You are on page 1of 21

SAMENVATTING CHINA 1842-2001

Paragraaf 1 – Chinees keizerrijk begin 19e eeuw ernstig verzwakt


De keizers regeren als absolute vorsten

In 19e eeuw regeerde in China de keizerlijke Qing-dynastie (Mantsjoe-dynastie): een serie


heersers uit één familie
De Chinese keizers regeerden als absolute vorsten  gingen ervan uit dat de Hemel hun
absolute macht verleende, het ‘Hemels Mandaat’. Zij bestuurden hun rijk vanuit het keizerlijk
hof in de hoofdstad.
Om de besluiten van de keizer overal te kunnen uitvoeren, was het rijk verdeeld in
provincies, die weer in prefecturen en die in districten.
- Aan het hoofd van elk stonden door de keizer benoemde ambtenaren  de hoogste
ambtenaren: mandarijnen.
- Ook groep ambtenaren die toezicht hield op de andere ambtenaren en fouten moest
melden aan de keizer
- Men kon ambtenaar worden door deel te nemen aan een door de staat
georganiseerd ambtenarenexamen  keizers hadden dit ingesteld om in het hele rijk
te kunnen beschikken over betrouwbare ambtenaren met dezelfde denkbeelden. Dit
heeft de uitoefening van centraal gezag over het reusachtige rijk mogelijk gemaakt.
Het centrale gezag was gebaseerd op het confucianisme

Confucianisme: officiële leer van het keizerrijk dat een aanvulling was op het bestaande
geloof in een hemelse en aardse orde  ontwerper was Koeng Foe-Tsoe (Confucius)
De belangrijkste kenmerken van het confucianisme

- De nadruk op het juiste persoonlijke gedrag. Confucius geloofde dat de aard van de
mens goed was. Als mensen zich juist gedroegen, zouden alle problemen in de
samenleving verdwijnen .
- Zijn leer van de ‘Vijf Menselijke Relaties’ gaf aan wat de juiste betrekkingen was
tussen een heerser en zijn onderdanen, tussen een vader en zijn zoon, tussen een
echtgenoot en zijn vrouw, tussen een oudere en een jongere broer, tussen vrienden.
- Van de hoger geplaatsten werd welwillendheid en vriendelijkheid verwacht, van de
lager geplaatsten toewijding en gehoorzaamheid aan de hoger geplaatsten. De hoger
geplaatsten moesten het goede voorbeeld geven. Als de keizer handelde in
overeenstemming met de confucianistische leer, dan zouden zijn ambtenaren en het
volk dat ook doen.
- Om ervoor te zorgen dat ieder zich op de juiste manier gedroeg, ontstonden er
talrijke rituelen en vaste omgangsvormen. Wie zich daaraan hield, gedroeg zich op de
juiste manier.
Problemen voor Qing-dynastie eind 18e , begin 19e eeuw

Het centrale gezag van de Qing-Dynastie die China al regeerde vanaf 1644, verzwakte ernstig
vanaf het einde van de 18e eeuw. Een periode van crisis en neergang begon. Overal in China
daalde het bestaansniveau voor de Chinese bevolking.
Oorzaken

Corruptie
- Corruptie en – mede als gevolg daarvan – inefficiënt bestuur namen toe in de laatste
fase van het lange bewind van keizer Qianlong.
Politieke crises
- Corruptie, inefficiënt bestuur en natuurrampen leidden telkens tot politieke crises.
- Ook in gebieden waar nog geen hongersnood heerste, ontstonden problemen omdat
vanuit gebieden met hongersnood mensen migreerden naar andere gebieden. Daar
ontstonden dan vaak spanningen, conflicten tussen bevolkingsgroepen en opstanden.
Hongersnoden
- Kwamen deels als gevolg van natuurrampen, deels als gevolg van uitbuiting door de
overheid, deels als gevolg van overbevolking. Terwijl de bevolking groeide, bleven de
hoeveelheid bebouwbaar land en de landbouwmethoden hetzelfde.
Paragraaf 2 – De Eerste Opiumoorlog (1839-1842): China doet concessies
Zowel China als het Westen beschouwt zich als superieur

China beschouwt zich als het middelpunt van de wereld


Chinezen beschouwden China als middelpunt van de wereld. Zij voelden zich omringd door
volken met een minder ontwikkelde beschaving en hadden daardoor het gevoel een eiland
van cultuur in een zee van barbaren te zijn. De Qing onderhielden weinig betrekkingen met
het buitenland. Onderhandelen zou erkenning van gelijkheid betekenen.
Het Westen wil de rest van de wereld veroveren en beschaven
Het christelijke Westen beschouwde zich net als China verheven boven de rest van de
wereld. China kreeg evenals de rest van wereld in loop van 19e eeuw te maken met het
modern imperialisme.
- Beide zijden weigerden zich aan te passen aan de politieke en juridische gebruiken
van de ander. Engeland was bereid om met geweld China te dwingen tot
onderhandelen en tot het doen van concessies. Een conflict over de handel in opium
bood de Britten de kans om in te grijpen.
De voor China schadelijke gevolgen van de opiumhandel

Britse handelaren vervoerden sinds eind 18e eeuw steeds meer opium vanuit Brits-Indië naar
China.
Deze voor het Westen winstgevende handel was voor China zeer schadelijk

- De opium moest met zoveel Chinees zilver worden betaald dat de Chinese economie
er steeds meer schade door ging leiden. De situatie verergerde vanaf 1834 toen de
Britse regering onder druk van andere handelaren een einde maakte aan het
monopolie van de East India Company op de handel met Azië. Iedereen kon vanaf
toen handeldrijven met China.
- De sociale ontwrichting vooral in de kustgebieden van China als gevolg van
opiumverslaving was groot. Miljoenen Chinezen raakten verslaafd aan opium.
- De Chinese regering verbood deze handel tevergeefs. Doordat veel Chinese
ambtenaren na het verbod op de opiumhandel omkoopbaar bleken, bleef de illegale
opiumhandel sterk groeien.
Aanleiding (meest directe oorzaak) van de Opiumoorlog

Toen de maatregelen van de Chinese regering om de opiumhandel te verbieden niet hielpen


en koningin Victoria niet inging op een Chinees verzoek de schadelijke opiumhandel te
verbieden, liet de Chinese keizer zijn vertegenwoordiger in Kanton in 1839 een kleine
anderhalf miljoen kilo in beslag genomen Britse ruwe opium vernietigen. De Britten stuurden
als reactie daarop een vloot en een leger.
De Britten overwinnen dankzij militaire overmacht

De minder goed bewapende Chinezen bleken niet tegen de militaire overmacht van de
Britten opgewassen in de Opiumoorlog. Qing was nog nooit zo overtuigend verslagen  ook
veroorzaakt door voorsprong van Industriële Revolutie (door stoom aangedreven
oorlogsschepen).
China wordt gedwongen tot vernederend vredesverdrag
De Chinese regering werd door de Britten in het Verdrag van Nanking gedwongen

- Vijf havens als verdragshavens open te stellen voor Britse kooplieden


- Het eiland Hongkong af te staan aan de Britten
- Toe te staan dat Britse kooplieden die zich in die verdragshavens vestigden, niet
onder Chinees bestuur en Chinese rechtspraak zouden vallen
- Zes miljoen dollar te betalen als schadevergoeding voor de in Kanton vernietigde
opium
- Toe te staan dat het verdrag periodiek zou worden herzien
Paragraaf 3 – Nieuwe Chinese concessies na Tweede Opiumoorlog (1856-1860)
Nieuwe Ongelijke Verdragen

De aan China opgelegde verdragen werden Ongelijke Verdragen genoemd, ze waren veel
gunstiger voor de westerse mogendheden dan voor China.
Deze verdragen hadden voor China tot gevolg

- Het verlies aan zeggenschap over grondgebied


- Het verlies aan inkomsten uit economische centra die voor een groot deel in handen
van buitenlandse mogendheden kwamen
In 1844 sloten VS en Frankrijk Ongelijke Verdragen met China. Ook zij kregen steeds meer
invloed in steden zoals Shanghai en Hongkong in het zuidoosten en oosten. Daarna volgden
ook verdragen met andere landen: NL, Zweden, Denemarken, Spanje, Portugal, Duitsland en
Oostenrijk.
Na nieuwe gewapende conflicten kwamen grote delen van het keizerrijk direct in handen van
Japan, Frankrijk en Rusland. Die namen sommige overheidstaken over. De belangrijkste
gewapende conflicten na eerste Opiumoorlog waren de Tweede Opiumoorlog en de Chinees-
Japanse Oorlog.
De Tweede Opiumoorlog (1856-1860)

Over de uitvoering van de Ongelijke Verdragen waren voortdurend moeilijkheden tussen


China en westerse mogendheden. De Chinese regering beschouwde de verdragen slechts als
een tijdelijke stap terug en werkte bij de uitvoering niet altijd loyaal mee. Toen na enige jaren
de periodieke herziening van de verdragen aan de orde kwam, weigerde China meer
concessies te doen. Groot-Brittannië en Frankrijk besloten tot een nieuwe oorlog om meer
concessies af te dwingen. Opnieuw hadden de Chinezen militair gezien geen schijn van kans.
Bij de vredesonderhandelingen sloten ook de VS en Rusland zich aan  Verdrag van Tianjin
(1858).
Toen de Chinese regering niet bereid bleek het verdrag uit te voeren, werd de oorlog hervat.
Nadat Britse en Franse troepen het Zomerpaleis bij Peking hadden vernietigd, aanvaardde de
Chinese regering het verdrag in 1860 alsnog.
De Chinees-Japanse Oorlog (1894-1895)

China was, onder invloed van de Zelfversterkingsbeweging begonnen aan de modernisering


van zijn leger. Maar Japan was dat ook en had daarbij eind 19e eeuw grotere vorderingen
gemaakt. Japan had in die tijd te kampen met een gebrek aan grondstoffen en met
overbevolking  wilde daarom Korea veroveren. Maar Korea werd als vanouds door de
Chinezen als hun vazalstaat beschouwd  in 1894 brak een oorlog uit tussen China en Japan.
In die oorlog bleken de in sommige legeronderdelen nog met pijl en boog vechtende
Chinezen niet opgewassen tegen de door hen verachte Japanse ‘dwergbarbaren’ die hun
leger volledig gemoderniseerd hadden.
Ook de Chinese vloot die anders dan de Japanse vloot slecht op beperkte schaal was
gemoderniseerd, maakte geen schijn van kans tegen de Japanse vloot. De Japanse militairen
waren bovendien veel strijdbaarder dan de Chinese.
Vrede van Shimonoseki in 1895 werd China ook weer gedwongen tot allerlei zaken
De Chinese nederlaag verraste het Westen, maar meer nog de Chinezen zelf. China was ervan
overtuigd geweest de oorlog te zullen winnen. Onder steeds meer Chinezen groeide het
besef dat China toe was aan een nieuwe staatsvorm.
Paragraaf 4 – Binnenlands verzet tegen het keizerlijk gezag
De opstand van de Taiping (1850-1864)

De opstand van de Taiping was verreweg de grootste in China in 19e eeuw.


Wat de Taiping wilden
De opstand van de Taiping kwam voort uit de grote ontevredenheid over de situatie in China.
De aanhangers wilden een einde maken aan het Qing-bewind en aan de macht van het
Westen over China.
Tot de belangrijkste hervormingen die zijn wilden, behoorden:

- Afschaffing van het confucianisme


- Afstand van particulier bezet
- Gelijkstelling van vrouwen en mannen
- Opheffing van de Ongelijke Verdragen en van de exterritoriale rechten
Waarom zij aanvankelijk succes hadden
Chinese regering werd ernstig bedreigd. Zij was aanvankelijk niet opgewassen tegen de door
godsdienstijver bezielde troepen van de Taiping. In 1860 bezetten hun troepen het grootste
deel van Zuid- en Midden-China. Maar het lukte de Taiping niet Peking in te nemen.
Het succes van Taiping kwam voort uit

- Onvrede over het Qing-bewind


- De afkeer van de westerse inmenging in China
- Het charisma van Hong Xiuquan, de leider van de Taiping
 Hij bood zijn volgelingen uitzicht op een hemel op aarde. Het bevatte ook
christelijke denkbeelden
- De gelijkheid die Hong predikte
 De op gelijkheid gerichte onderdelen in zijn programma waren aantrekkelijk
voor talloze arme Chinezen en minderheidsgroepen die onder het Qing-
bewind werden gediscrimineerd
- Bekwame leiders
 Hong kon aanvankelijk rekenen op steun van een groep bekwame en
onkreukbare generaals en ministers
Waardoor hun opstand uiteindelijk mislukte
- Verdeeldheid onder de leiders
 Twee belangrijke leiders van de Taiping kwamen om en Hong vervreemdde
van zijn meest talentvolle andere ministers en generaals. Sommigen gingen
een eigen koers varen.
- Idealen worden niet in praktijk gebracht
 Het lukte hun niet de oorspronkelijke idealen van een rechtvaardige verdeling
van de inkomsten en van een rechtvaardig stelsel van grondbezit in praktijk te
brengen
- Geen samenwerking met andere opstandelingen
- Het Westen komt de Chinese keizer te hulp
 Toen handelspositie van het Westen in gevaar kwam, werd een internationaal
áltijd Zegevierend Leger’ opgericht en door de Brit Charles Gordon geleid. Met
dit leger heeft het Westen het Chinese keizerlijk leger geholpen de reeds in
verval rakende Taiping-beweging te onderdrukken. In 1864 werd Nanking
veroverd. De gevangengenomen leiders werden geëxecuteerd.
De opstand van de Nian (1851-1868)

Opstand Nian viel ongeveer samen met die van Taiping.


- Nian waren in het noorden van China actief. Zij boden al in de jaren 40 van de 19 e
eeuw verzet, maar hun opstand kreeg een grote omvang na twee
overstromingsrampen van de Gele Rivier. De Qing-regering bleek niet in staat de
slachtoffers voldoende hulp te bieden. Veel arme boeren sloten zich aan bij bendes
van de Nian die uitgroeiden tot legers.
- Het ging de Nian vooral om voor zichzelf en voor arme boeren voedsel en
rijkdommen te verwerven ten koste van de Qing-regering en hun rijke aanhangers.
- Het resultaat van natuurrampen en de erop volgende acties van de Nian waren zeer
schadelijk voor het Qing-bewind. De door de Nian overheerste gebieden behoorden
voor de opstand tot de rijkste van China. De Qing-regering moest nu haar inkomsten
uit belastingen missen, er was ook veel geld kwijt aan bestrijding van opstand.
Na uitschakeling van Taiping bleken troepen van Qing-regering in staat zonder hulp van
westerse troepen de Nian te verslaan.
Hervormingspogingen van regeringswege: de Zelfversterkingsbeweging (1861-1895)
Wat de Zelfversterkingsbeweging wilde

In regeringskringen zagen sommigen in dat China alleen gered kon worden als men de
westerse techniek en industriële ontwikkeling zou overnemen. Tegelijkertijd wilden deze
hervormers echter het confucianisme tot nieuwe bloei brengen. Zo wilden zij komen tot
‘zelfversterking’ van de staat door militaire, industriële en bestuurlijke modernisering naar
westers en Japans voorbeeld.
De Zelfversterkingsbeweging zette belangrijke stappen op weg naar deze modernisering

- Militaire en industriële modernisering


 Sommige onderdelen van leger en vloot werden enigszins gemoderniseerd, er
werden enkele wapenfabrieken en scheepswerven gebouwd, enkele
textielfabrieken opgericht en enkele spoorlijnen aangelegd.
- Toenadering tot het Westen
 De Chinese regering ging streven naar vreedzamer betrekkingen met het
Westen. Westerse kranten en boeken werden in het Chinees vertaald. Er
werden enkele scholen opgericht die studenten gingen opleiden in westerse
talen en vakken.
Maar pas na Bokseropstand kregen hervormers aan het hof steun om eeuwenoude
bestuurspraktijken geleidelijk af te schaffen of te moderniseren. Pas toen kwam Chinese
regering met plannen om ambtenarenexamens af te schaffen, om grondwet op te stellen en
om Chinese onderwijs grondig te herzien.
Waardoor de Zelfversterkingsbeweging uiteindelijk mislukte
Deze zelfversterking vond op beperkte schaal plaats  het bleef daardoor een
randverschijnsel in de Chinese samenleving.
Drie oorzaken hiervan

- Tegenwerking van conservatieven aan het hof en in het land


 Voor conservatieve Chinezen ging deze beperkte modernisering binnen
confucianistisch kader toch nog te ver. Zij vonden dat westerse invloeden de
superieur geachte Chinese beschaving bedreigde.
 Ze hadden ook aan het hof nog grote invloed. Alle hoge ambtenaren in China
kwamen voort uit het oude examenstelsel waartoe alleen kenners van het
confucianisme toegang hadden. Voor Chinezen met interesse voor de
westerse wetenschap en techniek was onder de elite weinig waardering.
- Ontbreken van kapitaal
 Ontbrak aan benodigde kapitaal voor modernisering, binnenlandse opstanden
en bestrijding ervan en gevolgen van natuurrampen
- Traditionele Chinese wijze van bedrijfsvoering
 Invoeren van westerse kapitalistische bedrijfsvoering viel slecht te combineren
met de traditionele Chinese wijze van bedrijfsvoering waarbij persoonlijke
loyaliteit en corruptie een belangrijke rol speelden. Winsten en geld
verdwenen.
Nederlaag tegen Japan leidt tot de Periode van de Honderd Dagen (1898)

Jonge keizer Guangxu besloot na onvoldoende zijn van zelfversterking tot veel verdergaande
hervormingen. Tijdens de Periode van de Honderd Dagen liet hij allerlei hervormingen naar
westers voorbeeld afkondigen.
Kang Youwei beoogde binnen een confucianistisch kader een constitutionele monarchie, een
vrijemarkteconomie en een onderwijssysteem waarbij de elite van het land niet meer werd
geselecteerd op basis van kennis van het confucianisme maar op basis van kennis van actuele
politieke onderwerpen. De keizer zou in het nieuwe stelsel aan het hoofd blijven staan en
één zijn met het volk.
Deze revolutie van bovenaf werd de grond in geboord door de tegenstanders van die
hervormingen. Zij verenigden zich onder leiding van de keizerin-weduwe Cixi. Na een
staatsgreep in 1898 werd de keizer zwakzinnig verklaard en gevangengezet. Kang vluchtte
naar Japan. De hervormingen gingen niet door, Guangxu stierf in gevangenschap in 1908.
De Bokseropstand

Het mislukken van de hervormingspoging was een directe oorzaak van de Bokseropstand in
1900
Wat de Boksers wilden
De Boksers waren merendeels landloze jonge boeren. Zij hadden zich aangesloten bij leden
van een godsdienstige sekte, die geloofden door bepaalde rituelen onkwetsbaar te worden
door vijanden. De Boksers keerden zich tegen de buitenlandse aanwezigheid en tegen de
Chinese regering die zij er de schuld van gaven.
Toen het aantal Boksers toenamen, besloot het keizerlijk hof onder leiding van keizerin-
weduwe Cixi met de Boksers te gaan samenwerken. Zij en conservatieven hoopten het
verdrijven van de buitenlandse mogendheden uit China.
Aan Chinese zijde was geen eensgezindheid. Hovelingen die zich tegen dit besluit keerden,
werden geëxecuteerd.
Het besluit van Cixi de Bokseropstand te steunen en oorlog te verklaren aan alle
buitenlandse mogendheden, zou een grote vergissing blijken.
In hoeverre zij succes hadden
Boksers wisten groot deel van noorden van China te veroveren. Hun aanvallen richtten zich
zowel op buitenlanders en hun bezittingen als op tot het christendom bekeerde Chinezen.
Duizenden Chinese christenen en enige honderden westerlingen werden door hen
vermoord.
In zomer 1900 omsingelden de Boksers samen met een deel van het Chinese leger de wijk
van de westerse ambassades in Peking.
De Bokseropstand wordt bloeding onderdrukt
De blokkade van westerse ambassades werd na 55 dagen beëindigd door ingrijpen van een
internationaal leger van 19.000 man. Dat leger van 8 landen onderdrukte de opstand met
harde hand. Vele Chinezen kwamen om en keizerin was Peking ontvlucht en liet het tekenen
van de capitulatie over aan een familielid.
China werd opnieuw gedwongen een vernederend verdrag te tekenen; Bokserprotocool
De strafmaatregelen versterkten de gevoelens van onvrede onder de Chinese bevolking.
Tot de strafmaatregelen behoorden:

- Het betalen van een enorme schadevergoeding


- De toezegging de voornaamste aanhangers van de Boksers ter dood te brengen
- Het verbod tot invoer van wapens gedurende twee jaar
- Het oprichten van monumenten ter herdenking van het neerslaan van de opstand
Onbedoeld gevolg: het keizerrijk wil nu grondig gaan hervormen

De Bokseropstand kreeg een hoogst onbedoeld gevolg: de Chinese regering besloot tot een
grondig plan tot hervorming. De keizerin-weduwe en ook haar conservatieve adviseurs zagen
de noodzaak ervan nu in. De hervormingen van hun Nieuwe Politiek verschilden weinig van
die van 1898.
Tot de belangrijkste hervormingen behoorde

- Herziening van het traditionele onderwijs


 Nieuwe scholen werden gesticht waarin westerse vakken werden ingevoerd.
 Omdat voor nieuwe onderwijs meer geld nodig was bleef nieuwe onderwijs
voorlopig beperkt tot hoofdsteden van provincies  band tussen Chinese
stedelijke bovenlaag en dorpsbewoners werd op het platteland verbroken.
- Afschaffing van het eeuwenoude ambtenarenexamen
 Het Hof zag af van zijn rol als verzorger en controleur van de politieke
opvoeding. Het confucianisme en de keizerlijke uitleg ervan waren geen
richtsnoer meer. Geen andere overheidsinstelling nam die taak over.
- Invoering van een grondwet en de parlementaire democratie
 In 1909 grondwet en parlement. In 1909 werd begonnen met de instelling van
provinciale vergaderingen. Die bleken meer oog te hebben voor het regionale
dan het nationale belang.
Deze hervormingspogingen van het hof mislukten echter grotendeels. Hierdoor werden de
gevoelens van onvrede nog versterkt.
De situatie verergerde toen in 1908 zowel de keizerin-weduwe als Guangxu stierven.
Paragraaf 5 – China wordt een republiek maar valt snel uiteen
Keizerlijk bestuur verloor steeds meer steun van bevolking. Ook landsbestuur functioneerde
niet langer, doordat steeds meer bestuurders en legeraanvoerders hun eigen gang gingen.
Sun Yat-sen wordt de belangrijkste revolutionaire leider

Door hervorming onderwijs en studie in buitenland ontstond er in China nieuwe


bevolkingsgroep: jonge intellectuelen met westerse denkbeelden. Velen van hen vonden
hervormingen van keizerlijke regering onvoldoende. China kon volgens hen alleen grote rol in
wereld spelen, als Chinese maatschappij totaal zou veranderen  zij waren tegelijk
nationalisten en revolutionairen  belangrijkste leider werd Sun Yat-sen  stichtte in 1894
geheime vereniging, Genootschap voor de Opwekking van China  wilde het keizerrijk
vervangen door een republiek.
Sun Yat-sen en Kang Youwei hadden in 1900 gepoogd de macht te grijpen  Sun wilde
republiek vestigen, Kang wilde de afgezette keizer Guangxu weer op de troon plaatsen, maar
nu als constitutioneel vorst. Regeringstroepen hadden beide aanvallen nog weten af te slaan.
In buitenland richtte Sun in 1905, samen met andere revolutionairen die de Qing-dynastie
ten val wilden brengen, de Revolutionaire Alliantie op.
In die chaotische omstandigheden vond in 1911 revolutie plaats die einde maakte aan
keizerrijk China.
De Revolutie van 1911: het keizerrijk valt, China wordt een republiek

Revolutie onverwachts
- Revolutionairen maakten gebruik van plaatselijk oproer in Sichuan in oktober 1911
om de revolutie op gang te brengen. Sun werd tot voorlopig president van Republiek
China uitgeroepen.
- Toen Chinese leger er niet in slaagde het verzet te onderdrukken, riep regering de in
ballingschap gevonden Yuan Shikai te hulp. Yuan stelde stevige voorwaarden: bevel
over alle keizerlijke troepen en politieke hervormingen. Regering ging akkoord.
- Yuan ging zowel met Sun Yat-sen als met keizerlijke regering onderhandelen. Met Sun
kwam hij overeen dat hij president zou worden, als hij de Qing-dynastie ten val zou
brengen. De regent ging akkoord met het aftreden van de keizer.
- In 1912 deed keizer Puyi in een edict afstand van de troon en gaf Yuan Shikai de
opdracht een republiek te stichten. De jonge keizer en zijn familie mochten in de
Verboden Stad blijven wonen, hun bezittingen behouden en kregen een jaarlijks
inkomen ter waarde van 4 miljoen dollar toegezegd.
- Maand na troonsafstand van keizer stond Sun Yat-sen het presidentschap af aan Yuan
Shikai. Sun dacht dat zijn ideaal van een parlementair-democratische republiek meer
kans maakte als Yuan met zijn sterke moderne leger president werd. Yuan belooft de
invoering van een parlementaire democratie.
Partij van Sun, GMD, wint de eerste verkiezingen in China

Na aftreden Chinese keizer werden in China algemene verkiezingen georganiseerd. De


Revolutionaire Alliantie werd in opdracht van Sun omgebouwd tot democratische politieke
partij, de Guomindang. De aanhangers werden later meestal Nationalisten genoemd.
De partij zette zich in voor de Drie volksbeginselen

1. Nationalisme
2. Democratie
3. Volkswelvaart (socialisme)
De leiding  Song Jiaoren  wilde grote macht parlement en beperkte macht president
De Nationalistische Partij van Sun won deze eerste parlementsverkiezingen in China
Guomindang wordt door Yuan Shikai uitgeschakeld
Kort na verkiezingen verbiedt Yuan Shikai de GMD

Kort voor parlement bijeen zou komen  Song vermoord. Hierna liep conflicten tussen Yuan
en GMD zo hoog op dat Sun besloot naar Japan te vluchten  riep uit tot tweede revolutie,
nu gericht tegen Yuan Shikai.
Yuan Shikai en zijn warlords gaan grootste deel van China regeren
Generaal Yuan Shikai onderdrukte het verzet snel  verbood GMD als partij en zette de
GMD-leden uit het parlement. De overgebleven leden ontbonden het parlement kort erop.
- Yuan riep een door hemzelf samengestelde raad bijeen die hem in een
constitutionele overeenkomst tot president met vrijwel onbeperkte macht
benoemde.
- Het land viel uiteen
- Sommige gebieden waren in handen van centrale regering in Peking (geleid door
Yuan Shikai en zijn opvolgers). Andere gebieden geregeerd door warlords (plaatselijke
militaire machthebbers); deze trokken zich meestal weinig aan van centrale regering.
- In 1915 verklaarde Yuan dat China nog niet toe was aan parlementaire democratie,
dat China niet geheel met het verleden moest breken en dat het keizerrijk in een
modern westers constitutionele vorm moest worden hersteld. Hij liet zichzelf tot
keizer benoemen. 6 juni 1916 stierf Yuan Shikai.
Sun Yat-sen roept in Kanton een tegenregering uit (1916)
1916 keerde Sun Yat-Sen terug naar China. Het jaar daarop riep GMD in Kanton een
tegenregering uit. Westerse mogendheden erkenden echter de regering in Peking van Yuan
Shikai en zijn opvolgers als de wettige regering van China.
- Alleen Sovjet-Unie erkende GMD-regering en gaf haar militaire steun.
- SU zorgde ook ervoor dat Chinese communisten met GMD gingen samenwerken. Als
afgezant van Communistische Internationale droeg de Nederlandse communisten
Henk Sneevliet aan deze samenwerking bij.
4 Mei-beweging in 1919 leidt tot oprichting van de Chinese Communistische Partij (1921)

Invloed en bemoeienis van buitenlandse mogendheden bleef groot  uit protest daartegen
en tegen uitblijven van veranderingen ontstond de 4 Mei-beweging.
- Onder invloed van westerse, Japanse en Chinese voorbeelden zette die zich in voor
een modernisering van de republiek op bestuurlijk, sociaal en cultureel gebied.
GMD had sympathie voor Sovjet-Unie. SU erkende immers de GMD-regering en gaf haar
militaire steun. Het Westen erkende alleen de regering van Yuan Shikai. In deze sfeer van
ontevredenheid over de houding van het Westen en waardering voor houding van
communistische SU werd in 1921 de Chinese Communistische Partij opgericht.
Paragraaf 6 – GMD herstelt centrale gezag in het grootste deel van China
GMD en CCP brengen in de jaren ’20 samen een groot deel van China onder hun gezag

- Samenwerking tussen GMD en CCP met steun van de SU


 Nationalistische en communistische partijen kregen allebei steun van SU en
gingen samenwerken in strijd tegen buitenlandse invloeden en binnenlandse
verbrokkeling
 WOI en Russische Revolutie boden Sun Yat-sen en zijn GMD een nieuwe kans
de macht in China te veroveren. Sun verzocht het buitenland om hulp. Alleen
SU ging hierop in  zij bood zowel GMD als CCP steun aan en dwong CCP
samen te werken met GMD. CCP werd toegelaten in GMD en hulp van
buitenlandse communisten werd aanvaard. Partij en leger werden op
Russische leest geschoeid. Militaire academie van Whampoa werd opgericht
en kwam onder leiding te staan van de in Moskou opgeleide Chiang Kaishek,
een trouw aanhanger van Sun.
- Tijdens Noordelijke Veldtocht veroveren GMD en CCP grote gebieden
 Na dood Sun Yat-sen beheerste GMD alleen Kanton en omgeving. Rest van
China geregeerd door regering in Peking of door warlods. In 1926-1927
werden grote gebieden veroverd op de warlords onder leiding Chiang tijdens
een noordelijke Veldtocht van gecombineerde nationalistisch-communistische
leger. Warlords werden verslagen.

De GMD grijpt de macht (1927)


Zowel in CCP als in GMD bleef verzet bestaan tegen eenheidsfront  Sun Yat-sen was sterk
voorstander van samenwerking met SU. Chiang Kaishek (opvolger Sun) was tegenstander
communisme.
- GMD raakte verdeeld tossen voor- en tegenstanders van samenwerking met CCP.
- Chiang en veel andere nationalisten vonden dat communisten te veel invloed kregen
(communisten in strijd tegen warlords boeren en arbeiders opzetten tegen
industriëlen en grootgrondbezitters).
- Na Noordelijke Veldtocht besloot Chiang tot bloedige staatsgreep waarbij leiders van
CCP en duizenden andere communisten werden gedood. Veel communisten vluchtten
naar nog niet door GMD beheerste gebieden. De CCP ging zelfstandig verder.
- In 1928 nam Chiang Kaishek Peking in  overwinning GMD leek volledig te zijn. China
leek nieuwe periode van eenheid tegemoet te gaan.
Wat de GMD wel deed en wat niet
Na bloedige breuk met communisten in 1927 hadden de nationalisten het centrale gezag
hersteld
De nieuwe regering:

- Bracht een proces van industrialisatie op gang


- Verbeterde de infrastructuur (aanleg van nieuwe wegen en spoorlijnen)
- Moderniseerde het onderwijs
- Nam maatregelen ter verbetering van de volksgezondheid
- Maakte gedeeltelijk een einde aan de Ongelijke Verdragen
Maar GMD-regering die steunde op grootgrondbezitters, bankiers, industriële en leger, liet
de revolutie onvoltooid:

- Ze gingen niet over tot de zo noodzakelijke landhervormingen


- Ze stond geen parlementaire democratie toe, politieke tegenstanders werden
vervolgd
- Ze liet corruptie wijdverbreid bestaan
Bovendien kreeg regering niet alle delen van het rijk volledig onder haar gezag:

- Sommige warlords luisterden maar deels naar GMD-regering


- Vanuit provincie Hunan breidden communisten hun macht uit
- En Japan begon aan de verovering van grote delen van China

Paragraaf 7 – Chinese communisme gaat zijn eigen weg


Tijdelijke samenwerking GMD-CCP

Eerste jaren invloed SU en Komintern op Chinese Communistische Partij groot  wilden CCP
laten samenwerken met GMD, omdat zij de CCP voorlopig nog niet tot een succesvolle greep
naar de macht in staat achtten. In 1924 kwam officieel verbond tussen GMD en CCP tot
stand. CCP bleef als partij bestaan maar haar leden traden individueel toe tot GMD en kregen
evenredig aantal zetels in de partijorganen.
CCP kiest voor agrarische communisme van Mao Zedong

Vanaf 1925 hield Mao Zedong zich vooral bezig met rol van boeren in communistische
revolutie. Hij kwam tot conclusie (hij moest revolutionaire beweging onder boeren
bestuderen) dat communistische revolutie, als deze in China wilde slagen, niet moest uitgaan
van arbeiders in steden maar van boeren op het platteland. Mao richtte op platteland
revolutionaire boerenbonden op, die ernaar streefden desnoods met geweld het
grootgrondbezit te verdelen.
Na dood van Sun Yat-sen maakte Chiang Kaishek op een gewelddadige wijze een einde aan
de samenwerking tussen de CCP en GMD. Meeste communisten sloten zich toen aan bij Mao
Zedong.
Shaanxi wordt het hoofdkwartier van Mao’s CCP

In 1931 werd in provincie Jiangxi de eerste Chinese communistische republiek gesticht 


Mao werd president. Daarheen vluchtten de communisten die door Chiang werden vervolgd.
Het agrarische communisme van Mao had grote overwinning behaald.
In 1934 werden zij door GMD uit dit gebied verdreven. De overlevenden vestigden in Shaanxi
onder leiding van Mao hun hoofdkwartier en legden er de basis voor hun latere verovering
van heel China  zij richtten er het Rode Leger op (grotendeels bestaande uit arme boeren)
 werd geschoold in leer van marxisme van Mao. Soldaten vormden leger dat in China een
revolutie tot stand moest brengen  één van voornaamste doelen revolutie was
herverdeling van de grond. Met behulp van dit Rode Leger werden rijke boeren gedwongen
hun land af te slaan aan de arme boeren, die de grote meerderheid vormden.
Vanaf 1934 was Mao Zedong de absolute leider van CCP.
Paragraaf 8 – GMD krijgt te maken met Japanse agressie en communistisch verzet
Japan verovert grote delen van China

Het lukte China niet de communisten volledig te verslaan, hing samen met Japanse aanvallen
op China. In 1931 bezette Japan de provincie Mantsjoerije en vestigde daar een fascistisch
geïnspireerd en wreed regime. De laatste Chinese keizer Puyi werd door Japanners als
symbolische heerser aan het hoofd van deze marionettenstaat aangesteld.

Chiang wordt gedwongen tot een Verenigd Front


In jaren 30 en 40 bestreden nationalisten en communisten elkaar, maar werkten
noodgedwongen ook samen tegen Japan. Toen Japanners Mantsjoerije veroverden,
veroordeelde Westen de daad wel in Volkenbond, maar bood China geen daadwerklijke
steun. China zag Japanse gevaar wel, maar gaf voorkeur aan eerst communisme te
bedwingen.
Communisten riepen echter op tot Verenigd Front tegen Japan en kregen in de kringen van
GMD steeds meer bijval. In 1937 werd Chiang gedwongen toe te geven. Eind 1936
ontvoerden enige generaals Chiang en dwongen hem de strijd tegen de communisten te
staken en samen met de communisten een Verenigd Front te vormen tegen Japan. Door
grote wederzijdse wantrouwen kwam er weinig van een verenigde strijd tegen de Japanners
terecht.
Japanners besloten China aan te vallen voordat het werkelijk één en sterk zou zijn, Chiang
werd gedwongen terug te trekken en liet het Noorden, de kustgebieden en de rijke Jangtse-
vallei aan de Japanners. Daar de communisten in het Noordwesten het gezag uitoefenden,
bleef voor Chiang alleen de rest van het Westen over. China bleek voor de strijdende partijen
een veel te groot land om geheel veroverd te kunnen worden.
Na Pearl Harbor nemen de VS de strijd tegen Japan grotendeels over

Toen na Japanse aanval op Amerikaanse vlootbasis Pearl Harbor (1941) VS actief aan de strijd
tegen Japan gingen deelnemen, lieten de Chinezen de oorlogsvoering vrijwel geheel aan hen
over een breidden zij zich voor op de tijd na de oorlog. De Amerikanen probeerden voor en
na 1945 voortdurend te bemiddelen tussen Chiang en Mao. In januari 1947 verlieten de
laatste troepen van de VS China. Na een korte stilte brak de strijd los.
De communisten winnen de burgeroorlog

Na capitulatie van Japan brak in 1946 tussen GMD en CCP burgeroorlog uit. GMD-leger was
veel groter, had overmacht aan (Amerikaans)materieel en beheerste de meeste grote steden.
Maar het leed de ene nederlaag na de andere. Hele legereenheid van GMD liepen over.
Groot deel bevolking en leger had vertrouwen in GMD verloren. In enkele jaren veroverde
Rode Leger het hele vasteland van China.
Op 1 oktober 1949 riep Mao Zedong in Peking de communistische Volksrepubliek China uit.
Chiang Kaishek vluchtte naar Taiwan. Met steun VS wisten zij zich daar te handhaven.
Waarom faalden Chiang en zijn GMD?

Nationalistische regering was niet in staat gebleken economische en maatschappelijke


problemen het hoofd te bieden. GMD-regering had weinig belangstelling getoond voor de
ellendige positie van de boeren, die toch driekwart van de Chinese bevolking uitmaakten.
Chiang hechtte meer aan zijn leger dan aan sociale en economische hervormingen. De
corruptie in de regering nam steeds meer toe. Toen moeilijkheden op economisch gebied
groter werden, verloor Chinese volk vertrouwen in GMD.
En volgens confuciaanse opvattingen was revolutie geoorloofd als het met het land slecht
ging. Men mocht dus Chiang zijn ‘hemelse mandaat’ ontnemen.
Waarom slaagden Mao en zijn CCP?

Communistische partij kreeg steeds meer aanhang. Kwam niet alleen door falen van GMD-
regering, maar ook door landhervormingen die zij uitvoerden waarmee zij de steun van de
meeste boeren kregen. Zij bezaten een betere politieke en militaire organisatie. Voorts gaven
zij de bevolking weer hoop op een betere toekomst. De resultaten die zij behaalden in de
door hen beheerste gebieden, overtuigend een groeiend aantal Chinezen.
Ook de vele niet-communisten onder Chinezen voelde weinig voor het GMD-bewind te
helpen  daarmee maakte zij onbedoeld de weg vrij voor Mao en de zijnen.
China raakte betrokken bij de Koude Oorlog

Chiang Kaishek was met zijn volgelingen naar het eiland Taiwan gevlucht. VS steunden
nationalisten, SU de communisten. Zo raakte China betrokken bij de Koude Oorlog. Bij de
Verenigde Naties was het Taiwan dat heel China vertegenwoordigde.
Paragraaf 9 – CCP grijpt de macht, rampzalige hervormingen onder leiden van Mao
Onder de communistische partij werd het centrale gezag in China hersteld. Buitenlandse
invloed werd geweerd. Mao Zedong zou tot zijn dood de revolutie domineren, hij
propageerde klassenstrijd en richtte zich vooral op boeren en arbeiders.
Grote landbouwhervorming

Voor 1950 was het grondbezit ongelijk verdeeld. De agrarische-hervormingswet van 1950
maakte aan deze ongelijke verdeling een einde  duurde van 1950 tot 1952. Bijna helft van
landbouw grond werd opnieuw verdeeld: alle grond die niet door de eigenaren zelf werd
bewerkt, werd onteigend en aan arme boeren en landarbeiders gegeven. De grondeigenaren
werd op massabijeenkomsten door volkstribunalen als ‘vijanden van het volk’ berecht.
De campagne Laat Honderd Bloemen Bloeien loopt uit op een nieuwe zuivering

Tussen 1950 en 1955 had Mao verschillende zuiveringsacties laten uitvoeren. Mao besloot
halverwege 1956 tot een campagne met de leuze ‘Laat honderd bloemen bloeien, laat
honderd stromingen wedijveren’. Hij presenteerde zich als voorvechter van een
verdraagzaam socialisme waarin ruimte was voor kritiek. Eerst was er veel argwaan maar
halverwege 1957 kwam er zoveel kritiek los dat Mao tot een zuivering besloot die tot 1959
duurde. Het hebben van een mening bleek al een doodzonde. De slachtoffers werden uit de
partij gezet, verloren hun functies, werden geëxecuteerd of naar afgelegen gebieden
gedeporteerd om er dwangarbeid te verrichten. De overgebleven en nieuwe
partijfunctionarissen werden zo volgzaam dat zij klakkeloos Mao’s politiek gingen uitvoeren.

Hoe nu verder?
De groep die aanvankelijk de overhand had, wilde de Sovjet-Unie als voorbeeld nemen en
dus de landbouw collectiviseren, de industrie nationaliseren en de economie in
Vijfjarenplannen regelen. Mao Zedong helde echter langzamerhand over naar een radicale
groep. Volgens deze groep zou men een eigen, Chinese weg naar communisme moeten
vinden door gebruik te maken van het enorme aantal mensen in China.
De Grote Sprong Voorwaarts (1958-1960) mislukt

In 1958 kondigde Mao Zedong de Grote Sprong Voorwaarts af, waarbij China een
ontwikkeling van ‘twintig jaar in één dag’ zou doormaken dankzij de inzet en creativiteit van
honderden miljoenen boeren en fabrieksarbeiders.
Met de Grote Sprong Voorwaarts probeerde de Volksrepubliek op eigen kracht in korte tijd
een industriële wereldmacht te worden. De hele plattelandsbevolking werd georganiseerd in
volkscommunes  dat omvatte een aantal dorpen en moest zelf in al haar behoeften
voorzien. Daartoe behoorde het produceren van staal in primitieve staaloventjes.
- Het bestuur van een volkscommune, bestaande uit partijfunctionarissen, regelde alle
activiteiten en zorgde ervoor dat alles zoveel mogelijk gemeenschappelijk werd
gedaan
De Grote Sprong Voorwaarts werd echter een grote mislukking. De landbouwproductie
daalde sterk  hierdoor zeer ernstige hongersnood. Veel maatregelen in het kader van de
Grote Sprong Voorwaarts werden ingetrokken, de volkscommunes werden verkleind, maar
bleven als bestuurseenheid bestaan.
De Culturele Revolutie (1966-1976) ontwricht de gehele Chinese samenleving

In 1966 lanceerden de radicalen onder leiding van Mao Zedong een nieuwe massacampagne:
de Grote Proletarische Culturele Revolutie  zij wilden hiermee de samenleving en
economie ingrijpend hervormen door het Denken van de Grote Roerganger, voorzitter Mao,
tot een cultus te maken en daarbij de partij te zuiveren door de macht van echte en
vermeende tegenstanders van Mao te breken.
 Zij bevonden zich vooral in de steden en als hun belangrijkste vertegenwoordiger
werd president Liu Shaoqi gezien. Miljoenen functionarissen uit partij, bedrijfsleven,
onderwijs werden in openbaar vernederd, ontslag op platteland tewerkgesteld of
gemarteld, tot dwangarbeid veroordeeld en in sommige gevallen zelfs geëxecuteerd.
 Rode Gardisten (speciale eenheden van jongeren, vooral studenten en scholieren)
vervulden zeer belangrijke rol in deze campagne. Zij namen het voortouw in deze
beweging die sterke anti-traditioneel, anti-intellectueel en xenofoob was, en die de
gehele samenleving ontwrichtte.
Door Culturele Revolutie waren de industriële en landbouwproductie schrikbarend gedaald
en werd leven in steden zodanig ontwricht, dat Mao Zedong na enkele jaren met hulp van
leger einde liet maken aan Culturele Revolutie. De radicalen bleven overheersen tot dood
van Mao Zedong.
De dominantie van Mao Zedong had op binnenlands gebied rampzalige gevolgen. A;s gevolg
van zijn maatregelen verloren miljoenen mensen hun leven, talloze anderen verloren hun
functie, werden gevangengezet of verbannen.
Paragraaf 10 – Economische koerswijziging onder Deng Xiaoping
Deng Xiaoping wordt de nieuwe leider

Maand na dood Mao werd aantal radicale leiders gearresteerd  4 voornaamste ware Mao’s
vrouw en drie andere leden van Politbureau (hoogste orgaan van de communistische partij)
 werden de Bende van Vier genoemd en aan hen werd alle schuld van de Culturele
Revolutie toegeschreven.
De nieuwe partijleider Deng Xiaoping zette in 1978 een koerswijziging ingang om van China
een moderne, geïndustrialiseerde staat te maken. Er kwam meer vrijheid, vooral op
economisch gebied, en werd minder waarde gehecht aan de communistische ideologie.
Deng benadrukte economische successen boven ideologische zuiverheid.
De Vier Modernisering van Deng

De koerswijziging kreeg de naam Vier Moderniseringen:


- Modernisering van de landbouw
De volkscommunes werden niet afgeschaft maar afgezwakt: de boeren konden nu
eigen stukjes land krijgen en de opbrengst ervan op de vrije markt verkopen.
Hierdoor werd landbouwproductie sterk vergroot. Ook bevorderde Deng de
mechanisatie van de landbouw.
- Modernisering van wetenschap en technologie
Op technisch-wetenschappelijk gebied werden er samenwerkingsverbanden met het
Westen en met Japan aangegaan.
Chinese studenten werden voor studie naar buitenland gestuurd.
Samenwerkingsverbanden met buitenlandse universiteiten en VN werden aangegaan.
- Modernisering van de industrie
Chinese machthebbers gingen er niet meer vanuit dat Chinese economie volledig
zelfvoorzienend zou moeten zijn. Er werd besloten om export te stimuleren en
buitenlandse investeringen in China toe te laten. Er kwam meer vrijheid voor
bedrijven om zonder overheidscontrole de productie te regelen, winsten te besteden,
hoogte van lonen vast te stellen en werknemers aan te stellen of te ontslaan.
Particuliere bedrijven mochten worden opgericht. De oostelijke zeeprovincies kregen
een speciale rol. Sinds 1984 zijn de economische veranderingen in een
stroomversnelling geraakt met de introductie van een beurs- geldmarkt- systeem en
mogelijkheid voor staatsbedrijven hun eigen economische beleid te voeren.
- Modernisering van de defensie
Het leger en wapenindustrie moest worden gemoderniseerd. Betere en nieuwe
wapens moesten worden geproduceerd. De soldaten moesten worden getraind in
moderne tactieken en strategieën. Nadruk moest bij leger vanaf nu vallen op zijn
militaire taak, niet op politieke taak zoals onder Mao.
- Het één-kind-beleid
Onder Deng groeide het besef dat die groei ongedaan moest worden gemaakt in het
belang van een groeiende welvaart onder de bevolking  één-kind-beleid werd
ingevoerd. Dit leidde aan het begin van de 21e eeuw tot ongeveer halvering aantal
geboorten.
Politiek blijft China een communistische dictatuur

De liberalisering gold niet voor de politiek  voorstanders van verdergaande politieke


hervormingen en democratisering dan Deng wilde, werd het zwijgen opgelegd, zoals onder
andere de studentendemonstraties op het Plein van de Hemelse Vrede in 1989 lieten zien.
De machtspositie van de partij bleef onaantastbaar. Deng begon vanaf 1987 met het
neerleggen van functies, maar hij bleef tot zijn dood de belangrijkste leider  werd
opgevolgd door Jiang Zemin  hij bleef de nadruk leggen op economische ontwikkeling.
Indrukwekkende economische vooruitgang

De gevolgen van het gewijzigde economische beleid zijn indrukwekkend.


- Tussen 19885 en 1990 werd industriële productie van China bijna verdubbeld
- In zuiden van China verrezen er in snel tempo wolkenkrabbers
- Winkels puilden uit van consumentenproducten
- Economische vooruitgang begon in 1980 het eerst op het platteland, daarna ook in
geïndustrialiseerde gebieden  verliep sneller dan op platteland
 Een bron van maatschappelijke spanningen en kan in toekomst weer tot politieke
instabiliteit leiden.
Donkere Periode van Tien Jaar (1966-1976): bij meerderheid Chinese bevolking heerste grote
opluchting nu het bewind van Mao en radicalen voorbij was
Paragraaf 11 – Breuk met de SU en toenadering tot de rest van de wereld
Aanvankelijk samenwerking tussen China en de SU

Met SU werd in 1950 een Verdrag van Vriendschap, Samenwerking en Wederzijdse Bijstand
gesloten. SU erkende de Volksrepubliek China, gaf havens van Dalian en Lushun terug en gaf
lening ter waarde van 300 miljoen dollar.
- In theorie werd door deze Russisch-Chinese samenwerking een communistsich blok
van een enorme omvang geschapen. Maar na dood Stalin 1953 bekoelden de
onderlinge relaties en rezen al snel onderlinge meningsverschillen. Vanaf 1960
streefden China en SU 2 verschillende soorten communisme na.
Breuk met de SU

In 1962 kwam het tot een breuk met de SU.


De voorgeschiedenis
Toen in 1927 tot breuk kwam tussen CCP en GMD, steunde Stalin de communisten van Mao,
ook al ging boerenrevolutie van Mao in tegen ideologische koers van de Sovjet-Unie. En toen
SU aan einde WOII het op de Japanners veroverde Mantsjoerije aan China overdroeg en
economische hulp bood (een lening en technisch personeel voor hulp bij de wederopbouw),
leken de betrekkingen uitstekend.
De breuk in 1962
Maar na overlijden Stalin bekoelden de onderlinge relaties toen hij werd opgevolgd door
Chroesjtsjov. Deze keerde zich in 1956 tegen de persoonsverheerlijking van Stalin en pleitte
voor betere betrekkingen met het Westen. Mao vond dat Russen door samen te werken met
niet-communisten het communisme verloochenden. SU trok in 1960 zijn technici terug en
stopte met samenwerkingsprojecten. En toen SU in 1962 bij grensconflict tussen China en
India kant van India koos en China in datzelfde jaar SU verweet in Cubacrisis te capituleren
voor imperialisme van VS< verbraken beide landen de diplomatieke relaties.
Verbetering van de betrekkingen
De betrekkingen verbeterde enigermate vooral na dood en val SU. De grensgeschillen
werden in een Russische-Chinese overeenkomst in 1991 grotendeels opgelost. Van
ideologische verschillen in opvattingen over communisme is geen sprake meer. Maar China
en Rusland blijven verschillend denken over het Russisch grondgebied in Azië.
China sluit zich aan bij de Beweging van niet-gebonden landen (NAM)

Door betrekkingen aan te knoppen met andere niet-gebonden landen probeerde China haar
invloed uit te breiden in Azië, Latijns-Amerika en Afrika.
- China’s minister van Buitenlandse Zaken Zhou Enlai slaagde erin China lid te maken
van de Non-Aligned Movement (NAM)  werd opgericht op initiatief van de
regeringsleiders van India en Indonesië. Deze landen wilden zich nog aan het door de
VS geleide kapitalistische blok noch aan het door de SU geleide communistische blok
binden.
- De aanzet tot het oprichten van deze beweging werd genomen tijdens de Conferentie
van Bandung. China verwierf voorsprong op Westen (toen na dood Mao en opbloei
Chinese economie ging China veel in Afrika en Latijns-Amerika investeren in ruil voor
natuurlijke hulpbronnen, voor afzet van Chinese producten en voor politieke steun),
omdat het geen voorwaarden stelde met betrekking tot mensenrechten en
bestrijding van corruptie.
- Ook ging China meer dan het Westen investeren in infrastructuur op lange termijn
Toenadering tot het Westen

Volksrepubliek China en VS hadden elkaar altijd als grootste vijand beschouwd  maar begin
jaren 70 begonnen er tot grote verrassing van bijna iedereen in de wereld onderhandelingen
tussen beide. Ze bewonderden elkaar nog steeds niet.
Maar China was in die tijd militair en economisch verzakt door gevolgen van de Grote Sprong
Voorwaarts en door de Culturele Revolutie die toen nog gaande was en het wilde graag een
bondgenoot hebben bij hun conflict met de SU.
En VS waren in die tijd verwikkeld in een uitzichtloze oorlog in Vietnam en hoopten met hulp
van China tot een voor de VS eervolle aftocht uit Vietnam te kunnen komen  zij zullen ook
hebben beseft dat ze China niet altijd buiten de VN zouden kunnen houden.
VS gingen ermee akkoord dat Volksrepubliek een eigen vertegenwoordiging bij VN kreeg. In
oktober 1971 besloot VN de republiek China in VN te vervangen door Volksrepubliek China.
VS hecht aan dat de Chinezen zelf de Taiwan-kwestie op vreedzame wijze oplossen.
Eind jaren 90 vond overdracht van Hongkong en Macao plaats, symbolisch voor de
veranderde relatie met het westen.
- Hongkong werd in 1997 door Engeland overgedragen en Macao door Portugal in
1999. Maar het was een overdracht onder voorwaarden  beide gebieden kregen
voor een periode van 50 jaar als Speciale Administratieve Regio een veel grotere mate
van zelfbestuur dan autonome gebieden met etnische minderheden elders in China.
Met uitzondering van Buitenlandse Zaken en Defensie mogen zij zichzelf besturen,
aangeduid als één land, twee systemen.
China had volgende redenen om met deze voorwaarden akkoord te gaan:

- Macao en vooral Hongkong waren economisch buitengewoon belangrijke gebieden


met contacten over de gehele wereld. Uitschakelen van de economische betekenis
van deze gebieden was niet in het belang van China dat zelf bezig was zich
economisch meer in westerse zin te ontwikkelen.
- Het verschil in zelfbeschikking hangt ook samen met etniciteit. Er is een geheel
andere cultuur. Bewoners Hongkong, Macao en Taiwan worden tongbao (mensen van
dezelfde baarmoeder) genoemd. China vertrouwt erop dat bevolking op den duur uit
vrije wil volledig deel wil gaan uitmaken van het moederland.
In 2001 trad China toe tot de Wereldhandelsorganisatie. De Volksrepubliek was daarmee
uitgegroeid tot een economische en politieke wereldmacht met een communistisch bewind
dat kapitalistisch maar niet democratisch denkt en handelt.

You might also like