Professional Documents
Culture Documents
1650-1900
Begrippen
Rationalisme: kennis verkrijgen door logisch nadenken en redeneren (René Descartes, ‘Ik denk dus ik
ben’)
Ancien régime: standensamenleving en absolutisme dat gelegitimeerd wordt door het droit divin
Rationeel optimisme: maatschappijkritiek van verlichte denkers zal door verspreiding van
kennis/opvoeding/onderwijs leiden tot het oplossen van (alle) maatschappelijke problemen.
Constitutionele monarchie: er is een koning maar die heeft niet echt macht
Hoofdstuk 1
Verlichte ideeën:
John Locke
Sociaal contract
Jean-Jacques Rousseau
Sociaal contract
- Volk moet via directe democratie invloed hebben op basis van algemene wil, regering moet
door volk gekozen worden
- Vrijheid en gelijkheid voor iedereen (ook armen/slaven)
Montesquieu
Scheiding der machten
- Wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht moeten gescheiden zijn
- Tegengaan absolutisme/machtsmisbruik
Adam Smith
Mercantilisme/economie
Hoofdstuk 2
Amerikaanse Revolutie
Vanaf 1760 voert de regering verschillende belastingen in, dit leidt tot verzet van kolonisten
- ‘no taxation without representation’, hiermee eisen zij meer zelfbeschikking, ze betalen
alleen belasting in ruil voor politieke inspraak.
- ‘Common Sense’ van Thomas Paine, hierdoor ontstaat bereidheid te strijden voor
onafhankelijkheid
In 1775 breekt gewapend verzet van kolonisten onder leiding van George Washington uit
Op 4 juli 1776 verklaren de 13 koloniën zich onafhankelijk als VS van Amerika
In 1783 erkennen de Britten de VS
De grondwet (= plichten van de overheid, rechten van het volk) bevat verlichte ideeën:
Franse Revolutie
Lodewijk XVI wil dat ook de 1e en 2e stand belasting gaan betalen. Daarom komt de Staten-Generaal
samen in Versailles (mei 1789).
Hierna richt de 3e stand eigen Nationale vergadering op met politieke hervormingen als doel.
Hervormingsprogramma:
- Standensamenleving/privileges afgeschaft
- ‘Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger’ (= iedereen is vrij + gelijk)
- Grondwet (1791) garandeert scheiding der machten en beperkt macht koning
constitutionele monarchie
- Censuskiesrecht voor mannen
Tweede revolutie (1792-1794): Frankrijk wordt een Republiek (staatshoofd wordt gekozen)
Juli 1794: val van het jakobijnse schrikbewind en terechtstelling Robespierre. Het blijft nog jaren
onrustig.
In november 1799 grijpt Napoleon met een militaire staatsgreep de macht en sticht een dictatuur. In
december 1804 kroont hij zichzelf tot keizer.
In zijn gebieden voert hij Code Napoléon in: burgerlijk wetboek met daarin veel verlichte ideeën (o.a.
gelijkheid voor de wet).
In juni 1815 wordt Napoleon definitief verslagen door een coalitie van Groot-Brittannië, Pruisen,
Oostenrijk en Rusland.
Hoofdstuk 3
1814-1815: Congres van Wenen (vertegenwoordigers van vers. Europese landen komen bij elkaar,
om te kijken hoe het nu verder moet nu dat Napoleon verslagen is)
Overwinnaars Napoleon willen weer stabiliteit in Europa door terugkeer naar toestand vóór 1792
(restauratie).
In het Koninkrijk der Nederlanden blijft de Code Napoléon van kracht
Liberalisme
1848: Revolutiejaar. Willem II vreest ook voor revolutie in Nederland. Liberaal Thorbecke moet
grondwet ontwerpen (die is bijna hetzelfde gebleven tot de dag van vandaag). Hierin:
Socialisme
- Benadrukt gelijkheid
- Overheid en gemeenschap (?) moeten sociale gelijkheid in samenleving garanderen
- Komt op voor onderklasse/arbeiders
- Ontwikkeld door Karl Marx. Hij voorspelt dat klassenstrijd zal leiden tot sociale revolutie
dictatuur van het proletariaat (arbeiders)
- Leidt tot oprichting coöperaties/vakbonden waarin arbeiders samenwerken om
werkomstandigheden te verbeteren
Nationalisme
Feminisme