You are on page 1of 34

Thema 4

Taakklasse 2

Vloeistoffen

Apothekersassistent
Crebo: 25650

1
Inhoud
Leerdoelen.............................................................................................................................................3
Toets.......................................................................................................................................................3
Leermiddelen.........................................................................................................................................3
Week 1...................................................................................................................................................4
Week 2...................................................................................................................................................8
Week 3.................................................................................................................................................11
Week 4.................................................................................................................................................16
Week 5.................................................................................................................................................21
Week 6.................................................................................................................................................24
Week 7.................................................................................................................................................28

2
Leerdoelen
De student apothekersassistent:
 Biedt productzorg volgens wet- en regelgeving, richtlijnen, protocollen en
kwaliteitsnormen. (hygiëne, arbo, protocollen en veiligheid)
 Benoemt de bewaartermijn en bewaarcondities voor de klaargemaakt en bereide
geneesmiddelen.
 Kan rekenvaardigheden toepassen met betrekking tot concentraties, en kan hierbij
omrekenen van mg/g naar % en andersom.
 Kan rekenvaardigheden toepassen met betrekking tot de bewaartermijn en
afleverhoeveelheid en controleert hierbij of het voorschrift toereikend is voor de
gehele behandelperiode.
 Kan vaardigheden toepassen met betrekking tot voor toediening gereed maken
(VTGM) van bijvoorbeeld antibioticadranken en het uitvullen van producten volgens
geldende procedures.
 Gebruikt de juiste utensiliën, instrumenten en materialen tijdens de bereiding en kent
de verschillen tussen deze materialen. (maatcilinders, mortieren e.d.)
 Benoemt de eigenschappen van een grondstof;
Herkent de werkzame stof in het voorschrift en benoemt de meest voorkomende
hulpstoffen bij de toedieningsvorm.
- smaakstoffen: stropen, essences, vluchtige oliën, sol. Sorbitol, sacharoïde natricum
- conserveermiddel: Methylparahydroxybenzoaat
- oplosmiddelen: water, verschil tussen gezuiverd water, kraanwater en water van
goede microbiologische kwaliteit. Alcohol; verschil tussen alcohol en alcohol
ketonatus
 Kent het verschil tussen een waterige vloeistof en een viskeuze vloeistof.
 Kent de verschillende bereidingsmethoden bij vloeistoffen zoals:
- oplossen/ mengen van vaste stof in vloeistof
- tarreren en kalibreren
 Kiest het juiste verpakkingsmateriaal bij de toedieningsvorm.
- Fles met maatbeker of maatlepel of doseerspuit (dose-pac)
 Beoordeelt resultaten van eigen handelen en gedrag met betrekking tot de
werkzaamheden
 Beoordeelt werkzaamheden op basis van wet- en regelgeving, procedures,
protocollen en richtlijnen

Toets
In week 9 maak je een theorietoets vloeistoffen.
Daarnaast lever je aan het eind van deze les een mapje in waarin de 6 recepten met
afgetekende protocollen zitten voorzien van een etiket.
De 6 bereidingen bestaan uit: 4 x oplossing, 1 x suspensie en 1 bereiding naar keuze.

Leermiddelen
- Boek Productzorg voor apothekersassistenten H2.4, 3.5, 5.2, 5.3, 5.4, 6.2, 7.2, 8.1.1,
8.3.1, H11.1, 11.2, 11.3.1, 11.4, 11.5, 11.6, 15.1.3
- Expert Mbo: Vloeibare toedieningsvormen
- Digibib
- CGM (apotheekinformatiesysteem)
- FNA
- Werkboek Vloeistoffen

3
Week 1
Onderwerpen die aan bod komen bij Productzorg en logistiek:
 Oriëntatie opdrachten Vloeibare toedieningsvormen
 Basishandelingen die betrekking hebben op het bereiden van vloeibare
toedieningsvormen zoals:
- Wegen
- Meten
- Tarreren
- Kalibreren
- werken met eenheden
- utensiliën
 Veilig en Hygiënisch werken in de apotheek
 Rekenvaardigheden
- rekenen met mg en gram
- rekenen met concentraties (mg/g-%)
 Korte uitleg over hoe thema wordt afgesloten. Uitgebreide uitleg praktijkopdracht is in
week 4
Leermiddelen:
 Productzorg voor apothekersassistenten, Y.M. Groot-Padberg, Bohn, Stafleu van
Loghum, 2021
Hoofdstuk: H2.4, 3.5,4.1, 4.2, 5.2, 5.3, 5.4
 Digibib V1 en V3

Opdrachten:
- Lees hoofdstuk 2.4, 3.5, 4.1, 4.2, 5.2, 5.3 en 5.4 uit het boek Productzorg voor
apothekersassistenten.
1. Ga naar de digibib en zoek naar B1-K3-W2.
Je gaat naar de verkenningsopdrachten.
Maak verkenningsopdracht 1 “veilig en hygiënisch werken”
bij het laatste gedeelte van de opdrachten gaan we uit van de materialen en
middelen in de lesapotheek.
en verkenningsopdracht 3 “wegen en meten”

2. Reken de volgende getallen om:


250 mg = …….. g
67 mg = …….. g
144 mg = …….. g
1255 mg= …….. g
1,75 g= ……..mg
13,50 g= ……..mg
3,87 g= ……..mg
0,567 g= ……..mg
0,059 g= ……..mg

3. Oplosbaarheid 
De oplosbaarheid wordt in verschillende handboeken op verschillende manieren
aangegeven. 
In de Nederlandse Farmacopee worden de termen gebruikt zoals makkelijk
oplosbaar, oplosbaar of nagenoeg onoplosbaar.
In de Martindale (Engelstalig handboek) staat hoeveel gram oplosmiddel je per gram
stof nodig hebt. 

4
Voorbeeld: 
De oplosbaarheid van Natriumchloride/ sodiumchloride (in het engels) 
Farmacopee: gemakkelijk oplosbaar in water, oplosbaar in glycerol, nagenoeg
onoplosbaar in ethanol 
Martindale : (Onder het kopje soluble)  1 in 3 of water, 1 in 250 of alcohol, 1 in 10 of
glycerol. 

Bij het voorbeeld staat dat volgens de Martindale de oplosbaarheid van


natriumchloride in water 1 in 3 is. 
Dat wil zeggen dat voor het oplossen van 1 gram natriumchloride 3 gram water nodig
is. 
Voor het oplossen van 2 gram is dan 6 gram water nodig. 

Bereken nu de volgende sommen: 


a. Hoeveel gram water is nodig voor het oplossen van 5 gram natriumchloride? 
b. Hoeveel gram alcohol is nodig voor het oplossen van 1,25 gram
natriumchloride? 
c. Hoeveel gram glycerol is nodig voor het oplossen van 800 mg
natriumchloride? 

4. Je maakt voor een patiënt 100ml drank. Hier in 5 gram werkzame stof.
Hoeveel % ( dat is dan %g/v) zit er in deze drank?

 5%g/v

5. De drank uit vraag 4 weegt 107 gram.


Wat is dan de concentratie? (je krijgt nu een antwoord in % g/g)

 5,35%g/g

6. In een drank van 150 ml verwerk je 15% g/v werkzame stof.


Hoeveel gram werkzame stof weeg je af?

 22,5g

7. In 25 gram druppelvloeistof zit 500 mg werkzame stof.


Hoeveel % g/g is dat?

 2%g/g

8. Je levert 30 ml mentholstoomdruppels af met een sterkte van 5% g/v.


Hoeveel gram werkzame stof (is dus menthol) weeg je af?

 1,5 g

9. Kijk welke verschillende maatcilinders er in de lesapotheek zijn. Maak een overzicht


met daarin vermeld welke maat maatcilinders er in lokaal 2.01 aanwezig zijn. 
  
  

5
  
  
  
  

10. Bij het afmeten van vloeistoffen moet de maatcilinder zo weinig mogelijk groter zijn
dan het volume dat je af moet meten.
Geef van de volgende hoeveelheden aan welke maat maatcilinder je dan gebruikt.
(gebruik de maten zoals je die in overzicht bij vraag 9 vermeld hebt.) 
a. 10 ml 
b. 30 ml 
c. 8 ml 
d. 45 ml 
e. 100 ml 
f. 800 ml 
g. 20 ml 
h. 50 ml 
i. 75 ml 
j. 15 ml 

11. Afmeten van 20 ml aqua purificata in een maatcilinder van 25 ml. 


 
Neem een maatcilinder van 25 ml 
Meet 20 ml aqua purificata af 
Onderkant meniscus raakt 20 ml lijn bij kijken op ooghoogte 
 
 
 
Afvinklijst afmeten van vloeistof 
Wordt ingevuld door medestudent 
 
Handen gewassen □ 
Fles aqua purificata klaargezet □ 
Juiste maat maatcilinder gepakt □ 
20 ml aqua purificata gemeten □ 
Onderkant meniscus raakt streep 20 ml precies (op ooghoogte) □ 
Geknoeid water meteen opgeruimd □ 
Fles aqua purificata op plaats teruggezet □ 
 

6
12. Tarreer een maatcilinder van 25 ml en noteer het gewicht in de 1e  lege kolom van de
tabel (B). 
Meet 20 ml water af in de maatcilinder. 
Weeg de volle maatcilinder en noteer het gewicht in de 2e kolom van de tabel (A).  
Reken het gewicht van de 20 ml water uit door van het totale gewicht het tarra gewicht
af te halen (A-B). Noteer dit in de laatste kolom. 

13. Afmeten van glycerol en alcohol (tweetallen) 


Eén van het tweetal maakt 2b, de andere maakt 2c, noteer de gewichten van elkaar in
onderstaande tabel. 
b. Tarreer een maatcilinder van 25 ml en noteer het gewicht in de 1e lege kolom
van de tabel (B). 
Meet 20 ml glycerol 85%  af in de maatcilinder. 
Weeg de volle maatcilinder en noteer het gewicht in de 2e lege kolom van de tabel
(A).  
Reken het gewicht van de 20 ml glycerol 85% uit door van het totale gewicht het tarra
gewicht af te halen en noteer ook dat gewicht in onderstaande tabel (A-B) in de laatste
kolom. 
c. Tarreer een maatcilinder van 25 ml en noteer het gewicht in de 1e lege kolom
van de tabel (B). 
Meet 20 ml alcohol 70% af in de maatcilinder. 
Weeg de volle maatcilinder en noteer het gewicht in de 2e lege kolom van de tabel
(A).  
Reken het gewicht van de 20 ml alcohol 70% uit door van het totale gewicht het tarra
gewicht af te halen en noteer ook dat gewicht in onderstaande tabel (A-B) in de laatste
kolom. 
Vergelijk de uitkomsten! 

 
Soort stof  Gewicht maatcilinder Gewicht maatcilinder Gewicht 20 ml vloeistof
en volume  leeg (B)  met vloeistof (A)  (A-B) 
water       
 
     
glycerol 85% 

     
 alcohol 70% 

Wat valt je op als je kijkt naar de gewichten van 20 ml vloeistof van 3 verschillende
vloeistoffen? 
 

7
Week 2
Onderwerpen die aan bod komen bij Productzorg en logistiek:
 De keuze van een toedieningsvorm;
- waarom vloeibaar?
 Samenstelling van een vloeibare toediening
- werkzame stof en hulpstoffen, wat voor soorten hulpstoffen worden er bij vloeibare
toedieningen gebruikt?
 Wat is een oplossing?

Leermiddelen:
 Productzorg voor apothekersassistenten, Y.M. Groot-Padberg, Bohn, Stafleu van
Loghum, 2021
Hoofdstuk: 7.2, 11.1, 11.2
 Digibib: Deel van V2

Opdrachten:
1. Geef 4 voorbeelden wanneer je een geneesmiddel aflevert in een vloeibare
toedieningsvorm.

2. Leg uit wat een oplossing is en geef minimaal 3 kenmerken waar een oplossing aan
moet voldoen.

3. Bedenk wat voor soort hulpstoffen er allemaal in een drank aanwezig zijn en noteer
ze.

4. Ga naar de digibib en kies B1-K3-W2.


Ga naar de verkenningsopdrachten en open verkenningsopdracht 2
“hulpstoffen in toedieningsvormen”
Je maakt bij deze opdracht een lijst van hulpstoffen bij verschillende
toedieningsvormen.
Tijdens deze opdracht maak je deze lijst alleen van punt 1, oplossing.

Ga dus op zoek naar de hulpstoffen die in het LNA vermeld staan, in je boek staan
ook verschillende hulpstoffen genoemd. Gebruik deze als hulpmiddel want de lijst in
het LNA is best wel lang misschien, dus ga je in het praktijklokaal op zoek naar de
stoffen die hier aanwezig zijn. Noteer alleen die in je lijst/ verslag.

5. Als je een drank maakt, maak die meestal op gewicht en niet op volume.
Wat is het verschil tussen tarreren en kalibreren?

6. Pak een erlenmeyer van 200 ml.


- Tarreer het gewicht van de erlenmeyer
- Kalibreer de erlenmeyer op 180 ml.
Zorg dat je erlenmeyer weer leeg is.

8
Doe nu 180 ml water in de erlenmeyer en weeg het totaal.
- Wat is nu het gewicht van het water dat in de erlenmeyer zit?
- Als je kijkt naar je kalibreerstreepje; klopt je volume dan??

7. Je maakt vandaag 100 gram natriumchloride drank.


Je tarreert een fles, deze weegt 92,15 gram.
Wat moet straks het eindgewicht zijn aan het einde van de bereiding?

8. Je maakt de drank uit vraag 7, maar je zat niet helemaal goed op te letten en bent
uitgeschoten. Je totaalgewicht is 198,38 gram. Hoeveel drank zit er in de fles?

9. Maak de verlies/winstberekening aan de hand van de gegevens uit vraag 7 en 8.

10. Bereid het onderstaande recept volgens het protocol.

Recept 1

 
I.D. Loopstra
Breestraat 46
Leiden

Datum

R/ Natrium chloride 5
Sirupus simplex 10
Aqua communis ad 100 gram

(dit is een oefening, geen echt recept)

 
Op je protocol is genoteerd wat de oplosbaarheid is van natriumchloride in water. Reken uit
hoeveel water je nodig hebt om natriumchloride op te lossen. 
 

9
Recept 2 
 
I.D. Loopstra
Breestraat 46
Leiden
Datum

R/ Ammonii chloridum 2g
Sol. Sorbitoli 70% cryst 5g
Sir. Simplex 7,5 g
Menthae pip 2 gtt
Aqua communis ad 100 g

(Dit is een oefening, geen echt recept)

 
Op je protocol is genoteerd wat de oplosbaarheid is van ammoniumchloride in water. Reken
uit hoeveel water je nodig hebt om op te lossen. 

10
Week 3
Onderwerpen die aan bod komen bij Productzorg:
 Verschil tussen oplossing en supsensie
 Verschil tussen waterige en viskeuze vloeistof
 Rekenen met afleverhoeveelheden
 Rekenen met bewaartermijn
 Verpakken en etiketteren van een drank

Leermiddelen:
 Productzorg voor apothekersassistenten, Y.M. Groot-Padberg, Bohn, Stafleu van
Loghum, 2021
Hoofdstuk: H11.1, 11.2, 11.3.1, 11.4, 11.5, 11.6, 15.1.3
 Expert MBO AA: Bereiden vloeibare toedieningsvormen

Opdrachten:
- Lees H11.1, 11.2, 11.3.1, 11.4, 11.5, 11.6 en 15.1.3 uit het boek Productzorg voor
apothekersassistenten.

1. De vorige les ging over oplossen. Deze week komt de suspensie erbij.
Beschrijf wat een suspensie is, wat de kenmerken zijn en noteer de verschillen
tussen een oplossing en een suspensie.

2. Aan een suspensie wordt vaak een viscositeitsverhogende stof toegevoegd. Leg uit
wat dit voor stof is en waarom dit aan een suspensie wordt toegevoegd.

3. Er zijn een aantal eisen waaraan een suspensie moet voldoen. Welke 3 eisen zijn
dat?

4. Waar moet je op letten bij de eindcontrole als je een suspensie hebt gemaakt?

5. Een drank wordt meestal in een bruine fles afgeleverd. Wat kun je erbij geven om het
doseren makkelijker te maken voor de patiënt?

6. Een kind krijgt een antibioticadrank. Hij moet deze drank 7 dagen gebruiken. De
dosering is 3 x per dag 3 ml. In 1 fles zit 50 ml drank. Hoeveel flessen lever je af?

7. Wat geef je het kind uit vraag 6 mee om de juiste dosering in te kunnen nemen?

11
8. De drank is in de koelkast 14 dagen houdbaar.
je levert hem vandaag af; wat is de uiterste gebruiksdatum?

9. Je levert het drankje uit vraag 6,7 en 8 af aan de patiënt. Welke


waarschuwingsstickers zou jij erop plakken?

10. Als oefening bereid je onderstaande suspensie.

I.D Loopstra, huisarts


Breestraat 46
Leiden
datum

R/ Calcii carbonas levis 2 gram


Basis pro suspensionibus FNA ad 50

Dit is een oefening om te zien hoe je bij een


suspensie de werkzame stof in de basis verwerkt.

We gaan nu verder met het volgende suspensie recept.


Nitrofurantoïne suspensie. Hieronder vind je de tekst die in het FNA staat. Na de tekst volgen
er een aantal vragen met betrekking tot dit voorschrift.

Receptuur
Zie ook het Commentaar.

Nitrofurantoinum MC 1 g 1 g
Acidum citricum monohydricum 67 mg -
Aluminii et magnesii silicas colloïdale 900 mg -
Basis voor nitrofurantoïnesuspensie - 95,75 g
Carmellosum natricum middelviskeus 900 mg -
Methylis parahydroxybenzoas 67 mg -
Silica colloidalis anhydrica geperst 250 mg 250 mg
Sirupus simplex FNA 33,6 g 10 g
Aqua purificata 70,3 g -

12
g (= 100
107 107 g (= 100 ml)
ml)

Bescherming product
Geen bijzondere maatregelen.

Bereiding
Zie LNA-procedure 'Suspensie, oraal' en het Commentaar.

Uit Basis voor nitrofurantoïnesuspensie:

 Mengen van het macrokristallijne nitrofurantoïne met colloïdaal siliciumdioxide in een


ruwe mortier.
 Dispergeren van dit mengsel in de suikerstroop.
 Mengen van het mengsel van nitrofurantoïne, colloïdaal siliciumdioxide en
suikerstroop met de 'Basis voor nitrofurantoïnesuspensie'.

Verpakking
Fles die de inhoud tegen lichtinvloed beschermt, met doseerhulpmiddel.

Bewaring
Niet-aangebroken verpakking:

 voorraadfles of fles patiënt, 6 maanden; beneden 25 ºC, niet in de koelkast of vriezer

Binnen bovenstaande termijn na aanbreken:

 voorraadfles of fles patiënt, 6 maanden; beneden 25 ºC, niet in de koelkast of vriezer

Etikettering
Houdbaarheid en bewaartemperatuur van de niet-aangebroken verpakking en na aanbreken.
Omschudden voor gebruik.

Bijsluiter
357

Kwaliteitseisen

13
Identiteit: conform gedeclareerde samenstelling.
Gehalte nitrofurantoïne: 90-110% van de gedeclareerde hoeveelheid, berekend als chemisch
zuivere substantie.
pH: 4,5-6,5.
Uiterlijk: de drank is een homogene, lichtgele suspensie. Eventueel aanwezig sediment is
gemakkelijk opschudbaar.
Homogeniteit: zie BP, General monograph Unlicensed medicines, Oral suspensions.
Oplossnelheid: zie BP, General monograph Unlicensed medicines, Oral suspensions.
Microbiologische zuiverheid: zie Ph.Eur. hoofdstuk 5.1.4.

Commentaar
Datum
Juni 2014

Receptuur
Om de grondstof Nitrofurantoïnum MC tot een voldoende stabiele suspensie te kunnen
verwerken moet deze worden fijngewreven. Eenvoudig dispergeren of fijnwrijven van
macrokristallijne nitrofurantoïne met de basisbestanddelen van de suspensie levert geen goede
resultaten. Een op die manier bereide suspensie zakt betrekkelijk snel uit en is moeilijk
opschudbaar. Het blijkt nodig colloïdaal siliciumdioxide toe te voegen. Dit geeft een beter
homogene suspensie, die ook minder snel uitzakt. Suikerstroop wordt vooral toegevoegd om
de bittere smaak van nitrofurantoïne te maskeren. Daarnaast heeft suikerstroop een gunstig
effect op de fysisiche stabiliteit van de suspensie.

Bewaring
De houdbaarheid van de suspensie is gesteld op 6 maanden na bereiding. Het LNA heeft een
oriënterend onderzoek uitgevoerd naar de stabiliteit van de suspensie gedurende een half jaar.
Gedurende die termijn was er sprake van een geringe gehaltedaling van enkele procenten.

11. Wat is de sterkte van deze nitrofurantoïnesuspensie in % g/v?

12. In deze drank zitten verschillende hulpstoffen:


- Corrigeren PH
- Conserveermiddel
- Smaak corrigeren
- Viscositeit verhogen
- Oplosmiddel

Zet de stoffen op de juiste plek. (siliciumoxide zit erin om te zorgen dat je een betere
homogene verdeling krijgt, deze hoef je niet te noteren in het rijtje)

14
13. Je levert deze drank vandaag af aan de patiënt. Wat is de uiterste gebruiksdatum?

14.
I.D. Loopstra, huisarts
Breestraat 46
Leiden
Datum

R/ Nitrofurantoïne suspensie FNA


100 ml
4 x per dag 5 ml
gedurende 5 dagen

Marieke Ortier
Bachstraat 1
Leiden
18 oktober wordt zij 12 jaar

gewicht is 40 kg

Noteer hoe je deze drank verpakt en welk doseerhulpmiddel je meegeeft.


Maak ook een etiket voor deze patiënt.
De dosering is vooraf al gecontroleerd dus dit hoef je niet meer te doen.
Plak ook de juiste waarschuwingsstickers.

Deze drank ga je ook bereiden.


(dit kan ook ik een andere week zijn)

15
Week 4
Onderwerpen die aan bod komen bij Productzorg:
 Herhaling van week 1 t/m 3 Wat hebben we al geleerd?
 Verschijningsvormen van een geneesmiddel
 Rekenen met concentraties, afleverhoeveelheid en bewaartermijn.
 Uitleg eindopdracht en aangeven welke opdrachten uit het werkboek hiervoor
gebruikt kunnen worden.

Leermiddelen:
 Productzorg voor apothekersassistenten, Y.M. Groot-Padberg, Bohn, Stafleu van
Loghum, 2021
Hoofdstuk: 2.4, 3.5, H5.2, 5.3, 5.4, 6.2 7.2, 11.1, 11.2, 11.3.1, 11.4, 11.5, 11.6, 15.1.3
 Expert MBO AA: Bereiden vloeibare toedieningsvormen

Opdrachten:
- Lees Hoofdstuk: 2.4, 3.5, 5.2, 5.3, 5.4, 6.2, 7.2, 11.1, 11.2, 11.3.1, 11.4, 11.5, 11.6, 15.1.3
uit het boek productzorg voor apothekersassistenten.

Eindopdracht:
De komende weken werk je ook aan de eindtoets van vloeistoffen.
Je maakt hiervoor 6 bereidingen die je in week 9 inlevert.
Voor deze eindtoets maak je 4 oplossingen, 1 suspensie en 1 bereiding naar keuze. De
recepten van week 1 t/m 3 tellen hier niet voor mee. (behalve de nitrofurantoïne suspensie,
die mag je wel gebruiken)
Wat lever je in?
Netjes in een mapje gebundeld voorzien van je naam, klas en studentnummer:
- 6 afgetekende en volledig ingevulde protocollen (voeg de bijbehorende recepten ook toe)
- van elke bereiding ook een etiket voorzien van waarschuwingsstickers

1. Hoe zit het ook al weer met veilig werken? In elk thema staat veilig werken centraal
zo ook bij het bereiden van vloeistoffen.
Maak een poster of fotocollage waarin je duidelijk de R en S zinnen een plek geeft.

2. Je hebt al verschillende maatregelen geleerd wat betreft het minimaliseren van


blootstelling. Hier zijn 4 stappen voor.
Beschrijf deze 4 stappen nog eens en geef bij iedere stap een voorbeeld van wat je
zou kunnen doen bij die stap om aan de maatregel te voldoen.

3. We hebben geleerd wat een oplossing en een suspensie is.


Maak met behulp van een tekening duidelijk wat het verschil is tussen deze 2
toedieningsvormen.

4. Waarom kiezen we er in de apotheek eigenlijk altijd voor om een vloeistofbereiding


op gewicht te maken en niet op volume?

16
I.D. Loopstra, huisarts
Breestraat 46
Leiden

Datum

R/ Prednisolondrank 5 mg/ml
100 ml
2 x daags 6 ml gedurende 5 dagen

Olivier Ortier
Bachstraat 1
13-10 wordt Olivier 16 jaar
Gewicht: 65 kilo

Procedure methylparabeen
5. Olivier krijgt een drank voorgeschreven. Wat zou een reden kunnen zijn dat hij geen
tabletten prednisolon krijgt?

6. Je levert 100 ml. Stel dat Olivier deze drank 15 dagen moet gebruiken volgens de
dosering op dit recept. Hoeveel ml drank moet je dan afleveren aan hem?

7. Hoeveel drank moet je nu minimaal afleveren zodat Olivier genoeg heeft om het
volgens de dosering te gebruiken?

8. Stel dat je per keer 3 mg moet doseren. Beschrijf wat je als hulpmiddel mee zou
geven aan de patiënt en geef een doseeradvies zoals je het aan de patiënt zou
uitleggen.

9. Zoek op de kennisbank het voorschrift op van prednisolondrank en beantwoord de


volgende vragen.
a) Wat zit er in deze drank om de smaak te verbeteren?

b) Welk conserveermiddel zit er in deze drank?

c) Wat s de functie van de fosfaten in deze drank?

10. Zie de bereidingsmethode hieronder.


a )Maak je een oplossing of een suspensie?
b) Moet je deze drank schudden voor gebruik?

17
Bereiding
 Oplossen van het natriummonowaterstoffosfaat-dodecahydraat,
natriumdiwaterstoffosfaat-dihydraat, dinatriumedetaat en prednisolondinatriumfosfaat
in het grootste gedeelte van het gezuiverd water.
 Mengen met de sorbitoloplossing.
 Toevoegen en mengen van de methylparabeenoplossing volgens LNA-procedure
Verwerken van methylparahydroxybenzoaat (F01-5).
 Mengen met de bananenessence.
 Aanvullen met gezuiverd water en mengen.

11. Je levert de drank vandaag af aan Olivier.


Welke uiterste gebruiksdatum zet je op het etiket?

Bewaring

Niet-aangebroken verpakking:

 voorraadfles, 12 maanden; beneden 25 °C, niet in de koelkast of vriezer


 fles patiënt, 12 maanden; beneden 25 °C, niet in de koelkast of vriezer

Binnen bovenstaande termijn, na aanbreken:

 voorraadfles, 12 maanden; beneden 25 °C, niet in de koelkast of vriezer


 fles patiënt, 6 maanden; beneden 25 °C, niet in de koelkast of vriezer

12. De sterkte van deze drank is 5 mg/ ml.


Je zou dus zeggen dat als je 100 ml maakt dat je dan 5 x 100= 500 mg prednisolon
moet afwegen. Toch is dat niet zo. In het voorschrift staat dat je 730 mg afweegt.
Leg uit hoe dat zit.

13. Olivier houdt niet zo van bananensmaak. Hij heeft liever frambozensmaak. Leg uit
waarom dit wel of niet kan.

14. Olivier vraagt aan jou of hij de drank in de koelkast moet bewaren. Leg uit.

15. Bij dit recept zit een link naar de procedure methylparabeen. Lees deze procedure
goed door:
a) De relatieve dichtheid van deze oplossing is 1,06. Wat betekent dit.
b) gebruik je voor deze drank meer of minder dan 2 ml?
c) Moet je wegen of meten? Hoe voeg je het vervolgens toe?

18
16. Bereid deze drank voor Oliver en voorzie je protocol van een etiket. (de dosering is al
gecontroleerd)

I.D. Loopstra, huisarts 


Breestraat 46 
Leiden 
 
datum 
 
R/ Zinksulfaatdrank 10mg/ml FNA 
100 ml 
S. 3 dd 20 ml na de maaltijd
 
 
Mw M Ortier 
Bachstraat 1 
Leiden 
geb. datum 13-04-1960 
 

17. De sterkte van deze drank is 10mg/ml. Hoeveel % g/v is dat?

18. Voor hoeveel dagen heeft deze patiënt voldoende als ze dit gaat gebruiken volgens
het voorschrift?

19. Zoek ook van dit recept het voorschrift op kennisbank op.
a) Wat wordt in deze drank toegevoegd om de smaak te verbeteren?
b) Wat is de functie van methylparabeen in deze drank?

20. In deze drank zit Essence vanillecocos.


Hoeveel moet je hiervan toevoegen? Bekijk het voorschrift en het commentaar en
noteer hieronder hoe je deze stof gaat toevoegen.

19
21. Stel dat je 250 ml van deze drank moet afleveren. Hoeveel weeg je dan van elke stof
af? (kijk naar het rechter rijtje)

Receptuur
Zie ook het Commentaar.

Zinci sulfas heptahydricus 1 g 1 g


Acidum citricum monohydricum 150 mg 150 mg
Essence vanillecocos 115 mg 115 mg
Methylis parahydroxybenzoas 40 mg -
Propylenglycolum 240 mg -
Sirupus simplex FNA 60 g 60 g
Solutio methylparabeni 150 mg/ml FNA - 280 mg
Aqua purificata 53,3 g 53,3 g

114,
g (= 100 ml) 114,8 g (= 100 ml)
8

22. Bereid 100 ml van deze zinksulfaatdrank en voorzie ook dit protocol van een etiket.
(de dosering hoef je niet te controleren)

20
Week 5
Onderwerpen die aan bod komen bij Productzorg:
 Van oplossing tot solubilisatie
- verschil in de verschillende toedieningen
- hulpstoffen solubilisatie
- bereiding van een solubilisatie
 Rekenvaardigheden
- rekenen met schaalverandering (voorschrift omrekenen naar te bereiden
hoeveelheid)
- Uiterste gebruiksdatum berekenen
- afleverhoeveelheid berekenen

Leermiddelen:
 Productzorg voor apothekersassistenten, Y.M. Groot-Padberg, Bohn, Stafleu van
Loghum, 2021
Hoofdstuk: 11.1, 11.2, 11.3.1, 11.3.3, 11.3.4
 Expert MBO AA: Bereiden vloeibare toedieningsvormen

Opdrachten:
Lees H11.1, 11.2, 11.3.1, 11.3.3 en 11.3.4 uit het boek productzorg voor
apothekersassistenten goed door.
1. Maak een overzicht waarin de volgende 4 toedieningsvormen aan bod komen:
- Oplossing
- Suspensie
- Emulsie
- Solubilisatie
Beschrijf de kenmerken en de verschillen tussen deze toedieningsvormen.
Hierna wordt uitleg gegeven over wat een solubilisatie is.

2. Noem 1 voorbeeld van een solubilisatie

3. Moet je een solubilisatie schudden voor gebruik?

4. Op de volgende bladzijde zie je het voorschrift van Vitamine A drank. De volgende


vragen gaan hieeover.
Benoem de functies van de stoffen in deze drank.

5. In welke verpakking lever je deze drank af?

6. Je maakt deze drank vandaag voor de voorraad in de apotheek.


Wat is de uiterste gebruiksdatum?

7. Je moet 60 ml maken van deze drank. Hoeveel weeg je van alle stoffen af?

21
8. Zoals je ziet zitten er in 1 gram 1.000.000 eenheden vitamine A.
Hoeveel eenheden zitten er dan in 100 ml en in 60 ml?

Receptuur
Zie ook het Commentaar.

Vitaminum A syntheticum densatum oleosum 1.000.000 IE/g * 5 g


Acidum citricum monohydricum 240 mg
Anisi stellati aetheroleum 220 mg
Kalii sorbas 300 mg
Polysorbatum 80 12,5 g
Sirupus simplex FNA 12,5 g
Aqua purificata 73 g

104 g (= 100 ml)


Bereiding
 Oplossen zonder verwarmen van het kaliumsorbaat in 50 ml gezuiverd water en van
het citroenzuurmonohydraat in 15 ml gezuiverd water.
 Bevochtigen van de wand van de mortier of fles met het polysorbaat 80.
 Mengen van het vitamine A-palmitaatconcentraat en de steranijsolie met het
polysorbaat 80.
 Solubiliseren van vitamine A-palmitaat door te mengen met de suikerstroop.
 Mengen met de kaliumsorbaatoplossing in één keer en met de citroenzuuroplossing in
gedeelten.
 Aanvullen met gezuiverd water en mengen.

Verpakking
Fles, die de inhoud tegen lichtinvloed beschermt, met doseerspuit.

Bewaring
Niet-aangebroken verpakking:

 voorraadfles, 6 maanden; in de koelkast (2-8 °C)

 fles patiënt, 6 maanden; in de koelkast (2-8 °C)

Binnen bovenstaande termijn, na aanbreken:

 voorraadfles, 6 maanden; in de koelkast (2-8 °C)


 fles patiënt, 6 maanden; in de koelkast (2-8 °C)

22
I.D. Loopstra, huisarts
Breestraat 46
Leiden

Datum

R/ Methadondrank vijf mg/ml


tweehonderd milliliter
vier tot zes keer per dag tien milligram

hevige pijn

Mw. Ortier
Bachstraat 1
13-04-1960
Z&Z 1960041302

9. Leg uit waarom in dit recept alles volledig is uitgeschreven in letters.

10. Hoeveel dagen zou mw. Ortier in deze dosering met de drank vooruit kunnen?

11. Hoeveel ml drank krijgt mw. Ortier per keer toegediend tegen de pijn?
Welk hulpmiddel zou je haar meegeven?

12. Hieronder het voorschrift van de methadondrank. Je kunt het voorschrift ook
opzoeken op de kennisbank voor aanvullende informatie.
Zit er een conserveermiddel in deze drank?

Receptuur
Methadoni hydrochloridum 500 mg
Essence cognac 170 mg
Sirupus simplex FNA 110 g
Aqua purificata 16,3 g

127 g (= 100 ml)

13. Je maakt straks 200 ml. Wat weeg je af?

14. Hoe voeg je de Essence cognac toe?

15. Soms wordt deze drank wat dikker gemaakt (viscositeit wordt verhoogd) en wordt er
een kleurstof toegevoegd. Kun je uitleggen waarom dit gebeurt?

16. Bereid deze drank volgens protocol en voorzie het ook van een etiket.

23
Week 6
Onderwerpen die aan bod komen bij Productzorg:
 Herhalen solubilisatie
 VTGM
 Rekenvaardigheden
- rekenen met schaalverandering (voorschrift omrekenen naar te bereiden
hoeveelheid)
- Uiterste gebruiksdatum berekenen
- afleverhoeveelheid berekenen
 Werken aan eindopdracht

Leermiddelen:
 Productzorg voor apothekersassistenten, Y.M. Groot-Padberg, Bohn, Stafleu van
Loghum, 2021
Hoofdstuk:
 Expert MBO AA: Bereiden vloeibare toedieningsvormen
 Digibib O3

Opdrachten:
1. Vorige week ging het over de solubilisatie en de verschillen met een oplossing en
een suspensie. Maak 3 mindmaps waarin je per toedieningsvorm de kenmerken
weergeeft.

- Lees H8.1, 8.1.1, 8.2, 8.3 en 8.3.1 uit het boek productzorg voor apothekersassistenten
2. Wat wordt er verstaan onder VTGM?
Bedenk in 3 tallen een aantal voorbeelden die vallen onder VTGM

24
3. Wat is het verschil tussen VTGM en het aanpassen van een handelspreparaat?

4. Bestudeer H8.3.1 uit je boek productzorg voor apothekersassistenten en vraag in de


apotheek of je deze week Of volgende week een antibioticadrankje mag klaarmaken
onder toezicht. (Deze opdracht is uit de digibib B1-K3-W2 oefenen 3)
Maak aan de hand van foto’s een collage van de handelingen die je hebt uitgevoerd.
LET OP dat er geen patiëntgegevens zichtbaar zijn!!!! En laat de foto’s controleren
op stage voordat je de collage gaat maken.
- Verwerk in je collage duidelijk dat je de juiste hoeveelheid water hebt afgemeten
(als je een antibioticadrank klaarmaakt)

Is er geen antibiotica drank, maar wel een andere VTGM handeling zoals Omeprazol
drank, Bacicoline oordruppels, fytomenadion spuitjes klaarmaken of ????? vraag
dan of je dat mag uitvoeren/ foto’s mag maken van deze handelingen.

5. Hieronder het recept voor Richard Ortier.


Wat is de concentratie van deze drank in % g/v?

I.D. Loopstra, huisarts


Breestraat 46
Leiden

Datum

R/ Griseofulvinesuspensie 25mg/ml
100 milliliter
4 x per dag 125 mg
Gedurende minimaal 4 weken,
eerst kijken of dit aanslaat/ patiënt er tegen kan.

EU

iter: 600 ml

* Ringworm*

Richard Ortier
Bachstraat 1
Leiden
11 november 1958

6. Als Richard deze suspensie 4 weken gaat gebruiken volgens de dosering op het
recept, hoeveel ml suspensie heeft hij dan in totaal nodig?

7. Zoek het voorschrift op de kennisbank en bereken hoeveel je moet afwegen van elke
stof als je 250 ml zou maken. (Neem het rechter rijtje!!)

25
8. Welk hulpmiddel geef je mee zodat Richard de drank op de juiste manier kan
innemen?

9. Heb je voor Richard nog meer adviezen over het innemen van deze drank?

10. Hoe lang kan Richard deze drank thuis bewaren?

11. Bereid deze drank en maak ook een etiket voorzien van de juiste
waarschuwingsstickers.

12. Mw M Ortier komt met onderstaand recept naar de apotheek. In het FNA staat dat
dit in een gesloten vat moet worden opgelost. Waarom is dat?

I.D. Loopstra, huisarts 


Breestraat 46 
Leiden 
 
datum 
 
R/ Levomentholstoomdruppels 5% FNA 
30 ml 
S. 4 gtt toevoegen op een liter kokend
water,  
             daarna damp inademen. 
 

 
Mw M Ortier 
Bachstraat 1 
Leiden 
geb. datum 13-04-1960 
 

 
 
13. Deze druppels hebben een concentratie van 5%. Hoeveel mg/g is dat?

26
14. Bereken de hoeveelheden die je nodig hebt om 30 ml van deze druppels te maken

Receptuur
Levomentholum 5 g
Ethanolum 90% v/v BP 78 g

83 g (= 100 ml)

15. In dit voorschrift zie je Ethanolum 90% staan. Dit is Alcohol 90%. Er bestaat ook
Alcohol ketonatus 90%. Wat is het verschil tussen deze 2?

16. Zoek op hoe mw. Ortier deze drupples moet gaan gebruiken en leg dit uit.

17. Bereid dit recept en voorzie van een etiket inclusief de waarschuwingsstickers.

27
Week 7
Onderwerpen die aan bod komen bij Productzorg:
 Herhaling week 1 t/m 6
 Herhaling Rekenvaardigheden week 1 t/m 6
 Werken aan eindopdracht

Leermiddelen:
 Productzorg voor apothekersassistenten, Y.M. Groot-Padberg, Bohn, Stafleu van
Loghum, 2021
Hoofdstuk:
 Expert MBO AA: Bereiden vloeibare toedieningsvormen

Opdrachten:

I.D Loopstra, huisarts 


Breestraat 46 
Leiden 
 
 
datum   
   
R/ Kaliumchloride drank 75mg/ml FNA   
200 ml 
S. 2 dd 8 ml 
 

 
Mw M Ortier 
Bachstraat 1 
Leiden 
geb. datum 13-04-1960 
 
 

1. De Kaliumchloride drank heeft een sterkt van 75mg/ml.


Wat is de concentratie in % gv?

2. Zoek het voorschrift op in het FNA. Bereken de hoeveelheden die je af moet wegen
voor 200 ml. (Neem het rechter rijtje)

28
3. Bekijk het voorschrift in het FNA. Wat voor soort bereiding wordt dit?
( oplossing, solubilisatie of suspensie)

4. Je levert de drank vandaag af aan de patiënt. Wat is de uiterste gebruiksdatum?

5. Geef de functie van de volgende 2 stoffen:


- Menthae pip aetheroleum
- Sol. Methylparabeen

6. Als je een vloeistof moet afmeten wordt er weleens gezegd dat je moet letten op de
meniscus………. Kun je hier iets over uitleggen?

7. Bereid deze drank en voorzie van een etiket inclusief de waarschuwingsstickers.

8. Babette Ortier krijgt onderstaand recept omdat ze nierstenen heeft. Ze krijgt 8 ml per
dag. Voor hoeveel dagen heeft ze dan genoeg aan deze drank?

I.D. Loopstra, huisarts 


Breestraat 46 
Leiden 
 
datum 
 
R/ Natriumcitraatdrank 0,33 mmol/ml FNA 
100 ml 
S. 1 x daags 8 ml
 
Babette Ortier 
Bachstraat 1 
Leiden 
geb. datum 17-09-2011
 

9. Wat is de functie van sirupus simplex in deze drank?

10. Bij de bereiding wordt Methylparabeenoplossing 150 mg/ml toegevoegd aan de waterige
oplossing van citroenzuur, kaliumcitraat en Suikerstroop. Daarbij kan het voorkomen dat
ondanks krachtig mengen of omschudden toch uitkristallisatie optreedt van
methylparahydroxybenzoaat. De kans hierop wordt verminderd door de vloeistof vóór de
toevoeging van de methylparabeenoplossing zacht te verwarmen tot een temperatuur van 25 -

29
30 °C. Dit kan het neerslaan van methylparabeen helpen voorkomen. Mocht toch
uitkristallisatie optreden, dan mag de drank zo nodig licht verwarmd worden om de kristallen
weer in oplossing te brengen.

Als je deze drank gaat bereiden is het dus verstandig om de drank iets te verwarmen
voordat je de methylparabeen toevoegt.
Wat is de handigste manier voor het verwarmen van je drank tot een temperatuur van
25-30 graden?

11. Zet de verschillende soorten water nog eens naast elkaar….


Hoe zit het ook alweer?
a) Wat is het verschil tussen Aqua purificata, Aqua communis en Aqua ad injectabilia?
b) Wanneer gebruik je welk soort water?

12. “Uiterlijk: de drank is een heldere, kleurloze vloeistof die nagenoeg vrij is van deeltjes.”
Wat voor soort bereiding ga je hier maken? (oplossing, suspensie of solubilisatie)

13. Bereid deze drank en voorzie van een etiket inclusief waarschuwingsstickers.

30
Week 8
Onderwerpen die aan bod komen bij Productzorg:
 Herhaling week 1 t/m 6
 Herhaling Rekenvaardigheden week 1 t/m 6
 Werken aan eindopdracht

Leermiddelen:
 Productzorg voor apothekersassistenten, Y.M. Groot-Padberg, Bohn, Stafleu van
Loghum, 2021
Hoofdstuk:
 Expert MBO AA: Bereiden vloeibare toedieningsvormen
Opdrachten:
Eerst even ophalen wat we allemaal weten over dranken, verschillende soorten
toedieningsvormen daarin, waarom een drank, hoe bereken je een concentratie enz……..
Ga met 3-tallen in gesprek en bedenk samen zoveel mogelijk dingen je hebt geleerd.
Vervolgens ga je in een ander 3-tal en wissel je uit wat je net met het andere drietal hebt
besproken.
Is alles duidelijk? Heb je nog vragen na deze uitwisseling?
Bespreek het klassikaal na.
Hierna is het tijd om verder te gaan aan de eindopdracht.
Nog 2 bereidingen die gemaakt kunnen
worden:

I.D. Loopstra, Huisarts


Breestraat 46
Leiden
Datum

R/ Lorazepamdrank 1mg/ml
200 ml
3 x per dag 1 ml VU

Anita Ortier
24-05-1987
Bachstraat 1
Leiden

1. Wat is de concentratie in % g/v van deze drank?

2. Waarom moet je deze drank buiten invloed van licht maken?

3. Wat is de uiterste gebruiksdatum voor de patiënt?


Niet-aangebroken verpakking:
 voorraadfles of fles patiënt, 12 maanden; in de koelkast (2-8 °C)
Binnen bovenstaande termijn na aanbreken:
 voorraadfles of fles patiënt, 6 maanden; in de koelkast (2-8 °C)
 voorraadfles of fles patiënt, 1 maand; beneden 25 °C, niet in de vriezer

4. Bereid dit recept en voorzie van een etiket

31
 
I.D. Loopstra, Huisarts
Breestraat 46
Leiden
Datum

R/ Propranololdrank 10mg/ml
150 ml
3 x per dag 40 mg VU

Bas Ortier
16-06-1982
Bachstraat 1
Leiden

 
1.  Wat is de concentratie van deze drank in % g/v?

2. Zoek het voorschrift op de kennisbank.


Geef de functie van alle stoffen in deze drank (gebruik het linker rijtje)

3. Bereid dit recept en voorzie van een etiket.

32
Week 9
Onderwerpen die aan bod komen bij Productzorg:
 Theorietoets vloeistoffen
 Laatste gelegenheid om te werken aan eindopdrachten
 Praktijkopdracht= aftekenen bereiding van 4 oplossingen, 1 suspensie en 1
bereiding naar keuze
- Je levert een mapje in met daarin de gemaakte protocollen van 6 bereidingen (4 x
oplossing en 1 x suspensie, 1 bereiding naar keuze)

Leermiddelen:
 Productzorg voor apothekersassistenten, Y.M. Groot-Padberg, Bohn, Stafleu van
Loghum, 2021
Hoofdstuk:

 
I.D. Loopstra, Huisarts
Breestraat 46
Leiden

Datum

R/ Morfinedrank 5mg/ml
200 ml
zonodig 1-6 x per dag 10 mg
VU

Miep Ortier
13-04-1960
Bachstraat 1
Leiden

1. Als mw. Ortier 6 x per dag deze drank inneemt, voor hoeveel dagen heeft ze
dan genoeg?

Niet-aangebroken verpakking:
 voorraadfles, 12 maanden; beneden 25 °C, niet in de koelkast of vriezer
 fles patiënt, 12 maanden; beneden 25 °C, niet in de koelkast of vriezer
Binnen bovenstaande termijn, na aanbreken:
 voorraadfles, 12 maanden; beneden 25 °C, niet in de koelkast of vriezer
 fles patiënt, 6 maanden; beneden 25 °C, niet in de koelkast of vriezer

2. Je levert de drank vandaag af, wat is de uiterste gebruiksdatum voor de


patiënt?

3. Bereid deze drank en voorzie van een etiket inclusief waarschuwingsstickers.

33
Aftekenlijst vloeistoffen
Naam:

De recepten vanaf week 3 kunnen hier worden afgetekend. Deze recepten zijn tevens te
gebruiken voor de eindopdracht.

Bereiding Vragen/ Bereiding gemaakt Etiket


rekensommen (conclusie bereiding gemaakt
gemaakt vermelden)
Nitrofurantoïne suspensie
Prednisolondrank 5 mg/ml
Zinksulfaatdrank
Methadondrank 5 mg/ml
Griseofulvinesuspensie 25 mg/ml
Levomentholstoomdruppels 5%
Kaliumchloridedrank 75mg/ml
Natriumcitraatdrank 0,33 mmol/ml
Lorazepamdrank 1 mg/ml
Propranololdrank 10mg/ml
Morfinedrank 5 mg/ml

34

You might also like