146).
OPMERKING: Speed Assist is niet altijd accuraat. De
In gevallen waarin de Model 3 geen snelheidslimiet kan weglocatie kan verkeerd worden berekend waardoor
bepalen of als Speed Assist niet met zekerheid kan Speed Assist de maximumsnelheid voor een
vaststellen of de verkregen snelheidslimiet correct is, nabijgelegen weergeeft, die kan afwijken van de
wordt op het touchscreen mogelijk geen symbool voor maximumsnelheid voor de weg waarop u zich bevindt.
de snelheidslimiet weergegeven en geen Speed Assist kan er bijvoorbeeld van uitgaan dat de
waarschuwingen gegeven. Model 3 op een snelweg rijdt terwijl u in werkelijkheid
op een nabijgelegen provinciale weg rijdt, of andersom.
Als u de maximumsnelheidswaarschuwing instelt op OPMERKING: De gekozen instelling wordt bewaard tot
Scherm (zie Speed Assist instellen on page 129) en u u deze handmatig wijzigt.
overschrijdt de vastgestelde maximumsnelheid, dan
wordt het snelheidsbord op het touchscreen groter.
Autopilot 129
Speed Assist
Beperkingen en onvolkomenheden
In de volgende situaties is het mogelijk dat Speed
Assist niet volledig functioneel is of inaccurate
informatie geeft:
Verlichting
Gebruik deze instellingen om de buitenverlichting en
interieurverlichting te bedienen. Bedieningselementen
voor de buitenverlichting (Buitenverlichting, Mistlampen
voor en Mistlamp achter) zijn ook beschikbaar op het
1. Tabbladen voor bedieningselementen. Als u een item tabblad Snelbediening en worden in het vorige
uit de lijst met tabbladen selecteert, worden de onderwerp beschreven. Zie Verlichting on page 60 voor
bijbehorende bedieningselementen en opties gedetailleerde informatie over verlichting.
weergegeven in het hele scherm. Tik op
Dashboardkastje onder de lijst van tabbladen om het Gebruik deze instellingen om de interieurverlichting te
dashboardkastje te openen (zie Dashboardkastje on bedienen.
page 22).
2. Hele scherm. De beschikbare opties voor het item dat
u hebt gekozen in de lijst van tabbladen worden hier
weergegeven en worden in dit gedeelte beschreven.
Sleutels: U kunt alle voor de Model 3 gebruikte sleutels • Regionotatie: Selecteer een regio om een formaat te
en de bijbehorende bestuurdersprofielen zien. U kunt definiëren voor de weergave van de datum (mm dd
bestuurdersprofielen voor elke sleutel toevoegen, jj/dd-mm-jj enz.) en de weergave van decimalen
verwijderen en wijzigen (zie Bestuurdersprofielen on (5.123, 5,123 enz.).
page 50).
• Navigatietaal: Selecteer de taal die wordt gebruikt
Raamslot: Vergrendelen van de voor navigatie-instructies.
ruitbedieningsschakelaars achterin (zie Ruiten on page • Tijdnotatie: Selecteer of de tijd in de 12- of 24-
16). uursindeling moet worden weergegeven.
OPMERKING: Ongeacht de geselecteerde instelling is de OPMERKING: Navigeren met Autopilot is niet in alle
hoeveelheid energie die met regeneratief remmen wordt markregio's beschikbaar.
herwonnen kleiner als de batterij vol is, of als het heel
warm of koud is (de extra energie wordt dan gebruikt • Summon (bèta): De Model 3 van buiten de auto
om de batterij te koelen of te verwarmen). automatisch parkeren en uitparkeren (uitsluitend
beschikbaar wanneer uw auto is uitgerust met een
Bij stoppen: Kies de manier waarop de Model 3 zich Autopilot-pakket) (zie Summon on page 117).
gedraagt zodra de rijsnelheid door regeneratief remmen
is afgenomen tot een zeer lage snelheid, nog steeds een Summon aanpassen: Bepaal de bumperafstand,
rijversnelling is gekozen en zowel het gaspedaal als het afstand, zijafstand en of Ingedrukt houden vereist is
rijsnelheid zijn losgelaten. Zie Bij stoppen on page 70. U voor Summon \wanneer het actief is.
kunt deze instelling alleen veranderen wanneer de Model
3 in de stand P (Parkeren) staat.
• Volledig zelfrijdend visualisatievoorbeeld: Laat meer
details van de rijweg en de omgeving weergeven,
Track Mode: (uitsluitend beschikbaar in Performance-
zoals wegmarkeringen, stopborden, stoplichten en
auto's) indien ingeschakeld, is deze functie is van invloed
objecten (bijvoorbeeld afvalcontainers en paaltjes).
op stabiliteitscontrole, Tractie Controle, regeneratief
Dit is mogelijk niet beschikbaar op bepaalde
remmen en het koelsysteem van de auto, om de
voertuigconfiguraties of in bepaalde regio's.
prestaties en rijeigenschappen te verbeteren wanneer
op afgesloten circuits wordt gereden (zie Track Mode on • Waarschuwing snelheidslimiet: Selecteer het type
page 77). waarschuwingen, indien aanwezig, dat u bij het
overschrijden van de snelheidslimiet ontvangt (zie
Slip start: Schakel Slip start IN om traction control uit te Speed Assist on page 129).
schakelen en de wielspin mogelijk te maken om de auto
• Snelheidslimiet: Specificeren of u wilt dat Speed
gemakkelijker los te krijgen wanneer deze vast zit in
Assist een relatieve snelheidslimiet (met marge) of
modder, sneeuw, op ijs, enz. (zie Tractie Controle on
een absolute snelheidslimiet gebruikt (zie Speed
page 73).
Assist on page 129).
Aanhangermodus: (Uitsluitend beschikbaar indien
Marge: Indien een relatieve snelheidslimiet is
uitgerust met trekhaakpakket) Moet bij het trekken van
geselecteerd, dient een marge voor de
een aanhanger altijd zijn ingeschakeld. Mogelijk zijn
snelheidslimiet te worden ingesteld als u alleen
sommige functies van Autopilot en functionaliteit van
gewaarschuwd wilt worden wanneer u de
sensoren achter niet beschikbaar. Zie Aanhangermodus
maximumsnelheid met een ingestelde marge
on page 91).
overschrijdt.
Alarmsysteem: Inschakelen van het alarmsysteem (zie Wielconfiguratie: Wijzig de wielconfiguratie van uw auto
Instellingen alarminstallatie on page 154). nadat u nieuwe velgen hebt gemonteerd of de velgen
hebt gewisseld. Hierbij worden ook de wielen in de
Hellingshoek / Interieur detectie: (indien aanwezig) Een avatar van uw auto op het touchscreen gewijzigd.
sirene inschakelen die afgaat als de Model 3 beweging in
OPMERKING: Het wijzigen van de wielconfiguratie van
de cabine detecteert of als de auto wordt verplaatst of
uw auto kan invloed hebben op de geschatte
gekanteld (zie Instellingen alarminstallatie on page
actieradius, de waarschuwingsniveaus voor
154).
bandenspanning en de auto-visualisatie. Zie Onderhoud
Pincode voor rijden: Verhoog de beveiliging door in te banden on page 177 voor meer informatie.
stellen dat er pas met de Model 3 kan worden gereden ATTENTIE: Gebruik uitsluitend door Tesla
nadat een 4-cijferige pincode (persoonlijk goedgekeurde wielen wanneer u wielen monteert
identificatienummer) is ingevoerd (zie Pincode voor of verwisselt. Het gebruik van wielen die niet zijn
rijden on page 154). goedgekeurd door Tesla kan ernstige schade tot
gevolg hebben. Tesla is niet aansprakelijk voor
Cabin Overheat Protection: Verlagen van de schade door het gebruik van wielen die niet zijn
temperatuur in het interieur bij extreem hoge goedgekeurd door Tesla.
omgevingstemperaturen gedurende 12 uur nadat u uit
de Model 3 bent gestapt (zie Cabin Overheat Protection Handleiding: Weergave van deze handleiding. U kunt
on page 140). Werkt alleen wanneer de resterende deze handleiding ook weergeven door te tikken op de
energie in de batterij meer dan 20% is. "T" van Tesla boven in het touchscreen.
Snelheidslimietmodus
Met de Snelheidslimietmodus kunt u de acceleratie en
maximumsnelheid begrenzen – tussen 50 en 90 mph
(80 en 145 km/h) – van uw Model 3. Deze functie is
beveiligd met een 4-cijferige pincode die u aanmaakt
wanneer u de modus de eerste keer inschakelt en
worden ingevoerd om de modus uit en in te schakelen.
Snelheidslimietmodus inschakelen:
Standaard is de climate control ingesteld op Auto; dat zorgt voor een optimaal comfort onder alle normale
weersomstandigheden. Als u de temperatuur in het interieur in de instelling Auto aanpast, past het systeem
automatisch de verwarming, de airconditioning, de luchtverdeling en de aanjagersnelheid aan om de door u gekozen
temperatuur in het interieur te handhaven. Om de instelling Auto uit te schakelen, tikt u op het aanjagerpictogram,
schakelt u de instelling Auto uit en past u de instellingen handmatig aan (zie De climate control-instellingen
aanpassen on page 138). Als u de individuele instellingen handmatig hebt aangepast, kunt u ook te allen tijde
teruggaan naar Auto door op AUTO op het pop-upvenster van de climate control te tikken.
1. De stoelverwarming heeft drie instellingsniveaus, van 3 (hoogste) tot 1 (laagste). Wanneer de stoelverwarming is
ingeschakeld, toont het bijbehorende stoelpictogram draaiende lijnen die rood worden om het instellingsniveau
aan te geven. Als het premiumpakket aanwezig is, zijn de achterstoelen ook voorzien van stoelverwarming (zie
Stoelverwarming bedienen on page 139).
2. Tik op de pijl omhoog of omlaag om de temperatuur in het interieur te wijzigen. Tik op SYNC in het pop-
upvenster dat verschijnt als u op het pijltje tikt. Op deze manier kunt u de temperatuur voor bestuurder en
passagier instellen. Als u dezelfde temperatuur aan beide zijden toepast, wordt er slechts één
temperatuurinstelling weergegeven. Tik opnieuw op SYNC om afzonderlijke temperatuurinstellingen voor de
bestuurder en passagier weer te geven.
3. Tik op het aanjagerpictogram om de climate control in te schakelen en de instellingen handmatig aan te passen
aan uw persoonlijke voorkeuren (zie De climate control-instellingen aanpassen on page 138). Houd het
aanjagerpictogram ingedrukt om de climate control snel uit te schakelen. Als uw auto is voorzien van het
premiumpakket, tikt u op het betreffende pictogram om toegang te krijgen tot de bedieningselementen voor de
achterstoelverwarming.
4. De voorruitverwarming leidt een luchtstroom naar de voorruit. Tik een keer om de voorruit te ontwasemen (het
pictogram wordt blauw). Tik een tweede keer om de voorruit te ontdooien (het pictogram wordt rood en de
verwarming en aanjager werken op de maximale stand). Tik een derde keer om uit te schakelen en de
luchtverdeling, verwarming en aanjager terug te zetten op de vorige instellingen. Wanneer de voorruitverwarming
is ingeschakeld, worden ook de buitenspiegels verwarmd. Zie 'Best practices' bij koude weersomstandigheden on
page 95 voor meer informatie over het voorbereiden op lage temperaturen.
5. Tik hier om de achterruitverwarming in te schakelen. Als de climate control is ingeschakeld, wordt het pictogram
rood. Na 15 minuten wordt de achterruitverwarming automatisch uitgeschakeld. Wanneer de acherruitverwarming
is ingeschakeld, worden ook de buitenspiegels verwarmd.
ATTENTIE: Om verbranding bij langdurig gebruik te voorkomen, moeten mensen met aandoeningen aan het
zenuwstelsel of een verminderde gevoeligheid voor pijn vanwege diabetes, leeftijd, neurologische problemen
enz. extra voorzichtig zijn bij het gebruik van de climate control en de stoelverwarming.
OPMERKING: De climate control wordt gevoed door de hoogspanningsbatterij. Dat betekent dat langdurig gebruik
van deze systemen de actieradius kan verminderen.
Autopilot 137
Climate control
De climate control-instellingen aanpassen
Om de instelling Auto uit te schakelen, tikt u op het aanjagerpictogram, schakelt u de instelling Auto uit en past u
de instellingen vervolgens handmatig aan met de knoppen die worden weergegeven.
Als de Model 3 in stand P (Parkeren) staat, wordt naast de weergegeven instellingen ook de instelling Climate
control aan houden, Dog-modus en Kampeermodus getoond als u op het aanjagerpictogram tikt (zie Climate
control aanhouden, Dog-modus en Kampeermodus on page 140).
5. Tik hier om de luchtstroom naar het interieur achterin in en uit te schakelen. Indien ingeschakeld, stroomt er
lucht uit de roosters aan de achterkant van de middenconsole. Zie Roosters aan de achterzijde verstellen on
page 139.
6. Tik hier om de luchtstroom uit het rooster aan voorpassagierszijde aan te passen. Zie Roosters aan de voorzijde
verstellen on page 139.
7. Tik hier om de manier te kiezen waarop lucht wordt aangezogen in de Model 3. Indien ingeschakeld, wordt de
lucht in de Model 3 gerecirculeerd. Indien uitgeschakeld, wordt buitenlucht aangezogen in de Model 3.
8. Tik op + of - om de aanjagersnelheid te verhogen of verlagen.
OPMERKING: Als de aanjagersnelheid wordt gewijzigd, kan de instelling van de manier waarop lucht wordt
aangezogen in de Model 3 veranderen om de luchtstroom te verhogen of te verlagen.
9. Tik hier om de airconditioning in of uit te schakelen. Als u de airconditioning uitschakelt, neemt het koelen af,
maar bespaart u energie.
OPMERKING: Omdat de Model 3 veel stiller is dan een auto met een gewone verbrandingsmotor, kan het zijn
dat u de aircocompressor hoort werken. Verlaag de aanjagersnelheid om het geluid te beperken.
10. Tik hier om de luchtstroom uit het rooster aan bestuurderszijde aan te passen. Zie Roosters aan de voorzijde
verstellen on page 139.
Wanneer u de kaart roteert of verplaatst, wordt uw Het volume van de gesproken navigatie-
huidige locatie niet meer getraceerd. De melding aanwijzingen verhogen of verlagen door
"Tracking uitgeschakeld" wordt kort weergegeven naast respectievelijk op - of + te tikken. Als het
het pictogram voor de oriëntatie van de kaart, waarna volume maximaal wordt verlaagd (naar
het pictogram grijs wordt. Om tracking weer in te links), worden de gesproken aanwijzingen
schakelen, tikt u op het pictogram voor de oriëntatie van uitgeschakeld. U kunt de gesproken
de kaart om Noord boven of Rijrichting boven te kiezen. navigatie-aanwijzingen ook tijdens een
actieve navigatieroute uitschakelen door
Tik op de + en - pictogrammen om de kaart in en uit te op het volumepictogram en dan op de
zoomen op uw huidige of gekozen bestemming. Als u in- lijst met aanwijzingen te tikken.
en uitzoomt met behulp van deze pictogrammen, blijft
de tracking ingeschakeld. Pas de werking van het navigatiesysteem
aan door deze instellingen te wijzigen (de
Tik op de volgende pictogrammen om de kaartweergave beschikbaarheid van de instellingen
in te stellen en toegang te krijgen tot de navigatie- varieert afhankelijk van de marktregio en
instellingen: de voertuigconfiguratie):
Plaats een speld op de kaart door uw vinger ergens op • Elke afslag wordt voorafgegaan door de afstand tot
de kaart te houden. Wanneer u een speld op de kaart de manoeuvre.
plaatst of op een bestaande speld tikt, wordt de • Om de onderzijde van de lijst te kunnen bekijken, is
gekozen locatie gecentreerd op de kaart en biedt een het wellicht nodig om de lijst naar boven te slepen.
pop-upvenster informatie over de locatie. Vanuit dit
pop-upvenster kunt u naar de locatie navigeren, de • Tik opnieuw op de bovenzijde van de lijst om deze te
locatie bellen (als er een telefoonnummer beschikbaar minimaliseren.
is) en de locatie toevoegen aan of verwijderen uit uw
lijst met favoriete bestemmingen (zie Recente, favoriete, Tijdens de navigatie volgt de kaart uw locatie en geeft
thuis- en werkbestemmingen on page 146). deze het huidige deel van uw rit weer. U kunt de
volledige route op elk willekeurig moment weergeven.
Navigeren Als Navigeren met Autopilot (indien beschikbaar in uw
marktregio) is geactiveerd, kunt u het inschakelen voor
Om te navigeren naar een locatie, tikt u op Navigeren, de navigatieroute door te tikken op Navigeren met
verzendt u de bestemming vanuit uw telefoon of spreekt Autopilot in de lijst met routeaanwijzingen. Navigeren
u een spraakbedieningsopdracht in (zie Spraakbediening met Autopilot is een uitbreiding van Automatisch sturen
on page 153). U kunt een adres, een oriëntatiepunt, de die automatisch van rijstrook wisselt en de Model 3
naam van een bedrijf enz. invoeren of inspreken. U kunt automatisch op de juiste afslagen stuurt wanneer er op
ook een opgeslagen Thuis- of Werk-locatie selecteren autowegen of autosnelwegen wordt genavigeerd. Zie
en een keuze maken uit een lijst met recent gebruikte Navigeren met Autopilot on page 112 voor meer details.
locaties (de meest recente locatie wordt boven aan de
lijst weergegeven), inclusief de laadstations die u hebt
Het pictogram voor het routeoverzicht
bezocht.
wordt weergegeven wanneer een
navigatieroute actief is. Tik op elk
OPMERKING: Om de navigatie op afstand starten vanuit
willekeurig moment op dit pictogram om
uw IOS® of Android™ apparaat, gebruikt u de
een overzicht van uw navigatieroute te
functionaliteit voor delen nadat dit apparaat toegang
bekijken, of om de oriëntatie van de kaart
heeft gekregen tot de mobiele Tesla-app.
te wijzigen (zie Overzicht on page 142).
Als u een locatie opgeeft, zoomt het touchscreen uit om Hierdoor wordt de kaart in- en
een overzicht van de te rijden route weer te geven. uitgezoomd om het huidige deel van uw
Nadat de route is berekent, wordt weer ingezoomd naar rit weer te geven. De zwarte speld aan
uw vertrekpunt en wordt begonnen met het geven van het einde van de routelijn geeft uw
aanwijzingen. In een lijst met route-aanwijzingen wordt bestemming aan.
de eerste navigatieaanwijzing weergegeven, samen met
een schatting van de totale afstand, rijtijd en Navigatievolume uitschakelen/
aankomsttijd. Tik op de aanwijzing als u alle afslagen op inschakelen.
uw navigatieroute wilt laten weergegeven in de lijst. Let OPMERKING: U kunt het volume van het
op het volgende met betrekking tot de lijst met navigatiesysteem ook uitschakelen door
routeaanwijzingen: op de scrolltoets aan de linkerzijde van
het stuur te drukken terwijl
• Er wordt een batterij weergegeven onder de navigatieaanwijzingen worden
bestemming aan de hand waarvan u een schatting uitgesproken. Er kan ook een specifiek
kunt doen van de batterijcapaciteit die nog aanwezig voor navigatie-instructies geldende
is wanneer u uw bestemming hebt bereikt. Tik hier volumeregeling worden geactiveerd door
om de batterij-informatie uit te breiden om een op het instellingenpictogram op de kaart
te tikken (zie Overzicht on page 142).
Met de pictogrammen onder aan Media Player kunt u Voor gemakkelijke toegang tot uw favoriete
uw mediabron (bijvoorbeeld FM, streaming, of radiozenders, markeert u deze als favoriet, zodat ze
verbonden Bluetooth-apparaat) wijzigen. Met de beschikbaar zijn in uw lijst met favorieten (zie
tabbladen links kunt u het type content waarin u wilt Favorieten en recente media on page 148).
bladeren, verfijnen, waarbij de betreffende content
rechts wordt weergegeven. Voor Radio kunt u door DAB-radioservices
Favoriete zenders bladeren of u kunt op
Frequentie[#10]instellen tikken om de frequentie van
een bepaalde zender in te voeren. Voor Streaming kunt
u door Favorieten, Topzenders, DJ-series en Genres Indien aanwezig, kunt u DAB-radio
bladeren. selecteren in de bron Radio van Media
Player. Selecteer een DAB-radiozender
door in de lijst met de in uw gebied
Volumeregeling beschikbare zenders te bladeren, of tik
op de knop Volgende of Vorige.
Draai de scrolltoets links op het stuur omhoog of
omlaag om het volume te verhogen of te verlagen. Met
de scrolltoets regelt u het volume voor media,
navigatie-aanwijzingen of telefoongesprekken, Internetradio en
afhankelijk van wat op dat moment via de luidsprekers muziekstreamingservices (indien
wordt weergegeven. U kunt het volume ook regelen
door op de pijlen van het luidsprekerpictogram te aanwezig)
tikken, onder in het touchscreen.
Als de auto is uitgerust met premiumconnectiviteit, zijn
Druk op de linker scrolltoets om het volume te dempen. internetradio en muziekstreamingservices beschikbaar
Druk nogmaals om het dempen op te heffen. via een dataverbinding. Tik op het Media Player-
pictogram en kies de streamingservice waarnaar u wilt
OPMERKING: Als u tijdens een telefoongesprek op de luisteren.
linker scrolltoets drukt, worden zowel het geluid als uw
microfoon gedempt.
Bluetooth-apparaten
Als u een Bluetooth-apparaat hebt, bijvoorbeeld een
telefoon, dat gekoppeld is aan de apparatuur in de
Model 3 (zie Bluetooth-telefoon koppelen on page 150),
dan kunt u audiobestanden die op dat apparaat zijn
opgeslagen, afspelen en muziek streamen. Kies de bron
Telefoon in Media Player, tik op de naam van uw
Bluetooth-apparaat en tik vervolgens op VERBINDEN.
Om een USB-stick in de Model 3 te formatteren, plaatst 4. Selecteer in het snelmenu een ondersteund formaat
u een USB-stick in de USB-poort voorin en tikt u op in het gedeelte Bestandssysteem (bijvoorbeeld
Veiligheid en beveiliging > USB FORMATTEREN. Op exFAT, FAT 32, etc.)
deze manier wordt de stick geformatteerd als exFAT en OPMERKING: U kunt uw USB-stick ook een naam
wordt automatisch de map TeslaCam gemaakt. De geven (onder Volume Label).
USB-stick is nu gereed voor de opname en opslag van
videobeelden. 5. Vink het vakje Snel formatteren aan en klik op Start.
LET OP!: De knop USB FORMATTEREN is 6. Ga weer naar Verkenner, klik op uw USB-stick en klik
beschikbaar wanneer een USB-stick (met één of met de rechtermuistoets om een map aan te maken,
minder partities) is aangesloten op de USB-poort of selecteer Nieuwe map in het bovenste menu.
voorin. Als u USB FORMATTEREN kiest, wordt de
7. Geef de map de naam "TeslaCam" (zonder
stick geformatteerd en alle inhoud gewist. Heeft u
aanhalingstekens en klik op Opslaan). Deze map
gegevens op de stick die u wilt bewaren, dan
wordt gebruikt voor opslag van alle recente en
dient u deze vóór gebruik van deze functie te
opgeslagen clips van Bewakingsmodus en Dashcam.
verplaatsen naar een ander apparaat.
8. Verwijder de USB-stick op de juiste.
Als u een USB-stick vanuit een pc wilt formatteren, volg
dan de onderstaande stappen voor uw Nadat u USB-stick hebt geformatteerd en de map
besturingssysteem. "TeslaCam" hebt aangemaakt, steekt u deze in een van
de USB-poorten voorin in de Model 3. Gebruikt de USB-
Voor MacOS: poorten achterin niet, deze zijn uitsluitend bedoeld voor
opladen. Het kan maximaal 15 seconden duren voordat
1. Plaats de USB-stick in uw pc. de Model 3 de USB-stick herkent. Zodra deze is
herkend, verschijnen de pictogrammen voor Dashcam
2. Ga naar Hulpprogramma's > Schijfbeheer (of zoek en Bewakingsmodus aan de bovenkant van uw
hiernaar met Spotlight Search). touchscreen (let op; u dient de bewakingsmodus
3. Selecteer uw USB-stick in het linker menu. mogelijk nog in te schakelen via Bediening > Veiligheid
en beveiliging > Bewakingsmodus). Model 3 is klaar
4. Ga naar Wissen op de bovenste menubalk. voor het opnemen van video.
5. Selecteer in het uitklapmenu het juiste formaat (MS-
DOS FAT) en klik op Wissen. Materiaal ophalen
OPMERKING: Door Wissen te selecteren worden alle
bestaande gegevens van uw USB-stick gewist. Heeft Om videomateriaal op te halen van de USB-stick,
u gegevens die u wilt bewaren, dan dient u deze verwijdert u de USB-stick uit de USB-poort en opent u
voor het wissen te verplaatsen naar een ander de bestanden op een pc of ander apparaat. Navigeer
apparaat. naar de map TeslaCam.
OPMERKING: De D-modus wordt vooral gebruikt in OPMERKING: Als u tijdens het programmeren van het
Noord-Amerika, terwijl de UR-modus populair is in systeem het scherm “De ontvanger trainen” ziet,
Europa, het Midden-Oosten en Azië. Om te bepalen houd er dan rekening mee dat de tijd voor deze stap
met welke modus uw systeem compatibel is, kunt u beperkt is. Nadat u op de knop Learn/Program/
contact opnemen met HomeLink (www.homelink.com Smart op de afstandsbediening van het systeem hebt
of 1-800-355-3515 bellen). gedrukt, hebt u ongeveer 30 seconden de tijd om
terug te gaan naar uw auto, op Doorgaan te drukken
en vervolgens twee keer op de naam van het te
Elk systeem kan op een andere modus worden ingesteld. trainen HomeLink-systeem te drukken. Overweeg de
Zo kunt u bijvoorbeeld de garagedeur instellen op de hulp van een tweede persoon bij deze stap.
standaardmodus, het toegangshek op de D-modus, etc.
Om een andere verzendmodus te kiezen, tikt u op het 7. Zodra het systeem is geprogrammeerd, tikt u op
HomeLink-pictogram op de statusbalk van het Opslaan om de HomeLink-programmering te
touchscreen en selecteert u het systeem dat u wilt voltooien.
wijzigen. Selecteer vervolgens Programmeren en kies de
8. Controleer of HomeLink naar behoren werkt. Soms
gewenste modus voor uw systeem. Bevestig uw keuze
moet het programmeerproces worden herhaald
door op Modus instellen te tikken en volg de
voordat het is geslaagd.
aanwijzingen op het scherm.
1. Download de mobiele app van Tesla op uw telefoon. Voor ondersteunde videobronnen, video's verzenden om
af te spelen in Tesla Theater foor de link te delen via de
2. Meld u aan bij de mobiele Tesla-app door de
mobiele app. Navigeer naar de film, show of video die u
inloggegevens van uw Tesla-account in te voeren.
wilt afspelen op uw smartphone en tik op de knop
3. Schakel mobiele toegang in op uw Model 3 door te Delen. Deel de video met de Tesla-app, waarna deze
tikken op Bediening > Veiligheid en beveiliging > wordt weergegeven op het touchscreen van uw auto
Mobiele toegang (zie Bediening on page 131). wanneer de Model 3 in de stand P (Park) staat.
4. Schakel de Bluetooth-instelling van uw telefoon IN en
zorg ervoor dat Bluetooth is ingeschakeld in de Telefoonsleutel
algemene instellingen van uw telefoon voor de
mobiele Tesla-app wanneer u een geauthentiseerde Stel uw telefoon in als sleutel (zoals beschreven in
telefoon als sleutel wilt gebruiken. Navigeer op uw Geauthenticeerde telefoon on page 8). Na authenticatie,
telefoon bijvoorbeeld naar Instellingen, kies de wordt het Bluetooth-signaal van uw telefoon
mobiele Tesla-app en zorg ervoor dat de instelling gedetecteerd wanneer u uw auto nadert en worden de
Bluetooth is ingeschakeld. portieren ontgrendeld wanneer u op een van de
portiergrepen drukt. Wanneer u uitstapt en wegloopt
Uw smartphone en auto moeten beide actief verbonden met de telefoon, zullen de portieren automatisch worden
zijn met een mobiele service om de mobiele app met uw vergrendeld (tenzij de functie Wegloopvergrendeling is
voertuig te laten communiceren. Tesla adviseert u altijd ingeschakeld, zoals beschreven in
een werkende fysieke sleutel bij de hand te hebben, Wegloopvergrendeling on page 14). U moet zich in de
wanneer u parkeert in een omgeving met beperkte of buurt van uw auto bevinden en een sleutelkaart bij u
zonder mobiele dekking, zoals in een parkeergarage. hebben om uw smartphone in te kunnen stellen als
telefoonsleutel.
Als er meerdere auto's zijn gekoppeld aan het Tesla-
account, moet u schakelen naar de Model 3 waartoe u OPMERKING: U dient altijd een sleutelkaart of sleutel bij
toegang wenst in de mobiele app, voordat de telefoon u te dragen voor het geval u uw auto ergens parkeert
als een sleutel kan worden gebruikt. Veeg naar links of waar geen dekking van een mobiel netwerk is.
rechts om een andere auto te kiezen.
• Zien in welke versnelling de auto zich bevindt (Drive, • De Model 3 op afstand ontgrendelen of vergrendelen.
Park, etc.). • De lichten laten knipperen of de Model 3 laten
• Maximale verwarming inschakelen om uw auto te claxonneren om de auto op een parkeerplaats te
verwarmen bij lage temperaturen. vinden.
• Sleutelloos rijden inschakelen.
Onderdelen hoogspanningscircuit
1. Airco-compressor
2. Motor vóór (alleen auto's met Dual Motor)
3. Cabineverwarming
4. Hoogspanningsbatterij
5. Schakelkast hoogspanningsbatterij
6. Motor achter
7. Hoogspanningskabels
8. Laadpoort
ATTENTIE: Het hoogspanningssysteem bevat geen onderdelen die door de gebruiker onderhouden kunnen
worden. Onderdelen, kabels en stekkers van het hoogspanningscircuit mogen niet gedemonteerd, verwijderd
of vervangen worden. Hoogspanningskabels zijn normaal gesproken oranje gekleurd zodat ze gemakkelijk te
herkennen zijn.
ATTENTIE: Lees en volg alle instructies die worden gegeven op de stickers die zijn bevestigd op de Model 3.
Deze stickers zijn voor uw veiligheid aangebracht.
ATTENTIE: Als er onverhoopt brand zou uitbreken, neem dan direct contact op met de brandweer.
Opladen 167
Elektrische componenten
Laadapparatuur
Bij Tesla is laadapparatuur verkrijgbaar die specifiek is
ontworpen voor uw Model 3. Een Tesla-thuislaadstation
is de snelste manier om de Model 3 thuis op te laden en
is bedoeld voor installatie in een garage.
Opladen 169
Instructies voor het laden
Laadcontact openen
Het laadcontact bevindt zich links van de Model 3,
achter een klepje in het achterlicht. Zorg voordat u gaat
laden dat de Model 3 zodanig is geparkeerd dat de
laadkabel het laadcontact gemakkelijk kan bereiken.
U kunt het klepje van het laadcontact ook op een van de Aansluiten
volgende manieren openen:
U kunt desgewenst het laadniveau en de laadstroom
• Gebruik op het touchscreen het startprogramma voor instellen via het touchscreen (zie Laadstatus en
apps om de oplaad-app te openen en tik vervolgens instellingen on page 172).
op Laadpoort openen.
• Tik op het oplaadpictogram op de autostatus op het Om de auto op te laden bij een openbaar laadstation,
touchscreen. sluit u de juiste adapter aan op de laadpoort van de auto
en sluit u vervolgens de laadconnector van het station
• Tik op het "kaartgedeelte" op het touchscreen op het aan op de adapter. De meest gangbare
oplaadpictogram en druk vervolgens op verloopstekker(s) voor het desbetreffende land van
LAADPOORT OPENEN. bestemming worden geleverd. Afhankelijk van de
• Druk op de onderkant van het klepje van het laadapparatuur die u gebruikt, kan het noodzakelijk zijn
laadcontact wanneer is de Model 3 ontgrendeld of er om het laden te starten en te stoppen met behulp van
zich een geauthentiseerde telefoon in de buurt een bedieningsorgaan op de laadapparatuur.
bevindt.
Sluit de mobiele connector altijd eerst aan op de
• Houd op de accessoiresleutel (afzonderlijk verkocht) voedingsbron en daarna pas op het laadcontact van de
de toets voor de achterbak 1 tot 2 seconden Model 3.
ingedrukt.
Houd de connector recht voor het laadcontact en steek
OPMERKING: De onderstaande afbeelding is uitsluitend deze dan in het contact. Als de connector op de juiste
bedoeld ter verduidelijking. Afhankelijk van uw land kan wijze is aangesloten, start het opladen van de Model 3
het laadcontact van uw auto enigszins verschillen. automatisch nadat:
Opladen stoppen
U kunt het opladen op elk willekeurig moment stoppen
door de laadkabel los te maken of door Opladen OPMERKING: De ontgrendelkabel kan verzonken zijn
stoppen op het touchscreen te kiezen. in de opening van de bekleding.
Opladen 171
Instructies voor het laden
LET OP!: De ontgrendelkabel is alleen ontworpen Tik op het laadpictogram in het
voor gevallen waarin de laadkabel niet op de kaartengedeelte op het touchscreen.
normale manieren kan worden losgekoppeld van
het laadcontact. Continugebruik kan schade
toebrengen aan de ontgrendelkabel of
laadapparatuur.
ATTENTIE: Voer deze procedure niet uit terwijl uw
voertuig wordt opgeladen of wanneer er oranje Op het laadscherm worden een afbeelding van de
stroomleidingen blootliggen. Het niet opvolgen batterijstatus en informatie over de laadsessie
van deze instructies kan leiden tot een elektrische weergegeven, zoals:
schok en ernstig letsel of beschadiging van het
voertuig. Neem contact op met uw • Laadniveau (in kilowattuur, mijl per uur of kilometer
dichtstbijzijnde Service Center als u niet zeker per uur, afhankelijk van uw weergave-instellingen).
weet hoe u deze procedure veilig kunt uitvoeren.
• Toename van de energie of geschatte toename van
ATTENTIE: Probeer de laadkabel niet te bereikte rijafstand tot dusver in deze laadsessie (in
verwijderen terwijl u tegelijkertijd aan de kilowattuur, mijl per uur of kilometer per uur,
ontgrendelkabel trekt. Trek altijd aan de afhankelijk van uw weergave-instellingen).
ontgrendelkabel voordat u probeert de laadkabel
• De actuele/beschikbare laadstroom van de
uit het laadcontact te verwijderen. Het niet
aangesloten stroombron.
opvolgen van deze instructies kan leiden tot een
elektrische schok en ernstig letsel. • De spanning die via de laadkabel wordt geleverd.
7. Laadniveau, geschatte toename in afstand (of OPMERKING: Uw auto probeert het opladen vóór 6:00
energie) tot dusver tijdens deze sessie, de actuele/ uur (eind van de daluren) te voltooien. Als er voldoende
beschikbare laadstroom van de aangesloten tijd is om de auto op te laden, kan het zijn dat het
stroombron, en de spanning die via de laadkabel opladen om 6:00 uur stopt, zelfs als uw geplande
wordt geleverd. vertrek later plaatsvindt. Kort vóór de geplande
8. Stel een terugkerend oplaadschema in voor de vertrektijd, verwarmt de auto de batterij en regelt hij de
locatie (zie Gepland opladen en Gepland vertrek on temperatuur in het interieur. Als uw auto onvoldoende
page 173). tijd heeft om het opladen vóór 6:00 uur te voltooien,
gaat het opladen door totdat het beoogde
batterijpercentage is bereikt.
OPMERKING: Als u de auto oplaadt bij een Tesla
Supercharger, wordt op het laadscherm ook informatie OPMERKING: Als uw auto niet op een oplaadpunt is
weergegeven over uw vorige of huidige Supercharger- aangesloten, zal Gepland vertrek niet de
sessie (zie Tarieven voor gebruik van Supercharger en interieurtemperatuur regelen of de batterij verwarmen.
'idle fees' on page 174).
Opladen 173
Instructies voor het laden
Tarieven voor gebruik van
Supercharger en 'idle fees'
Als u de auto oplaadt bij een Tesla Supercharger, wordt
de informatie SUPERCHARGING onder in het
laadscherm weergegeven. Daarbij wordt de locatie, de
begintijd van het opladen en een schatting van de
kosten van de sessie vermeld. Als u stopt met
superchargen, worden de geschatte kosten van die
sessie weergegeven totdat een nieuwe Supercharger-
sessie begint.
• Controleer onder de Model 3 of er sprake is van • Lees en volg alle instructies die worden gegeven op
abnormale lekkage. Er kan er zich een klein plasje de stickers die zijn bevestigd op de Model 3. Deze
water onder de auto vormen (afkomstig van de stickers zijn er voor uw veiligheid.
airconditioning).
• Het hoogspanningssysteem bevat geen losse
• Bekijk de buitenkant van de Model 3 rondom en onderdelen die door de gebruiker onderhouden
verwijder eventuele corrosieve substanties (zoals kunnen worden. Onderdelen, kabels en stekkers van
vogelpoep, boomhars, teer, dode insecten, industriële het hoogspanningscircuit mogen niet gedemonteerd,
neerslag, etc.) onmiddellijk om schade aan de lak te verwijderd of vervangen worden.
voorkomen (zie Reinigen on page 184). Hoogspanningskabels zijn oranje gekleurd zodat ze
gemakkelijk te herkennen zijn.
Onderhoud 175
Onderhoudsschema
• Raak na een aanrijding nooit de
hoogspanningsbedrading en stekkers en onderdelen
die hierop zijn aangesloten, aan.
• Als er onverhoopt brand zou uitbreken, neem dan
direct contact op met de brandweer.
Bandenspanning controleren en
aanpassen
Volg de onderstaande aanwijzingen als de banden koud
zijn en de Model 3 minstens 3 uur stil heeft gestaan:
Het controlelampje van de
bandenspanning op het touchscreen 1. Raadpleeg de sticker met informatie over banden en
waarschuwt u als de spanning in een of belading op de middenstijl aan bestuurderszijde
meerdere banden te laag of te hoog is. voor de aanbevolen bandenspanning.
2. Verwijder het ventieldopje.
Het lampje gaat niet direct uit als de band op de juiste 3. Druk een bandenspanningsmeter stevig op het
spanning is gebracht. Rijd minstens 10 minuten met een ventiel om de druk te meten.
snelheid van meer dan 25 km/h om het TPMS (Tire
Pressure Monitoring System) een nieuwe meting te 4. Breng de band zo nodig op de juiste spanning door
laten doen, waarna de waarschuwing verdwijnt. lucht toe te voegen of te verwijderen.
OPMERKING: U kunt lucht laten ontsnappen door
Als het controlelampje elke keer bij het inschakelen van het metalen pennetje in het midden van het ventiel
de Model 3 gedurende één minuut knippert, is er een in te drukken.
storing in het TPMS geconstateerd (zie TPMS-storing
on page 181). 5. Controleer opnieuw de bandenspanning met de
nauwkeurige bandenspanningsmeter.
Onderhoud 177
Onderhoud banden
6. Herhaal, indien nodig, stap 3 en 4 totdat de Lekke band
bandenspanning correct is.
7. Brengt het dopje weer aan op het ventiel om het Controleer de bandenspanning regelmatig om te
tegen vuil te beschermen. Controleer het ventiel voorkomen dat u onderweg met een lekke band wordt
regelmatig op schade en lekkage. geconfronteerd. Laat een lekke of beschadigde band zo
snel mogelijk repareren of vervangen.
Controle en onderhoud van banden Tubeless banden kunnen niet zomaar lek raken, mits het
object in de band blijft zitten. Als u onder het rijden
Controleer de zijwanden en het loopvlak van de banden plotseling een sterke trilling voelt of vermoedt dat er
regelmatig op vervormingen (uitstulpingen), vreemde een band beschadigd is, verminder dan direct uw
voorwerpen, scheuren en slijtage. snelheid. Rijd langzaam, vermijd sterk remmen en
sturen en stop op een veilige plaats. Laat uw Model 3
ATTENTIE: Rijd niet met de Model 3 als een band naar een Tesla Service Center of een bandenspecialist in
beschadigd of versleten is, of een te hoge of te de buurt brengen.
lage bandenspanning heeft. Controleer de banden
regelmatig op slijtage en beschadigingen zoals OPMERKING: In sommige gevallen kunt u kleine gaatjes
scheuren, uitstulpingen, losse koordlagen. (minder dan 6 mm) repareren met een
bandenreparatiesetje dat optioneel verkrijgbaar is bij
Tesla. Vervolgens kunt u de Model 3 met een
Bandenslijtage aangepaste snelheid zelf naar een Tesla Service Center
of een bandenspecialist in de buurt rijden.
Een toereikende profieldiepte is belangrijk voor goede
ATTENTIE: Rijd niet door met een
prestaties van de banden. Banden met een
ongerepareerde lekke band, ook niet als de band
profieldiepte van minder dan 3 mm zorgen voor een
niet helemaal is leeggelopen. Een lekke band kan
verhoogd risico op aquaplaning in natte
opeens helemaal leegraken.
omstandigheden en mogen niet worden gebruikt.
Banden met een profieldiepte van minder dan 4 mm
presteren niet goed in sneeuw en sneeuwbrij, en mogen Vlakke kanten
niet worden gebruikt in winterse omstandigheden.
Als de Model 3 gedurende lange tijd heeft stilgestaan,
Model 3 is af-fabriek voorzien van banden met een kunnen er vlakke kanten op de banden ontstaan. Deze
slijtage-indicator in het loopvlak. Als het profiel tot op vlakke kanten zullen een trilling veroorzaken wanneer u
3 mm is versleten, komen deze indicatoren aan het weer gaat rijden met de Model 3. Deze trilling verdwijnt
oppervlak, wat het effect geeft van een rubberen streep vanzelf naarmate de banden warm worden en hun
over de volle breedte van het loopvlak van de band. oorspronkelijke vorm weer aannemen.
Voor optimale prestaties en veiligheid adviseert Tesla
de banden te laten vervangen voordat de slijtage- U kunt de banden op de maximale spanning brengen
indicators zichtbaar zijn. om te voorkomen dat vlakke kanten ontstaan wanneer
de auto langere tijd stilstaat. Vergeet niet om de
Banden wisselen, wielen balanceren en banden eerst weer op de normale spanning te brengen
voordat u met de auto gaat rijden.
uitlijnen
Tesla raadt aan de banden om de 10.000 km te rouleren Levensduur banden verlengen
of wanneer het verschil in profieldiepte 1,5 mm of groter
is, afhankelijk van wat het eerst wordt bereikt. Houd de banden op de juiste spanning en houd u aan
de snelheidslimieten voor een maximale levensduur van
Slecht uitgebalanceerde wielen (soms merkbaar als een de banden. Vermijd:
trilling in het stuur) hebben een negatieve invloed op
de rijeigenschappen en verkorten de levensduur van de • Hard wegrijden, snel accelereren.
banden. Ook bij normaal gebruik van de auto kan er op • Bochten op hoge snelheid nemen, hard remmen.
elk moment een onbalans in de wielen optreden. Laat
de wielen in dat geval opnieuw balanceren. • Door kuilen en over bulten in de weg rijden.
• Tegen stoepranden rijden.
Laat de uitlijning van de wielen controleren als er
sprake is van onregelmatige (scheef afgesleten band) • Dat er schadelijke vloeistoffen op het rubber komen.
of overmatige slijtage.
Banden verouderen onder invloed van ultraviolet licht, Model 3 is uitgerust met asymmetrische banden, die op
extreme temperaturen, zware belastingen en slechts één manier op de velg mogen worden
milieuomstandigheden. Vervang de banden daarom gemonteerd. Op de zijkant die naar buiten gericht moet
eens per 6 jaar of eerder als nodig blijkt, zelfs als de worden, staat het woord OUTSIDE aangegeven. Let erop
profieldiepte groter is dan het minimum. dat de banden op de juiste manier op de velgen
gemonteerd worden.
Wielen en banden worden gecombineerd om de beste
rijeigenschappen te bieden. Vervang banden alleen door
banden die voldoen aan de originele technische
specificaties. Als u andere banden laat monteren, zorg
dan dat ze minimaal dezelfde belastings- en
snelheidsindex hebben (zie Betekenis van markeringen
op banden on page 202) als de originele banden.
Onderhoud 179
Onderhoud banden
4. Trek het naafdopgereedschap stevig van het wiel af
totdat de naafdop is losgemaakt.
De naafdop monteren:
Naafdoppen verwijderen en monteren
1. Lijn de naafdop uit.
Als uw Model 3 is voorzien van naafdoppen, moet u 2. Druk stevig op de naafdop totdat deze volledig
deze verwijderen om toegang te krijgen tot de vastklikt op zijn plaats.
wielmoeren.
LET OP!: Controleer of de naafdop volledig is
bevestigd voordat u gaat rijden, om te
Een naafdop verwijderen:
voorkomen dat u deze onderweg verliest.
1. Breng het gebogen deel van het
naafdopgereedschap (in het dashboardkastje bij
sommige auto's, of gebruik een kleine inbussleutel) Wielconfiguratie
aan in het gat aan de onderkant van de "T" van Tesla.
Als u nieuwe wielen monteert of uw wielen verwisselt,
OPMERKING: Het naafdopgereedschap is ook wijzig dan de wielconfiguratie van uw auto door te
verkrijgbaar bij automaterialenwinkels of online tikken op Bediening > Service > Wielconfiguratie. De
dealers. Model 3 herkent dan de nieuwe wielen en kan de status
van uw auto nauwkeuriger wijzigen. Selecteer een wiel
in de vervolgkeuzelijst dat overeenkomt met de nieuwe
velgen die u op de Model 3 wilt monteren. Als u nieuwe
wielen in de wielconfiguratie selecteert, worden ook de
wielen in de avatar van uw auto op het touchscreen
gewijzigd.
Onderhoud 181
Onderhoud banden
herhalen zolang de storing blijft bestaan. Winterbanden zijn te herkennen aan het
Als het TPMS-controlelampje constant symbool van een berg/sneeuwvlokje op
brandt, kan het zijn dat het systeem de te de zijwand.
lage of te hoge bandenspanning niet kan
detecteren of melden.
Onderhoud 183
Reinigen
Exterieur reinigen Reinig de ruiten en spiegels met een ruitenreiniger.
Kras niet en gebruik ook geen schurende middelen
op de ruiten en spiegels.
Verwijder agressieve stoffen (vogelpoep, hars, insecten,
teer, zout, industriële neerslag enz.) direct om schade
aan de lak te voorkomen. Wacht daar niet mee tot de
Model 3 een volledige wasbeurt nodig heeft. Gebruik zo Aanwijzingen voor reinigen van exterieur
nodig gedenaturaliseerde alcohol om teervlekken en
hardnekkige vetvlekken te verwijderen, was het LET OP!: Was de auto niet in de felle zon.
oppervlak dan direct met water en milde zeep schoon
om de alcohol te verwijderen. LET OP!: Gebruik geen vloeibare
behandelingsproducten voor de voorruit. Deze
Houd de buitencamera's vrij van vuil, condens en kunnen de veegbeweging van de ruitenwisser
belemmeringen. Reinig de componenten af en toe met verhinderen en een ratelgeluid veroorzaken.
een zachte doek die vochtig is gemaakt met warm LET OP!: Gebruik geen heet water, oplosmiddelen,
water. Deze stoffen kunnen de werking van Autopilot- en of zeer alkalische of bijtende reinigingsproducten,
veiligheidsfuncties verhinderen (zie Camera's en met name middelen die hydroxide bevatten.
sensoren reinigen on page 100).
LET OP!: Houd de spuitmond van een
Volg de onderstaande aanwijzingen bij het wassen van hogedrukreiniger altijd op een afstand van
de Model 3: minstens 30 cm van het oppervlak van de Model 3.
Richt de waterstraal niet direct op de camera('s) of
1. Grondig spoelen parkeersensoren (indien aanwezig). Reinig een
sensor of cameralens ook niet met een scherp of
Spoel de auto vóór het wassen grondig af met veel schurend voorwerp dat krassen kan veroorzaken
water. Spuit plaatsen waar vuil en modder zich kan en het oppervlak kan beschadigen. Blijf de
verzamelen (zoal wielkuipen en carrosserienaden), spuitmond bewegen en spuit niet alleen op één
goed schoon. Verwijder (in de wintermaanden) alle bepaalde plek.
resten van pekel en spuit ook de onderzijde van de LET OP!: Richt een waterstraal niet rechtstreeks op
auto, de wielkuipen en remmen schoon. ruit-, portier- en motorkaprubbers of op
elektronische modules of blootliggende kabels.
2. Met de hand wassen LET OP!: Om corrosieschade te voorkomen die
Was de Model 3 met een schone zachte doek en mogelijk niet onder de garantie valt, moet u
koud of handwarm water met daarin een milde eventuele resten van pekel aan de onderzijde van
autoshampoo van hoge kwaliteit. de auto, in de wielkuipen en op de remmen
LET OP!: Sommige reinigingsmiddelen en wegspoelen. Maak na het wassen van de auto de
autoshampoos bevatten chemicaliën die schade remmen droog door een korte afstand te rijden en
of verkleuring kunnen veroorzaken, met name meermaals te remmen.
aan kunststof bekledingsdelen, lampen of LET OP!: Gebruik geen molton doeken of
cameralenzen. Sommige autoreinigingsformules washandschoenen. Het wordt aanbevolen een
bevatten bijvoorbeeld hydroxide of andere zeer microvezeldoek van hoge kwaliteit te gebruiken.
alkalische of bijtende bestanddelen die schade
aan onderdelen aan de buitenkant kunnen LET OP!: Was de auto bij voorkeur in een
veroorzaken. Schade of verkleuring die is borstelloze wasstraat. Deze wasstraten hebben
veroorzaakt door het gebruik van geen onderdelen (borstels enz.) die in aanraking
reinigingsproducten, wordt niet door de komen met de oppervlakken van de Model 3. Elk
garantie gedekt. ander type wasstraat veroorzaakt schade die niet
wordt gedekt door de garantie.
3. Afspoelen met schoon water LET OP!: Controleer of de ruitenwissers zijn
uitgeschakeld voordat u de Model 3 wast, om te
Spoel de auto na het wassen met schoon water af om voorkomen dat de wissers worden beschadigd.
te voorkomen dat zeepresten opdrogen en vlekken
achterlaten. LET OP!: Gebruik geen velgenreinigers of
voorwasproducten met een chemische
samenstelling. Deze kunnen de toplaag van de
4. Drogen en ruiten reinigen velgen aantasten.
Maak de auto na het afspoelen goed droog met een ATTENTIE: Spuit nooit vloeistof (bijv. met een
schone zeem. Maak indien nodig de remmen droog hogedrukspuit) in de richting van het laadcontact.
door een korte afstand te rijden en meermaals te wanneer de Model 3 wordt opgeladen. Het niet
remmen. volgen van deze instructies kan tot ernstig letsel of
schade aan de auto, laadapparatuur of andere
eigendommen leiden.
Controleer en reinig het interieur regelmatig, dan blijft Maak vloerbedekking niet te nat. Gebruik voor
het mooi en voorkomt u vroegtijdige slijtage. Verwijder hardnekkig vuil een geschikte bekledingreiniger.
vuil en vlekken altijd zo snel mogelijk. Gebruik een
zachte doek (microvezel) gedrenkt in een mengsel van Veiligheidsgordels
warm water en een milde zeep (vooraf testen op een
minder zichtbaar onderdeel) om de verschillende Trek de gordel helemaal uit om deze schoon te vegen.
onderdelen van het interieur te reinigen. Maak het Gebruik nooit een oplosmiddel of een chemisch
oppervlak meteen droog met een niet-pluizende doek reinigingsmiddel. Laat de gordel in uitgetrokken
om vlekken te voorkomen. toestand aan de lucht drogen, niet in de felle zon.
Onderhoud 185
Reinigen
Poetsen, bijtippen en schadeherstel Matten
Zet de auto van tijd tot tijd in de was om de carrosserie Gebruik originele vloermatten van Tesla om ervoor te
gedurende lange tijd mooi te houden. Gebruik een zorgen dat de vloerbedekking er lange tijd nieuw blijft
goedgekeurde was met daarin: uitzien (zie Onderdelen en accessoires on page 191).
Onderhoud vloermatten door ze regelmatig schoon te
• Een milde cleaner om oppervlakken te reinigen maken en te controleren of ze goed zijn bevestigd.
zonder de lak aan te tasten. Vervang vloermatten als ze versleten zijn.
• Een vulmiddel dat kleine krasjes vult zodat ze ATTENTIE: Om te voorkomen dat de vloermat en
minder zichtbaar zijn. het gaspedaal elkaar in de weg zitten, is de mat
• Een was die zorgt voor een langdurige bescherming aan bestuurderszijde stevig vastgezet. Leg nooit
van de lak tegen de weersinvloeden van buitenaf. twee matten boven op elkaar. Vloermatten
moeten altijd op tapijtbekleding van de auto
Controleer de carrosserie regelmatig op lakschade. Tip liggen en niet op een andere vloermat of -
kleine beschadigingen en krasjes bij met een lakstift bedekking.
(verkrijgbaar bij Tesla). Gebruik de lakstift na het
wassen maar voordat u de auto poetst of in de was zet.
Ruitenwisserbladen vervangen
Vervang de ruitenwisserbladen ten minste eens per jaar.
Onderhoud 187
Vloeistofreservoirs
Afdekplaat Vul geen batterijkoelvloeistof bij
onderhoudscompartiment ATTENTIE: Batterijkoelvloeistof kan gevaarlijk zijn
en kan de ogen en huid irriteren. Verwijder in
verwijderen geen geval de vuldop en vul geen koelvloeistof
bij. Neem direct contact op met Tesla als het
Verwijder de afdekplaat van het controlelampje op het touchscreen waarschuwt
onderhoudscompartiment om de vloeistofniveaus te dat het niveau te laag is.
kunnen controleren:
Voor optimale prestaties en een lange levensduur van
1. Open de voorklep. de batterij wordt er gebruik gemaakt van een speciaal
2. Trek het onderhoudspaneel omhoog om de clips los mengsel van G-48 ethyleenglycol-koelvloeistof (HOAT).
te maken waarmee afdekplaat van het Neem contact op met Tesla voor meer informatie over
onderhoudscompartiment is bevestigd. deze koelvloeistof.
Remvloeistof controleren
ATTENTIE: Neem onmiddellijk contact op met
Tesla als u merkt dat de speling van het
rempedaal duidelijk verandert of dat het
remvloeistofniveau sterk is gedaald. Een wijziging
in de werking van het rempedaal of in het
remvloeistofniveau kan leiden tot een langere
remweg en zelfs tot het wegvallen van de
remmen.
Ruitensproeiervloeistof bijvullen:
1. Open de voorklep.
2. Reinig de omgeving van de vuldop van het reservoir
voordat u de dop verwijdert, om te voorkomen dat er
vuil in het reservoir komt.
3. Open de vuldop.
4. Vul zonder te morsen het reservoir bij tot het
vloeistofniveau net zichtbaar is in de nek van de
vulpijp. Het reservoir heeft een inhoud van 3,2 liter.
Onderhoud 189
Opkrikken en heffen
Opkrikken
Volg de onderstaande aanwijzingen om de Model 3 op
te krikken. Zorg dat een reparateur die niet door Tesla is
erkend, wel weet waar deze krikpunten zich bevinden.
Schadeherstel
Neem in geval van een aanrijding contact op met Tesla
of met een door Tesla goedgekeurde
carrosseriewerkplaats om er zeker van te zijn dat er bij
de reparatie van de Model 3 originele Tesla-onderdelen
gebruikt worden. Tesla heeft een aantal
carrosseriewerkplaatsen geselecteerd en goedgekeurd
die voldoen aan strenge eisen ten aanzien van opleiding,
uitrusting, kwaliteit en klantentevredenheid.
Sommige carrosseriebedrijven en
verzekeringsmaatschappijen adviseren misschien om
niet-originele of gebruikte onderdelen te gebruiken om
op die manier geld te besparen. Deze onderdelen
voldoen echter niet aan de hoge eisen die Tesla stelt aan
kwaliteit, ontwerp en corrosiebestendigheid. Daarnaast
vallen niet-originele en gebruikte onderdelen (en
eventuele schade en defecten ten gevolge van het
gebruik ervan) niet onder de garantie.
Onderhoud 191
Identificatiestickers
Voertuigidentificatienummer
Het voertuigidentificatienummer is op de volgende
plaatsen te vinden:
2. Voorgeschreven plaat
Voorgeschreven plaat
ATTENTIE: Overbelasting heeft een nadelige
Dit plaatje geeft aanvullende informatie over:
invloed op de rijeigenschappen en het
remvermogen van de Model 3, wat ten koste gaat
van de veiligheid en de kans op schade vergroot. • GVWR - Gross Vehicle Weight Rating (TMM -
Toegestane maximum massa). De maximaal
LET OP!: Laad nooit meer dan 55 lbs (25 kg) aan toegestane totale massa van de Model 3. Deze wordt
bagage in de voorbak. Het negeren van deze berekend als het gewicht van de Model 3, alle
aanwijzing kan schade veroorzaken. inzittenden, vloeistoffen en bagage.
LET OP!: Laad nooit meer dan 130 lbs (60 kg) op • Toegestane maximum aslast (GAWR): het
de laadvloer achter (boven het onderste toegestane maximum gewicht op de vóór- en de
compartiment van de achterbak) of meer dan 285 achteras. De maximum aslast is het gewicht dat de
lbs (130 kg) in het onderste compartiment van de beide assen elk afzonderlijk kunnen dragen.
achterbak. Het negeren van deze aanwijzing kan
schade veroorzaken.
Specificaties 193
Belading
Tabel 2. Bestuurder en 4 passagiers
Omschrijving Totaal
Laadvermogen van de auto 433 kg
Min gewicht van inzittenden (5 x 68 kg) 340 kg
Resterend laadvermogen 93 kg
Afmetingen exterieur
*Geschatte waarden. Afmetingen kunnen variëren afhankelijk van de opties van het voertuig en diverse andere
factoren.
Afmetingen interieur
Onderhoud 195
Afmetingen en gewichten
Voor 53,4 in 1.356 mm
Heupruimte
Achter 52,4 in 1.331 mm
Laadvolume
Totaal volume gesloten bagageruimte 15 kub. vt (425 l)
Gewicht
Maximaal trekgewicht (indien van toepassing) Zie Aanhangers trekken en accessoires dragen on page 86.
OPMERKING: Geschatte waarden. Gewichten kunnen variëren afhankelijk van de opties van het voertuig.
Motor(en)
Motortype
Motor achter: AC-synchroonmotor met permanente magneten,
vloeistofgekoeld, met frequentieregelaar
Motor vóór: AC-inductiemotor, vloeistofgekoeld, met frequentieregelaar
Achterwielaandrijving (motor
achter) Spanning: 350 volt
Max. vermogen: 239 kW bij 5525 rpm
Max. koppel: 420 Nm bij 325-5200 rpm
Aandrijving
Type Single-speed fixed gear versnellingsbak
Overbrengverhouding tandwieloverbrenging 9:1
Stuurinrichting
Type Tandheugel en rondsel met elektrische stuurbekrachtiging,
snelheidsgevoelig
Aantal omwentelingen van aanslag tot aanslag 2,00
Draaicirkel (tussen trottoirs) 11,8 meter
Remmen
Type 4-wiel antiblokkeerremsysteem (ABS) met elektronische
remkrachtverdeling, stabiliteitscontrole en elektronisch, door gaspedaal
geactiveerd regeneratief remsysteem
Specificaties 197
Subsystemen
Remklauwen
Voor: Vier remzuigers
Achter: Geïntegreerde elektrische parkeerrem, zwevend remzadel
Dikte voorremschijven
Nieuw: 0,98"/25 mm
Servicelimiet: 0,91"/23 mm
Dikte achterremschijven
Nieuw: 0,79"/20 mm
Servicelimiet: 0,71"/18 mm
Vering
Voor Onafhankelijk, double wishbone, schroefveren/telescopische schokdempers, dwarsstabilisator
Achter Onafhankelijk, multi-link, schroefveren/telescopische schokdempers
Batterij - 12 V
Waarde 33 Ah of hoger
Spanning en polariteit 12 V negatief (-) aarding
Batterij - Hoogspanning
Type Vloeistofgekoelde lithium-ion (Li-ion)
Temperatuurbereik Stel de Model 3 niet gedurende meer dan 24 uur bloot aan omgevingstemperaturen boven
60° C of onder -30° C.
Specificaties 199
Velgen en banden
Wielspecificaties (fabriek)
Wieldiameter Locatie Breedte (inch) Marge (mm)
18" Voor/Achter 8,5 40
19" Voor/Achter 8,5 40
20" (niet-Performance remmen) Voor/Achter 8,5 40
20" (Performance remmen) Voor/Achter 8,5 35
OPMERKING: Voor informatie over het opkrikken van de Model 3, zie Opkrikken en heffen on page 190.
Bandenspecificaties (fabriek)
Bandenmaat Locatie Maat
18" Voor/Achter P235/45R18
19" Voor/Achter P235/40R19
20" Voor/Achter P235/35R20
20" Voor/Achter 245/35ZR20
De bandenspanning is afhankelijk van het type band dat is gemonteerd. Kijk voor de juiste bandenspanning op de
sticker met informatie over banden en belading. Deze sticker bevindt zich op de middenstijl en is zichtbaar
wanneer het portier van de bestuurder open is (zie Bandenspanning on page 177).
U kunt winterbanden aanschaffen bij een Tesla Service Center of op de website van Tesla.
Specificaties 201
Velgen en banden
Specificaties 203
Contact opnemen met Tesla pechhulp
Tesla pechhulp staat gedurende uw gehele garantieperiode 24 uur per dag, 365 dagen per jaar voor u klaar.
Als u contact opneemt met Tesla pechhulp, vermeld dan het volgende:
• Het voertuigidentificatienummer (VIN). Het VIN wordt weergegeven als u op de Tesla "T" boven in het
touchscreen tikt. Het VIN is ook zichtbaar op het bovenste deel van het dashboard, gezien door de voorruit aan
de bestuurderszijde.
• Uw exacte locatie.
• De aard van het probleem.
Pechhulpmonteurs kunnen ook 24 uur per dag, 365 dagen per jaar contact opnemen met Tesla Assistance, voor
een antwoord op vragen en uitleg van de juiste procedure voor het transport van uw Model 3.
OPMERKING: Ga naar de ondersteuningspagina op de website van Tesla voor uw regio voor een gedetailleerde
beschrijving van het beleid voor Hulp onderweg van Tesla.
Landspecifieke telefoonnummers
OPMERKING: Het telefoonnummer is ook beschikbaar als u op de Tesla "T" boven in het midden van het touchscreen
tikt.
Land Telefoonnummer
Andorra Betaald: +31 13 799 9501
Oostenrijk Lokaal: 07208 80470
België Lokaal: 03 808 17 82
Bulgarije Lokaal: 024 925 455
Kroatië Lokaal: 017 776 417
Cyprus Lokaal: 022 030915
Tsjechië Lokaal: 0228 882 612
Denemarken Lokaal: 898 869 84
Estland Lokaal: 0880 3141
Finland Lokaal: 075 3263818
Frankrijk Lokaal: 09 70 73 08 50
Duitsland Lokaal: 08921 093303
Gibraltar Betaald: +31 13 799 9513
Griekenland Lokaal: 02111 984867
Hongarije Lokaal: 01 700 8549
IJsland Betaald: +31 13 799 9516
Ierland Lokaal: 01 513 4727
Israël Lokaal: +97239150724
Italië Lokaal: 069 480 1252
Jordan Lokaal: 06 5803144
Letland Lokaal: 066 088 114
Liechtenstein Betaald: +31 13 799 9520
Litouwen Lokaal: 067 859 774
Luxemburg Lokaal: 27 86 14 16
Malta Lokaal: 02778 1126
Monaco Betaald: +31 13 799 9524
Nederland Lokaal: 013 799 9525
Noorwegen Lokaal: 23 96 02 85
Polen Betaald: 022 307 26 45
Portugal Lokaal: 30 880 5628
Roemenië Lokaal: 0316 301 257
San Marino Betaald: +31 13 799 9531
Slowakije Lokaal: 023 300 26 43
Slovenië Lokaal: 08 288 00 33
eCall gebruiken
eCall wordt automatisch geactiveerd wanneer er
airbags zijn geactiveerd of een ernstige aanrijding is
gedetecteerd. U kunt het systeem ook handmatig
activeren door op de SOS-knop op de hemelconsole te
drukken.
Transportmodus activeren:
Op de autoambulance slepen
OPMERKING: Als de Model 3 geen 12V-voeding heeft,
hebt u een externe 12V-voeding nodig om de kap te
openen of het touchscreen te gebruiken. Zie Als de auto
geen voeding heeft on page .
LET OP!: Om schade te voorkomen, mag de auto
alleen op een autoambulance worden gesleept
met behulp van een correct gemonteerd sleepoog.
Gebruik van onderdelen van de carrosserie, het
frame of de wielophanging om de auto te slepen
kan leiden tot schade.
5. Transportmodus activeren.
6. Sleep de Model 3 langzaam op de autoambulance.
Fouten of onvolkomenheden
Alle technische gegevens en beschrijvingen zijn correct
op het moment van de publicatie. Gezien de
doelstelling om producten voortdurend te ontwikkelen
en te verbeteren, behoudt Tesla zich het recht voor om
op willekeurige momenten wijzigingen door te voeren.
U kunt een e-mail sturen om onvolkomenheden of
tekortkomingen te melden of om algemene feedback of
suggesties te geven in verband met de kwaliteit van
deze informatie voor de eigenaar:
OwnersManualFeedback@Tesla.com.
Consumenteninformatie 213
Over deze informatie voor de eigenaar
Alle andere handelsmerken in dit document zijn
eigendom van hun respectievelijke eigenaren en het
gebruik van deze handelsmerken impliceert niet dat er
sprake is van sponsoring of promotie van deze
producten en/of diensten. Het ongeoorloofd gebruik
van elk van de handelsmerken in dit document of op de
auto is niet toegestaan.
Consumenteninformatie 215
Veiligheidsproblemen melden
Contact opnemen met Tesla
Ga voor meer informatie over uw Model 3 naar
www.tesla.com, en meld u aan bij uw Tesla-account of
vraag een account aan.
FCC- en IC-certificering
Component Fabrikant Model Bedrijfsfrequentie (MHz) FCC ID IC-ID
Tesla
Eindpunt van stijl 1089773 13,56 2AEIM-10897773 20098-1089773
2400-2483,5
Tesla 2400-2483,5
Eindpunt van dashboard 1089775 2AEIM-1089775 20098-1089775
RI7LE940B6NA 5131A-LE940B6NA
Dit hierboven vermelde apparatuur voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften en de RSS-norm(en) voor
ontheffing van Industry Canada en EU-richtlijn 2014/53/EU.
Bij veranderingen of wijzigingen die niet uitdrukkelijk door Tesla zijn goedgekeurd, kan uw recht om dit apparaat te
gebruiken vervallen.
Consumenteninformatie 217
Conformiteitsverklaringen
OPMERKING: Stralingsblootstelling FCC: Alle apparatuur voldoet aan de FCC- en IC RSS-102-limieten voor
blootstelling aan straling voor een ongecontroleerde omgeving.
LET OP!: Deze apparatuur en de bijbehorende antennes mogen niet bij een andere antenne of zender worden
geplaatst of gebruikt.
RF-modules
De hieronder beschreven apparatuur is beoordeeld ten opzichte van de essentiële vereisten van richtlijn
2014/53/EU en 2011/65/EU.
GSM 1800 1W
1710-1785 Verzenden - rechter
1805-1880 MHz buitenspiegel
Ontvangst - rechter
buitenspiegel
EU
De hiervóór beschreven apparatuur is beoordeeld ten
opzichte van de essentiële vereisten van richtlijn
2014/53/EU en 2011/65/EU.
Consumenteninformatie 219
Conformiteitsverklaringen
Bulgaars С настоящето Tesla Inc. декларира, че CarPC
and PASSIVE ENTRY SYSTEM отговаря на
същестI вените изисквания и другите
приложими изисквания на Директива
2014/53/EC.
Kroatisch Ovime Tesla Inc. ”, izjavljuje da je ovaj
KEY FOB and PASSIVE ENTRY SYSTEM je
u skladu s osn vnim zahtjevima i drugim
relevantnim odredbama Direktive
2014/53/EU.
Tsjechisch Tesla Inc. tímto prohlašuje, že tento CarPC
and PASSIVE ENTRY SYSTEM je ve shodě
se základními požadavky a dalšími
příslušnými ustanoveními směrnice
2014/53/EU.
Deens Undertegnede Tesla Inc. erklærer herved,
at følgende udstyr CarPC and PASSIVE
ENTRY SYSTEM overholder de væsentlige
krav og øvrige relevante krav i direktiv
2014/53/EU..
Nederlands Hierbij verklaart Tesla Inc. dat het toestel
CarPC and PASSIVE ENTRY SYSTEM in
overeenstemming is met de essentiële
eisen en de andere relevante bepalingen
van richtlijn 2014/53/EU.
Engels Hereby, Tesla Inc., declares that this
CarPC and PASSIVE ENTRY SYSTEM is in
compliance with the essential
requirements and other relevant
provisions of Directive 2014/53/EU.
Ests Käesolevaga kinnitab Tesla Inc. seadme
CarPC and PASSIVE ENTRY SYSTEM
vastavust direktiivi 2014/53/EL
põhinõuetele ja nimetatud direktiivist
tulenevatele teistele asjakohastele
sätetele.
Duits Hiermit erklärt Tesla Inc., dass sich das
Gerät CarPC and PASSIVE ENTRY
SYSTEM in Übereinstimmung mit den
grundlegenden Anforderungen und den
übrigen einschlägigen Bestimmungen der
Richtlinie 2014/53/EU befindet.
Grieks ΜΕ ΤΗΝ ΠΑΡΟΥΣΑ Tesla Inc. ΔΗΛΩΝΕΙ ΟΤΙ
CarPC and PASSIVE ENTRY SYSTEM
ΣΥΜΜΟΡΦΩΝΕΤΑΙ ΠΡΟΣ ΤΙΣ ΟΥΣΙΩΔΕΙΣ
ΑΠΑΙΤΗΣΕΙΣ ΚΑΙ ΤΙΣ ΛΟΙΠΕΣ ΣΧΕΤΙΚΕΣ
ΔΙΑΤΑΞΕΙΣ ΤΗΣΟΔΗΓΙΑΣ2014/53/EU.
Hongaars Alulírott, Tesla Inc. nyilatkozom, hogy a
CarPC and PASSIVE ENTRY SYSTEM
megfelel a vonatkozó alapvetõ
követelményeknek és az 2014/53/EU
irányelv egyéb elõírásainak.
Fins Tesla Inc. vakuuttaa täten että CarPC and
PASSIVE ENTRY SYSTEM tyyppinen laite
on direktiivin 2014/53/EU oleellisten
vaatimusten ja sitä koskevien direktiivin
muiden ehtojen mukainen.
Consumenteninformatie 221
Probleemoplossing bij waarschuwingen
(APP_w207) Vaak is het wassen van uw auto al voldoende om het
probleem op te lossen. Als u geen duidelijke obstakels
Automatisch sturen tijdelijk niet vindt of schade aan de auto aantreft, maak dan een
serviceafspraak op een voor u geschikt moment. U kunt
beschikbaar tot die tijd met uw auto blijven rijden.
Automatisch sturen is momenteel niet beschikbaar. Dit Zie Automatisch sturen on page 108 voor meer
kan tijdelijk zijn, als gevolg van externe omstandigheden, informatie.
zoals:
Als de waarschuwing aan het eind van uw volgende Installatiehandleidingen voor de Wall Connector vindt u
geplande rit nog steeds niet is verdwenen, ondanks het hier.
reinigen van de camera's en het volgen van
bovenstaande tips voor het verwijderen van condens, (CP_a004)
maakt dan een serviceafspraak op een voor u geschikt
moment. U kunt tot die tijd met uw auto blijven rijden. Storing laadapparatuur
Probeer andere laadapparatuur
(CC_a012)
De laadpoort kan niet detecteren of een oplaadkabel is
Opladen gestopt aangesloten, of welk type oplaadkabel is aangesloten.
Hoge temperatuur gedetecteerd
Als deze waarschuwingsmelding verschijnt terwijl er een
door Wall Connector oplaadkabel is aangesloten, moet worden vastgesteld of
het probleem wordt veroorzaakt door de
Waarschuwingen dat de Wall Connector een hoge oplaadapparatuur of door de auto. Probeer de auto op
temperatuur detecteert, geven aan dat de te laden met behulp van andere externe
gebouwaansluiting naar de Wall Connector te warm oplaadapparatuur (laadkabel, laadstation, laadbox, enz.).
wordt en het opladen is gestopt om de bedrading en de
Wall Connector te beschermen. • Als de auto wordt opgeladen, werd het probleem
waarschijnlijk veroorzaakt door de apparatuur.
Dit is meestal geen probleem met uw auto of Wall
Connector, maar met de bedrading van het gebouw. Dit • Als de auto nog steeds niet wordt opgeladen, wordt
kan worden veroorzaakt door een losse draadverbinding het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de
van het gebouw met de Wall Connectors en kan snel auto.
worden opgelost door een elektricien.
Als deze waarschuwingsmelding verschijnt terwijl er
Laat de draadaansluiting van het gebouw met de Wall geen laadkabel is aangesloten of als het probleem
Connector controleren door een elektricien om het waarschijnlijk door de auto wordt veroorzaakt,
normale opladen te hervatten. De elektricien moet controleer dan de laadpoort en de stekker van de
controleren of alle draden correct zijn aangesloten en oplaadkabel op obstructies (gebruik zo nodig een
vastgezet volgens de installatiehandleiding van de Wall zaklamp). Vuil, vocht en/of vreemde voorwerpen in de
Connectors. laadpoort of de stekker van de laadkabel kunnen ervoor
zorgen dat de laadpoort de laadkabels niet naar
Installatiehandleidingen voor de Wall Connector vindt u behoren detecteert. Als u een obstructie aantreft:
hier.
1. Verwijder het vuil/vreemde voorwerp en droog
(CC_a041) eventueel vocht.
2. Probeer de oplaadkabel opnieuw in de laadpoort te
Oplaadsnelheid verlaagd steken. Opladen moet nu mogelijk zijn.
Hoge temperatuur gedetecteerd
door Wall Connector Er mag alleen onderhoud worden ingepland als een van
de volgende omstandigheden zich voordoen:
Waarschuwingen dat de Wall Connector een hoge
• Deze waarschuwingsmelding verschijnt / blijft
temperatuur detecteert, geven aan dat de
weergegeven en de auto kan niet worden opgeladen
gebouwaansluiting naar de Wall Connector te warm
met verschillende andere laadapparaten.
wordt en het opladen is vertraagd om de bedrading en
de Wall Connector te beschermen. • Deze waarschuwingsmelding verschijnt / blijft
weergegeven zonder dat er laadapparatuur is
Dit is meestal geen probleem met uw auto of Wall aangesloten nadat eventuele obstructies in de
Connector, maar met de bedrading van het gebouw. Dit laadpoort zijn verwijderd of indien er geen
kan worden veroorzaakt door een losse draadverbinding obstructies zijn aangetroffen.
van het gebouw met de Wall Connectors en kan snel
worden opgelost door een elektricien. Zie Instructies voor het laden on page 170 voor meer
informatie over opladen.
Consumenteninformatie 223
Probleemoplossing bij waarschuwingen
(CP_a046) (CP_a053)
Opladen niet mogelijk Opladen niet mogelijk - station
Controleer oplaadapparatuur geen stroom
De laadpoort kan niet detecteren of een oplaadkabel is
Controleer stroombron/probeer
aangesloten, of welk type oplaadkabel is aangesloten. ander station
Als deze waarschuwingsmelding verschijnt terwijl er Het opladen kan niet beginnen, omdat de
een oplaadkabel is aangesloten, moet worden laadapparatuur niet gereed is. Er is een oplaadgreep
vastgesteld of het probleem wordt veroorzaakt door de gedetecteerd, maar het laadstation communiceert niet
oplaadapparatuur of door de auto. Probeer de auto op met het voertuig. Dit probleem kan de volgende
te laden met behulp van andere externe oorzaken hebben:
oplaadapparatuur (laadkabel, laadstation, laadbox,
enz.). • Het laadstation wordt niet van stroom voorzien.
• Als de auto wordt opgeladen, werd het probleem • Het stuursignaal tussen het laadstation en het
waarschijnlijk veroorzaakt door de apparatuur. voertuig wordt onderbroken.
• Als de auto nog steeds niet wordt opgeladen, wordt Probeer de auto op te laden met behulp van andere
het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de laadapparatuur of bij een ander laadstation.
auto.
Als het opladen van de auto wordt begonnen, werd het
Als deze waarschuwingsmelding verschijnt terwijl er probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de
geen laadkabel is aangesloten of als het probleem apparatuur.
waarschijnlijk door de auto wordt veroorzaakt,
controleer dan de laadpoort en de stekker van de Wanneer u een mobiele connector of Wall Connector
oplaadkabel op obstructies (gebruik zo nodig een van Tesla gebruikt, controleer dan eerst de
zaklamp). Vuil, vocht en/of vreemde voorwerpen in de statuslampjes op de voorkant. Als geen statuslampjes
laadpoort of de stekker van de laadkabel kunnen ervoor branden, controleer dan de stroombron en neemt
zorgen dat de laadpoort de laadkabels niet naar contact op met een elektricien om de bedrading naar
behoren detecteert. Als u een obstructie aantreft: het wandcontact of de Wall Connector van het gebouw
te laten controleren om er zeker van te zijn dat alle
1. Verwijder het vuil/vreemde voorwerp en droog draden correct zijn aangesloten en bevestigd.
eventueel vocht.
Als u andere externe laadapparatuur gebruikt,
2. Probeer de oplaadkabel opnieuw in de laadpoort te raadpleeg dan de handleiding van het product voor
steken. Opladen moet nu mogelijk zijn. informatie over de manier waarop u kunt controleren of
het station van stroom wordt voorzien. Neem contact
Er mag alleen onderhoud worden ingepland als een van op met een elektricien om de bedrading van het
de volgende omstandigheden zich voordoen: gebouw en de laadapparatuur indien nodig te laten
controleren.
• Deze waarschuwingsmelding verschijnt / blijft
weergegeven en de auto kan niet worden opgeladen Als de auto nog steeds niet wordt opgeladen, wordt het
met verschillende andere laadapparaten. probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de auto.
• Deze waarschuwingsmelding verschijnt / blijft
Zoals hierboven wordt uitgelegd, is deze waarschuwing
weergegeven zonder dat er laadapparatuur is
meestal specifiek voor externe laadapparatuur en
aangesloten nadat eventuele obstructies in de
stroombronnen en wijst deze meestal niet op een
laadpoort zijn verwijderd of indien er geen
probleem met uw auto dat kan worden opgelost door
obstructies zijn aangetroffen.
een serviceafspraak te maken. Het wordt aanbevolen
dat u in plaats daarvan controleert of:
Zie Instructies voor het laden on page 170 voor meer
informatie over opladen. • U geprobeerd heeft te laden met andere
laadapparatuur / bij verschillende stations.
• Deze waarschuwing verscheen bij elke laadpoging.
(CP_a054) (CP_a055)
Laadcontactvergrendeling los AC-laden onderbroken
Laadkabel volledig aansluiten of Controleer energiebron en
controleren op belemmering oplaadapparatuur
De laadpoortvergrendeling kan de oplaadkabel niet Het opladen is gestopt omdat communicatie tussen de
vergrendelen in de laadpoort. Als de auto en de externe laadapparatuur is onderbroken.
laadpoortvergrendeling loszit, wordt AC-opladen
(bijvoorbeeld opladen met een mobiele connector of Controleer of de externe laadapparatuur van voeding
Wall Connector van Tesla) beperkt tot 16 A en is DC- wordt voorzien. Controleer controlelampjes, displays en
snelladen/superchargen niet beschikbaar. andere indicatoren op de apparatuur.
Het lampje van de laadpoort knippert oranje als deze Als de apparatuur niet van voeding wordt voorzien,
waarschuwingsmelding verschijnt tijdens AC-laden en probeer dan de voedingsbron van de externe
brandt continu oranje als deze waarschuwingsmelding laadapparatuur te herstellen.
verschijnt wanneer een poging wordt ondernomen tot
DC-snelladen/superchargen. • Als u de auto bij een openbaar oplaadpunt probeert
op te laden en de voeding niet kan worden hersteld,
Probeer de oplaadkabel opnieuw helemaal in de neem dan contact op met de beheerder van het
laadpoort te steken. oplaadpunt.
• Als u de auto bij een particulier oplaadpunt probeert
• Als de auto wordt opgeladen en het lampje van de op te laden (bijvoorbeeld thuis) en de voeding niet
laadpoort groen knippert, is het mogelijk dat de kan worden hersteld, neem dan contact op met een
oplaadkabel niet helemaal was ingestoken. De elektricien.
vergrendeling zat bij vorige pogingen wellicht los
omdat de kabel niet helemaal was ingestoken, hoewel
Als de apparatuur van voeding wordt voorzien, probeer
dit wel zo leek. AC-laden zou niet langer beperkt
dan de auto op te laden met andere externe
moeten zijn en DC-snelladen / superchargen zou nu
oplaadapparatuur.
mogelijk moeten zijn.
• Als het opladen nog steeds beperkt is of als de auto • Als de auto wordt opgeladen, werd het probleem
NIET wordt opgeladen, controleer dan de laadpoort waarschijnlijk veroorzaakt door de apparatuur.
en de stekker van de oplaadkabel op obstructies
(gebruik zo nodig een zaklamp). Vuil en/of vreemde • Als de auto nog steeds niet wordt opgeladen, wordt
voorwerpen in de laadpoort of de stekker van de het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de
oplaadkabel kunnen ervoor zorgen dat de auto.
oplaadkabel niet helemaal kan worden ingestoken en
dat de laadpoortvergrendeling niet naar behoren Een service-afspraak is alleen nodig als deze
werkt. Als u een obstructie aantreft: waarschuwingsmelding verschijnt / blijft weergegeven
1. Verwijder het vuil/vreemde voorwerp. wanneer de apparatuur van voeding wordt voorzien en
de auto niet kan worden opgeladen met verschillende
2. Probeer de oplaadkabel opnieuw in de laadpoort andere oplaadapparaten.
te steken. AC-laden zou niet langer beperkt
moeten zijn en DC-snelladen / superchargen zou
nu mogelijk moeten zijn.
Consumenteninformatie 225
Probleemoplossing bij waarschuwingen
Raadpleeg het hoofdstuk Handleidingen oplaad- en
adapterproducten in de handleiding van het product
(CP_a101)
voor meer informatie over het oplossen van problemen Oplaadsnelheid verlaagd
met de mobiele connector of de controlelampjes van de
Wall Connector. Als u andere externe laadapparatuur
Hoge temperatuur gedetecteerd
gebruikt, raadpleeg dan de door de fabrikant verstrekte door Wall Connector
documentatie voor advies voor het oplossen van
problemen. Waarschuwingen dat de Wall Connector een hoge
temperatuur detecteert, geven aan dat de
(CP_a057) gebouwaansluiting naar de Wall Connector te warm
wordt en het opladen is vertraagd om de bedrading en
Opladen niet mogelijk de Wall Connector te beschermen.
Controleer oplaadapparatuur Dit is meestal geen probleem met uw auto of Wall
Connector, maar met de bedrading van het gebouw. Dit
Het laden werd onderbroken omdat de externe
kan worden veroorzaakt door een losse
laadapparatuur een storing heeft gemeld, die het laden
draadverbinding van het gebouw met de Wall
van de auto verhinderde.
Connectors en kan snel worden opgelost door een
elektricien.
Controleer de externe laadapparatuur en controleer
controlelampjes, displays en andere indicatoren op de
Laat de draadaansluiting van het gebouw met de Wall
apparatuur. Raadpleeg de handleiding van de
Connector controleren door een elektricien om de
apparatuur voor verdere instructies bij
normale oplaadsnelheid te hervatten. De elektricien
probleemoplossing.
moet controleren of alle draden correct zijn
aangesloten en vastgezet volgens de
Probeer de auto op te laden met behulp van andere
installatiehandleiding van de Wall Connectors.
laadapparatuur of bij een ander laadstation.
Installatiehandleidingen voor de Wall Connector vindt u
• Als het opladen van de auto wordt begonnen, werd hier.
het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de
apparatuur.
(CP_a102)
• Als de auto nog steeds niet wordt opgeladen, wordt
het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door de Opladen gestopt
auto.
Hoge temperatuur gedetecteerd
Zoals hierboven wordt uitgelegd, is deze waarschuwing door Wall Connector
meestal specifiek voor externe laadapparatuur en
stroombronnen en wijst deze meestal niet op een Waarschuwingen dat de Wall Connector een hoge
probleem met uw auto dat kan worden opgelost door temperatuur detecteert, geven aan dat de
een serviceafspraak te maken. Het wordt aanbevolen gebouwaansluiting naar de Wall Connector te warm
dat u in plaats daarvan controleert of: wordt en het opladen is gestopt om de bedrading en de
Wall Connector te beschermen.
• U geprobeerd heeft te laden met andere
laadapparatuur / bij verschillende stations. Dit is meestal geen probleem met uw auto of Wall
Connector, maar met de bedrading van het gebouw. Dit
• Deze waarschuwing verscheen bij elke laadpoging. kan worden veroorzaakt door een losse
draadverbinding van het gebouw met de Wall
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla Connectors en kan snel worden opgelost door een
Supercharger or Destination Charging-oplaadpunt, die elektricien.
u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw
auto. Zie Range Assurance on page 81 voor meer Laat de draadaansluiting van het gebouw met de Wall
informatie. Mogelijk zijn er meer laadstations van Connector controleren door een elektricien om het
derden beschikbaar in uw regio waarmee u de oorzaak normale opladen te hervatten. De elektricien moet
van het probleem kunt vaststellen. controleren of alle draden correct zijn aangesloten en
vastgezet volgens de installatiehandleiding van de Wall
Raadpleeg het hoofdstuk Handleidingen oplaad- en Connectors.
adapterproducten in de handleiding van het product
voor meer informatie over het oplossen van problemen Installatiehandleidingen voor de Wall Connector vindt u
met de mobiele connector of de controlelampjes van de hier.
Wall Connector. Als u andere externe laadapparatuur
gebruikt, raadpleeg dan de door de fabrikant verstrekte
documentatie voor advies voor het oplossen van
problemen.
(ESP_a118)
Hulp bij lage remprestaties
geactiveerd
Houd rempedaal stevig ingedrukt
om te stoppen
Hydraulische fadingcompensatie is actief. Deze functie
voor remassistentie wordt tijdelijk geactiveerd om te
zorgen voor volledig remvermogen in situaties waarin
een verminderd remvermogen wordt gedetecteerd door
uw auto.
Consumenteninformatie 227
Probleemoplossing bij waarschuwingen
Wanneer u een verminderd remvermogen blijft ervaren
en dit niet in de loop van de tijd wordt verbeterd, neem
(PCS_a054)
dan contact op met Tesla Service om de remmen te Opladen niet mogelijk
laten inspecteren.
Controleer op verlengkabel of
Zie Hydraulische fadingcompensatie on page 70 voor defecte elektriciteitsaansluiting
meer informatie.
Het opladen is onderbroken omdat de boordlader in uw
(PCS_a053) auto een ongebruikelijk sterke spanningsdaling heeft
gedetecteerd.
Oplaadsnelheid verlaagd
Controleer op verlengkabel of Waarschijnlijke oorzaken van dit probleem zijn:
Waarschijnlijke oorzaken van dit probleem zijn: Dit probleem kan ook worden veroorzaakt door het
inschakelen van elektrische apparaten die veel stroom
• Problemen met de bedrading van het gebouw en/of trekken in dezelfde groep waarin de auto wordt
het wandcontact. opgeladen.
• Een verlengsnoer of andere bedrading die de Als het probleem meermaals is opgetreden bij uw
gevraagde laadstroom niet kan ondersteunen. gebruikelijke oplaadlocatie, neem dan contact op met
een elektricien om de elektrische installatie te laten
Dit probleem kan ook worden veroorzaakt door het controleren. Deze dient het volgende te controleren:
inschakelen van elektrische apparaten die veel stroom
trekken in dezelfde groep waarin de auto wordt • Eventuele geïnstalleerde laadapparatuur en de
opgeladen. aansluiting hiervan de op de bedrading van het
gebouw.
Als het probleem meermaals is opgetreden bij uw
gebruikelijke oplaadlocatie, neem dan contact op met • De bedrading van het gebouw, inclusief elk
een elektricien om de elektrische installatie te laten wandcontact dat worden gebruikt met een mobiele
controleren. Deze dient het volgende te controleren: connector.
• De elektrische aansluiting op het punt waar de
• Eventuele geïnstalleerde laadapparatuur en de netstroom het gebouw binnenkomt.
aansluiting hiervan de op de bedrading van het
gebouw. Bespreek met de elektricien of de laadstroom op de
• De bedrading van het gebouw, inclusief elk auto moet worden verlaagd of dat een upgrade van de
wandcontact dat worden gebruikt met een mobiele installatie noodzakelijk is om een hogere laadstroom te
connector. ondersteunen.
• De elektrische aansluiting op het punt waar de Deze waarschuwing wijst meestal niet op een probleem
netstroom het gebouw binnenkomt. met de auto. Neem alleen contact op met Tesla Service
als het probleem zich blijft voordoen ondanks dat u de
Bespreek met de elektricien of de laadstroom op de auto bij andere locaties hebt opgeladen en nadat een
auto moet worden verlaagd of dat een upgrade van de elektricien de bedrading en apparatuur op uw
installatie noodzakelijk is om een hogere laadstroom te gebruikelijke oplaadlocatie heeft gecontroleerd zonder
ondersteunen. een mogelijke oorzaak te vinden.
Zie Verzorging en onderhoud van banden on page 177 Net als de GFCI in een schakelkast, is deze functie
voor meer informatie over bandenspanning, oppompen bedoeld om de stroom te onderbreken in het geval van
en onderhoud van banden. een probleem. Hij heeft het opladen onderbroken om uw
auto en de laadapparatuur te beschermen.
(UI_a014) Hier kunnen allerlei redenen voor zijn. Het probleem kan
Bandenspanning lager dan zich voordoen in de oplaadkabel, de oplaadgreep, de
oplaadpoort of zelfs in een boordcomponent van de
aanbevolen auto.
Controleer bandenspanning en vul
Controleer de laadpoort en de oplaadgreep op
zo nodig bij waterplassen of ongebruikelijke hoeveelheden vocht.
Deze waarschuwing geeft NIET aan dat er een sprake is • Als u buitensporig veel vocht aantreft, wacht dan en
van een platte band. laat zowel de binnenkant van de laadpoort en het
blootgestelde deel van de oplaadgreep voldoende
Het bandenspanningcontrolesysteem (TPMS) heeft drogen voordat u het opnieuw probeert.
bemerkt dat de bandenspanning in een of meer van uw
banden minstens 20% lager is dan de aanbevolen Controleer de laadapparatuur op schade.
spanning bij koude banden. Deze aanbevolen
bandenspanning dient op de sticker met informatie over
• Als de kabel is beschadigd of versleten, gebruik deze
banden en belading te staan.
dan niet. Probeer in plaats daarvan andere
laadapparatuur
Zie Handhaven van de bandenspanning on page 177
voor gedetailleerde informatie over het op spanning • Als de kabel in goede staat is, probeer het opladen
houden van de banden. dan opnieuw met dezelfde mobiele connector.
Deze waarschuwing kan bij koud weer verschijnen Wanneer het probleem aanhoudt en het opladen
omdat de bandenspanning bij koude lager wordt. verhindert, probeer dan de auto met andere
laadapparatuur op te laden.
• Hoewel een lagere bandenspanning te verwachten is
bij kou, dient de bandenspanning toch verhoogd te Zoals hierboven wordt uitgelegd, is deze waarschuwing
worden om te zorgen voor de aanbevolen spanning meestal specifiek voor externe laadapparatuur en
voor koude banden. stroombronnen en wijst deze meestal niet op een
• De waarschuwing kan tijdens het rijden verdwijnen. probleem met uw auto dat kan worden opgelost door
Dit komt doordat de banden warmer worden en de een serviceafspraak te maken. Het wordt aanbevolen dat
bandenspanning toeneemt. u in plaats daarvan controleert of:
◦ Zelfs wanneer de waarschuwing verdwijnt, dienen
de banden te worden bijgevuld met lucht nadat ze • U hebt geprobeerd de auto op te laden met andere
zijn afgekoeld. De aanbevolen bandenspanning laadapparatuur.
voor koude banden moet worden aangehouden.
EN
Consumenteninformatie 229
Probleemoplossing bij waarschuwingen
• De auto kan bij iedere oplaadpoging niet worden U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla
opgeladen of stopt onverwachts met opladen. Supercharger or Destination Charging-oplaadpunt, die
u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw
U kunt ook proberen uw auto op te laden met een Tesla auto. Zie Range Assurance on page 81 voor meer
Supercharger or Destination Charging-oplaadpunt, die informatie. Mogelijk zijn er meer laadstations van
u kunt vinden via de kaart op het touchscreen van uw derden beschikbaar in uw regio waarmee u de oorzaak
auto. Zie Range Assurance on page 81 voor meer van het probleem kunt vaststellen.
informatie. Mogelijk zijn er meer laadstations van
Raadpleeg de handleiding van het product voor meer
derden beschikbaar in uw regio waarmee u de oorzaak
informatie over het oplossen van problemen met de
van het probleem kunt vaststellen.
mobiele connector en controlelampjes.
Raadpleeg de handleiding van het product voor meer
informatie over het oplossen van problemen met de (UMC_a005)
mobiele connector en controlelampjes.
Kan niet opladen met mobiele
(UMC_a004) connector
Kan niet opladen met mobiele Spanning te laag / Probeer ander
connector stopcontact
Spanning te hoog / Probeer ander De auto kan niet worden opgeladen of het opladen
stopcontact wordt onderbroken, omdat de mobiele connector
ofwel:
De auto kan niet worden opgeladen of het opladen
wordt onderbroken, omdat de mobiele connector • Onvoldoende voedingsspanning van het
ofwel: wandcontact detecteert.
• Een onverwachtse spanningsverhoging van het Probeer de auto op te laden met een ander
wandcontact detecteert. stopcontact.
(UMC_a017) (VCFRONT_a182)
Oplaadsnelheid verlaagd 12V-batterij moet spoedig worden
Hoge temperatuur gedetecteerd vervangen
door mobiele connector Software-updates worden niet
Waarschuwingen dat de mobiele connector een hoge
voltooid totdat service is
temperatuur detecteert, geven aan dat het stopcontact uitgevoerd
dat wordt gebruikt voor het opladen te warm wordt en
het opladen is vertraagd om het stopcontact De 12V-batterij is verouderd of verslechterd en moet
beschermen. worden vervangen. Updates van de voertuigsoftware
worden niet voltooid totdat de batterij is vervangen.
Dit is meestal geen probleem met uw auto of mobiele
connector, maar met het stopcontact. Een warm Het wordt aangeraden de batterij zo spoedig mogelijk te
stopcontact kan worden veroorzaakt door een niet vervangen. Gebruik de auto in de tussentijd normaal.
volledig aangesloten stekker, een losse draadverbinding
van het gebouw met het stopcontact of slijtage van het Het is geen probleem om enige tijd met de auto te
stopcontact. blijven rijden wanneer deze waarschuwing aanwezig is.
Blijft u echter het vervangen van de 12V-batterij
Zorg ervoor dat de adapter volledig is aangesloten op uitstellen, dan heeft de auto mogelijk op den duur niet
het stopcontact om weer op te laden met de normale meer voldoende vermogen om te starten of te
snelheid. Als de normale oplaadsnelheid niet wordt herstarten.
hersteld, laat het stopcontact en de draadverbindingen
van het gebouw met het stopcontact dan controleren en Is de spanning van de 12V-batterij te laag om de auto in
indien nodig repareren door een elektricien. te schakelen of de portieren te openen, volg dan de
instructies in De 12V-batterij met startkabels starten on
Als het stopcontact is versleten, moet het worden page 210.
vervangen door een stopcontact van hoge kwaliteit.
Overweeg en upgrade naar een Tesla Wall Connector Zie Batterij-informatie on page 169 voor meer informatie
voor meer gemak en de hoogste oplaadsnelheid. over het batterijsysteem.
(UMC_w008) (VCFRONT_a192)
Opladen gestopt Vermogen elektrisch systeem is
Hoge temperatuur gedetecteerd verminderd
door mobiele connector Voertuig kan onverwacht
Waarschuwingen dat de mobiele connector een hoge
uitschakelen
temperatuur detecteert, geven aan dat het stopcontact
dat wordt gebruikt voor het opladen te warm wordt en Het elektrisch systeem kan de nodige spanning voor alle
het opladen is gestopt om het stopcontact beschermen. voertuigfuncties niet onderhouden.
Dit is meestal geen probleem met uw auto of mobiele Als deze waarschuwing aanwezig is tijdens het rijden,
connector, maar met het stopcontact. Een warm kunnen bepaalde functies worden uitgeschakeld of
stopcontact kan worden veroorzaakt door een niet werken op een lager niveau vanwege de lage spanning.
volledig aangesloten stekker, een losse draadverbinding Het is ook mogelijk dat de auto onverwacht wordt
van het gebouw met het stopcontact of slijtage van het uitgeschakeld.
stopcontact.
Consumenteninformatie 231
Probleemoplossing bij waarschuwingen
Probeer alle niet-essentiële functies uit te schakelen,
zoals de stoelverwarming of de aanjager, om de
voeding voor de auto zo lang mogelijk te handhaven.
i-Size: 33 L
IC-certificeringen: 217
identificatiestickers: 192 laadcontact: 170
in- en uitschakelen: 56 laadcontact handmatig ontgrendelen: 171
inbraakbeveiliging: 154 laadpunten, zoeken: 144
Informatie over radiofrequentie: 217 laadvermogen: 193
Informatie voor de eigenaar, over: 213 laadvolume: 197
instellingen alarminstallatie: 154 Lane Assist: 123
instellingen wissen: 136 lendensteun verstellen: 26
instellingen, wissen: 136 locatietracking: 142
interieur: 2, 60, 137, 185, 195 luchtcirculatie: 138
afmetingen: 195 luchtfilter: 140
overzicht: 2 luchtverdeling: 138
reinigen: 185
temperatuurregeling: 137 M
verlichting: 60
makkelijk instappen, bestuurdersprofiel: 50
interieurcamera: 25
matten: 186
interieurfilter: 140
media: 147
internetradio: 147
mistlampen: 60
ISOFIX: 33
mobiele app: 164
kaart: 9 N
kaart-updates: 146
kabel ontgrendelen laadcontact: 171 naafdoppen: 180
Kampeermodus: 140 naam geven: 136
kenmerken, nieuwe downloaden: 162 navigeren: 142, 143
kettingen: 182 Navigeren met Autopilot: 112
Index
NCC-certificeringen: 217 toegang zonder sleutel: 13
Neutraal: 58 van binnenuit openen: 13
noodstop: 126 van buitenaf openen: 13
vergrendelen: 13
O vergrendelen en ontgrendelen van binnenuit: 14
portierfunctie: 14
Obstacle-Aware Acceleration: 126
Wegloopvergrendeling: 14
Omleiding: 145
portiergrepen: 13
onderdelen vervangen: 191
onderhoud: 175, 177, 184, 187, 188, 189 R
banden: 177
dagelijkse controles: 175 radar: 99
maandelijkse controles: 175 radio: 147
onderhoudsintervallen: 175 ramen kalibreren: 16
plaat, verwijderen: 188 ramen, kalibreren: 16
reinigen: 184 recent (Media Player): 148
remvloeistof, controleren: 188 Recente bestemmingen (navigatie): 143
ruitensproeiers, reinigen: 187 regeneratief remmen: 70
ruitenwisserbladen vervangen: 187 regeneratief remmen, in Track Mode: 77
sproeiervloeistof, bijvullen: 189 reinigen: 184
vervangingsintervallen vloeistoffen: 175 Reisplanner: 145
onderhoudsintervallen: 175 relatieve maximumsnelheid: 129
ontgrendelen: 13 release notes: 163
Ontgrendelen bij parkeren: 15 remmen: 69, 127, 188, 197
openbare laadstations: 168 automatisch in noodgevallen: 127
opkrikken: 190 overzicht van: 69
opladen: 167, 168, 170, 172 technische gegevens: 197
componenten en apparatuur: 167 vloeistofniveau: 188
instructies: 170 RFID-zenders: 191
openbare laadstations: 168 richtingaanwijzers: 62
oplaadinstellingen: 172 rijden: 26, 56, 80
schema: 172 stand stoel: 26
status van het laden: 172 starten: 56
opnieuw starten van het touchscreen: 56 tips om actieradius te vergroten: 80
oriëntatie van de kaart: 142 rijden bij koude weersomstandigheden: 95
rijstrook overschrijdingswaarschuwing: 123
P ritgrafiek: 81
Rondetimer: 77
Parkeerhulp: 74
roteren van banden: 178
parkeerrem: 71
ruitensproeiers, reinigen: 187
Parkeerstand: 58
ruitensproeiervloeistof, bijvullen: 189
parkeren, gebruik van Automatisch inparkeren: 115
ruitenwisserbladen, vervangen: 187
parkeren, gebruik van Summon: 117
ruitenwissers, gebruik: 68
persoonlijke gegevens, wissen: 136
ruitschakelaars achter, uitschakelen: 16
Pincode: 51
Pincode voor rijden: 154 S
portieren: 13, 14, 15
kinderslot: 15 schadeherstel: 191
ontgrendelen: 13 schakelen: 58
Ontgrendelen bij parkeren: 15 sensoren: 99
portiergrepen aan buitenzijde: 13 serviceafspraak plannen: 164
Index
servicedataregistratie: 215 gevoeligheid instellen: 52
sfeerverlichting: 60 scrolltoetsen: 52
side collision warning: 123 stand instellen: 52
sleepmodus: 86 toetsen: 52
slepen, instructies: 208 verlichting, bediening: 60
sleutel: 11, 217 Summon: 117
batterij vervangen: 11 Summon-afstand: 117
FCC- en IC-certificeringen: 217 superchargen: 174
sleutelkaart: 9 idle fees: 174
sleutels: 8, 11 omschreven: 174
overzicht: 8 tarieven per gebruik: 174
sleutelkaarten en telefoons toevoegen: 11
sleutelkaarten en telefoons verwijderen: 11 T
weergeven van een lijst van: 11
takelen/heffen: 190
slip start: 73
technische gegevens: 195, 197, 200, 201
Smart Summon: 120
12V-batterij: 200
smartphone: 8, 11
afmetingen: 195
authenticeren als een sleutel: 8
banden: 201
verwijderen als sleutel: 11
exterieur: 195
snelheid naastgelegen rijstrook: 123
gewicht: 197
Snelheidslimietmodus: 136
Hoogspanningsbatterij: 200
snelheidsmarge: 129
interieur: 195
software opnieuw instellen: 136
laadvolume: 197
software-updates: 162
motor: 197
softwareversie: 7
remmen: 197
spanbanden: 210
stuurinrichting: 197
Speed Assist: 129
subsystemen: 197
spiegels: 54
transmissie: 197
sproeiers gebruiken: 68
vering: 200
sproeiervloeistof, bijvullen: 189
wielen: 200
stabiliteitscontrole: 73
technische gegevens aandrijving: 197
Stabiliteitshulp (Track Mode): 77
technische gegevens stuurinrichting: 197
starten: 56
technische gegevens vering: 200
starten met startkabels: 210
telefoon: 8, 11, 150
sticker: 193
authenticeren als een sleutel: 8
Informatie banden en laadvermogen: 193
gebruiken: 150
Voorgeschreven plaat: 193
toevoegen als sleutel: 11
Sticker banden en laadvermogen: 193
verwijderen als sleutel: 11
stickers portieren: 193
telefoon-app: 151
sticks, audiobestanden afspelen: 149
telefoonsleutel: 8
stoelen: 26, 137
temperatuur: 64, 137, 169
afstellen: 26
Batterij (hoogspanning), beperkingen: 169
verwarming: 137
buiten: 64
stoelhoezen: 29
interieur, bediening: 137
stoelverwarming: 137, 139
temperatuurregeling interieur: 137
stofhoes: 186
Tesla Assistance: 204, 205
stopcontact: 24
Teslacam: 83
streamingservices: 147
Thuislaadstation: 168
sturen, automatisch: 108
Thuislocatie: 146
stuur: 52, 60
Index
Tire Pressure Monitoring System richtingaanwijzers: 62
(Bandenspanningcontrolesysteem): 181 verlichting laadcontact: 172
overzicht van: 181 Versnelling: 58
toegang tot mobiele app: 164 versnellingen: 58
toegang zonder sleutel: 13 verwarming: 137
touchscreen: 5, 52, 162, 185 Video's en opnemen: 83, 155
opnieuw starten: 52 video's en opnemen (Track Mode): 77
overzicht: 5 video's opnemen: 83, 155
reinigen: 185 video's opnemen (Track Mode): 77
software-updates: 162 vierseizoenenbanden: 182
TPMS: 181 VIN (Voertuigidentificatienummer): 192
overzicht van: 181 vloeistoffen: 175, 188
Track Mode: 77 reservoirs, controleren: 188
Tracking uitgeschakeld: 142 vervangingsintervallen: 175
tractie controle: 73 vloerbedekking, reinigen: 185
Traffic-Aware Cruise Control: 102 Voertuigidentificatienummer (VIN): 192
transporteren: 208 volumeregeling: 5
Transportmodus: 208 volumeregeling (media): 147
trekgewicht: 86 voorbak: 19
trekken, aanhanger: 86 Voorgeschreven plaat: 193
voorkeuren software-updates: 162
U voorspellingen over energieverbruik (navigatie): 145
ultrasone sensoren: 99
USB-apparaten: 22, 149
W
aansluiting: 22 waarschuwing snelheidslimiet: 129
audiobestanden afspelen van: 149 wasstraten: 184
USB-poorten: 22 wat doet mijn auto?: 213
USB-stick: 154 weggeluid: 182
Wegliggingsbalans (Track Mode): 77
V Wegloopvergrendeling: 14
wegrijvergrendeling: 15
Valet Mode: 51
Werklocatie: 146
Vehicle Hold: 76
wieldoppen: 179
veiligheidsgordels: 30, 31, 185
wielen: 178, 179, 180, 200
bij een aanrijding: 31
aero-doppen, verwijderen en monteren: 179
gordelspanners: 31
koppel: 200
overzicht van: 30
naafdoppen, verwijderen en monteren: 180
reinigen: 185
technische gegevens: 200
veiligheidsgordels en zwangerschap: 31
uitlijnen: 178
veiligheidsinformatie: 32, 49
vervangen: 179
airbags: 49
Wifi, verbinding maken met: 161
veiligheidsgordels: 32
wiggen: 210
ventilatie: 139
winterbanden: 182
ventilatieroosters: 139
wisselen van rijstrook, automatisch: 110
verbinding maken met wifi: 161
Wissen en reset: 136
verbruiksgrafiek: 81
vergrendelen: 13
verlichting: 60, 62
Z
alarmknipperlichten: 62 zenders voor tolsystemen, koppelen: 191
koplampen na uitstappen: 62 zenders, koppelen: 191
Index
Zij-afstand (Summon): 117
zitverhogers: 33
zomerbanden: 182
Publicatiedatum: May 26, 2020