Professional Documents
Culture Documents
1.2 Elites zijn niet per se problematisch, politieke elites zijn niet alleen (NK)
Elite is niet tegengesteld aan democratie
Elite kan niet zonder niet-elite
2.2 Beschrijving
Syntheseomschrijving: elite omschrijft een groep die meer dan welke andere groep een overwegend
aandeel heeft in de politieke besluitvorming en msp vormgeving, die dus over een disproportioneel
groot deel vd macht beschikt in een SL om voor die SL bindende beslissingen te nemen
o Elite heeft een negatieve connotatie
o Onderscheid tussen politieke en niet-politieke elites (bij sport, kunst, etc.)
o Macht vd elite niet overschatten: ze kunnen niet zonder de niet-elite, ze elite is vaak ook
slechts tijdelijk of voorwaardelijk
2.3 Criteria
(Elite staat soms voor de statische omschrijving van ‘de beste in een bepaald domein’ zoals eliterenners. Deze
vormen vaak niet eens een groep of delen geen visie -> deze omschrijving gaan we dus niet beschouwen)
Er is slechts sprake ve elite indien aan de 3 (of 4) C’s is voldaan (volgens James Meisel in 1958):
o Group consciousness: de leden ervan zien zichzelf als een groep met eigen identiteit en
belangen
o Coherence: ze vertonen op grond ve bewustzijn van gedeelde groepssolidariteit en
verbondenheid een zekere samenhang
o Conspiracy: er is sprake van een wil tot gemeenschappelijk handelen
Een lidmaatschap ve elite kan dus niet zomaar gelijkgesteld worden met het
bekleden van hoogste machtsposities
Vb. indien de kunstelite niet voldoet aan de 3 C’s, dan is ze geen elite in de zin van
een groep die macht uitoefent over anderen
o Continuity: de elite moet een zekere continuïteit hebben
Deze 4de C wordt doorgaans enkel in de literatuur toegevoegd
Er is geen eensgezinde definitie over elites, maar het verwijst duidelijk naar ‘de sociale gestalte van
leidende figuren’ (Wilfried Dewachter)
3.2.6 Kritiek
Kritieken gaven aanleiding tot het ‘neopluralisme’ = blijven trouw aan het pluralisme, maar geven toe
dat er geprivilegieerden zijn binnen de open concurrentie
Elitisme is dus geen netjes afgebakende school waar alle auteurs veel delen, maar het gaat om een vrij
diverse verzameling van auteurs die slecht een aantal algemene uitgangspunten gemeen hebben
3.3.7 Neo-elitisme
= samenspel van keuzes van de elite en de voorkeuren van de niet-elite
Hierin wordt het bestaan van heersende elites verzoend met de electorale participatie vd bestuurden
( VS.
Beroemde definitie van Philippe Schmitter: pluralisme is … (zie 3.2 over pluralisme)
o Een bestuur van belangenvertegenwoordiging
o Met onderdelen die georganiseerd zijn in meervoudige, vrijwillige, concurrerende, niet-
hiërarchische groeperingen
o Deze groeperingen worden (qua leiders of formulering van belangen) niet gecontroleerd
door de overheid
o En oefenen geen monopolie uit )
(De Vlaamse gezichten van de) Groep van Tien kennen (die eigenlijk met 11 zijn lol)!
2 van VBO, 1 van UNIZO, 1 van UCM (Union des classes moyen) en 1 van de Boerenbond
2 van ACV, 2 van ABVV, 1 van ACLVB
Voorzitter vd groep is meestal de voorzitter vh VBO -> Bernard Gilliot
IPA = interprofessioneel akkoord: een kaderakkoord dat de vertegenwoordigers vd sociale partners
uit de privésector afsluiten om de 2 jaar -> komt tot stand in de Groep van Tien
Betrekking tot ongeveer 2,8 miljoen werknemers
3.4.9 Debat
Kritieken:
o Het is een bedreiging voor de democratie als sommige groepen exclusieve voordelen krijgen
o Door te werken met een beperkte reeks geprivilegieerde organisatie zou de overheid
beleidsinnovatie afremmen
o ‘Het primaat van de politiek’: de politieke elite (regering & parlement) moet veld
terugwinnen, neocorporatistische organisaties moeten terug een adviserende rol krijgen
o Kans op moral hazard = wangedrag: deze belangengroepen zouden zich niet
verantwoordelijk gedragen omdat ze werken met overheidsmiddelen -> opteren voor
neoliberalisme
o Democratic overload: politici moeten steeds meer beloven (door concurrentie) en dat weegt
op de economie
Een verfijnder model met nog 3 fases binnen het feitelijk rekruteringsproces:
1) Certification stage: kandidaatselectie -> wie is verkiesbaar?
2) Nomination stage: organisatie vd besluitvorming en machtsverdeling bij het aanstellen van
kandidaten -> wie nomineert?
3) Election stage: effectieve verkiezing vd genomineerde kandidaten
Vergelijkbaar met een stoelendans: velen zijn verkiesbaar, minder worden genomineerd, nog minder
slagen er uiteindelijk in om echt verkozen te worden
6.3 Kandidatenselectie
Kandidatenselectie = het laatste stadium vh bredere rekruteringsproces
Door wie je verkozen bent binnen je partij kan een invloed hebben op je gedrag na de verkiezingen,
vb. als je verkozen bent door een select groepje binnen de partijtop, zal je later vaker trouw blijven
vaan de partijleiding, dan als je door een ruime ledenpoll bent verkozen
6.3.2 Selectiecriteria
Ascriptive vs. achievement-related, formeel vs. informeel
Ticket balancing: een zo evenwichtig mogelijke lijst maken, die zoveel mogelijke groepen van kiezers
kan aanspreken; door een combinatie van criteria
8 Uitleiding
Volgend hoofdstuk gaat over massa.