Professional Documents
Culture Documents
1
Inleiding
De zes oefeningen
Het is zeker ook werkzaam als je iedere oefening een week doet en
ze steeds afwisselt. Het hangt uiteindelijk van jezelf, je
mogelijkheden en je interesse af hoe je ze doet.
4
Denkoefening – controle over het denken
6
Wilsoefening – handelen uit eigen initiatief
De oefening heet ook wel handelen uit eigen initiatief. Het doel is om
zelf initiatief te nemen in je handelingen, je wil beter te richten en
standvastiger te worden.
7
Omdat veel, zo niet de meeste handelingen die we op een dag doen,
gedaan moeten worden voor anderen, zijn er niet veel handelingen
die we echt voor onszelf doen. De oefening is een afspraak met
onszelf om iets te doen. Zo’n afspraak is veel moeilijker na te komen
dan een afspraak met een ander.
8
Gevoelsoefening – kalmte in het gevoel, gelijkmoedigheid
Deze oefening doe je niet met een vast voorwerp of op een vast
tijdstip, maar gedurende een of enkele toevallige gebeurtenissen op
de dag. Tijdens iets dat je overkomt kijk je naar je gevoelens. Dat
kan op het moment zelf of later.
Gevoelens zijn als het weer. Ze zijn er. We ondergaan ze, maar in
tegenstelling tot het weer kunnen we wel onze reactie aanpassen.
Dat kan door onze gedachten. Een voorbeeld: ik zeg iets, iemand
gaat de kamer uit en de deur valt met een klap dicht. Ik schrik en
ben bang. Is het harde dicht slaan een reactie op wat ik zei? Heb ik
hem gekwetst? Maar is deze reactie wel terecht? Misschien sloeg
de deur wel dicht door de harde wind. Komt de persoon terug met
een glimlach en zegt hij: sorry de deur viel uit mijn hand, dan
begrijp ik dat mijn reactie niet terecht was. Een volgende keer zal
mijn gevoel minder fel zijn en schrik ik wel, maar sta ik nuchterder
tegenover deze gebeurtenis.
Doelen
• Bewust worden welke gevoelens je hebt, door ze
regelmatig waar te nemen. Inventariseer een keer of een
aantal keren per dag of aan het eind van de dag je gevoelens
en hun sterkte. Je gebruikt daarbij je gevoel als
waarnemingsinstrument, want het vertelt je over je relatie
met de omgeving en met jezelf. Je zult merken dat je
sommige gevoelens vaak hebt en andere weinig. Je zult ook
merken dat sommige gevoelens heftig zijn en dat er ook
gevoelens zijn die nauwelijks zijn waar te nemen.
• Waar te nemen hoe je gedachten je gevoelens en je
beleving ervan beïnvloeden. Hoe dichter je bij de
10
waarneming kunt blijven, hoe minder je gevoelens met je
op de loop gaan.
• Harmonie en balans scheppen tussen je gevoelens. Dit doe
je door heftige reacties te beteugelen en af te zwakken en
subtiele, zwakke reacties naar voren te halen. Het gaat er
niet om gevoelens te ontkennen of te veranderen (je mag
wel boos worden!), maar om de heftige reactie eraf te
halen. Je laat je dan niet door je gevoelens overspoelen. Je
hoeft niet de boosheid te onderdrukken, maar het
onwillekeurige vloeken. Niet het oppassen voor gevaar
moet je bestrijden, maar de vruchteloze onberedeneerbare
angst.
Resultaat
“Je bent niet je gevoelens, je hebt ze”. Je wordt ontvankelijker
voor gevoelens en kunt ze gelijkmatiger beleven.
Evenwichtigheid en gelijkmoedigheid ontstaan. Er ontstaat ook
bewustzijn over je gevoel. Je gaat je gevoelens benoemen, je
accepteert ze als een deel van je. Je schept door de waarneming
ook een zekere afstand tot je gevoel. Je blijft beter overeind bij
je gevoelens. Je beheerst jezelf en je gevoelens beter. Er is
kalmte in je gevoel ontstaan.
11
Positiviteitsoefening – waarnemen van het positieve
12
Je neemt tijdens en na de oefening het negatieve nog wel waar, maar
probeert het positieve erin te ontdekken, soms lukt dat pas als je
terugblikt, dat kan ook dagen of jaren later zijn. Omdat je meer
waarneemt en de situatie van verschillende kanten wilt bekijken,
wordt het oordeel teruggehouden, opener en meer omvattend. De
oefening leidt daardoor tot meer verdraagzaamheid. Er is uiteindelijk
bijna niets dat niet ook iets positiefs in zich heeft.
Moeilijkheden
13
Onbevangenheidsoefening – openheid voor het andere
15
Oefening van innerlijke harmonie – scheppen van evenwicht
Nadat je alle oefeningen een keer hebt gedaan, kun je een tijdje
stoppen en dan weer opnieuw beginnen of de oefeningen die je niet
16
makkelijk afgingen weer oppakken. Zo kunnen deze
nevenoefeningen een hulp worden om jezelf te blijven ontwikkelen.
17