You are on page 1of 7

DE AMERIKAANSE REVOLUTIE

13 kolonies op een rijtje.

Kijktip: ‘Op weg naar een Amerikaanse Revolutie’


(smartschool – documenten – 3de trimester – Amerikaanse
Revolutie)

Tussen 1513 en 1607 was er alleen wat kustverkenning in


Noord-Amerika met een sporadische stichting van
nederzettingen door Spanjaarden, Fransen en Engelsen
zelf.

In de loop van de 17de en 18de eeuw ontstonden er tussen


de Sint-Laurensrivier en het schiereiland Florida 13 Britse
kolonies. Omstreeks 1770 leefden daar 1,5 miljoen mensen : blanken van Europa, Indianen en
zwarten. De meeste zwarten waren slaven.

De economische activiteiten van de 13 Britse kolonies verschilden van elkaar. In het noorden leefde
men vooral van handel en kleine industrie. De kolonies van het midden com-bineerden handel en
landbouw, terwijl men in het zuidoosten alleen aan landbouw deed. Zwarte slaven werkten er op
enorme tabak-, katoen- en rijstplantages.

Hoe verschillend de 13 kolonies ook waren wat betreft landschap en samenstelling van de bevolking,
toch hadden ze drie zaken gemeenschappelijk: de sociale verschillen tussen de blanken waren niet
zo groot als in Europa, er was religieuze verdraagzaamheid en de blanke bevolking was voorstander
van een ruime mate van politiek zelfbestuur met een geringe tussenkomst van het moederland.

Als Britse staatsburgers hadden de inwoners van de 13 kolonies dezelfde rechten en vrijheden als de
burgers van het moederland. Ze waren ook onderworpen aan dezelfde wetgeving.

Al was het tussen de 13 kolonies en het moederland niet altijd koek en ei, de kolonisten hadden in
algemeen politiek opzicht niet zoveel reden tot klagen. De inmenging van de koning en zijn ministers
beperkte zich hoofdzakelijk tot de buitenlandse betrekkingen en de overzeese handel. Die bracht
immers geld in de Britse schatkist. De kolonies hadden een grote mate van zelfstandigheid, die nog
versterkt werd door het feit dat de controle vanuit Londen, mede door de grote afstand, nogal
gebrekkig was. Bovendien hadden ze hun eigen politieke instellingen, waardoor een belangrijke mate
van medezeggenschap gegarandeerd werd.

De intellectuelen onder de kolonisten waren dus nauw betrokken bij het bestuur van hun kolonie.
Daarnaast waren zij ook op de hoogte van de nieuwe ideeën van de Verlichting.

De onafhankelijkheidsstrijd

1
De Zevenjarige oorlog (1756-1763) tussen Frankrijk en Engeland – elk met hun eigen bondgenoten –
breidde zich uit naar de kolonies. De strijd om de heerschappij over Noord-Amerika was voor
Engeland een groot succes, maar de schatkist was erdoor in een bedenkelijke toestand geraakt.

George III, de Engelse koning, vond nieuwe inkomsten broodnodig en was van mening dat ook de
kolonies daarvoor moesten opdraaien. Ministers en parlement waren het daarover eens en namen
dus een aantal fiscale maatregelen. Op allerlei producten (etenswaren als luxeproducten) werden
tolrechten geheven. De 13 kolonies protesteerden echter krachtig tegen de verhoogde belastingen.
Hun zelfbewustzijn was na de succesvolle oorlog tegen de Fransen gestegen en ze slikten steeds
moeilijk dat de kolonies altijd aan het moederland ondergeschikt waren. Dat de beslissingen
genomen waren in het Engels parlement, waar zij niet vertegenwoordigd waren, was de
spreekwoordelijke druppel: “No taxation without representation”. Bovendien had men via de
Proclamation Line van 1763 geprobeerd om de westwaartse expansie tegen te houden.

“Zij (de Engelsen) moeten niet menen dat zij ons van andere markten kunnen uitsluiten, waar wij die
goederen afzetten die zij niet gebruiken of die behoeften bevredigen waarvoor zij niet kunnen zorgen.
Nog minder valt er aan te denken dat ergens een macht op aarde, buiten onszelf, over ons bezit op
ons eigen grondgebied zou beslissen of belastingen zou opleggen.” (Thomas Jefferson, 1774)

De Engelse koning hield eerst nog voet bij stuk. Maar onder druk van de Amerikaanse reacties
schafte hij nadien toch de nieuwe taksen af. Om geen gezichtsverlies te lijden, liet hij de invoer-
rechten op thee bestaan. Toen een lading in de haven van Boston ostentatief overboord werd

2
gegooid (1773, Boston Tea Party), leidde dat tot Engelse vergeldingsmaatregelen, waartegen
gewapend verzet ontstond. De onafhankelijkheidsstrijd was begonnen.

De 13 kolonies vormden een leger onder leiding van George Washington. Ondanks het feit dat de
kolonies zich nu in een toestand van openlijke rebellie bevonden, was een belangrijk deel van het
Amerikaanse volk niet van plan zich volledig van het moederland af te scheuren.

Toen een commissie van 5 intellectuelen o.l.v. Thomas Jefferson een onafhankelijkheidsverklaring
schreef, veranderden velen van mening. Op 4 juli 1776 verklaarden de 13 kolonies zich op basis van
die tekst onafhankelijk. De aanhangers van de onafhankelijkheid werden gesteund door Frankrijk, de
tegenstanders konden rekenen op de steun van Engeland.

Pas in 1783, na een hevige strijd, erkende Londen de onafhankelijkheid van de 13 kolonies met de
Vrede van Versailles.

Lees nu aandachtig uittreksel uit deze Declaration of Independence en los daarna de vragen op.

De volgende waarheden houden wij voor vanzelfsprekend: dat alle mensen gelijk geschapen zijn, dat
zij door hun Schepper begiftigd zijn met onvervreemdbare rechten, dat daartoe behoren het leven, de
vrijheid en het streven naar geluk. Dat om die rechten te vrijwaren, regeringen opgericht worden
onder de mensen die hun rechtmatig gezag afleiden van de instemming van de onderdanen. Dat
wanneer enige vorm van regering een bedreiging wordt voor deze doeleinden, het volk het recht
heeft die regeringsvorm te wijzigen of af te schaffen.

De geschiedenis van de huidige koning van Groot-Brittannië is een geschiedenis van beledigingen en
misbruiken die alle als onmiddellijk doel hebben de instelling van de absolute tirannie over deze
staten. In elke fase van deze onderdrukking hebben wij verzocht om herstel in de meest nederige
termen: onze herhaalde verzoeken werden slechts beantwoord met herhaalde beledigingen. Een
vorst wiens karakter aldus gekenmerkt is door om het even welke daad, die een tiran kan kenmerken,
is niet geschikt om de regeerder te zijn van een vrij volk.

Derhalve, Wij, vertegenwoordigers van de Verenigde Staten van Amerika, in algemeen congres
verenigd, beroep doende op de Hoogste Rechter van de wereld voor de rechtschapenheid van onze
inzichten, maken bekend en verklaren plechtig, in naam en bij het gezag van het grote volk van deze
kolonieën, dat deze Verenigde Kolonieën zijn, en bij rechte behoren te zijn vrije en onafhankelijke
staten.”

3
 Bij welke verlichte filosoof heeft men duidelijk inspiratie gevonden om deze tekst te
schrijven?

John Locke

 Van welk recht wil men hier duidelijk gebruik maken?

weerstandsrecht

 Hoe zien die 13 kolonies zich na hun onafhankelijkheid?

Ze zien zich als vrije en onafhankelijke staten. Ze zijn nu een vrij volk.

De staatsinrichting
Na de erkenning van de onafhankelijkheid door de Britten vormden de 13 ex-kolonies aanvankelijk
nog een losse statenbond of confederatie met een heel beperkt aantal bevoegdheden voor een
centraal gezag. Dat werd echter al snel als een tekort aangevoeld. Er was nood aan een nieuwe
staatsstructuur. De grondwet van 1787, aangenomen door alle staten in 1789, bracht een antwoord.

Al in 1791 kwamen 10 aanvullingen of amendementen op deze grondwet. Ze werden vastgelegd in


de ‘Bill of Rights’. Deze moesten de individuele vrijheden van de burger beschermen tegen een
misschien te sterke overheid. Er werd verwezen naar godsdienstvrijheid, persvrijheid, recht op
veiligheid en eigendom... In het tweede amendement staat bv. “Aangezien een goed geregelde
militie nodig is voor de veiligheid van een vrije staat, zal geen inbreuk worden gemaakt op het recht
van het volk om wapens te bezitten en te dragen.’ Dit amendement 1 ligt de laatste jaren wel onder
vuur naar aanleiding van het recente vuurwapengeweld op school. Om een idee te geven: Donald
Trump kwam met een wetsvoorstel (2018) om leraren te bewapenen om het vuurwapengeweld op
scholen tegen te gaan. Anderen vinden net dat er minder vuurwapens in omloop mogen zijn en dat
er beperkende maatregelen genomen moeten worden. Of hoe vrijheid soms tot discussies kan
leiden.

1
Wie hierin geïnteresseerd is zal dit artikel wel interessant vinden: https://isgeschiedenis.nl/nieuws/de-
tweestrijd-rondom-wapenbezit-in-amerika
Bron afbeeldingen: https://www.hln.be/nieuws/buitenland/-volgende-amerikaanse-president-heeft-nu-al-48-
000-doden-op-zijn-geweten~a6acaf20/

4
Pas op. Dat maakte van de VSA nog niet meteen een democratie. Er waren nog een aantal
belangrijke beperkingen. Zo konden blanke mannen zonder eigendom, vrouwen, indianen en
zwarten aanvankelijk nog niet stemmen. Tot dusverre de gelijkheid uit de Onafhankelijk-
heidsverklaring van 1776.

Bekijk nu aandachtig het instructiefilmpje ‘De Verenigde Staten: staatsinrichting’ en vul met behulp
van dit filmpje je cursus verder aan.

Men koos voor een federale staat of bondsstaat.

 Wat is een federale staat?

Een staat waar bij de deelstaten ook nog een vorm van zelfstandigheid hebben. Aan het
hoofd van de volledige staat dan nog een federale overheid die beslissingen neemt voor
de hele staat.

 Waarom kozen de staten voor deze structuur. Geef twee redenen.

1) Deze federale macht zorgt dan voor bescherming van iedereen in tijden van oorlog.

2) De verschillende deelstaten hebben elk een verschillende economie waardoor het


onmogelijk is om voor iedereen dezelfde beslissingen te nemen.

 Geef een voorbeeld van een andere federale staat anno 2020.

België

Bekijken we dan even het overkoepelende bestuursniveau, de federale overheid.

 Wie heeft op dit niveau de wetgevende macht? Uit hoeveel delen bestaat die? Hoe wordt
die samengesteld? Waarom op die manier?

Wie? Het congres

Delen? Het huis van afgevaardigden en de senaat

Verkozen door? Het volk

5
Hoe samengesteld? Senaat – 100 leden – 2 per staat
Het huis van afgevaardigden—435—aantal volgens inwonersaantal

Waarom zo? In de senaat is elke staat evenwaardig vertegenwoordigd, maar in het huis
van afgevaardigden hebben de grote staten dan weer meer voordeel.

 In de VSA zijn twee grote ‘partijen’. Welke? Wat is hun mascotte?

Republikeinen---olifant
Democraten---ezel

 Wie heeft op dit niveau de uitvoerende macht? Hoe wordt die aangesteld? Termijn?
Bevoegdheden?

Wie? President

Verkozen door?2 Het volk via kiesmannen

Termijn? 4 jaar en kan 1 keer herverkozen worden

Bevoegdheden?
 Staatshoofd
 Hoofd van de regering, kiest ministers
 Opperbevelhebber leger
 Wetten voorstellen
 Vetorecht
 Kandidaten hooggerechtshof naar voor schuiven

2
Op het einde van het instructiefilmpje staan een aantal verwijzingen naar filmpjes op youtube die kort
uitleggen hoe de Amerikaanse presidentsverkiezingen werken. De moeite.

6
Huidige president = ? tot ?Donald Trump begin 2021

 Wie heeft op dit niveau de rechterlijke macht? Hoe wordt die aangesteld? Termijn?

Wie? Hooggerechtshof

Samenstelling? 9 rechters die worden voorgeschoven door de president aan het congres.
Ze kunnen worden afgezet door een impeachmentprocedure .

Termijn? Aangesteld voor het leven

 Wordt bedoeld met het systeem van ‘checks and balances’? Waarom heeft men dat – denk
je – ingevoerd?

Het verdelen van overheidsbevoegdheden over verschillende organen. Dit is nodig zodat
er nooit sprake zal zijn van een dictatuur of een alleenheerser.

You might also like