You are on page 1of 4

Hoofdstuk 2 Geboren uit onrecht, gegrondvest op onrecht,

Joden en Palestijnen in Brits Palestina 1917-1948

Opdracht 1
a Hij schreef in zijn boek Der Judenstaat dat de Joden recht hadden op een eigen land/staat. Hij was de
leider van de zionistische beweging die ijverde voor terugkeer van alle Joden naar Palestina (naar de berg
Zion = Jeruzalem). Hij ondernam internationale acties (de oprichting van de Zionistische
Wereldorganisatie) om zijn idee tot uitvoer te brengen.
b In beide landen leefden veel Joden. Veel Oost/Europese Joden waren naar Argentinië geëmigreerd en in
Palestina woonden van oudsher al Joden.
c Herzl vond dat Europa een voorpost van de (westerse) beschaving was en de volkeren in het Oosten/Azië
vond hij barbaren.

Opdracht 2
Door het antisemitisme in Oost-Europa/de pogroms zochten veel Joden een nieuw bestaan in Palestina.
Met de opkomst van het zionisme werden de aantallen Joden die naar Palestina vertrokken nog groter.

Opdracht 3
a De Balfourverklaring hield in dat de Britten de plannen van de zionistische wereldorganisatie voor de
stichting van een eigen nationaal tehuis voor de Joden in Palestina steunden.
b 1 De regering in Londen had medelijden met de slachtoffers van het antisemitisme.
2 Joodse bankiershuizen wilden de Britse regering in tijden van nood (oorlog) helpen in ruil voor
wederdiensten.
3 De Britten zagen graag een westers gezinde staat in het Midden-Oosten vanwege hun imperialistische
ambities.
4 De zionist Chaim Weizmann had de Britse regering geholpen met het vervaardigen van aceton,
onmisbaar voor dynamiet. In ruil hiervoor vroeg hij om een nationaal tehuis voor zijn volk.
c De Britten hadden in 1916 sjarief Hoessein Ibn Ali beloofd dat hij een groot Arabisch koninkrijk mocht
stichten.

Opdracht 4
a Eigen antwoord leerling
b Voorbeeld van een antwoord: Het historisch belang van de Balfourverklaring is groot geweest: de
verklaring legitimeerde de vestiging van een nationaal Joods tehuis op Palestijns/Arabisch grondgebied.
Grote aantallen Joden trokken naar Palestina en na de Holocaust namen die aantallen nog toe. Dit leidde
tot conflicten tussen Arabieren en Joden en uiteindelijk tot de stichting van de staat Israël.
c a Eigen antwoord leerling.
b Voorbeeld van een antwoord: Het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk heeft voor het hele Midden-
Oosten grote gevolgen gehad. De gevolgen op korte termijn: er ontstond een sterke Turkse staat die in
conflict kwam met de eigen Arabische bevolking, een groot deel van het Armeense volk werd
vermoord en de Fransen en de Britten konden controle krijgen in het Midden-Oosten. De gevolgen op
de lange termijn: De Arabieren kregen geen eigen staat, de Britten bleven controle houden over de
olie en het Suezkanaal.
d – Het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk had het grootste historische belang, omdat dit aanleiding
gaf tot de vorming van meerdere staten (nationalisme) met (vaak) tegengestelde belangen.
– De Balfourverklaring had het grootste historische belang, omdat de Britten hiermee de aanzet gaven
tot de migratie van grote aantallen Joden naar Palestina wat uiteindelijk leidde tot de stichting van de
staat Israël. Het Midden-Oosten bleef een brandhaard van korte en langlopende conflicten.

Opdracht 5
a Het aantal Joden in Palestina nam toe door de immigratie van Oost-Europese Joden die vluchtten voor de
pogroms, door de opkomst van het zionisme en door de Balfourverklaring.
b Door de opkomst van het nationaalsocialisme in Duitsland vluchtten veel Joden richting Palestina.
c In 1936 brak er een burgeroorlog uit tussen de Joden en de Arabieren in Palestina: dit heeft waarschijnlijk
geleid tot een (tijdelijke) stagnatie in de immigratie van Joden (het was minder veilig om in Palestina te
gaan wonen).
d Toen Hitler in 1933 aan de macht kwam, vluchtten veel Joden voor het nationaalsocialisme eb voor alle
anti-Joodse maatregelen die Hitler nam.
e Als Hitler in 1939 het Sudetenland (gebied in Tsjecho-Slowakije waar veel Duitsers woonden) annexeert,
vluchten veel Joden naar Palestina.

Opdracht 6
De cijfers laten zien dat de Britten grote aantallen Joden laten immigreren in Palestina, dat toen onder
Brits mandaat stond. De Joden kwamen vanaf 1933 eerst vooral uit Polen, later Tsjecho-Slowakije en
Duitsland.

Opdracht 7
a De Joden gingen zich onder leiding van de zionisten organiseren, zo kwam er het Joods Agentschap, een
vakbeweging, de Histadroet, en een eigen leger, de Hagana.
b Bron 15 laat zien dat de Arabieren wel wat wapens hebben, maar weinig getraind zijn. In bron 16 is te zien
dat de Joden ook over artillerie beschikken (afweergeschut, vaak een tank), en ze maken deel uit van een
(georganiseerd) leger (de Hagana). Ze waren op die manier dus beter toegerust voor de strijd.

Opdracht 8
a Uit de cijfers van bron 6 blijkt dat het aantal Joden dat immigreerde eerst gestaag, later explosief groeide
en de Britten begrepen dat dit tot moeilijkheden tussen Joden en Arabieren zou kunnen leiden. De Britten
stelden in 1939 in het Witboek voor dat de immigratie van Joden beperkt zou worden tot jaarlijks 15.000
mensen (de eerste vijf jaar) en dat daarna de Arabieren hierover zeggenschap zouden krijgen. Dit was dus
een stap in de richting van de Arabieren.
b De Britten lieten eerst grote aantallen Joden toe om Palestina te bevolken en te koloniseren
(Balfourverklaring), terwijl er onder de Arabieren al onvrede heerste over het niet verkrijgen van een
eigen staat (nationalisme). Toen bleek dat de Joden niet vreedzaam konden samenleven met de Arabische
bevolking zette de Britse regering een stop op de immigratie, maar maakte die afhankelijk van Arabische
goedkeuring.

Opdracht 9
Na de Tweede Wereldoorlog was het Westen geschokt door de gevolgen van de Holocaust (waarbij zes
miljoen Joden het leven lieten). Men stond open voor een eigen tehuis voor de Joden in Palestina.
Ondanks de problemen in Palestina (het Britse mandaat, de aanslagen van zionisten en Arabieren) sprak
de Algemene Vergadering van de VN zich in 1947 uit voor een verdeling van Palestina in een Joodse en
een Arabische staat.

Opdracht 10
De Peel-commissie kwam tot de conclusie dat er tussen de Joden en Arabieren in Palestina dusdanige
culturele en religieuze verschillen bestonden dat de nationalistische wensen van beide volken
onverenigbaar waren om binnen één land tot stand te brengen.
De Arabieren wezen zowel het voorstel van de Peel-Commissie als het verdelingsplan van de VN af: het
voorstel van de Peel-commissie omdat dat niet voorzag in een eigen Arabische staat, en het voorstel van
de VN, omdat het gebied dat de Arabieren kregen toegewezen erg versnipperd was. De zionisten stemden
wel met alle plannen in, omdat beide plannen voorzagen in een eigen gebied/staat voor de Joden.

Opdracht 11
a De cartoon geeft de situatie weer van een klein/jong Palestina (huilende baby die al zijn speeltjes al op de
grond of kapot heeft gegooid) ) onder de hoede van een Britse soldaat, die niet weet hoe hij de huilende
baby moet troosten/ geen raad weet met Palestina.
b De hele wereld, de Sovjet Unie en Amerika, kijkt toe en doet niets omdat Palestina in het Midden-Oosten
ligt, waar een groot belang voor hen ligt: de olie (de speen/fles in de hand van de baby).

Opdracht 12
a Religieus argument: de oorsprong van de joodse religie ligt in Palestina.
b Historische argumenten: Ondanks de diaspora zien de Joden Israël/Palestina als hun vaderland/thuisland.
De moord op zes miljoen Joden in de Holocaust in Europa en de wens om Europa te ontvluchten en een
veilig toevluchtsoord te vinden in Palestina.

Opdracht 13
In de periode 1920-1948 leefden de Palestijnen nog in een vrij Palestina, zij hadden toen nog uitzicht op
een eigen staat hoewel ze zich bedreigd voelden door de grote aantallen Joden die het land
binnenkwamen met wie ze te veel verschilden. Na 1948, na de oorlog en als de stichting van de staat
Israël een feit is, is de hoop op een eigen staat sterk afgenomen en zijn de Palestijnen Palestina ontvlucht.
Dat zorgt voor een groter zelfbewustzijn: ze strijden nu tegen een gezamenlijke vijand (Israël) en voor een
eigen staat.

Opdracht 14
a De soldaat heeft sympathie voor de Arabieren. Hij begrijpt dat de Arabieren de Israëliërs vijandig
bejegenen, als diegenen die hen hun land hebben ontnomen.
b ‘Geboren uit onrecht’:
1 Dit verwijst naar de moeilijke situatie van de Joden in Europa aan het begin van de twintigste eeuw als
ze slachtoffer worden van het antisemitisme in Europa.
2 Het verwijst ook naar de moeilijke situatie van Palestina als land, als mandaatgebied in de macht van
Groot-Brittannië.
c ‘Gegrondvest op onrecht’: de stichting van de staat Israël veroorzaakte een grote vlucht van Palestijnen
uit het gebied, dit wordt door de Palestijnen als onrecht gezien (en ook door de Joodse soldaat in de
bron). De stichting van de staat Israël kon alleen plaats vinden doordat de Britten toestonden dat heel
veel Joden zich na de pogroms en de Holocaust in Palestina gingen vestigen, zonder dat hier een duidelijk
plan voor was en zonder dat de Arabieren een eigen staat kregen.

You might also like