Professional Documents
Culture Documents
Hoofdstuk 9 Zouten
Bij de eerste zes proeven heb je steeds een vak met een witte ondergrond en een
vak met een zwarte ondergrond nodig. Je gebruikt ze om de eventuele kleuren die bij
een reactie ontstaan goed te kunnen waarnemen.
Op deze bladzijde zijn een wit vak en een zwart vak afgebeeld. Maak een kopie van
deze bladzijde en schuif de kopie in een plastic insteekhoesje. Je kunt dit hulpmiddel
bij elke proef gebruiken.
Reactievakje A
Reactievakje B
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
Inleiding
Een van de eigenschappen waaraan je een stof kunt herkennen is de oplosbaarheid
van die stof. Voor de groep zouten geldt dat dit afhankelijk is van het soort zout.
Doel
Je onderzoekt van verschillende calciumzouten de oplosbaarheid.
Nodig
3 reageerbuizen
reageerbuisrekje
spatel
tissue
gedestilleerd water
calciumnitraat
calciumcarbonaat
calciumsulfaat
Veiligheid en milieu
• Trek een labjas aan en doe hem dicht.
• Zet je veiligheidsbril op.
Uitvoeren
• Doe een spatelpunt calciumnitraat in een leeg reageerbuisje en voeg 2 mL
gedestilleerd water toe.
• Kwispel met de reageerbuis en zet een kruisje op de juiste plaats in de tabel.
• Maak je spatel schoon met de tissue.
• Herhaal deze stappen voor de andere calciumzouten.
Uitwerken
1 Vul de tabel in. Gebruik voor de laatste kolom Binas.
2 Noteer het verschil in je waarnemingen met wat in Binas staat en geef een
verklaring.
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
Inleiding
Wat kan er gebeuren als je verschillende zoutoplossingen bij elkaar brengt?
Doel
Je gaat na of er een reactie optreedt als je twee zoutoplossingen bij elkaar voegt.
Nodig
natriumcarbonaat(s)
calciumchloride(s)
gedestilleerd water
pipetten
reageerbuisje
plastic insteekhoesje
tissue
Veiligheid en milieu
• Trek een labjas aan en doe hem dicht.
• Zet je veiligheidsbril op.
Uitvoeren
• Doe een spatelpunt natriumcarbonaat in een reageerbuisje en voeg 2 mL
gedestilleerd water toe.
Schud totdat de stof helemaal is opgelost.
• Doe hetzelfde met het calciumchloride.
Uitwerken
1 Geef de oplosvergelijking van het oplossen van natriumcarbonaat.
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
− CO32− Cl−
+
Na+
Ca2+
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
Uitvoeren
• Schuif het plastic insteekhoesje over de kopie van de reactievakjes (zie de eerste
bladzijde bij practica). Zuig met behulp van de pipetten beide oplossingen op.
• Breng een flinke druppel van de natriumcarbonaatoplossing aan op reactievakje A
en reactievakje B, dus twee keer één druppel.
• Voeg aan beide druppels een flinke druppel van de calciumchloride-oplossing toe.
Uitwerken
7 Noteer je waarnemingen.
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
Uitvoeren
• Veeg het plastic insteekhoesje met een tissue af.
• Maak de reageerbuizen en pipetten schoon door ze goed uit te spoelen met
gedestilleerd water.
• Ruim alles netjes op.
Uitwerken
8 Geef de bijbehorende neerslagvergelijking.
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
Inleiding
Als je twee verschillende zoutoplossingen bij elkaar brengt, kan een slecht oplosbaar
zout ontstaan. Hiervan kun je gebruikmaken om een slecht oplosbaar zout te
bereiden.
Doel
Je onderzoekt welke zoutoplossingen je bij elkaar moet brengen om het slecht
oplosbare zout koperhydroxide te maken.
Nodig
natriumhydroxide-oplossing
calciumchloride-oplossing
natriumfosfaat(s)
natriumcarbonaatoplossing
kopernitraat(s)
pipetten
reageerbuizen
trechter
filtreerpapiertje
gedestilleerd water
plastic insteekhoesje
tissue
Veiligheid en milieu
• Trek een labjas aan en doe hem dicht.
• Zet je veiligheidsbril op.
Uitvoeren en uitwerken
1 Zoek met behulp van de oplosbaarheidstabel uit welke beschikbare stoffen /
oplossingen je bij elkaar moet brengen om koperhydroxide te bereiden.
Welke twee stoffen / oplossingen heb je gekozen?
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
• Als je keuze is gevallen op een of meer vaste stoffen, moet je deze eerst oplossen
in een reageerbuisje.
• Zuig met een pipet de oplossing(en) op.
Let op, gebruik je een gekleurde vaste stof, dan mag je hiervan maar een klein beetje
oplossen.
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
−
+
3 Noteer je waarnemingen.
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
naam: ………………………………………..
formule:………………………………………..
8 Hoe zou je het vaste zout uit het filtraat kunnen terugwinnen?
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
Inleiding
Je kunt een ionsoort uit een oplossing verwijderen door een oplossing van een zout
toe te voegen. Dit oplosbare zout moet een ionsoort bevatten die een neerslag vormt
met het ion dat je uit de stof wilt halen.
Doel
Je onderzoekt hoe je barium-ionen uit een oplossing kunt verwijderen.
Nodig
oplossing met barium-ionen
natriumhydroxide-oplossing
calciumchloride-oplossing
natriumfosfaat(s)
natriumcarbonaat(s)
kopernitraatoplossing
pipetten
reageerbuizen
plastic insteekhoesje
trechter
filtreerpapiertje
gedestilleerd water
tissue
Veiligheid en milieu
• Trek een labjas aan en doe hem dicht.
• Zet je veiligheidsbril op.
Uitvoeren en uitwerken
1 Zoek met behulp van de oplosbaarheidstabel uit welke oplossing je aan de
Ba2+-oplossing moet toevoegen om een slecht oplosbaar bariumzout te krijgen.
Geef de naam van het zout dat je hebt gekozen.
……………………………………………………………………………………………
• Als je keuze is gevallen op een vaste stof, moet je deze eerst oplossen in een
reageerbuis.
Let op, als je gebruik wilt maken van een gekleurde vaste stof, mag je hiervan maar
een klein beetje oplossen.
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
……………………………………………………………………………………………
−
+
3 Noteer je waarnemingen.
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
naam: …………………………..
formule:…………………………..
naam: …………………………..
formule:…………………………..
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
Inleiding
Grondwater bevat soms veel ijzer-ionen. Drinkwater mag niet te veel ijzer-ionen
bevatten. Deze ionen moet je dan verwijderen.
Doel
Je moet ijzer-ionen uit water kunnen verwijderen.
Nodig
grondwater (water met opgelost ijzer(II)sulfaat)
rietje
reageerbuizen
trechter met filter
Veiligheid en milieu
• Trek een labjas aan en doe hem dicht.
• Zet je veiligheidsbril op.
Uitvoeren
• Vul een reageerbuis voor ongeveer een kwart met grondwater.
• Steek een rietje in het water en blaas voorzichtig lucht door de vloeistof. Zorg
ervoor dat je niet te hard blaast, want dan blaas je de vloeistof uit de buis. Je
moet ongeveer drie minuten blijven blazen.
• Bekijk de vloeistof in de buis goed.
Uitwerken
1 Welke kleur heeft het grondwater nu?
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
Uitvoeren
• Laat de reageerbuis enkele minuten staan.
• Zet intussen een trechter met filter op een andere reageerbuis.
• Giet het grondwater door het filter.
Uitwerken
3 Wat zie je op het filter liggen?
……………………………………………………………………………………………
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
4 Hoe ziet het filtraat eruit? Welke kleur heeft het filtraat?
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
Inleiding
Om een bepaalde ionsoort in een oplossing aan te tonen, moet je een oplossing
toevoegen met een ionsoort waarmee deze ionsoort neerslaat. Zie je een neerslag,
dan is de ionsoort aanwezig. Zie je geen neerslag, dan niet. Zo kun je ook
verschillende zout(oplossing)en van elkaar onderscheiden.
Doel
Je onderzoekt hoe je de zouten bariumnitraat en magnesiumnitraat van elkaar kunt
onderscheiden.
Nodig
bariumnitraat of magnesiumnitraat
natriumfosfaat(s)
natriumcarbonaat(s)
kopersulfaat
pipetten
reageerbuizen
plastic insteekhoesje
gedestilleerd water
tissue
Veiligheid en milieu
• Trek een labjas aan en doe hem dicht.
• Zet je veiligheidsbril op.
Uitwerken
1 Je krijgt een van de stoffen bariumnitraat of magnesiumnitraat. Je lost een
beetje van deze stof op in een reageerbuis.
Kun je door een verschil in oplosbaarheid aantonen welke stof het is?
Raadpleeg eventueel een oplosbaarheidstabel.
( ) A Ja, dus het is bariumnitraat.
( ) B Ja, dus het is magnesiumnitraat.
( ) C Nee, ik ga naar de volgende vraag.
……………………………………………………………………………………………
3 Kun je aan de hand van de kleur van de oplossing herkennen welke stof het is?
( ) A Ja, dus het is bariumnitraat.
( ) B Ja, dus het is magnesiumnitraat.
( ) C Nee, ik ga naar de volgende vraag.
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
formule: …………………………..
5 Geef de formules van de twee ionsoorten die het verschil bepalen tussen
bariumnitraat en magnesiumnitraat.
formules: …………………………
Uitvoeren
• Maak nu een oplossing van een door jou gekozen zout, dat met de ene mogelijke
zoutoplossing een neerslag veroorzaakt en met de andere mogelijke
zoutoplossing géén neerslag veroorzaakt.
Uitwerken
6 Vul voor beide mogelijkheden de oplosbaarheidstabel in.
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
Uitvoeren
• Schuif het plastic insteekhoesje over de kopie van de reactievakjes.
• Breng (met een pipet) een druppel van de oplossing aan op beide reactievakjes.
• Voeg (met een andere pipet) aan beide druppels een druppel van de gekozen
oplossing toe.
8 Noteer je waarnemingen.
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
Uitvoeren
• Veeg het plastic hoesje met een tissue af.
• Maak de reageerbuizen en pipetten goed schoon door deze uit te spoelen met
gedestilleerd water.
• Ruim alles netjes op.
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
Doel
Je onderzoekt de stroomgeleiding van een vast zout, water en zoutoplossing.
Nodig
2 bekerglazen 100 ml
spatel
stroommeter
spanningsbron
2 koolstofelektroden
koolstofelektrodenhouder
3 stroomdraden
tissue
gedestilleerd water
100 gram keukenzout (natriumchloride)
Veiligheid en milieu
Zet je veiligheidsbril op, trek je labjas aan en maak die dicht.
Uitvoeren
• Zorg dat je alle benodigdheden klaar hebt staan.
• Vul een bekerglas met 100 gram keukenzout.
• Zet de elektrodenhouder met elektroden in het zout.
• Sluit de elektroden aan op de spanningsbron.
• Stel de spanning in op 5 V gelijkspanning.
• Zet de spanningsbron aan en meet de stroom.
Uitwerken
1 Noteer de kleur en de geur van keukenzout.
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
Uitvoeren
• Neem het tweede bekerglas en voeg 100 ml gedestilleerd water toe.
• Zet de schoongemaakte elektroden in het gedestilleerde water.
• Zet de spanningsbron aan en meet de stroom.
Uitwerken
4 Geef de formule van gedestilleerd water.
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
Uitvoeren
• Neem 2 gram keukenzout en voeg dat bij het gedestilleerde water. Roer
gedurende 2 minuten.
• Zet de schoongemaakte elektroden in de zoutoplossing.
• Zet de spanningsbron aan en meet opnieuw de stroom.
• Ruim alles netjes op
Uitwerken
6 Welke waarde geeft de stroommeter aan?
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
Doel
Je gaat onderzoeken welke zoutoplossingen je bij elkaar moet brengen om het
slecht-oplosbare zout calciumcarbonaat te maken.
Nodig
natriumhydroxide-oplossing
calciumchloride-oplossing
natriumfosfaat(s)
natriumcarbonaat(s)
kopernitraatoplossing
pipetten
reageerbuizen
trechter
filtreerpapiertje
gedestilleerd water
plastic insteekhoesje
veiligheidsbril
Veiligheid en milieu
Zet je veiligheidsbril op, trek je labjas aan en maak die dicht.
Uitvoeren en uitwerken
1 Zoek met behulp van de oplosbaarheidstabel uit welke beschikbare
stoffen/oplossingen je bij elkaar moet brengen om calciumcarbonaat te
bereiden.
Welke twee stoffen/oplossingen heb je gekozen?
……………………………………………………………………………………………
–
+
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
3 Noteer je waarnemingen.
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
naam: …………………….
formule: …………………….
namen: …………………….
formules: …………………….
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
8 Hoe zou je het vaste zout uit het filtraat kunnen terugwinnen?
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
Doel
Je gaat onderzoeken hoe je fosfaat-ionen uit een oplossing kunt verwijderen.
Nodig
een oplossing met fosfaat-ionen
natriumhydroxide-oplossing
calciumchloride-oplossing
natriumfosfaat(s)
natriumcarbonaat(s)
kopernitraatoplossing
pipetten
reageerbuizen
trechter
filtreerpapiertje
gedestilleerd water
veiligheidsbril
plastic insteekhoesje
Veiligheid en milieu
Zet je veiligheidsbril op, trek je labjas aan en maak die dicht.
Uitvoeren en uitwerken
1 Zoek met behulp van de oplosbaarheidstabel uit welke oplossing je aan de
PO43–-oplossing moet toevoegen om een slecht oplosbaar fosfaatzout te krijgen.
Geef de naam van het zout dat je hebt gekozen.
……………………………………………………………………………………………
• Wanneer je keuze is gevallen op een vaste stof, moet je deze eerst oplossen in
een reageerbuis.
• Let op! Indien je gebruik wilt maken van een gekleurde vaste stof, mag je
hiervan maar een klein
beetje oplossen.
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
–
+
3 Noteer je waarnemingen.
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
naam: …………………….
formule: …………………….
naam: …………………….
formule …………………….
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
Ja / nee
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
Doel
Je gaat na hoe je geurstoffen uit water kunt verwijderen.
Nodig
water met een geurtje
actieve kool
reageerbuizen
reageerbuisrekje
rubberen stopje
trechter met filter
Veiligheid en milieu
Zet je veiligheidsbril op, trek je labjas aan en maak die dicht.
Uitvoeren
• Vul een reageerbuis voor de helft met het geurende water.
Uitwerken
1 Welke geur neem je waar?
……………………………………………………………………………………………
Uitvoeren
• Voeg een paar schepjes actieve kool toe.
• Sluit de reageerbuis met de rubberen stop af en schud de buis gedurende 1
minuut.
• Filtreer de vloeistof.
• Vang het filtraat op en ruik aan het filtraat.
Uitwerken
2 Welke geur neem je nu waar?
……………………………………………………………………………………………
Je hebt een scheidingsmethode toegepast bij het werken met actieve kool.
……………………………………………………………………………………………
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
……………………………………………………………………………………………
5 Maak een tekening van een filtratie en zet er de woorden ‘filtraat’ en ‘residu’ bij.
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
Doel
Je gaat onderzoeken hoe je de zouten kaliumnitraat en kaliumfosfaat van elkaar kunt
onderscheiden.
Nodig
kaliumnitraat of kaliumfosfaat
natriumfosfaat(s)
natriumcarbonaat(s)
kopernitraatoplossing
pipetten
reageerbuizen
plastic insteekhoesje
gedestilleerd water
veiligheidsbril
Veiligheid en milieu
Zet je veiligheidsbril op, trek je labjas aan en maak die dicht.
Uitwerken
2 Je krijgt één van de stoffen kaliumnitraat of kaliumfosfaat. Je lost een beetje
van deze stof op in een reageerbuis.
Kun je door verschil in oplosbaarheid aantonen welke stof het is? Raadpleeg
eventueel een oplosbaarheidstabel.
o A Ja, dus het is kaliumnitraat.
o B Ja, dus het is kaliumfosfaat.
o C Nee, ik ga naar de volgende vraag.
……………………………………………………………………………………………
4 Kun je aan de hand van de kleur van de oplossing herkennen welke stof het is?
o A Ja, dus het is kaliumnitraat.
o B Ja, dus het is kaliumfosfaat.
o C Nee, ik ga naar de volgende vraag.
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
……………………………………………………………………………………………
6 Geef de formules van de twee ionsoorten die het verschil bepalen tussen
kaliumnitraat en kaliumfosfaat.
formules:…………………………………………………………………………………
Uitvoeren
• Maak nu een oplossing van een door jou gekozen zout dat met de ene
mogelijke zoutoplossing een neerslag veroorzaakt en met de andere mogelijke
zoutoplossing géén neerslag veroorzaakt.
Uitwerken
7 Vul voor beide mogelijkheden de kleine oplosbaarheidstabel in.
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
Uitvoeren
• Schuif het plastic insteekhoesje over de kopie van de reactievakjes.
• Breng (met een pipet) een druppel van de oplossing in beide reactievakjes.
• Voeg (met een andere pipet) aan beide druppels een druppel van de gekozen
oplossing toe.
9 Noteer je waarnemingen.
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
Uitvoeren
• Veeg het plastic hoesje met een papieren doekje af.
• Maak de reageerbuizen en pipetten goed schoon door deze uit te spoelen met
gedestilleerd water.
• Ruim alles netjes op.
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
Doel
Met behulp van een vlamreactie ga je onderzoeken welk onbekend metaal-ion een
zout bevat.
Nodig
brander
glazen staafje met een platinadraad
gedestilleerd water
bariumchloride(s)
calciumchloride(s)
koper(II)chloride(s)
natriumchloride(s)
ijzer(III)chloride(s)
veiligheidsbril
Veiligheid en milieu
Zet je veiligheidsbril op, trek je labjas aan en maak die dicht.
Uitwerken
Je ontvangt een glazen staafje met een platina draadje.
• Buig het uiteinde van het draadje tot je een oogje van ongeveer 2 mm hebt.
• Maak de platinadraad vochtig met wat water en kleef wat kristallen van één van
de genoemde
zouten aan de draad.
• Breng de draad in de zijkant van een kleurloze vlam en bekijk de kleur.
• Noteer de formules van de zouten en de vlamkleur in tabel 1.
tabel 1
Doel
Je krijgt van je docent een potje met een onbekend zout. Het potje kan de volgende
mogelijke zouten bevatten:
1 kopernitraat
2 kaliumnitraat
3 ijzer(III)nitraat
4 bariumnitraat
5 aluminiumfosfaat
Je gaat onderzoeken welk zout zich in het potje bevindt.
Nodig
natriumfosfaat(s)
natriumsulfaat(s)
natriumnitraat(s)
pipetten
reageerbuizen
plastic insteekhoesje
gedestilleerd water
veiligheidsbril
Veiligheid en milieu
Zet je veiligheidsbril op, trek je labjas aan en maak die dicht.
Uitwerken
1 Onderzoek eerst met behulp van een oplosbaarheidstabel of de zouten goed
oplosbaar zijn.
Geef in tabel 2 met de aanduiding ‘goed’, ‘matig’ of ‘slecht’ de oplosbaarheid
van de zouten aan.
tabel 2
Uitvoeren
• Je lost een beetje van het zout op in een reactievaatje. Let op eventuele
overmaat!
Uitwerken
2 Kun je aan de hand van het verschil in oplosbaarheid herkennen welke stof het
is?
o A Ja, dus zit er het zout met formule ……….. in het potje.
o B Nee, ik ga naar de volgende vraag.
3 Geef de formule van het zout dat zeker niet in het potje zit.
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
5 Kun je aan de hand van de kleur van de oplossing herkennen welke stof het is?
o A Ja, dus zit er het zout met formule ……….. in het potje.
o B Nee, ik ga naar de volgende vraag.
6 Geef de formule van het tweede zout dat zeker niet in het potje zit.
……………………………………………………………………………………………
7 Geef de namen van de drie mogelijke zouten die zich nu nog in het potje
kunnen bevinden.
1 ………………………………………………………………………………………
2 ………………………………………………………………………………………
3 ………………………………………………………………………………………
1 ………………………………………………………………………………………
2 ………………………………………………………………………………………
formules: …………………………………………………………………………………
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
formule: ………………………………………………………………………………….
11 Maak een kort en duidelijk werkplan hoe je erachter wilt komen welk zout er
zeker niet in het potje zit.
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
Uitvoeren
• Maak nu een oplossing van een door jou gekozen zout dat met de ene
mogelijke zoutoplossing een neerslag veroorzaakt en met de andere mogelijke
zoutoplossing géén neerslag veroorzaakt
Uitwerken
12 Vul voor beide mogelijkheden de kleine oplosbaarheidstabel in.
–
+
–
+
Uitvoeren
• Schuif het plastic insteekhoesje over de kopie van de reactievakjes.
• Breng (met een pipet) een druppel van de oplossing in beide reactievakjes.
• Voeg (met een andere pipet) aan beide druppels een druppel van de gekozen
oplossing toe.
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
13 Noteer je waarnemingen.
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
15 Geef de namen van de laatste twee mogelijke zouten die zich nu nog in het
potje kunnen bevinden.
1 ………………………………………………………………………………………
2 ………………………………………………………………………………………
formules: …………………………………………………………………………………
formule: ………………………………………………………………………………….
18 Maak een kort en duidelijk werkplan hoe je erachter wilt komen welk zout er wel
in het potje zit.
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
Nova Nask2 © Uitgeverij Malmberg
H9 Zouten Practica 4 vmbo-gt
Uitvoeren
• Maak nu een oplossing van een door jou gekozen zout dat met de ene
mogelijke zoutoplossing een neerslag veroorzaakt en met de andere mogelijke
zoutoplossing géén neerslag veroorzaakt.
Uitwerken
19 Maak van beide mogelijkheden een kleine oplosbaarheidstabel. Vul voor beide
mogelijkheden de kleine oplosbaarheidstabel in.
–
+
–
+
Uitvoeren
• Schuif het plastic insteekhoesje over de kopie van de reactievakjes.
• Breng (met een pipet) een druppel van de oplossing in beide reactievakjes.
• Voeg (met een andere pipet) aan beide druppels een druppel van de gekozen
oplossing toe.
Uitwerken
20 Noteer je waarnemingen.
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………