You are on page 1of 5

Plannen  LT

Budgetteren  KT

1. Strategische planning  Marktaandeel doen stijgen


- Tussen 3 en 5 jaar

je operationele planning moet


de strategische planning
steunen

2. Operationele/tactische planning  Marketingcampagne


- Tussen 1 en 3 jaar

3. Budget
- 1 jaar
- Valkuilen opmaken budget
 Historische gegevens
 Onvoorziene omstandigheden
 Onbekwaam management
 Onnodige details
Les 2 Financieel management

1. Financieel managementrapport

2. Balanced scorecard

3. Benchmarking

1. FINANCIEEL MANAGEMENTRAPPORT

Wat?

Financieel rapport met vergelijking tussen werkelijkheid en budget,

zie voorbeeld in handboek p30

 N en V staan voor Nadelig en voordelig

Criteria

1. Aangepast aan organisatorische structuur


- Per responsibility center (in principe: start bij laagste niveau)
2. ‘Management bij exception’ principe
- Toekomstige beslissingen gebaseerd op relevante verschillen
- Enkel relevante verschillen!
 Wanneer is iets een relevant verschil
 Duidelijk opstellen
3. Herhaaldelijk, met korte tijdsintervallen. Tijdig en periodiek beschikbaar
- Grote bedrijven gebeurt dit maandelijks
- Hoe ziet budget via die periode
4. Aangepast aan eisen gebruiker: overzichtelijk, niveau: bedrijf, afdeling, product,
klant,…
5. Gebruik maken van standaarden  normen die zijn toegelaten
- Vanaf welk niveau zijn kosten aanvaardbaar en onaanvaardbaar  wanneer
alarmbel
 Continue proces van bijschaven
6. Werkelijke gegevens: periodiek en automatisch beschikbaar uit boekhouding

Doel?

- Verschillen tijdig vaststellen & analyseren

- Cijfers  beoordeling & evaluatie management (feedback)

 Zij kunnen correctionele actie ondernemen om de cijfers te


veranderen

o Eventueel verder onderzoek naar oorzaken


o Besprekingen met de verantwoordelijken en
ondergeschikten van de betrokken dienst

o Analyse werkomstandigheden : supply chain, toezicht)

o Directe observatie van de omstandigheden

o …

 Via corrigerende acties kan men in de toekomst een efficiënter beleid voeren en sturing geven

1.1. KPI
Begrip: Key performance indicatoren

- Parameters
- Inzicht in realisatie doelstellingen
- Variëren naargelang de ondernemingssituatie
- Aangepast aan de organisatiestructuur
- Meetbaar op verschillende niveaus
- Logische samenhang (onderling en met ondernemingsdoelstellingen)
2. Balanced scorecard
• ‘Systeem waarbij d.m.v. samenhangende financiële en niet- financiële
indicatoren

inzicht wordt gegeven in de mate waarin

en de manier waarop de doelstellingen worden gerealiseerd.

De kritische succesfactoren (≠ KPi) zijn daarbij de basis voor de doelstellingen


die behaald moeten worden in de vastgestelde strategie.’

• Middel in strategisch managementproces voor:

• (Rapportering van) strategische planning en KT-budgettering

• Controle: sturing (feedforward) en feedback geven, leren uit fouten

• Coordinatie: verduidelijken & vertalen visie & strategie, linken


tussendoelstellingen en KPI*, communiceren

• *KPI: Key performance indicator, manier om


doelstelling te meten en te controleren

“BALANCED” tussen:

• KSF* (oorzaken waarom ben ik succesvol  Adhv SWOT-analyse) – metingen


(KPI) (gevolgen)

• Kortetermijndoelen – langetermijndoelen

• Deze mogen elkaar niet in de weg staan


• Je wilt meer winst in KT (massaproductie  lagere
service/kwaliteit, maar op lange termijn wil je meer
credits voor je kwaliteit en meer terugkerende
klanten… KT en LT botst

• Financieel (winst/omzet) – niet financieel (klanttevredenheid)

• Extern prestatieperspectief (financiers, klanten) – intern prestatieperspectief


(interne processen – innovatie)

• Feedforward (sturen) – feedback (analyse)

• Vier perspectieven:

• Financieel: Hoe aantrekkelijk zijn we voor onze aandeelhouders en financiers?

• Afnemer: Hoe aantrekkelijk zijn we voor de afnemer?

• Interne processen: Waarin moeten we uitblinken om financiers, afnemers tevreden te


stellen?

• Leren en groeien: Hoe blijven we in staat onze strategie te realiseren?

KSF bevat:

• Doelstelling: SMART!

• KPI: Manier om te meten bv. kengetal

• Streefcijfer (doelstelling kwantitatief maken!)

• Initiatief of actieplan(nen)

+/- 20 à 25 metingen

You might also like