Professional Documents
Culture Documents
Taakklasse 2
Vloeistoffen
Apothekersassistent
Crebo: 25650
1
Inhoud
Leerdoelen.............................................................................................................................................3
Toets.......................................................................................................................................................3
Leermiddelen.........................................................................................................................................3
Week 1...................................................................................................................................................4
Week 2...................................................................................................................................................8
Week 3.................................................................................................................................................11
Week 4.................................................................................................................................................16
Week 5.................................................................................................................................................21
Week 6.................................................................................................................................................24
Week 7.................................................................................................................................................28
2
Leerdoelen
De student apothekersassistent:
Biedt productzorg volgens wet- en regelgeving, richtlijnen, protocollen en
kwaliteitsnormen. (hygiëne, arbo, protocollen en veiligheid)
Benoemt de bewaartermijn en bewaarcondities voor de klaargemaakt en bereide
geneesmiddelen.
Kan rekenvaardigheden toepassen met betrekking tot concentraties, en kan hierbij
omrekenen van mg/g naar % en andersom.
Kan rekenvaardigheden toepassen met betrekking tot de bewaartermijn en
afleverhoeveelheid en controleert hierbij of het voorschrift toereikend is voor de
gehele behandelperiode.
Kan vaardigheden toepassen met betrekking tot voor toediening gereed maken
(VTGM) van bijvoorbeeld antibioticadranken en het uitvullen van producten volgens
geldende procedures.
Gebruikt de juiste utensiliën, instrumenten en materialen tijdens de bereiding en kent
de verschillen tussen deze materialen. (maatcilinders, mortieren e.d.)
Benoemt de eigenschappen van een grondstof;
Herkent de werkzame stof in het voorschrift en benoemt de meest voorkomende
hulpstoffen bij de toedieningsvorm.
- smaakstoffen: stropen, essences, vluchtige oliën, sol. Sorbitol, sacharoïde natricum
- conserveermiddel: Methylparahydroxybenzoaat
- oplosmiddelen: water, verschil tussen gezuiverd water, kraanwater en water van
goede microbiologische kwaliteit. Alcohol; verschil tussen alcohol en alcohol
ketonatus
Kent het verschil tussen een waterige vloeistof en een viskeuze vloeistof.
Kent de verschillende bereidingsmethoden bij vloeistoffen zoals:
- oplossen/ mengen van vaste stof in vloeistof
- tarreren en kalibreren
Kiest het juiste verpakkingsmateriaal bij de toedieningsvorm.
- Fles met maatbeker of maatlepel of doseerspuit (dose-pac)
Beoordeelt resultaten van eigen handelen en gedrag met betrekking tot de
werkzaamheden
Beoordeelt werkzaamheden op basis van wet- en regelgeving, procedures,
protocollen en richtlijnen
Toets
In week 9 maak je een theorietoets vloeistoffen.
Daarnaast lever je aan het eind van deze les een mapje in waarin de 6 recepten met
afgetekende protocollen zitten voorzien van een etiket.
De 6 bereidingen bestaan uit: 4 x oplossing, 1 x suspensie en 1 bereiding naar keuze.
Leermiddelen
- Boek Productzorg voor apothekersassistenten H2.4, 3.5, 5.2, 5.3, 5.4, 6.2, 7.2, 8.1.1,
8.3.1, H11.1, 11.2, 11.3.1, 11.4, 11.5, 11.6, 15.1.3
- Expert Mbo: Vloeibare toedieningsvormen
- Digibib
- CGM (apotheekinformatiesysteem)
- FNA
- Werkboek Vloeistoffen
3
Week 1
Onderwerpen die aan bod komen bij Productzorg en logistiek:
Oriëntatie opdrachten Vloeibare toedieningsvormen
Basishandelingen die betrekking hebben op het bereiden van vloeibare
toedieningsvormen zoals:
- Wegen
- Meten
- Tarreren
- Kalibreren
- werken met eenheden
- utensiliën
Veilig en Hygiënisch werken in de apotheek
Rekenvaardigheden
- rekenen met mg en gram
- rekenen met concentraties (mg/g-%)
Korte uitleg over hoe thema wordt afgesloten. Uitgebreide uitleg praktijkopdracht is in
week 4
Leermiddelen:
Productzorg voor apothekersassistenten, Y.M. Groot-Padberg, Bohn, Stafleu van
Loghum, 2021
Hoofdstuk: H2.4, 3.5,4.1, 4.2, 5.2, 5.3, 5.4
Digibib V1 en V3
Opdrachten:
- Lees hoofdstuk 2.4, 3.5, 4.1, 4.2, 5.2, 5.3 en 5.4 uit het boek Productzorg voor
apothekersassistenten.
1. Ga naar de digibib en zoek naar B1-K3-W2.
Je gaat naar de verkenningsopdrachten.
Maak verkenningsopdracht 1 “veilig en hygiënisch werken”
bij het laatste gedeelte van de opdrachten gaan we uit van de materialen en
middelen in de lesapotheek.
en verkenningsopdracht 3 “wegen en meten”
3. Oplosbaarheid
De oplosbaarheid wordt in verschillende handboeken op verschillende manieren
aangegeven.
In de Nederlandse Farmacopee worden de termen gebruikt zoals makkelijk
oplosbaar, oplosbaar of nagenoeg onoplosbaar.
In de Martindale (Engelstalig handboek) staat hoeveel gram oplosmiddel je per gram
stof nodig hebt.
4
Voorbeeld:
De oplosbaarheid van Natriumchloride/ sodiumchloride (in het engels)
Farmacopee: gemakkelijk oplosbaar in water, oplosbaar in glycerol, nagenoeg
onoplosbaar in ethanol
Martindale : (Onder het kopje soluble) 1 in 3 of water, 1 in 250 of alcohol, 1 in 10 of
glycerol.
4. Je maakt voor een patiënt 100ml drank. Hier in 5 gram werkzame stof.
Hoeveel % ( dat is dan %g/v) zit er in deze drank?
5%g/v
5,35%g/g
22,5g
2%g/g
1,5 g
5
10. Bij het afmeten van vloeistoffen moet de maatcilinder zo weinig mogelijk groter zijn
dan het volume dat je af moet meten.
Geef van de volgende hoeveelheden aan welke maat maatcilinder je dan gebruikt.
(gebruik de maten zoals je die in overzicht bij vraag 9 vermeld hebt.)
a. 10 ml
b. 30 ml
c. 8 ml
d. 45 ml
e. 100 ml
f. 800 ml
g. 20 ml
h. 50 ml
i. 75 ml
j. 15 ml
6
12. Tarreer een maatcilinder van 25 ml en noteer het gewicht in de 1e lege kolom van de
tabel (B).
Meet 20 ml water af in de maatcilinder.
Weeg de volle maatcilinder en noteer het gewicht in de 2e kolom van de tabel (A).
Reken het gewicht van de 20 ml water uit door van het totale gewicht het tarra gewicht
af te halen (A-B). Noteer dit in de laatste kolom.
Soort stof Gewicht maatcilinder Gewicht maatcilinder Gewicht 20 ml vloeistof
en volume leeg (B) met vloeistof (A) (A-B)
water
glycerol 85%
alcohol 70%
Wat valt je op als je kijkt naar de gewichten van 20 ml vloeistof van 3 verschillende
vloeistoffen?
7
Week 2
Onderwerpen die aan bod komen bij Productzorg en logistiek:
De keuze van een toedieningsvorm;
- waarom vloeibaar?
Samenstelling van een vloeibare toediening
- werkzame stof en hulpstoffen, wat voor soorten hulpstoffen worden er bij vloeibare
toedieningen gebruikt?
Wat is een oplossing?
Leermiddelen:
Productzorg voor apothekersassistenten, Y.M. Groot-Padberg, Bohn, Stafleu van
Loghum, 2021
Hoofdstuk: 7.2, 11.1, 11.2
Digibib: Deel van V2
Opdrachten:
1. Geef 4 voorbeelden wanneer je een geneesmiddel aflevert in een vloeibare
toedieningsvorm.
2. Leg uit wat een oplossing is en geef minimaal 3 kenmerken waar een oplossing aan
moet voldoen.
3. Bedenk wat voor soort hulpstoffen er allemaal in een drank aanwezig zijn en noteer
ze.
Ga dus op zoek naar de hulpstoffen die in het LNA vermeld staan, in je boek staan
ook verschillende hulpstoffen genoemd. Gebruik deze als hulpmiddel want de lijst in
het LNA is best wel lang misschien, dus ga je in het praktijklokaal op zoek naar de
stoffen die hier aanwezig zijn. Noteer alleen die in je lijst/ verslag.
5. Als je een drank maakt, maak die meestal op gewicht en niet op volume.
Wat is het verschil tussen tarreren en kalibreren?
8
Doe nu 180 ml water in de erlenmeyer en weeg het totaal.
- Wat is nu het gewicht van het water dat in de erlenmeyer zit?
- Als je kijkt naar je kalibreerstreepje; klopt je volume dan??
8. Je maakt de drank uit vraag 7, maar je zat niet helemaal goed op te letten en bent
uitgeschoten. Je totaalgewicht is 198,38 gram. Hoeveel drank zit er in de fles?
Recept 1
I.D. Loopstra
Breestraat 46
Leiden
Datum
R/ Natrium chloride 5
Sirupus simplex 10
Aqua communis ad 100 gram
Op je protocol is genoteerd wat de oplosbaarheid is van natriumchloride in water. Reken uit
hoeveel water je nodig hebt om natriumchloride op te lossen.
9
Recept 2
I.D. Loopstra
Breestraat 46
Leiden
Datum
R/ Ammonii chloridum 2g
Sol. Sorbitoli 70% cryst 5g
Sir. Simplex 7,5 g
Menthae pip 2 gtt
Aqua communis ad 100 g
Op je protocol is genoteerd wat de oplosbaarheid is van ammoniumchloride in water. Reken
uit hoeveel water je nodig hebt om op te lossen.
10
Week 3
Onderwerpen die aan bod komen bij Productzorg:
Verschil tussen oplossing en supsensie
Verschil tussen waterige en viskeuze vloeistof
Rekenen met afleverhoeveelheden
Rekenen met bewaartermijn
Verpakken en etiketteren van een drank
Leermiddelen:
Productzorg voor apothekersassistenten, Y.M. Groot-Padberg, Bohn, Stafleu van
Loghum, 2021
Hoofdstuk: H11.1, 11.2, 11.3.1, 11.4, 11.5, 11.6, 15.1.3
Expert MBO AA: Bereiden vloeibare toedieningsvormen
Opdrachten:
- Lees H11.1, 11.2, 11.3.1, 11.4, 11.5, 11.6 en 15.1.3 uit het boek Productzorg voor
apothekersassistenten.
1. De vorige les ging over oplossen. Deze week komt de suspensie erbij.
Beschrijf wat een suspensie is, wat de kenmerken zijn en noteer de verschillen
tussen een oplossing en een suspensie.
2. Aan een suspensie wordt vaak een viscositeitsverhogende stof toegevoegd. Leg uit
wat dit voor stof is en waarom dit aan een suspensie wordt toegevoegd.
3. Er zijn een aantal eisen waaraan een suspensie moet voldoen. Welke 3 eisen zijn
dat?
4. Waar moet je op letten bij de eindcontrole als je een suspensie hebt gemaakt?
5. Een drank wordt meestal in een bruine fles afgeleverd. Wat kun je erbij geven om het
doseren makkelijker te maken voor de patiënt?
6. Een kind krijgt een antibioticadrank. Hij moet deze drank 7 dagen gebruiken. De
dosering is 3 x per dag 3 ml. In 1 fles zit 50 ml drank. Hoeveel flessen lever je af?
7. Wat geef je het kind uit vraag 6 mee om de juiste dosering in te kunnen nemen?
11
8. De drank is in de koelkast 14 dagen houdbaar.
je levert hem vandaag af; wat is de uiterste gebruiksdatum?
Receptuur
Zie ook het Commentaar.
Nitrofurantoinum MC 1 g 1 g
Acidum citricum monohydricum 67 mg -
Aluminii et magnesii silicas colloïdale 900 mg -
Basis voor nitrofurantoïnesuspensie - 95,75 g
Carmellosum natricum middelviskeus 900 mg -
Methylis parahydroxybenzoas 67 mg -
Silica colloidalis anhydrica geperst 250 mg 250 mg
Sirupus simplex FNA 33,6 g 10 g
Aqua purificata 70,3 g -
12
g (= 100
107 107 g (= 100 ml)
ml)
Bescherming product
Geen bijzondere maatregelen.
Bereiding
Zie LNA-procedure 'Suspensie, oraal' en het Commentaar.
Verpakking
Fles die de inhoud tegen lichtinvloed beschermt, met doseerhulpmiddel.
Bewaring
Niet-aangebroken verpakking:
Etikettering
Houdbaarheid en bewaartemperatuur van de niet-aangebroken verpakking en na aanbreken.
Omschudden voor gebruik.
Bijsluiter
357
Kwaliteitseisen
13
Identiteit: conform gedeclareerde samenstelling.
Gehalte nitrofurantoïne: 90-110% van de gedeclareerde hoeveelheid, berekend als chemisch
zuivere substantie.
pH: 4,5-6,5.
Uiterlijk: de drank is een homogene, lichtgele suspensie. Eventueel aanwezig sediment is
gemakkelijk opschudbaar.
Homogeniteit: zie BP, General monograph Unlicensed medicines, Oral suspensions.
Oplossnelheid: zie BP, General monograph Unlicensed medicines, Oral suspensions.
Microbiologische zuiverheid: zie Ph.Eur. hoofdstuk 5.1.4.
Commentaar
Datum
Juni 2014
Receptuur
Om de grondstof Nitrofurantoïnum MC tot een voldoende stabiele suspensie te kunnen
verwerken moet deze worden fijngewreven. Eenvoudig dispergeren of fijnwrijven van
macrokristallijne nitrofurantoïne met de basisbestanddelen van de suspensie levert geen goede
resultaten. Een op die manier bereide suspensie zakt betrekkelijk snel uit en is moeilijk
opschudbaar. Het blijkt nodig colloïdaal siliciumdioxide toe te voegen. Dit geeft een beter
homogene suspensie, die ook minder snel uitzakt. Suikerstroop wordt vooral toegevoegd om
de bittere smaak van nitrofurantoïne te maskeren. Daarnaast heeft suikerstroop een gunstig
effect op de fysisiche stabiliteit van de suspensie.
Bewaring
De houdbaarheid van de suspensie is gesteld op 6 maanden na bereiding. Het LNA heeft een
oriënterend onderzoek uitgevoerd naar de stabiliteit van de suspensie gedurende een half jaar.
Gedurende die termijn was er sprake van een geringe gehaltedaling van enkele procenten.
Zet de stoffen op de juiste plek. (siliciumoxide zit erin om te zorgen dat je een betere
homogene verdeling krijgt, deze hoef je niet te noteren in het rijtje)
14
13. Je levert deze drank vandaag af aan de patiënt. Wat is de uiterste gebruiksdatum?
14.
I.D. Loopstra, huisarts
Breestraat 46
Leiden
Datum
Marieke Ortier
Bachstraat 1
Leiden
18 oktober wordt zij 12 jaar
gewicht is 40 kg
15
Week 4
Onderwerpen die aan bod komen bij Productzorg:
Herhaling van week 1 t/m 3 Wat hebben we al geleerd?
Verschijningsvormen van een geneesmiddel
Rekenen met concentraties, afleverhoeveelheid en bewaartermijn.
Uitleg eindopdracht en aangeven welke opdrachten uit het werkboek hiervoor
gebruikt kunnen worden.
Leermiddelen:
Productzorg voor apothekersassistenten, Y.M. Groot-Padberg, Bohn, Stafleu van
Loghum, 2021
Hoofdstuk: 2.4, 3.5, H5.2, 5.3, 5.4, 6.2 7.2, 11.1, 11.2, 11.3.1, 11.4, 11.5, 11.6, 15.1.3
Expert MBO AA: Bereiden vloeibare toedieningsvormen
Opdrachten:
- Lees Hoofdstuk: 2.4, 3.5, 5.2, 5.3, 5.4, 6.2, 7.2, 11.1, 11.2, 11.3.1, 11.4, 11.5, 11.6, 15.1.3
uit het boek productzorg voor apothekersassistenten.
Eindopdracht:
De komende weken werk je ook aan de eindtoets van vloeistoffen.
Je maakt hiervoor 6 bereidingen die je in week 9 inlevert.
Voor deze eindtoets maak je 4 oplossingen, 1 suspensie en 1 bereiding naar keuze. De
recepten van week 1 t/m 3 tellen hier niet voor mee. (behalve de nitrofurantoïne suspensie,
die mag je wel gebruiken)
Wat lever je in?
Netjes in een mapje gebundeld voorzien van je naam, klas en studentnummer:
- 6 afgetekende en volledig ingevulde protocollen (voeg de bijbehorende recepten ook toe)
- van elke bereiding ook een etiket voorzien van waarschuwingsstickers
1. Hoe zit het ook al weer met veilig werken? In elk thema staat veilig werken centraal
zo ook bij het bereiden van vloeistoffen.
Maak een poster of fotocollage waarin je duidelijk de R en S zinnen een plek geeft.
16
I.D. Loopstra, huisarts
Breestraat 46
Leiden
Datum
R/ Prednisolondrank 5 mg/ml
100 ml
2 x daags 6 ml gedurende 5 dagen
Olivier Ortier
Bachstraat 1
13-10 wordt Olivier 16 jaar
Gewicht: 65 kilo
Procedure methylparabeen
5. Olivier krijgt een drank voorgeschreven. Wat zou een reden kunnen zijn dat hij geen
tabletten prednisolon krijgt?
6. Je levert 100 ml. Stel dat Olivier deze drank 15 dagen moet gebruiken volgens de
dosering op dit recept. Hoeveel ml drank moet je dan afleveren aan hem?
7. Hoeveel drank moet je nu minimaal afleveren zodat Olivier genoeg heeft om het
volgens de dosering te gebruiken?
8. Stel dat je per keer 3 mg moet doseren. Beschrijf wat je als hulpmiddel mee zou
geven aan de patiënt en geef een doseeradvies zoals je het aan de patiënt zou
uitleggen.
17
Bereiding
Oplossen van het natriummonowaterstoffosfaat-dodecahydraat,
natriumdiwaterstoffosfaat-dihydraat, dinatriumedetaat en prednisolondinatriumfosfaat
in het grootste gedeelte van het gezuiverd water.
Mengen met de sorbitoloplossing.
Toevoegen en mengen van de methylparabeenoplossing volgens LNA-procedure
Verwerken van methylparahydroxybenzoaat (F01-5).
Mengen met de bananenessence.
Aanvullen met gezuiverd water en mengen.
Bewaring
Niet-aangebroken verpakking:
13. Olivier houdt niet zo van bananensmaak. Hij heeft liever frambozensmaak. Leg uit
waarom dit wel of niet kan.
14. Olivier vraagt aan jou of hij de drank in de koelkast moet bewaren. Leg uit.
15. Bij dit recept zit een link naar de procedure methylparabeen. Lees deze procedure
goed door:
a) De relatieve dichtheid van deze oplossing is 1,06. Wat betekent dit.
b) gebruik je voor deze drank meer of minder dan 2 ml?
c) Moet je wegen of meten? Hoe voeg je het vervolgens toe?
18
16. Bereid deze drank voor Oliver en voorzie je protocol van een etiket. (de dosering is al
gecontroleerd)
18. Voor hoeveel dagen heeft deze patiënt voldoende als ze dit gaat gebruiken volgens
het voorschrift?
19. Zoek ook van dit recept het voorschrift op kennisbank op.
a) Wat wordt in deze drank toegevoegd om de smaak te verbeteren?
b) Wat is de functie van methylparabeen in deze drank?
19
21. Stel dat je 250 ml van deze drank moet afleveren. Hoeveel weeg je dan van elke stof
af? (kijk naar het rechter rijtje)
Receptuur
Zie ook het Commentaar.
114,
g (= 100 ml) 114,8 g (= 100 ml)
8
22. Bereid 100 ml van deze zinksulfaatdrank en voorzie ook dit protocol van een etiket.
(de dosering hoef je niet te controleren)
20
Week 5
Onderwerpen die aan bod komen bij Productzorg:
Van oplossing tot solubilisatie
- verschil in de verschillende toedieningen
- hulpstoffen solubilisatie
- bereiding van een solubilisatie
Rekenvaardigheden
- rekenen met schaalverandering (voorschrift omrekenen naar te bereiden
hoeveelheid)
- Uiterste gebruiksdatum berekenen
- afleverhoeveelheid berekenen
Leermiddelen:
Productzorg voor apothekersassistenten, Y.M. Groot-Padberg, Bohn, Stafleu van
Loghum, 2021
Hoofdstuk: 11.1, 11.2, 11.3.1, 11.3.3, 11.3.4
Expert MBO AA: Bereiden vloeibare toedieningsvormen
Opdrachten:
Lees H11.1, 11.2, 11.3.1, 11.3.3 en 11.3.4 uit het boek productzorg voor
apothekersassistenten goed door.
1. Maak een overzicht waarin de volgende 4 toedieningsvormen aan bod komen:
- Oplossing
- Suspensie
- Emulsie
- Solubilisatie
Beschrijf de kenmerken en de verschillen tussen deze toedieningsvormen.
Hierna wordt uitleg gegeven over wat een solubilisatie is.
7. Je moet 60 ml maken van deze drank. Hoeveel weeg je van alle stoffen af?
21
8. Zoals je ziet zitten er in 1 gram 1.000.000 eenheden vitamine A.
Hoeveel eenheden zitten er dan in 100 ml en in 60 ml?
Receptuur
Zie ook het Commentaar.
Verpakking
Fles, die de inhoud tegen lichtinvloed beschermt, met doseerspuit.
Bewaring
Niet-aangebroken verpakking:
22
I.D. Loopstra, huisarts
Breestraat 46
Leiden
Datum
hevige pijn
Mw. Ortier
Bachstraat 1
13-04-1960
Z&Z 1960041302
10. Hoeveel dagen zou mw. Ortier in deze dosering met de drank vooruit kunnen?
11. Hoeveel ml drank krijgt mw. Ortier per keer toegediend tegen de pijn?
Welk hulpmiddel zou je haar meegeven?
12. Hieronder het voorschrift van de methadondrank. Je kunt het voorschrift ook
opzoeken op de kennisbank voor aanvullende informatie.
Zit er een conserveermiddel in deze drank?
Receptuur
Methadoni hydrochloridum 500 mg
Essence cognac 170 mg
Sirupus simplex FNA 110 g
Aqua purificata 16,3 g
15. Soms wordt deze drank wat dikker gemaakt (viscositeit wordt verhoogd) en wordt er
een kleurstof toegevoegd. Kun je uitleggen waarom dit gebeurt?
16. Bereid deze drank volgens protocol en voorzie het ook van een etiket.
23
Week 6
Onderwerpen die aan bod komen bij Productzorg:
Herhalen solubilisatie
VTGM
Rekenvaardigheden
- rekenen met schaalverandering (voorschrift omrekenen naar te bereiden
hoeveelheid)
- Uiterste gebruiksdatum berekenen
- afleverhoeveelheid berekenen
Werken aan eindopdracht
Leermiddelen:
Productzorg voor apothekersassistenten, Y.M. Groot-Padberg, Bohn, Stafleu van
Loghum, 2021
Hoofdstuk:
Expert MBO AA: Bereiden vloeibare toedieningsvormen
Digibib O3
Opdrachten:
1. Vorige week ging het over de solubilisatie en de verschillen met een oplossing en
een suspensie. Maak 3 mindmaps waarin je per toedieningsvorm de kenmerken
weergeeft.
- Lees H8.1, 8.1.1, 8.2, 8.3 en 8.3.1 uit het boek productzorg voor apothekersassistenten
2. Wat wordt er verstaan onder VTGM?
Bedenk in 3 tallen een aantal voorbeelden die vallen onder VTGM
24
3. Wat is het verschil tussen VTGM en het aanpassen van een handelspreparaat?
Is er geen antibiotica drank, maar wel een andere VTGM handeling zoals Omeprazol
drank, Bacicoline oordruppels, fytomenadion spuitjes klaarmaken of ????? vraag
dan of je dat mag uitvoeren/ foto’s mag maken van deze handelingen.
Datum
R/ Griseofulvinesuspensie 25mg/ml
100 milliliter
4 x per dag 125 mg
Gedurende minimaal 4 weken,
eerst kijken of dit aanslaat/ patiënt er tegen kan.
EU
iter: 600 ml
* Ringworm*
Richard Ortier
Bachstraat 1
Leiden
11 november 1958
6. Als Richard deze suspensie 4 weken gaat gebruiken volgens de dosering op het
recept, hoeveel ml suspensie heeft hij dan in totaal nodig?
7. Zoek het voorschrift op de kennisbank en bereken hoeveel je moet afwegen van elke
stof als je 250 ml zou maken. (Neem het rechter rijtje!!)
25
8. Welk hulpmiddel geef je mee zodat Richard de drank op de juiste manier kan
innemen?
9. Heb je voor Richard nog meer adviezen over het innemen van deze drank?
11. Bereid deze drank en maak ook een etiket voorzien van de juiste
waarschuwingsstickers.
12. Mw M Ortier komt met onderstaand recept naar de apotheek. In het FNA staat dat
dit in een gesloten vat moet worden opgelost. Waarom is dat?
Mw M Ortier
Bachstraat 1
Leiden
geb. datum 13-04-1960
13. Deze druppels hebben een concentratie van 5%. Hoeveel mg/g is dat?
26
14. Bereken de hoeveelheden die je nodig hebt om 30 ml van deze druppels te maken
Receptuur
Levomentholum 5 g
Ethanolum 90% v/v BP 78 g
83 g (= 100 ml)
15. In dit voorschrift zie je Ethanolum 90% staan. Dit is Alcohol 90%. Er bestaat ook
Alcohol ketonatus 90%. Wat is het verschil tussen deze 2?
16. Zoek op hoe mw. Ortier deze drupples moet gaan gebruiken en leg dit uit.
17. Bereid dit recept en voorzie van een etiket inclusief de waarschuwingsstickers.
27
Week 7
Onderwerpen die aan bod komen bij Productzorg:
Herhaling week 1 t/m 6
Herhaling Rekenvaardigheden week 1 t/m 6
Werken aan eindopdracht
Leermiddelen:
Productzorg voor apothekersassistenten, Y.M. Groot-Padberg, Bohn, Stafleu van
Loghum, 2021
Hoofdstuk:
Expert MBO AA: Bereiden vloeibare toedieningsvormen
Opdrachten:
Mw M Ortier
Bachstraat 1
Leiden
geb. datum 13-04-1960
2. Zoek het voorschrift op in het FNA. Bereken de hoeveelheden die je af moet wegen
voor 200 ml. (Neem het rechter rijtje)
28
3. Bekijk het voorschrift in het FNA. Wat voor soort bereiding wordt dit?
( oplossing, solubilisatie of suspensie)
6. Als je een vloeistof moet afmeten wordt er weleens gezegd dat je moet letten op de
meniscus………. Kun je hier iets over uitleggen?
8. Babette Ortier krijgt onderstaand recept omdat ze nierstenen heeft. Ze krijgt 8 ml per
dag. Voor hoeveel dagen heeft ze dan genoeg aan deze drank?
10. Bij de bereiding wordt Methylparabeenoplossing 150 mg/ml toegevoegd aan de waterige
oplossing van citroenzuur, kaliumcitraat en Suikerstroop. Daarbij kan het voorkomen dat
ondanks krachtig mengen of omschudden toch uitkristallisatie optreedt van
methylparahydroxybenzoaat. De kans hierop wordt verminderd door de vloeistof vóór de
toevoeging van de methylparabeenoplossing zacht te verwarmen tot een temperatuur van 25 -
29
30 °C. Dit kan het neerslaan van methylparabeen helpen voorkomen. Mocht toch
uitkristallisatie optreden, dan mag de drank zo nodig licht verwarmd worden om de kristallen
weer in oplossing te brengen.
Als je deze drank gaat bereiden is het dus verstandig om de drank iets te verwarmen
voordat je de methylparabeen toevoegt.
Wat is de handigste manier voor het verwarmen van je drank tot een temperatuur van
25-30 graden?
12. “Uiterlijk: de drank is een heldere, kleurloze vloeistof die nagenoeg vrij is van deeltjes.”
Wat voor soort bereiding ga je hier maken? (oplossing, suspensie of solubilisatie)
13. Bereid deze drank en voorzie van een etiket inclusief waarschuwingsstickers.
30
Week 8
Onderwerpen die aan bod komen bij Productzorg:
Herhaling week 1 t/m 6
Herhaling Rekenvaardigheden week 1 t/m 6
Werken aan eindopdracht
Leermiddelen:
Productzorg voor apothekersassistenten, Y.M. Groot-Padberg, Bohn, Stafleu van
Loghum, 2021
Hoofdstuk:
Expert MBO AA: Bereiden vloeibare toedieningsvormen
Opdrachten:
Eerst even ophalen wat we allemaal weten over dranken, verschillende soorten
toedieningsvormen daarin, waarom een drank, hoe bereken je een concentratie enz……..
Ga met 3-tallen in gesprek en bedenk samen zoveel mogelijk dingen je hebt geleerd.
Vervolgens ga je in een ander 3-tal en wissel je uit wat je net met het andere drietal hebt
besproken.
Is alles duidelijk? Heb je nog vragen na deze uitwisseling?
Bespreek het klassikaal na.
Hierna is het tijd om verder te gaan aan de eindopdracht.
Nog 2 bereidingen die gemaakt kunnen
worden:
R/ Lorazepamdrank 1mg/ml
200 ml
3 x per dag 1 ml VU
Anita Ortier
24-05-1987
Bachstraat 1
Leiden
31
I.D. Loopstra, Huisarts
Breestraat 46
Leiden
Datum
R/ Propranololdrank 10mg/ml
150 ml
3 x per dag 40 mg VU
Bas Ortier
16-06-1982
Bachstraat 1
Leiden
1. Wat is de concentratie van deze drank in % g/v?
32
Week 9
Onderwerpen die aan bod komen bij Productzorg:
Theorietoets vloeistoffen
Laatste gelegenheid om te werken aan eindopdrachten
Praktijkopdracht= aftekenen bereiding van 4 oplossingen, 1 suspensie en 1
bereiding naar keuze
- Je levert een mapje in met daarin de gemaakte protocollen van 6 bereidingen (4 x
oplossing en 1 x suspensie, 1 bereiding naar keuze)
Leermiddelen:
Productzorg voor apothekersassistenten, Y.M. Groot-Padberg, Bohn, Stafleu van
Loghum, 2021
Hoofdstuk:
I.D. Loopstra, Huisarts
Breestraat 46
Leiden
Datum
R/ Morfinedrank 5mg/ml
200 ml
zonodig 1-6 x per dag 10 mg
VU
Miep Ortier
13-04-1960
Bachstraat 1
Leiden
1. Als mw. Ortier 6 x per dag deze drank inneemt, voor hoeveel dagen heeft ze
dan genoeg?
Niet-aangebroken verpakking:
voorraadfles, 12 maanden; beneden 25 °C, niet in de koelkast of vriezer
fles patiënt, 12 maanden; beneden 25 °C, niet in de koelkast of vriezer
Binnen bovenstaande termijn, na aanbreken:
voorraadfles, 12 maanden; beneden 25 °C, niet in de koelkast of vriezer
fles patiënt, 6 maanden; beneden 25 °C, niet in de koelkast of vriezer
33
Aftekenlijst vloeistoffen
Naam:
De recepten vanaf week 3 kunnen hier worden afgetekend. Deze recepten zijn tevens te
gebruiken voor de eindopdracht.
34